HEW IUIL CMUIT i OE SAMENZWERING. Hoe Pastoor Algernon zijne huishoudster verloor. DE DAMIAATJES FEUILLETON Vroolijk Allerlei Zaterdag 3 Augustus - Derde blad NABETRACHTING VAN DEN RAAD DER GEMEENTE SCHOTEN. utTn Jleel g0ed man' maar Vo 42 1 Da De lezers weten het misschien nog niet De 8. D. A. P. heeft bij de laatste verkiezingen O. W. gemaakt. De groote Jan Duijs heeft hier heel wat stemmen op zijn naam gekregen van menschen die van vrijzinnigen huize zijn. De liberalen en vrijz.-democraten hebben slechts een handjevol kiezers achter zich gehouden, alhoewel zij met drie vertegenwoordigers in den Raad zit ten, waaronder dan nog wel een wethouder. Mijn collega Bies die zich in den Raad bü voorkeur bezig houdt met peuterwerk is de 0. W. naar het hooid gestegen. Bij de behandeling van het voorstel van B. en W. om 10,000 subsidie te verleenen aan het plaatselijk Steuncomité, kwam dat lid los met de mededeeling dat hij als vertegenwoordiger van de grootste groep in de gemeente een commissie van onderzoek wenschte waar de gestes van bedoeld comité; hij wantrouw de de heeren niet, maar die „burgerlijke'' heeren die begrijpen.de nooden der arbeiders niet en daarom, ziet u, moest er verandering komen. Ik waagde een poging om den gemeentebode B-akker te roepen, ik had hem willen laten vagen van welke grootste groep de heer Bies de vertegenwoordiger is; op dat oogenblik begreep ik hem niet juist, zeker niet omdat de heer Bies rijn speaking eindigde onder de welluidende klanken van eemge kalveren, die de gansche raadszitting onaangenaam maakten. De heeren Prusdien en Blom bestreden de noodzakelijkheid om zulk een commissie te benoe men. De heer Pruschen wees er op dat de arbei ders zelfs het dagelijksch bestuur van dat comité fekozen hebben. Waarom dan nu ontevreden? e meer omdat men bij bestaande vacatures er toch ook nog verandering in had kunnen brengen. De heer Blom bekeek het politieke spelletje geheel anders. Hij had, vermoedelijk evenals ik, gezien dat de publieke tribune vol geladen was met de bloem der S. D. A. P. De salarisher ziening der onderwijzers stond op de agendaals belanghebbenden waren zij tegenwoordig en nu wilde de soc.-dm. raadsfractie aau het „opper bestuur der aideeling" bewijzen, dat zij „de man netjes" waren. De heer Blom kwam tegen het drijven van zijn collega Bies op, of we de grootste of de kleinste groep vertegenwoordigen, doet niets ter zake. We hebben onzen plicht als raadslid te doen en enkel als zoodanig te beoor- deelen of iets juist of onjuist is. Dat praten „pour ja galerie gelijk de heer Blom zich uitdrukte, heeft geen waarde. De hoofdzaak is dat de ge- heele burgerij over het optreden van het comité tevreden is. De heer Bies kon de uitgaven van het ca,.;.» tamelijk wei controleeren uit de lijsten die regelmatig ter beschikking van de raadsleden gesteld worden Dat er menschen zijn die van genoemd comité onnoodig ondersteuning beko men, dat is mogelijk, maar dan moet de heer Bies zulks ter kennis van het comité brengen, waarvan hij toch zelf ook deel uitmaakt. De kwestie kan ook nog elders zitten. Het dagelijksch bestuur van het Steuncomité ontvangt sedert eenigen tijd door bemiddeling van het Koninklijk Steuncomité een gering bedrag aan vacatiegelden. Zij hebben geruimen tijd al den arbeid geheel gratis gedaan. Was de heer Bies soms teleurgesteld, dat er nu geen sociaal-demo craten bij zijn, die van dat vacatiegeld kunnen profiteeren? Ook de voorzitter van het comité, de heer Hooy, voerde over deze belangrijke kwestie het woord. Hij zeide: „Laat de Raad er de voorwaarde aan verbinden dat het bestuur in een bepaalde rich ting moet worden uitgebreid. De heer Blom maakte er een voorstel van om dan het Steun comité met ten minste twee raadsleden uit te breiden. Wethouder Loerakker amendeerde dat door de wenschelijkheid uit te spreken van uit breiding in de richting der vakorganisatie. En de heer Bies? Hij zweeg, knikte heel even goed keurend tegen wethouder Loerakker, waardoor hij bewees dat zijn voorstel tot het benoemen ecner commissie maar larie was. Hij wenschte controle van den Raad, waarom dan tevreden met uitbreiding van de commissie met eenige vak- vereenigingsmannen? Is de heer Bies soms over- tuigd als zoodanig te zullen worden aangewe zen? Vacatiegeld??? Liet Verkooy kwam ook nog een duit in het zakje doen, waaruit de heer Blom concludeerde dat de heer Verkooy voor de zooveelste maal over zaken sprak, waartoe hij niet bevoegd was en dat Verkooy de raadsstukken niet gelezen had. De heer Verkooy zal denken dat het enkel maar noodzakelijk is om de broeders-partijgenooten te laten zien dat hij, Piet, zijn trompettertje wel durft openzetten. Of de muziek zuiver klinkt is maar bijzaak. In de volgende vergadering kletsen we over dat onderwerp verder. Toen kwam de hoofdmaaltijd. Voor ons geacht medelid Prusclien zou ik wenschen, dat er elke raadsvergadering onderwijzerssalarissen te her zien waren. Misschien was de generaal der vrij zinnig-democraten dan altijd ter raadsvergade ring en het zou voor die heeren een groot gemak zijn. De heer Pruschen had zich nu slechts even om te keeren, ten einde de hooge bevelen in ontvangst te nemen. Collega Möoy dlende een wijziging ïn» waar door de gehuwde vrouw in het vervolg uit de school zou gehouden worden. De eerste-hulp-bur- gemeester Verton en de heeren Maagendana en Pruschen bestreden den heer Hooy. De heer Pruschen is ambtenaar, riet u; hij E robeer de het zaakje eerst op een zijweg. Hij ad het oude reglement van (wan-)orde voor de raadszittingen voor den dag gehaald en daar mede reeds vroeger een amendement-Verton bui ten behandeling gehouden. Hij dacht dat het voorstel-Hooy niet van de gehede fractie afkom stig was. De heeren Wolrf, de Vries en Blom verklaarden zich natuurlijk bereid het amende ment te ondersteunen, waarmede de demagogie van den heer Pruschen in het water viel. De heer Maagendans verdedigde als sociaal-democraat het konijnenhok-huwelijk of te wel de vrije liefde. Enfin, in een fatsoenlijk blad zwijgt men over dergelijke excessen. Het amendement werd ver worpen "links tegen rechts. Toch had de heer Hooy succes met een amendement. Voortaan ont vangen de gehuwde onderwijzeressen bij een be zoek van den ooievaar, ten minste vijf maanden verlof met behoud van salaris; vroeger moesten zij in zoo'n geval zelf de vervanging gedeeltelijk betalen. Met algemeene stemmen werd de nieuwe sala risverordening aangenomen. Het voorstel der Christelijke fracties ging het verst. Zij wilden niet enkel, zooals de soc.-dem., de lagere onderwijzers, maar ook de hoofden van scholen een evenredige verhooging geven. Hét maximum wordt nu be reikt in 12 jaar. Minimum voor de hoofden is nu f 1200, maximum f 2200; voor de klasse onderwijzers f 800 minimum, f 1800 maximum. Plus resp. f 300 en f 175 vergoeding van huis huur. Verder voor de hoofdacte f 100.— en dan nog iets voor de andere bijacten, als zij voor het onderwijs noodzakelijk zijn. Bovendien betaalt de gemeente ook de pensioenbijdragen. De onderwij zers hebben een prettige vacantie. De herziening der salarissen was1 dan ook wel noodzakelijk, vooral in verband met de dure tij den. Als buitengewoon raadslid dacht ik tevens aan onze bijzondere onderwijzers. Wanneer zul len die eens voldaan worden en een meer men- schelijk bestaan ontvangen Bij den aanvang der behandeling dezer sala risherziening voorspelden B. en W. de mogelijk heid dat er voor het volgende jaar een verhoo ging der gemeentebelasting in het zicht was. Geen der raadsleden heeft zich hierdoor doen afschrikken. En terecht. Waarom? Ook ik heb het kohier der belastingen eens nagezien. Ik geloof niet dat belastingverhoogin'g noodzakelijk kan zijn, ten minste niet omdat men den onderwijzers en het ambtenarenpersoneel een menschwaardig bestaan verschaft. Over het algemeen zijn de aanslagen in de inkomstenbelasting te laag, ook al schreeuwen ze allen dat ze te veel betalen. Men moet ook in Schoten maar eens leeren be grijpen dat men verplicht is de belasting te betalen van het werkelijke inkomen. Rijk en arm er zijn in Schoten niet veel rijken moeten zonder uitzondering betalen van het werkelijke inkomen, ook al is voor ons allen het wegbren gen van belastingcenten nu juist niet'zoo'n vroolijk weric. En als iedereen te Schoten zou betalen van het werkelijk inkomen, dan is de belastingverhooging m. i. beslist geen noodzake lijkheid. Die boeman van B. en W. kunnen wij gerust ter zijde zetten. En neem aan dat het wel zoo zou zijn. Dan vraag ik: mag een belas tingverhooging voor de gemeenschap, tegenhou den dat het personeel dierzelfde gemeenschap een menschwaardig bestaan heeft? Het antwoord kan niet twijfelachtig zijn. Het voorstel van B. en W. om duurtetoeslagen aan het gemeentepersoneel te geven, lokte eenige incidenten uit. De burgemeester kwam opeens in den Raad met een geheel nieuw B. en W.-voor- voorstel, waarbij notabene de vroegere voorstel len van het college met meer dan 100 pet. ver hoogd werden en dat in een tijdsbestek van vier weken. ,De heer Blom stak het eerst van wal. Hij be weerde er ligt geen lijn in de houding van het college. Zij worden heen en weer geschommeld. B. en W. zouden dan ook goed doen in het ver volg hunne voorstellen toe te lichten, dan heeft de Raad tenminste eenig houvast. De heeren sre^ vxktherï?n Hooy sPral{en in denzelfden geest. Wethouder Boxs kwam verklaren dat hii mets van de voorstellen van B. en W. afwist Het schijnt dat deze wethouder niet heel goed in staat is om iets te onthouden. Er bleek uit de opmerkingen van den burgemeester, dat er toch wel over gesproken was. Ik zal het eens zeggen rondweg, zonder blikken of blozen. Ais je buiten gewoon raadslid ben, dan mag je iets meer zeg gen dan recht toe. Welnu: de heer Boxs is m.°i. luit ongeschikt om als wethouder op te treden. Zijn geneele optreden is een ware afbeelding van de geheele vrijzinnigheid. Halfslachtigheid is een der vele kenteekenen dier heeren en daarmede is de heer Boxs niet misdeeld. Ik- gelooi dat zijne halfslachtigheid zeer nadeelig in het college en vanzelf ook tegen de belangen der gemeente werkt. Dat hij een bekwaam aannemer is, zal heel goed mogelijk zijn, daarom is hij nog lang met een goed wethouder. Op zijne'plaats be hoorde een krachtiger figuur te staan. Iemand van de kwaliteiten als onze wethouder Loerakker omdat1" rifFi- wei* kunnen verrichten, te meer maar slani? %Vf,n 0nzen raadsvoorzitter ook werken w toestanden moeten slecht werken ai het gevolg daarvan is dat er half werk in den Raad komt. Piet Verkooy begon de houding van B. en W te verdedigen, totdat een bestraffende Mik van zijn partijgenoot Maagendana hem "deed zwijgen. Werkelijk, da héér Maagendans ia van de socl's de slechtste niet. Hij is in elk geval eén man van gezond veratand, die natuurlijk nog wel eens nonsens verkoopt anders zou hij geen 8. D. A. P'er zijn, maar aie toch over het algemeen veel en veel beter is als Verkooy. Da heer Maagen dans bewijst telkens dat hij de zaken bestudeerd heeft. De heer Verkooy integendeel babbelt om te babbelen. Door de houding van den heer Boxs bestond er dus geen nieuw voorstel van B. en W. De sociaal-democraten wenschten er van te profitee ren. Zij onderteekendm het voorstel, dat mede- geteekend werd door weihouder Loerakker. De heer Hooy verklaarde toen nog eens uitdrukke lijk tegen te zullen stemmen, omdat het hem onmogelijk was de houding van B. en W. goed te keuren. Bovendien: hij gevoelde meer voor het kindertoeslagsysteem. De voorstellen Maagen- dans-Loerakker, zijnde van de verste strekking, kwamen het eerst in stemming. Zij werden aan genomen met 7 tegen 5 stemmen. Van rechts behoorden de heeren Loerakker, Blom en de Vries tot de voorstemmers Al de gemeente-ambtenaren krijgen voor het jaar 1918 vanaf 1 Juli een toeslag van f 26.— per maand als zij gehuwd zijn; ongehuwden ont vangen f 13.— per maand, met aftrek van eventueele duurtetoeslagen, door de regeering gegeven, of nog te geven. Öok het onderwijzend personeel zal hiervan profiteeren. Dé gevallen beslissing is m. 1. in zoover tóe te juichen, dat men dan ook eindelijk iets voor de ambtenaren gedaan heeft. De loonen van het secretarlepersoneel zijn schreeuwend laag. Die eischen dringend verhooging. Voor de ambtena ren wensch ik dat de Raad in een der volgende zittingen een salarisregeling zal vaststellen, waardoor dat personeel ten minste gelijk komt te staan met dat te Haarlem.. In verhouding moeten zij meer werk presteeren. Waarom ze dan zoo veel slechter betaald? De volgende maal zal de zitting wel wat ge zelliger zijn. Dan zijn de onderwijzers vermoe delijk afwezig en behoeven de soc.-dem zich niet zoo druk te maken. Misschien is onze voorzitter dan ook niet zoo boos, als de leden hunne ge dachten anders uitdrukken dan in de uniting, die hem gewenscht wvor-vmnt. n Wanneer een pastoor alvorens rijn brevier te hebben gebeden naar' rijn hotel terugkeert van een langen tocht pof buggi?erJ bemerkt, dat een trommelaar zich in rijn® kamer be vindt om met zfjn instrument den tijd te doo- den, dan haakt haj naar de rust van een eigen pastorie. Vader'Algernon, had nu do pastorie, doch bezat nog niet de genius» die er bet be stuur voert. Het jaarlijksch bezoek aan al zijne parocianen in zijne uitgestrekte gemeente had hem in kennis gebracht met verscheidene vrou wen, wier uiterlijk ai de vereisen, ten van hev Gkxncilie vtan Trente vervul den. Op Maria viel zijn eerste keuize wKnt daar kwamen er meen en er zullen mogelijk nog andere Volgen wat baar leeftijd aangaat, rit was super a dulta; maar het overig© was zelfs iu de hoofden der eerbiedwaardige Vaders van Trien te louter gis ting, zooals hot trouwens altijd geweest is betrekkelijk elke vrouw' vaai beteelcenis, sinds Eva voor het eerst de deur voor een bezoeker opende. Om de waarheid, te zeggen, koos vader Algernon, na overtuigd te zijn van baren leef- tijd, Irnar w eg-en s hare kook ka net. Hij ha d een proefje gehad van deze ]aateifce, toen liij onver- wiacfht» het huis betrad1, waar zü werkzaam wtta. en zjj werd zijne huishoudster voor een korte wijle. Haar plotselinge val had plaats op deze wijze. Op zekeren dag, den dorden in hare betrek king, schoof bü een stoel naar de tafel, waar vader Algernon zijn ontbijt gebruikte» en na hare armen op de tafel te hebben geplaatst voor een lang onderhoud, ving zij aan „Ik meende goed te doen, u te waarschu wen voor Katie G. Zij is eene edhte babbelkou» en zii vertelt alles» wat u haar zegt. Zij vertel de Mrs. Casey, wat een mooi kerkboek n haar had gegeven, en Mrs. Demera vertelde aan Lizzie Duggan. dat Katie aan hare tante zeide, die het mij weer terugvertelde, dat u uwen hoed voor haar afnam, maar het niet deed voor Mary Macintre, en Mrs. Casey zeide mij dat» als ik eens wist wat een babbelaarster Katie G. ia, ik het u zou vertellen om te ver hinderen, dat u zich belachelijk zou maken." „Houd je mond, vrouw 1" onderbrak baar vader Algernon, bleek van kwaadheid. „Gij zelf ziit de babbelkous. En dan nog je zelve te vermeten, om de handelingen te hekelen van je meester, ja, van je pastoor. Eenige bittere woorden volgden zxine ge- reahte verontwaardiging, en Maria nam naar ontslag. Vader Algernon was een Ballerina in zijne kennis der theologie, maar zeer onervaren in de wegen van vrouwen. Arme man! In de meening, dat eerherstel diende gegeven te wor den aan Katie Q., voor de onteerende bemer kingen van zijne vroegere huishoudster, nam hij haar in rijnen dienst. Spoedig daarna ont stonden er twee partijen in zijne parochie, de Maria's en de Katie's. Katie loerde altijd uit het veneter der pastorie, totdat zij Maria 's Zondags naar de Mis zag gaan. Daarna liep zij snel naar de deur en vertraagde dan haar stap, tot zij tegelijk met Maria bii de kerkdeur aankwam, waar eiken Zondag een wissel in? I De kerels kunnen niet binnen het half uur hier zijn. Laten zij slaan, zoo hard zij willen, sprak hij. Ik denk, dat ik maar naar binnen zal gaan en een beetje slapen, Zijn onderstelling kwam echter verkeerd uit. In minder dan twintig minuten hadden zijn bewakers de deur geforceerd. HOOFSDTUK XXIL De beide wegen. De Franschen renden de duisternis in, Hepen het slaapvertrek voorbij, namen hun weg over cn door de afgebrokkelde muren en snelden in wilde jacht over de ophaalbrug naar den weg, niet vermoedende dat da gevangene den zonderlingen inval had gehad 'n het kasteel een slaapje te doen. d iiP dat 00Senblik snelde Perilla haastig dit ge- eeite van den weg langs, zonder echter ié weten arheen. Plotseling hoorde zij het geluid van snel rende personen en zij verschool zich terzijde van den weg. Toen hoorde zij de volgende woorden: Wat, als de hertog al den tijd in liet kasteel is dat wij hem nog zoeken? De stem kende zij maar al te goed. Het was die van Verdier. Zoo, zoo, zij hadden dus den hertog gevangen en deze was ontsnapt. En hij was blijkbaar nog op het kasteel, anders zou zij hem op den weg hebben moeten ontmoeten. Maar waar lag het kas teel? Zij moest daarheen, waar het ook iag, heni zeggen waar zij" waren en hem uit hun handen voeren. Zij had den rechten weg gevolgd, derhalve moest het kasteel achter de Franschen liggen Plotseling hoorde zij den galop van een paard en oogenblikkelijk dacht zij aan „die mevrouw Opie"- doch voor zij eenig plan kon vormen, gingen dé onzichtbare hoeven haar voorbij. Het was Lize, die, niét wetende, dat haar vrienden den verkeerden weg hadden ingeslagen, het voetpad was gevolgd, en hen niet vindende, teru<* gegaan was om hen te zoeken. Lize, Lize, riep Verdier, toen zij vlak bij was, 'n s hemelsnaam, wat doet gij hier, was haar antwoord. Slecht nieuws, sprak Verdier, de gevangene is ontvlucht. Dan beklaag ik u. Niets zal uw schande kunnen Uitwissehen. Zij vvaren gekomen aan het kruispunt der beide wegen. De kwestie is deze, Lize, sprak Verdier, dat hij van «w«ï sarcasme plaat» had tuasdhén beiden. Deze woordenwisseling vóór de M|e ffi» niet» In Vergelijking van het geklets daarna. De Katie's hadden een vergadering, waar zij de Miarla's bevitten en den pastoor prezen; de Maria's haalden de Katie's over dien heikel en soholiden op den pastoor. Ongelukkige man! Zoo hij naar dilt kleingeestig gepraat maar niet had kunnen en willen luisteren, ware alles wel geweest. Doch Katie bezat de gave van tranen, en vader Algernon die van mede- lijdlen. Wanneer hij haar zag snikken, en zij zorgde wel dat hij het dikwijl» zag wera' zijn hart tot medelijden met haar bewogen. Nog maals beging» hij de ongelukkige daad, om in zijne bemerkingen van don preekstoel te zin spelen op dezen storm in den parochiëelen thee pot. Gevolg daarvan was, dat alle kinderen van Maria's partij niet meer meededen met de open bare vermakelijkheid, welke geplant was voor het feest van St. Patrick. De partij van Katie had wel te beschikken over vele woorden, maar niet over vele kinderen, en derhalve werd de naburig© parochie uitgenoodlgd, om haar zang koor te zenden om een concert te geven, en aldus hot feest niet in duigen te laten vallen. Nu, zoo er èêne zaak is, welke al heel erg wordt opgenomen, dan is het toch zeker deze, om oigen muzikanten de beleed igin.g aan te doen, om talenten van buiten te importeeren. De ontvangsten toonden dit m.aar al te wol. Doch het uiur van Katio zou snel en met verwoedheid slaan. Op zekeren avond, toen vader Algernon meev dan een uur op een te laat komenden trein had zitten wachten, besloot hij eindelijk, dat bezoek maar uit te stellen en naar huis terug te keeren. De pastorie was schitterend ver licht. Zachtjes sloop luj naar binnen en zag zijn spreekkamer en studeervertrek gevuld met vriendinnen van Katie, die daar druk aan 't kaarten waren. Toen bij de kamer binnentrad, bemerkte hij Miss Quinn, die tevergeefs tracht te de deur dor brandkast to openen om bet doop regis tor te zoeken, waarin zij wilde zien of Mary Murphy niet ouder was dan 25 jaar; ook wilde rij de nieuwsgierigheid van Mrs. Murray bevredigen, die verlangend was te weten., wanneer de oom van James White's vader getrouwd was. Na enkele oogenblikken van angstige besluiteloosheid, redde zich Katie uit de verlegenheid, met vader Algernon uit te noodigen om mede een kaartje te leggen. ,,Kan ik dan hier niemand vertrouwen riep de priester in gramschap uit. „Is dat de eerbied, dien gij uw pastoor verschuldigd zijt, door zijn- huis voor kaartkransjes te gebrui ken?" De woorden stokten in zijn keel. Hij zette de deur wijd open en gaf het gezelschap een teeken om zich te verwijderen. M"en nam geen tijd om te zien, of de hoeden wel recht op het hoofd stonden. De volgende Perpetua, met name Margriet, fcwam van een andere plaats, hetwelk haar ech ter niet belette om spoedig op de hoogte te zijn van alles wat in de parochie voorviel. Zij- was eene vrouw van "middelbaren leeftijd, hare kookkunst was onovertroffen, evenals hare rekeningen bij den kruidenier; hare stilzwij gendheid, deed den pastoor genoegen; hare voorzichtigheid blonk uit in are betrekking om op de bol te letten, altans die was nn minder in gebruik dan vroeger. Vader Algernon schreef dit toe aan de verkoeling veroorzaakt door het gekibbel van de Maria's en de Ka ties; maar hij werd op zekeren dag wijzer, toen hij diit gesprek aan de deur vernam: „Is do priester thuis?" vroeg een man. „Mogelijk is hii thuds, mogelijk ook niet," antwoordde Margriet. „Ik wensch hem te spreken." „Wat verlangt gij van hem?" „Tk geloof niet, dat u dat aangaat." >,Dat gaat mij zeker aan. Ik ben de huishoud ster en ik moet weten wat gij van den pastoor verlangt, voordat ik hem lastig val." „Veronderstel eens, dat ik hem wensch te zien aangaande een huwelijk." „W ie gaat er dan trouwen „Dat zeg ik je niet. Maar het zal je berou wen, zoo er iemand sterft zonder den pries ter." „Wie is er ziek?" „Dat zal ik den pastoor wel zeggen." >,Zeg bet mij eerst." „Ook goed. Het was niet een huwelijk of een sterfgeval, maar ik kwam hier spreken over een legaat van 500 dollar, hetwelk mijne tante Vader Algernon wilde nalaten en rij zond mij naar hier om hem te vragen of hij het zou willen aannemen en hoe hij zijn naam 9pelt, en nu," sprak de man, terwijl hii ziah omkeerde om heen te gaan, „jij bent de schuld, dat hij die som verlieefc.-" „Kom hier!" riep Margriet, „dat i« zoomijne manier, 't was maar een grap. Kom, ik zal Vader Algernon roepen." De bedelaar ontving den prijs van nacht- lognes van Vader Algernon, meer voor zijne ge vatheid dan wijl hij er behoefte aan had en Margriet ontving eene geduchte terechtwij zing. Kort daarna, terwijl de paBtoor in zijn studeervertrek zat, diende Margriet Mr. Mc. iv-enna aan. De priester bood hem een stoel aan en sloot de deur, welke naar de eetkamer toegang verleende. Wanneer de bezoeker ver trok, ging een luid geklop op de deur dor eet kamer vooraf aan bet majestueus© intreden van Margriet. „Ik ben voor de laatste maal geaffronteerd," ving zij aan met waardigheid. ,.Wat?" klonk het verbaasd uit Vader Alger non's mond. sloot de deur voor mijn gezicht en dat GERUSTSTELLEND. „Och dokter," klaagt een koffiehuiehouder, „wat 'n ongeluk 1 Gisteren hebben dieven la ïnijn wijnkelder ingebroken en tien fleseehen meegenomen. O, kon ik die schurken maat op het ejpoor komen." „Stel je gerust, vriend: als d ekerels uwen "wijn hebben opgedronken, ben ik zeker, dat ize mijne patiënten zullen worden. Tk heloot je, ik zal je waarschuwen." STOF. Dichter: „Nu heb ik stof 1 Stof voor een nieuw drama, stof voor een blijspel, mnaT geen stof voor een nieuwe pantalon." wel in tegenwoordigheid van Mr. Mc. Kenna!" „Dat spreekt van zelf," antwoordde de pa stoor op ijskouden toon. „Hij kwam hier voor eene zaak, die je volstrekt niet aangaat." „Dat is hetzelfde. U beeft me geaffronteerd in zijne tegenwoordigheid. Meent u soms, dat u mij niet kan vertrouwen? Zoo ik de gewoonte had van afluisteren, dan ware bet wat anders. Maar om de deur voor mijn neus te sluiten» zoodat ik niet kon hooren wat u roet hem sprak, was juist zoo erg als wanneer n aan John Mc. Kenna zoudt zeggen: „Die vrouw is een babbelaarster." De verbaasdheid dee priesters werd door Margriet opgevat als zwakheid. Zij werd meer en meer brutaal en zeide, dat zij moest worden behandeld als iemand van de familie. Vader Algernon sprong van zijn stoel op en riep met onderdrukte gramschap uit: „Maar gü zijt geen familielid-. Gij ziit een dienstbode." „Ik ben geene dienstbode," protesteerde Mar griet met verontwaardiging. „En wat zijt gij dan, zeg?" >,Ik ben de huishoudster!" En Margrie's vor- stelijke kin wees hemelwaarts. „Eene huis- houdster," vervolgde zij„is geen dienstmeid. Zij is evengoed als elk ander in de parocuie en zeker evengoed opgevoed. Zij zal zieh niet beneden anderen plaatsen: zii is de gelijke van ieder ander, zelfs van John Me. Kenna en zij zal zich niet laten op zijde duw en door iemand, wie ook, rij het pastoor of volk." Den volgenden dag pakte Margriet haro zaken bijeen en vertrok. Vader Algernon dacht lang en ernstig na. Was liet nu allemaal zijne eigen schuld, dat eeuwig geharrewar met zijne hui Moesten zijn tijd en zijne gedachten dan ge 1 worden ingenomen door deze kleine huishoude lijke zorgen en zou bü dan door die zaken cre- kweld, onbekwaam zijn zich to wijden aan het eigenlijk parochiewerk? Hü bad behoefte aan den raad eens vriends. Hij wilde de zaak et1 a gaan bespreken met Vader Sm»tb, een ouden priester, die al heel wet missieplaatsen en menige huishoudster had overlèeefd. „Kam maar direkt binnen, Vader Algernon, gij zijt bier thuis," riep de goede, oude Vader Smith op vrooliiken toon. „Gij zü't geheel - na je lange reis. Neem een sigaar. Niet? Gij moet iets hebben, dat je kwelt. Er uit er meel Is de collecte voor UvaJ tegengevallen Erger dan dat?.Huishoudster? Wel, jongen, zü maken deel uit van de hiërarchie en w»ii moeten z© hebben. Nu, vertel me je bezwaar eens." Vader Smith luisterde vriendelijk naar het lange verhaal in al zijne onderdeelen. >,Wees opgewekt en werp alle zOTgen van je af, mijn jongen," sprak hij: „Ik heb juist de rechte voor je.hier. Voorzichtig als een duif, wijs als een slang, kookt als een Eransohe kok en zij is goed opgebracht 6'oor oen goede moe dor. Zij «heeft eene nette opvoeding genoten, speelt en ringt; zij is nu eene wees sedert drié jaren." No- 40. 3 AUGUSTUS. BELANGRIJK. Wii maken er de Bestuursleden der onder- afdeelingen reeds bü voorbaat opmerkzaam op dat de eerstvolgend© vergadering van den Be stuursraad zeer belangrijk belooft te, worc'en. z-ooals reeds voorloopig is medegedeeld zal onze Eerw. Adviseur daar nader toelichten onze houding ten opzicht© van gecombineerde ver- p .deringen met vakgenooten, die niet van ou: j r: 'nr rijn. Zeker zal niemand op doze vergadering man keeren. Let op de nadere aankondiging. HER WONNIuN LEVENSKRACHT. Overal in het land is Bloemendag gehouden ten bate van „Herwonnen Levenskracht" Al leen in Haarlem niet, dank zij de houding van onzen Burgervader. Den leden van onzen Volksbond wordt ver- zoch om een offertje voor dit fonds. De Be sturen zullen deze offertjes wel willen in- zamelen. AGENDA SOCIËTEIT „ST. BAVO." ZONDAG 4 AUG.Rederükerskamer, opvoe ring ,J)p de Hellas", 8 uur. MAANDAG 5 AUG.: Esperanto 8 tiux Bestuuf Spaarkas, 8 uur Schoenmakers patroons, 8 uur. DINSDAG 6 AUG.: Crisis Middenstand, 8K uur Bouw vakbond, 8 uur. WOENSDAG 8 AUG.: Uitvoering Rederij kers „Op de Hellas", 8 uur. DONDERDAG 8 AUG.: Bureau voor Rechtskundig Advies, 8V2 tot 914 uur Uit» V07riro^^^i^erS "0p de Hriïas", 8 uur. 'on AUG.- Gewone zittingen van 89 uur. zeker niet ver van ons verwijderd kan zijn, maar welke der beide wegen heeft hij gekozen? Verdeel u in twee groepen en stuur er eiken weg een op. Een goed idee, antwoordde Verdier, maar on mogelijk te verwezenlijken. Wij hebben een ont moeting gehad met een bende roovers en zijn slechts met ons zessen overgebleven. De hertog'van Wel lington is er de man niet naar om zich door drie mannen te laten gevangen nemen. Maar zoo verliest gij uW kostbaren tijd. Ga naar het noorden. Als gij uit de richting van het zuiden komt, licht het meer voor de hand, dat hij naar het noorden is gegaan. Welnu, ik zal onder- tusschen zuidwaarts rijden. Goed. Ik wensch u veel succes. De mannen sloegen den weg naar het noorden in terwijl Lize hare nasporingen in zuidelijke richtimr voortzette. Perilla hoorde weer spoedri het hoeftre- trappel achter haar. S °ClgÜ Ditmaal moest zij absoluut spreken, moest zij meer te weten komen. Is u het, mevrouw Opie? rjep zi.- ]uid. Lizes paard steigerde door de kracht, waarmee zij liet dier inhield. Zij herkende de slem aanstonds. Ja, ik ben mevrouw Opje sprak zij. En gij Perilla? Ik wachtte op u, maar gij kwaamt niet. Lief kind, er is iets vreeseiijks gebeurd.... O, ik heb het wel gedacht. De misnoegde en geërgerde toon waarop deze woorden werden uitgesproken, lieten geen twijfel aan de gezindheid der spreekster. Zoo, zoo, Perilla wantrouwt mij, mompelde Lize; ik moet voorzichtig zijn. Zijt. HÜ den hertog nu aan het zoeken? sprak zij overluid. r Wat bedoelt u? ik veronderstel, dat gij weet dat hij" gevangen genomen en weer ontsnapt is. Ik hoop, dat een van ons hem zal vinden. Ja, ik hoop ook een van ons. Wel, als u slaagt, wil ik u een wenk geven. Gij weet het kruispunt der beide wegen gekomen; zoo gij hen dus met 8''uJe rekende 'efJ"! dal' Perilla, haar thans wan trouwende, wanneer zij den hertog zou vinden, juist hét tegenovergestelde zou doen van wat ze zeide en hem zoo recht in de hanclcn der Franschen zou voeren. En waarlijk, Perilla zei terstond tot zich zelf- Ik zal hem in alle geval in noordelijke richting leiden. e Lize keerde terug naar den Martello Tower Perilla ging de tegenovergestelde richting uit. Juist aan het eind der twintig minuten, die hij zich had toebedeeld, opende de hertog zjjn oogen. Hij verwachte het gebeuk op de deuren te hooren, msar alles was stil. Hij rees op en trok zijn jas aan, die hij had uitgedaan. De tocht had de gloeiende koien doen ontvlammen. Hij stak den lantaarn van den kluizenaar opnieuw aan en verliet het kasteel, de richting inslaande naar het voorhof. zii denken zeker, dat ik Jen weg op gevlucht ben sprak hij. Zij hebben meer ijver dan verstand, zie 'ik. Üet zijn goede soldaten maar slechte gene raals. Welnu, ik zal wachten tot zij goed en wel weg zijn. Hij zat op een groofen steen in den voorhof met ontbloot hoofd, de lantaarn tusschen zijn knieën een zijtfkin2 °P Zij" knie' met duhn en wi!svil>ger' aan wanneer zifmU S ter"gkeere". redeneerde hij; denken da °P e? ^eg vinden» zij zich naar L u 'g en wel ben thl»s gekomen en nipt VtPh 1 lp r,P°eden, als ik hen tenminste niet heb laten opvangen. Na een kwartier kwam een meisje op hem aan- loopen. Mijnheer, sprak zij, is u de hertog. Hij liet zijn hand zakken en ging rechtop zitten. Ineens wist hij haar naam. Dat moest uie I en.Ia zijn, tegen wie men hem had gewaarschuwd. Wel, Perilla, sprak hij, wat zoekt gij (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 11