KIENE KUiL EOüRiHT MCQUES DE BRANCION BUITENLAND De Vierde Brief. DE DAM LAATJES FEUILLETON HET VREDESVRAAGSTUK. iVROOLIJK ALLERLEI Zaterdan 17 Augustus .Tweede Blad Katholiekendag in het Bisdom Haarlem. Romantisch verhaal uit den tijd der Franscha Revolutie. EEN POLEMIEK IN DE ENGELSCHE PERS- DE WEG NAAR DEN VREDE VREDES VOORWAARDEN DER GEALLIEERDEN EEN TEGENHANGER VOL OORLOGSWAANZIN. ZATERDAG 24 AUG.: Gewone zittingen van 8 tot 9 uur. Maandag, 2 September a,s. zal in d« anna len van ons Bisdom, als een zeer gewichtige dar op cm teek end staan. Dan toch zal in Alkmaar, de vriendelijke Kennemerlandsehe stad, de Katholiekendag gehouden worden. Katholiekendagen zyn voor ons allen van ov^nvupeniie beteekems. Zij griipen diep en weldadig in, in 'ons ver stands- en gemoedslevenzij trekken ons uit den sleur van den dagelijkschen rondgang naar omhoog en wijzen ons op hooger leven dan het bloot stoffelijke; zij zetten ons aan tot het streven naar ideale toestanden in de geeste lijke atmosfeer, waarin wij geleid door de voorlichting vpn onze Moeder d,e H. Kerk, liet geluk hier op aarde moeten zoeken. Katholiekendagen bieden ook ©en ruim veld aan voor de ontwikkeling en verdieping van maatschappelijk en eomomteok inzicht, gebaseerd op de rotsvaste beginselen van OIHet onderwerp, dat op den Katholiekendag in ons Bisdom uitvoerig zal besproken worden laten hieronder de conclusion volgen, met do daarop ingekomen amendementen voor oen op 2 September te Alkmaar te hou den Katholiekendag. EERSTE AFDEELING. De vrornv in het gezin. Inleider dr. A. H. M. J. van Rooy te Heem stede. I. Voor het behoud van het christelijk ka rakter der maatschappij is het behoud van het christelijk karakterder gezinnen vol strekt noodzakelijke voorwaarde. II. De voornaamste kracht tot behoud van het christelijk karakter der gezinnen is de in vloed der vrouw als ecbtgencote en moeder. ILL Voor een volle ontplooiing dier kracht poet de vrnouw bezitten: a. een degelijke geloofskennis; b een diepen godsdienstzin; c' een hooge opvatting van haar taak als riste! ijkechtgenoot® en moeder, cl een groote mate van mensohenkenms; e. den moed tot zelfverloochening. IV. Bij de opvoeding onzer katholieke jon ge vrouwen in school pn pensionaat, in pa tronaat en in huis, moet meer aandacht ge schonken worden aan de toekomstige taak der vrouw in het gezin. V. Een goed besef en begrip van. die taaik zal bij de katholieke vrouw leiden tot een sterk en doeltreffend verweer tegen de toene mende weelde- en genotzucht tier moderne maatschap pij en ook tot een beter inzien en doorgronden der gevaren, die inihaerent zijn aan het gemengde huwelijk. VL Het ware gewenscht 'dat nu en dan voor de R.-K. gehuwde vrouwen ia stad en èorpcursuss en of althans voordrachten go go ven werden over de plichten der vrouw in het gezin (naar het voorbeeld dor bekende oonferentiën van Mgr. Dupaaloup e.a.) VH. Tot bevestiging van bet gezinsleven en prikkeling der energie van do gemisleden strove de vrouw naar zo©danigen graad van Ontwikkeling dat zij met begrip en belamg- stellin©- het werken en ondernemen van liaar man en kinderen »1 kunnen volgen. De hoor Mr. H. P. M. Kraakman, te Alk maar, stolt voor in conclusie III e de woor den „den moed tot" te laten vervallen. TWEEDE AFDEELING. De vrouw iD het openbare leven. Inleider rector J. B. W. M. Möller te Den Haag. I. De vnouw wijde haar eerste zorg aan die trouwe vervulling van de plichten van haar staat of beroep. Daarnevens zocke zy t-yd en gelegenheid om mot haar persoon,' talenten en invloed de al- igemeene katholieke zaak met toewijding te dienen. Zij kan dit doen: 1. door de verdediging van do katholieke leut over de vrouw en het huwelijk; 2. door de bevordering van de katholieke ■Vakorganisatie; 3- door mede te werken aan de godsdien stige, zedelijke en maatschappelijke opvoedip* ®n ontwikkeling van vrouwen en meisjes; 4. door de oprichting van sociale instellin gen voor vrouwen en meisjes; 5. door arbeid in de vrouwenverenigingen1 die zich op sociaal en charitatief gebied 'be wegen en bij den R.-K. Vrouwenibomid be lmoren aangesloten te ziim II. De katholiek-maatschappelijke aiiboid van de vrouw zal alleen dan vruchtbaar zijn, tourneer de vrouw op de eerste plaats haar eigen fcieJeleven en het gezin, waartoe zij be hoort, doordringt van den katholieken 'geest. Do middelen daartoe zijn: 1. een diepe kennis van den godsdienst; 2. het lidmaatschap van eene zuiver-gods- dien6tige vereeniging; 8. het bevorderen van katholieke pers en lectuur; 4. de retraite; B. de veelvuldige H. Communie; G. het vermijden van ergernis. IH. Behalve godsdienst en toewijding is voor vruchtbaren katholiek-maat.schapi>elij ken arbeid noodig een diepe kennis van het maatschappelijk vraagstuk. Vooral zij die leiding hebben te geven mceten zich op de studie daarvan toeleggen. IV. Het is gewenscht, dat door dén R.-K. Vrouwenbond, althans in de centra, studie kringen over godsdienstige en maatschappe lijke onderwerpen worden opgericht. De lei dende vrouwen dienen daarvan ©en goed ge bruik te maken. Do heer Mr. H. P. M. Kraakman,, te Alk maar, stelt voor in conclusie II sub 6 implaats van „het vermijden van ergernis" te lezen het woord „zedigheid" en dit als 4 te stellen, en wat nu 4 en 5 is 5 en 6 te stellen; in conclusie IH te laten vervallen „een die pe"; in conclusie IV achter „Vrouwenbond in te voegen: „in overleg en samenwerking met de Katholieke Sociale Actie." DERDE AFDEELING. De vrouw in den maatseh appel i)ken werkkring. Inleidster: mej. M. Bonnike, te Amsterdam. 1. Tengevolge van de veranderingen hl het economische leven is de vrouw niet zelden genoodzaakt een werkkring te gaan zoeken buiten het geain. Voor de gehuwde vrouw, op wie de zorg van. een gezin rust, moet gestreefd worden naar een algemeen arbeidsverbod. Voer de ongehuwde vrouw mag de maat schappelijke werkkring nooit het idclaal zijn, alleen een noodzakelijk middel om, indien noodig, in haar onderhoud te kunnen voor zien. II. De vrouw heeft het richt 7,ich door haar arbeid'een menschwaardig bestaan te verze keren. III. a. Bij den strijd voor het bestaan mo gen de hcogere geestelijke belangen van de vrouw geen gevaar Loop en. b. Voor haar beroep moet de vrouw de noo dig© geestelijke en lichamelijke geschiktheid hebben, c. De belangen van het huisgezin mogen door het beroep noodt worden geschaad. IV. Noodig is: a. Een grondige giodsdienstkemiis (retrai te, congregatiën, derde Orde). b. Hulp bij de keuze van een beroep (Oom missies va nbeixy.ïpskeuxearbeidsbeurzen). o. Gelegenheid zich voor een beroep te be kwamen (vakscholen). d. Gelegenheid zich te bekwamen voor de latere taak der vrouw als kuisvroow-moeder (kookcursussen, moeder-cursussen). Dit alles op B.K. grondslag. V. Het iis gewenscht dat de R.-K. vrouwen zich, voor zoover ze daarvoor in aanmerking komen, organisecren in R.-K. vakbonden» VI. Om dit alles tot stand te brengen 5® staradsorganisafcie noodig, welke de taak is van den R.-K. Vrouwenbond. Het is daarom wenschelijk dat overal afdee- lingen van den R.-K. Vrouwenbond worden opgericht. Mej. F. A. M. Peeters, te Overveen, stelt voor de 2e alinea van conclusie I te lezen: „Alleen voor de ongehuwde vrouw mag de maatschappelijke werkkring een ideaal zijn." De boer T. G. O. Hooy, te Schoten, stelt voor conclusie II te lozen: „De vrouw heeft heit recht zich door haar arbeid een mensch- waardiig bestaan te verzekeren, daarbij als grondstelling' aannemende, dat zij bij gelijk- wiadrdifeen arbeid nimmer door ©en lager loon als concurrente van den man op de ar beidsmarkt mag optreden." De ZeerEerw. heer rector P. Stroómer te Amsterdam, stelt voor de I'd alinea van con clusie VI te lezen: „Om dit alles tot stand te brengen is organisatie noodig, welker ver zorging de taak is vooral van den R.-K. Vro uw enbond." Gedurende d© geheel© relg in don trein met verlofgangers, dia bom naar Parijs bracht, stelde André Marei zich telkens de benauwde vraag: Waarom had Marianne hem gedurende veertien dagen, slechts twee keer geschreven, terwijl ze hem. gewoonlijk tenminste drie of vier brieven per week zond en waarom waren die twee brieven zoo kort eenig© regels slechts, inhoudende, dat ze het goed maakte en dait ©r veel werk was op haar kantoor, in plaats van dicht volgeschreven zijdjes, vol bijzonderheden en vooral vol teecferheid, welke hij gewoonlijk ontving en aan het lezen en herlozen waarvan hij uren besteedde? •Hij bad niet geschreven dat hü kwam. Ze kon hem dus niet afwachten, aan het staion,. Tooh beklemde het hom 't hart. Die aankomst zonder dat zij daar was, verschilde zoo van anders,! Hij haastte zich. naar huis, liep vlug de trappen op, klopte aan de deur van zijn woning. Geen ant woord. Ilet was Zondag, nauwelijks één uur. Waarom was ze er niet? Op het trapportaal werd een deur geopend. Een dikke, eenvoudig gekleedo vrouw, hun buurvrouw sinds de vier jaren dat ze, na ge trouwd to zijn, daar woonden, verscheen. Mijnheer Marei! Wel. is u het? Men dacht, dat u niet ©era'or dan over 14 dagen zoudt komen 1 Goeden dag, juffrouw Rlngnoïr. Ja', ik atme Vivant," zei hij, terwijl hij mij Ïqii avoriprt»to' »SÜ zlilt Uw genegenheid moe- worden Louise zal nooit uw vreuw „Maar in Godsnaam, waarom niét," vroeg- „Waarom, myn jongen? Daarvo©r weet ik aelf met geaioeg om u te antwoorden- al wat- ik doen kan is u de verzekering gp,ven dat jThóvenin en zijn vrouw niet* tegen u' heb ben cn zoo de zaak slehcts van hun afhing èii hun schoonzoon zoudt worden; maar „Maar wat?" riep ik uit. „Maar (gij zijt een brave jongen en, zo©,als jfcU zciggen, willen zij u niet bedrk&en: dat is «ue« wat ik van hen kon to weten komen." „Deze woorden, die, zxioaLs ik dacht, een bc- 'jdiging {pgea Louis*? inhielden, brachten MUJ i&j wanhoop. Ik drong verder bij firth lard met vragen aan; hij hield vol dat hij niots zekere wist en liet mij aan al de smart der jalousie en der onzekerheid ten prooi. ,Jk heb u vergeten te zeggen, dat men op denzelfden morgen, waarop Tkévcuin mij was komen berichten, dat ik niet meer op do hand zijner dochter kon rekenen, Louise had doen vertrekken, zoeaLs het heel te, naar haar poettante in de Vogezen. Het was mJj dus onmogelijk 'een nadere verklaring te vragen aan de ©enige persoon, die mij, ijk ben er zeker van, openhartig de rjden zou gezegd bebbeu eu ik bleef alleen met mijn verdriet. „Dit gebeurde in de maand Noveonibeir 1792. Do revolutie tv as heer en meester in het land, zooals gij weet. Men plunderde en verbrand de al de kasteden in den omtrek en maakte ons diets, dat het een billijke straf was voor do edelen, die gedurende zoo langen tijd het volk op alle wij/bn verdrukten. Eenige woor den, dio Bruiard zich in mijn tegen woordig- hoid liet ontvallen en waarover hij terstond ooreuw scheen te hebben, deden mij vermoe- oen, dat de örraaf de Brancion, wien fk nooit eeriig leed berokkend had, en dien ik ten koste \an mijn bloed zou verdedigd hebben, zoo men hem aangevallen had, op do een of h©b 't verloï geruild met een kameraad. Weet u, waar Marianne ia? Juffrouw Ringnoir scheen, verlegen, Ik zal u vertellen Waar is zij? riep,hij met plotselinge hef tigheid. De vrouw legde hem-zachtjes de hand op den arm. Uw vrouw is ziek geweest en men ver pleegt haar. Ziek? Is zij ziek?.... Ernstig?.Maai vertel Vormt u zieli geen verkeerd denkbeeld. Ze maakt hot nu goed..,. Ze is bijna gene zen.... Komt u met me mee. We zullen haar een bozoek brengen. Het is heel a'iclit bij. Ze vertrokken haastig. Op straat beant woordde juffrouw Ringnoir de vragen van André. Ja, zij is in het ziekenhuis. Voor een operatie. Op een goeden avond heeft ze het te pakken gekregen. Gedurende eenigen tijd was zo niet goed, ze at niet meer. En, aan het eind van de vorige maand, is het plotseling op .iets uit gel oo pen. In de rechterzij een pijn, a'ie het haar deed uitschreeuwen, het ging me door het hart. Men heeft gebruik moeten maken van morphine, om haar wat tot kalmte te brengen. En toen heeft men haar dadelijk moeten ope- reeren. Het was gewaagd, naar het scheen, maar men kon niet anders deen en het is best geslaagd En ik wist van niets, zei André. Haar patroon, ia zeer goed voor ^aar ge weest, vervolgde de vrouw. Hij heeft zich. veel met de zieke bemoeid en door zijn zorg heeft ze een kamertje apart gekregen.. Een beetje minder vlug, wilt u, mijnheer Marei. Ik heb niet meer mijn beenen van twintig jaren.... Maar daar zijn we er al. Ik zal voor gaan, om haar voor te bereiden op uw komst. Zo moet neg niet te veel emoties hebben, begrijpt u. In het smalle ledikant zag Marianne, ver magerd, bleek onder haar in wanorde zittende blonde haren, er uit ala een klagend kind en, haar zoo ziende, schokte André Marei van ont roering. Hii begreep thans beter nog, dat hij nooit begrepen had, hoe zii alles ter wereld was voor hem. De gedachte aan wat had kunnen ge beuren. vervulde hem met zoo grooten angst, dat hij zich sterk moest houden, om met in snikken uit te barsten, terwiU Marianne onbe weeglijk, maar met ©en glans van vreugde in de oogen, met zwakke, gelukkig6 stem sprak Ja, ik verzeker 't je- ik maak hot weer heel goed.... Ikbegin weer trek in eton te krijgen.... Iedereen is heel lief vo»r mÜ ge weest, maar vooral juffrouw ltingnoir..- Wil je wel gelooven, ze is alle dagen hier geweest. Bedank haar straks wel, ze is nu weggegaan om ons alleen te laten...- Wat ben ik blij je te zien!. En ik wist niets, stamelde hij. waarom heb je me niet laten waarschuwen?.... Je waarschuwen? Neen. Je zou niet bij tijds hebben kunnen aankomen, zelfs wanneer je terstond hadt kunnen vertrekken? Je ziet zelf, nietwaar? Ik zou hebben kunnen scUi'jjven: „Ik word geopereerd." En i® zou, gekweld wor den door ongerustheid- door verdriet. Neen, neen, ik weet te zeer wat het zeggen, wil, zie je, in vrees te leven over iemand, dien men lief heeft.En jij, ginds, te midden van het gevaar..,. Dat zou je het hoofd hebben doen verliezen, te weten, dat ik ziek was. Wie weet, wat zou^/.ija gebeurd? Je zeu een. on- voorzioktigSeid hebben, begaan. Je zou slechts aan tnii gedacht hebben. En dat zeu misschien tot «©volg bobben gehad, dut je doodgeschoten werd.Neen. neen. ik kon wel sen beetje moedig .din, jij moet hot in zoo hooge mate wezen. Ik kon je dat wel' besparen.Eu bovendien ik was niet in gevaar. Het beteekendé nietc, die operatie. Eun beetje vermomd door zooveel spreken, zweeg ze thans. And-re Marei keek haar aan., zeo tenger was ze als een kind. Hij stelde zich haar voor op den dag vóór de operatie, alleen met haar pijn, alleen met de vree», welke zij had moeten» doorstaan en waarover zij niet sprak. Maar plotseling ging hem oen gedachte dpor het hoofd. Do brieven! De bei-de brieven, die ik de laatste dagen ontvangen heb! Je hebt ze niet kunnen schrijven, daar je geopereerd waart. Hoe zit dat?. -O, ik heb ze van tevoren geschreven, zei ze eenvoudig-weg. Ik kon, je niet zender be richt laten gedurende zoo langen tijd. Je zoudt niet hebben geweten wat te moeten, denken. Toen in-en mij zeide, dat ik dadelijk geopereerd moest worden, liet ik geprofiteerd van, cte oogenblikken, dat ik minder piin had, als ge volg van de morphine-imspuiting en ik heb drie brieven vooruit gesohreven.Juffrouw Ringn-oir heeft zc op de bus gedaan. Vanmor gen, hoe-aft z© je een der laatste moeten zenden. Ik rokend© jc vvcor van hier te kunnen schrij ven. na twee* of drie dagen en daar ik jo niet voor hot eiudo der maand verwachtte, zou je me dan thuis gevonden hebben en hersteld. Het was niet veel drie brieven en ze waren niet lang, maar ik had nie-t voldoende krachten om er meer e schrijven Hjj was gaan zitten, hot hoofd in de handen. Marianne maakte er gebruik van, door onder haar hoofdkussen eeu enveloppe weg te halen, welke zij in lrloine -stukjes scheurde. Het was een vierde brief, waarover ze niet met hem gesju-oken had, welke de andere zou hebben vervangen, ingeval de operatie niet zou zijn geslaagd.„Ct.rrn." h i ii au.. Mw°le!^t!-».'-*g;Ll'.t.l.iiii-*Ji!.Bnji.l!iii!iLJL!ggsr an-düre wijze in de verbreking van mijn hu- wclijik betrokken wns. loen ik deze gedachte eenmaal had opgevat, verliet zy my niet meer. Ik beschouwde haai' van alle Kanten en v.ei- dra ging zij in een versclmkkelyk vermoe den over Bruiard» maire van liet dorp ge worden, liad zijn bediening als kamerdienaar op het 'ka cte el neergelegd, rnaar bezocht toch dikwijls de bewoners, eu gaf zich den schijn alsof hij hen beschermde. Zoo ging de win- fcsr voorlbij; ik workto niet meer on om mijn verdriet to vergeten, sleet ik mijn tijd in de hei-berg en de clubvcii^aderin.gen van het dorp. Mijn haat tegen de edoleu w.eiid met den dag gr oo ter. „Op zekeren avond, zoo vervolgde de oud- eoldaat Vivant rijn varhaal, „tegen het cindo van April verliet ik bat raadhuis, waar, zoo- als gij weet, do VirgjuJeruiK der club gehou den werd en koorde naar mijn oom, Dorier, terug, bij wien ik inwoonde, toen Francois Leblond zich bij mij voegde. „Er is nieuws," zei do hij, „maar het is een groot geheim, waarover tegen niemand ge sproken ina'g worden." ,Wat is er dan te doen," vroeg ik. ,Wy hebben h,et bewijs," antwoordde hij, Dat Lord Lansdowne niet meer alleen staat in Engeland met zijn propaganda voor een vrede door overleg, was reeds eerder gebleken uit de besprekingen, welke op zijn vredesbrieven zijn gevolgd. Men moge al trachten den invloed van zijn beloog voor de buitenwereld te verkleinen, te ontkennen valt niet, dat, dank zij zijn moedig optreden voor de vredespropagandaook andere persoonlijkheden naar voren zijn gekomen om een vrede door overleg aan té bevelen. Dit is gebleken in een uitvoerige gedachten- wisseling in de ^Manchester Guardian" tussehen verschillende schrijvers over het onderwerp„De weg naar den vrede." De aanleiding hiertoe was een hoofdartikel in het Wad van 17 Juli, dat eenige protesten uit lokte. Charles Chapman betoogde o.a. hoe de oorlog z. i. is een strijd tussehen twee tegenstrijdige idealen, zoodat de oorlog alleen beëindigd zal kunnen worden wanneer ten van deze twee idea len vernietigd zal zijn. Naar zijn meening zou dit alleen kunnen gebeuren door een volledige militaire overwinning der Entente of door een revolutie in Duitschland. Tegenover deze beschouwing verschenen in de bladen van 22 en 25 Juli nieuwe artikelen, resp. van een onbekende, die zich noemde „G." cn van mr. La-nsbury. De eerste schrijver Schreef o.a.: „Het Duitsche volk gelooft terecht of ten onrechte, dat Engeland -weigert anders vrede te sluiten dan met een onvoorwaardelijke overgave van Duitschland en daar de Duitschers in vele opzichten zijn net als wij zelf zetten zij zich schrap en trachten zij zich zoo goed mogelijk te verdedigen. Misschien vervloeken zij 't militai- risme, maar zelfs wanneer dit liet geval is, dan is dit toch ep het oogenblik hun ec-nige wapen» De militaire macht maakt gebruik van de haar geboden gelegenheid, zij .zorgt dat licht en ken nis niet tot het Duitsche volk doordringen en bevorderen den haat en de onwaarheid. Hoe moeten mensdien, die in zulk een atmosfeer leven, den toestand begrijpen, of, wanneer zij deze begrijpen, hoe moetenttij daaraan uitdruk king geven? De verklaringen van president Wil son zijn duidelijk geweest en de vijand toonde neiging om er op te antwoorden, maar noch Engeland noch Frankrijk schenen bereid om de rede inplaats van het geweld te laten spreken, en zoo ging de stnjd voort. De toestand is die van twee groepen van personen, d'oor een ijzeren muur van elkander gescheiden, niet in staat met elkander in aanraking te komen of elkanders stemmingen en gevoelens te begrijpen; ieder maakt zich de ergste voorstellingen van de ge meenheden van den vijandl doordat hij zijn conclusies trekt uit verdraaide feiten. Ongetwij feld bestaat er in de vijandelijke landen een groole strooming ten gunste van 'een verstandi- gen vrede." In denzelfden geest schreef mr. Lansbury, die aandrong, dat de Entente-regeeringen de vredes- - voorwaarden bekend maken, welke zij bereid zou den zijn aan te bieden aan een democratische Duitsche regeering, want, zooals hij zegt in een vraag tot mr. Chapman: „Laten wij eens aan nemen, dat een Duitsche revolutie het regeerings- systeein der Hohenzollern had weggenomen en dat in plaats» daarvan een democratische regee- ring was ingesteldlaten wij eens aannemen ook, dat het verdrag van Brest-Litowsk hei-zien was en België, Frankrijk, Servië Roemenië en Italië ontruimd zouden zijn. Is Mr. Chapman dan be reid de Duitsche koloniën aan het democratische Duitschland terug te geven? Is hij dan bereid aan het democratische Duitschland beschikking over grondstoffen te geven op voet van volkomen gelijkheid met de Entente-volkeren? Is hij dan bereid de Fransche en Italiaansche territoriale eisdien te beperken tot grondgebied waarvan algemeen vaststaat, dat het Fransch en Itali- aansch is? Is hij dan bereid met de nieuwe Duitsche regeering te spreken over de regeling van dit uitgestrekte grondgebied met de gewel dige hulpbronnen, 'gelegen tussehen Egypte en Indië en verder in het Oosten, in dien zin dat men aan de Duitsche eischen daarbij tegemoet komt?" Mr. Lansbury meent, dat dit de vragen zijn, die diegenen in Duitschland, dae eventueel in ver zet tegen bun regeering zouden komen; zich stellen, en wijst er op dat men van Duitsche socialisten niet kan eisdien, dat zij in verzet komen legen hun regeering ten gunste van de belangen van imperialisme in de Entente-landen -5r00!af1T echter de Entente-regeeringen in ge^ breke blijven deze en dergelijke vragen in bevcs- tigenden zin te baniwoorc.cnzal het oorlogs vaan zinnig gedoe, als tegenhanger der vredes- geneigdbeid bij andeven, nog ingang blijven vin den, bij een groot deel der geallieerde volleen en vindt de oorlogspropaganda van de „National Review" onder het Engelsche volk nog een ruim onthaal. Dit blad, dat zich steeds door zijn haat jegens de Duitschers onderscheiden heeft, schreef juist dezer dagen nog o. m Wij mogen eenvoudig dezen oorlog niet verliezen» De D-uitscher -toch is noch redelijk, noch menschel ijk. Hij is een af: zichtelijk beest, dat in menig opzicht den duivel in de schaduw stelt Daartegen moeten wij strij den ondanks alle vrienden van een vreedzaam vergelijk, die alle moeilijkheden tussehen men- schen door overeenkomst zouden willen oplossen. Zij vergeten daarbij, dat wij ditmaal niet met menschen te doen hebben, maar met Duitschers. Derhalve wordt al het gezwets over vergelijk zonder beteekenis. Wanneer eens paal er» perk' werd gesteld in de oorlogvoerende landen aan zulk een onredelijk en ocruiend geschrijf over de tegenstanders zou weldra een meer menschwaardig oord-cel over- de ..vijanden" ingang vinden en d-=- verantwoor delijke" regeerders zouden dan misschien eerder c'en moed hebben een stap te doen op den weg naar den vrede. Dit wordt ook ingezien door Philip Snowden, die in de „Labour Leader" met kracht protesteert tegen de oorlogsgruwel-propaganda. als bron van volkerenhaat en oorlogszucht. Helaas, zegt hij, behoort het tot de oorlog voering den haat der votken door verbreiding van gruwelgeschiedenissen aan te wakkeren en levendig te houden. Men zal zich herinneren, zoo gaat hij verder, dat tijdens den Zuid-Afri- kaanschen oorlog aanklachten van dezelfde vree- selijkheid als thans tegen de Duitschers door ons in grooten omvang tegen de Boeren werden inge bracht. Wanneer het publiek ook maar eenigs- zins verstandig zou nadenken en zich het doei van zulk een actie duidelijk voor oogen stellen dan zoel het niet al dergelijke beweringen over gruwelen en misdaden lichtvaardig aannemen. Een verstandig woord, dat de overweging wel waard is en voor de „National Review" aïs een gevoelige afstraffing barer haat-prediking mag worden aanvaard. No. 42. 17 AUGUSTUS, BELANGRIJK. Aanstaanden 'Woensdag wordt de vergade ring gcluuden van den Bestuursraad, waar in onze Eerw. Adviseur onze houding zal uit eenzetten ten opzichte van acties in samen werking met organisaties van andere rich tingen. y Alle bestuursleden moeten daarbij tegen woordig zijn, want van een goede doorvoering dezer beginselen hangt alles af. PROTESTVERGADERING. Donderdag aanstaande om acht uur wordt een groot© vergadering gehouden door onze afdeeliug „Herwonnen Levenskracht", waar in als sprekers zullen optreden, onze vriend M. L. Klein, lid van den Éaarlemscuea gemeenteraad en P. J. J. Haazevoot, voorzit ter van het Vakbureau eu lid vau de Tweede K am er. Dc-ze vergadering is belegd met het doel te protesteeren tegen net feit, dal Burgemeestei en Wethouders van onze stad weigeren toe te laten dat „Herwonnen Levenskracht" bloempjes verkoopt langs 'den openbaren wog. Burgemeester en Wethouders en alle raads leden zijn uitgenoodigd tot deze bijeenkomst» F. H. DE KONING f De oudere leden zullen zich nog wel herin neren dat de heer F. H. de Koning, vroeger boekhouder aan de Gasfabriek, toen deze nog het eigendom eener Maatschappij was, als be stuurslid van onze Spaarbank en in verschil lende andere functies zeer veel heeft gedaan in het belang van onzen Bond en zijn leden. Hij werd daarom, bij zijn vertre«k uit ons c ge meente, tot lid van Verdienste benoemd. Deze heer de Koning is thans overleden. Het spijt ons dit te moeten melden. Tot aan zijn dood heeft hij voor onze afdeeliug ge ijverd. Wij bevelen hem in de gebeden van onze leden aan. AGENDA „SOCIËTEIT ST. BAVO". MAANDAG, 19 AUG.: Esperanto, 8 uur Leuen Spaarkas, 8 uur Bond van Ambte naren. 7 uur. DIJSSDAG 20 AUG.: Kruisverbond Cri sis Middenstand, 8 3d uur Bestuur Metaal bewerkers, 3 uur. WOENSDAG 21 AUG.: Bestuursraad R.-K. Volksbond, 3 uur. DONDERDAG 22 AUG.: Bureau voor Rechtskundig advies,-8h uur. Herwonnen Bevenskraoht, Pro cstvergadering, 8 uur C. O. D. R. O. VRIJDAG 23 AU.G.: Leden Woningbouw- vereeniffiug, 8 uur. UIT DE SCHOOL. Onderwijzer: Wat is de hoogste vorm van dierlijk leven? Leerling: De giraf, menoer TIJDBEELD. Maar Mina. vroeg mevrouw, waar heb je zoolang gezeten? Vanmiddag heb ik je met de boterbon uitgestuurd, en nu is bet half elf, eer je terug komt. Ja Mevrouw, zei Mina, onze queue van do boterbons is verward geraakt in do queue van bet circus, en toen zat ik in het circus, voordat ik het goed wist. „dat de voormalige graaf correspondentie houdt mot de geëmiigr ;»erden cu burger Bru iard wil ham niet verraden aan het revoluti- ounairo comité te Chaumont, dat korte met tea met hem maken zou." „W elnu, dat vind ik niet berispelijk," her nam. ik. „Laat men de edelen verjagen, döo- den zelfs, zoo zij tegenstand bieden, maar hen verradenbah!" „Als gij wist wat ik weet, zoudt gij zoo uiet spreken als gij tliaais doet." „Nauwelijks had hij deze woorden geuit of Louise's beeld stond mij voor don geest. Het bloed steeg mij naar het voorhoofd; rk ioe em half waanzinnig toe: „w«i woot, gy 31 en heeft mii doen beloven, dat. ik.het uiett zou zeggen." „Zog het, of ik steek u neor.' 'Meteen trok ik de sabel, die ik destijds altijd op mijn zijde droeg Cn zette Francois de punt op de borst. Wij waren alleen en mijn beweging was zoo vlug geweest, dat hij geen tijd had. om ziek in tegenweer te stellen. Hij werd bearigst en gaf tce. „Welnu," zeide h,ij, terwijl hjj mijn wapen afweerde, „gij vindt het niet geed om de ede- ion uie samenzweringen spannen, te verra den, en do voormalige graaf De Brancion heeft zich niet ontzieu u van uwe verloofde te beroovcn." „Het is du» waar," riop ik uit. „Zonder twijfel," antwoordde hy. „Burger Bruiard keg* al de byzonderhoden van da zaak, hij heeft er de bewijzen van in handen npöböd." ,Had hü u verboden het my te vertellen?" „Ja; hü vreesde dat gij dwaasheden begaan zond t." „Vaarwel, Francois." „Waar gaat gij heen?" „Naar burger Bruiard." „Waarom?" „Om hem aan een belofte te herinneren, di© hij mij gedaan heeft." „Als gij hem zegt, dat ik u olie® bekend heb, zeg er dan by, dat gij mif mefc op die keel er toe gedwongen b0® „Wees daar gerust op." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 13