UITREIKING BROODKAARTEN
lesoisirilütie Haarlem
- Bum
DISTRIBUTIE-BEDRIJF HEEMSTEDE.
KiSTillüi VAM KAARSEN AAN
IPEHIARE SEB6UWEH Ei KLESiSt-
SUIKER.
een hectoliter cokes;
P. W. TWEEHUtJSEN,
JACQUES DE BRANCI0N
VERSTREKKING VAN GORT
EN PEULVRUCHTEN.
KOLENDISTRIBUÏIE
twee honderd harde turven
eik een hectoliter cokes.
CHOCOLADE-REEPEN.
Regeerincp-Aardappelen.
Distributie v. geneesmiddelen
AFLEVERING EN VERVOER VAN
GENEESMIDDELEN,
AARDAPPELENKAARTEN
WAT DE PERS ZEGT
VRÖOUJK ALLERLEI
VR!JRISftG 23 AUGUSTUS 1918
42»^ JAARGANG 9722
DE AB0HNBMENT8PRH3 BEDBAAGT VOOR HAARLEM EU AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,05; PER WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2,30
BUREAUX: NASSAULAAN 49, HAARLEM - TELEFOON .426 EN 274. ADVERTENT.EN 20 CENTS PER REGEL 20 «fo OORLOGSTOESLAG. BU CONTRACT BELANGRIJKE KORTING
I ons Gort
!j2 ons Groene erwten
e op Bon A No. 47
i(4 K.G. Suiker
e oj) Bon 3» tijdvak (kinder-suikerstaart
1(4 K.G^ Suiker
DISTRICT HAARLEM EN OMSTREKEN
2 (twee) Regeerings-Chocoladereepen
Sffaaneiag 26 Augustus
voor de nummers 1—3000 gebouw Zang en Vriendschap
3001-6000 St Bavo
Dinsdag 27 'ftugustus RStS»
voor de nummers 60019000 gebouw Zang en Vriendschap
9001-12000 St. Bavo
Woensdag 28 Augustus 1918 s
voor de nummers 12001—15000 gebouw Zang en Vriendschap
15001-18000 St. Bavo
Donderdag 29 Augustus 1918:
voor de nummers 1800121000 gebouw Zang en Vriendschap
2100124000 St. Bavo
Telkens van des voormiddags 8 uur tot des namiddags 4 uur.
Bij deze uitreiking heeft men broodkaarten, aardappeikaarten
bonbladen voor melk in ontvangst te nemen.
Men is verplicht de brood-, aardappaikaarten en bonbladen voor melk bij nntvansi
na te tellen, daar na het verlaten van het lokaal, op reclame's geen acht gegeven «vordt.
Voor mogelijke klachten wende men zich tot den zich in het lokaal bevindenden
chef of controleur. - -
Aan kinderen worden geen broodkaarten afgegeven, Voor ontvangst der brood
kaarten wordt vakje 7 en voor ontvangst der aardappeikaarten en bonbladen voor melk
vakje 8 van de rantsoeneeringskaart geknipt, het verdient daarom aanbeveling, dat een
ieder zich overtuigt, of de vakjes 7 en 8 niet reeds geknipt zijn.
De Directeur van het Gemeentelijk Levensmiddelenbureau,
8532 F. DE JONGE.
I ons Leverworst en I ons Bloedworst
WITTE 9CHGESEEÏ9
BarieSjorisstraat 27. TEL. £770
STERKE VETERS
FEUILLETON
Romantisch VERHAAL UIT DEN TIJD
Q Oer FRANSCHE REVOLUTIE.
NIEUW
De Directeur van het Gemeentelijk Levensmid
delenbureau te HAARLEM brengt ter kennis,
dat vanaf Vrijdag 23 tot en met 30 Augustus
1918 verkrijgbaar wordt gesteld op:
BON A, NO. 49
BON A, NO. 52
of zoolang er voorraad bij de winkeliers aan
wezig is, BRUINE BOONEN, WITTE BOO-
NEN-of CAPUCIJNERS. 8512
De Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
De Directeur van het Gemeentelijk Levens
middelenbureau te HAARLEM brengt ter ken
nis, dat gedurende het tijdvak van 24 tot en met
30 Augustus verkrijgbaar wordt gesteld:
(Melis No. 1 of bijsoorten, naar keuze van den
kooper). 8875
NA 30 AUGUSTUS zijn deze bons niet meer
geldig. 8^11
De Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
Aan houders van ZOMERRANTSOEN-
KAARTEN wordt bekend gemaakt, dat
1. vanaf 1 September 1918 verkrijgbaar is
tegen goedkoop en prijs:
a. bij de brandstoffenhandelaren, wonende
in de gemeente HAARLEMMERLIEDE:
OP BON 9:
OP BON 10:
b. bij alle overige Brandstoffenhandelaren:
OP BON 9 EN 10:
2. dat de bons 5 en 6 na Zaterdag 31 Augus
tus fl-s. niet meer geldig zijn en dus ter voor
koming van teleurstelling, vóór dien datum
ingewisseld dienen te worden;
3. dat de bons 7, 8, 9 en 10 slechts geldig zijn
tot en met 30 September 1918 en na dien
datum daarop door de brandstoffenhandela
ren niet meer geleverd zal mogen worden.
Directeur Brandstoffen-Bureau,
8515 PEEREBOOM VOLLER.
De Directeur van het Gemeentelijk Levens
middelenbureau te HAARLEM brengt ter ken
nis, dat vanaf Zaterdag 24 Augustus 1918 bij
de Haarlemsche Banketbakkers enz. verkrijg;
baar worden gesteld
°P BON A, NO. 48:
tegen den prijs van 12 cent per onverpakte en
12% cent per verpakte reep.
Bon A, Na 48 is geldig tot en met Zaterdag
7 September 1918. 8511
De Directeur voornoemd,
F. DE jQNGE.
VERKRIJGBAAR OP BON NO. 28
2 K.G. Aardappelen.
8524
De uitreiking van broodkaarten zal plaats vinden op de navolgende dagen:
tt V tl
en
Verkrijgbaar op Zaterdag 24 Augustus, des
namiddags van 14 uur
h 471/2 cent per pond, op bon No. 20 der vleesch-
kaarten met de letters U/V, W, Y, Z, bij: esse
G. BENRAADT, Hoogstraat 4.
BOESMANS, Gedempte Oude Gracht.
De Directeur van het Gemeentelijk Levensmid
delenbureau te HAARLEM brengt ter kennis,
dat vanaf Zaterdag 24 Augustus verkrijgbaar
wordt gesteld 8534
op bon Mo. A 51 1 K.G, Aardappelen
tegen den prijs van 9 cent per K.G.:
Bon No, 45 is na 22 Augustus niet meer
geldig.
De Directeur voornoemd,
F. DE JONOE.
De Gemeentebesturen van HAARLEM,
BENNEBROEK, HEEMSTEDE en SCHOTEN
brengen ter kennis, dat door den Minister van
L., N. en H., onder intrekking van zijne beschik
king van 1 Mei 1918, No. 23304 Afd. Crisis
zaken betreffende
met ingang van heden eene nieuwe regeling hier
omtrent is getroffen.
Deze beschikking ligt aan de levensmiddelen-
bureaux der gemeenten voornoemd, voor belang
hebbenden ter inzage. 8535
De Directeur van het Gemeentelijk Levensmid
delenbureau te HAARLEM brengt ter kennis,
dat de kaarten voor opgave van aardappel-leve
rancier ALLE aan het publiek zijn verzonden.
Aan hen, die een dergelijke kaart nog niet
mochten hebben ontvangen, zal bij aanmelding
aan mijn bureau (Kamer No. 5) alsnog een
kaart worden ter hand gesteld» De kaart moet
dan zoo spoedig mogelijk bij den aardappel-
leverancier wordlen ingeleverd
De Directeur voornoemd,
8533 F. DE JONGE.
De Directeur van het Gemeentelijk Levensmid-
delenbureau te HAARLEM brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat dost dien Minister
van L, N. en LI. bij beschikking No.. 28903
van 15 Augustus 1918, met het oog op den ge-
ringen voorraad kaarsen en kaarsemmateriaal,
de navolgende maatregelen zijn getroffen.
Openbare gebouwen, welke tot nu toe ook
kaarsen ontvingen, zullen gebruik dienen te ma
ken van carbidverlicliting.
Aan winkels en kleinbedrijven, welke niet over
andere kunstverlichting beschikken, kunnen geen
kaarsen meer worden verstrekt. Deze ontvangen,
dus slechts het rantsoen, dat vow her. als licht
loos gezin beschikbaar is. 8534
De Directeur voornoemd,
F, DE JONGE,
ft.Dt gevolgen eener staking.
Wanneer een staking roekeloos, zander de
onvermijdelijke gevolgen er van te bedenken,
door de arbieders ondernomen werd, dan is het
wel de na tot het verleden behooreodte staking
der havenwerkers te Rotterdam.
Roekeloos, omdat het fiasco was te voorzien,
ondoordacht om de groote belangen die voor hen
op het spel stonden; belangen, die zij, als harts
tochtelijke dobbelaars, op één worp hebben gezet.
Bij raadpleging van hun gezond, wikkend en
wegend verstand, zouden de havenarbeiders al
direct hebben ingezien, dat zij de publieke opinie
die gewichtige factor, waar het om collectieve
belangen in 't algemeen, om die belangen dei-
werklieden in 't bijzonder gaat niet als zede
lijke stuwkracht achter zich hadden.
Die menschen trokken wekelijks f 15 uit de
havenreserve. Een jaar lang hebben zij dat" be
drag ontvangen. Zij moesten arbeid verrichten
tegen een bepaald loon. Maar dit bedrag van
f 15 streken zij bovendien op, zondter er iets
voor rut te voeren»
Geen wonder dan ook, dat de sympathie van
alle weidenkenden in den lande voor de stallende
havenarbeiders, ver te zoeken was.
Daarbij kwam, dat door hun roekeloos en on
doordacht ondernemen, de voedselvoorziening
voor het hongerende België in gevaar gebracht
werd.
Dit feit alleen zou voldoende geweest zijn, om
den warmtegraad der solidariteit met de haven
arbeiders als deze bestond van buiten
hunne beweging staanden, tot beneden het vries
punt te doen zakken.
En nu?
De havenreserve, naar de uitspraak van een
hunner leiders „een vonn van ondersteuning,
zooals Nederland van dien omvang geen tweede
kende, ja die zelfs in gansch Europa haar ge
lijke niet had", die havenreserve is, en voor goed,
naar de maan. Van de wekelijksche 15 aan rit
selende zilverbons in de handen der havenarbei
ders, rest alleen de weemoedige herinnering.
Door eigen schuld!
Die reserve bracht den havenarbeiders jaar
lijks 3 4 millioen guldens in den zak. Zij
hebben die reuzensom op één worp gezet en
verspeeld.
Dat hun leider, de heer Heijkoop, zich dan ook
bitter beklaagt over dit „ongehoorde feit"; dat
hem dit „roekeloos wegsmijten" der havenreserve
als 'n benauwende droom voorkomt; dat hij „de
groote massa" der bewusten, het scherpe verwijt
naar het hoofd werpt: „C?ïj hebt gestaakt zonder
eenig uitzicht op slagen; u ontbreekt elk inzicht
van strategischen en tactischen aard; uw eigen
economische zwakte en onmacht beseft ge niet,"
het is volkomen verklaarbaar.
De „ipassa", dat zijn degenen, die als het in
hun kraam te pas komt, door de socialistische
kopstukken hemelhoog als de „bewusten" gepre
zen worden, hebben het advies hunner leiders
aan hun laars gelapt; zij hebben zich als „onbe-
wusten" gedragen en meegesleept door de ophit
singen eener revolutionnaire Henriette Roland
Holst en „Tribune", in het dolle avontuur ge
stort, met het beleende gevolg.
De herders en de kudde gevoelen zich nu rade
loos, redeloos en reddeloos.
Maar als de heeren Heijkoop c.s. meenen hun
handen in onschuld te kunnen wasschen bij de
ramp die over hun volgelingen gekomen is, dan
hebben zij het mis.
Zij mogen toornen tegen de „syndicalistische
elementen ia de haven"; zij mogen hun gal uit
gieten over de revolutionnaire vrouw en het or
gaan van David Wijnkoop, de verantwoordelijk
heid van het gebeurde valt mede op hen.
Zij zijn het, die het gif van ontevredenheid en.
wrok jaren lang in de harten der arbeiders heb
ben gedruppeld, die den geest huner „menschen"
stelselmatig met de felle aspiraties van den een-
zijdigen klassenstrijd gevoed hebben; die hun de
„kapitalistische klasse" steeds voor oogen hiel
den en houden, als een klasse, van wie alles af
te dwingen valt, als zij maar durven en door
zetten.
De booze geesten, die de heeren Heijkoop c.s.
hebben opgeroepen, laten zich niet meer be
zweren.
Zij keeren zich tegen hen.
Machteloos en met de handen in het haar,
staan zij tegenover hun volgelingen, in wie deze
geesten zijn gevaren.
Dat is vroeg of laat het lot der volksmislei
ders.
(INGEZONDEN MEDEDEEL! MD
j_j ii, K.A j j 1 N i-,iiS L, J ii
„Hut Huisgez." geeft de volgende be^cüou-
wingen
„Moeten wij thans alle uitzicht op een
kabinet van rechts laten varen?
Ja, indien de rechterzijde geen geschik
te mannen heeft voor de ministerporte
feuilles.
Ja, indien de drie partijen der rechter
zijde het omtrent het te volgen regeerin°-s-
program niet eens kunnen wörden.
Geen geschikte mannen: natuurlijk zijn
dezulken niet bij dozijnen op te scheppen,
zeker niet nu deze tijd zoo extra hooge
eischen stelt, maar er is voldoende stof
om het negental vol te maken.
Niet eens omtrent het regeeringspro-
gram: het is wellicht een verzuim geweest,
dat de leiding der drie groepen niet vóór
de stembus overbg heeft gepleegd en tot
overeenstemming is gekomen voor het ge-
8014
val de stembusuitslag een rechtsch minis
terie-mocht eischen of rechtvaardigen, de
overeenstemming omtrent de belangrijkste
aangelegenheden moet er toch zijn: een
andere wijze van verkiezing kan niet waf
tót dusver de christelijke partijen samen
bond hebben losgescheurd.
Er is nog de stembusuitslag zelf.
Zeker, wij hadden liever voor het totaal
der rechtsche zetels een hooger eindcijfer
dan vijftig genoteerd gezien, maar hoe
sterk staat niet die aaneengesloten pha
lanx van vijftig als men op de verdeeld
heid en versnippering ter linkerzijde let.
Geen enkele combinatie daar is in staat
het bewind op zich of straks eventueel van
een rechtsch kabinet over te nemen.
En het is de vraag, of, wanneer voor
vervolg voor een christelijk ministerie dt
eisch van een meer dan volstrekte meer
derheid in de Tweede Kamer gehandhaafd
blijft, we nog ooit een rechtsch kabinet
aan het roer zullen zien.
Een eenigszins gewijzigde methode voor
de toekenning der zetels kan de rechter
zijde een zetel of twee meer geven, maar
zij kan evengoed~iaugs "anderen weg nog
ettelijke duizenden stemmen inboeten.
Rechterzijde en linkerzijde wegen on
der het kiezersvolk nagenoeg tegen el
kaar op.
Het groote verschil is, dat rechts een
stevig aaneengesloten geheel vormt, links
een hopeloos verdeeld en versplinterd al
legaartje is.
Blijft de kwestie van een nationaal ka
binet met het oog op de tijdsomstandig
heden.
Indien men daaraan de voorkeur had
gegeven had dit van meetaf moeten blij
ken en had men daartoe onmiddellijk moe
ten besluiten, niet als uiterste redmiddel.
Bovendien weten we, dat niet alle par
tijen daarvoor te vinden zijn, zoodat het
in werkelijkheid geen nationaal kabinet
zou kunnen worden en de oppositie een
stelling zou innemen, die haar alle profijt
zou verzekeren, de combinatie in ongun
stige conditie zou brengen.
Neen, ook nu nog meenen wij, dat een
rechtsch kabinet, hetwelk openlijk zijn
kleuren toont, het best aan den toestand
zou beantwoorden en 't meest met 't be
lang des lands zou strooken.
Ook met het belang der rechterzijde zelf,
En zoo geven wij de hoop niet op,- dat,
hetzij Colijn, hetzij een katholiek staats
man kabinetsformateur wordt, een rechtscl
ministerie het eindresultaat zal zijn.
En dit resultaat worde spoedig verkre
gen: het land heeft lang genoeg gewacht."
Naar aanleiding van het bericht, dat aan
den heer H. Colijn opdracht is verleend tot
vorming van een Kabinet, en dat hij ver.
zocht heeft deze opdracht niet te behoeven
te aanvaarden, schrijft „Het Vaderland":
„He woorden waarin dit min of meer
officieele bericht vervat is, zijn zeker on
gewoon. De heer Colijn verzoekt niet aan
de Kroon van de opdracht ontheven te
worden, maar om ze niet te behoeven te
aanvaarden. Wij kunnen daarin niets an
dera lezen, dan dat hij bereid is aan de
de opdracht te voJdoen als het verzoek
van de Kroon daartoe onveranderd blijft
staan."
DUIDELIJK.
Hij had lang haar. 'n peinzen-den blik, en
schreef gedichten, die nooit door den uitge
ver werden geaccepteerd.
•Naar aanleiding van het zenden van zijn
laatste gedicht, getiteld: „Waarom leef ik?"
ontving hij het volgende briefje van den uit
gever:
„Waarde heer! De reden dat gij nog leeft
is, dat gij mij nw gedicht per post toezondt,
inplaats van het zelf te brengen.
UIT DE REDE VAN EEN PROFESSOR
„Daar kinderloosheid is gebleken erfelijk
fce zijn is in het belang der volks/vermeerde
ring bee loten er voor te' waarschuwen, een
uit kinderloozen echt stammende dochter te
huwen."
reS^venSv^' "gisterenaV0Ild reedB Wa_
p r UKK0Q,
„En Louise? Louise?" riep ik, terwijl ik
aem den arm bijaa te pletterPkneep.
Z1J mef .iu den kelder onder de
kapel, vroeg hij. ;jin geval kunt gij
zeker zijn, dat zij haar niet hebben meege
nomen. Ga vader Thévenin eens opzoeken,
misschien weet hij er iets van."
Hij maakte zich uit mijn handen los en
mengde zich onder de menigte, die de car-
'a?no'e danste rondom een opengebroken
dat reeds half ledig was.
iaa j, Vroeg naar vader Thévenin, niemand
e nie'i,01 6° zien.ik riep hem, hij antwoord-
-1 zocht' f rwi^ ils: hem in het kasteel over-
JVer de 0„ ,evc!nd ik eensklaps tegen-
uae Adrienna»
„Hoe, mijn arme Vivant, waart gij het,
die den brand hebt aangestoken?" onderbrak
hem Denis. „Waarlijk, ronduit gezegd, mijn
jongen, dat had ik niet van u gedacht.
want gij dacht, dat zij niet vertrokken wa
ren."
„Helaas! neen, ik wist niet dat zij' ver
trokken waren," antwoordde de soldaat op
een smartelijken toon. „Zij hadden den vo-
rigen avond het kasteel verlaten, toen zij
mij zeiden, dat zij eene lange wandeling dooi
de bosschen gingen doen, toen de graaf
weende en de kleine Jacques mij dwong
om hemt e omhelzen. Maar propes,mees
ter Denis, waar waart gij toen dit alles ge
beurde?"
„Ik kan er thans voor uit komen," zei
Denis met zachtere stem. „Mijnheer De Bran-
cion had mij zijn plan om te vertrekken toe
vertrouwd; en ik was overal langs den weg
tot aan Réfort paarden gaan bestellen."
„Gij zijt wel gelukkig," mompelde Vivant;
Sji hebt geholpen om hen te redden en ik
heb de zekerheid, dat ik hen in het verderf
had kunnen storten. Bruiard wilde hen doo-
den, ik heb er de bewijzen vanl"
„Dat heb i-k altjid gedacht" hernam, De
nis, „maar ga voort, mijn jongen; gij waart
bij uw ontmoeting iue(; 8e cude Adrienne.ge-
bleven
„Luister dan verder: Toen de dienstbode
mij bespeurde stiet z« een kreet van afschuw
uit; zij wierp zich op jmj als een woedende
leeuwin, greep biJ den kraa« van mlin
jas en riep mij toe:
„Ellendeling, gij waart dua ouze verrader!
Ik stamelde eenige woorden om mij over
deze beschuldiging rechtvaardigen, maar
zij viel mij dadelijk in de rede met de
weerden:
„Lieg nietlafaard, ik heb aLles gezien,
aan dit venster stond ïkf gij zijt de archie-
venzaal binnen gegaan en gij waart er nog
geen vijf minuten of zij brandde reeds
toen zijt gij naar buiten gegaan, om hulp
schreeuwend sRsof het niet uw eigen werk
was... Roover en lafaard, dat zijt gij - - -
En gij wist niet dat zij vertrokken waren,
gij wildet hen laten vermoorden, diegenen
'laten vermoorden die mij nog gisteravond
over u spreken .als over een goeden, getrou
wen dienaar
„Dat was ik," viel ik haar in, de rede,
mijn verloofde ontroofd?"
y zijt dronken," gaf zij mij met toom
en valging ten antwoord, „ga hier vandaan,
er is niemand meer om te vermoorden, er
o.ijft niets meer over om te steienl"
En zij stiet mij naar buiten, zonder dat ik
er aan dacht, haar weerstand te bieden of
mij verder te rechtvaardigen.
Gedurende den dag was het mij onmoge
lijk Bruiard te ontmoeten, daar hij naar
Ghaumont gegaan was om rapport uit te
„Gij hebt mij bedrogen, ellendeling," riep
ik uit. „Louise was niet op het kasteeL"
„ra het mijne schuid dat zij er niet meer
was," gaf hij mij ten antwoord. „Ik wist
niet dat zij vertrokken was; ga naai- burger
Thévenin en zoek haar te zomen °P> uwe
zaken gaan mij niet aan."
Vroeg of laat-, eens zal de waarheid aan
het lich! komen," antwoordde ik, „en wee
u als gó mij bedrogen hebt.
Liever wee u, zoo gij mij in den weg
brengen bij den vertegenwoordiger des volks. staaH Ik kan wat ik wil, ud een woo.d
zenden!"
Des avonds legde ik mij in hinderlaag op
den weg, waarlangs hij moest terugkeei en,
ik wilde volstrekt een verklaring van
^Spoedig bespeurde ik hem; hij was ver
gezeld vL Eranpeis Leblond. ak greep stout
weg het paard dat voor zijn sjees liep bij
den teugel en eisclxte dat hij zou uitstijgen.
Hij dreigde mij neer te schieten; ik gaf ant
woord op zijn bedreiging, door zelf op hem
aan te leggen.
Toen besloot hij uit te stijgen.
Wat heeft deze gewelddaad to beteeke-
an aar waarom heeffc Im.ij. de graaf mjia Louise i zi^n en gi^.
nen," vroeg hij. „Ik heb u van dienst willen
met één wenk kan ik u uaur de guillotine
Dcn^ anderen morgen vroeg ging ik naar
Louise's vader; hij was niet te huis; ik trof
echter zijn vrouw.
Zooals gij weet, was zij een goed, eenvou
dig, vroom schepsel, dat niet in staat wa?
iemand leed te doen; zij ontving mij vrien
delijk, maar treurig.
„Luister, eens moeder Thévenin, zei ik,
„gij he'ot nooit gewild dat ik weten zou waar
om mijn huwelijk met uw dochter verbro
ken is; thans echter moet gij het mij zeggen,
tWordt vervalgdL