Vleesshdistributie Haarlem
Rantsoeneeriity Aardappelen
""buitenland
REGEERINGS-VISCH. Kaas-Verstrekking.
CISTRIflUTIE-BEDBIJF HEEMSTEDE
P. W. TWEEHU1JSEN,
IACQUES DE BRANCI0N
per persoon één pond Visch
2 ons vet Kaifsvleesch
I ons Leverworst en I ons Bloedworst
op bon A No. 39 IV2 ons kaas.
RIJST VOOR AARDAPPELEN
een kwart K.G. Rijst
vanaf heden voorloopig geen aardappelen
naar verkiezing verkrijgbaar
/erbod verwerken fiflelk tot Kaas.
WAD DE PERS ZEGT
WITTE SOHGEWEK
STERICE VETERS
VROOLIJK ALLERLEI
FEUILLETON
DINSDAG 13 AUGUSTUS 1918
42ste JAARGANG 9712
BUREAUX: NASSAULAAN 49, HAARLEM
OE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f_LMj PER
TELEFOON 1426 EN 2741 ADVERTENTIEN
WEEK 15 CENTSFRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,30
20 CENTS PER REGEL 20 °/0 OORLOGSTOESLAG. BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING
Kalfsbeenderen a 10 cents per K.G.
M 8327
WERELDBRAND- j
DE STRIJD IN FRANKRIJK HET NIEUWE
OFFENSIEF - NOG ENKELE VORDERINGEN
- PROYARD GENOMEN CHAULNES EN
R0YE NOG NIET HEROVERD? 40.000
GEVANGENEN EN 700 KANONNEN GEEN
GROOTE GEBEURTENISSEN - OOSTENRIJ
KERS AAN HET WESTELIJK FRONT DE
BESLISSING NIET IN HET WESTEN?
TUSSCHEN S0ISS0NS EN REIMS DE
GEVECHTEN IN DE LUCHT DE BUIT DER
GEALLIEERDEN.
Barteljorisstraat 27. TEL. 1770
8011
Romantisch verhaal uit den tijd der
Fransche Revolutie.
i
Augustus 1918,
tot 1 uur n.m.
verkrijgbaar
8327
Woensdag 14
van 10 uur v.m.
op vertoon van
VISCHKAART NO. 5300—5800
in de Gemeentelijke Vischhal.
De Directeur v. h. Gem. Levensmiddelenbureau
F. DE JONGE.
Verkrijgbaar op Donderdag 15 Augustus, des
namiddags van 1 4 uur
op BON NO. 21 van de vleeschkaarten met let
ters I tot en met P, bij:
ENGELENBERG, Zijlstraat 68.
KOORN, Kruisweg 10.
KAMME1JER, Gedempte Oude Gracht 80.
H. HECK, Kleine Houtstraat 32.
In deze winkels zijn in beperkte hoeveelheid
op BON NO. 22 letters A tot en met H des
namiddags van 45 uur
verkrijgbaar. Dit artikel kan niet worden besteld,
doch moet worden afgehaald.
Het KALFSVLEESCH kan op eerstgenoemde
bons WORDEN BESTELD op Woensdag, des
morgens van 812 uur en van 2 6 uur,
hij: L. MONTAUBAN, Pieter Kiesstraat 2 b.
P. MULLER, Groote Houtstraat 131.-
J. KLERK, Kennemerstraat 32,
P. GEUKERS, Palmstraat 15.
DOOREMAALEN, Korte Begijnestraat 7,
STOELMAN, Schagchelstraat 38.
T. BENRAADT, Spaarnwouderstraat 69,
NIEUWJAAR, Oranjeboomstraat 140.
Bij bestelling moeten de bons worden medege
bracht en het bestelde betaald. Men bestelle in
den winkel welke zoo dicht mogelijk bij zijn
woonplaats is gelegen, daar anders de uitvoe
ring der bestelling 24 uur wordt vertraagd.
Het bestelde wordt op Donderdag thuisbe
zorgd.
De prijzen van het kaifsvleesch zijn
FRICANDEAU, SPIERSTUK EN DIKKE
LENDENEN f2.p. pond
LAPPEN, POULET en GEHAKT -1.75
CARBON ADEN - 1.6o
Verkrijgbaar op Donderdag 15 Augustus, des
namiddags van 14 uur
k 471/2 cent per pond, op bon No. 20 der vleesch
kaarten, met letters R en S, bij
G. BENRAADT, Hoogstraat 4.
BOESMANS, Gedempte Oude Gracht.
Deze worst kan WORDEN BESTELD op
Woensdag van 812 en van 26 uur, bij::
ZWART, Schotersingel 131.
J. W. DE GRAAF, Zijlweg 66.
VAN LEEUWEN, Kleine Houtstraat.
STAM, Barteljorisstraat.
Bij de bestelling moeten de bons worden mede
gebracht en het bestelde betaald. Men bestelle in
Jen winkel welke zoo dicht mogelijk bij zijn
woonplaats is gelegen, daar anders de uitvoering
Ier bestelling 24 uur wordt vertraagd. Het be
stelde wordt op Donderdag thuisbezorgd. 8224
De Directie van het Gemeentelijk Levensmid
delenbureau te HAARLEM maakt bekend, dat
vanaf Woensdag 14 Augustus tot en met Dins
dag 20 Augustus verkrijgbaar wordt gesteld
De Directie van het Gemeentelijk Levensmid
delenbureau te HAARLEM maakt bekend, dat
vanaf heden 13 Augustus tot en met 16 Augus
tus 1918 wordt verkrijgbaar gesteld op BON A,
NO. 37
tegen den prijs van 20 cent per K.G. 8327
De Directie van het Gemeentelijk Levensmid
delenbureau te HAARLEM, brengt ter kennis,
dat
MOGEN WORDEN AFGELEVERD.
Na inventarisatie der aanwezige voorraden,
zullen deze op bons worden gedistribueerd. 8227
Op BON NO. 19 is
één ons Kaas 20 -f- in plaats van Gouda volvet
of Edammer 40 8326
De Gemeentebesturen van HAARLEM,
3ENNEBROEK, HEEMSTEDE en SCHOTEN
naken bekend, dat door den Minister van L.,
N. en H. is bepaald:
1. Het is met ingang van 20 Augustus 1918
verboden om volle, geheel of gedeeltelijk afge
roomde, of op andere wijze bewerkte melk te
verwerken tot kaas. 8328
Ontheffing van dit verbod, kan onder nader
te stellen voorwaarden worden verleend door
het Rijkskantoor voor Melk en Kaas, te
's-Gravenhage.
J t. Europa in gevaar
Als twee honden vechten om een been!
Met eenige wijziging is dit spreekwoord zéér
van toepassing op den toestand van het
oogenblik.
Engeland en Duitschland worstelen om de
wereldheerschappij. Dat ze beiden hun bondge-
nooten hebben, doet niets ter zake. Deze zijn
immers toch niet anders dan de kleine bootjes,
die varen in het zog van den grooten veel-
raaster.
Doch meent ge dat Engeland of Duitschland
met de zoo begeerde wereldheerschappij zullen
gaan strijken?
Geen verstandig mensch meer die het gelooft.
Het zwaartepunt der wereldmacht verplaatst
zich langzaam misschien ook niet langzaam
naar het verre Westen,
En Amerika, dat met de meest nobele
bedoelingen, hoor! in den strijd heeft inge
grepen toen de andere partijen al een leelijken
knauw van den oorlog te pakken hadden, zal
straks, als de oorlog uit is en de Europeesche
mogendheden uitgeput en hijgend als amechtige
honden tegenover elkaar 'liggen, nog frisch
genoeg zijn om het „been", de heerschappij
over wereldhandel en wereld-industrie, naar zich
toe te halen!
Prettig voor Europa's „groote" mogendheden,
maar ze hebben het zelf gewild.
En merkwaardig, dat in Engeland verstaat
ge, lezer, in Engeland, men meer en meer be
ducht wordt voor de verplaatsing van het over
wicht naai New-York nü reeds en na den
oorlog.
Meent ge dat het Lloyd George of Foch zijn,
die over de voortzetting van den oorlog beslissen?
't Mocht wat. De groote broer Wilson is het,
die met zijn milliairden-leeningen de Europeesche
regeeriagen geheel in zijn macht heeft
De vlammen van den oorlog en het bloed der
Fransche slagvelden zijn het avondrood van den
ondergang der Europeesche zon!
t1 Averechtsche Overheidsbemoeiing.
Do oanstandiigtheden hebben eir toe geleid, diat
de socialisten een hunner wenechen: voor
ziening in de behoeften der volkshuishouding
direct door den Staat, voor een aanxienijlk
deel in vervulling hebben zien gaan.
Wij allen weten ervan mee te praten, wat
dit bete ék ent; wij hebben meer dan ons
lief is, kennis gemaakt mét den bureaucrat!-
schen rompslomp, waarmee de overheidsbe
moeiing in zake verstrekking van eetwaren,
voor weipen van huishoudelijk gebruik en wat
dies meer zij, gepaard gaat
Wij allen hebben er, om het maar eens niet
»salonaehtig« uit te drukken, onzen huik vol
van, zonder ons genoegen te kunnen eten.
We weten wel, dat het in de oorlogsjaren,
zonder staats- en gemeente-bemoeiing, nu een
maal niet zou gaan. Maar de noodgedwongen
proef, waaraan wij ons hebben moeten onder
werpen en onder wier tiranniek juk wij elk
uur van den dag gaan gebukt, heeft glas
helder aangetoond, dat de vrije handel (niet
te verwarren met Vrijhandel in tegenstelling
met Protectionisme als economisch stelsel),
zoo spoedig mogelijk nó den oorlog, in eere
dient hersteld.
Het Program der Katholieke Staatspartij
laat in dit opzicht aan duidelijkheid niets te
wensohen over.
»Zoodra de omstandigheden zulks gedooken,
aldus luidt punt 6 van de ^onderwerpen
van algemeen maatschappelijk belang« ge
leidelijke terugkeer tot de vrijheid der be
drijven; buiten werking stellen dl0E crisis
maatregelen.*
Van de Katholieke volksvertegenwoordi
gers in de Tweede Kamer, mogen wij ver
wachten, dat ook punt 6 van dit onderdeel
van ons Program, geen dtoode lettor blijve en
dat, ten spijt der socialisten en andere uto
pisten, de distributie-rommel, aoodra maar
'oventjes doenlijk, op de zolders der Rijks- en
gemeente-archieven voor goed wordt opge
borgen.
Averechtsche overheidsbemoeiing schre
ven wij hierboven.
Dat lijkt ons ook het tegenwoordig gesol
van tal van gemeentebesturen met het rook
verbod voor kinderen.
Dat gesol komt tot uiting door aller
lei verbodsbepalingen, van zeer uiteenloopen
den aard in de gemeenten, diie daarin liefheb
beren.
Wij zullen het rocken door kinderen niet in
bescherming nemen.
Integendeel.
Maar, het rookverbod voor de jeugd dienlt
door de ouders gehandhaafd te wor
den.
Wanneer doze zich terdege van hun ouder-
pliöht bewust zijn, dan zorgen zij zooveel mo
gelijk dat hun schoolgaande jongens zich van
rocken onthouden.
Wij zeggen: zooveel mogelijk, want aan va
ders en moeders, die verder zien dan hun
neus lang is, kan het niet onbekend zijn dat
Gerrit of Piet, eenmaal buiten het gezicht
der ouders, wel eens een sigaret of sigaartje
verschalken.
Echter, daartegen helpen ook geen draconi
sche strafbepalingen der overheid.
Meer dan aan een rookverbod van
gemeente-wege, hechten wij. aan het ze
delijk overwicht op hum kinderen, van zich,
hunner verantwoordelijkheid bewuste ouders.
Strekt zich de overheidsbemoeiing in onze
dagen dus uit over een materie die recht
streks tot de taak der ouderzorg behoort, op
een gebied, waar de overheid o.i. wél be
hoorde in te grijpen, laat zij zieh onbetuigd.
Wij doelen hier op de onzedelijke kleeder
dracht der vrouwen.
Breed'vouayg beih/oeiven wil over dit oander-
weiip niet uit te weiden.
Iedereen week hoe tal van dames voor
namelijk in onze groote steden, gekleed of lie
ver half gekleed lang® de straten flameeren,
en zieh elders in 't openbaar vertoonen.
Zelfs onze kerken zijn. niet veilig voer de
schaamteloosheid van sommige vrouwsperso
nen.
De kerkelijke overheid wü Katholieken
weten het heeft in dezen haar plicht ge
daan.
Wanneer ook de wereldlijke Overheid van
haar verantwoordelijkheid in dezen, diep door
drongen was, dan zou zij al lang door doel
matige strafbepalingen tegen de openbare
onzedelijkheid in kleeding, opgetreden zijn.
Want op haar rust de plicht tot handha
ving der openbare eerbaarheid en dér goede
zeden.
Het onheil naar lichaam en ziel bij duizen
den jonge lieden aangericht door dit zich
meer en meer verspreidend euvel, is onbere
kenbaar.
Daarbij zinkt het nadeel, dat schooljongens
door rocken ondervinden, in het niet
DE AANSTAANDE MINISTER VAN
BUITENLANDSCHE ZAKEN?
Nu de Nederlandsche gezant bij het Vaticaan,
Jhr. Mr. O. van Nispen tot Sevenaar, op weg
naar het vaderland is, nemen de geruchten, dat
hij minister van Buitenlandsdie Zaken zal wor
den, steeds vasteren vorm aan.
Zulks geeft aan „Het Huisg." de volgende
beschouwingen in de pen:
„Hij (Jhr. Mr. O. van Nispen), zou in een
ministerie van eerste rangs krachten, waaraan nu
meer dan ooit behoefte bestaat, een der beste
zijn.
En de leerschool, welke hij thans in het cen
trum der Vaticaansche diplomatie heeft door-
loopen, zou hem, gevoegd bij zijn aanleg en zijn
persoonlijke qualiteiten, tot den man stempelen,
wien Nederland, zelfs na een voorganger als
Loudone met gerustheid de leiding van Buiten
landsche Zaken zou toevertrouwen.
De „Nieuwe Ct." geeft intusschen, nu reeds,
uiting aan zekere bezorgdheid.
Zij heeft hooren verluiden, dat het de bedoe
ling van het komende ministerie zou zijn, den
vrede voor te bereiden en dat men daarom in het
bijzonder prijs zou stellen op het premierschap
van den heer Van Nispen, omdat hij gelegenheid
had de actie van het Vaticaan in dat opzicht
van nabij waar te nemen.
Het liberale blad vindt het denkbeeld van
een vredesvoorbereiding voor een kabinetsforma
teur verlokkend, maar waarschuwt voor te veel
ijver.
Zoolang een der partijen tot den vrede niet
geneigd blijkt schrijft zij blijft een aanbod
tot bemiddeling zonder uitzicht op succes en zou
het geen ander gevolg kunnen hebben dan ons
in moeilijkheden te brengen met de partij,-die
den vrede nog niet wenscht.
De „Nieuwe Ct." behoeft dit Mgr. Nolens en
dien heer Van Nispen niet voor te houden.
Beiden zijn veel te voorzichtig, te nuchter en
te zeer diplomaat om zich op glad ijs te wagen.
Een verlokkend denkbeeld zonder meer heeft op
geen van beiden vat, en geen stap zullen zij
ondernemen, waarvan zij alle eventualiteiten
niet hebben overzien, noch een, die, in zijn gevol
gen voor den vrede zonder nut, voor ons land
tot nadeel kon strekken.
Als de „Nieuwe Ct." besluit, dat de ervaringen
van het Vaticaan een waarschuwend voorbeeld
zijn geweest, dan ziet zij over het hoofd, dat de
Paus behalve diplomaat, óók en vóór alles de
vader der Christenheid is en dat hij als zoodanig
een plicht had te vervullen en vervuld heeft,
waarbij de kwestie van diplomatiek succes geen
gewicht in de schaal mocht werpen.
De heer Van Nispen zal, minister van Buiten
landsche Zaken geworden, enkel diplomaat zijn
en zijn daden alleen laten besturen door het be
lang der menschheid en dat van zijn land.
Aan voorzichtiger handen en koeler hoofd kon
in dit moeilijk tijdsgewricht dat belang bezwaar
lijk wo.Ven toevertrouwd."
Van alle fronten is en blijft voorloopig het
Westelijk front nog wel het belangrijkste
gevechtstooneel.
Toch doen de jongste berichten van het
(INGEZONDEN MEDEDEELIKO.', j
slagveld vóór Amiens, waar de geallieerden
hun nieuw offensief bij verrassing hadden
ingezet, vermoeden, dat de tijd der groote be
wegingen weder plaats gaat maken voor dien!
van betrekkelijke rust. Het Britscbe le'gerbe-
richt meldt, dat de Britsche linies aan weers
zijden van de Somme ten O. van Etinehem
(op den Noordelijken oever) en ten O. van Me-
rieourt (op den Zuidelijken oever) het ver
band opnamen. Zo staan daar nu zeer nabij
den kleinen spoorweg BrayHarbonnièrcs,
welke zij ten Z. van de Somme reeds grooten-
deels overschreden.
Verder hebben zij hun linie bij den weg
naar Roye, beoosten Forquescourt en den Zui
delijken oever van do Somme vooruitgescho
ven, waarbij ze honderden gevangenen na
men. Zij veroverden voorts Pnoyard, bezuiden
de Somme, na oen vinnig gevecht, waarin do
vijand geducht gehavend werd ter zake van
gevangenen en gesneuvelden.
De Engelsche pers berichten, gesteund door
berichten van de Londensehe persburoaux
van Vaz' Dias en Reuter, volgens welke
Chaulnes en Roye door de geallieerden ver
overd zouden zijn, zijn nog niet door de of-
ficieele legerberichten bevestigd. Die plaatsen
tullen dus zéker nog wel Duitsc-h zijn; anders
zouden de officieele Fransehe of Engelsche
berichten ons daaromtrent wel het noodige
gemeld hebben.
Meer naar liet Zuiden, tusschen de Avro
en de Oise, hebben de Franseben het dorp
Gudy genomen en ten N. van Roye-sur-Mata
en Chevincourt eenige vorderingen ge
maakt.
De positie der Duitschers is hier allesbehal
ve gunstig. De Franseken dringen de Duit
schers gaandeweg van het massief van Las-
signy terug, zoodat, naar Reuter's correspon
dent meent, de vermeestering van den kam
slechts een kwestie nog is van enkele uren,
Hoowel er op het slagfront geen groote
vorderingen meer werden gemaakt en dus
geen belangrijke gebeurtenissen van het front
werden gemeld, toont de Entente-pers zich
over de reeds verkregen resultaten tooh
uiterst tevreden. De slag, zoo meldt Havas^
gaat in de beste omstandigheden voort, waar
mee nieuwe voordeden worden gepaard aan
de onbetwistbare overwinningen, de laatste
dagen behaald, waarbij de in wanorde wijken
de vijand ontzaglijke hoeveelheid materiaal
en mannen verloor. Het aantal gevangenen
werd op boven de* 40.000, dat der buit ge
maakte kanonnen op 700 geschat, doch deze
cijfers zijn aanzienlijk aangegroeid door den
verwoeden tegenweer van gisteren, die erop
was berekend om den aftocht te dekken en
de verbindingswegen te beschermen. Ver
scheiden bladen vestigen er de aandacht op
de slijtage aan reserves bij den vijand, die we
gens de gevaarlijke verliezen zijn troepen
moet gebruiken, die voor de toekomstige ope
raties waren bestemd.
De »Matdn« zegt, dat 31 nieuwe divisies zijn
onderkend, d.w.z. dat er 114 sinds 15 Juli aan
bet- front zijn gebracht; terwijl Reuter nog(
weet mede te doelen dat aan 't West. front
ook een divisife Oostenrijkers is onderkend.
In verschillende Engelsche bladen meent
men, dat de volgende maand mogelijkheden
in zich bergt, die het geheele uiterlijk van
den oorlog kunnen veranderen. Men uit zelfs
de veronderstelling, dat de Duitechers de
hoop om een beslissing te vinden in het Wes-
ROOKERS-OVER WEGING.
Twee oude Schotten zaten aan den weg
kant genoeglijk hun pijpje te rooken.
„D'r is eigenlijk niet veel pleizier aan dat
rooken," merkte Donald somber op.
„Hoe kom je daarbij?" vroeg Sandy ver
baasd.
„Wel," antwoordde Donald, „als je je
eigen tabak rookt, dan denk je er aan, hoe
vreeselijk veel ze kost en rook je tabak
van een ander, dan stop je je pijp zoo
vast, dat ie niet trekt."
VISCHDISTRIBUTIE.
Hij is verloofd hé?
Ja, zijn aanslaande vertegenwoordigt 3
vischsoorten.
Hé??tl
Ja, 't is een goudvisch, een bakvisch en
'n stokvisch.
'S
Dank zijn aankoop van verbeurdverklaarde goede-
:n kon hij ruim leven zonder iets te doen; maar
-t kwam niet m zijn gedachte op, dat men hem rijk
:noeg kon noemen om van zijn rente te leven.
Den 6en Januari 1803, ongeveer zeven uur des
onds leverde de herberg „de Groote St. Hubert"
•n tamelijk levendigen aanblik op. In het voornaamste
:rtrek der inrichling, hoewel het tot keuken, eetzaal
i gelagkamer te gelijk diende, waren de voornaamste
rsonen der plaats aanwezig. Een groot vuur knet-
rde onder de verbazend wijden schoorsteen: de
age eikenhouten tafel, die dwars voor den haard
ond, was met leege en volle tlesschen en onophou-
lijk in beweging zijnde glazen bedekt. Aan beide
den van deze tafel en met de ellebogen daarop
leund, zaten op ruwe houten banken een half
zijn personen bij elkander.
Onder deze zes dorpelingen trokken twee bijzonder
aandacht.
De eerste was een man van vijf en veertig tot
it en veertig jaar oud. maar dien men verscheidene
jaren meer dan deze leeftijd zou gegeven hebben-
Hij was van een middelmatige gestalte, mager en reeds
gebogen, en geheel zijn uiterlijk teekende een door
zorgen of ziekte ondermijnd gestel. Zijn bewegingen
waren afgebroken en stootend evenals onwillekeurige
zenuwti ekkingenzij schenen blijk te geven van een
voortdurende schrik of plotselinge aanvallen van angst.
Het geheel maakte een terugstootende indruk.
Deze man was sedert de maand November 1792
maire van Sant-Révérien en bijgevolg de voornaamste
persoon van het dorp.
Hij liet zich burger Brulard noemen, maar de
landlieden, die hem verafschuwden, noemden hem
tot zijn spijt nooit anders dan vader Brulard.
Brulard was een wees, dien de vader van den
uitgeweken graaf De Brancion onder zijn bescherming
had genomen en laten opvoeden. Toen hij volwassen
was, had de zoon van zijn weldoener hem ais kamer
dienaar in zijn dienst behouden.
Later, toen de Jonge graaf De Brancion in het
huwelijk trad, wilde Brulard zich ook in den echt
begevfjn. De graaf schonk de dochter van een zijner
pachters een bruidschat en gaf hem deze tot vrouw.
Brulards vrouw werd eenige maanden vroeger
moeder dan de gravin, zoodat zij de voedster kon
worden van het kind der grafelijke familie.
Niettegende dit alles of juist daarom wie zal
het zeggen? werd Bruiand revolutionnair, zoodra
de revolutie uitbrak.
Hij was het, die den graaf verried en hem nood
zaakte te vluchten, om zijn leven te redden
Hij hitste de landlieden van den omtrek op en
was hun aanvoeder bij de plundering en de verbran
ding van het kasteel zijns vroegeren meesters 1
Hij eindelijk was het, die het eerst het voorbeeld
durfde geven, om voor een spotprijs de verbeurd
verklaarde goederen der uitgeweken tamme aan te
koopen.
Op den avond waarvan wij spreken, was hij naar
de herberg van zijn vroegeren makker, den gewe
zen pikeur, gekomen in gezelschap van meester Larue,
notaris van het dorp.
Brulard en Larue waren twee van elkander onaf
scheidelijke makkers.
Toen Brulard en Larue, de twee dorpsnotabelen, de
gelagkamer der herberg binnentraden, vonden zij tot
hun groote voldoening er niemand aanwezig.
Weinig oogenblikken daarna echter waren vier
landlieden binnengetreden en hadden aan dezelfde
tafel plaats genomen.
Deze vier personen maakten het half dozijn vol
tallig, waarvan wij.boven gewaagden.
Drie van hen waren eenvoudige, goede landlieden
van dezelfde soort, zooals men ze in alle departe
menten van Frankrijk, hetzij in het Zuiden, hetzij in
het Noorden aantreft. In hunne trekken lag
mengde uitdrukking van goedaardigheid en slitnnei
welke de meest gewone type van het platteland
vormt.
Van den vierde kon men niet hetzelfde zeggen.
Deze was van lange gestalte, kon ongeveer een
dertigfat jaren tellen en had een regelmatig
niet van alle schoonheid ontbloot gelaat, waaruit
eene zeldzame energie en goedheid spraken. Zijne
zwarte oogen waren levendig en zacht, zijn hoog
voorhoofd werd door bruine lokken omlijst, die langs
de slapen en achter de ooren licht gekruld waren.
Hij had gevulde wangen, waarop een levendigs bios
kracht en gezondheid teekende; de linkerwang was
door een geduchte sabelhouw gekloofd, die van het
voorhoofd af onder het linkeroog doorliep en in den
dichten zwarten knevel verkween. In de plaats echter
van het gelaat van onzen man te verminken, sch°"
het diepe litteeken, dat deze wonde had achterge
aan zijn trekken een geheel eigenaaighphben doen
heid, en zou hem als een kriJ^!tësoeurd dat hh
herkennen, zelfs al had 'ncn m n d
een das droeg ^Cdsel, dat zich zien
gestikt, en een r°Mermoaw van den blauw linnen
L'- i dfenhii over zijne kleederen had aangetrokken.
Deze man was inderdaad een oudsoldaathij heette
Vivant Baugey.
In de maand Juni 1793 vrijwillig in dienst getreden,
had hij juist zijn paspoort gekregen en was dienzelf
den avond na eene afwezigheid van tien jaren te
Saint Révérien teruggekeerd.
Tóen hij bij zijn intrede in de gelagkamer Brulard
herkende, fronste zich plotseling zijn open en rustig
gelaat. Brulard had van ziin kant een soort van on
gerustheid aan den dag gelegd, die zich veri éd loor
de plotselinge verandering zijner trekken; z uijna
altijd onrustige oogen hadden thans een wilde uit
drukking en zijn gerimpelde wangen, die gewoonlijk
loodkleurig waren, werden zoo wit als die van een
doode. m
Het gevoel van afkeer dat zich in de trekken van
den oud-soldaat teekende bij de herkenning van
Brulard en de schrik, dien deze laatste niet kon ver
bergen, waren door de overige aanwezigen onop
gemerkt gebleven, en elk scheen nagenoeg in ziin
gewonen toestand te verkeeren op het oogenblik
waarop wij onze personen vereenigd vinden.
„Komt gij geen glas wijn drinken, meester Denis?"
vroeg Vivant aan den herbergier.
..Wel zeker, mijn jongen,," antwoordde de gewezen
pikeur; „ik verlang niets liever dan eens aan te stooten
op uw gelukkigen terugkeer in het dorp. Drommels!
het schijnt dat gij zooal iets gezien hebt sedert tieii
jaren.
Dit sloeg op een kort verhaal "zijner veldtochten,
dat de gepasporteerde soldaat zoo juist gedaan had.
Denis" nam een stoel en zette zich aan hef ander
einde der tafel bij Vivant en zijn dn Akers neer.
.,Op uwe gezondheid, mij" J 8 .ze'Je hij/
„waarlijk, ik ben blij dat ik u weer hier zie.
(Wordt vervolgd).