MM HillilL. COURANT DE SAMENZWERING. Brieven uit Borneo. De doode stad in het bosch. DE DAMIAATJES RECHTSZAKEN ORDE EN ARBEID Vroolijk Allerlei Zaterdag 13 Juli Tweede blad O. w. VUILLüi N°- 37 13 JULI ONS HOOFDBESTUUR Ter aanvulling van de twee bestaande vacatu res in het Hoofdbestuur van den R.-K. Volks bond, afd. Haarlem, zijn gekozen de leden Mal- herbe, tweede penningmeester der Metaalbewer- kersafdeeling en De Zwager commissaris dei Bouwvakafdeeling. 27 *i~taSS,ó?p-W1, de Wotai: (Vervolg.) De maan halve Goudsohe kaas, hult ons ailen in geel licht, bijna bengaalsch vuur. Daar dreunen gongs en bamboefluiten en cithers. De eeue buurt van het dorp trekt pro- cessie-gewijs rond door de velden, langs de huizen, meer en meerdere personen sluiten zich aan. De dreun Is opgewekt; verre van het. gewone naar-geestige gonggebrom. Ginds gaan eenzelfde soort klanken de gele lichf- luchten in. *t Is de „andere" buurt, die ook serpentine processie houdt. Oude en jongere, opgeschoten jongens en meisjes en kinderen, alles gaat mee. Slangen processie's naar 'n groot, grasveld, waar gehold wordt. De gele lichten der maan verbleken; haar goud-licht is verzilverd. Hier op dit veld blijven de gongs bonken, en de fluiten en cithers kras sen. Hier vermaken zich allen. Dezen tijd wordt er wel wat door de vingers gezien, nu wordt er gelachen, waar buiten oogsttijd 'n vergadering van rechters en aangeklaagden en getuigen zitting zou houden. Zij zijn vrijer nu: nemen zich niet. zoozeer in acht: zij sprin- er> en stoeien en spelen. Zij tnsppon elkaai mei gekookte nieuwe rijst in 'n linnen of katoenen zakje gebonden [s zooiets als de schilderij van Jan s a." „Boerenker mis." doch niet zoo plat, veel, voel netter. Otn tijd bekommeren zij zich niet. Zij gaan terug -- 3langen-gewijs en volle muziek als de maan reeds laag gedaald is. Later is het feest binnenshuis. Iedere Doesoen geeft 'n feest. Tusschen twee haakjes zij1 brengen geen dankoffers, zij kennen zelf het woord dank, danken niet. Doch iedereen geeft het op verschillende tijden, zoodat er tot den vol genden oogst zeker iedere week ééns gefuifd wordt. En 'n Doesoen feest beslaat groote- lijks in goed-eten en zich zat drinken. Van iijst wordt 'n zuur-zoete drank bereid; die echter flink alcoholisch en „koppig" is en iemand „katterig" maakt de volgenden mórgen en „haarpijn" bezorgt. Rijst nieuwe rijst s.v.p. wordt gekookt, dat wordt gegist en water opgegoten. Voila tout! Eenvoudig. Die gist bereiden zij' zelf, echter heel onsmakelijk! Ongekookte rijöt werdt fijn gekauwd in den mond die echter ook 'n betelpruim inhoudt en die fijnge- kauwde rfcijst met betelspeeksei gemengd, is net gist 't gist sterk. Niet erg zuiver op den graad. Er is nog 'n andere manier nog onsmakelijker. Rijst ongekookt weer wordt fijngestampt of gekauwd en dat meel wordt tot deeg gemaakt door 'n besje. Zij pruimt 'n fliuke zware pruim tabaks pruim zij doen niot onder voor 'n Hol- landsche Janmaat en spuwen tabaksspeek- eel op dat meel en kneden het met vuile vingers. In beide gevallen heoft dat gist 'n vuile, geel-bruine, flets-roode, gore kleur. Ziet, kijkt slechts toe met die bereiding en dat vocht goeden drank voor Doesoens zal geen bekoring zijn voor 'n opgevoede, be schaafde Europeaan! 't Walgt! De smaak i3 zuur-zoet, zeer aangenaam, ja „lekker" voor *®mand, t> ie de „geheimpjes" niet kent. Ik oeb het gedronken, vroeger, paa-uit-Holland; bog oningewijd, ia-groen, doch de laatste paar jaren bedank ik. Met feesten echter moet iedereen die opkomt meedrinken 1 Ik ga al tijd graag 'n kijkje nemen als er gefeest wordt hier. offereeren ze het mij niet meer. Zij hebben dan 'n beetje cocoswijn voor den „jon gen tuan" of zoo niet dan klimt een gauw in een kokoenootenboom en haalt wat nooten naar beneden, en ik drink de versche kokos melk! Dat ia m.i. de beste drank hier. Ik kan ze drinken meerdere na elkaar en altijd als ik dorst heb ik zit in tropisoh Borneo zelfs 's avonds, ofschoon vele Europeanen ze niet verdragen kunnen. Het geeft hun kramp met diarrhea en dysentery zelfs. Ik heb waar schijnlijk mijn stalen maag nog. Zoo is de drank geplengd door de Doesoens. Er is volopl De gongs, verschillende soorten met verschillende namen om de stuipjes te «eggen worden gebonkt. vinden3'8ni' ^elr <;e'lv®U(li?e en onschuldige voortbewla<? t Schaam langzaam of vlug ,,ei3 xn armbeweging als van vleu gels èn stijve beenen dansen van eene vrouw huwen Kuünen dooh de rest, de andere 79000? O bid, goede lezer, met al de misaie-aetie in uw dierbaar Holland, dat ook wat meerdere arbeiders mogen komen naar dit deel van 'sHeeren Wijngaard. Dat alle Doe soens zij zijn rijp, gerust ook mogen deelaohtig worden aan de rijke beloften van Christus, 1 J. STAAL, Priester-Missionaris. Oath. Mission, Pap ar, Papar, Goede Week, 1918. twee, een, doch vier, tien en twintig- personen, nooit raken zij elkander aan. t Is één dans; ieder voor zich danst op zich zelf en vormt toch één harmonisch geheel met de anderen, üogstfeestdansen vrou wen gekleed als mannen 't ia onschuldig tóch! De priesteressen prevelen onverstaan bare woorden en sprenkelen met water al de spijzen en den drank en wijdt het zoo aan haar vriend Luciier en Co., doch de meeste Doesoens bekommeren zich daar weinig om, en bij1 de meesten wordt 't achterwege gela ten. De goede dagen van den hocus-jiocus dames en heeren zijn er geweest, 't ia 'n karige tijd voor hen, en studenten zijn er hier in het geheel geen. Een goed voortee ken! Het heidendom echter zit nog diep. Als stam zijn de Doesoens 8)009 zielen, nog heiden. Een duizend, alles bijeen zijn Christenen; een handje-vol zijn nagemaakte mahornedanoa meestal omdat zij: meer dan (Doör den WelEerw. Heer A. Flink, Missionaris in de Filippijnen). „Merkwaardig!" zei Padre Michael, terwijl hii het nieuwsblad neerlegde èn zich tot zyn gast en medebroeder, Padre Joseph, richtte .Zooals ge misschien wel weten zult is er een tijd geleden weer eene uitbarsting geweest van den ouden vuurepuwenden Taalberg op Luzon en evenals dezen keer, heeft hy ook al in. vroe- gere eeuwen verscheidene steden en dorpen ver woest. De Taal ligt in een klein meer, dat mi waarschijnlijk in den loop o'er tijden zf vormd heeft. Nu lees ik hier, dat het water van dit meer zoo helder is, dat men de verzwolgende steden en dorpen host op zijn bodom kan zion liggen. Een ondernemend Amerikaan hoeft al speciale boottochtjes ingericht, om wereldrei zigers deze wonderen te laten zien!" Simon, de koster en opperkok, kwam juist binnen om het avondeten op te dienen. „Hoor eens. Simon 1" zeide de missionaris, terwijl de aangesprokene den dampenden rijst schotel op tafel zette, >,heb jii ooit gehoord van die verdronkene stad in het Taalmeer, waarvan men de huizen en den toren nu nog in het water zien kan? Ie daar iets van waar? Simon draaide eerst haastig den theepot wat naar links, zoodat de nieuwe barst niet in het oog viel, zette zioh in postuur en zeide met veel gewicht: „Ooh, Padree, ze maken daar in Luaon veel drukte over 'n ding van niets. Op den bedem der zee of van een meer kan veel liggen, dus waarom ook niet eene stad? Neen, dan zijn ei hier in onze streek nog heel andere dingen te zien. Wat zouo't u er bijvoorbeeld van zeggen, als ik u eene stad Het zien, middien in het boaoh gelegen, met kerk, torefc en kerkhof, huizen en straten, maar geheel verlaten en ver van ieder mensehelijk wezen, als ware zij bewoond door geesten? En dat niet eene verdronkene, maar eene bestaande stad?" „Kom, kom, Simon," lachte Padre Joseph, „niet te veel in eens!" ,,Padre!" hernam Simon met al a1e waardig heid van een Filippynedh. opperkoster. „Gü zult IJ zelf kunnen overtuigen! Morgen moeten we toch naar het bergdorp Santa Catalina, om het Fiesta te vieren. Dan gaan we eenvoudig een 'uurtje vroeger van huis, maken een kleinen om weg en ik breng u bii de doode etad in het bosch." In den namiddag van den volgenden dag be- ■on-d zioh het drietal op weg naar Santa Cata lina: eerst rechte van eene rivier, dan links, dan weer rechte, en zoo verder, volgens de ge woonte der Filippijnache wegen,* welke alleen dit tegen heeft, dat men, bij afwezigheid van bruggen, telkens de rivier moet doorwaden. Daarna ging het vorder, bergop, bergaf, onder leiding van den koster, die met een «tevigen knuppel voorop ging, om «langen en ander on- tuig schrik aan te jagen. „We zullen toch niet te laat komen voor de plechtigheid?" opperde Padre Miohael, „andera moeten we uwe doode stad voor vandaag maar links laten liggen." „Geen gevaar, de heer kunnen zioh op mij verlaten," zeide Simon. „We zijin er nu bijna; nog eenmaal linksom en naar beneden, en dan reeht het bosch in en we zijn er." Het woud werd al donkerder en het struik gewas eteoa's dichter, naarmate wy er verder in doordrongen; slingerplanten kronkelden zich 1» reuzenslangen om loomen en struiken, „Padres. we zijn er eindelijk!" riep Simon, terwijl hii met de haud naar voren wees. Daar lag de smalle, maar diepe bedding van een berg stroompje, en daarover o wonder! een brug. Eene brug van een enkelen, forschen boog! „We zullen er, helaas, niet over kunnen, Senores," zeide de koster, „want zoals U zien kunt, -is er een groote scheur midden in dien boog. Ik maak u daar opmerkzaam op, oxndat er eene geeohiedenis aan verbonden ia." „Wel, Simon," zei Padre Joseph, „al is de brug ook niet meer te gebruiken, er is toch tegen grijnsde. Simon, de koster. n#m hem tn dé handen, keek hem WeSwillend aan en z©i: „Sen-oree, dat ie een oude bekende; 't Ie de echedel van den roover Pitoy,die met zijne bende deze *tad meende te overvallen; maar 't ie-hem slecht bekomen, want men heeft hem hier aan 'de galg op het kerkplein opgehangen. Als eene waarschuwing voor zijne gelijken hebben we toen zu schedel als «en gedenkteeken hier ge plaatst." Van het kerkplein liepen de etraten naar rechte en links het bosch in; de steenen onder bouw van vele huizen was nog zichtbaar, de wo ningen zelve echter waren ingestort en vergaan en overweldigd door woekerenden plantengroei. Nergens was een sterveling te zien: sedert jarèn had niemand het voormalige heiligdom betreden, geen dartele kinderschaar apeel-de op het kerkplein, geen vermoeide lastdrager kwam verkwikking zoeken in den vervallen palmwijn kraan alles was doodedh en uitgestorven. Stralend van voldoening keerde Simon zich om en genoot een 'oogenblik van de verbazing der Padres. „Welnu, Senores," zeide hii, „beb ik over dreven Daar in Luzon pralen ze met eene ver dronkene stacf in het meer, maar wii hebben eene doode stad midden in bet bosch, welke minstens even bezienswaardig in- De beide missionarissen moesten erkennen dat de oude Simon gelijk had. „Maar Simon, wat was de red'en, dat de be woners dezer plaats hunne stad in den steek lieten en nimmer daarin terugkeerden? Daar zult ge misschien wel iets van kunnen ver halen?" De goede Simon was een brave trouwe ziel, en zeker geen bewust leugenaar, al hield hy er van de feiten een beetje te kleuren, teneinde zijne toehoorders beter te boeien. Hy kende geen grooter genoegen, dan oude herinnerin gen op te rakelen en aan jongere geslachten te vertellen. ,,Ja zeker, Senores," begon hii. „zeker kan, ik daarvan vertellen. Op dezeartad en y Isprak zacht, biina fluisterend „op deze plants ligt van oudsher "een vloek. Waarschijnlijk zult u het weer niet gelooven, Senores, maar m deze plaats bevinden zich meer slangen en an der giftig ongedierte dan ergens anders. Zooab u ziet staan we midden op het oude kerkhof. Wolnu, ziet eens hier." Voorzichtig hief de oude oen steen op aar onder lag een zwarte spin met eene too v u welke haastig eene andere schuilplaats zocht. „Deze spin ia zeer vergiftig -^a ®n wl0 erdoor gebeten wordt heeft enkel nog te denken om het H. Oliesel en mag blij züa' a|s "9 Pr1®9; ter hem nog op tijd bereikt. Meeetal sterft hy binnen het uur". Hjj lichtte nog meer steenen °b. en al verborg niet elke steen zulk een gevaarlijk insect, er kwamen er toch opvallend veel te voorschijn. Toen Simon, de verbaasde zichten zyner toe hoorders zag, maakte hü van de gelegenheid gebruik en zeide: m „Padtres, dit was eens eene snoode, eene slechte stad. Wel niet zoo slecht als die steden uit de Bifbelsche geschiedenis, welker namen mif op het oogenblik niet invallen, want zü werd niet vernield door vuur en zwavel, maar staat diaar nog, zooals ui zelf ziet. Maar sleoht waren de memrehen en zii luisterden niet naar de vermaningen en bedreigingen van den mis sionaris, een ouden Spaanschen monnik. Toen zijne waarschuwingen hun te lastig werden, be sloten zij hem uit den weg te ruimen. Bij d!e uitoefening van rijn ambt moest hy dagelijks over de brug, die u ginds gezien hebt. Zii namen nn eenige e teen en uit den boog. waarop do brug rusrt. en regelden het zoo, diat hii bii zijn volgen den overgang er doorheen viel en naar bene den stortte. En zoo vónden hii en riine beide misdienaars den dood. Denkt eene aan, welk oen gruweldaad! Hun eigen priester vermoord bij de uitoefening zijner bediening! Sedert dien tijd hoorde men dikwijls uit de diepte eene hui veringwekkende stem: Weel Ach! Wee! Vooral op Quatertemperdagen klonk de wee klacht immer luider en sehrifeJseJyker; Wee! Acht Wee! Toen werden de slechte bewoners met schrik geslagen. Zij lietent buds an hof in den steek en vluchtten. Hu nine afstammelingen wonen ginds in de stad L., U beiden welbekend; en sinds dien tijd lïgt hunne oude etad hier ver- laten In het woud. Doch nu moeten we ons haasten als we nog om half zeven la Santa Oatalina de Vespers willen zingen." En Simon greep zii®. stok en ging weer voor op. De beide missionarissen volgden, het geval besprekend, en wel in hunne moedertaal, om den ouden gids geen aanstoot te geven. Zij hiel den het voor uitgemaakt, dat hjj met zijn dich terlijken aanleg weer sterk overdreven had, maar de zaak bleef er niet minder merkwaar- nik en zijn vloek? Wel, Padres. ik Ben geen on- geloovige, dooh éen trouws zoon der heilig^ Katholieke Kerk; maar voor zoover ik weet hebben de bewonere die etad alleen daarom ver laten, wijl zy er niet veilig waren voor de roo- vers, die in deze bergen huisden en nog huizen. Do menschen tobden zioh af. verbouwden rijst en mais, en wanneer zy den geheelen oogst reeds hadden binnengehaald, kwam Pitoy, dien zij ophingen, en later Inooy, dien zij nimmer in handen kregen, en namen hun alles weer af Eindelijk vonden de goede burgers dat toch al te gek, en met pak en zak trokken zii af. Dat is de heele geschiedenis." „Doch, Senores," vervolgde hii, terwijl wii voor zyne woning bleven staan, „laten wij die oude tijden laten rusten. Morgen is het kerk feest en dat zal schitterend zijn. Niet alleen voor iets goeds cm te eten heb ik gezorgd, maar ik heb voor deze gelegenheid ook een dozijn prachtige borden met blauwen rand van mijn vriend, den burgemeester van L., geleend. Wacht, ik zal ze u eens laten zien." Vlug klauterde het mannetje den bamboes- ladder op, welke naar zyne woning voerde, var dween in de deur en kwam een oogenblik later weer naar buiten met de twaalf borden in de handen. „Prachtige borden, zooals u zien zul tl" zeide hjj onder het afstijgen. Plotseling bleef hij met zijn losse pantoffel aan eene sport haken, vot- loor het evenwicht en tuimelde naar beneden voorafgegaan door de twaalf kostbare blauwge- rande borden. „Weel Ach! Wee!" zuchtte de burgemeester, toen hij weer overeind stond te midden van tal- looze scherven. „Wee! Ach! Wee!" herhaalde zegevierend de oude koster. Simon en zijn oude Spaansohe monnik war'en gewroken. (Annalen van Roosendaal). Eea O. W.-er stapte een winkel bianemf om een thermometer te koopen. De winkel* bediende liet er hem verschillende zien. Deze is de mooiste, zei hif: fijn glas en 't zuiverste kwikzilver. Met een minachtend gebaar schoof de koo- per den thermometer wegt en zei: Nee, vrindje, zilver is goed voor de keu ken, laat mij er maar eens een paar zien met kwikgoud. DE AANBEVELING. De kinderen waren er bij, toen moeder een nieuw meisje huurde. En waarom ben je uit je vorigen dienst weggestuurd? vroeg mevrouw. Omdat ik het kind had vergeten te wasschen. In het volgende oogenblik klonk een kin derkoor Hè ma, neem u haar! eenmaal een goede brug geweesten zelfs dat is, dig om. Zii besloten, om bii gelegenheid verder navraag te doen b{f ouden van dagen. Nu was het zaak door te stappen, want de weg gm'ST nog oen ho&l eind bergop. 't Was tegen zonsondergang, toen zij Op al ©en groot© merkwaardigheid in utv g&z&gend land." Spoedig daalde het drietal af om het beekje te doorwaden en. klauterde aan de overzijde weer naar boven, Nauwelijks waren zxi hier ©enige aohreden voortgegaan, toen het woud zioh voor hen opende. In het midden van eene groote ruimte stond eene oude kerk; zij was ge scheurd en bouwvallig alg de brug, het struik gewas groeide door de vensters 0Q binnen, was 6 grond bedekt met hoog graig en woekerplan ten. Klagend suisde de avondlucht door ae bogen en gewelven der kerk en door de gapende vensters van den kerktoren. Op een steenworp afstand» lag het kerkhof, door een nog tamelijk gaven muur omgeven. Op eene zuil lag een ver- bleekte_scheael. welke den indringers akelig t t Hanze-vakbonden. Indertijd hebben wij alreeds aangedrongen op Roomsehe vakorganisatie onü'er de midden standers en hebben wij ook, toen de actie in Je Hanze-bonden meer veld won, onze voldoening uitgesproken over de door de voormannen on zer R.-K. middenstanders in die richting be haalde successen. Ten opzichte van de R.-K. Sigarenwinkeliers en de R.-K. Slagers, was eohter nog geen resul taat bereikt, d uist dezer dagen nog, in de dagen der verkiezingen/zagen wü ons genoodzaakt te waarschuwen tegen do z.g.n. (.neutralen" mid» den8tandspatroonsvereenigingen, die or geen been in zagen hun neutraliteit prijs te geven, door daadwerkelijk deel te nemen aan de poli tiek en het aanbevelen in hun bondbladen van z.g.n. belangen-candidaten. Bij name genoemd hebben wii toen ook speciaal gewezen op de politieke aotiea in dezen van den z-g.n. „neutralen" Sigarenwinkeliers- bond en den dito Slagerspatroonsbond. Ht verheugt ons daarom niet weinig, dat onze opwekkingen voor eigen organisaties dezer beroepsgroepen zulk een kraehtigen steun thans vinden in het initiatief dat het bestuur van den Ned. R.-K. Middenstandsbond heeft geno men, de oprichting van een nationalea Hanze, bond vaa Sigarenwinkelier en van een Diocesa- nen Hanze-hond van Slagers. Reods zyn aan de betrokken R.-K. midden standers uitnoodigiugen verzonden tot bijwo ning der daartoe uitgeschreven oprichtingsver gaderingen. De vergadering voor de slagers heeft plaats op Donderdag, 25 Juli a.s., des namiddags tweo uur iu de bovenzaal van Restaurant Bonneski, Coolsingel te Rotterdam. Als spreker zal in deze vergadering optreden de heer R. J. Dongelmans. voorzitter van de R.-K. Vleeschhouwersvereenlging „St. Anto- nius" te 's-Gravenhage. Voor de sigarenwinkeliers wordt do sticli- tingsvergadering gehouden op Woensdag, 81 Juli a.s., des namiddags twee uur in de gToote bovenzaal van Hotel „Noordbrabant", Vroe- burg, te Utrecht. (De aandacht wordt er wel op gevestigd, a'at onder „Sigarenwinkeliers" alleen worden ver staan zij, die hoofdzakelijk in dat bedrijf hun bestaan vinden. Zij dus, die ©en Sigarenwinkel cfrjjven als „kleine bijzaak" komen voor deze organisetle niet in aanmerking). Met den meesten aandrang wekken wii thans "beschikbaar, zoodat de overgroote meerderheid op vrije voelen moest blrjven. Landloopers kun nen niet worden aangenomen, omdat ook in Veenhuizen geen ruimte is. In de observatiehui zen vindt men ook al overbevolking. En de verdachten zelf, zij kenn-i den toestand maar al te goed. Zij lachen de politie bij hun arrestatie en verhoor uit, onder het motto: „Er is geen plaats, de Rechter-Commissaris laat ons toch weer gaan." Of: „Den vorigen keer heb ik na een uur weer op straat gestaan, ik ben be nieuwd hoe laat het is, als ik weer op vrije voe ten kom." „Onlangs moest ik voor een weinig belangrijk feit een verdachte hooren, die net uit de gevange nis ontslagen was na een straf van 5 ja.-en te hebben ondergaan. Op mijn vraag, wat hij thans voor den kost deed: antwoordde hij" „Insteken, meneer, dat is thans het voordeeligstik kan 't gestolene overal voor enermen prijs kwijtraken, zonder dat iemand er naar vraagt, hoe ik er aan gekomen ben. De politie heeft het te druk om alle inbraken op te sporen en als ik bij toeval gesnapt word, wordt ik toch weer vrijgelaten wegens plaatsgebrek en dan leid ik intusschen een hee renleventje, totdat de zaak voor de rechtbank komt en ik misschien veroordeeld wordt. En als het eenmaal zoover is, zal ik wel zien, wat ik doe." De criminaliteit wordt door dit alles bevor derd en het justitieel onderzoek lijdt er ernstig door, de rechter-commissaris kan onmogelijk z:n arbeid naar behooren verrichten. Lapmiücielen, zooals het bouwen van een ba rak, gelijk te Amsterdam is geschied, brengen niet verder, men moet meer huizen van bewaring bouwen, ook al kost dit veel geld. De toestand is in hooge mate ernstig en kri tiek. Het geheele land wordt onveilig gemaakt door benden inbrekers en roovers. die niet opge borgen kunnen worden. En waar heden tever geefs van alle zijden op alle mogelijke wijzen op een althans eenigszins afdoende regeling is aan gedrongen, heb ik het in het algemeen belang mijn plicht geacht in dit blad Pt W. v. h. R.) een noodkreet te laten hooren. in de hoop, dat de Minister, die geroepen zal worden om straks de leiding van het departement van Justitie voort te zetten een einde maakt aan den hoogst gevaarlijken en kritieken toestand, die od het oo genblik door het plaatsgebrek in de gevangenis sen en de huizen van bewaring geschapen is ea een ramp dreigt te worden voor ons geheele land." PENNINGMEESTER. Tot Penningmeester van ons Hoofdbestuur is benoemd de heer G. Scholte, in de plaats van onzen vriend Van Tongeren, die helaas ons Hoofdbestuur is uitgegaan, door vertrek naai" el ders. Wij danken Van tongeren voor zijn mede werking die steeds aangenaam en vriendschap- peltfkwas. bestuursraad. wel bii te wonen en mede to werken f?4 JjlY--}. ting van deze organisaties, die m het wewmluk eigen belang der beroepsgenooten noodzakelyk zijn gebleken. hunne bestemming aankwamen. Don Antonio, de burgemeester, kwam hu met veol vriende lijkheid tegemoet. „God zij (lank, zeide hy, „dat de heeren ge komen zynwe meenden reeds, dat we de Ves pers moesten uitstellen." „Wii hebben een omweg gemaakt om daar ginds in het bosch de verlorene stad te bezich tigen. Simon had ons ervan verteld en wii waren nu verlangend om er nader W.nLs meao te maken." „En daarbij heeft hy u zeker zjjne sensatie- gesghiedenis verhaald, van den ouden mon- de Roomsche sigarenwinkeliers en de Roomse bel maken er de afgevaardigden nog eens uit- glagera 0n vleesobbouwors op, dio vergadertnircn! 0pmerkzaam op, dat de Bestuursraad van a.s. Woensdag zeer belangrijk is, omdat daar de Eerw. Aalmoezenier der Gevangenen komt spreken over de hulp welke de Roomsche werk lieden kunnen verleenen aan ontslagen gevange nen, die tot goede leden der maatschappij willen hervormd worden: het reclasseeringswere in d# werkplaatsen en fabrieken. AGENDA SOCI'ETEIT „SINT BAVO". ZONDAG 14 JULI Bavo-Bioscope 2, 4 en 8 uur MAANDAO 15 JULI - Ondersteuningsfonds DINSDAO 16 JULI Kruisverbond. WOENSDAG 17 JULI Bestuursraad 8 uur Onderwijzers 8 uur. DONDERDAG 18 JULI Volkszang Bu reau voor Rechtskundig Advies half negen tot half tien Smedenpatroons half negen. ZATERDAG 20 JULI Gewone zittingen van 8 tot 9 uur. HET PLAATSGEBREK IN DE HUIZEN"" VAN BEWARING. In het „Weckbl. v. h. Recht." wijst Mr. F. B. tnthoven op den noodtoestand, ontstaan door dat al onze huizen van bewaring en gevange nissen overvuld zijn en er dientengevolge geen ruim ie is voor preventief gedetineerden. Zich tot Amsterdam bepalend, deelt hij mede, dat er dagelijks 10 a 12 personen, op 13 Juni zelfs 26 voor den reaiter-commissaris werden gejraciit en dat er-dan 2 plaatsen beschikbaar zijn. Voor 120 verdachten in één week, waaron der 45 nachtelijke inbrekers, waren 14 plaatsen Doch tevergeefs. Sommigen van hen sprongen ontsteld, kreunend en bebloed terug. Zij werden ge waar, bijna allen, dat een zwevend voorwerp zich temidden van hen bewoog, een geheimzinnig voor werp met nagels 0f punien, hetwelk hun hoofd, hun handen, hun wangen openscheurde. Hun schrik in de duisternis was groot, wijl z|j niet konden onder scheiden wat of het was. Het kwam en ging weer, wondend en tergend, ingeheimzinni„heid gehuld. De kamer werd gevuld met smartkreten; sissende adem halingen en half onderdrukt? vloeken Ferüla vischte. Zij lag geknield bij de opening, naar vischlijn naar beneden, gelijk de jongens dat doen aan den oever der rivier. Zij hield haar lichaam zorgvuldig achterwaarts voor mogelijke kogels. Met 'ina eiken haal had zij een stuk vleesch oi' goed te Pakken, als zij met onverbiddelijke koelbloedigheid den haak terugtrok. En telkens weer ging de haak "aar beneden. Daar sloeg de haak in de hand van Verdier, die r reeds verbaasde over de verwarring der mannen, e haak werd teruggetrokken en haalde de hand open van den duim tot aan den middelvinger. lef' een man van buitengewone sterke con stitutie, kon echter zeer slecht pijn verdragen Hii sprong angstig schreeuwend terug. Doch ineens begreep hij wat de anderen niet ge snapt hadden. blMd.™™',™.Spr0Bt"' ™len mei be- lippen! 0Pengescheurde handen, neusvlengels en opdeeltpe!w11vIC3en 2lC,h om Veruier in het achterste gedeelte der kamer. Perilla lachte. Nu, luister naar mij, ma sn, zei Verdier ter wijl h.j zoo zachtjes sprak als ,iijk was in het loei n van een storm verstaanbaar te maken Een oi' beiden hebben een mes. Wc nu a Ji ImT' tegelijk ons op de opening werpen, .alien sommigen onzer wellicht de oogen worden uitgestoken of de vingers a.gesneden, maar de re volkomen veiim S ®'s we maar vlug zijn. Dan hebben wij hem Luister tot ik zeg „een en dan vooruit. Er heerschte een oogenblik stilte. Klaar? verbinden. °°genblik! zei er een- bezig z'jn oor te Klaar nu? dan „een"! ,Jp" »?rt geschuifel en vijf paren handen aan elke zijde der opening grepen den vloer beet bijna op hetzelfde oogenblik. De grootte van den rand lief geen ruimte voor mee1", en Danda razend van on- peduld, moest met enkele anderen beneden blijven. Onmiddellijk daaiop werden tien hoofden in de opening zichtbaar. v erdier had echter misgerekend of anders had hij zich de zaa.. eenvoudiger vooi^,es.eid. Beriiia haaide haar lijn in en trok haar mes. Twee man aan li .ar kant vielen direct terug op aen vloer der kamer be neden doode ijü gewond; twee anderen, aan Golde's kant, met afgesneden vingers. De mannen hadden geen steun voor de voeten beneden en ook voorde nanoen weinig gélegenneid om zich stevig vast te grijpen. Zij trokken zich op vochten het lichaam en oe beei.'.M kionk-.e"a de leaige ru.mte, teiwiil O. Ide's mes hun vingers bewerkte en elke slag aan kwam als het mes van een guillotine, en onder de Jianu Perilla meeooogenloos haar mes den mannen in de be rst stak. Dit alles was het werk van niet meer dan een 'fen v' er vielen twee mannen terug, de een met gewonue handen, de andere met den doodsnik op de lippen. Van de tien man, die den aanval had den ondernomen, bleven er thans nog vier over; maar eensklaps verschenen vier anderen, waaronder Danda, aan de opening. Periüa's mes was op liet punt Verdier het hoofd te doorboren. Hij was reeds met één knie op den rand der opening..Daar daalde het mes. Doch hij greep haar pols met een ijzeren greep vast met zijn bloedende hand. Toen ontstond er een hevige strijd tusschen den man en het meisje. Zij sis.e gelijk een slang. „Beest, laat mij gaankwam het van haar opeengeperste lippen. Zy zwaaiden h-en en weer; zij op ue ueiue kmeen voor nem geknield, trachtende hem in de 'ejTe, 'erl "l® -too en; hij, mee een knie op der. rand der opening, het andere been bengelend in de ri imte, oe and /e hand krampachtig geklemd aan den vloer. Een, twee, drie keer wierp zij hem terug met al nare kiaoi.eu, maar steeds hield hij haar vast. Toen TI"Alf -* 11 d a lim d 2»» 1 i i, lichamen een niet te ontwarren knoop. Het duurde niet meer dan een kort oogenblik. Dupiu begun te wijken en ue drie stonden op Tiet punt naar beneden te vallen boven op de mannen daar, toen Dolde, die met zijn geopend mes viak m de n..oijheid was, den toestand balfzag,.hal- egr j In minder dan geen tijd plantte MjW pols van Verdier. Deze uitte een kreet van pijn en Perilia's om£!^eJjfrnverwonderiijke vlugheid haar on een Toet oP'den mg van een fcaJarceeren, dat het circus rondvloog. Verlost Hoe meer Perilla Verdier door de opening terug drong, des te verder voelde zij zich in zijn ijzeren greep. Zij zwaaiden voor deopc heen en weer, toen was de worsteling ge vie'en" heweg/ngen was hun val Maar door hu" J'eJI'"ye, ticaalde opening was ™!d w°enMang en Perdia's vrije hand, tastende lil de luchb greep den breeden schouder van Dupin, Wiens hoofd juist aan de andere zijde boven de opening verscheen ten man minder sterk dan Dupin zou door den schok naar beneden zijn gevallen, en een greep min- HneVZt ne van.Verd'er.zou hebben losgelaten, w fr», !»nl' \7ln j!oeg ai{ om> wankelend onder vast Fp'n r!" u?er' met knarsende tanden, hield vast. Een oogenblik vormden de drie wringende zwicht van Vei dier, kon Dupin zich staande Doch zij, als een kat zoo vlug, werkte zich Wj?" vloer df kani«. Onmiddellijk daarop E^sS^aThtTrovS."' !Ch0U,ier V"n Kom! VpHaar .schreeuw klonk scherp boven het rumoer uit. v ersciieiaene der mannen hadden zoo juist den vloer bereiktzij en Golde waren bijna door hen omringd Maar de trap bevond zich aan hun zijde van de ope- nmg, de vluchtelingen waren er het dichtst bij. Zi| waren volkomen op de hoogte met wat zij te doen hadden en zij vlogen haar boven, esrst Perilla, dan Qolde en achter hen de mannen. SchietI schreeuwde Danda, schiet! (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 23