MM HillilL. COURANT
DE SAMENZWERING.
Brieven uit Borneo.
De doode stad in het bosch.
DE DAMIAATJES
RECHTSZAKEN
ORDE EN ARBEID
Vroolijk Allerlei
Zaterdag 13 Juli
Tweede blad
O. w.
VUILLüi
N°- 37 13 JULI
ONS HOOFDBESTUUR
Ter aanvulling van de twee bestaande vacatu
res in het Hoofdbestuur van den R.-K. Volks
bond, afd. Haarlem, zijn gekozen de leden Mal-
herbe, tweede penningmeester der Metaalbewer-
kersafdeeling en De Zwager commissaris dei
Bouwvakafdeeling.
27
*i~taSS,ó?p-W1, de Wotai:
(Vervolg.)
De maan halve Goudsohe kaas, hult ons
ailen in geel licht, bijna bengaalsch vuur.
Daar dreunen gongs en bamboefluiten en
cithers. De eeue buurt van het dorp trekt pro-
cessie-gewijs rond door de velden, langs de
huizen, meer en meerdere personen sluiten
zich aan. De dreun Is opgewekt; verre van
het. gewone naar-geestige gonggebrom. Ginds
gaan eenzelfde soort klanken de gele lichf-
luchten in. *t Is de „andere" buurt, die ook
serpentine processie houdt. Oude en jongere,
opgeschoten jongens en meisjes en kinderen,
alles gaat mee. Slangen processie's naar 'n
groot, grasveld, waar gehold wordt. De gele
lichten der maan verbleken; haar goud-licht
is verzilverd. Hier op dit veld blijven de
gongs bonken, en de fluiten en cithers kras
sen. Hier vermaken zich allen. Dezen tijd
wordt er wel wat door de vingers gezien, nu
wordt er gelachen, waar buiten oogsttijd 'n
vergadering van rechters en aangeklaagden
en getuigen zitting zou houden. Zij zijn vrijer
nu: nemen zich niet. zoozeer in acht: zij sprin-
er> en stoeien en spelen. Zij tnsppon elkaai
mei gekookte nieuwe rijst in 'n linnen of
katoenen zakje gebonden [s zooiets als
de schilderij van Jan s a." „Boerenker
mis." doch niet zoo plat, veel, voel netter.
Otn tijd bekommeren zij zich niet. Zij gaan
terug -- 3langen-gewijs en volle muziek
als de maan reeds laag gedaald is. Later is
het feest binnenshuis. Iedere Doesoen geeft
'n feest. Tusschen twee haakjes zij1 brengen
geen dankoffers, zij kennen zelf het woord
dank, danken niet. Doch iedereen geeft het op
verschillende tijden, zoodat er tot den vol
genden oogst zeker iedere week ééns gefuifd
wordt. En 'n Doesoen feest beslaat groote-
lijks in goed-eten en zich zat drinken. Van
iijst wordt 'n zuur-zoete drank bereid; die
echter flink alcoholisch en „koppig" is en
iemand „katterig" maakt de volgenden mórgen
en „haarpijn" bezorgt.
Rijst nieuwe rijst s.v.p. wordt gekookt,
dat wordt gegist en water opgegoten. Voila
tout! Eenvoudig. Die gist bereiden zij' zelf,
echter heel onsmakelijk! Ongekookte rijöt
werdt fijn gekauwd in den mond die echter
ook 'n betelpruim inhoudt en die fijnge-
kauwde rfcijst met betelspeeksei gemengd, is
net gist 't gist sterk. Niet erg zuiver op
den graad. Er is nog 'n andere manier nog
onsmakelijker. Rijst ongekookt weer
wordt fijngestampt of gekauwd en dat
meel wordt tot deeg gemaakt door 'n besje.
Zij pruimt 'n fliuke zware pruim tabaks
pruim zij doen niot onder voor 'n Hol-
landsche Janmaat en spuwen tabaksspeek-
eel op dat meel en kneden het met vuile
vingers. In beide gevallen heoft dat gist 'n
vuile, geel-bruine, flets-roode, gore kleur. Ziet,
kijkt slechts toe met die bereiding en dat
vocht goeden drank voor Doesoens
zal geen bekoring zijn voor 'n opgevoede, be
schaafde Europeaan! 't Walgt! De smaak i3
zuur-zoet, zeer aangenaam, ja „lekker" voor
*®mand, t> ie de „geheimpjes" niet kent. Ik
oeb het gedronken, vroeger, paa-uit-Holland;
bog oningewijd, ia-groen, doch de laatste paar
jaren bedank ik. Met feesten echter moet
iedereen die opkomt meedrinken 1 Ik ga al
tijd graag 'n kijkje nemen als er gefeest wordt
hier. offereeren ze het mij niet meer. Zij
hebben dan 'n beetje cocoswijn voor den „jon
gen tuan" of zoo niet dan klimt een gauw
in een kokoenootenboom en haalt wat nooten
naar beneden, en ik drink de versche kokos
melk! Dat ia m.i. de beste drank hier. Ik kan
ze drinken meerdere na elkaar en altijd als
ik dorst heb ik zit in tropisoh Borneo
zelfs 's avonds, ofschoon vele Europeanen ze
niet verdragen kunnen. Het geeft hun kramp
met diarrhea en dysentery zelfs. Ik heb waar
schijnlijk mijn stalen maag nog.
Zoo is de drank geplengd door de Doesoens.
Er is volopl De gongs, verschillende soorten
met verschillende namen om de stuipjes te
«eggen worden gebonkt.
vinden3'8ni' ^elr <;e'lv®U(li?e en onschuldige
voortbewla<? t Schaam langzaam of vlug
,,ei3 xn armbeweging als van vleu
gels èn stijve beenen dansen van
eene vrouw huwen Kuünen dooh de rest, de
andere 79000? O bid, goede lezer, met al de
misaie-aetie in uw dierbaar Holland, dat ook
wat meerdere arbeiders mogen komen naar dit
deel van 'sHeeren Wijngaard. Dat alle Doe
soens zij zijn rijp, gerust ook mogen
deelaohtig worden aan de rijke beloften van
Christus, 1
J. STAAL,
Priester-Missionaris.
Oath. Mission, Pap ar,
Papar, Goede Week, 1918.
twee,
een,
doch
vier, tien en twintig- personen,
nooit raken zij elkander aan.
t Is één dans; ieder voor zich danst op zich
zelf en vormt toch één harmonisch geheel
met de anderen, üogstfeestdansen vrou
wen gekleed als mannen 't ia onschuldig
tóch! De priesteressen prevelen onverstaan
bare woorden en sprenkelen met water al de
spijzen en den drank en wijdt het zoo aan
haar vriend Luciier en Co., doch de meeste
Doesoens bekommeren zich daar weinig om,
en bij1 de meesten wordt 't achterwege gela
ten. De goede dagen van den hocus-jiocus
dames en heeren zijn er geweest, 't ia 'n
karige tijd voor hen, en studenten zijn er
hier in het geheel geen. Een goed voortee
ken! Het heidendom echter zit nog diep.
Als stam zijn de Doesoens 8)009 zielen,
nog heiden. Een duizend, alles bijeen zijn
Christenen; een handje-vol zijn nagemaakte
mahornedanoa meestal omdat zij: meer dan
(Doör den WelEerw. Heer A. Flink, Missionaris
in de Filippijnen).
„Merkwaardig!" zei Padre Michael, terwijl
hii het nieuwsblad neerlegde èn zich tot zyn
gast en medebroeder, Padre Joseph, richtte
.Zooals ge misschien wel weten zult is er een
tijd geleden weer eene uitbarsting geweest van
den ouden vuurepuwenden Taalberg op Luzon
en evenals dezen keer, heeft hy ook al in. vroe-
gere eeuwen verscheidene steden en dorpen ver
woest. De Taal ligt in een klein meer, dat mi
waarschijnlijk in den loop o'er tijden zf
vormd heeft. Nu lees ik hier, dat het water van
dit meer zoo helder is, dat men de verzwolgende
steden en dorpen host op zijn bodom kan zion
liggen. Een ondernemend Amerikaan hoeft al
speciale boottochtjes ingericht, om wereldrei
zigers deze wonderen te laten zien!"
Simon, de koster en opperkok, kwam juist
binnen om het avondeten op te dienen.
„Hoor eens. Simon 1" zeide de missionaris,
terwijl de aangesprokene den dampenden rijst
schotel op tafel zette, >,heb jii ooit gehoord
van die verdronkene stad in het Taalmeer,
waarvan men de huizen en den toren nu nog in
het water zien kan? Ie daar iets van waar?
Simon draaide eerst haastig den theepot wat
naar links, zoodat de nieuwe barst niet in het
oog viel, zette zioh in postuur en zeide met veel
gewicht:
„Ooh, Padree, ze maken daar in Luaon veel
drukte over 'n ding van niets. Op den bedem
der zee of van een meer kan veel liggen, dus
waarom ook niet eene stad? Neen, dan zijn ei
hier in onze streek nog heel andere dingen te
zien. Wat zouo't u er bijvoorbeeld van zeggen,
als ik u eene stad Het zien, middien in het boaoh
gelegen, met kerk, torefc en kerkhof, huizen en
straten, maar geheel verlaten en ver van ieder
mensehelijk wezen, als ware zij bewoond door
geesten? En dat niet eene verdronkene, maar
eene bestaande stad?"
„Kom, kom, Simon," lachte Padre Joseph,
„niet te veel in eens!"
,,Padre!" hernam Simon met al a1e waardig
heid van een Filippynedh. opperkoster. „Gü zult
IJ zelf kunnen overtuigen! Morgen moeten we
toch naar het bergdorp Santa Catalina, om het
Fiesta te vieren. Dan gaan we eenvoudig een
'uurtje vroeger van huis, maken een kleinen om
weg en ik breng u bii de doode etad in het
bosch."
In den namiddag van den volgenden dag be-
■on-d zioh het drietal op weg naar Santa Cata
lina: eerst rechte van eene rivier, dan links,
dan weer rechte, en zoo verder, volgens de ge
woonte der Filippijnache wegen,* welke alleen
dit tegen heeft, dat men, bij afwezigheid van
bruggen, telkens de rivier moet doorwaden.
Daarna ging het vorder, bergop, bergaf, onder
leiding van den koster, die met een «tevigen
knuppel voorop ging, om «langen en ander on-
tuig schrik aan te jagen.
„We zullen toch niet te laat komen voor de
plechtigheid?" opperde Padre Miohael, „andera
moeten we uwe doode stad voor vandaag maar
links laten liggen."
„Geen gevaar, de heer kunnen zioh op mij
verlaten," zeide Simon. „We zijin er nu bijna;
nog eenmaal linksom en naar beneden, en dan
reeht het bosch in en we zijn er."
Het woud werd al donkerder en het struik
gewas eteoa's dichter, naarmate wy er verder in
doordrongen; slingerplanten kronkelden zich
1» reuzenslangen om loomen en struiken,
„Padres. we zijn er eindelijk!" riep Simon,
terwijl hii met de haud naar voren wees. Daar
lag de smalle, maar diepe bedding van een berg
stroompje, en daarover o wonder! een
brug. Eene brug van een enkelen, forschen
boog!
„We zullen er, helaas, niet over kunnen,
Senores," zeide de koster, „want zoals U zien
kunt, -is er een groote scheur midden in dien
boog. Ik maak u daar opmerkzaam op, oxndat er
eene geeohiedenis aan verbonden ia."
„Wel, Simon," zei Padre Joseph, „al is de
brug ook niet meer te gebruiken, er is toch
tegen grijnsde. Simon, de koster. n#m hem tn dé
handen, keek hem WeSwillend aan en z©i:
„Sen-oree, dat ie een oude bekende; 't Ie de
echedel van den roover Pitoy,die met zijne bende
deze *tad meende te overvallen; maar 't ie-hem
slecht bekomen, want men heeft hem hier aan
'de galg op het kerkplein opgehangen. Als eene
waarschuwing voor zijne gelijken hebben we
toen zu schedel als «en gedenkteeken hier ge
plaatst."
Van het kerkplein liepen de etraten naar
rechte en links het bosch in; de steenen onder
bouw van vele huizen was nog zichtbaar, de wo
ningen zelve echter waren ingestort en vergaan
en overweldigd door woekerenden plantengroei.
Nergens was een sterveling te zien: sedert
jarèn had niemand het voormalige heiligdom
betreden, geen dartele kinderschaar apeel-de op
het kerkplein, geen vermoeide lastdrager kwam
verkwikking zoeken in den vervallen palmwijn
kraan alles was doodedh en uitgestorven.
Stralend van voldoening keerde Simon zich
om en genoot een 'oogenblik van de verbazing
der Padres.
„Welnu, Senores," zeide hii, „beb ik over
dreven Daar in Luzon pralen ze met eene ver
dronkene stacf in het meer, maar wii hebben
eene doode stad midden in bet bosch, welke
minstens even bezienswaardig in-
De beide missionarissen moesten erkennen
dat de oude Simon gelijk had.
„Maar Simon, wat was de red'en, dat de be
woners dezer plaats hunne stad in den steek
lieten en nimmer daarin terugkeerden? Daar
zult ge misschien wel iets van kunnen ver
halen?"
De goede Simon was een brave trouwe ziel,
en zeker geen bewust leugenaar, al hield hy er
van de feiten een beetje te kleuren, teneinde
zijne toehoorders beter te boeien. Hy kende
geen grooter genoegen, dan oude herinnerin
gen op te rakelen en aan jongere geslachten te
vertellen.
,,Ja zeker, Senores," begon hii. „zeker kan,
ik daarvan vertellen. Op dezeartad en y
Isprak zacht, biina fluisterend „op deze plants
ligt van oudsher "een vloek. Waarschijnlijk
zult u het weer niet gelooven, Senores, maar m
deze plaats bevinden zich meer slangen en an
der giftig ongedierte dan ergens anders. Zooab
u ziet staan we midden op het oude kerkhof.
Wolnu, ziet eens hier."
Voorzichtig hief de oude oen steen op aar
onder lag een zwarte spin met eene too v u
welke haastig eene andere schuilplaats zocht.
„Deze spin ia zeer vergiftig -^a ®n wl0
erdoor gebeten wordt heeft enkel nog te denken
om het H. Oliesel en mag blij züa' a|s "9 Pr1®9;
ter hem nog op tijd bereikt. Meeetal sterft hy
binnen het uur".
Hjj lichtte nog meer steenen °b. en al verborg
niet elke steen zulk een gevaarlijk insect, er
kwamen er toch opvallend veel te voorschijn.
Toen Simon, de verbaasde zichten zyner toe
hoorders zag, maakte hü van de gelegenheid
gebruik en zeide: m
„Padtres, dit was eens eene snoode, eene
slechte stad. Wel niet zoo slecht als die steden
uit de Bifbelsche geschiedenis, welker namen
mif op het oogenblik niet invallen, want zü
werd niet vernield door vuur en zwavel, maar
staat diaar nog, zooals ui zelf ziet. Maar sleoht
waren de memrehen en zii luisterden niet naar
de vermaningen en bedreigingen van den mis
sionaris, een ouden Spaanschen monnik. Toen
zijne waarschuwingen hun te lastig werden, be
sloten zij hem uit den weg te ruimen. Bij d!e
uitoefening van rijn ambt moest hy dagelijks
over de brug, die u ginds gezien hebt. Zii namen
nn eenige e teen en uit den boog. waarop do brug
rusrt. en regelden het zoo, diat hii bii zijn volgen
den overgang er doorheen viel en naar bene
den stortte. En zoo vónden hii en riine beide
misdienaars den dood. Denkt eene aan, welk oen
gruweldaad! Hun eigen priester vermoord bij
de uitoefening zijner bediening! Sedert dien
tijd hoorde men dikwijls uit de diepte eene hui
veringwekkende stem: Weel Ach! Wee!
Vooral op Quatertemperdagen klonk de wee
klacht immer luider en sehrifeJseJyker; Wee!
Acht Wee! Toen werden de slechte bewoners
met schrik geslagen. Zij lietent buds an hof in
den steek en vluchtten. Hu nine afstammelingen
wonen ginds in de stad L., U beiden welbekend;
en sinds dien tijd lïgt hunne oude etad hier ver-
laten In het woud. Doch nu moeten we ons
haasten als we nog om half zeven la Santa
Oatalina de Vespers willen zingen."
En Simon greep zii®. stok en ging weer voor
op. De beide missionarissen volgden, het geval
besprekend, en wel in hunne moedertaal, om
den ouden gids geen aanstoot te geven. Zij hiel
den het voor uitgemaakt, dat hjj met zijn dich
terlijken aanleg weer sterk overdreven had,
maar de zaak bleef er niet minder merkwaar-
nik en zijn vloek? Wel, Padres. ik Ben geen on-
geloovige, dooh éen trouws zoon der heilig^
Katholieke Kerk; maar voor zoover ik weet
hebben de bewonere die etad alleen daarom ver
laten, wijl zy er niet veilig waren voor de roo-
vers, die in deze bergen huisden en nog huizen.
Do menschen tobden zioh af. verbouwden rijst
en mais, en wanneer zy den geheelen oogst
reeds hadden binnengehaald, kwam Pitoy, dien
zij ophingen, en later Inooy, dien zij nimmer
in handen kregen, en namen hun alles weer af
Eindelijk vonden de goede burgers dat toch al
te gek, en met pak en zak trokken zii af. Dat is
de heele geschiedenis."
„Doch, Senores," vervolgde hii, terwijl wii
voor zyne woning bleven staan, „laten wij die
oude tijden laten rusten. Morgen is het kerk
feest en dat zal schitterend zijn. Niet alleen
voor iets goeds cm te eten heb ik gezorgd, maar
ik heb voor deze gelegenheid ook een dozijn
prachtige borden met blauwen rand van mijn
vriend, den burgemeester van L., geleend.
Wacht, ik zal ze u eens laten zien."
Vlug klauterde het mannetje den bamboes-
ladder op, welke naar zyne woning voerde, var
dween in de deur en kwam een oogenblik later
weer naar buiten met de twaalf borden in de
handen.
„Prachtige borden, zooals u zien zul tl" zeide
hjj onder het afstijgen. Plotseling bleef hij met
zijn losse pantoffel aan eene sport haken, vot-
loor het evenwicht en tuimelde naar beneden
voorafgegaan door de twaalf kostbare blauwge-
rande borden.
„Weel Ach! Wee!" zuchtte de burgemeester,
toen hij weer overeind stond te midden van tal-
looze scherven.
„Wee! Ach! Wee!" herhaalde zegevierend de
oude koster.
Simon en zijn oude Spaansohe monnik war'en
gewroken.
(Annalen van Roosendaal).
Eea O. W.-er stapte een winkel bianemf
om een thermometer te koopen. De winkel*
bediende liet er hem verschillende zien.
Deze is de mooiste, zei hif: fijn glas en
't zuiverste kwikzilver.
Met een minachtend gebaar schoof de koo-
per den thermometer wegt en zei:
Nee, vrindje, zilver is goed voor de keu
ken, laat mij er maar eens een paar zien
met kwikgoud.
DE AANBEVELING.
De kinderen waren er bij, toen moeder
een nieuw meisje huurde.
En waarom ben je uit je vorigen dienst
weggestuurd? vroeg mevrouw.
Omdat ik het kind had vergeten te
wasschen.
In het volgende oogenblik klonk een kin
derkoor
Hè ma, neem u haar!
eenmaal een goede brug geweesten zelfs dat is, dig om. Zii besloten, om bii gelegenheid verder
navraag te doen b{f ouden van dagen. Nu was
het zaak door te stappen, want de weg gm'ST nog
oen ho&l eind bergop.
't Was tegen zonsondergang, toen zij Op
al ©en groot© merkwaardigheid in utv g&z&gend
land."
Spoedig daalde het drietal af om het beekje
te doorwaden en. klauterde aan de overzijde
weer naar boven, Nauwelijks waren zxi hier
©enige aohreden voortgegaan, toen het woud
zioh voor hen opende. In het midden van eene
groote ruimte stond eene oude kerk; zij was ge
scheurd en bouwvallig alg de brug, het struik
gewas groeide door de vensters 0Q binnen, was
6 grond bedekt met hoog graig en woekerplan
ten. Klagend suisde de avondlucht door ae
bogen en gewelven der kerk en door de gapende
vensters van den kerktoren. Op een steenworp
afstand» lag het kerkhof, door een nog tamelijk
gaven muur omgeven. Op eene zuil lag een ver-
bleekte_scheael. welke den indringers akelig
t t Hanze-vakbonden.
Indertijd hebben wij alreeds aangedrongen op
Roomsehe vakorganisatie onü'er de midden
standers en hebben wij ook, toen de actie in Je
Hanze-bonden meer veld won, onze voldoening
uitgesproken over de door de voormannen on
zer R.-K. middenstanders in die richting be
haalde successen.
Ten opzichte van de R.-K. Sigarenwinkeliers
en de R.-K. Slagers, was eohter nog geen resul
taat bereikt, d uist dezer dagen nog, in de dagen
der verkiezingen/zagen wü ons genoodzaakt te
waarschuwen tegen do z.g.n. (.neutralen" mid»
den8tandspatroonsvereenigingen, die or geen
been in zagen hun neutraliteit prijs te geven,
door daadwerkelijk deel te nemen aan de poli
tiek en het aanbevelen in hun bondbladen
van z.g.n. belangen-candidaten.
Bij name genoemd hebben wii toen ook
speciaal gewezen op de politieke aotiea in dezen
van den z-g.n. „neutralen" Sigarenwinkeliers-
bond en den dito Slagerspatroonsbond.
Ht verheugt ons daarom niet weinig, dat
onze opwekkingen voor eigen organisaties dezer
beroepsgroepen zulk een kraehtigen steun thans
vinden in het initiatief dat het bestuur van
den Ned. R.-K. Middenstandsbond heeft geno
men, de oprichting van een nationalea Hanze,
bond vaa Sigarenwinkelier en van een Diocesa-
nen Hanze-hond van Slagers.
Reods zyn aan de betrokken R.-K. midden
standers uitnoodigiugen verzonden tot bijwo
ning der daartoe uitgeschreven oprichtingsver
gaderingen.
De vergadering voor de slagers heeft plaats
op Donderdag, 25 Juli a.s., des namiddags tweo
uur iu de bovenzaal van Restaurant Bonneski,
Coolsingel te Rotterdam.
Als spreker zal in deze vergadering optreden
de heer R. J. Dongelmans. voorzitter van de
R.-K. Vleeschhouwersvereenlging „St. Anto-
nius" te 's-Gravenhage.
Voor de sigarenwinkeliers wordt do sticli-
tingsvergadering gehouden op Woensdag, 81
Juli a.s., des namiddags twee uur in de gToote
bovenzaal van Hotel „Noordbrabant", Vroe-
burg, te Utrecht.
(De aandacht wordt er wel op gevestigd, a'at
onder „Sigarenwinkeliers" alleen worden ver
staan zij, die hoofdzakelijk in dat bedrijf hun
bestaan vinden. Zij dus, die ©en Sigarenwinkel
cfrjjven als „kleine bijzaak" komen voor deze
organisetle niet in aanmerking).
Met den meesten aandrang wekken wii thans
"beschikbaar, zoodat de overgroote meerderheid
op vrije voelen moest blrjven. Landloopers kun
nen niet worden aangenomen, omdat ook in
Veenhuizen geen ruimte is. In de observatiehui
zen vindt men ook al overbevolking.
En de verdachten zelf, zij kenn-i den toestand
maar al te goed. Zij lachen de politie bij hun
arrestatie en verhoor uit, onder het motto: „Er
is geen plaats, de Rechter-Commissaris laat ons
toch weer gaan." Of: „Den vorigen keer heb
ik na een uur weer op straat gestaan, ik ben be
nieuwd hoe laat het is, als ik weer op vrije voe
ten kom."
„Onlangs moest ik voor een weinig belangrijk
feit een verdachte hooren, die net uit de gevange
nis ontslagen was na een straf van 5 ja.-en te
hebben ondergaan. Op mijn vraag, wat hij thans
voor den kost deed: antwoordde hij" „Insteken,
meneer, dat is thans het voordeeligstik kan 't
gestolene overal voor enermen prijs kwijtraken,
zonder dat iemand er naar vraagt, hoe ik er aan
gekomen ben. De politie heeft het te druk om alle
inbraken op te sporen en als ik bij toeval gesnapt
word, wordt ik toch weer vrijgelaten wegens
plaatsgebrek en dan leid ik intusschen een hee
renleventje, totdat de zaak voor de rechtbank
komt en ik misschien veroordeeld wordt. En als
het eenmaal zoover is, zal ik wel zien, wat ik
doe."
De criminaliteit wordt door dit alles bevor
derd en het justitieel onderzoek lijdt er ernstig
door, de rechter-commissaris kan onmogelijk z:n
arbeid naar behooren verrichten.
Lapmiücielen, zooals het bouwen van een ba
rak, gelijk te Amsterdam is geschied, brengen
niet verder, men moet meer huizen van bewaring
bouwen, ook al kost dit veel geld.
De toestand is in hooge mate ernstig en kri
tiek. Het geheele land wordt onveilig gemaakt
door benden inbrekers en roovers. die niet opge
borgen kunnen worden. En waar heden tever
geefs van alle zijden op alle mogelijke wijzen op
een althans eenigszins afdoende regeling is aan
gedrongen, heb ik het in het algemeen belang
mijn plicht geacht in dit blad Pt W. v. h. R.)
een noodkreet te laten hooren. in de hoop, dat
de Minister, die geroepen zal worden om straks
de leiding van het departement van Justitie
voort te zetten een einde maakt aan den hoogst
gevaarlijken en kritieken toestand, die od het oo
genblik door het plaatsgebrek in de gevangenis
sen en de huizen van bewaring geschapen is ea
een ramp dreigt te worden voor ons geheele
land."
PENNINGMEESTER.
Tot Penningmeester van ons Hoofdbestuur is
benoemd de heer G. Scholte, in de plaats van
onzen vriend Van Tongeren, die helaas ons
Hoofdbestuur is uitgegaan, door vertrek naai" el
ders. Wij danken Van tongeren voor zijn mede
werking die steeds aangenaam en vriendschap-
peltfkwas. bestuursraad.
wel bii te wonen en mede to werken f?4 JjlY--}.
ting van deze organisaties, die m het wewmluk
eigen belang der beroepsgenooten noodzakelyk
zijn gebleken.
hunne bestemming aankwamen. Don Antonio,
de burgemeester, kwam hu met veol vriende
lijkheid tegemoet.
„God zij (lank, zeide hy, „dat de heeren ge
komen zynwe meenden reeds, dat we de Ves
pers moesten uitstellen."
„Wii hebben een omweg gemaakt om daar
ginds in het bosch de verlorene stad te bezich
tigen. Simon had ons ervan verteld en wii
waren nu verlangend om er nader W.nLs meao
te maken."
„En daarbij heeft hy u zeker zjjne sensatie-
gesghiedenis verhaald, van den ouden mon-
de Roomsche sigarenwinkeliers en de Roomse bel maken er de afgevaardigden nog eens uit-
glagera 0n vleesobbouwors op, dio vergadertnircn! 0pmerkzaam op, dat de Bestuursraad
van a.s. Woensdag zeer belangrijk is, omdat daar
de Eerw. Aalmoezenier der Gevangenen komt
spreken over de hulp welke de Roomsche werk
lieden kunnen verleenen aan ontslagen gevange
nen, die tot goede leden der maatschappij willen
hervormd worden: het reclasseeringswere in d#
werkplaatsen en fabrieken.
AGENDA SOCI'ETEIT „SINT BAVO".
ZONDAG 14 JULI Bavo-Bioscope 2, 4 en
8 uur
MAANDAO 15 JULI - Ondersteuningsfonds
DINSDAO 16 JULI Kruisverbond.
WOENSDAG 17 JULI Bestuursraad 8
uur Onderwijzers 8 uur.
DONDERDAG 18 JULI Volkszang Bu
reau voor Rechtskundig Advies half negen tot
half tien Smedenpatroons half negen.
ZATERDAG 20 JULI Gewone zittingen
van 8 tot 9 uur.
HET PLAATSGEBREK IN DE HUIZEN""
VAN BEWARING.
In het „Weckbl. v. h. Recht." wijst Mr. F. B.
tnthoven op den noodtoestand, ontstaan door
dat al onze huizen van bewaring en gevange
nissen overvuld zijn en er dientengevolge geen
ruim ie is voor preventief gedetineerden.
Zich tot Amsterdam bepalend, deelt hij mede,
dat er dagelijks 10 a 12 personen, op 13 Juni
zelfs 26 voor den reaiter-commissaris werden
gejraciit en dat er-dan 2 plaatsen beschikbaar
zijn. Voor 120 verdachten in één week, waaron
der 45 nachtelijke inbrekers, waren 14 plaatsen
Doch tevergeefs. Sommigen van hen sprongen
ontsteld, kreunend en bebloed terug. Zij werden ge
waar, bijna allen, dat een zwevend voorwerp zich
temidden van hen bewoog, een geheimzinnig voor
werp met nagels 0f punien, hetwelk hun hoofd, hun
handen, hun wangen openscheurde. Hun schrik in de
duisternis was groot, wijl z|j niet konden onder
scheiden wat of het was. Het kwam en ging weer,
wondend en tergend, ingeheimzinni„heid gehuld. De
kamer werd gevuld met smartkreten; sissende adem
halingen en half onderdrukt? vloeken
Ferüla vischte. Zij lag geknield bij de opening,
naar vischlijn naar beneden, gelijk de jongens dat
doen aan den oever der rivier. Zij hield haar lichaam
zorgvuldig achterwaarts voor mogelijke kogels. Met
'ina eiken haal had zij een stuk vleesch oi' goed te
Pakken, als zij met onverbiddelijke koelbloedigheid
den haak terugtrok. En telkens weer ging de haak
"aar beneden.
Daar sloeg de haak in de hand van Verdier, die
r reeds verbaasde over de verwarring der mannen,
e haak werd teruggetrokken en haalde de hand
open van den duim tot aan den middelvinger.
lef' een man van buitengewone sterke con
stitutie, kon echter zeer slecht pijn verdragen Hii
sprong angstig schreeuwend terug.
Doch ineens begreep hij wat de anderen niet ge
snapt hadden.
blMd.™™',™.Spr0Bt"' ™len mei be-
lippen! 0Pengescheurde handen, neusvlengels en
opdeeltpe!w11vIC3en 2lC,h om Veruier in het achterste
gedeelte der kamer. Perilla lachte.
Nu, luister naar mij, ma sn, zei Verdier ter
wijl h.j zoo zachtjes sprak als ,iijk was
in het loei n van een storm verstaanbaar te maken
Een oi' beiden hebben een mes. Wc nu a Ji ImT'
tegelijk ons op de opening werpen, .alien sommigen
onzer wellicht de oogen worden uitgestoken of de
vingers a.gesneden, maar de re volkomen veiim
S ®'s we maar vlug zijn. Dan hebben wij hem
Luister tot ik zeg „een en dan vooruit.
Er heerschte een oogenblik stilte.
Klaar?
verbinden. °°genblik! zei er een- bezig z'jn oor te
Klaar nu? dan „een"!
,Jp" »?rt geschuifel en vijf paren handen aan elke
zijde der opening grepen den vloer beet bijna op
hetzelfde oogenblik. De grootte van den rand lief
geen ruimte voor mee1", en Danda razend van on-
peduld, moest met enkele anderen beneden blijven.
Onmiddellijk daaiop werden tien hoofden in de
opening zichtbaar.
v erdier had echter misgerekend of anders had hij
zich de zaa.. eenvoudiger vooi^,es.eid. Beriiia haaide
haar lijn in en trok haar mes. Twee man aan li .ar
kant vielen direct terug op aen vloer der kamer be
neden doode ijü gewond; twee anderen, aan Golde's
kant, met afgesneden vingers. De mannen hadden
geen steun voor de voeten beneden en ook voorde
nanoen weinig gélegenneid om zich stevig vast te
grijpen. Zij trokken zich op vochten het lichaam en
oe beei.'.M kionk-.e"a de leaige ru.mte, teiwiil
O. Ide's mes hun vingers bewerkte en elke slag aan
kwam als het mes van een guillotine, en onder de
Jianu Perilla meeooogenloos haar mes den mannen
in de be rst stak.
Dit alles was het werk van niet meer dan een
'fen v' er vielen twee mannen terug, de een
met gewonue handen, de andere met den doodsnik
op de lippen. Van de tien man, die den aanval had
den ondernomen, bleven er thans nog vier over;
maar eensklaps verschenen vier anderen, waaronder
Danda, aan de opening. Periüa's mes was op liet
punt Verdier het hoofd te doorboren. Hij was reeds
met één knie op den rand der opening..Daar
daalde het mes. Doch hij greep haar pols met een
ijzeren greep vast met zijn bloedende hand.
Toen ontstond er een hevige strijd tusschen den
man en het meisje. Zij sis.e gelijk een slang. „Beest,
laat mij gaankwam het van haar opeengeperste
lippen. Zy zwaaiden h-en en weer; zij op ue ueiue
kmeen voor nem geknield, trachtende hem in de
'ejTe, 'erl "l® -too en; hij, mee een knie op der.
rand der opening, het andere been bengelend in de
ri imte, oe and /e hand krampachtig geklemd aan
den vloer.
Een, twee, drie keer wierp zij hem terug met al
nare kiaoi.eu, maar steeds hield hij haar vast. Toen
TI"Alf -* 11 d a lim d 2»» 1 i i,
lichamen een niet te ontwarren knoop.
Het duurde niet meer dan een kort oogenblik.
Dupiu begun te wijken en ue drie stonden op Tiet
punt naar beneden te vallen boven op de mannen
daar, toen Dolde, die met zijn geopend mes viak m
de n..oijheid was, den toestand balfzag,.hal- egr j
In minder dan geen tijd plantte MjW
pols van Verdier. Deze uitte een kreet van pijn en
Perilia's om£!^eJjfrnverwonderiijke vlugheid haar
on een Toet oP'den mg van een
fcaJarceeren, dat het circus rondvloog. Verlost
Hoe meer Perilla Verdier door de opening terug
drong, des te verder voelde zij zich
in zijn ijzeren greep. Zij zwaaiden voor deopc
heen en weer, toen was de worsteling ge
vie'en" heweg/ngen was hun val
Maar door hu" J'eJI'"ye, ticaalde opening was
™!d w°enMang en Perdia's vrije hand, tastende
lil de luchb greep den breeden schouder van Dupin,
Wiens hoofd juist aan de andere zijde boven de
opening verscheen
ten man minder sterk dan Dupin zou door den
schok naar beneden zijn gevallen, en een greep min-
HneVZt ne van.Verd'er.zou hebben losgelaten,
w fr», !»nl' \7ln j!oeg ai{ om> wankelend onder
vast Fp'n r!" u?er' met knarsende tanden, hield
vast. Een oogenblik vormden de drie wringende
zwicht van Vei dier, kon Dupin zich staande
Doch zij, als een kat zoo vlug, werkte zich
Wj?" vloer df kani«. Onmiddellijk daarop
E^sS^aThtTrovS."' !Ch0U,ier V"n
Kom!
VpHaar .schreeuw klonk scherp boven het rumoer uit.
v ersciieiaene der mannen hadden zoo juist den vloer
bereiktzij en Golde waren bijna door hen omringd
Maar de trap bevond zich aan hun zijde van de ope-
nmg, de vluchtelingen waren er het dichtst bij. Zi|
waren volkomen op de hoogte met wat zij te doen
hadden en zij vlogen haar boven, esrst Perilla, dan
Qolde en achter hen de mannen.
SchietI schreeuwde Danda, schiet!
(Wordt vervolgd)