HIEUWE 1
sc&ft r L7e,r
Ernstige feiten.
WAT< DE PERS ZEGT
STAD EN STREEK
FEUILLETON
JACQUES DE BRANCION
e
iVROOLIJK ALLER CE I
Donderdag 22 Augustus Tweede Blad
voor een
i Het zijn bittere verwijten over ernstige
feiten. die de heer KamerlingK On
nes, directeur van het Bureau voor Handels-
inlichtingen te 'Amsterdam, in „De Tel." de
[Regeering voor de voeten werpt.
Ernstig en naar onze meening
groot deel, niet onverdiend.
,Jn het binnenland aldus de heer
Onnes zagen wij met de hulp van steeds
meer officieele personen nu het een en
dan het ander in het honderd gestuurd.
\yjj 7,agen aanstonds turf in groote hoe
veelheden ontbreken en achtereenvolgens
de meest noodzakelijke levensbehoeften,
trots het officieel toezicht, verdwijnen voor
een ieder die de regeeringsvoorschriften
bleef opvolgen. Onophoudelijk zouden,
naast percentagh-beloften aan de eigen na
tie, tastbare voorraden in groote afmetin
gen de grenzen overgaan.
Dan weer moesten wij ervaren dat de
regeering bezig was ten koste van gxoote
bedragen nieuwe fouten te maken, blijk
baar zonder ander zelfverwijt dan dat voor
nieuw1 geld. de stok achter de deur maar
■weer moest gelden. Aanhoudend is het
deel der natie, dat op de regeering ver
trouwde, ter plundering overgeleverd aan
het overige deel, hetwelk met de_ ontbe
ringen der overgroot» meerderheid zou
de spotten-"'
Wanneer al de economische tekortkomin
gen en verzuimen der Regeering in 't bij
zonder die v'. liet Ministerie van L. N. en
H. van af het begin der crisis, met de
daaraan te verbinden uitleg en beschouwin
gen, verzameld werden, welk een lijvig boek
deel, neen boekdeeien, zouden zij dan vor-
inenl
Teekenend is, hetgeen de Directeur, y.an
het Bureau voor Handelsinlichtingen aan
haalt over het begrip van binnenlandsch re-
geeringsfatsoen.
Men oordeele:
De secretaris-generaal van het Minis,-
nisterie van Handel, tevens president-com
missaris van Nationaal Grondbezit, (van
rijkswege met de regeling van huisvesting
voor vreemdelingen belast) eene vennoot
schap, die zich 't koopen, verkoopeu,_ ver
vreemden, e nz. van nationalen eigendom tot
zakelijk doel steLt kon ongestraft huisbezit
op o-roote schaal in den lande opkoopen,
teneinde de bewoners tot aankoop te dwin
gen en anders door huurontzegging haar
bezit aan anderen met ongeoorloofde, winst
over te doen. Persoonlijk heb ik mede
geholpen om aan het departement van
Justitie de overtuigende bewijsstukken in
handen te stellen van dergelijk woeker-
bedrijf. De actie door het departement van
Justitie in de huuropzeggingswet aan den
dag gelegd, valt te prijzen, maar zij ver
hoedt ternauwernood, dat in dit land, on
der ofiicieele auspiciën, huurders aan eene
georganiseerde plundering ten offer val
len en dat het gezinsleven in Nederland
wordt aangetast op eene wijze, dit land
en deze Kroon onwaardig.
Deze ervaring van een hoogstaand man
[hls de heer Kamerlingh Onnes, stemt niet
jalleen tot droevig nadenken over de zede
lijke waarde der krachten, waaraan de be-
fiangen van het Nederlandsche volk zijn toe-
Vertrouwd, zij brengt ons ook nader tot het
Nazicht, dat daar is niet „something", maar
Lmuch" rotting in the State of Netherlands.
De driestarren-schrijver in de „Standaard
maakt zich tot t olk van jnüLioenen in den
lande, wanneer hij- in zijn blad schrijft:
„Talloos zijn de klachten over de dis
tributie; iederen dag komen er nieuwe bij;
de klachtenlijst heeft een onafzienbare
lengte verkregen.
Op die klachten komt nu en dan een
officieel antwoord, dat heel dikwijls niet
bevredigt en tal van vragen onbesproken
laat.
Met hoeveel welwillendheid we geneigd
zijn de zaak te beschouwen, hoeveel toe
gevendheid we ook wenschen in te roe
pen: dat er een en ander niet in dien
haak is, kan moeilijk worden tegengespro
ken.
Om vaai de honderden klachten van par
ticulieren nu maar niet te spreken,, omdat
daar niet altijd het eigenbelang zwijgt,
komt het in den laateten tijd voor, dat
Gemeentebesturen aanmerkingen maken,
die allesbehalve ongegrond zijn.
Men denke maar eens aan wat B. efi Jv.
van Rotterdam zeggen over den uitvoer
van gecondenseerde melk en van jam.
Door dien uitvoer wordt, en dat in deze
tijden, aan ons volk een aanzienlijke hoe
veelheid vet en suiker ontnomen. Is dat
verantwoord?
Denk ook aan de klacht van Katwijk,
Daar worden aardappelen van - goede
kwaliteit verbouwd, doch ze zijn niet voor
de ingezetenen; ze worden" vervoerd naar
elders en' dö goede Kat.wijkers moeten het
met veel mindere kwaliteit doen, die van
■buie n af wordt aangevoerd.
We laten het' bij aeze voorbeelden; ze
zijn mét' tientallen te vermeerderen'.
Zulke dingen wekken, en' zeer terecht,
ontstemming."
,Wie zoo vragen wlf 'die met eenige
oplettendheid den loop van het distributie
stelsel van Minister Posthuma heeft gade
geslagen en gevolgd, komt niet tot de eind-
verzuchting: wat 'n bende, wat 'rt 'Janboel!
De Volksbanier" moge. onder toegeven
dat Minister Posthuma fouten begaan heeit,
ons verwijten, dat wij den man' geringschat
ten en kleinqeren, wij' werpen dit verwijt
van ons.
Evenmin als „De Volksbanler" is het ons
onbekend, dat de tijdsomstandigheden bui
tengewoon moeilijk zijn, dat de te overwin
nen bezwaren in aantal steeds toenemen.
De levenspractijk van den dag is zóó sa
mengesteld en ingewikkeld geworden, dat
de theorie niet hermetisch sluitend op Üie
practijk toegepast kan worden.
"Wij kunnen ook, tot op zekere hoogte, den
moed waardeeren van den Minister van L.
N. en H., die hem 5 jaar lang heeft doen
stand houden op zijn moeilijken post.
Aan zijn plichtbesef hebben wij nooit ge
twijfeld, evenmin als aan zijn stijfhoofdig
heid van Erieschen huize.
Dit neemt echter niet "weg, dat, wanneer
het algemeen beleid aan het Departement
van' Ij. N. en H. zooal geen wanbeleid ver
diend genoemd te worden, het toch een fa
milietrek al is het uit de verte, van èen
zoodanig beheer vertoont.
Met het uitspreken onzpr meening inzake
het levensmiddelenbeleld van minister Pos
thuma, lag, zcoals gezegd, geen geringschat
ting en kleineering van den persoon van
dezen bewindsman, ons in den zin.
Maar met de vrijmoedigheid, die een on
afhankelijk orgaan als het onze eigen be
hoort te zijn, zullen wij, waar dit onzes
er ach: pas geeft, voort gaan met onze
meening te zeggen over verschillende pun
ten van regeeringsbeleid.
Het uitspreken van eenige waardeering
voor hetgeen Minister Posthuma in deze 4
oorlogsjaren voor ons land deed, zou ons
vooralsnog niet van harte afgaan.
Het zou stuiten op onze overtuiging,
dat het economisch beleid van den Mi
nister, ons ten slotte een desolaten boedel,
in de gedaante van een ontredderde voed
selvoorziening heeft nagelaten.
„Reeds meermalen is de opmerking ge
maakt, schrijft HET HUISGEZIN, dat on
der de katholieken in de groote steden, die
van hun g#loof vervreemden en een offer
van de sociaal-democratie worden, velen van
het Roomsehe platteland afkomstig zijn.
Een verklaring van het feit wordt hier
in gezocht, dat die menschen te veel uit
den sleur leefden: Roomsch zoo lang ze
in een Roomsch jnilieu verkeerden, niet
Roomsch meer zoodra ze in een anders
denkende omgeving kwamen.
Het mangelde dezen menschen aan een
krachtige overtuiging.
Er zfj n meer factoren, die tot deze ge
steltenis hebben meegewerkt, maai- één
daarvan is ongetwijfeld, dat zij heel hun
leven ais het ware geen katholieke lec
tuur hebben gekend.
Al wat zij lazen bepaalde zich tot een
neutrale krant.
.Van katholieke beginselen hebbed zij'
nooit gehoord, den katholieken strijd in
waarheid nooit meegestreden.
Zoolang zij bleven in de katholieke om
geving, waarin zij waren opgegroeid, deer
de hun dit niet in die mate, omdat s$: als
het w-ar» werktuiglijk den katholieken
stroom volgden.
Maar in een andere omgeving overge
plaatst, pan zich zelf overgelaten, hadden
zij geen weerstandsvermogen en bezwe
ken gemakkelijk voor de verleiding om
hen heen.
Aan het lezen van een katholiek blad,
dal zij nooit gekend hadden, dachten zij
niet, en zoo vervreemdden zij geleidelijk
van het katholiek leven en het katholiek
voelen.
Er zijn er onder ons, die in het .lezen
van neutrale bladen van bepaalde „onscha
delijke" neutrale bladen, geen of weinig
kwaad zien.
Als zij er eens aan denken, dat de men
leken zich iQ den tegenwoordige^ ge
makkelijk verplaatsen, dat d'ë katholieke
jyant de dagelijksehe strijder voor de ka
tholieke zaak en de dagelijksehe geloofs
verkondiger is, zouden zij, niet' zoó licht
vaardig oordeeien.
In elk katholiek gezin een katholieke
krant', dit is het zekerste, maar wel
haast ook het eenige middel om op den
duur de katholieken voor de Kerk en
voor de katholieke staatspartij te behou
den.
TEGENWERKING.
We lezen in „DE STA N DA A RD"
In de laatste jaren is het aantal webten,
ver ordeningen en besluiten ten onzent zóó
onrustbarend gestelgen. dat een gemiddeld
Nederlander er geen weg me© weet.
Ja, zelfs meer dan „gemiddelden" raken
in het labyrint van Overheiklsbepalingen
hopeloos verward. Men moet bijv. onze
burgemeesters maar eens hooren over het
handhaven van. de tallooze voorschriften,
die met den dag in aantal toenemen en die
niet altijd overduidelijk zijn.
Nu heeft de bewoner van iederen Staat
zich aan d© wet te houden en dusver ont
moette dat niet zoo heel veel bezwaar. Tien
duizenden onzer kwamen niet dan zeer
oppervlakkig met wet en verordening in
aanraking, en in botsing nimmer.
Doch de wetten en besluiten zijn niet al
leen talrijker geworden, ze kwamen, om
zoo te zeggen, veel dichter bij ons; op het
terrein vane en degelijks leven; en daar
door is de kans op overtreding houder d-
youdig vergroot,
Eerzame huisvaders en huismoeders, die
voorheen zich nimmer om de wet bekom
merden, komen nu en dan o-p tamelijk on
schuldige manier in strijd met de Over-
terrein van een iegelijke leven; en daar
van de niet aangename gevolgen ondervin
den.
Doch behalve deze „onschuldige ery ze
ker ongevaarlijke wetovwtreders, huizen
er in ons land een massa menschen, die er
blijkbaar studie van maken om de wet op
alle manier te ontduiken en te overtreden,
als dat maar geld opbrecêt.
Dat op de grenzen tegen smokkelen
moet worden gewaakt, begrijpen we allen;
dat er wel 'eens gejaagd Wiorut oi gevisclit
waar en wanneer dit verboden 1®, we ken
nen dat. Maar dat er in ons land een bende
grijpvogels huist, die, om maar aan geld
t© komen, met iedere veroudering spot,
en allerlei listen uitdenkt. dat maakt 't
werk van de Overheid, om een billijke x-e-
gcling voor de voeding van mensoh en
dier te handhaven, wanhopig moeilijk.
Men zou zoo zeggen dat enkele deug
nieten uitgezonderd ia dezo moeilijke
tijden iedereen moest meewerken, om do
aware taak van de Overheid ts verlichten.
Immers heel ons volk is ia nood. Het lij
den treft allen; dus hebben .we allen samen
de handen ineen te slaan om het kwaad te
verhelpen.
Nog nooit hebben we »°o den lof hooren
zingen van het sociale gemeenschapsge
voel als in onze dagen het hikt wel of
daar nog nooit zoc weinig ernst mee i»
gemakt.
D© Overheid heeft dag aan. dag wea\k om
den rasteloozen en eigenlbatigen arbeid
van duizenden wetsovertreders na te gaan,
te veretoren en te straffen.
Dat is geen vleiend beeld vaar een talrijk
deel van ons volk in deze oorlogsjaren;
het optreden van di© geldgraaier® doet *n
karaktertrek naar voren bomen, die alles
behalve nobel is.
Denk het u eens in, dat de Overheid zoo
veel medewerking ondervond, als ze nu
met tegenwerking te kampen heeft.
Zonden dan de prijzen wel zoo hoog en de
levensmiddelen zoo moeilijk verkrijgbaar
zijn?
GEMEENTERAAD.
(Vervolg).
De gaskwcstic met Velseh).
De heer REINALDA kan zich met het
gesprokene door den heer B.omans niet ver
eenigen en verzoekt aanteekening in de no
tulen.
Dë heer v. d. KAMP. wenscht de zaak
nog e ens goed onder de oogen te zien en
wenscht daarom uitstel. Hij; kan zich dus
met het voorstel omtrent een décisie niet
vereenigen.
De heer ROMANS antwoordt, dat hier
geen sprake van een beslissing is.
Aan de orde komt een motie van de hee-
ren Timmer, Wolzak en v. Liemt waarin tot
de orde van den dag wordt overgegaan in
zake de kwestie Velsen.
De heer TIMMER, acht de zaak voldoen'
de toegelicht.
De heer v. LIEMT licht de motie toe,
hij' gaat volkomen accoord met hetgeen B.
en w. tot heden in deze gedaan hebben.
De heer REINALDA wijst op het gevaar
voor B. en W., dat de motie verworpen wordt
Hij kan zich niet vereenigen met de moti
veering van B. en W,
De heer TIMMER is bereid de motie in
te trekken.
De Heer DE BRESUK concludeert), dat de
zaak 'mis blijft zooals ze op hst oogenblik is.
Hiermede wordt de discussie gesloten.
Handhaving Directeur Gem. cursus
voor Hoofdondeiwijzerel^seu)
Naar aanleiding van een gedaan verzoek
van den betrokken ambtenaar, stellen B.
en iW. den raad voor: den heer H. Bussema-
ker, ondanks 't feit1, dat deze in 1916 den
65-jarigen leeftijd bereikte, als Directeur van
den gemeentelijken cursus tot Opleiding van
hoofdonderwijzersCessen) gedurende het cur
susjaar 1918—19.19. të handhaven.
Goedgekeurd.
Verbouw school.
B. en' W. stellen voor gelden ter hunner be
schikking të stellen ten behoeve van' den
verbouw van het gymnastieklokaal der school
voor uitgebr. lag. onderwijs letter tot twee
leslokalen en de aanschaffing van meubelen
en leermiddelen voor die school.
De heer REINALDA vraagt inlichtingen.
Hij acht het niet wensohelijk dat aan de
U.L.O.-school een gymnastieklokaal ont
breekt. Hij1 vraagt dus aan den weth. of het
voornemen is zulk een lokaal te bouwen.
De heer BRUÖH zegt, dat het bouwen
buitengewoon duur is; men heeft er dus be
zwaar tegen zoo'n lokaal te bouwen. Overi
gens is hij het in dezen met den heer Rei-
nalda eens; maar men beschikte over geen
gymnastiek onderwijzer. Spr. is voornemens
ee'ïi gymnastiek-lokaal er bij te bouwen als
de tijden beter geschikt daarvoor zijn.
De heer REINALDA is dankbaar piaar niet
voldaan. Hij zal dus tegen deze voordracht
s te tomen.
Het voorstel wordt aangenomen.
Beoi uitacttiingsgeding.
B. en (W. stellen voor om een rechtsvorde
ring in të s tellen tegen de wed. D. Aker
sloot tot ontruiming van een kamer in de
voormalige school aan de Ged. Voldersgracht.
De heer POPPE begrijpt niet, waarom juf
frouw Akersloot niet in die woning gelaten
wordt. Het kost' tegenwoordig zoo'n groote
moeite om een woning te krijgen. In heel
Haarlem is geen woning waarschijnlijk voor
haar te vinden. Spr. zou dus gaarne de mo
tieven van B. en W. hooren.
De heer DB BREUK zegt, dat die weduwe
daar onrechtmatig inwoont. Zij is er door een
ander ingehaald buiten weten van B. en *W.
Er zijn menschen met veel kinderen, die daar
veel meer recht op hebben. Die vrouw heeft
maar één kind en kan nog wel een plaatsje
vi#3en ergens.
De heer POPPE vraagt of het niet moge
lijk is, dat dit mensch aan een andere wo
ning geholpen wordt?
Het voorstel van B. en [W. wordt aange
nomen.
Midd. Technische Schlool.
Naar aanleiding van de plannen tot een
vervroegde opening en uitbreiding van de
Middelbare Technische Schooi heeft het be
stuur van die Behool aan den Raad verzocht
om 't voor de school door de gemeente Haar
lem beschikbaar gestelde kapitaal te ver-
hoogep met f 100.000 en alzoo te brengen
op f 620.000 en verder om 't verleende jaar-
lijksche, subsidie op f 18800 te brengen.
B. en W. stellen voor dit verzoek in te
willigen.
De heer £OPPEN heeft deze bedenking:
men wil de school uitbreiden en is bezig
met de fundeering van het vorige plan. Spr.
heeft vernomen, dat een houten barak ge
bruikt' zal worden voor het voorloopig onder
wijs. Dat acht hjj ook ohgewenscht. Moet
deze begrooting niet eens nader herzien wor
den? Misschien komt men dan tot de conclu
sie, dat het beter is nu met een definitieven
bouw te beginnen. Spr. wenscht nadere in
lichtingen.
De lieer DE BREUK, zegt dat de reden
•om tot een voorloopigen bouw over te gaan
bestaat om te kunnen beginnen met een
cursus in electro techniek en de Ze zoo spoedig
mogelijk te kunnen openen.
De heer BRUOH zegt dat hij geïnformeerd
heeft of het technisch onderwijs in houten
barakken geen gevaar kan opleveren. Djen-
.aangaande is hij gerust gesteld. Dat gevaar
is tot een minimum herleid. Spr. zegt, dat
ale deze voordracht er niet door komt, wij
voorloopig niets krijgen.
De heer LASSCHUIT vindt, dat het voor
stel niet door duidelijkheid uittaunt én ont
wikkelt dit nader.
De heer WOLZAK zegt dat verschillende
industrieel© ondernemingen in Haarlem ge
wezen hebben op de wenechelijkhéid, dat
het technisch onderwijs zoo spoedig moge
lijk wordt gegeve#.
De heer KOPPEN zegt dat aan dezen bouw
zeer hooge koeten zijn verbonden. Hij
wenBchte e en opgaaf van de begrooting van
een definitieven bouw, andere kan hij niet
voor d e voordracht stemmen.
De heer DB BREUK brengt het' voorstel in
stemming, dat met 23 tegen 5 stemmen wordt
aangenomen. Tegen stemden de heeren Pop-
pe, Reinalda, Koppen, Groenendaal en Lae-
schuit. i
Personeel Oen finale Keuken.
B. en W. adviseeren niet in te gaan op
een verzoek" van de heeren Wolzak c.s., om
de verhooging der weekloonen der gemeen
tewerklieden, groot f 6, ook per 1Januari
1918 toepasselijk té verklaren op de loonen
van den kok en knechts der Centrale Keu
ken. iWël meen en HL dat geen be
zwaar bestaat, het iopn, dat 1 Januari l9\5
genoten werd, van dien datum af aan té
vullen tot' dat wat genoten werd op het
tijdstip van de sluiting der keuken.
De heer KOPPEN wil in 't lioht stellen dat
nu precies gekregen is, langs anderen weg,*
wat hij indertijd heeft voorgesteld en toen
verworpen is.
De heer BRUOH meent, dat dit iets an
ders waa en stelt het verschil tusschen dit
en het voorstel van den heer Koppen in
't' licht.
De heer WOLZAK trekt zijn voorstel in
nu B. en W. mededeelen dat aan de loons-
verhooging terugwerkende kracht tot 1 Ja
nuari 1918 zal worden gegeven. Daarmede
is het gewenschte doel bereikt.
Goedkoop© brandstoffen.
In verband met ingediende adressen van
den Haarlemschen Bestuurdersbond, S. D.
A. P., Coop. „Vooruitgang" en de „Werk
mansvriend" stellen B. en W. voor f lw.000
ter beschikking te stellen voor de verschaf
fing van goedkoope" brandstoffen voor hen,
die niet meer dan f 500 belastbaar inkomen
hebben tegen den prijs van f 1.50 per een
heid en tegen f 2.50 per eenheid, wier be
lastbaar inkomen tusschen f 50D en f 1000
bedraagt.
Hierbij was een adres van de afd. Haar
lem van den Ned. R.K. Volksbond, waarin
instemming betuigd woi'dt met het verzoek
van den Haarlemschen Bestuurdersbond om
toeslag te vexdeenen op den prijs der brand
stoffen en waarin verzocht wordt de grens
te bepalen op f 1500 belastbaar inkomen.
De heer GROENENDAAL vraagt waarom.
B. en W. den prijs van een eenheid op f 2.50
gebracht hebben in plaats van f 2. En is het
voorts niet mogelijk dat aan menschen die.
daarvoor in aanmerking komen, afgestempel
de bons gegeven worden? Een stempel, waar
van B. en W. alleen het geheim bezitten.
De heer SCHRAM zegt, dat het verzoek
uitgaat van De Werkmansvriend, een der
grootste corporaties der gemeente. Spr. vindt,
dat hetgeen de heer Groenendaal verzoekt
eigenlijk niet noodig is, zijn verzoek is niet
practisch. Waarom moet men nu ia 't wilde
beginnen te stempelen met bons, waarmee
men geen ervaring heeft.
De heer KLEIN gaat de historie met de
brandstoffen van 't vorig jaar na. Spr. zegfi
in dit verband dat het geld wegsmelt als
sneeuw voor de zon; daarom heeft de R.K.
Volksbond zich tot den Raad gewend. Spr.
stelt daarom voor het cijfer f 1000 in f 1500
te veranderen.
1 De heer DE BREUK vraagt of dit voor
stel ondersteund wordt, waarop van verschik
lende kanten bevestigend geantwoord wordt.
De heer VISSER brengt in herinnering de
fraude die 't vorig jaar met de brandstoffen*
bonnetj'es is gepleegd.
De heer DE BREUK geeft alsnog een uit
leg van de financieele regeling der brand*
stoffendistributie.
De heei- POPPE weerlegt de meening van
den hfeer Schram. De kolenbonnen krijgen de
menschen van het distributiebureau. De be*
doeling is, dat die bonnen gelden voor hefi
mindere wat men ontvangt.
De heer GROENENDAAL licht zijn mee*
ning eveneens toe. Hij stelt voor de tors
gestempeld thuis te krijgen.
De heer DE BREUK wenscht dat het voor
stel en niet de uitvoering behandeld wordt.
De heer REINALDA wil het voorstel van
den heer Klein gaarne steunen.
De heer KOEN zou met het voorstel wil*
len meegaan, wanneer wij nog geen progres*
siève belasting hadden. Nu wenscht hij "de
grens niet boven f 1Ó00 uit te strekken.
De heer TIMMER sluit zich aan bij hefi
doQr den heer Koen gesprokene.
De heer BOMANS wenscht den Raad te.
waarschuwen tegen aanneming van het voor*
st^I van den heer Klein in 't belang der.
gemeente-financiên. Wij moeten buitenge
woon voorzichtig zijn. De feaad heeft bui
tengewone uitgaven gevoteerd, om den min
deren man tegemoet te komen. Spr. somt
verschillende dier uitgaven op, welke een
zeer groot bedrag uitmaken. Ook de toeslag;
op de Centrale Keuken zal zeer groot zijn.
Spr. komt dan tot een bedrag van pl.m.
1 millioen alleen aan bijslagen. Het voorstel
Klein is wel te bereiken, maar dan moet)
de grens van f 1500 voor al de categorieën.'
aangenomen worden. Nu moeten wij' ons z. i,
bij het voorstel van B. en "W, neerleggen'^
Overigens is spr. het eens met den heer,
Reinalda. Maar voor de gemeente bestaat
'een grens: het financieele kunpen.
De heer v. LIEMT zegt dat hij tegen hef
voorstel-Klein moet zijn, op de gronden door
tó, Bomans ontwikkeld.
ï)e heer KLEIN acht het voordeel der
Romantisch verhaal uit den tijd
(i. DER FRANSCHË revolutie.
Toen dooide ik den lantaarn uit, dien ik
bij mij droeg en die voor mijne nachtelijke
ronde bestemd was. Ik deed voorzichtig mijn
jchoenen uit en met ingehouden adem sloop
Ik achter een grooten pilaax-, Van waar ik
alles zien kon wat er in de gan„ plaats
greep. Alles was doodsch en stil. Ongeveer
ben half uur bleef ik op die plaats fonder
lets te zien of te hooren. Eindelijk werd
»r dicht bij mij zachtjes een deur geopend
en zag ik een arm die een licht droeg,
vervolgens het hoofd der oude dienstmaagd'
'dat behoedzaam naar beide kanten in de
gang rondzag. Blijkbaar wilde zij zich ver
zekeren dat er zich niemand bevond. Zij
(trok het hoofd weder naar binnen, maar
.bijna onmiddellijk daarna verscheen zij op-
Jlieuw in de beide handen een groot schenk
blad dragende, dat met een servet, een brood
en nog eenige andere voorwerpen beladen
was. Op het blad stond tevens een kleine
lamp met een scherm waardoor het licht
naar voren werd gekaatst, maar die alles wat
zich achter haar bevond in het donker liet.
Adrienne Meld nogmaals op om opnieuw de
gang te onderzoeken en begaf zich toen
naar de zijde der kapel. Door de duisternis
die mij omringde beschut, slopp ik haar ach
terna. Zoo kwamen wij aan den ingang van
het onderaardsch vertrek, dat Brulard mij
al® de plaats iiad aangeduid, waar de graaf
Jyouise had opgesloten. Daar nam Adrienne
haren last in de eene ha-nd, en opende met
behulp van een sleutel, dien zij uit haar zak
haalde, de deur, welke zij terstond achter
zich sloot.
„Den anderen morgen snelde ik ver
volgde Vivant zijn verhaal naar Bru
lard om hem mijn ontdekking mee te deelen
r> ia .f61 liem dat ^en volgenden nacht ons
e-erftpi?°K«?iiVO?i'en' ®°0dat hij zich slechts
Gedurende den geheelén dag vermeed ik
bewoners van het kasteel. De eredachto aj>n
Louise, die zich zoo dicht in mijn nabijheid
bevond, maakte mij half waanzinnig. Zoo
ik den graaf ontmoet had, zou ik mijn woe
de misschien niet meer hebben kunnen be
dwingen, maar den roover mijner bruid mijn
mes in het hart hebben gestooten. Toch
wilde ik mij aan de wenken van Brulard
houden en besloot bedaard te werk té gaan.
Overigens ontmoette ik dien dgg niémand
der grafelijke familie-
Bij het vallen van den avond was ik' op
de binnenplaats, toen ik den graaf, de gra
vin en den kleinen Jacques naar mij) toe
zag komen. Het hart sloeg mij hoorbaar in
de borst, maai' ik ivist mijn ontroering te
bedwingen. Ik1 wilde hen nogmaals ontwij
ken, maar zij riepen mij en ik Was ver*
plicht hen te naderen.
„Wy zij'n zeer over u tevreden, Vivant,"
zei de graaf, „zoo xk ooit' lp staat ben uw
ijver, te beloonen, zal ik hes zeker doen."
Er klonk iets buitengewoons in zijn stem;
ik beschouwde hem oplettend en zag dat
zijn oógen met tranen gevuld waren. Zijn
vrouw was bleek en bëefde zichtbaar.
Ik stamelde eenige woorden, zonder të
DE REKENAAR.
Wel, kan jij zoo uit 't hoofd rekenen Zeg
me dan eens, wat krijg je als je vermenigvuldigt
3 maal 9 maal 18 maal 26 maal 130?
Hoofdpijn.
OVERTROFFEN.
'k Heb gisteren een horloge gekocht; als
men 't opwindt, loopt het drie dagen.
Dat is nog niets, als ik mijn vrouw Zon
dags opwind, dan bromt zij de heele week.
De gedachte aan wéten wat ik zei: de graaf hernam:
„Het is een schoone avond; wij gaan een
lange wandeling door de bosschen doen.
Jacques, omhels uw vriend Vivant; bedenk
hem voor de genoegens, die hij u deze twee
dagen verschaft heeft."
De kleine jongen wierp zich om mijn hals
en toen ik het hoofd afwendde, nam hij het
met beide zijn handjes vast en drukte mfj
een: kus op de wang.
„Tot weerziens, Vivant," zei de graaf met
een gesmoorden zucht.
De gravin wenkte mij vriendelijk toe met
de hand, en allen verwijderden zich'.
(Wat mij betrof, Ik liep naar het dorp om
Brulard te zeggen, dat ik meer dan ooit be
sloten wa® mij të wreken.
Toen ik op het kasteel terugkwam ont-
moetfé fk dé oude 'Adrienne, dië mij zq^ dat
haar meestérs zeer vermoeid van de wande
ling wareii teruggekeerd en l '.ar jjezegd
hadden, dat' zij mij vragen zou om dien nacht
met bijzondere oplettendheid tij wakëh.
Om halftwaalf stak ik den teren aan de
vier hoeken in brand.
Tien minuten later riep, ik om hulp; bijna
onmiddellijk daarop klepte de brandklok in
het dorp...
„Het overige weet gij, vrienden," hem ra
Vivant, na eenige oogénbllkken zwijgen,»,
„geheel de bevolking van Saint Sévória'
kwam toegeloopen onder aanvoering van detf
snooden Brulard. Men zocht eerst de eige
naars Van het kasteel, men vond hen nletf
daarop stal men het meublement, onder voor
wendsel van het te redden.
Reeds bij het "begin van de verwarring had
ik mi] naar de kelders onder de kapel ge*
spoed. De deur stond open en het onder*
aafdsoh vertrek was ledig.
Ik zocht naar sporen Van Impulse's tegen*
woordlgheid en vond eeh oud gebedenboek'
en een versleten toog.
Ik vreesde waanzinnig van woede en wan
hoop te worden eh toch wist ik nog Met, dat
ik op de laagste wijze bedrogen wad.
Bij het aanbreken van den dag
hef vuur meester geworden, of
het van zelf uitgedoofd, de o®*^ v
die zooveel eeuwen getrotseerd_h
ten niet £5
dTmnS.» -p S' dom 1*len'
[(Wordt vervolgd).
BEN DEK OOBZAÉEN.