KIENE KUiL EOüRiHT
MCQUES DE BRANCION
BUITENLAND
De Vierde Brief.
DE DAM LAATJES
FEUILLETON
HET VREDESVRAAGSTUK.
iVROOLIJK ALLERLEI
Zaterdan 17 Augustus .Tweede Blad
Katholiekendag in het Bisdom Haarlem.
Romantisch verhaal uit den tijd der
Franscha Revolutie.
EEN POLEMIEK IN DE ENGELSCHE PERS-
DE WEG NAAR DEN VREDE VREDES
VOORWAARDEN DER GEALLIEERDEN EEN
TEGENHANGER VOL OORLOGSWAANZIN.
ZATERDAG 24 AUG.: Gewone zittingen van
8 tot 9 uur.
Maandag, 2 September a,s. zal in d« anna
len van ons Bisdom, als een zeer gewichtige
dar op cm teek end staan.
Dan toch zal in Alkmaar, de vriendelijke
Kennemerlandsehe stad, de Katholiekendag
gehouden worden.
Katholiekendagen zyn voor ons allen van
ov^nvupeniie beteekems.
Zij griipen diep en weldadig in, in 'ons ver
stands- en gemoedslevenzij trekken ons uit den
sleur van den dagelijkschen rondgang naar
omhoog en wijzen ons op hooger leven dan
het bloot stoffelijke; zij zetten ons aan tot het
streven naar ideale toestanden in de geeste
lijke atmosfeer, waarin wij geleid door de
voorlichting vpn onze Moeder d,e H. Kerk,
liet geluk hier op aarde moeten zoeken.
Katholiekendagen bieden ook ©en ruim
veld aan voor de ontwikkeling en verdieping
van maatschappelijk en eomomteok inzicht,
gebaseerd op de rotsvaste beginselen van
OIHet onderwerp, dat op den Katholiekendag
in ons Bisdom uitvoerig zal besproken worden
laten hieronder de conclusion volgen,
met do daarop ingekomen amendementen
voor oen op 2 September te Alkmaar te hou
den Katholiekendag.
EERSTE AFDEELING.
De vrornv in het gezin.
Inleider dr. A. H. M. J. van Rooy te Heem
stede.
I. Voor het behoud van het christelijk ka
rakter der maatschappij is het behoud van
het christelijk karakterder gezinnen vol
strekt noodzakelijke voorwaarde.
II. De voornaamste kracht tot behoud van
het christelijk karakter der gezinnen is de in
vloed der vrouw als ecbtgencote en moeder.
ILL Voor een volle ontplooiing dier kracht
poet de vrnouw bezitten:
a. een degelijke geloofskennis;
b een diepen godsdienstzin;
c' een hooge opvatting van haar taak als
riste! ijkechtgenoot® en moeder,
cl een groote mate van mensohenkenms;
e. den moed tot zelfverloochening.
IV. Bij de opvoeding onzer katholieke jon
ge vrouwen in school pn pensionaat, in pa
tronaat en in huis, moet meer aandacht ge
schonken worden aan de toekomstige taak der
vrouw in het gezin.
V. Een goed besef en begrip van. die taaik
zal bij de katholieke vrouw leiden tot een
sterk en doeltreffend verweer tegen de toene
mende weelde- en genotzucht tier moderne
maatschap pij en ook tot een beter inzien
en doorgronden der gevaren, die inihaerent
zijn aan het gemengde huwelijk.
VL Het ware gewenscht 'dat nu en dan
voor de R.-K. gehuwde vrouwen ia stad en
èorpcursuss en of althans voordrachten go
go ven werden over de plichten der vrouw in
het gezin (naar het voorbeeld dor bekende
oonferentiën van Mgr. Dupaaloup e.a.)
VH. Tot bevestiging van bet gezinsleven
en prikkeling der energie van do gemisleden
strove de vrouw naar zo©danigen graad van
Ontwikkeling dat zij met begrip en belamg-
stellin©- het werken en ondernemen van liaar
man en kinderen »1 kunnen volgen.
De hoor Mr. H. P. M. Kraakman, te Alk
maar, stolt voor in conclusie III e de woor
den „den moed tot" te laten vervallen.
TWEEDE AFDEELING.
De vrouw iD het openbare leven.
Inleider rector J. B. W. M. Möller te Den
Haag.
I. De vnouw wijde haar eerste zorg aan die
trouwe vervulling van de plichten van haar
staat of beroep.
Daarnevens zocke zy t-yd en gelegenheid om
mot haar persoon,' talenten en invloed de al-
igemeene katholieke zaak met toewijding te
dienen.
Zij kan dit doen:
1. door de verdediging van do katholieke
leut over de vrouw en het huwelijk;
2. door de bevordering van de katholieke
■Vakorganisatie;
3- door mede te werken aan de godsdien
stige, zedelijke en maatschappelijke opvoedip*
®n ontwikkeling van vrouwen en meisjes;
4. door de oprichting van sociale instellin
gen voor vrouwen en meisjes;
5. door arbeid in de vrouwenverenigingen1
die zich op sociaal en charitatief gebied 'be
wegen en bij den R.-K. Vrouwenibomid be
lmoren aangesloten te ziim
II. De katholiek-maatschappelijke aiiboid
van de vrouw zal alleen dan vruchtbaar zijn,
tourneer de vrouw op de eerste plaats haar
eigen fcieJeleven en het gezin, waartoe zij be
hoort, doordringt van den katholieken 'geest.
Do middelen daartoe zijn:
1. een diepe kennis van den godsdienst;
2. het lidmaatschap van eene zuiver-gods-
dien6tige vereeniging;
8. het bevorderen van katholieke pers en
lectuur;
4. de retraite;
B. de veelvuldige H. Communie;
G. het vermijden van ergernis.
IH. Behalve godsdienst en toewijding is
voor vruchtbaren katholiek-maat.schapi>elij
ken arbeid noodig een diepe kennis van het
maatschappelijk vraagstuk.
Vooral zij die leiding hebben te geven
mceten zich op de studie daarvan toeleggen.
IV. Het is gewenscht, dat door dén R.-K.
Vrouwenbond, althans in de centra, studie
kringen over godsdienstige en maatschappe
lijke onderwerpen worden opgericht. De lei
dende vrouwen dienen daarvan ©en goed ge
bruik te maken.
Do heer Mr. H. P. M. Kraakman,, te Alk
maar, stelt voor in conclusie II sub 6 implaats
van „het vermijden van ergernis" te lezen
het woord „zedigheid" en dit als 4 te stellen,
en wat nu 4 en 5 is 5 en 6 te stellen;
in conclusie IH te laten vervallen „een die
pe"; in conclusie IV achter „Vrouwenbond in
te voegen: „in overleg en samenwerking met
de Katholieke Sociale Actie."
DERDE AFDEELING.
De vrouw in den maatseh appel i)ken
werkkring.
Inleidster: mej. M. Bonnike, te Amsterdam.
1. Tengevolge van de veranderingen hl het
economische leven is de vrouw niet zelden
genoodzaakt een werkkring te gaan zoeken
buiten het geain. Voor de gehuwde vrouw, op
wie de zorg van. een gezin rust, moet gestreefd
worden naar een algemeen arbeidsverbod.
Voer de ongehuwde vrouw mag de maat
schappelijke werkkring nooit het idclaal zijn,
alleen een noodzakelijk middel om, indien
noodig, in haar onderhoud te kunnen voor
zien.
II. De vrouw heeft het richt 7,ich door haar
arbeid'een menschwaardig bestaan te verze
keren.
III. a. Bij den strijd voor het bestaan mo
gen de hcogere geestelijke belangen van de
vrouw geen gevaar Loop en.
b. Voor haar beroep moet de vrouw de noo
dig© geestelijke en lichamelijke geschiktheid
hebben,
c. De belangen van het huisgezin mogen
door het beroep noodt worden geschaad.
IV. Noodig is:
a. Een grondige giodsdienstkemiis (retrai
te, congregatiën, derde Orde).
b. Hulp bij de keuze van een beroep (Oom
missies va nbeixy.ïpskeuxearbeidsbeurzen).
o. Gelegenheid zich voor een beroep te be
kwamen (vakscholen).
d. Gelegenheid zich te bekwamen voor de
latere taak der vrouw als kuisvroow-moeder
(kookcursussen, moeder-cursussen).
Dit alles op B.K. grondslag.
V. Het iis gewenscht dat de R.-K. vrouwen
zich, voor zoover ze daarvoor in aanmerking
komen, organisecren in R.-K. vakbonden»
VI. Om dit alles tot stand te brengen 5®
staradsorganisafcie noodig, welke de taak is
van den R.-K. Vrouwenbond.
Het is daarom wenschelijk dat overal afdee-
lingen van den R.-K. Vrouwenbond worden
opgericht.
Mej. F. A. M. Peeters, te Overveen, stelt
voor de 2e alinea van conclusie I te lezen:
„Alleen voor de ongehuwde vrouw mag de
maatschappelijke werkkring een ideaal zijn."
De boer T. G. O. Hooy, te Schoten, stelt
voor conclusie II te lozen: „De vrouw heeft
heit recht zich door haar arbeid een mensch-
waardiig bestaan te verzekeren, daarbij als
grondstelling' aannemende, dat zij bij gelijk-
wiadrdifeen arbeid nimmer door ©en lager
loon als concurrente van den man op de ar
beidsmarkt mag optreden."
De ZeerEerw. heer rector P. Stroómer te
Amsterdam, stelt voor de I'd alinea van con
clusie VI te lezen: „Om dit alles tot stand
te brengen is organisatie noodig, welker ver
zorging de taak is vooral van den R.-K.
Vro uw enbond."
Gedurende d© geheel© relg in don trein met
verlofgangers, dia bom naar Parijs bracht,
stelde André Marei zich telkens de benauwde
vraag: Waarom had Marianne hem gedurende
veertien dagen, slechts twee keer geschreven,
terwijl ze hem. gewoonlijk tenminste drie of
vier brieven per week zond en waarom waren
die twee brieven zoo kort eenig© regels slechts,
inhoudende, dat ze het goed maakte en dait ©r
veel werk was op haar kantoor, in plaats van
dicht volgeschreven zijdjes, vol bijzonderheden
en vooral vol teecferheid, welke hij gewoonlijk
ontving en aan het lezen en herlozen waarvan
hij uren besteedde?
•Hij bad niet geschreven dat hü kwam. Ze kon
hem dus niet afwachten, aan het staion,. Tooh
beklemde het hom 't hart. Die aankomst zonder
dat zij daar was, verschilde zoo van anders,! Hij
haastte zich. naar huis, liep vlug de trappen op,
klopte aan de deur van zijn woning. Geen ant
woord. Ilet was Zondag, nauwelijks één uur.
Waarom was ze er niet?
Op het trapportaal werd een deur geopend.
Een dikke, eenvoudig gekleedo vrouw, hun
buurvrouw sinds de vier jaren dat ze, na ge
trouwd to zijn, daar woonden, verscheen.
Mijnheer Marei! Wel. is u het? Men dacht,
dat u niet ©era'or dan over 14 dagen zoudt
komen 1
Goeden dag, juffrouw Rlngnoïr. Ja', ik
atme Vivant," zei hij, terwijl hij mij
Ïqii avoriprt»to' »SÜ zlilt Uw genegenheid moe-
worden Louise zal nooit uw vreuw
„Maar in Godsnaam, waarom niét," vroeg-
„Waarom, myn jongen? Daarvo©r weet ik
aelf met geaioeg om u te antwoorden- al wat-
ik doen kan is u de verzekering gp,ven dat
jThóvenin en zijn vrouw niet* tegen u' heb
ben cn zoo de zaak slehcts van hun afhing
èii hun schoonzoon zoudt worden; maar
„Maar wat?" riep ik uit.
„Maar (gij zijt een brave jongen en, zo©,als
jfcU zciggen, willen zij u niet bedrk&en: dat is
«ue« wat ik van hen kon to weten komen."
„Deze woorden, die, zxioaLs ik dacht, een bc-
'jdiging {pgea Louis*? inhielden, brachten
MUJ i&j wanhoop. Ik drong verder bij firth
lard met vragen aan; hij hield vol dat hij
niots zekere wist en liet mij aan al de smart
der jalousie en der onzekerheid ten prooi.
,Jk heb u vergeten te zeggen, dat men op
denzelfden morgen, waarop Tkévcuin mij
was komen berichten, dat ik niet meer op do
hand zijner dochter kon rekenen, Louise had
doen vertrekken, zoeaLs het heel te, naar haar
poettante in de Vogezen. Het was mJj dus
onmogelijk 'een nadere verklaring te vragen
aan de ©enige persoon, die mij, ijk ben er
zeker van, openhartig de rjden zou gezegd
bebbeu eu ik bleef alleen met mijn verdriet.
„Dit gebeurde in de maand Noveonibeir 1792.
Do revolutie tv as heer en meester in het land,
zooals gij weet. Men plunderde en verbrand
de al de kasteden in den omtrek en maakte
ons diets, dat het een billijke straf was voor
do edelen, die gedurende zoo langen tijd het
volk op alle wij/bn verdrukten. Eenige woor
den, dio Bruiard zich in mijn tegen woordig-
hoid liet ontvallen en waarover hij terstond
ooreuw scheen te hebben, deden mij vermoe-
oen, dat de örraaf de Brancion, wien fk nooit
eeriig leed berokkend had, en dien ik ten
koste \an mijn bloed zou verdedigd hebben,
zoo men hem aangevallen had, op do een of
h©b 't verloï geruild met een kameraad. Weet
u, waar Marianne ia?
Juffrouw Ringnoir scheen, verlegen,
Ik zal u vertellen
Waar is zij? riep,hij met plotselinge hef
tigheid.
De vrouw legde hem-zachtjes de hand op den
arm.
Uw vrouw is ziek geweest en men ver
pleegt haar.
Ziek? Is zij ziek?.... Ernstig?.Maai
vertel
Vormt u zieli geen verkeerd denkbeeld.
Ze maakt hot nu goed..,. Ze is bijna gene
zen.... Komt u met me mee. We zullen haar
een bozoek brengen. Het is heel a'iclit bij.
Ze vertrokken haastig. Op straat beant
woordde juffrouw Ringnoir de vragen van
André.
Ja, zij is in het ziekenhuis. Voor een
operatie. Op een goeden avond heeft ze het te
pakken gekregen. Gedurende eenigen tijd was zo
niet goed, ze at niet meer. En, aan het eind
van de vorige maand, is het plotseling op .iets
uit gel oo pen. In de rechterzij een pijn, a'ie het
haar deed uitschreeuwen, het ging me door het
hart. Men heeft gebruik moeten maken van
morphine, om haar wat tot kalmte te brengen.
En toen heeft men haar dadelijk moeten ope-
reeren. Het was gewaagd, naar het scheen,
maar men kon niet anders deen en het is best
geslaagd
En ik wist van niets, zei André.
Haar patroon, ia zeer goed voor ^aar ge
weest, vervolgde de vrouw. Hij heeft zich. veel
met de zieke bemoeid en door zijn zorg heeft ze
een kamertje apart gekregen.. Een beetje
minder vlug, wilt u, mijnheer Marei. Ik heb
niet meer mijn beenen van twintig jaren....
Maar daar zijn we er al. Ik zal voor gaan, om
haar voor te bereiden op uw komst. Zo moet
neg niet te veel emoties hebben, begrijpt u.
In het smalle ledikant zag Marianne, ver
magerd, bleek onder haar in wanorde zittende
blonde haren, er uit ala een klagend kind en,
haar zoo ziende, schokte André Marei van ont
roering. Hii begreep thans beter nog, dat hij
nooit begrepen had, hoe zii alles ter wereld was
voor hem. De gedachte aan wat had kunnen ge
beuren. vervulde hem met zoo grooten angst,
dat hij zich sterk moest houden, om met in
snikken uit te barsten, terwiU Marianne onbe
weeglijk, maar met ©en glans van vreugde in
de oogen, met zwakke, gelukkig6 stem sprak
Ja, ik verzeker 't je- ik maak hot weer
heel goed.... Ikbegin weer trek in eton te
krijgen.... Iedereen is heel lief vo»r mÜ ge
weest, maar vooral juffrouw ltingnoir..- Wil
je wel gelooven, ze is alle dagen hier geweest.
Bedank haar straks wel, ze is nu weggegaan
om ons alleen te laten...- Wat ben ik blij je
te zien!.
En ik wist niets, stamelde hij. waarom
heb je me niet laten waarschuwen?....
Je waarschuwen? Neen. Je zou niet bij
tijds hebben kunnen aankomen, zelfs wanneer
je terstond hadt kunnen vertrekken? Je ziet
zelf, nietwaar? Ik zou hebben kunnen scUi'jjven:
„Ik word geopereerd." En i® zou, gekweld wor
den door ongerustheid- door verdriet.
Neen, neen, ik weet te zeer wat het zeggen,
wil, zie je, in vrees te leven over iemand, dien
men lief heeft.En jij, ginds, te midden van
het gevaar..,. Dat zou je het hoofd hebben
doen verliezen, te weten, dat ik ziek was. Wie
weet, wat zou^/.ija gebeurd? Je zeu een. on-
voorzioktigSeid hebben, begaan. Je zou slechts
aan tnii gedacht hebben. En dat zeu misschien
tot «©volg bobben gehad, dut je doodgeschoten
werd.Neen. neen. ik kon wel sen beetje
moedig .din, jij moet hot in zoo hooge mate
wezen.
Ik kon je dat wel' besparen.Eu bovendien
ik was niet in gevaar. Het beteekendé nietc,
die operatie.
Eun beetje vermomd door zooveel spreken,
zweeg ze thans. And-re Marei keek haar aan.,
zeo tenger was ze als een kind. Hij stelde zich
haar voor op den dag vóór de operatie, alleen
met haar pijn, alleen met de vree», welke zij
had moeten» doorstaan en waarover zij niet
sprak. Maar plotseling ging hem oen gedachte
dpor het hoofd.
Do brieven! De bei-de brieven, die ik de
laatste dagen ontvangen heb! Je hebt ze niet
kunnen schrijven, daar je geopereerd waart.
Hoe zit dat?.
-O, ik heb ze van tevoren geschreven, zei
ze eenvoudig-weg. Ik kon, je niet zender be
richt laten gedurende zoo langen tijd. Je zoudt
niet hebben geweten wat te moeten, denken.
Toen in-en mij zeide, dat ik dadelijk geopereerd
moest worden, liet ik geprofiteerd van, cte
oogenblikken, dat ik minder piin had, als ge
volg van de morphine-imspuiting en ik heb drie
brieven vooruit gesohreven.Juffrouw
Ringn-oir heeft zc op de bus gedaan. Vanmor
gen, hoe-aft z© je een der laatste moeten zenden.
Ik rokend© jc vvcor van hier te kunnen schrij
ven. na twee* of drie dagen en daar ik jo niet
voor hot eiudo der maand verwachtte, zou je
me dan thuis gevonden hebben en hersteld. Het
was niet veel drie brieven en ze waren niet
lang, maar ik had nie-t voldoende krachten om
er meer e schrijven
Hjj was gaan zitten, hot hoofd in de handen.
Marianne maakte er gebruik van, door onder
haar hoofdkussen eeu enveloppe weg te halen,
welke zij in lrloine -stukjes scheurde. Het was
een vierde brief, waarover ze niet met hem
gesju-oken had, welke de andere zou hebben
vervangen, ingeval de operatie niet zou zijn
geslaagd.„Ct.rrn."
h i ii au.. Mw°le!^t!-».'-*g;Ll'.t.l.iiii-*Ji!.Bnji.l!iii!iLJL!ggsr
an-düre wijze in de verbreking van mijn hu-
wclijik betrokken wns. loen ik deze gedachte
eenmaal had opgevat, verliet zy my niet meer.
Ik beschouwde haai' van alle Kanten en v.ei-
dra ging zij in een versclmkkelyk vermoe
den over Bruiard» maire van liet dorp ge
worden, liad zijn bediening als kamerdienaar
op het 'ka cte el neergelegd, rnaar bezocht toch
dikwijls de bewoners, eu gaf zich den schijn
alsof hij hen beschermde. Zoo ging de win-
fcsr voorlbij; ik workto niet meer on om mijn
verdriet to vergeten, sleet ik mijn tijd in de
hei-berg en de clubvcii^aderin.gen van het
dorp. Mijn haat tegen de edoleu w.eiid met den
dag gr oo ter.
„Op zekeren avond, zoo vervolgde de oud-
eoldaat Vivant rijn varhaal, „tegen het cindo
van April verliet ik bat raadhuis, waar, zoo-
als gij weet, do VirgjuJeruiK der club gehou
den werd en koorde naar mijn oom, Dorier,
terug, bij wien ik inwoonde, toen Francois
Leblond zich bij mij voegde.
„Er is nieuws," zei do hij, „maar het is een
groot geheim, waarover tegen niemand ge
sproken ina'g worden."
,Wat is er dan te doen," vroeg ik.
,Wy hebben h,et bewijs," antwoordde hij,
Dat Lord Lansdowne niet meer alleen staat in
Engeland met zijn propaganda voor een vrede
door overleg, was reeds eerder gebleken uit de
besprekingen, welke op zijn vredesbrieven zijn
gevolgd. Men moge al trachten den invloed van
zijn beloog voor de buitenwereld te verkleinen,
te ontkennen valt niet, dat, dank zij zijn moedig
optreden voor de vredespropagandaook andere
persoonlijkheden naar voren zijn gekomen om een
vrede door overleg aan té bevelen.
Dit is gebleken in een uitvoerige gedachten-
wisseling in de ^Manchester Guardian" tussehen
verschillende schrijvers over het onderwerp„De
weg naar den vrede."
De aanleiding hiertoe was een hoofdartikel in
het Wad van 17 Juli, dat eenige protesten uit
lokte.
Charles Chapman betoogde o.a. hoe de oorlog
z. i. is een strijd tussehen twee tegenstrijdige
idealen, zoodat de oorlog alleen beëindigd zal
kunnen worden wanneer ten van deze twee idea
len vernietigd zal zijn. Naar zijn meening zou
dit alleen kunnen gebeuren door een volledige
militaire overwinning der Entente of door een
revolutie in Duitschland.
Tegenover deze beschouwing verschenen in de
bladen van 22 en 25 Juli nieuwe artikelen, resp.
van een onbekende, die zich noemde „G." cn
van mr. La-nsbury. De eerste schrijver Schreef
o.a.: „Het Duitsche volk gelooft terecht of ten
onrechte, dat Engeland -weigert anders vrede te
sluiten dan met een onvoorwaardelijke overgave
van Duitschland en daar de Duitschers in vele
opzichten zijn net als wij zelf zetten zij zich
schrap en trachten zij zich zoo goed mogelijk te
verdedigen. Misschien vervloeken zij 't militai-
risme, maar zelfs wanneer dit liet geval is, dan
is dit toch ep het oogenblik hun ec-nige wapen»
De militaire macht maakt gebruik van de haar
geboden gelegenheid, zij .zorgt dat licht en ken
nis niet tot het Duitsche volk doordringen en
bevorderen den haat en de onwaarheid. Hoe
moeten mensdien, die in zulk een atmosfeer
leven, den toestand begrijpen, of, wanneer zij
deze begrijpen, hoe moetenttij daaraan uitdruk
king geven? De verklaringen van president Wil
son zijn duidelijk geweest en de vijand toonde
neiging om er op te antwoorden, maar noch
Engeland noch Frankrijk schenen bereid om de
rede inplaats van het geweld te laten spreken,
en zoo ging de stnjd voort. De toestand is die
van twee groepen van personen, d'oor een ijzeren
muur van elkander gescheiden, niet in staat met
elkander in aanraking te komen of elkanders
stemmingen en gevoelens te begrijpen; ieder
maakt zich de ergste voorstellingen van de ge
meenheden van den vijandl doordat hij zijn
conclusies trekt uit verdraaide feiten. Ongetwij
feld bestaat er in de vijandelijke landen een
groole strooming ten gunste van 'een verstandi-
gen vrede."
In denzelfden geest schreef mr. Lansbury, die
aandrong, dat de Entente-regeeringen de vredes-
- voorwaarden bekend maken, welke zij bereid zou
den zijn aan te bieden aan een democratische
Duitsche regeering, want, zooals hij zegt in een
vraag tot mr. Chapman: „Laten wij eens aan
nemen, dat een Duitsche revolutie het regeerings-
systeein der Hohenzollern had weggenomen en
dat in plaats» daarvan een democratische regee-
ring was ingesteldlaten wij eens aannemen ook,
dat het verdrag van Brest-Litowsk hei-zien was
en België, Frankrijk, Servië Roemenië en Italië
ontruimd zouden zijn. Is Mr. Chapman dan be
reid de Duitsche koloniën aan het democratische
Duitschland terug te geven? Is hij dan bereid
aan het democratische Duitschland beschikking
over grondstoffen te geven op voet van volkomen
gelijkheid met de Entente-volkeren? Is hij dan
bereid de Fransche en Italiaansche territoriale
eisdien te beperken tot grondgebied waarvan
algemeen vaststaat, dat het Fransch en Itali-
aansch is? Is hij dan bereid met de nieuwe
Duitsche regeering te spreken over de regeling
van dit uitgestrekte grondgebied met de gewel
dige hulpbronnen, 'gelegen tussehen Egypte en
Indië en verder in het Oosten, in dien zin dat
men aan de Duitsche eischen daarbij tegemoet
komt?"
Mr. Lansbury meent, dat dit de vragen zijn,
die diegenen in Duitschland, dae eventueel in ver
zet tegen bun regeering zouden komen; zich
stellen, en wijst er op dat men van Duitsche
socialisten niet kan eisdien, dat zij in verzet
komen legen hun regeering ten gunste van de
belangen van imperialisme in de Entente-landen
-5r00!af1T echter de Entente-regeeringen in ge^
breke blijven deze en dergelijke vragen in bevcs-
tigenden zin te baniwoorc.cnzal het oorlogs
vaan zinnig gedoe, als tegenhanger der vredes-
geneigdbeid bij andeven, nog ingang blijven vin
den, bij een groot deel der geallieerde volleen
en vindt de oorlogspropaganda van de „National
Review" onder het Engelsche volk nog een ruim
onthaal.
Dit blad, dat zich steeds door zijn haat jegens
de Duitschers onderscheiden heeft, schreef juist
dezer dagen nog o. m Wij mogen eenvoudig
dezen oorlog niet verliezen» De D-uitscher -toch
is noch redelijk, noch menschel ijk. Hij is een af:
zichtelijk beest, dat in menig opzicht den duivel
in de schaduw stelt Daartegen moeten wij strij
den ondanks alle vrienden van een vreedzaam
vergelijk, die alle moeilijkheden tussehen men-
schen door overeenkomst zouden willen oplossen.
Zij vergeten daarbij, dat wij ditmaal niet met
menschen te doen hebben, maar met Duitschers.
Derhalve wordt al het gezwets over vergelijk
zonder beteekenis.
Wanneer eens paal er» perk' werd gesteld in
de oorlogvoerende landen aan zulk een onredelijk
en ocruiend geschrijf over de tegenstanders zou
weldra een meer menschwaardig oord-cel over-
de ..vijanden" ingang vinden en d-=- verantwoor
delijke" regeerders zouden dan misschien eerder
c'en moed hebben een stap te doen op den weg
naar den vrede.
Dit wordt ook ingezien door Philip Snowden,
die in de „Labour Leader" met kracht protesteert
tegen de oorlogsgruwel-propaganda. als bron
van volkerenhaat en oorlogszucht.
Helaas, zegt hij, behoort het tot de oorlog
voering den haat der votken door verbreiding
van gruwelgeschiedenissen aan te wakkeren en
levendig te houden. Men zal zich herinneren,
zoo gaat hij verder, dat tijdens den Zuid-Afri-
kaanschen oorlog aanklachten van dezelfde vree-
selijkheid als thans tegen de Duitschers door ons
in grooten omvang tegen de Boeren werden inge
bracht. Wanneer het publiek ook maar eenigs-
zins verstandig zou nadenken en zich het doei
van zulk een actie duidelijk voor oogen stellen
dan zoel het niet al dergelijke beweringen over
gruwelen en misdaden lichtvaardig aannemen.
Een verstandig woord, dat de overweging wel
waard is en voor de „National Review" aïs een
gevoelige afstraffing barer haat-prediking mag
worden aanvaard.
No. 42.
17 AUGUSTUS,
BELANGRIJK.
Aanstaanden 'Woensdag wordt de vergade
ring gcluuden van den Bestuursraad, waar
in onze Eerw. Adviseur onze houding zal uit
eenzetten ten opzichte van acties in samen
werking met organisaties van andere rich
tingen. y
Alle bestuursleden moeten daarbij tegen
woordig zijn, want van een goede doorvoering
dezer beginselen hangt alles af.
PROTESTVERGADERING.
Donderdag aanstaande om acht uur wordt
een groot© vergadering gehouden door onze
afdeeliug „Herwonnen Levenskracht", waar
in als sprekers zullen optreden, onze vriend
M. L. Klein, lid van den Éaarlemscuea
gemeenteraad en P. J. J. Haazevoot, voorzit
ter van het Vakbureau eu lid vau de Tweede
K am er.
Dc-ze vergadering is belegd met het doel te
protesteeren tegen net feit, dal Burgemeestei
en Wethouders van onze stad weigeren toe
te laten dat „Herwonnen Levenskracht"
bloempjes verkoopt langs 'den openbaren
wog.
Burgemeester en Wethouders en alle raads
leden zijn uitgenoodigd tot deze bijeenkomst»
F. H. DE KONING f
De oudere leden zullen zich nog wel herin
neren dat de heer F. H. de Koning, vroeger
boekhouder aan de Gasfabriek, toen deze nog
het eigendom eener Maatschappij was, als be
stuurslid van onze Spaarbank en in verschil
lende andere functies zeer veel heeft gedaan
in het belang van onzen Bond en zijn leden.
Hij werd daarom, bij zijn vertre«k uit ons c ge
meente, tot lid van Verdienste benoemd.
Deze heer de Koning is thans overleden.
Het spijt ons dit te moeten melden. Tot aan
zijn dood heeft hij voor onze afdeeliug ge
ijverd. Wij bevelen hem in de gebeden van
onze leden aan.
AGENDA „SOCIËTEIT ST. BAVO".
MAANDAG, 19 AUG.: Esperanto, 8 uur
Leuen Spaarkas, 8 uur Bond van Ambte
naren. 7 uur.
DIJSSDAG 20 AUG.: Kruisverbond Cri
sis Middenstand, 8 3d uur Bestuur Metaal
bewerkers, 3 uur.
WOENSDAG 21 AUG.: Bestuursraad R.-K.
Volksbond, 3 uur.
DONDERDAG 22 AUG.: Bureau voor
Rechtskundig advies,-8h uur. Herwonnen
Bevenskraoht, Pro cstvergadering, 8 uur
C. O. D. R. O.
VRIJDAG 23 AU.G.: Leden Woningbouw-
vereeniffiug, 8 uur.
UIT DE SCHOOL.
Onderwijzer: Wat is de hoogste vorm van
dierlijk leven?
Leerling: De giraf, menoer
TIJDBEELD.
Maar Mina. vroeg mevrouw, waar heb je
zoolang gezeten? Vanmiddag heb ik je met de
boterbon uitgestuurd, en nu is bet half elf, eer
je terug komt.
Ja Mevrouw, zei Mina, onze queue van do
boterbons is verward geraakt in do queue van
bet circus, en toen zat ik in het circus, voordat
ik het goed wist.
„dat de voormalige graaf correspondentie
houdt mot de geëmiigr ;»erden cu burger Bru
iard wil ham niet verraden aan het revoluti-
ounairo comité te Chaumont, dat korte met
tea met hem maken zou."
„W elnu, dat vind ik niet berispelijk," her
nam. ik. „Laat men de edelen verjagen, döo-
den zelfs, zoo zij tegenstand bieden, maar hen
verradenbah!"
„Als gij wist wat ik weet, zoudt gij zoo
uiet spreken als gij tliaais doet."
„Nauwelijks had hij deze woorden geuit of
Louise's beeld stond mij voor don geest. Het
bloed steeg mij naar het voorhoofd; rk ioe
em half waanzinnig toe: „w«i woot, gy
31 en heeft mii doen beloven, dat. ik.het uiett
zou zeggen."
„Zog het, of ik steek u neor.'
'Meteen trok ik de sabel, die ik destijds
altijd op mijn zijde droeg Cn zette Francois
de punt op de borst. Wij waren alleen en
mijn beweging was zoo vlug geweest, dat hij
geen tijd had. om ziek in tegenweer te stellen.
Hij werd bearigst en gaf tce.
„Welnu," zeide h,ij, terwijl hjj mijn wapen
afweerde, „gij vindt het niet geed om de ede-
ion uie samenzweringen spannen, te verra
den, en do voormalige graaf De Brancion
heeft zich niet ontzieu u van uwe verloofde
te beroovcn."
„Het is du» waar," riop ik uit.
„Zonder twijfel," antwoordde hy. „Burger
Bruiard keg* al de byzonderhoden van da
zaak, hij heeft er de bewijzen van in handen
npöböd."
,Had hü u verboden het my te vertellen?"
„Ja; hü vreesde dat gij dwaasheden begaan
zond t."
„Vaarwel, Francois."
„Waar gaat gij heen?"
„Naar burger Bruiard."
„Waarom?"
„Om hem aan een belofte te herinneren,
di© hij mij gedaan heeft."
„Als gij hem zegt, dat ik u olie® bekend
heb, zeg er dan by, dat gij mif mefc
op die keel er toe gedwongen b0®
„Wees daar gerust op."
(Wordt vervolgd).