NIEUWE HAARL. COURANT s r. S" sh BUITENLAND in en om Haarled FEUILLETON WAT DE PERS ZEGT VROOLIJK ALLERLEI JACQUES DE BRANCION Woensdag t4 Augustus Tweede Blad De Eucharistische Bond. O^oTENRIJK-HONGARIJE VERSPREIÓE^BERICHV-. Romantisch verhaal uit den tijd der Fransche Revolutie. 3 Aldus heet de instelling, wier opkomst in alle deelen des lands met groote instemming is be groet en die ook in Haarlem sympathie vindt, getuige de opgerichte afdeelingen in Bloemen- daal en in het gesticht St. Joannes de Deo. Het doel van dezen bond zal velen onzer lezers reeds bekend zijn: Jezus Christus, onzen God en Koning, op alle mogelijke wijzen in Zijn Aller heiligst Sacrament te huldigen, maar vooral het decreet van Paus Pius X van 20 December 1905 over de veelvuldige en dagelijksche H. Communie zoo stipt mogelijk in de parochies uit te voeren. Alvorens iets te schrijven over de middelen, die door den Bond worden aangewend, om zoo goed mogelijk tot dat doel te geraken, willen wij eerst iets zeggen over de niet-onbelangrijke ge schiedenis der oprichting. Reeds jaren lang bestonden er plannen tot op richting 'van een dergelijken Bond en toen ten slotte deze plannen vasten vorm hadden gekre gen, werd te Amsterdam tot oprichting over gegaan. Reeds na afloop der eerste vergadering in het paviljoen van het Tolhuis, traden ongeveer 350 personen als lid toe. Dit was in de tweede helft van 1916. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem ehtte Zijn volle goedkeuring aan de oprichting u gaf verlof lot het houden van een maande- lijkschen Eucharistischen dag. In ruim één jaar tijds telde de Bond reeds 40 afdeelingen en zoo zal ongetwijfeld, het zaad je, te Amsterdam uitgestrooid, opgroeien tot een reiisachtigen boom. Drie maanden na de oprichting ontving de Bond een hartelijk, diepgevoeld schrijven van Z. E. Kardinaal van Rossum, waarin Z. E. o. m. verklaarde, dat Z. H. de Paus de mededeel ingen omtrent den Bond tfiet innige vreugde had ont vangen en Zijn Heiligen Zegen schonk. Nadat in de verschillende Katholieke bladen een oproep was verschenen om medewerking, kwam uit alle bisdommen van Nederland een reusachtige stroom van sympathie betuigingen, van priesters en leeken. Zelfs andersdenkende bladen bemoeiden zich met den Bond. Intusschen zijn steeds meer afdeelingen tot stand gekomen. Van het Handboekje, dat in October 1917 verscheen, waren spoedig 4009 exemplaren verspreid. Het boekje, dat uitstekend voldoet, ontving zeer mooie recensies. In de zelfde maand kwam de Bisschoppelijke goed keuring op de statuten. In November werd door Mgr. het Centraal Bestuur aangesteld met den Z.Eerw. Heer pastoor Stolk te Amsterdam als algemeen directeur en voorzitter van het Cen traal Bestuur. Een edelmoedig vereerder van het H. Sacra ment schonk een som gelds ter vervaardiging van een banier, waarvan de plechtige wijding plaats had op 26 Mei van dit jaar, op den 22en Eucharistischen dag. Bij die gelegenheid kon tevens geconstateerd worden, dat reeds 10,000 leden zich rond deze banier schaarden, welk getal zich gedurende de laatste maanden met ruim 1O00 heeft uitgebreid. Buiten de 40 bestaande afdeelingen i3 er nog een gelijk aantal in wording. Te Haarlem bestaat nu een afdeeling in liet gesticht „St. Joannes de Deo" en te Bloem en daal in de nieuwe parochie. Ook in andere om liggende plaatsen zijn afdeelingen gesticht. We kunnen uit een en ander dus concludeeren, dat de Bond in dien korten tijd zeer in bloei is toegenomen en het was ons daarom aange naam in deze rubriek eens wat meer aandacht op deze voortreffelijke stichting te laten vallen: Ten slotte in 't kort iets over de middelen, welke de bond a'anwendt om tot het doel te komen. Zijn heerlijk doelwit wil de Eucharisti sche Bond in hoofdzaak bereiken door: 1 Bij de leden meer waardeer irig en liefde ie wekken voor de H. Eucharistie, opdat zij, zooals Paus Pius X in genoemd decreet zegt, naar gelang van ieders krachten, levensstaat en beroepsplichten, leven vóór en door het H. Sacra ment, door zeer dikwijls, het liefst alle dagen en minstens iedere week te communiceeren 2. door de Z.E. Pastoors te verzoeken in hunne parochie een afdeeling van den Eucharis tischen Bond te willen oprichten; 3. door het aanstellen van propagandisten en zelatricen. voor wie de parochie in wijken wordt verdeeld 4. door het houden van een Eucharistischen dag eens in de maand, met aanbidding, H. Mis roor het geestelijk en tijdelijk welzijn der leden en tot uitbreiding der veelvuldige en dagelijksche H. Communie; generale H. Communie voor alle leden; preeken over de H. Eucharistie; luide aanbidding voor alle kinderen der parochie; evenzoo voor volwassenen, leden van congregatie enz. en 's avonds H. Sacramentslof, gebed van Paus Pius X voor de veelvuldige H. Com munie. preek over .de H. Eucharistie, eerherstel voo'- heiligschennissen en Bondslied (woorden en muziek kerkelijk goedgekeurd, te verkrijgen bij de R.-K. Boek-Centrale, Keizersgracht 64, te Amsterdam); 5. jaarlijks een Eucharistische week te hou den in groote steden; 6. jaarlijks een Triduum voor de dagelijk- iche H. Communie; 7- door Eucharistische cursussen, 'waarin de H. Eucharistie wordt behandeld, op dogmatisch, moreel, liturgisch en historisch gebied; 81 door uit de laden van den Eucharistischen Bond te vormen de Edelwacht van het H. Sacra ment, welke leden op den Eucharistischen dag een half uur komen aanbidden; 9. door het bevorderen Van het 40-urengebed 10. door verspreiden van Eucharistische tijd schriften, blaadjes, vooral van de drie Eucha ristische Bondsorganen, nl. „S. S. Eucharistia", „God met'Ons" en „Het Kind der H. Commu nie", welke staan onder directie der Paters van het Allerh. Sacrament Brakkenstein—Nijmegen en door hen uitgegeven worden. Iedere parochie kan een afdeeling hebben. Iedere parochiale afdeeling heeft drie leden- afdeelingen: 1. kinderen, van hunne 1ste H. Communie af, tot 12 jaar; 2. alle jongelui van beider geslacht; 3. gehuwden en anderen. Iedere ledenafdeeling telt 3 secties, a. die da gelijks of 5 maal In de week communiceerenb. die driemaal en c. die ééns per week mjnstens te Communie gaan. De -Bond wil vooral zijn streven er op richten, bij geheel het Katholieke volk het veelvuldig ontvangen der H. Communie in te voeren. Der halve móeten geheel verbannen worden de voor- oordeelen dergenen, die met deze leering niet strooken alsook de ijdele schroomvalligheid van velen en de spitsvondige redenen om zich van de Tafel des Heeren verwijderd te houden. We denken hier tevens aan de vele ongegronde en ongemotiveerde vooroordeelen tegen de schoone Derde Orde van St. Franciscus. Ook hier worden maar al te vaak de bezwaren opge worpen van geen tijd te hebben; geen behoefte te gevoelen; geen kwezel te willen zijn; toch wel goed Katholiek te kunnen zijn, het niet waardig te zijn, niet besproken te wilier worden, niet te durven voor anderen, enz. enz. Wij verzekeren dat als afkeerigen eenmaal aandachtig het schoone handboekje doorbladerd hebben, zij ongetwijfeld tot andere gedachten komen en meer dan ooit overtuigd zijn van de heerlijke gedachte, die aan den Eucharistischen Bond ten grondslag ligt. DB ROOIE ZUSSEN. Onder dit teekenend opschrift lezen wy in „De Geld.": „Het vlinder-regiment, dat op de distribu tie-kantoren der groote steden rondfladdert, tot hulpe van de heeren der Regeerings- proviandeering, heet in den volksmond: „De Rooie Zussen". Die naam zegt. u, waarom de sociaal-de mocratische gemeente afgevaardigden poo'n vischmarkt lawaai maken in den Raad tegen de distributie-regeling. Ook waarom „Het Volk" zoo bar aangaat tegen Posthuma. „Laten wij maar weer eens wat razen f De heeren op 't stadhuis zijn zoo bang voor ons gekanker, dat zij er wel een nieuw middeltje zullen bedenken om ons den mond te stoppen I Dat zij dan maar voor onze propagandisten een baantje scheppen van 70, 80, tot 100 gulden in de maand I" En zoo zien wij in de groote steden, de dochters, de zusjes, de gehuwde en niet [gehuwde vrouwen, van' „je partij" knusjes I tusschen de heeren ambtenaren ronözwer- I men, om wat leuke variatie te brengen in Jdo eentonigheid van dezer dagelijkse'.en ar beid. Voor het bedrag dat zij uit de gemeente kas beuren hoeven de „Rooie Zusjes" alleen maar haar fatsoen to houden als er een on bescheiden klant verschijnt, die niet van „je (Partij" is. Verder 's morgens niet al te tij dig op 't „bero". 'a Middags wel tijdig „huis toe". Maar 's nachts nog erg laat op straat. De „volkswil" en het publiek moeten maar genoegen nemen met de stumperige bedie ning, die het staafcs-socialisme door bemid deling van de „Rooie Zussen" het seuve- reine kiezerskorps bezorgt. Christelijke ouders vinden het in den be: ginne wel wat pijnlijk, dat hun dochter tel kens weder, bij sollicitatie de vlag moet strijken voor een favorietje van „je Partij". Op den duur zeggen zij" echter dankbaar: „Mijn kind hoort gelukkig niet onder de „Rooie Zussen". Wee den chef, die per advertentie iets anders dan „Rooie Zussen" als hulpkrach ten zou vragen I De klanten van de Regeerings-zaakjes klagen s teen en been, dat de staat3-expIoi- tatie van 't Nederlandsche leven zoo peper duur is. Hard verlangt de afnemer, dat net vlinder-regiment, Waardoor de kosten van hot staats-bedrijf zoo nutteloos en zoo enorm efijgen, maar weder bij „je Party" onder de pannen en in de kast terug keert. De „Rooie Zussen" liggen alles behalve voor een oortje bij vader Staat thuis. Wat zal het worden, als zij straks want dat zit haar in den rooden bloede ook eens voor de variatie een staking gaan pro- clameeren? Ach, arm Publiek I ach, arme geplukte gansl Aan de Roode Kool van het staats-socia- lismc wassen aardige spruitjes 1" BOND VAN R.-K.RAADSLEDEN. ,J>E VOLKSBANIER" schrijft: Burgemeester Miehielsen heeft in „Hot Centrum" eens' heel even op zijp stok paardje gereden: Bond van R.-K. Raads leden. Hij wil er nieuw leven in Manen, hetgeen onbegonnen werk is zoolang er niet op geheel andere wijze in de richting tot samenwerking gearbeid wordt. Zonder nog te spraken over de nood- Li ede omtrent hef oorlogswerk dat Engeland heeft verricht. „Wij zeiven," zeide hij', „voeren zeven •verschillende veldtochten, namelijk in Frank- a ijk, Italië, Sa! o nik i, Palestina, Mesopotamië. [Perzië en Egypte en hebben zeven miliioen zakelijkheid van gen program, over een .ïnan op de been gebracht. Drie miliioen meer systematische gemeente-politiek, man vechten thans op vreemd grondgebied. komt het ons voor, dat het troetelkind van den heer Miehielsen anders gekleed moet worden. Wat zou men er van denken indien die R.-K. raadsleden zich vereenigden in „raadskringen"! Als basis ware te nemen do bestaande Rijkskieskrinlgen. In Haar lem bestaat zoo iets. Daar vergaderen leden van veerschillend» gemeenteraden uit de omgeving hij elkander: Haarlem, Heemstede, Schoten, Beverwijk, Halfweg, Er zou dan evenals bij den Bond van R.-K. Kies v ereonigi ngen een hoofdbe stuur moeten zijn, dat de zaken van bo ven af leidt, jaarlijks tenminste een alge- meene vergadering houdt, waar de raads- kringen door een of meer afgevaardigden vertegenwoordigd zonden kunnen zijn. Een Bond van R.-K. Raadsleden met in- dividneele leden is een practische onmj- gelijikiheid.. Het zijp tegenwoordig niet en kel de kapitaalkracbtügen die geroepen werden om behulpzaam te zijn bij het be sturen dor gemeenten, en niet ieder heeft de gelegenheid en het geld om bondsver gaderingen bij te wonen. Alleen daaruit is reeds het fiasco van het bestaande li chaam te verklaren. Zou de heer Miehielsen er niet iets voor vinden om in de door <®s bedoelde richting te werken! Temeer, omdat wij bot volkomen met hem eens zijn, dat een goede gemeentepolitiek een machtige hef- boof is bij de Kamerverkiezingen en om dat ook wij vragen: begrijpt men wel vol doende, wat het in de toekomst zal .te be- Wij hebben de taak van voedsel- en klee- Bingleverancier, bakker, fabrikant van uit rustingsstukken en algemeen leverancier der geallieerde legers op ons genomen en' zon der onze hulp had Frankrijk niet zoo schit terend kunnen strijden als het-heeft gedaan. Wij vervoeren 60 pCt. van alle steenkool die noodig is om de ovens en smidsen, de spoorwegen en arsenalen van Frankrijk in gang te houden en 60 pet. van allo gra nen welke leger en volk noodig hebben om in het leven te blijven. En een half miliioen tón Engelsche schepen varen thans in Fran- schen dienst. Voorts vaart nog een half miilioen ton Engelsche schepen voor Italië en wij hebben alle handwapenen, munitie, machinegeweren, dekens, sokken, wol, katoen en jutte aan gevoerd voor Frankrijks leger en burger bevolking. Wij hebben alle benzine en bevroren vleesch voor de Fransche troepen naar Sa- loniki gebracht. Eri wat wij voor Frankrijk deden hebben wij ook voor al onze andere toadgenooten gedaan. Sedert het uitbreken van den oor log hebben wij 24.OOO.CO0 ton goederen voor hen vervoerd en hett otaal bedrag der voor hén gedane scheepsvrachten bedraagt dc som van 17.000.000 pd. st. Northampton, Kettering en Leicester heb ben het schoeisel voor onze bondgenooten geleverd en in het geheel 60.000.000 paar schoenen gefabriceerd. de gemeentel Wij hebben het ltaliaanselie leger 2.000.000 .gasmaskers geleverd, om hen in staat te duiden hebben, verantwoordelijk «taan j e teRen gedurende het eerstvolgende jaar de voor een principieel medebesturen van j overwinningslucht in te ademen. Op het oogenblik zijn er 2S0.000 man in Engeland aan den arbeid om de benoodigde uitrustingsstukken voor onze bondgenooten te maken, tërwiji 375.000 man voor hen in de kolenmijnen werken. a Eer, miliioen man arbeiden voor de adrni- tt&LGiE iraliteit en anderhalf miliioen in de münitie- VLAAMSCHE ACTIE IN HET BELEIiSGHE nijverheid, van wien een groot aantal niet LFGER voor 0118 a!'een maar ook voor onze bond- Aan den IJzer is een Vlaamsehe frontpar-i ^e"?0t3n werken' tij ontstaan, die duizenden Vlaamsehe aal- anneer wq dit alles nagaan moet het moozeniers, brancaiS«'ensoldaten lot haar °ns bazen, dat ons leger zoo groot is. leden telt, zoo meSt h*tVtaamch pe,,bu-j °nze taak 18 200 omvangrijk, oat wij daar- reau uit Brussel vaü weI mogen spreken, tegenover ons vork Onlangs zijn enkele soldaten als gevoimach- zoowoi a!s onze bondgenooten.' tigden der Vlaamsehe frontpartij in het be- NOG EEN LUCHTSCHIP VERNIELD! zette gebied aangekomen. Da „Star" meldt, naar Reuter cLd. 12 Aug. Er zun drie deelen van het Roodboek der aeint» dat behalve het reeds als vernield op- Vlaamsohe soldaten door hom officieren, gegeven Duitsehe luchtschip, dat bij Ame- korporaals bij het Belgische leger, Karei de Schaepdrijver en Jules Oharpentier. land viel, vanmorgen vroeg de Britsohe vlie gers een tweede Duitseh luchtschip brandend Volgens medeueelingen daarin zouden diededen neerstorten. Vlaamsehe soloaten door hun officieren voorn jgjgjj NIEUWE „EFGELSOHE" ZIEKTE? verraders worden uitgescholden. „Favorisor Ie flamapid ce eeraót favoriser l'espionage boche. Bans les flamande il n'y aurait jamais en de traitves". zou commandant Jacobi tot zija soldaten gezegd hebfben. De Vlamingen zouden naar de gevaarlijkste deelen van het front worden gebonden, „li faii-t que l'offensd- ve beljaje alt co mme but principal de faiire inassaercr le p-lue de fianxanjds p-oasible. II importe de rétabiir l'équiiibre Quantitative entre les deux races et ensuite, d'éliimiiier tons ces éléments de perturbation pour aprèe la De Engelsche letterkundige Murry is de zer dagen tot 100 pond boete veroordeeld daar hij een zeer gezien persoon, den eer sten secretaris van den Board of Trade, Marwood, haa uitgescholden voor leugenaar, bandiet en verrader en hem een creatuur genoemd had, die betaald werd door een troep nietswaardige schurken. De rechter zeide geen gevangenisstraf te zullen eischen, daar de beklaagde duidelijk aan de „belee- digingskoorts" leed,' welke in heel Bnge- guetrre'', zou Fcrnand Neiiray, de hcoifdredac-'aüCi woe(H en reeds vele slachtoffers heeft teur tier „XXième Siècle" hebben gooegu I ."emaakL Deze koorts wordt klaarblijkelijk Honderden Vlaamsehe soldaten zouden'om teweeggebracht dcor de spanning* die in vele 'mm Vlaamseh-zijn met gevangenis zijin be- WÊ straft, omdat zij Vlaamsehe liederen hadden gezongen, Vlaamschgezinde bladen hadden gelezen, Vlaamsehe samenkomsten hadden bijgewoond enz. De georganiseerde werking der Vlaamsehe frontpartij begon op 11 Juli 1917. mot een open brief aan den Koning der Beigen. In December van hetzelfde jaar w'erd een brief gezonden aan de verbondene grootmachten. Aan Kardinaal Mercier weid door de Vlaamsehe frontpartij ook een uitvoerig schrijven gericht. DE DRIE SLAVISCHE VOLKEREN. Naar uit Oostenrijk wordt gemeld, hebben Poolsehe, Tsjechische en Jungo-Slavische af gevaardigden een overeenkomst gesloten, waarbij een verklaring is opgesteld, welke in de volgende bewoordingen ie vervat: „Vereenifed door de groote gedachte der zelfbestemming van de volkeren en aen wensch naai- onafhankelijkheid en vruheid volgen wij de bevelen der broederlijke soli dariteit. Overtuigd, dat wij onze gemeen- offna eohreef, waaraan het volgende is om* 3eend: Onder wildbloeiende seringen en magno^ lia'a verscholen ligt op eeü half uur rijdens •van Livadia, het slot Dulber. In dit van de wereld afgescheiden, welbewaakt zomerpa- Lis in de Krim leeft sinds meer dan eett jaai' de tsaritza-moeder Maria Feodoroffna. De grootvorsten Nikolaï en Peter 'Nikolaje- Rvitsch met hun gemalinnen Stania en Miiit- za, de dochters van koning Nikita van Mon tenegro, grootvorst Alexander Michelowit.-ch .(niet te verwarren met den „pretendent" Michael Alexandrowitsch), een neef van de grootvorst Nikolai Nikolajewitsch, de prim een Anreas, Feodoor, Nikita, Dimitri, Ros- tilaff en Wassili, deelen met haar de hards ballingschap. Te zamen bevinden zich ll leden van het huis-Romanoff met dë Cz&r Izai moeder au de Krim op het Dulber-slot. De trouwe huismaarschalk van Maria Feo- öorowna en van den grootvorst, baron v. Stahl is zijn meesteres naar het balllngoord gevolgd. Hij heeft als generaal in het leger •van Nicolaas II dienst gedaan. Hij bewoont een klein huis, niet ver van den ingang van het park van het Dulbersiot. Ieder be zoeker moet zijn kamer voorbij, niemand wordt zonder zijn goedkeuring bij Maria Feodoroffna en de grootvorsten toegelaten. Zoowel de Czaritsa-mceder als grootvorst Nikolai Kiko.ajewitsch wensehen als particu liere persoqen te leven, over politieke kwes- lies laten ze zich niet uit. De Czaritsa moeder is thans 71 jaar oud. Hoewel haar gezondheid nog uitstekend is, hebben toch de gebeurtenissen van het re- voluiie-jaar haar invioed doen gelden. Ook grootvorst Nikolai Nicolajewitsch is sterk verouderd- Eerst sinds Mei 1917 wordt het ballings- cord dezer vorsten bewaakt. Een afdeeling matrozen uit Sebastopol is toen doer de sovjet met dit werk belast. Deze bewakings dienst werd ingezet met een nachtelijke huis zoeking. waarbij de sovjet matrcz n zich ver schillende gouden \oorwerpen, als vergoe ding voor hun' nachtarbeid, toeeigenden. Gedurende den zomer huwde de dochtei van Nikolai Nikolajewitsch met den Pool- schen graaf ïyskiewic®, die in de omgeving van den grootvorst gebleven was. Bij die gelegenheid had Nikolai vikolajewitsch nog eenmaal zijn schitterend gala-uniform van itus.-Lch generaal-velamaarschalk aange trokken en zijn borst met alle verdiende onderscheidingen gesierd, x In Februari 1918 werden de gezamenlijke leden der famiiie-Romanoff naar het thans bewoondé Luiber-slot gebracht. Slechts wei- Hg6 getrouwen durfden de g. vangenen naai hun strenger ballingsoord te vergezellen. Daar wordt thans het eenzaam en Ellen dig leven voortgezet. Het papier-geld, dat ze bezaten, heeft bijna zijn geheele waarde verloren, en de 100 roebels, den leden der Romanoff-famiiie per week toegekend, zijn ontoereikend. Toen de keizerin-moeder ten slotte om verhooging van deze wekclijk- lijksche ondersteuning verzocht, werd haar geantwoord, dat bij de sovjet de post van schrijfster open was, en dat ze dezen, in dien ze haai- wekelijksche ondersteuning ta gering vond, kon aanvaarden, om meer ta verdienen. Sinds de aankomst der Duitschers in da Krim zijn de matrozen-wachten door Tarta ren vervangen. Tot nu toe hebben de banne lingen nog nooit den wensch te kennen ge geven naar elders te mogen vertrekken. En van de grootere vrijheid, die Maria Feodo roffna en de grootvorst thans genieten, ma ken ze slechts weinig gebruik. kringen heerscht door den langen duur van den oorlog, en onder invioed van vele per sonen, die zich tot daden laten meesleepen, waarvoor zij zich in normale tijden zouden schamen. WAT ER IN ZIJN ZAK WAS. Voor eenige dagen deed in de'pers het ver haal de ronde, dat een Fransch soldaat, die naar een lucifertje zocht en zijn zakken daarvoor leeghaalde. Al wat hij er zoo uit haalde was voldoende om een handwagen te vullen. Dat beteekent echter nog niets bij wat aan het front gebeurde met een Duitsch soldaat. r\a het uitladen van een waggon met honingkoeken, moesten de soldaten in het gelid aantreden. Van een der soldaten puilde toen de buitenzak van zijn uniform jas zeer verdacht uit. „Wat heb je daar in je jas?" vroeg de stramme majoor hem. „O, majoor," antwoordde de soldaat, „dat is'het portret van mijn vader, en u moet weten: m'n vader heeft een bult, ziet n." DE FAMILIE VAN DEN EX-CZAAR. Een van de familiën, die wel het meeet den druk en gevolgen van den oorlog heb ben moeten verduren is wel de ex-Czaren- «chappelijke doeleinden slechts door gemeen- Lmiiie van Rusland schappelijke inspanning kunnen bereiken, be- j Zoozeer heeft het lot dezer diepgetroffen sluiten de vertegenwoordigers der Poolsehe, i familie Z. H. den Paus in zijn bijna onbe- Tsjeehiscbe en Jungo-Slavische volkeren op grensde liefde tot de menschheid aangegre- h'ét oogenblik van de huidige wereldomwen- p-m, dat de H. Vader geen weerstand meer teling een dnurzamen en docr niets te schei- L-eft kunnen of willen bieden aan hetdenk- den bond der drie Slavische volkeren en wel beeld, Zijn bemiddeling aan te bieden ten OX-v.™ „r, T—» behoeve van de ex-Czarilza en haar kinderen Hoe vreeselyk het lyden is van de Rossi- GEHOORD LANGS DEN WEG. Gouvernante: „Hans, als ik je iets zeg mag je me volstrekt niet interrumpeeren, zulke manieren laat je maar over aam... kamerleden!" VERDIENDE LOON. De waarnemende chef van het kleine spoorstation, altijd grof bij het controleeren der kaartjes, vraagt een veehandelaar, die geabonneerd is ,en dan ook zoo goed als nooit zijn kaart behoeft te vertoonen, naar zyn bewijs, en doet dat op weinig beleef den toon. Ik verlang het telkenmale te zien als u passeert, zegt hjj. Natuurlijk wordt de kaart getoond, en de man kon passeeren. Eenige dagen later kwam de veehandelaar weer aan het station. Hij moet mee met den eersten trein. Polen, Tspechen en Jungo-Slaven te vormen.' ENGELAND'S taak in den oorlog. In eene onlangs afgelegde verklaring deel de Lord Our zo de volgende feiten en cijfers sche Czarenfamilie vindt men gedeeltelijk aangeteekend in hetgeen Lederer dezer da gen in het „Berl. Tagebl." over de balling schap van de Czaritza moeder, Maria Feodo- En waar is de waarnemende chef?, vraagt hij den wachter. Hij is nog in bed, luidde het|antwoord. Zeg hem dan, dat ik *m noodzakelijk moet spreken. De ander had er weinig lust in, maar toed 'hij vernam, dat het gevraagd werd op uit drukkelijk verzoek van den chef zelf, durf- Me hy het niet langer weigeren. Na eenigen tijd kwam de waarnemende! mooi korzelig op het perron. De veehandelaar op hem af met zijn abon nementskaart. j Y> at duivel moet ik daarmee doen?I !U moest haar altijd zien als ik pas seerde. Nu... hier is zei »Pan'( u' op de uwe, meester Denis!" X s 's lililonl<ei1 lustig tegen elkander. j i-F„u n.k °P uwe welkomst, dappere maat," roegde B ard er bij, terwijl hij het glas vooruit stak om met zijn liooghartigen nabuur te klinken. „Ik wensch u goeden avond, mijnheer de maire," antwoordde de soldaat droogweg, zijn glas op de taje1 zettend, dat hij in een^teug geledigd had, ter wijl Brulard sprak. s Hij begon van den veldtocht naar Egypte te ver halen waarvan hij reeds een en ander gezegd had terwijl Denis bij den «boorsteen was. Daarop vroeg hij wat deze gedaan had, en wat er van een en ander geworden was; welke ouden van dagen er in het dorp gestorven cn welke jonge meisjes getrouwd warenwie er in het leger gesneu veld en wie teruggekomen was; maar terwijl hij naar al deze vroeg, bemerkte men uit de verstrooidheid, waarmee hij naar de antwoorden luisterde, dat zijn geest zich met iets anders bezig hield, waarvan hij niet sprak, en zich een geheime onrust van hem had meester gemaakt, waarvan hij het niet raadzaam oordeelde vooralsnog de verklaring te geven. Einde lijk werden zijn vragen zoo onbeteekeuend, dat ilet scheen alsof hij er mee ten doel had, dat Denis, oj een dér drie landlieden, die naar hem luisterden, zijn gedachten zouden raden en zijn geheim ver langen te gemoet komen. Dit gebeurde echter niet; men stelde zich tevreden met hem op de gedane vragen voldoende inlichting te geven. Eindelijk kon hij zich niet meer inhouden, maar riep met een stem, die van ongeduld trilde. „Maar het kasteel! het kasteel! waarom zegt gij mij daar niets van?" Bij dezen onverhoedschen uitval kroop Brulard, wien geen enkel woord van al wat hij gezegd had, ontgaan was, ineen als een jakhals, die een kogel in het lijf krijgt. „Het kasteel?' gaf Denis ten antwoord; „wat wilt gij dat ik daarvan zeggen zal, mijn beste Vivant? liet ligt nog altijd boven op de rotsen, in een wei nig slechter staat dan ten tijde van uw vertrek." „Er is dus niemand, the tiaar zorg voor draagt?" vroeg de soldaat, wiens mannelijk gelaat plotseling een levendige gevoeligheid toonde, die zich aan zijn ongeduld paarde. „O! menschen ontbreken er niet," antwoordde de gewezen pikeur. „Vooreerst is er de oude Adrienne i 'etit-Jean, die van geen heengaan heeft willen hoe ren... weet gij? de vroegere dienstbode van den... kortom, gij begrijpt mij. vervolgens is er nogvauer Lory, zijn schoonzoon, zijn dochter, zijn zoon en schoondochter met hunne kinderen; ook uw neef Dorierv „En'wat doet mijn neef daar?" viel hem plotse üng de soldaat in de „Wat de anderen er doen; hij is er gaan wonen, om vrij te zijn van huur te betalen." „Welnu, ik zal heffl morgen zeggen, dat zijn plaats daar niet is." „Hij is wel in staaj om u te_ antwoorden, dat gij u met zaken bemoeit, die u niet aangaan," zei een der landlieden. „Dat zullen wij eens zienF' riep Vivant! „Ha!" ging hij voort, terwijl hij met de vuist op de tafel sl°eg, „de plundering duurs dus nog altijd voort? Maar wat doet dan de overheid?" „De overheidspersonen der republiek hebben niet in iast om over de goederen van verraders te waken," zeide Brulard. Als een gekwetste leeuw wendde Vivant zich om en terwijl hij zijn mannelijk gelaat naar de lood kleurige tronie van den maire keelde en hem met een van toorn vlammenden blik in de onrustige oogen zag, antwoordde hij met donderende stem: „Ik spreek niet tot n, burger Brulard! en uit de wijze waarop ik u reeds een paar maal antwoord gegeven heb, liadt ge moeten bespeuten dat ik er niet op gesteld was met* u- in gesprek te geraken. Ik verbied u het woord tot mij te richten!" voegde er nog luider bij. „Ik ben hier met vrienden hij en. „Ge zijt niet altijd zoo hooghartig geweest," sta melde Brulard, terwijl hij uit voorzorg naar het einde der bank, waarop hij zat, terugweek. „Dat is waar," antwoordde Vivant op vasten toon, hoewel met eene treurige uitdrukking in de stem „maar juist, wijl ik eens in mijn leven het ongeluk gehad heb naar u te luisteren, wil ik het thans niet een tweede maai doen; denk daaraan en laat mij met vrede." En hij keerde den maire, die verbijsterd scheen, opnieuw den rug toe. "tkigg,'°ïfdi?ptS'",p <te will Wen hersteld is? geen tijding gehad heeft van den voor- maiigen graaf De Brandon?" Bij het hooien van den naam zijns vroegeren meesters ontroerde Denis. Zijn mond, die zich bijna altijd tot een jovialen glimlach plooide, trok zich krampachtig te zamen, zijn lippen beefden en zijn levendig oog werd m*t een droevig waas overtogen „De voormalige graai... de voormalige graat...! zeide hij, „gij vraagt...'. ,Wel ja, ik vraag of men hier ook weet wat er van hem geworden is,.en ik heb u slechts over zijn kasteel gesproken, opdat ge mij antwoord over hem zeiven zoudt geven. Wat is er met hem gebeurd Alle uitgewekenen keeren terug; waarom is hij nog niet hier?" Sedert den dag van zijn vertrek heeft hij aan nie mand onzer geschreven," antwoordde Denis met ernstige stem. „Maar zeg mij eens, Vivant, waarom stelt gij zooveel belang m de.zaak?... Ik dacht... Op dit oogenblik gaf Brulard den notaris, die zwij gend getuige van dit tooneel geweest was, een ken en beiden stonden op alsof zij zich gereed maakten om te vertrekken. inderdaad betaalde de eerste de vertering, die zfl gemaakt hadden; daarop trad hij langzaam op Vivant Baugey toe en zei tot hem: „Daar ik uwe woorden van straks niet in ernst kan opnemen, burger Baugey, wil ik u wel zeggen dat er een plaats als houtvester open komt en dat het slechts van u afhangt... Gij begrijpt mij?..; Hij begon te lachen, zoo ten minste zij" gnjna dien naam verdiende. a a a Maar plotseling zweeg Brulard, verstoma door den verachtelijken blik, waarmee Vivant hem van tier hoofd tot de voeten.opnam.^ sfameIde de Jaar zijn toch licht aan t« „Wel! bevalt u dat „Driehonderd frank per nemen (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 11