HIEUWE 1 sc&ft r L7e,r Ernstige feiten. WAT< DE PERS ZEGT STAD EN STREEK FEUILLETON JACQUES DE BRANCION e iVROOLIJK ALLER CE I Donderdag 22 Augustus Tweede Blad voor een i Het zijn bittere verwijten over ernstige feiten. die de heer KamerlingK On nes, directeur van het Bureau voor Handels- inlichtingen te 'Amsterdam, in „De Tel." de [Regeering voor de voeten werpt. Ernstig en naar onze meening groot deel, niet onverdiend. ,Jn het binnenland aldus de heer Onnes zagen wij met de hulp van steeds meer officieele personen nu het een en dan het ander in het honderd gestuurd. \yjj 7,agen aanstonds turf in groote hoe veelheden ontbreken en achtereenvolgens de meest noodzakelijke levensbehoeften, trots het officieel toezicht, verdwijnen voor een ieder die de regeeringsvoorschriften bleef opvolgen. Onophoudelijk zouden, naast percentagh-beloften aan de eigen na tie, tastbare voorraden in groote afmetin gen de grenzen overgaan. Dan weer moesten wij ervaren dat de regeering bezig was ten koste van gxoote bedragen nieuwe fouten te maken, blijk baar zonder ander zelfverwijt dan dat voor nieuw1 geld. de stok achter de deur maar ■weer moest gelden. Aanhoudend is het deel der natie, dat op de regeering ver trouwde, ter plundering overgeleverd aan het overige deel, hetwelk met de_ ontbe ringen der overgroot» meerderheid zou de spotten-"' Wanneer al de economische tekortkomin gen en verzuimen der Regeering in 't bij zonder die v'. liet Ministerie van L. N. en H. van af het begin der crisis, met de daaraan te verbinden uitleg en beschouwin gen, verzameld werden, welk een lijvig boek deel, neen boekdeeien, zouden zij dan vor- inenl Teekenend is, hetgeen de Directeur, y.an het Bureau voor Handelsinlichtingen aan haalt over het begrip van binnenlandsch re- geeringsfatsoen. Men oordeele: De secretaris-generaal van het Minis,- nisterie van Handel, tevens president-com missaris van Nationaal Grondbezit, (van rijkswege met de regeling van huisvesting voor vreemdelingen belast) eene vennoot schap, die zich 't koopen, verkoopeu,_ ver vreemden, e nz. van nationalen eigendom tot zakelijk doel steLt kon ongestraft huisbezit op o-roote schaal in den lande opkoopen, teneinde de bewoners tot aankoop te dwin gen en anders door huurontzegging haar bezit aan anderen met ongeoorloofde, winst over te doen. Persoonlijk heb ik mede geholpen om aan het departement van Justitie de overtuigende bewijsstukken in handen te stellen van dergelijk woeker- bedrijf. De actie door het departement van Justitie in de huuropzeggingswet aan den dag gelegd, valt te prijzen, maar zij ver hoedt ternauwernood, dat in dit land, on der ofiicieele auspiciën, huurders aan eene georganiseerde plundering ten offer val len en dat het gezinsleven in Nederland wordt aangetast op eene wijze, dit land en deze Kroon onwaardig. Deze ervaring van een hoogstaand man [hls de heer Kamerlingh Onnes, stemt niet jalleen tot droevig nadenken over de zede lijke waarde der krachten, waaraan de be- fiangen van het Nederlandsche volk zijn toe- Vertrouwd, zij brengt ons ook nader tot het Nazicht, dat daar is niet „something", maar Lmuch" rotting in the State of Netherlands. De driestarren-schrijver in de „Standaard maakt zich tot t olk van jnüLioenen in den lande, wanneer hij- in zijn blad schrijft: „Talloos zijn de klachten over de dis tributie; iederen dag komen er nieuwe bij; de klachtenlijst heeft een onafzienbare lengte verkregen. Op die klachten komt nu en dan een officieel antwoord, dat heel dikwijls niet bevredigt en tal van vragen onbesproken laat. Met hoeveel welwillendheid we geneigd zijn de zaak te beschouwen, hoeveel toe gevendheid we ook wenschen in te roe pen: dat er een en ander niet in dien haak is, kan moeilijk worden tegengespro ken. Om vaai de honderden klachten van par ticulieren nu maar niet te spreken,, omdat daar niet altijd het eigenbelang zwijgt, komt het in den laateten tijd voor, dat Gemeentebesturen aanmerkingen maken, die allesbehalve ongegrond zijn. Men denke maar eens aan wat B. efi Jv. van Rotterdam zeggen over den uitvoer van gecondenseerde melk en van jam. Door dien uitvoer wordt, en dat in deze tijden, aan ons volk een aanzienlijke hoe veelheid vet en suiker ontnomen. Is dat verantwoord? Denk ook aan de klacht van Katwijk, Daar worden aardappelen van - goede kwaliteit verbouwd, doch ze zijn niet voor de ingezetenen; ze worden" vervoerd naar elders en' dö goede Kat.wijkers moeten het met veel mindere kwaliteit doen, die van ■buie n af wordt aangevoerd. We laten het' bij aeze voorbeelden; ze zijn mét' tientallen te vermeerderen'. Zulke dingen wekken, en' zeer terecht, ontstemming." ,Wie zoo vragen wlf 'die met eenige oplettendheid den loop van het distributie stelsel van Minister Posthuma heeft gade geslagen en gevolgd, komt niet tot de eind- verzuchting: wat 'n bende, wat 'rt 'Janboel! De Volksbanier" moge. onder toegeven dat Minister Posthuma fouten begaan heeit, ons verwijten, dat wij den man' geringschat ten en kleinqeren, wij' werpen dit verwijt van ons. Evenmin als „De Volksbanler" is het ons onbekend, dat de tijdsomstandigheden bui tengewoon moeilijk zijn, dat de te overwin nen bezwaren in aantal steeds toenemen. De levenspractijk van den dag is zóó sa mengesteld en ingewikkeld geworden, dat de theorie niet hermetisch sluitend op Üie practijk toegepast kan worden. "Wij kunnen ook, tot op zekere hoogte, den moed waardeeren van den Minister van L. N. en H., die hem 5 jaar lang heeft doen stand houden op zijn moeilijken post. Aan zijn plichtbesef hebben wij nooit ge twijfeld, evenmin als aan zijn stijfhoofdig heid van Erieschen huize. Dit neemt echter niet "weg, dat, wanneer het algemeen beleid aan het Departement van' Ij. N. en H. zooal geen wanbeleid ver diend genoemd te worden, het toch een fa milietrek al is het uit de verte, van èen zoodanig beheer vertoont. Met het uitspreken onzpr meening inzake het levensmiddelenbeleld van minister Pos thuma, lag, zcoals gezegd, geen geringschat ting en kleineering van den persoon van dezen bewindsman, ons in den zin. Maar met de vrijmoedigheid, die een on afhankelijk orgaan als het onze eigen be hoort te zijn, zullen wij, waar dit onzes er ach: pas geeft, voort gaan met onze meening te zeggen over verschillende pun ten van regeeringsbeleid. Het uitspreken van eenige waardeering voor hetgeen Minister Posthuma in deze 4 oorlogsjaren voor ons land deed, zou ons vooralsnog niet van harte afgaan. Het zou stuiten op onze overtuiging, dat het economisch beleid van den Mi nister, ons ten slotte een desolaten boedel, in de gedaante van een ontredderde voed selvoorziening heeft nagelaten. „Reeds meermalen is de opmerking ge maakt, schrijft HET HUISGEZIN, dat on der de katholieken in de groote steden, die van hun g#loof vervreemden en een offer van de sociaal-democratie worden, velen van het Roomsehe platteland afkomstig zijn. Een verklaring van het feit wordt hier in gezocht, dat die menschen te veel uit den sleur leefden: Roomsch zoo lang ze in een Roomsch jnilieu verkeerden, niet Roomsch meer zoodra ze in een anders denkende omgeving kwamen. Het mangelde dezen menschen aan een krachtige overtuiging. Er zfj n meer factoren, die tot deze ge steltenis hebben meegewerkt, maai- één daarvan is ongetwijfeld, dat zij heel hun leven ais het ware geen katholieke lec tuur hebben gekend. Al wat zij lazen bepaalde zich tot een neutrale krant. .Van katholieke beginselen hebbed zij' nooit gehoord, den katholieken strijd in waarheid nooit meegestreden. Zoolang zij bleven in de katholieke om geving, waarin zij waren opgegroeid, deer de hun dit niet in die mate, omdat s$: als het w-ar» werktuiglijk den katholieken stroom volgden. Maar in een andere omgeving overge plaatst, pan zich zelf overgelaten, hadden zij geen weerstandsvermogen en bezwe ken gemakkelijk voor de verleiding om hen heen. Aan het lezen van een katholiek blad, dal zij nooit gekend hadden, dachten zij niet, en zoo vervreemdden zij geleidelijk van het katholiek leven en het katholiek voelen. Er zijn er onder ons, die in het .lezen van neutrale bladen van bepaalde „onscha delijke" neutrale bladen, geen of weinig kwaad zien. Als zij er eens aan denken, dat de men leken zich iQ den tegenwoordige^ ge makkelijk verplaatsen, dat d'ë katholieke jyant de dagelijksehe strijder voor de ka tholieke zaak en de dagelijksehe geloofs verkondiger is, zouden zij, niet' zoó licht vaardig oordeeien. In elk katholiek gezin een katholieke krant', dit is het zekerste, maar wel haast ook het eenige middel om op den duur de katholieken voor de Kerk en voor de katholieke staatspartij te behou den. TEGENWERKING. We lezen in „DE STA N DA A RD" In de laatste jaren is het aantal webten, ver ordeningen en besluiten ten onzent zóó onrustbarend gestelgen. dat een gemiddeld Nederlander er geen weg me© weet. Ja, zelfs meer dan „gemiddelden" raken in het labyrint van Overheiklsbepalingen hopeloos verward. Men moet bijv. onze burgemeesters maar eens hooren over het handhaven van. de tallooze voorschriften, die met den dag in aantal toenemen en die niet altijd overduidelijk zijn. Nu heeft de bewoner van iederen Staat zich aan d© wet te houden en dusver ont moette dat niet zoo heel veel bezwaar. Tien duizenden onzer kwamen niet dan zeer oppervlakkig met wet en verordening in aanraking, en in botsing nimmer. Doch de wetten en besluiten zijn niet al leen talrijker geworden, ze kwamen, om zoo te zeggen, veel dichter bij ons; op het terrein vane en degelijks leven; en daar door is de kans op overtreding houder d- youdig vergroot, Eerzame huisvaders en huismoeders, die voorheen zich nimmer om de wet bekom merden, komen nu en dan o-p tamelijk on schuldige manier in strijd met de Over- terrein van een iegelijke leven; en daar van de niet aangename gevolgen ondervin den. Doch behalve deze „onschuldige ery ze ker ongevaarlijke wetovwtreders, huizen er in ons land een massa menschen, die er blijkbaar studie van maken om de wet op alle manier te ontduiken en te overtreden, als dat maar geld opbrecêt. Dat op de grenzen tegen smokkelen moet worden gewaakt, begrijpen we allen; dat er wel 'eens gejaagd Wiorut oi gevisclit waar en wanneer dit verboden 1®, we ken nen dat. Maar dat er in ons land een bende grijpvogels huist, die, om maar aan geld t© komen, met iedere veroudering spot, en allerlei listen uitdenkt. dat maakt 't werk van de Overheid, om een billijke x-e- gcling voor de voeding van mensoh en dier te handhaven, wanhopig moeilijk. Men zou zoo zeggen dat enkele deug nieten uitgezonderd ia dezo moeilijke tijden iedereen moest meewerken, om do aware taak van de Overheid ts verlichten. Immers heel ons volk is ia nood. Het lij den treft allen; dus hebben .we allen samen de handen ineen te slaan om het kwaad te verhelpen. Nog nooit hebben we »°o den lof hooren zingen van het sociale gemeenschapsge voel als in onze dagen het hikt wel of daar nog nooit zoc weinig ernst mee i» gemakt. D© Overheid heeft dag aan. dag wea\k om den rasteloozen en eigenlbatigen arbeid van duizenden wetsovertreders na te gaan, te veretoren en te straffen. Dat is geen vleiend beeld vaar een talrijk deel van ons volk in deze oorlogsjaren; het optreden van di© geldgraaier® doet *n karaktertrek naar voren bomen, die alles behalve nobel is. Denk het u eens in, dat de Overheid zoo veel medewerking ondervond, als ze nu met tegenwerking te kampen heeft. Zonden dan de prijzen wel zoo hoog en de levensmiddelen zoo moeilijk verkrijgbaar zijn? GEMEENTERAAD. (Vervolg). De gaskwcstic met Velseh). De heer REINALDA kan zich met het gesprokene door den heer B.omans niet ver eenigen en verzoekt aanteekening in de no tulen. Dë heer v. d. KAMP. wenscht de zaak nog e ens goed onder de oogen te zien en wenscht daarom uitstel. Hij; kan zich dus met het voorstel omtrent een décisie niet vereenigen. De heer ROMANS antwoordt, dat hier geen sprake van een beslissing is. Aan de orde komt een motie van de hee- ren Timmer, Wolzak en v. Liemt waarin tot de orde van den dag wordt overgegaan in zake de kwestie Velsen. De heer TIMMER, acht de zaak voldoen' de toegelicht. De heer v. LIEMT licht de motie toe, hij' gaat volkomen accoord met hetgeen B. en w. tot heden in deze gedaan hebben. De heer REINALDA wijst op het gevaar voor B. en W., dat de motie verworpen wordt Hij kan zich niet vereenigen met de moti veering van B. en W, De heer TIMMER is bereid de motie in te trekken. De Heer DE BRESUK concludeert), dat de zaak 'mis blijft zooals ze op hst oogenblik is. Hiermede wordt de discussie gesloten. Handhaving Directeur Gem. cursus voor Hoofdondeiwijzerel^seu) Naar aanleiding van een gedaan verzoek van den betrokken ambtenaar, stellen B. en iW. den raad voor: den heer H. Bussema- ker, ondanks 't feit1, dat deze in 1916 den 65-jarigen leeftijd bereikte, als Directeur van den gemeentelijken cursus tot Opleiding van hoofdonderwijzersCessen) gedurende het cur susjaar 1918—19.19. të handhaven. Goedgekeurd. Verbouw school. B. en' W. stellen voor gelden ter hunner be schikking të stellen ten behoeve van' den verbouw van het gymnastieklokaal der school voor uitgebr. lag. onderwijs letter tot twee leslokalen en de aanschaffing van meubelen en leermiddelen voor die school. De heer REINALDA vraagt inlichtingen. Hij acht het niet wensohelijk dat aan de U.L.O.-school een gymnastieklokaal ont breekt. Hij1 vraagt dus aan den weth. of het voornemen is zulk een lokaal te bouwen. De heer BRUÖH zegt, dat het bouwen buitengewoon duur is; men heeft er dus be zwaar tegen zoo'n lokaal te bouwen. Overi gens is hij het in dezen met den heer Rei- nalda eens; maar men beschikte over geen gymnastiek onderwijzer. Spr. is voornemens ee'ïi gymnastiek-lokaal er bij te bouwen als de tijden beter geschikt daarvoor zijn. De heer REINALDA is dankbaar piaar niet voldaan. Hij zal dus tegen deze voordracht s te tomen. Het voorstel wordt aangenomen. Beoi uitacttiingsgeding. B. en (W. stellen voor om een rechtsvorde ring in të s tellen tegen de wed. D. Aker sloot tot ontruiming van een kamer in de voormalige school aan de Ged. Voldersgracht. De heer POPPE begrijpt niet, waarom juf frouw Akersloot niet in die woning gelaten wordt. Het kost' tegenwoordig zoo'n groote moeite om een woning te krijgen. In heel Haarlem is geen woning waarschijnlijk voor haar te vinden. Spr. zou dus gaarne de mo tieven van B. en W. hooren. De heer DB BREUK zegt, dat die weduwe daar onrechtmatig inwoont. Zij is er door een ander ingehaald buiten weten van B. en *W. Er zijn menschen met veel kinderen, die daar veel meer recht op hebben. Die vrouw heeft maar één kind en kan nog wel een plaatsje vi#3en ergens. De heer POPPE vraagt of het niet moge lijk is, dat dit mensch aan een andere wo ning geholpen wordt? Het voorstel van B. en [W. wordt aange nomen. Midd. Technische Schlool. Naar aanleiding van de plannen tot een vervroegde opening en uitbreiding van de Middelbare Technische Schooi heeft het be stuur van die Behool aan den Raad verzocht om 't voor de school door de gemeente Haar lem beschikbaar gestelde kapitaal te ver- hoogep met f 100.000 en alzoo te brengen op f 620.000 en verder om 't verleende jaar- lijksche, subsidie op f 18800 te brengen. B. en W. stellen voor dit verzoek in te willigen. De heer £OPPEN heeft deze bedenking: men wil de school uitbreiden en is bezig met de fundeering van het vorige plan. Spr. heeft vernomen, dat een houten barak ge bruikt' zal worden voor het voorloopig onder wijs. Dat acht hjj ook ohgewenscht. Moet deze begrooting niet eens nader herzien wor den? Misschien komt men dan tot de conclu sie, dat het beter is nu met een definitieven bouw te beginnen. Spr. wenscht nadere in lichtingen. De lieer DE BREUK, zegt dat de reden •om tot een voorloopigen bouw over te gaan bestaat om te kunnen beginnen met een cursus in electro techniek en de Ze zoo spoedig mogelijk te kunnen openen. De heer BRUOH zegt dat hij geïnformeerd heeft of het technisch onderwijs in houten barakken geen gevaar kan opleveren. Djen- .aangaande is hij gerust gesteld. Dat gevaar is tot een minimum herleid. Spr. zegt, dat ale deze voordracht er niet door komt, wij voorloopig niets krijgen. De heer LASSCHUIT vindt, dat het voor stel niet door duidelijkheid uittaunt én ont wikkelt dit nader. De heer WOLZAK zegt dat verschillende industrieel© ondernemingen in Haarlem ge wezen hebben op de wenechelijkhéid, dat het technisch onderwijs zoo spoedig moge lijk wordt gegeve#. De heer KOPPEN zegt dat aan dezen bouw zeer hooge koeten zijn verbonden. Hij wenBchte e en opgaaf van de begrooting van een definitieven bouw, andere kan hij niet voor d e voordracht stemmen. De heer DB BREUK brengt het' voorstel in stemming, dat met 23 tegen 5 stemmen wordt aangenomen. Tegen stemden de heeren Pop- pe, Reinalda, Koppen, Groenendaal en Lae- schuit. i Personeel Oen finale Keuken. B. en W. adviseeren niet in te gaan op een verzoek" van de heeren Wolzak c.s., om de verhooging der weekloonen der gemeen tewerklieden, groot f 6, ook per 1Januari 1918 toepasselijk té verklaren op de loonen van den kok en knechts der Centrale Keu ken. iWël meen en HL dat geen be zwaar bestaat, het iopn, dat 1 Januari l9\5 genoten werd, van dien datum af aan té vullen tot' dat wat genoten werd op het tijdstip van de sluiting der keuken. De heer KOPPEN wil in 't lioht stellen dat nu precies gekregen is, langs anderen weg,* wat hij indertijd heeft voorgesteld en toen verworpen is. De heer BRUOH meent, dat dit iets an ders waa en stelt het verschil tusschen dit en het voorstel van den heer Koppen in 't' licht. De heer WOLZAK trekt zijn voorstel in nu B. en W. mededeelen dat aan de loons- verhooging terugwerkende kracht tot 1 Ja nuari 1918 zal worden gegeven. Daarmede is het gewenschte doel bereikt. Goedkoop© brandstoffen. In verband met ingediende adressen van den Haarlemschen Bestuurdersbond, S. D. A. P., Coop. „Vooruitgang" en de „Werk mansvriend" stellen B. en W. voor f lw.000 ter beschikking te stellen voor de verschaf fing van goedkoope" brandstoffen voor hen, die niet meer dan f 500 belastbaar inkomen hebben tegen den prijs van f 1.50 per een heid en tegen f 2.50 per eenheid, wier be lastbaar inkomen tusschen f 50D en f 1000 bedraagt. Hierbij was een adres van de afd. Haar lem van den Ned. R.K. Volksbond, waarin instemming betuigd woi'dt met het verzoek van den Haarlemschen Bestuurdersbond om toeslag te vexdeenen op den prijs der brand stoffen en waarin verzocht wordt de grens te bepalen op f 1500 belastbaar inkomen. De heer GROENENDAAL vraagt waarom. B. en W. den prijs van een eenheid op f 2.50 gebracht hebben in plaats van f 2. En is het voorts niet mogelijk dat aan menschen die. daarvoor in aanmerking komen, afgestempel de bons gegeven worden? Een stempel, waar van B. en W. alleen het geheim bezitten. De heer SCHRAM zegt, dat het verzoek uitgaat van De Werkmansvriend, een der grootste corporaties der gemeente. Spr. vindt, dat hetgeen de heer Groenendaal verzoekt eigenlijk niet noodig is, zijn verzoek is niet practisch. Waarom moet men nu ia 't wilde beginnen te stempelen met bons, waarmee men geen ervaring heeft. De heer KLEIN gaat de historie met de brandstoffen van 't vorig jaar na. Spr. zegfi in dit verband dat het geld wegsmelt als sneeuw voor de zon; daarom heeft de R.K. Volksbond zich tot den Raad gewend. Spr. stelt daarom voor het cijfer f 1000 in f 1500 te veranderen. 1 De heer DE BREUK vraagt of dit voor stel ondersteund wordt, waarop van verschik lende kanten bevestigend geantwoord wordt. De heer VISSER brengt in herinnering de fraude die 't vorig jaar met de brandstoffen* bonnetj'es is gepleegd. De heer DE BREUK geeft alsnog een uit leg van de financieele regeling der brand* stoffendistributie. De heei- POPPE weerlegt de meening van den hfeer Schram. De kolenbonnen krijgen de menschen van het distributiebureau. De be* doeling is, dat die bonnen gelden voor hefi mindere wat men ontvangt. De heer GROENENDAAL licht zijn mee* ning eveneens toe. Hij stelt voor de tors gestempeld thuis te krijgen. De heer DE BREUK wenscht dat het voor stel en niet de uitvoering behandeld wordt. De heer REINALDA wil het voorstel van den heer Klein gaarne steunen. De heer KOEN zou met het voorstel wil* len meegaan, wanneer wij nog geen progres* siève belasting hadden. Nu wenscht hij "de grens niet boven f 1Ó00 uit te strekken. De heer TIMMER sluit zich aan bij hefi doQr den heer Koen gesprokene. De heer BOMANS wenscht den Raad te. waarschuwen tegen aanneming van het voor* st^I van den heer Klein in 't belang der. gemeente-financiên. Wij moeten buitenge woon voorzichtig zijn. De feaad heeft bui tengewone uitgaven gevoteerd, om den min deren man tegemoet te komen. Spr. somt verschillende dier uitgaven op, welke een zeer groot bedrag uitmaken. Ook de toeslag; op de Centrale Keuken zal zeer groot zijn. Spr. komt dan tot een bedrag van pl.m. 1 millioen alleen aan bijslagen. Het voorstel Klein is wel te bereiken, maar dan moet) de grens van f 1500 voor al de categorieën.' aangenomen worden. Nu moeten wij' ons z. i, bij het voorstel van B. en "W, neerleggen'^ Overigens is spr. het eens met den heer, Reinalda. Maar voor de gemeente bestaat 'een grens: het financieele kunpen. De heer v. LIEMT zegt dat hij tegen hef voorstel-Klein moet zijn, op de gronden door tó, Bomans ontwikkeld. ï)e heer KLEIN acht het voordeel der Romantisch verhaal uit den tijd (i. DER FRANSCHË revolutie. Toen dooide ik den lantaarn uit, dien ik bij mij droeg en die voor mijne nachtelijke ronde bestemd was. Ik deed voorzichtig mijn jchoenen uit en met ingehouden adem sloop Ik achter een grooten pilaax-, Van waar ik alles zien kon wat er in de gan„ plaats greep. Alles was doodsch en stil. Ongeveer ben half uur bleef ik op die plaats fonder lets te zien of te hooren. Eindelijk werd »r dicht bij mij zachtjes een deur geopend en zag ik een arm die een licht droeg, vervolgens het hoofd der oude dienstmaagd' 'dat behoedzaam naar beide kanten in de gang rondzag. Blijkbaar wilde zij zich ver zekeren dat er zich niemand bevond. Zij (trok het hoofd weder naar binnen, maar .bijna onmiddellijk daarna verscheen zij op- Jlieuw in de beide handen een groot schenk blad dragende, dat met een servet, een brood en nog eenige andere voorwerpen beladen was. Op het blad stond tevens een kleine lamp met een scherm waardoor het licht naar voren werd gekaatst, maar die alles wat zich achter haar bevond in het donker liet. Adrienne Meld nogmaals op om opnieuw de gang te onderzoeken en begaf zich toen naar de zijde der kapel. Door de duisternis die mij omringde beschut, slopp ik haar ach terna. Zoo kwamen wij aan den ingang van het onderaardsch vertrek, dat Brulard mij al® de plaats iiad aangeduid, waar de graaf Jyouise had opgesloten. Daar nam Adrienne haren last in de eene ha-nd, en opende met behulp van een sleutel, dien zij uit haar zak haalde, de deur, welke zij terstond achter zich sloot. „Den anderen morgen snelde ik ver volgde Vivant zijn verhaal naar Bru lard om hem mijn ontdekking mee te deelen r> ia .f61 liem dat ^en volgenden nacht ons e-erftpi?°K«?iiVO?i'en' ®°0dat hij zich slechts Gedurende den geheelén dag vermeed ik bewoners van het kasteel. De eredachto aj>n Louise, die zich zoo dicht in mijn nabijheid bevond, maakte mij half waanzinnig. Zoo ik den graaf ontmoet had, zou ik mijn woe de misschien niet meer hebben kunnen be dwingen, maar den roover mijner bruid mijn mes in het hart hebben gestooten. Toch wilde ik mij aan de wenken van Brulard houden en besloot bedaard te werk té gaan. Overigens ontmoette ik dien dgg niémand der grafelijke familie- Bij het vallen van den avond was ik' op de binnenplaats, toen ik den graaf, de gra vin en den kleinen Jacques naar mij) toe zag komen. Het hart sloeg mij hoorbaar in de borst, maai' ik ivist mijn ontroering te bedwingen. Ik1 wilde hen nogmaals ontwij ken, maar zij riepen mij en ik Was ver* plicht hen te naderen. „Wy zij'n zeer over u tevreden, Vivant," zei de graaf, „zoo xk ooit' lp staat ben uw ijver, te beloonen, zal ik hes zeker doen." Er klonk iets buitengewoons in zijn stem; ik beschouwde hem oplettend en zag dat zijn oógen met tranen gevuld waren. Zijn vrouw was bleek en bëefde zichtbaar. Ik stamelde eenige woorden, zonder të DE REKENAAR. Wel, kan jij zoo uit 't hoofd rekenen Zeg me dan eens, wat krijg je als je vermenigvuldigt 3 maal 9 maal 18 maal 26 maal 130? Hoofdpijn. OVERTROFFEN. 'k Heb gisteren een horloge gekocht; als men 't opwindt, loopt het drie dagen. Dat is nog niets, als ik mijn vrouw Zon dags opwind, dan bromt zij de heele week. De gedachte aan wéten wat ik zei: de graaf hernam: „Het is een schoone avond; wij gaan een lange wandeling door de bosschen doen. Jacques, omhels uw vriend Vivant; bedenk hem voor de genoegens, die hij u deze twee dagen verschaft heeft." De kleine jongen wierp zich om mijn hals en toen ik het hoofd afwendde, nam hij het met beide zijn handjes vast en drukte mfj een: kus op de wang. „Tot weerziens, Vivant," zei de graaf met een gesmoorden zucht. De gravin wenkte mij vriendelijk toe met de hand, en allen verwijderden zich'. (Wat mij betrof, Ik liep naar het dorp om Brulard te zeggen, dat ik meer dan ooit be sloten wa® mij të wreken. Toen ik op het kasteel terugkwam ont- moetfé fk dé oude 'Adrienne, dië mij zq^ dat haar meestérs zeer vermoeid van de wande ling wareii teruggekeerd en l '.ar jjezegd hadden, dat' zij mij vragen zou om dien nacht met bijzondere oplettendheid tij wakëh. Om halftwaalf stak ik den teren aan de vier hoeken in brand. Tien minuten later riep, ik om hulp; bijna onmiddellijk daarop klepte de brandklok in het dorp... „Het overige weet gij, vrienden," hem ra Vivant, na eenige oogénbllkken zwijgen,», „geheel de bevolking van Saint Sévória' kwam toegeloopen onder aanvoering van detf snooden Brulard. Men zocht eerst de eige naars Van het kasteel, men vond hen nletf daarop stal men het meublement, onder voor wendsel van het te redden. Reeds bij het "begin van de verwarring had ik mi] naar de kelders onder de kapel ge* spoed. De deur stond open en het onder* aafdsoh vertrek was ledig. Ik zocht naar sporen Van Impulse's tegen* woordlgheid en vond eeh oud gebedenboek' en een versleten toog. Ik vreesde waanzinnig van woede en wan hoop te worden eh toch wist ik nog Met, dat ik op de laagste wijze bedrogen wad. Bij het aanbreken van den dag hef vuur meester geworden, of het van zelf uitgedoofd, de o®*^ v die zooveel eeuwen getrotseerd_h ten niet £5 dTmnS.» -p S' dom 1*len' [(Wordt vervolgd). BEN DEK OOBZAÉEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 5