KIK IMIL (HUI!
DE SAMENZWERING.
Brieven uit Borneo.
De doode stad in het bosch.
Vroolijk Allerlei
DE DAM IAATJES
RECHTSZAKEN
tfS.dtn schoader
^EUILLE i
ORDE EN ARBEID
Zaterdag 13 Juli - Tweede blad
S refifn armbeweSlnS als van vlei-
gels en istijve beenen dansen van een»
O. w.
NO- 37 13 juli
ONS HOOFDBESTUUR
Ter aanvulling van de twee bestaande vacatu
res in het Hoofdbestuur van den R.-K. Volk»
bond, afd. Haarlem, zijn gekozen de leden Mal-
herbe, tweede penningmeester der Metaal bewcr-
kersafdeeling en De Zwager commissaris del
Bouwvakafdeeling.
de® orgaMsat de Eerw. Aalmoezenier der Gevangenen komt
spreken over ds hulp welke de Roomsche werk
lieden kunnen verleenen aan ontslagen gevang»
nen, die tot goede leden der maatschappij willen
hervormd worden: het reclasseeringswerlc in dl
werkplaatsen en fabrieken.
het plaatsgebrek in de huizen"
(Vervolg.)
De maan halve Goudsche kaas, hult ons
allen in geel licht, bijna bengaalsch vuur.
Daar dreunen gongs en bamboefluiten en
cithers. De eeue buurt van het dorp trekt pro-
cessie-gewijs rond door de velden, langs de
huizen, meer en meerdere personen sluiten
zich aan. De dreun is opgewekt; verre van
het gewone naar-geestige gonggebrom. Ginds
gaan eenzelfde soort klanken de gele lieht-
luchten in. 't Is de „andere" buurt, die ook
serpentine processie houdt. Oude en jongere,
opgeschoten jongens en meisjes en kinderen,
alles gaat mee. Slangen proeessie's naar 'n
groot, grasveld, waar gehold wordt.. De gelè
lichten der maan verbleken; haar goud-licht
verzilverd. Hier op dit veld blijven de
gongs bonken, en de fluiten en cithers kras
sen. Ilier vermaken zich allen. Dezen tijd
w<»rtl; er wel wat door de vingers gezien, nu
word! er gelachen, waar buiten oogsttijd 'n
verandering van rechters en aangeklaagden
en getuigen zitting zou houden. Zij zijn vrijer
'Ui: nomen zieb niet zoozeer in acht; zij sprm-
en pj) gtvoeien en spelen. 7.ijmeppen elkaar
met gekookte nieuwe rijst fn 'n linnen of
katoenen zakje gebonden Ts zooiets als
de schilderij van Jan -f .1." „Boerenker
mis." doch niet zoo piat, veel, veel netter.
Dm tijd bekommeren zij zich niet. Zij gaan
terug slangen-gewijs en volle muziek
als de maan reeds laag gedaald is. Later is
hei feest binnenshuis. Iedere Boesoen geeft
'n feest. Tusschen twee haakjes zij' brengen
Koen dankoffers, zij kennen zelf het woord
dank, danken niet. Doch iedereen geeft het op
verschillende tijden, zoodat er tot den vol
genden oogst zeker iedere week ééns gefuifd
wordt. En 'n Doesoen feest bestaat groote-
lijks in goed-eten en zich zat drinken. Van
'ijst wordt 'n zuur-zoete drank bereid; die
echter flink alcoholisch en „koppig" is en
iemand „katterig" maakt de volgenden morgen
en „'haarpijn" bezorgt.
Hijst niepwe rijst 3.v.p. wordt gekookt,
dat wordt, gegist en water opgegoten. Voila
tout! Eenvoudig. Die gist bereiden zij' zelf,
echter heel onsmakelijk! Ongekookte rijst
wordt fijn gekauwd in den mond die echter
ook 'n betelpruim inhoudt en die fijnge
kauwde j-fcijst met betelspeeksel- gemengd, is
net gist 't gist sterk. Niet erg zuiver op
uen 8'-aad. Er is nog 'n andere manier nog
onsmakelijker. Rijst ongekookt weer
wordt fijngestampt of gekauwd en dat
meel wordt tot deeg gemaakt door 'n besje.
Zij pruimt 'n flinke zware pruim tabaks
pruim zij doen niet onder voor 'n Hol
land che Janmaat en spuwen tabaksspeek-
sel op dat meel en kneden het met vuile
vingers. In beide gevallen heeft dat gist "n
vuile, geel-bruine, flets-roode, gore kleur. Ziet,
kijkt slechts toe met die bereiding en dat
vocht goeden drank voor Doesoena
zal geen bekoring zijn voor 'n opgevoede, be
schaafde Europeaan! 't Walgtl De.smaak Is
zuur-zoet, zeer aangenaam, ja „lekker" voor
'emand, «1 ie de „geheimpjes" niet kent. Ik
heb liet gedronken, vroeger, pas-uit-llolland;
nog oningewijd, in-groen, doch de laatste paar
jaren bedank ik. Met feesten echter moet
iedereen die opkomt meedrinken! Ik ga al
tijd graag 'n kijkje nemen als er gefeest wordt
hier offereeren ze het mij niet meer. Zij
eiben dan '11 beetje coeoswijn voor den „]on-
r?n»«!,U^n 1 of zo° niet dan klimt een gauw
n„ kokosnootenboom en haalt wat aooten
11 en drink de versche kokos-
ffo6 1 1 *8 md' de besfce drank hier. Ik kan
drinken meerdere na elkaar en altijd als
dorst heb ik zit in tropisch Borneo
cits s avonds, ofschoon vele Europeanen ae
niet verdragen kunnen. Het geeft hun kramp
met diarrhea en dysentery zelfs. Ik heb waar-
HC1iijnlijk mijn stalen maag nog.
Zoo is de drank geplengd door de Doesoena.
13 volop 1 De giongs, verschillende soorten
k^LT !!0"^ namen om de Stuipjes te
Krijgen worden gebonkt.
vinden8?! «ï1onschuldige
e,n plaats. Het lichaam lanezaam nf vin»
„e* vjer, tien. en twintig personen, doch
hooit raken zij elkander aan.
't Is één dans; ieder voor zich danst op zich»
«elf en vormt toch één harmonisch geheel
met de anderen. Oogstfeeatdansen vrou
eene vrouwi huwen Kunnen dooh de reet, 'de
andere 79000? bid, goede lezer, met al de
missie-aotle in uw dierbaar Holland, dat ook
wat meerdere arbeiders mogen komen naar dit
deel van 'sHeeren Wijngaard. Dat alle Doe-
soens zij zijn rijp, gerust ook mogen
deelachtig worden aan de rijke beloften van
Christus, T
J. STAAL,
Priester-Missionaris.
Cath. Mission, Pap-ar,
Papar, Goede -Week, 1918.
(Door den WelEerw. Heer A. Flink, Missionaris
in. de Filippijnen).
„Merkwaardig!" zei Pftdre M-ichaol. terwijl
hii het nieuwsblad neerlegde n rich tot zajn
gast en medebroeder, Pacfra Joseph, richtte
.Zooals ge misschien wel weten zult is er een
tijd geleden weer eene uitbarsting geweest van
den ouden vuurspuwenden Taalberg op Luzon
en evenals dezen keer, heeft hij ook al in vroe
gere eeuwen verscheidene steden en dorpen 1 or
woest. De Taal ligt in een klein meer, dat mi
waarschijnlijk in den loop der tp «n
vormd heeft. Nu lees ik hier, dat het water van
dit meer zoo helder ie, dat men do verzwoigende
steden en derpen nog op zijn bodem kan zien
liggen. Een ondernemend Amerikaan heeft al
speciale boottochtjes ingericht, om wereldrei-'
zigere deze wonderen t© laten zien!"
Simon, de koster en opperkok, kwam juist
binnen om het avondeten op te dienen.
„Hoor eena. Simonl" zeide de missionaris,
terwijl de aangesprokene den dampenden rijst
schotel op tafel zette, „heb jii ooit gehoord
van die verdronkene etad in het Taalmeer,
waarvan men de huizen en den toren nu nog in
het water zien kan? Is daar iets van waar?'
Simon draaide eerst haastig den theepot wat
naar links, zoodat de nieuwe barst met in het
oog viel. zette zieh in postuur en zeide met veel
gewicht
„Ooh, Padree, ze maken daar in Luzon veel
drukte over 'n ding van niets. Op den bodem
der zee of van een meer kan veel liggem due
waarom ook niet eene stad? Neen, dan zijn e*
hier in onze streek nog heel andere dingen te
zien. Wat zoutft u er .bijvoorbeeld v'an zeggen,
alg ik u eene stad liet zien, midden in het boeoh
gelegen, met kerk. toren en kerkhof, hulzen en
straten, maar geheel verlaten en ver van ieder
menschelük wezen, als ware zij bewoond door
geesten? En dat niet eene verdronkene, mhar
eene bestaande stad?"
„Kom-, kom, Simon," lachte Padre Joseph,
„niet ta vee] in eens!"
.Padrel" hernam Simon met al de waardig
heid van een FBippijnfich opperkoster. „Gij zult
U zelf kunnen overtuigen! Morgen moeten we
toch naar liet bergdorp Santa Catalina, om het
Fiesta te vieren. Dan gaan we eenvoudig een
uurtje vroeger van huts, maken een kleinen om
weg en ik breng u bii de doode stad in het
bosetu
'fegengrön«Ie. Bimon, 9e koster, daim' hiep' fa Si'
handen, keek hem welwillend aan ©n sell
„Senoree, dat is een oude bekende 't de
schedel van a'en roover Pitoy,die met zijne bende
deze »tad meende te overvallen: maar 't is hem
slecht bekomen, want men heeft hem hier aan
'de galg op het kerkplein opgehangen. Als .eene
waarschuwing voor zijne gelijken hebben we
toen zn eöhedel als een gedenkteeken hier ge
plaatst."
Van het kerkplein liepen de straten naar
rechts en links het bosch in; de steen en onder
bouw van vele huizen was nog zichtbaar, de wo
ningen zelve echter waren ingestort en vergaan
en overweldigd door woekerend-en plantengroei.
Nergens was een sterveling te zien: sedert
jaren had niemand het voormalige heiligdom
betreden, geen dartele kinderschaar speelde op
het kerkplein, geen vermoeide lastdrager kwam
verkwikking zoeken in den vervallen palmwijn-
kraan; allee was doodsoh en uitgestorven.
Stralend van voldoening keerde Simon ridh
om en ranoot een oogenblik van de verbazing
der Padres.
Welnu, Senoree," zeide hü. »h®b ik over
dreven? Daar in Luzon pralen ze met eene ver
dronkene stad in het meer, maar wij hebben
eene doode stad. midden in het bosch, welko
minstens even bezienswaardig i®-
Do beide missionarissen moesten erkennen
dat de oude Simon gelijk had.
Wen gekleed als mannen 't ia onschuldig
joch! De priesteressen prevelen onverstaan
bare woorden en sprenkelen met water al de
®Pijzen en den drank en wijdt het zoo aan
haar vriend Luciier en Co., doch de meeste
Doesoena bekommeren zich daar weinig- om,
®n bij de meesten wordt 't achterwege gela-
6n. De goede dagen van den hocus-pocus
ka?68 en beeren zijn er geweest, 't is 'n
hier8? tijd voor ben,, en studenten zijn er
ken! bet &ebee' geen. Een goed voortee-
a t ®et heidendom echter zit nog diep.
noa, 8tam zijn de Doesoena 80003 zielen,
Chri3tpeiden" ®en buizend, alles bij-een zijn
mahrmÜj11' een bandje-vol zijn nagemaakte
J banen meestal omdat zij! meer dan
27
Doch tevergeefs. Sommigen van hen sprongen
ontsteld, kreunend en bebloed terug. Zij werden ge
waar bijna allen, dat een zwevend voorwerp zich
temidden van hen bewoog, een geheimzinnig voor
werp met nagel» ol punte£ hetw|ik hu„ hoofd, hun
rn'.hun wangen openscheurde. Hun schrik in de
sche.Z ZTJTÏ wijl 2>j «iet konden onder-
wondenH t j was' Det kwam en ging weer,
tamnerele,n ter«8"d' "J gehe,?zi„nigheid gehuld. De
bahnge^e;„d ,^l'uJd ™e' smartkreten, sissende adetn-
Pe m f onderdrukte vloeken.
naar v Z\ lag, bJ> de °PenJng>
doen aan din na" beneden- d* J°««ens dat
2orgvuld"n !".?ever der nvier- Zi] hield haar lichaam
bijna eiken e,rW^ar^ voor "I0ëelllke koSels- Met
Pakken o bad zij een stuk vlcesch 01 goed te
den 1 2,1 »net onverbiddelijke koelbloedigheid
Kaar benedrCrUg bn telkens weer ging de haak
weer ging de haak
reed^vE-h»* ii13^ de band van Verdier, die
baak °ver deverwarring der mannen,
aak werd teruggetrokken en haflde de hand
In dan namiddag van den voicsetoden. dac bo-
-ond zioh. het drietal op we« naar Santa Cata
lina: oerat recht» van een» rmer, dan link»,
dan weer rechte, en, zoo verder, volgens de ge-
woont» der Filippojnsche wegen, welke alleen
dit tegen heeft, dat men, biji afwezigheid van
raggen, telken» de rivier moet doorwaden.
Daarna gdn» liet verder, bergop, bergaf, onder
leidina van den koster, die met een etevi^en
knuppel voorop ging, om slangen en ander on-
tuiig eehrik aan te jagen.
„We zullen, toch niet te laat kamen voor de
plechtigheid?" opperde Pad-re Michael, „andere
moeten we uwe doode stad, voor vandaag maar
links laten liggen."
„Geen gevaar, de heer kunnen zich op mij
verlaten," zeide Simon. „We zijn er na bijna;
nog een-maal linkaom, ©n naar benöd®n, en dan
reoht het bosch in en we zijn er."
Het woud werd al donkerder en het struik
gewas eteecih dichter, naarmate wij ar verder in
doordrongen; slingerplanten kran-kelden ®f®b
Is reuzenslangen om boomen en etruaken.
-Padree, we zijn er eindeüjkl" riep Sdmon,
terwijl hii met de hand naar voren weee. Daar
lag de smalle, maar diepe bedding van oen berg-
etroomipje, en daarover o wonder 1 een
brug. Eene brug van een enkelen, foraohea
boog!
„We «uilen er, helaas, niet over kunnen,
Senores," eei.de die koster, „want zoals U zien
kunt, is er een gr00te scheur midden in den
boog. Ik maak u daar opmerkzaam op, omdat er
eene geeobiedenie aan verbonden ia."
„Wel, Simon," zei Padre Joseph, ,gd is de
brug ook niet meer te gebruiken, er is todh
eenmaal een goede brug geweesten zelfs dat is
al ©en. groote merkwaardigheid in uw gezegend
land."
Spoedig daalde bet di-ietaü af om het haakje
te doorwaden on klauterde aan do overziia'e
weer naar bovent Nauwelijks waren zij hier
eenige schreden voortgegaan. to0n het wond
zich voor hen opend-e. In het midden van eene
groots ruimte stand eene oude kerkzij was ge
scheurd en bouwtiBig als de brug, het etruik-
gewas grooide door de venster® ©n binnen wae
de grond bedekt met hoog graS en woekerplan
ten. Klagend suisde de avondlucht door a'e
bogen en gewelven der kerk en door de gapende
vensters van den kerktoren. Op ©en steenworp
afstand® lag het kerkhof, door een nog tameliik
gaven muur omgeven. Op eene zuil lag een ver-
bleekte schedel, welke den indringers akelig
open van den duim tot aan den middelvinger.
Verdier, een man van buitengewone sterke con-
stitutie, kort echter zeer slecht pijn verdragen. Hii
sprong angstig schreeuwend terug.
Doch ineens begreep hij wat de anderen niet ge
snapt hadden.
,,~.TeJu«. rieP hij, terug van de opening, idioten-
*ij visschen op u.
b,oDeed'nre" 8pron?en tJeru& velen huimer met be-
üppen. 0Peng®scneurde handen, neusvleugels en
f,Pdéilteer^k!den Z'^h om Verdier in het achterste
gedeelte der kamer. Perilla lachte.
~,^u' 'ulster naar mij, mannen, zei Verdier ter
wijl hij zoo zachtjes sprak als mopelijk was om 7iJh
in het loeien van den storm verstaanC te makra
Een of beiden hebben een mes. Welnu, alsw^allen
tegelijk ons op de opening werpen, zullen sommigen
onzer wellicht de oogen worden uitgestoken of de
vingers afgesneden, maar de rest zal volkomen veili"
wezen, als we maar vlug zijn. Dan hebben wij hen"
Luister tot ik zeg „een" en dan vooruit.
Er heerschte een oogenblik stilte.
Klaar?
verbinden 00genblik! 2x1 er een, bezig zijn oor te
Klaar nu? dan „een"!
Een kort geschuifel en vijf paren handen aan elke
zijde der opening grepen den vloer beet bijna op
hetzelfde oogenblik. De grootte van den rand liet'
„Maar Simon, wat was de reden,
dat de be
woners deeer plaats hunne »tad m den steek
lieten en nimmer daarin terugkeerden? Daar
zuit ge misschien wel iets van kunnen ver
halen?"
De goed© Simon was een brave trou-we «tel,
en zeker geen bewust leugenaar, al hrela hy er
van de feiten een beetje te kleuren, teneinde
zijne toehoorders beter te boeien. Hoj kende
geen grooter genoegen, dan oude herinnerin
gen op te rakelen en aan jongere goslac ten te
vertellen.
,.Ja zeltar, Senoree," begon hü. „zeker kan,
ik daarvan vertellen. Op deze ®tad e.n
eprak zacht, biina fluisterend '£P eze, l'. a,a.tf
ligt van oudsher een vloek- Waarsohijnlyk
zult u het weer niet gelooven, Senores, maar m
deze plaat» bevinden zioh zoeer slangen en an
der giftig <mgodierte dan erg®ns an er?" '®?a f
u ziet staan we midden op het oude kerkhof.
Welnu, ziet eens hier."
Voorzichtig hief de oude oen steen P!
'onder lag een zwarte epin eene 1 oot.e v c r,
welke haastig eene andere schuilplaats zocht.
„Deze spin ia zeer vergiftig. Padres, en wie
erdoor gebeten wordt heeft enkel nog te denken
om het H. Oliesel ©n mag bUi z«®' a|* de
ter hem nog op tijd bereikt. Meeetal sterft hij
binnen het uur".
Hü lichtte nog meer gteenen OP, en al verborg
niet elke steen zulk een gevaarlijk insect, er
kwamen er toch opvallend veel te vooreclrun.
Toen Simon cte verbaasde zichten zuner toe
hoorders zag, maakte hü van do gelegenheid
gebruik en zeide:
„Padree, dit was eens .eeue snoode. eene
slechte stad. Wei niet zoo »ló©h.t als die steden
uit de Bübetache geaohiedenis. welker namen
md op ho» ©ogenblik niet invallen, want zu
werd niet vernield door Vuur en zwavel, maar
staat daar nog, zoo-al».u zelf riet. Maar slecht
waren de menschen en zü luisterden niet naar
de vermaningen en bedreigingen van d'en mis
sionaris, een oudenS-paansehen monnik. T-oen
zijne waarschuwingen hm te Taetig werden, te-
sloten zij hem uit den weg, te ruimien. BÜ, 4e
uitoefening van ®ün ambt moeerè hij dagaRik»
o>ver do brug. aio u gi-nd» geaien hebt. ZÜ namen
nu eenige eteenen uit den boog. waarop de brug
ruwt. en regelden het zoo, diat hif bil ziiia volgen
den overgang er doorheen viel en naar bene
den stortte. En zoo vonden hü on rijne bei-do
mlsdienaare den dooi Denkt een» aan, welk een
gruweldaad! Hun eigen priesteï vermoord bij
69 uitoefening zij eer bediening! Sedert dien
tüd hoorde meh dikwü'ls uit cie diepte acne hui
veringwekkende stesni We©! Ach! Woel
Vooral op Quatertemperdagen klonk die wee
klacht immer lui dar en sohrikkel ijken Wee!
Ach! Weel Toen werden de slechte bewoners
met schrik geslagen. Zü lletent hui» ©n hof In
den steek en vluchtten. Hu nine afetaminielihgen
wonen ginds in de stad L., U bedcfen Weibolcend
gn sinds dien tijd ligt hunne ond© etad hier ver
laten in het woud. Doch -du moeten we ons
haasten als we nog om half zevepi In Santa
Oatalina de Vespers willen ringen.
En Simon greep zijn stok en ging weer voor
op. De beide missionarissen volgden, het geval
besprekend, en wel in hunne moedertaal, om
den ouden gids geen aanstoot te geven. Zij hiel
den het voor uitgemaakt, dat hü met riin dich
terlijken aanleg weer sterk overdreven had,
maar de zaak bleef er niet minder merkwaar
dig om. Zjj boei o ten, om bii gelegenheid verder
navraag te doen Mf ouden van dagen. Ho ff88
hot zaak door to etappen, want de weg ging nog
oen hooi eind bergop.
't Was tegen zonsondergang, toen zij op
hunne bestemming aankwamen. Don Antonio,
de burgemeester, kwam hu met veel vriende
lijkheid tegemoet.
„God zij deuk," zeide hij. „dat de hoeren ge
komen zijnwe meenden roede, dat we de Ves
pers moesten uitstellen."
„Wii hebben een om we» gemaakt om daar
ginds in bot bosch de verlorene etad te bozich
tigen. Simon had one ervan verteld ©n wij
waren nu verlangend om er nader kennis mecfe
te maken."
„En daarbij heeft hij u zeker zijne sensatie-
geschiedenis verhaald, van den ourW mon-
nlk en rijn vloek! Weï. Padre», ik Ben Koen oor
geloovige, dooh «en trouwe zoon der heilige,
Katholieke Kerk; maar voor zoover ik weed
hebben de bewoners die etad alleen daarom ver
laten, wijl rij 01 niet veilig waren voor de roo-
vers, die in deze bergen huisden en nog huizen.
De mensohen tobden rich af. verbouwden rijst
en mais, en wanneer zij den geheelen oogst
reeds hadden binnengehaald, kwam Pitoy, dien
rij ophingen, en later Inooy, dien zü nimmer
in handen kregen, en namen hun alles weer af
Eindelük vonden de goede burgera dat toch al
te gek, en met pak en zak trokken zü af. Dat is
de heele geschiedenis."
,.Doch, Senores," vervolgde hü, terwijl wij
voor züne woning bleven staan, „laten wü die
oude tijden laten rusten. Morgen ie het kerk
feest en dat zal schitterend zijn. Niet alleen
voor iet» goods om te eten heb ik gezorgd, maar
ik heb voor deze gelegenheid ook een dozyn
praohtige borden met blauwen rand van myn
vriend, a'en burgemeester van L., geleend.
Wacht, ik zal ze u eens laten zien."
Vlug klauterde het mannetje den bamboes
ladder op, welke naar züne woning voerde, ver
dween in de deur en kwam een oogenblik later
weer naar buiten met de twaalf borden in de
handen.
„Prachtige borcien, zooals u zien zult!" zeide
hü onder het afetiigen. Plotseling bleef hü met
zün losse pantoffel aan eene sport baken, ver
loor het evenwicht en tuimelde naar beneden,
voorafgegaan door de twaalf kostbare blauwge-
rande borden
„Wee! Ach! Weel" zuchtte de burgemeester,
toen hü weer overeind stond te midden van tal-
looze scherven.
„Weel Ach! Weel" herhaalde zegevierend de
oude koster.
Simon, en rijn oude Spaansche monnik waren
gewroken.
(Annalen van Roosendaal).
Een O. W.-er stapte ©en winkel biunefif
om een thermometer te koopen. De winkel»
bediende liet er hem verschillende zien.
Deze is de mooiste, zei hif: fijn glaa en
't zuiverste kwikzilver.
Met een minachtend gebaar schoof de koo*
per den thermometer weg* en zei;
Nee, vrindje, zilver is goed voor de keu
ken, laat mij er maar eens een paar zien
met kwikgoud.
DE AANBEVELING.
De kinderen waren er bij, toen moeder
een nieuw meisje huurde.
En waarom ben je uit je vongen dienst
weggestuurd? vroeg mevrouw.
Omdat ik het kind had vergeten te
wasschen.
In het volgende oogenblik klonk een kin
derkoor
Hè ma, neem u haar!
t t Hanze-vakbonden.
Indertüd hebben wü alreeds aangedrongen op
Room.aoho vakorganisatie onder de midden
standers en hebben wü ook, toen de actie in de
Hanze-bonden meer veld won, onze voldoening
uitgesproken, over de door de voormannen on
zer R.-K. middenstanders in die riohting be-
haala'e successen.
Ten opzichte van de R.-K. Sigarenwinkeliers
en de R.-K. Slagers, was echter nog geen resul
taat bereikt. Juist dezer dagen nog. in de dagen
der verkiezingen, zagen wü ons genoodzaakt te
waarschuwen tegen de z.g.xu „neutralen" m-id-
denstandspatroonsvereenigingen, ale er geen
been. in. zagen hun neutraliteit prüs te geven,
door 'daadwerkelijk deel te nemen aan de poli
tiek en het aanbevelen. In hun bondbladen
van z.g.n. belangen-caadidaten.
Bij name genoemd hebben wii toen ook
speciaal gewezen op a'e politieke acties in dezen
van den z.g.n. „neutralen" Sigarenwinkeliers-
bond ©n den dito Slagerspatroonsbond.
Ht verheugt ons daarom niet weinig, dat
nrwn opwekkingen voor eigen organisaties dezer
beroepsgroepen zulk «en krachtigen steun thans
vinden ia bet initiatief dat het bestuur van
den Ned. R.-K. Middenstandsbond lieeft geno
men, de oprichting van een nationalen Hanze-
bond van Sigarenwinkelier en van e©n Diocesa-
n©n H&nae-bond van Slagers.
Roods zijn aan de betrokken R.-K. midden
standers uitaoodigiageu verzonden tot bijwo
ning aer daartoe ui toeschreven" opriok ti ngarver -
naderingen.
Do vergadering voor d« slagera heeft plaats
op Donderdag, Sf5 Juli a.«„ des namiddags two©
uur in de bovenzaal van Restaurant Bonneeki,
Ooolsingel te Rotterdam.
Ala spreker zal in deze vergadering optieden
de hoer R. J. Dongelmans. voorzitter van de
R.-K. Vleeschh 011 w era vereen fgi tig „St. Anto-
niua" te 's-Gravenhage.
Voor de sigarenwinkelier© wordt do stioh-
tingevergadering gehouden op Woensdag, 81
Juli a.s., des namiddags twee uur fa de groot©
bovenzaal van Hotel „Noordbrabant", Vree
burg, te Utrecht.
(■De aandacht wordt er wel op gevestigd, dat
onder „Sigarenwinkeliers" alleen worden ver
staan rij, die hoofdv.akelük fa dat bedrijf hun
bestaan vinden. ZÜ dus, die een Sigarenwinkel
a'rü ven als „kleine büraak" kom©n voor deeo
organisetie niet fa aanmerking).
Met den meeaten aandrang wekken wit thans
beschikbaar, zoodat de overgroote meerderheid
op vrije voelen moest blijven. Landloopers kun
nen niet worden aangenomen, omdat ook in
Veenhuizen geen ruimte is. In de observatichui-
zen vindt men ook al ove-bevolking.
En de verdachten zelf, zij kenn—i den toestand
maar al te goed. Zij lachen de politie bij hun
arrestatie en verhoor uit, onder het motto: „Er
is geen plaats, de Rechter-Commissaris laat ons
toch weer gaan." Of: „Den vorigen keer heb
ik na een uur weer op straat gestaan, ik ben b e
nieuwd hoe laat bet is. als ik weer op vrije voe
ten kom."
„Onlangs moest ik voor een weinig belangrijk
feit een verdachte hooren, die net uit d© gevange
nis ontslagen was na een straf van 5 ja.en te
hebben ondergaan. Op mijn vraag, wat bij thans
voor den kost deed: antwoordde hij' „inmeten,
meneer, dat is thans het voordeeligstik kan 't
gestolene overal voor enohnen prijs kwijtraken,
zonder dat iemand er naar vraagt, hoe ik er aan
gekomen ben. De politie heeft het te druk om alle
inbraken óp te sporen en als ik bij toeval gesn pt
word, wordt ik toch weer vrijgelaten weg.ns
plaatsgebrek en dan leid ik intusscben een ii ee
renleventje, totdat de zaak voor de rechtbank
komt en ik misschien veroordeeld wordt En als
bet eenmaal zoover is, zal ik wel zien, wat ik
doe."
De criminaliteit wordt door dit alles bevor
derd en het justitieel onderzoek lijdt er ernstig
door, de rechter-commissaris kan onmogelijk z'n
arbeid naar behooren verrichten.
Lapmiddelen, zooals het bouwen van een ba
rak, gelijk te Amsterdam is geschied, brengen
niet verder, men moet meer huizen van bewaring
bouwen, ook al kost dit veel geld.
De toestand is in hooge mate ernstig en kri
tiek. Het geheele land wordt onveilig gemaakt
door benden inbrekers en roovers. die niet opge
borgen kunnen worden. En waar heden tever
geefs van alle zijden op alle mogelijke wijzen op
een althans eenigsiins afdoende regeling is aan.
gedrongen, heb ik het in het algemeen belang
mijn plicht geacht in dit blad ('t W. v. h. R.)
een noodkreet te laten hooren. in de hoop, dat
de Minister, die geroepen zal worden om straks
de leiding van het departement van Justiti»
voort te zetten een einde maakt aan den hoogst
gevaarlijken en kritieken toestand, die 00 het oo
genblik door het plaatsgebrek in de gevangenis,
sen en de hulzen van bewaring geschapen is ea
een ramp dreigt te worden voor ons geheels
land."
PENNINGMEESTER.
Tot Penningmeester van ons Hoofdbestuur is
benoemd de heer G. Scholte, in de plaats van
onzen vriend Van Tongeren, die helaas ons
Hoofdbestuur is uitgegaan, door vertrek naar el
ders. Wij danken Van tongeren voor zijn mede-
werking, die steeds aangenaam en vriendschap
pelijk was.
de BESTUURSRAAD.
de Roomsolie sigaren.winkeliers an do Roomsohe j maken er de afgevaardigden n$g eens Uit-
glagers «n. vleeschhouwera op. die rerendorinu-en j tjxuEiiemk opmerkzaam op, dat de Bestuursraad
wel bü te wonen *an Woensdag zeer belangrijk is, omdat daar
IZZwenootcn noodmkelü'k
zdjn grerbleken.
1 11 1111 'M 111 l'-UL±aJ!.lwi|.L I i. IIC
VAN BEWARING.
In het „Weekbl. v. fa. Recht" wijst Mr. F. B.
Enthoven op den noodtoestand, ontstaan door
dat al onze huizen van bewaring en gevange
nissen overvuld zijn en er dientengevolge geen
ruimte is voor preventief gedetineerden.
Zich tot Amsterdam bepalend, deelt hif mede,
dat er dagelijks 10 a 12 personal, op 13 Juni
zelfs 26 voor den reen ter-commissaris werden
gebracht en dat er dan 2 plaatsen beschikbaar
zijn. Voor 120 verdachten in één week, waaron
der 45 nachtelijke inbrekers, waren 14 plaatsen
AGENDA SOCIËTEIT „SINT BAVO".
ZONDAG 14 JULI Bavo-Bfoscope 2, 4 eo
8 uur
MAANDAG 15 JULI - Ondersteuningsfonds
DINSDAG 16 JULI Kruisverbond.
WOENSDAG 17 JULI Bestuursraad i
uur Onderwijzers 8 uur.
DONDERDAG 18 JULI Volkszang Bu-
reau voor Rechtskundig Advies half negen tot
half tien Smedenpatroons half negen.
ZAT ERDAG 20 JULI Gewone zittingen
van 8 tot 9 uur.
geen ruimte#voor me-r> etl Danda razend van on
geduld, moest met enkele anderen beneden blijven.
Onmiddellijk daarop werden tien hoofden in de
opening zichtbaar. p
Verdier had echter misgerekend of anders had hij
zich de zaak eenvaudif.er voorgesteld. Perilla haalde
haar lijn in en trok haar m,es' Twee man aan h -ar
kant vielen direct terug «P den vloer der kamer be
neden doode'ijk gewond; twee anderen, aan Golde's
kant, met afgesneden vingers. De mannen hadden
geen steun voor de voeten beneden en ook voorde
handen weinig gelegei',ieid om zich stevig vast te
grijpen. Zij trokken z'c" op vochten het lichaam en
ue beenen kionk^-eu" de ledige ru-inte, terwijl
G. lde's mes hun vingers bewerkte en elke slag aan
kwam als het mc3 van een guillotine, en onder de
Irana perilla meecloogenloos haar mes den mannen
in de berst stak.
Dit alles was bet werk van niet meer dan een
oogen! ii:< W -er vleien twee mannen terug, de een
met gewonue handen, de andere met den doodsnik
op de lippen. Van de tien man, die den aanval had
den ondernomen, bleven er. thans nog vier over;
maar eensklaps verschenen vier anderen, waaronder
Danda, aan de opening. Perilla's mes'was op het
punt Verdier het hoofd te doorboren. Hij was reeds
met één knie op den rand der opening..Daar
daalde het mes. Doch hij greep haar pols met een
ijzeren greep vast met zijn bloedende hand.
Toen ontstond er een hevige strijd tusschen den
man en het meisje. Zij siste gelijk een slang. „Beest,
laat mij gaan 1 kwam het van haar opeengeperste
lippen. Z,j zwaaiden h"en en weer; zij op ue oeiüe
kmeen voor hem geknield, trachtende hem in de
j j *eri'T !e stoo en; hij, met een knie op den
rand der opening, het andere been bengelend in de
ruimte, ds andere hand krampachtig geklemd aan
den vloer.
Een, twee, drie keer wierp zij hem terug met al
hare krachten, maar steeds hield hij haar vast. Toen
trok zij de hand in de hoogte, welke den vloer om
klemde en weer wierp zij hem terug. Zij voelde hem
wankelen, vallen; en zij wankelde met hem.
Hoe meer Perilla Verdier door de opening
drong, des te verder voelde zij zich n,ec^L'uj£,jng
in zijn ijzeren greep. Zij zwaaiden voor do oP«
heen en weer, toen was de worsteling geé/nd.gd, zij
vielen
Maar door Hun 'heftige bewegingen
was hun val
maar door nun --.-j. ~de opening was
evenveel horizontal vrjje han(1_ tastende
hl de2cht7grcep den breeder1 schouder van Dupin,
Wiens hoofd juist aan de andere zijde boven de
opening verscheen.
ten man minder sterk dan Dupin zou door den
schok naar beneden zijn gevallen, en een greep min
der vast dan die van Verdier, zou hebben losgelaten.
Hoe bet zij, Dupin sloeg half om, wankelend onder
het gewicht en Verdier, met knarsende tanden, hield
vast. Een oogenblik vormden de drie wringende
lichamen een niet te ontwarren knoop.
Het duurde niet meer dan een kort oogenblik.
Dupin begon te wijken en de drie stonden op het
punt naar beneden te vallen boven op de mannen
daar, toen Golde, die met zijn geopend mes v'a^
de nabijheid was, den toestand hajl Mg> ha -
a~ 7H kon op een vuti «p MVU vcui een
óaardabaianceeren, dat het circus rondvloog. Verlost
ES het gewicht van Verdier, kon Dupin zich staands
houden. Doch zij, als een kat zoo vlug, werkte zich
weer op'den vloer der kamer. Onmiddellijk daarop
Kom!
Haar schreeuw klonk scherp boven het rumoer uit
v erscheidene der mannen hadden zoo juist den vloei
bereiktzij en Golde waren bijna door hen omringd
Maar de trap bevond zich aan hun zijde van de ope
ning, de vluchtelingen waren er het dichtst bij. ZJ(
waren volkomen op de hoogte met wat zij ,e doen
hadden en zij vlogen naar boven, esrst Perilla, uan
Golde en achter hen de mannen.
SchietI schreeuwde Danda, schiet!
(Wordt vervolgd)