HEW IUIL CMUIT
i
OE SAMENZWERING.
Hoe Pastoor Algernon zijne
huishoudster verloor.
DE DAMIAATJES
FEUILLETON
Vroolijk Allerlei
Zaterdag 3 Augustus - Derde blad
NABETRACHTING VAN DEN RAAD DER
GEMEENTE SCHOTEN.
utTn Jleel g0ed man' maar Vo
42
1 Da
De lezers weten het misschien nog niet De
8. D. A. P. heeft bij de laatste verkiezingen
O. W. gemaakt. De groote Jan Duijs heeft hier
heel wat stemmen op zijn naam gekregen van
menschen die van vrijzinnigen huize zijn. De
liberalen en vrijz.-democraten hebben slechts een
handjevol kiezers achter zich gehouden, alhoewel
zij met drie vertegenwoordigers in den Raad zit
ten, waaronder dan nog wel een wethouder.
Mijn collega Bies die zich in den Raad bü
voorkeur bezig houdt met peuterwerk is de 0. W.
naar het hooid gestegen. Bij de behandeling van
het voorstel van B. en W. om 10,000 subsidie
te verleenen aan het plaatselijk Steuncomité,
kwam dat lid los met de mededeeling dat hij als
vertegenwoordiger van de grootste groep in de
gemeente een commissie van onderzoek wenschte
waar de gestes van bedoeld comité; hij wantrouw
de de heeren niet, maar die „burgerlijke'' heeren
die begrijpen.de nooden der arbeiders niet en
daarom, ziet u, moest er verandering komen.
Ik waagde een poging om den gemeentebode
B-akker te roepen, ik had hem willen laten
vagen van welke grootste groep de heer Bies de
vertegenwoordiger is; op dat oogenblik begreep
ik hem niet juist, zeker niet omdat de heer Bies
rijn speaking eindigde onder de welluidende
klanken van eemge kalveren, die de gansche
raadszitting onaangenaam maakten.
De heeren Prusdien en Blom bestreden de
noodzakelijkheid om zulk een commissie te benoe
men. De heer Pruschen wees er op dat de arbei
ders zelfs het dagelijksch bestuur van dat comité
fekozen hebben. Waarom dan nu ontevreden?
e meer omdat men bij bestaande vacatures er
toch ook nog verandering in had kunnen
brengen.
De heer Blom bekeek het politieke spelletje
geheel anders. Hij had, vermoedelijk evenals ik,
gezien dat de publieke tribune vol geladen was
met de bloem der S. D. A. P. De salarisher
ziening der onderwijzers stond op de agendaals
belanghebbenden waren zij tegenwoordig en nu
wilde de soc.-dm. raadsfractie aau het „opper
bestuur der aideeling" bewijzen, dat zij „de man
netjes" waren. De heer Blom kwam tegen het
drijven van zijn collega Bies op, of we de grootste
of de kleinste groep vertegenwoordigen, doet
niets ter zake. We hebben onzen plicht als
raadslid te doen en enkel als zoodanig te beoor-
deelen of iets juist of onjuist is. Dat praten „pour
ja galerie gelijk de heer Blom zich uitdrukte,
heeft geen waarde. De hoofdzaak is dat de ge-
heele burgerij over het optreden van het comité
tevreden is. De heer Bies kon de uitgaven van het
ca,.;.» tamelijk wei controleeren uit de lijsten
die regelmatig ter beschikking van de raadsleden
gesteld worden Dat er menschen zijn die van
genoemd comité onnoodig ondersteuning beko
men, dat is mogelijk, maar dan moet de heer
Bies zulks ter kennis van het comité brengen,
waarvan hij toch zelf ook deel uitmaakt.
De kwestie kan ook nog elders zitten. Het
dagelijksch bestuur van het Steuncomité ontvangt
sedert eenigen tijd door bemiddeling van het
Koninklijk Steuncomité een gering bedrag aan
vacatiegelden. Zij hebben geruimen tijd al den
arbeid geheel gratis gedaan. Was de heer Bies
soms teleurgesteld, dat er nu geen sociaal-demo
craten bij zijn, die van dat vacatiegeld kunnen
profiteeren?
Ook de voorzitter van het comité, de heer Hooy,
voerde over deze belangrijke kwestie het woord.
Hij zeide: „Laat de Raad er de voorwaarde aan
verbinden dat het bestuur in een bepaalde rich
ting moet worden uitgebreid. De heer Blom
maakte er een voorstel van om dan het Steun
comité met ten minste twee raadsleden uit te
breiden. Wethouder Loerakker amendeerde dat
door de wenschelijkheid uit te spreken van uit
breiding in de richting der vakorganisatie. En
de heer Bies? Hij zweeg, knikte heel even goed
keurend tegen wethouder Loerakker, waardoor
hij bewees dat zijn voorstel tot het benoemen
ecner commissie maar larie was. Hij wenschte
controle van den Raad, waarom dan tevreden
met uitbreiding van de commissie met eenige vak-
vereenigingsmannen? Is de heer Bies soms over-
tuigd als zoodanig te zullen worden aangewe
zen? Vacatiegeld???
Liet Verkooy kwam ook nog een duit in het
zakje doen, waaruit de heer Blom concludeerde
dat de heer Verkooy voor de zooveelste maal over
zaken sprak, waartoe hij niet bevoegd was en
dat Verkooy de raadsstukken niet gelezen had.
De heer Verkooy zal denken dat het enkel maar
noodzakelijk is om de broeders-partijgenooten te
laten zien dat hij, Piet, zijn trompettertje wel
durft openzetten. Of de muziek zuiver klinkt is
maar bijzaak.
In de volgende vergadering kletsen we over
dat onderwerp verder.
Toen kwam de hoofdmaaltijd. Voor ons geacht
medelid Prusclien zou ik wenschen, dat er elke
raadsvergadering onderwijzerssalarissen te her
zien waren. Misschien was de generaal der vrij
zinnig-democraten dan altijd ter raadsvergade
ring en het zou voor die heeren een groot gemak
zijn. De heer Pruschen had zich nu slechts even
om te keeren, ten einde de hooge bevelen in
ontvangst te nemen.
Collega Möoy dlende een wijziging ïn» waar
door de gehuwde vrouw in het vervolg uit de
school zou gehouden worden. De eerste-hulp-bur-
gemeester Verton en de heeren Maagendana en
Pruschen bestreden den heer Hooy.
De heer Pruschen is ambtenaar, riet u; hij
E robeer de het zaakje eerst op een zijweg. Hij
ad het oude reglement van (wan-)orde voor de
raadszittingen voor den dag gehaald en daar
mede reeds vroeger een amendement-Verton bui
ten behandeling gehouden. Hij dacht dat het
voorstel-Hooy niet van de gehede fractie afkom
stig was. De heeren Wolrf, de Vries en Blom
verklaarden zich natuurlijk bereid het amende
ment te ondersteunen, waarmede de demagogie
van den heer Pruschen in het water viel. De heer
Maagendans verdedigde als sociaal-democraat
het konijnenhok-huwelijk of te wel de vrije liefde.
Enfin, in een fatsoenlijk blad zwijgt men over
dergelijke excessen. Het amendement werd ver
worpen "links tegen rechts. Toch had de heer
Hooy succes met een amendement. Voortaan ont
vangen de gehuwde onderwijzeressen bij een be
zoek van den ooievaar, ten minste vijf maanden
verlof met behoud van salaris; vroeger moesten
zij in zoo'n geval zelf de vervanging gedeeltelijk
betalen.
Met algemeene stemmen werd de nieuwe sala
risverordening aangenomen. Het voorstel der
Christelijke fracties ging het verst. Zij wilden niet
enkel, zooals de soc.-dem., de lagere onderwijzers,
maar ook de hoofden van scholen een evenredige
verhooging geven. Hét maximum wordt nu be
reikt in 12 jaar. Minimum voor de hoofden is
nu f 1200, maximum f 2200; voor de klasse
onderwijzers f 800 minimum, f 1800 maximum.
Plus resp. f 300 en f 175 vergoeding van huis
huur. Verder voor de hoofdacte f 100.— en dan
nog iets voor de andere bijacten, als zij voor het
onderwijs noodzakelijk zijn. Bovendien betaalt de
gemeente ook de pensioenbijdragen. De onderwij
zers hebben een prettige vacantie.
De herziening der salarissen was1 dan ook wel
noodzakelijk, vooral in verband met de dure tij
den. Als buitengewoon raadslid dacht ik tevens
aan onze bijzondere onderwijzers. Wanneer zul
len die eens voldaan worden en een meer men-
schelijk bestaan ontvangen
Bij den aanvang der behandeling dezer sala
risherziening voorspelden B. en W. de mogelijk
heid dat er voor het volgende jaar een verhoo
ging der gemeentebelasting in het zicht was.
Geen der raadsleden heeft zich hierdoor doen
afschrikken. En terecht. Waarom? Ook ik heb het
kohier der belastingen eens nagezien. Ik geloof
niet dat belastingverhoogin'g noodzakelijk kan
zijn, ten minste niet omdat men den onderwijzers
en het ambtenarenpersoneel een menschwaardig
bestaan verschaft. Over het algemeen zijn de
aanslagen in de inkomstenbelasting te laag, ook
al schreeuwen ze allen dat ze te veel betalen.
Men moet ook in Schoten maar eens leeren be
grijpen dat men verplicht is de belasting te
betalen van het werkelijke inkomen. Rijk en arm
er zijn in Schoten niet veel rijken moeten
zonder uitzondering betalen van het werkelijke
inkomen, ook al is voor ons allen het wegbren
gen van belastingcenten nu juist niet'zoo'n
vroolijk weric. En als iedereen te Schoten zou
betalen van het werkelijk inkomen, dan is de
belastingverhooging m. i. beslist geen noodzake
lijkheid. Die boeman van B. en W. kunnen wij
gerust ter zijde zetten. En neem aan dat het
wel zoo zou zijn. Dan vraag ik: mag een belas
tingverhooging voor de gemeenschap, tegenhou
den dat het personeel dierzelfde gemeenschap een
menschwaardig bestaan heeft? Het antwoord
kan niet twijfelachtig zijn.
Het voorstel van B. en W. om duurtetoeslagen
aan het gemeentepersoneel te geven, lokte eenige
incidenten uit. De burgemeester kwam opeens in
den Raad met een geheel nieuw B. en W.-voor-
voorstel, waarbij notabene de vroegere voorstel
len van het college met meer dan 100 pet. ver
hoogd werden en dat in een tijdsbestek van vier
weken.
,De heer Blom stak het eerst van wal. Hij be
weerde er ligt geen lijn in de houding van het
college. Zij worden heen en weer geschommeld.
B. en W. zouden dan ook goed doen in het ver
volg hunne voorstellen toe te lichten, dan heeft
de Raad tenminste eenig houvast. De heeren
sre^ vxktherï?n Hooy sPral{en in denzelfden
geest. Wethouder Boxs kwam verklaren dat hii
mets van de voorstellen van B. en W. afwist
Het schijnt dat deze wethouder niet heel goed in
staat is om iets te onthouden. Er bleek uit de
opmerkingen van den burgemeester, dat er toch
wel over gesproken was. Ik zal het eens zeggen
rondweg, zonder blikken of blozen. Ais je buiten
gewoon raadslid ben, dan mag je iets meer zeg
gen dan recht toe. Welnu: de heer Boxs is m.°i.
luit ongeschikt om als wethouder op te treden.
Zijn geneele optreden is een ware afbeelding van
de geheele vrijzinnigheid. Halfslachtigheid is een
der vele kenteekenen dier heeren en daarmede is
de heer Boxs niet misdeeld. Ik- gelooi dat zijne
halfslachtigheid zeer nadeelig in het college en
vanzelf ook tegen de belangen der gemeente
werkt. Dat hij een bekwaam aannemer is, zal
heel goed mogelijk zijn, daarom is hij nog lang
met een goed wethouder. Op zijne'plaats be
hoorde een krachtiger figuur te staan. Iemand
van de kwaliteiten als onze wethouder Loerakker
omdat1" rifFi- wei* kunnen verrichten, te meer
maar slani? %Vf,n 0nzen raadsvoorzitter ook
werken w toestanden moeten slecht
werken ai het gevolg daarvan is dat er half
werk in den Raad komt.
Piet Verkooy begon de houding van B. en W
te verdedigen, totdat een bestraffende Mik van
zijn partijgenoot Maagendana hem "deed zwijgen.
Werkelijk, da héér Maagendans ia van de socl's
de slechtste niet. Hij is in elk geval eén man
van gezond veratand, die natuurlijk nog wel eens
nonsens verkoopt anders zou hij geen 8. D. A.
P'er zijn, maar aie toch over het algemeen veel
en veel beter is als Verkooy. Da heer Maagen
dans bewijst telkens dat hij de zaken bestudeerd
heeft. De heer Verkooy integendeel babbelt om
te babbelen.
Door de houding van den heer Boxs bestond er
dus geen nieuw voorstel van B. en W. De
sociaal-democraten wenschten er van te profitee
ren. Zij onderteekendm het voorstel, dat mede-
geteekend werd door weihouder Loerakker. De
heer Hooy verklaarde toen nog eens uitdrukke
lijk tegen te zullen stemmen, omdat het hem
onmogelijk was de houding van B. en W. goed
te keuren. Bovendien: hij gevoelde meer voor het
kindertoeslagsysteem. De voorstellen Maagen-
dans-Loerakker, zijnde van de verste strekking,
kwamen het eerst in stemming. Zij werden aan
genomen met 7 tegen 5 stemmen. Van rechts
behoorden de heeren Loerakker, Blom en de
Vries tot de voorstemmers
Al de gemeente-ambtenaren krijgen voor het
jaar 1918 vanaf 1 Juli een toeslag van f 26.—
per maand als zij gehuwd zijn; ongehuwden ont
vangen f 13.— per maand, met aftrek van
eventueele duurtetoeslagen, door de regeering
gegeven, of nog te geven. Öok het onderwijzend
personeel zal hiervan profiteeren.
Dé gevallen beslissing is m. 1. in zoover tóe
te juichen, dat men dan ook eindelijk iets voor
de ambtenaren gedaan heeft. De loonen van het
secretarlepersoneel zijn schreeuwend laag. Die
eischen dringend verhooging. Voor de ambtena
ren wensch ik dat de Raad in een der volgende
zittingen een salarisregeling zal vaststellen,
waardoor dat personeel ten minste gelijk komt te
staan met dat te Haarlem.. In verhouding moeten
zij meer werk presteeren. Waarom ze dan zoo
veel slechter betaald?
De volgende maal zal de zitting wel wat ge
zelliger zijn. Dan zijn de onderwijzers vermoe
delijk afwezig en behoeven de soc.-dem zich niet
zoo druk te maken. Misschien is onze voorzitter
dan ook niet zoo boos, als de leden hunne ge
dachten anders uitdrukken dan in de uniting,
die hem gewenscht wvor-vmnt. n
Wanneer een pastoor alvorens rijn brevier
te hebben gebeden naar' rijn hotel terugkeert
van een langen tocht pof buggi?erJ bemerkt,
dat een trommelaar zich in rijn® kamer be
vindt om met zfjn instrument den tijd te doo-
den, dan haakt haj naar de rust van een eigen
pastorie. Vader'Algernon, had nu do pastorie,
doch bezat nog niet de genius» die er bet be
stuur voert. Het jaarlijksch bezoek aan al zijne
parocianen in zijne uitgestrekte gemeente had
hem in kennis gebracht met verscheidene vrou
wen, wier uiterlijk ai de vereisen, ten van hev
Gkxncilie vtan Trente vervul den. Op Maria viel
zijn eerste keuize wKnt daar kwamen er meen
en er zullen mogelijk nog andere Volgen
wat baar leeftijd aangaat, rit was super a dulta;
maar het overig© was zelfs iu de hoofden der
eerbiedwaardige Vaders van Trien te louter gis
ting, zooals hot trouwens altijd geweest is
betrekkelijk elke vrouw' vaai beteelcenis, sinds
Eva voor het eerst de deur voor een bezoeker
opende. Om de waarheid, te zeggen, koos vader
Algernon, na overtuigd te zijn van baren leef-
tijd, Irnar w eg-en s hare kook ka net. Hij ha d een
proefje gehad van deze ]aateifce, toen liij onver-
wiacfht» het huis betrad1, waar zü werkzaam wtta.
en zjj werd zijne huishoudster voor een korte
wijle. Haar plotselinge val had plaats op deze
wijze.
Op zekeren dag, den dorden in hare betrek
king, schoof bü een stoel naar de tafel, waar
vader Algernon zijn ontbijt gebruikte» en na
hare armen op de tafel te hebben geplaatst
voor een lang onderhoud, ving zij aan
„Ik meende goed te doen, u te waarschu
wen voor Katie G. Zij is eene edhte babbelkou»
en zii vertelt alles» wat u haar zegt. Zij vertel
de Mrs. Casey, wat een mooi kerkboek n haar
had gegeven, en Mrs. Demera vertelde aan
Lizzie Duggan. dat Katie aan hare tante
zeide, die het mij weer terugvertelde, dat u
uwen hoed voor haar afnam, maar het niet
deed voor Mary Macintre, en Mrs. Casey zeide
mij dat» als ik eens wist wat een babbelaarster
Katie G. ia, ik het u zou vertellen om te ver
hinderen, dat u zich belachelijk zou maken."
„Houd je mond, vrouw 1" onderbrak baar
vader Algernon, bleek van kwaadheid. „Gij
zelf ziit de babbelkous. En dan nog je zelve
te vermeten, om de handelingen te hekelen
van je meester, ja, van je pastoor.
Eenige bittere woorden volgden zxine ge-
reahte verontwaardiging, en Maria nam naar
ontslag.
Vader Algernon was een Ballerina in zijne
kennis der theologie, maar zeer onervaren in
de wegen van vrouwen. Arme man! In de
meening, dat eerherstel diende gegeven te wor
den aan Katie Q., voor de onteerende bemer
kingen van zijne vroegere huishoudster, nam
hij haar in rijnen dienst. Spoedig daarna ont
stonden er twee partijen in zijne parochie, de
Maria's en de Katie's. Katie loerde altijd uit
het veneter der pastorie, totdat zij Maria
's Zondags naar de Mis zag gaan. Daarna liep
zij snel naar de deur en vertraagde dan haar
stap, tot zij tegelijk met Maria bii de kerkdeur
aankwam, waar eiken Zondag een wissel in?
I
De kerels kunnen niet binnen het half uur hier
zijn. Laten zij slaan, zoo hard zij willen, sprak hij.
Ik denk, dat ik maar naar binnen zal gaan en een
beetje slapen,
Zijn onderstelling kwam echter verkeerd uit. In
minder dan twintig minuten hadden zijn bewakers
de deur geforceerd.
HOOFSDTUK XXIL
De beide wegen.
De Franschen renden de duisternis in, Hepen het
slaapvertrek voorbij, namen hun weg over cn door
de afgebrokkelde muren en snelden in wilde jacht
over de ophaalbrug naar den weg, niet vermoedende
dat da gevangene den zonderlingen inval had gehad
'n het kasteel een slaapje te doen.
d iiP dat 00Senblik snelde Perilla haastig dit ge-
eeite van den weg langs, zonder echter ié weten
arheen. Plotseling hoorde zij het geluid van snel
rende personen en zij verschool zich terzijde
van den weg. Toen hoorde zij de volgende woorden:
Wat, als de hertog al den tijd in liet kasteel is
dat wij hem nog zoeken?
De stem kende zij maar al te goed. Het was die
van Verdier. Zoo, zoo, zij hadden dus den hertog
gevangen en deze was ontsnapt. En hij was blijkbaar
nog op het kasteel, anders zou zij hem op den weg
hebben moeten ontmoeten. Maar waar lag het kas
teel? Zij moest daarheen, waar het ook iag, heni
zeggen waar zij" waren en hem uit hun handen
voeren. Zij had den rechten weg gevolgd, derhalve
moest het kasteel achter de Franschen liggen
Plotseling hoorde zij den galop van een paard en
oogenblikkelijk dacht zij aan „die mevrouw Opie"-
doch voor zij eenig plan kon vormen, gingen dé
onzichtbare hoeven haar voorbij.
Het was Lize, die, niét wetende, dat haar vrienden
den verkeerden weg hadden ingeslagen, het voetpad
was gevolgd, en hen niet vindende, teru<* gegaan
was om hen te zoeken.
Lize, Lize, riep Verdier, toen zij vlak bij was,
'n s hemelsnaam, wat doet gij hier, was haar
antwoord.
Slecht nieuws, sprak Verdier, de gevangene is
ontvlucht.
Dan beklaag ik u. Niets zal uw schande kunnen
Uitwissehen.
Zij vvaren gekomen aan het kruispunt der beide
wegen.
De kwestie is deze, Lize, sprak Verdier, dat hij
van «w«ï sarcasme plaat» had tuasdhén beiden.
Deze woordenwisseling vóór de M|e ffi»
niet» In Vergelijking van het geklets daarna.
De Katie's hadden een vergadering, waar zij de
Miarla's bevitten en den pastoor prezen;
de Maria's haalden de Katie's over dien heikel
en soholiden op den pastoor. Ongelukkige man!
Zoo hij naar dilt kleingeestig gepraat maar
niet had kunnen en willen luisteren, ware
alles wel geweest. Doch Katie bezat de gave
van tranen, en vader Algernon die van mede-
lijdlen. Wanneer hij haar zag snikken, en zij
zorgde wel dat hij het dikwijl» zag wera' zijn
hart tot medelijden met haar bewogen. Nog
maals beging» hij de ongelukkige daad, om in
zijne bemerkingen van don preekstoel te zin
spelen op dezen storm in den parochiëelen thee
pot. Gevolg daarvan was, dat alle kinderen van
Maria's partij niet meer meededen met de open
bare vermakelijkheid, welke geplant was voor
het feest van St. Patrick. De partij van Katie
had wel te beschikken over vele woorden, maar
niet over vele kinderen, en derhalve werd de
naburig© parochie uitgenoodlgd, om haar zang
koor te zenden om een concert te geven, en
aldus hot feest niet in duigen te laten vallen.
Nu, zoo er èêne zaak is, welke al heel erg wordt
opgenomen, dan is het toch zeker deze, om
oigen muzikanten de beleed igin.g aan te doen,
om talenten van buiten te importeeren. De
ontvangsten toonden dit m.aar al te wol. Doch
het uiur van Katio zou snel en met verwoedheid
slaan.
Op zekeren avond, toen vader Algernon meev
dan een uur op een te laat komenden trein
had zitten wachten, besloot hij eindelijk, dat
bezoek maar uit te stellen en naar huis terug
te keeren. De pastorie was schitterend ver
licht. Zachtjes sloop luj naar binnen en zag zijn
spreekkamer en studeervertrek gevuld met
vriendinnen van Katie, die daar druk aan 't
kaarten waren. Toen bij de kamer binnentrad,
bemerkte hij Miss Quinn, die tevergeefs tracht
te de deur dor brandkast to openen om bet
doop regis tor te zoeken, waarin zij wilde zien
of Mary Murphy niet ouder was dan 25 jaar;
ook wilde rij de nieuwsgierigheid van Mrs.
Murray bevredigen, die verlangend was te
weten., wanneer de oom van James White's
vader getrouwd was. Na enkele oogenblikken
van angstige besluiteloosheid, redde zich Katie
uit de verlegenheid, met vader Algernon uit
te noodigen om mede een kaartje te leggen.
,,Kan ik dan hier niemand vertrouwen
riep de priester in gramschap uit. „Is dat de
eerbied, dien gij uw pastoor verschuldigd zijt,
door zijn- huis voor kaartkransjes te gebrui
ken?" De woorden stokten in zijn keel. Hij
zette de deur wijd open en gaf het gezelschap
een teeken om zich te verwijderen. M"en nam
geen tijd om te zien, of de hoeden wel recht
op het hoofd stonden.
De volgende Perpetua, met name Margriet,
fcwam van een andere plaats, hetwelk haar ech
ter niet belette om spoedig op de hoogte te
zijn van alles wat in de parochie voorviel. Zij-
was eene vrouw van "middelbaren leeftijd, hare
kookkunst was onovertroffen, evenals hare
rekeningen bij den kruidenier; hare stilzwij
gendheid, deed den pastoor genoegen; hare
voorzichtigheid blonk uit in are betrekking om
op de bol te letten, altans die was nn minder
in gebruik dan vroeger. Vader Algernon
schreef dit toe aan de verkoeling veroorzaakt
door het gekibbel van de Maria's en de Ka
ties; maar hij werd op zekeren dag wijzer, toen
hij diit gesprek aan de deur vernam:
„Is do priester thuis?" vroeg een man.
„Mogelijk is hii thuds, mogelijk ook niet,"
antwoordde Margriet.
„Ik wensch hem te spreken."
„Wat verlangt gij van hem?"
„Tk geloof niet, dat u dat aangaat."
>,Dat gaat mij zeker aan. Ik ben de huishoud
ster en ik moet weten wat gij van den pastoor
verlangt, voordat ik hem lastig val."
„Veronderstel eens, dat ik hem wensch te
zien aangaande een huwelijk."
„W ie gaat er dan trouwen
„Dat zeg ik je niet. Maar het zal je berou
wen, zoo er iemand sterft zonder den pries
ter."
„Wie is er ziek?"
„Dat zal ik den pastoor wel zeggen."
>,Zeg bet mij eerst."
„Ook goed. Het was niet een huwelijk of een
sterfgeval, maar ik kwam hier spreken over
een legaat van 500 dollar, hetwelk mijne tante
Vader Algernon wilde nalaten en rij zond mij
naar hier om hem te vragen of hij het zou
willen aannemen en hoe hij zijn naam 9pelt, en
nu," sprak de man, terwijl hii ziah omkeerde
om heen te gaan, „jij bent de schuld, dat hij die
som verlieefc.-"
„Kom hier!" riep Margriet, „dat i« zoomijne
manier, 't was maar een grap. Kom, ik zal
Vader Algernon roepen."
De bedelaar ontving den prijs van nacht-
lognes van Vader Algernon, meer voor zijne ge
vatheid dan wijl hij er behoefte aan had en
Margriet ontving eene geduchte terechtwij
zing. Kort daarna, terwijl de paBtoor in zijn
studeervertrek zat, diende Margriet Mr. Mc.
iv-enna aan. De priester bood hem een stoel
aan en sloot de deur, welke naar de eetkamer
toegang verleende. Wanneer de bezoeker ver
trok, ging een luid geklop op de deur dor eet
kamer vooraf aan bet majestueus© intreden
van Margriet.
„Ik ben voor de laatste maal geaffronteerd,"
ving zij aan met waardigheid.
,.Wat?" klonk het verbaasd uit Vader Alger
non's mond.
sloot de deur voor mijn gezicht en dat
GERUSTSTELLEND.
„Och dokter," klaagt een koffiehuiehouder,
„wat 'n ongeluk 1 Gisteren hebben dieven la
ïnijn wijnkelder ingebroken en tien fleseehen
meegenomen. O, kon ik die schurken maat
op het ejpoor komen."
„Stel je gerust, vriend: als d ekerels uwen
"wijn hebben opgedronken, ben ik zeker, dat
ize mijne patiënten zullen worden. Tk heloot
je, ik zal je waarschuwen."
STOF.
Dichter: „Nu heb ik stof 1 Stof voor een
nieuw drama, stof voor een blijspel, mnaT
geen stof voor een nieuwe pantalon."
wel in tegenwoordigheid van Mr. Mc. Kenna!"
„Dat spreekt van zelf," antwoordde de pa
stoor op ijskouden toon. „Hij kwam hier voor
eene zaak, die je volstrekt niet aangaat."
„Dat is hetzelfde. U beeft me geaffronteerd
in zijne tegenwoordigheid. Meent u soms, dat u
mij niet kan vertrouwen? Zoo ik de gewoonte
had van afluisteren, dan ware bet wat anders.
Maar om de deur voor mijn neus te sluiten»
zoodat ik niet kon hooren wat u roet hem
sprak, was juist zoo erg als wanneer n aan
John Mc. Kenna zoudt zeggen: „Die vrouw is
een babbelaarster."
De verbaasdheid dee priesters werd door
Margriet opgevat als zwakheid. Zij werd meer
en meer brutaal en zeide, dat zij moest worden
behandeld als iemand van de familie.
Vader Algernon sprong van zijn stoel op en
riep met onderdrukte gramschap uit: „Maar
gü zijt geen familielid-. Gij ziit een dienstbode."
„Ik ben geene dienstbode," protesteerde Mar
griet met verontwaardiging.
„En wat zijt gij dan, zeg?"
>,Ik ben de huishoudster!" En Margrie's vor-
stelijke kin wees hemelwaarts. „Eene huis-
houdster," vervolgde zij„is geen dienstmeid.
Zij is evengoed als elk ander in de parocuie
en zeker evengoed opgevoed. Zij zal zieh niet
beneden anderen plaatsen: zii is de gelijke van
ieder ander, zelfs van John Me. Kenna en zij
zal zich niet laten op zijde duw en door iemand,
wie ook, rij het pastoor of volk."
Den volgenden dag pakte Margriet haro
zaken bijeen en vertrok.
Vader Algernon dacht lang en ernstig na.
Was liet nu allemaal zijne eigen schuld, dat
eeuwig geharrewar met zijne hui
Moesten zijn tijd en zijne gedachten dan ge 1
worden ingenomen door deze kleine huishoude
lijke zorgen en zou bü dan door die zaken cre-
kweld, onbekwaam zijn zich to wijden aan het
eigenlijk parochiewerk? Hü bad behoefte aan
den raad eens vriends. Hij wilde de zaak et1 a
gaan bespreken met Vader Sm»tb, een ouden
priester, die al heel wet missieplaatsen en
menige huishoudster had overlèeefd.
„Kam maar direkt binnen, Vader Algernon,
gij zijt bier thuis," riep de goede, oude Vader
Smith op vrooliiken toon. „Gij zü't geheel -
na je lange reis. Neem een sigaar. Niet? Gij
moet iets hebben, dat je kwelt. Er uit er meel
Is de collecte voor UvaJ tegengevallen Erger
dan dat?.Huishoudster? Wel, jongen, zü maken
deel uit van de hiërarchie en w»ii moeten z©
hebben. Nu, vertel me je bezwaar eens."
Vader Smith luisterde vriendelijk naar het
lange verhaal in al zijne onderdeelen.
>,Wees opgewekt en werp alle zOTgen van je
af, mijn jongen," sprak hij: „Ik heb juist de
rechte voor je.hier. Voorzichtig als een duif,
wijs als een slang, kookt als een Eransohe kok
en zij is goed opgebracht 6'oor oen goede moe
dor. Zij «heeft eene nette opvoeding genoten,
speelt en ringt; zij is nu eene wees sedert drié
jaren."
No- 40. 3 AUGUSTUS.
BELANGRIJK.
Wii maken er de Bestuursleden der onder-
afdeelingen reeds bü voorbaat opmerkzaam op
dat de eerstvolgend© vergadering van den Be
stuursraad zeer belangrijk belooft te, worc'en.
z-ooals reeds voorloopig is medegedeeld zal
onze Eerw. Adviseur daar nader toelichten onze
houding ten opzicht© van gecombineerde ver-
p .deringen met vakgenooten, die niet van ou: j
r: 'nr rijn.
Zeker zal niemand op doze vergadering man
keeren. Let op de nadere aankondiging.
HER WONNIuN LEVENSKRACHT.
Overal in het land is Bloemendag gehouden
ten bate van „Herwonnen Levenskracht" Al
leen in Haarlem niet, dank zij de houding van
onzen Burgervader.
Den leden van onzen Volksbond wordt ver-
zoch om een offertje voor dit fonds. De Be
sturen zullen deze offertjes wel willen in-
zamelen.
AGENDA SOCIËTEIT „ST. BAVO."
ZONDAG 4 AUG.Rederükerskamer, opvoe
ring ,J)p de Hellas", 8 uur.
MAANDAG 5 AUG.: Esperanto 8 tiux
Bestuuf Spaarkas, 8 uur Schoenmakers
patroons, 8 uur.
DINSDAG 6 AUG.: Crisis Middenstand, 8K
uur Bouw vakbond, 8 uur.
WOENSDAG 8 AUG.: Uitvoering Rederij
kers „Op de Hellas", 8 uur.
DONDERDAG 8 AUG.: Bureau voor
Rechtskundig Advies, 8V2 tot 914 uur Uit»
V07riro^^^i^erS "0p de Hriïas", 8 uur.
'on AUG.- Gewone zittingen
van 89 uur.
zeker niet ver van ons verwijderd kan zijn, maar
welke der beide wegen heeft hij gekozen?
Verdeel u in twee groepen en stuur er eiken weg
een op.
Een goed idee, antwoordde Verdier, maar on
mogelijk te verwezenlijken. Wij hebben een ont
moeting gehad met een bende roovers en zijn slechts
met ons zessen overgebleven. De hertog'van Wel
lington is er de man niet naar om zich door drie
mannen te laten gevangen nemen.
Maar zoo verliest gij uW kostbaren tijd. Ga
naar het noorden. Als gij uit de richting van het
zuiden komt, licht het meer voor de hand, dat hij
naar het noorden is gegaan. Welnu, ik zal onder-
tusschen zuidwaarts rijden.
Goed. Ik wensch u veel succes.
De mannen sloegen den weg naar het noorden in
terwijl Lize hare nasporingen in zuidelijke richtimr
voortzette. Perilla hoorde weer spoedri het hoeftre-
trappel achter haar. S °ClgÜ
Ditmaal moest zij absoluut spreken, moest zij
meer te weten komen.
Is u het, mevrouw Opie? rjep zi.- ]uid.
Lizes paard steigerde door de kracht, waarmee
zij liet dier inhield. Zij herkende de slem aanstonds.
Ja, ik ben mevrouw Opje sprak zij. En gij
Perilla?
Ik wachtte op u, maar gij kwaamt niet.
Lief kind, er is iets vreeseiijks gebeurd....
O, ik heb het wel gedacht.
De misnoegde en geërgerde toon waarop deze
woorden werden uitgesproken, lieten geen twijfel
aan de gezindheid der spreekster.
Zoo, zoo, Perilla wantrouwt mij, mompelde
Lize; ik moet voorzichtig zijn.
Zijt. HÜ den hertog nu aan het zoeken? sprak
zij overluid. r
Wat bedoelt u?
ik veronderstel, dat gij weet dat hij" gevangen
genomen en weer ontsnapt is. Ik hoop, dat een van
ons hem zal vinden.
Ja, ik hoop ook een van ons.
Wel, als u slaagt, wil ik u een wenk geven.
Gij weet het kruispunt der beide wegen
gekomen; zoo gij hen dus met
8''uJe rekende 'efJ"! dal' Perilla, haar thans wan
trouwende, wanneer zij den hertog zou vinden, juist
hét tegenovergestelde zou doen van wat ze zeide
en hem zoo recht in de hanclcn der Franschen zou
voeren.
En waarlijk, Perilla zei terstond tot zich zelf-
Ik zal hem in alle geval in noordelijke richting
leiden. e
Lize keerde terug naar den Martello Tower Perilla
ging de tegenovergestelde richting uit.
Juist aan het eind der twintig minuten, die hij zich
had toebedeeld, opende de hertog zjjn oogen. Hij
verwachte het gebeuk op de deuren te hooren, msar
alles was stil. Hij rees op en trok zijn jas aan, die
hij had uitgedaan. De tocht had de gloeiende koien
doen ontvlammen. Hij stak den lantaarn van den
kluizenaar opnieuw aan en verliet het kasteel, de
richting inslaande naar het voorhof.
zii denken zeker, dat ik Jen weg op gevlucht
ben sprak hij. Zij hebben meer ijver dan verstand,
zie 'ik. Üet zijn goede soldaten maar slechte gene
raals. Welnu, ik zal wachten tot zij goed en wel
weg zijn.
Hij zat op een groofen steen in den voorhof met
ontbloot hoofd, de lantaarn tusschen zijn knieën een
zijtfkin2 °P Zij" knie' met duhn en wi!svil>ger' aan
wanneer zifmU S ter"gkeere". redeneerde hij;
denken da °P e? ^eg vinden» zij
zich naar L u 'g en wel ben thl»s gekomen en
nipt VtPh 1 lp r,P°eden, als ik hen tenminste
niet heb laten opvangen.
Na een kwartier kwam een meisje op hem aan-
loopen.
Mijnheer, sprak zij, is u de hertog.
Hij liet zijn hand zakken en ging rechtop zitten.
Ineens wist hij haar naam. Dat moest uie I en.Ia zijn,
tegen wie men hem had gewaarschuwd.
Wel, Perilla, sprak hij, wat zoekt gij
(Wordt vervolgd