NIEUWE HURL GOUNAHT
»E$
brancion
^4S^y5r..! bE8c'1
TTr^hiiLLETON
Db zevende Diocesane Katho
liekendag in het Bisdom
Haarlem,
Maandag 2 September - Tweede blad
wrede-
0(**ek,
Heden', 2 September, werd te Alkmaar
onder overgroote belangstelling de Vile Dio
cesane Katholiekendag in het Bisdom Haar
lem gehouden,
Nadat om half 11 door Z. D. H. Mgr.
A. J. Callier, bisschop van Haarlem, in de
St. Laurentiuskerk de H. Mis was opgedra
gen, vingen om half één de afdeelingsver-
gaderingen aan.
Eerste af deeling.
In de eerste afdeeling, welke werd gehou
den in de vergaderzaal van café „Mooy",
bitsevoort, sprak Dr. A. H. M. J. van Rooy
eit Heemstede over het onderwerp: „De
Vrouw in het Gèzin."
Spr. begint met de verklaring dat hij niet
"O aacraruenteele positie der vrouw in 't gezin
?al ontwikkelen: God zój dank, zijn er in
Haarlem's diocees talentvolle en welsprekende
Priesters genoeg, die voor deze taak uitstekend
^kend ziin.
Hij £al dus niet bespreken, noch ontleden de
gedachten, zoo meesterlijk vertolkt in. de woor-
en die eens Leo XIII in cio Encycliek „Ar-
k"Tua devinae Sophaentive (10 Febr. 1880")
e katholieke wereld klinken deed.
tervJt10 r 8 ^edd, door leekenhand geschetst,
cfviorÜ11 auderen aard worden. Volkomen af-
toch wil v- niet kullnen worden. Maar
ontwikkelen P0Ren* ecilige duidelijke liinen te
lijk lJT7 'll bet gezin, d.w.z. liet gezin, dege-
plaata naar Roomsche beginselen. Welke
Oaar ©e®t de vrouw in dit gezin, wat kan
dan invloed, zijn. welke beteekenia is
San haar werk te hechten? Hoe is zulk
Oen gezin? Nemen wij als het meest ideale
Voorbeeld: het H. gezin van Nazareth. En
ontwerpen wij een beeld van het gezin, als af-
spiegeling van dat H. gezin.
Vader, moeder, dochters en zonen zien wij
•jaar. De vader draagt de lasten des levens met
heiligen moed van den Christen,smart.
He moeder is de ideale kracht, die de won
dere draden spint, die haar met,man en kroost
ge liefde samenbinden,
t 7* dochters en de zoons, zij groeien en
z kelen zich, terwijl zij met eerbiedig ont-
•H^ien tot de trouwe, brave ouders.
v ©tierende band van vader en moeder ge-
?ii niet als een kwelling, noch als een
n.°<xlige wijsheid abele mine ring, maar in
Hatelijke gehoorzaamheid aanvaarden zij de
owing, hoor ouderhand hun gegeven.
e u'k een echt. waarachtig Roomsch gezin is
6 se'l°°ne, rijke eenheid.
ot geheele ieven van allen staat er in het
van den Christus,
p. n gezin is de tot werkelijkheid geworden
hoUQaar ^built de voornaamste kracht tot be
ien Vlia christelijk karakter der gezan-
Hm tot
x antwoord te komen, is een juist
en ten aanzien van. de kruohten, die aard
°DtbeerV'*er Van ^ez^niS^even bepalen, on-
De'v-Udan die krachten}
Zij hon^f ea de mOed,er-
het gezin8 en beheerschen het karakter van.
N u rijst
heeft "het de vraag: wejke kracht
erootste en sterkste aandeel in de
leveaj Tau het karakter van het gezins-
ie leof i
°evtdtn-6B i meeat intensief, wie nagenoeg
He maQ lU en voor ^et Kez?n?
arhei(ji trekt in a'en vroegen morgen ten
He vrcnert in den avond terug.
fiezin8]6v ,v Rroeit het innigst samen met het
is do onmiddellijk bestierende
direct, hni daarom de kracht, die het meest
aard, '0p Rterkst invloed uitoefent op den
g€ainsleven 11 karakter> op a'en geest van het
0olc door V
uur];jke aar karakter, de bijzondere, na-
let slechts )SckaT>T,ei1 der vrouw, wanneer zij
eKeert. 8 eehtgenoote in de gezinsleven
en ar. ils zjj daar als moeder leeft,
taaahaV^V k*t de vrouw zich met on-
i_ et ig bracht gelden.
aJl. eetl RitnnS5'Sttraeuz« macht, die de moeder
stei, Verkr'igerien van haar kino' datgene
aandran Wat de vader met den sterk-
y* Het y en het klemmendst redeneerend
pl like Ua^Jiag te benaderen met d
kon rQ'' krachten die wortelen in
dichter
dat woord viel van de tong der
pfd«r. wlfrn3®? te bereiken.
de
f d0
i*r,
niet
er van
:«r
4°* hij
AHet
Hoor <j0
[Engelen
°P de lip van den eersten
[sterveling.
111 ©enen, klank, in eenen galm
Iwou menglen,
na-te, dat nat O-od in schepse-
tlen overging.
^eo'er zal allereerst het christeliik
karakter der gezinnen behouden en bevestigd
kunnen wordlen.
Zal de zware taak in het gezin «oed vol
voerd worden, dan moet de vrouw veie gewio
tige eigenschappen bezitten,
.lo. Een degelijke geloofskennis onzer gezin
nen dreigt in de moderne maatschappu aller
eerst een groot gevaar, doordat in het alge
meen omtrent het wezen en de noodzakelijk
heid van het Geloof in de meest verleidelijke
vormen eindeloos vele dwalingen, als woeker
planten, zich verbreiden en harten en geesten
tot verwarring en onrust brengen.
Naast degelijke geloof sikennis heeft zu ook
te streven met diepen ernst. Zij bereikt die
kennis niet, als zii meedoet aan de mode onzer
dagen om zich met allerlei niets-waardige lec
tuur bezig te houden: romans die elke hoogere
gedachte derven: dameskronieken, die gevuld
zijn met onbeduidendheden, de in druk voort
gezette wijsheid der oudorwetsche teekransjes;
liberale dagbladen, met bunue aparte rubrie
ken voor de vrouw, aardig van vorm maar
wrang van inhoud, als lekkere bonbons gevuld
met gevaarlijke likeur. Zou het niet gewensclvt
zijn, dat in menig Roomsch gezin in duidelijke
letterschrift aan den wand der woonkamer
dezen raad geschreven stond: Denkt iederen
dag gedurende één kwartier ernstig en in
kalmte na over de eenvoudigste waarheden
van uw geloof."
Goede gezonden geloofskennis, moet voeren
tot diepen godsdienstzin.
Door groote menschenkennis zal zij aldus
komen tot een' maximum van invloed en zich
waarborgen een maximum van resultaat in
haar taak als vrouw in het gezin.
Maar ook zonder zelfverloochening komt
de vrouw in het gezin niet tot haar
beste in baar geven zal.
Immers: Het moederschap behoort tot de
natuurlijkste bestemmingen der vrouw. Geen
verlangen is sterker bii haar —--binnen de gren
zen dér Christelijke moraal dan bet ver
langen naar het kina', het bloed van haar
bloed, vleeseli van baar vleesch; het kind dat
zij voeden en koesteren zal, en waaraan zij het
besto inhoud geven zal.
Maar voor het moederschap staat de on-
wreekbare wet geschreven: „In smarten zult
gü baren."
Zelfverloochening I Roept op voor uw geest
de beste moeders, die gij gekend hebt en. vrua*»
u af: Waarom waren zii zoo ontroerend goed.
waarom leeft hun gedachtenis in onverzwakte
'vereering voort? is het om haar schoonheid,
haar deugdzaamheid, haar wijsheid?
da, maar bovenal om haar zetfverloochening.
In waarheid, door zelfverloochening wist
de christenvrouw haar grooten invloed in het
gezin. -
De vraag komt nu van zelf naar voren:
,ddoe worden de Roomsche jonge vrouwen,
die eens in* ten gezin haar hooge taak zullen
hebben te vervuilen, voor die taak goed en be
leidvol bekwaamd!
Zoovele krachten hebben bij die opvoering
samen te werken, dat ik zelfs piet aan een
eenvoudige opsomming mp wagen mag.
De jonge vrouw doorloopt do beste school
voor haar toekomstige taak in liet aezin.
by haar eigen goede Roosche motder.
üver eén gelegenheid echter in de opvoe
ding onzer katholieke meisjes acht ik het wel
gewenscht, in het kader mijner beschouwingen,
een korte opmerking te maken
Doe in vele zaken te handelen als de huwe-
lijksslsat een*» komem mocdit. dat woord wordt
niet ot' nauwelijks tot velen in de «evorderde
meisjesjaren go&proken, die leering wordt haar
niet of nauwelijks ge-schonken.
Is er, zoo mag gevraagd, inderdaad, in de
opvoeding onzer jonge vrouwen, voor wat dit
pont aangaat, niet een eenigszins zwakke
z«d«' Tl
Ik stel deze vraag met voorzichtigheid. Lts
ben mij bewust, dat ik aan een uiterst moei
lijke zaak raak.
Voor de Roomsche opvoeding in scholen en
pensionaten der vrouwelijke jeugd koester ik
hooge waardeering.
Maar als wii onderzoeken of aan oio Room
sche jonge vrouw, dié het huwelijksleven
wacht, in het algemeen voldoende klaar ge
leerd wordt, dat in dat leven niet alles rozen
geur en maneschijn is, dat het geluk,in. dat
leven verworven wordt, niet alleen door een
poëtisch opgevatte liefde, maar ook door ver
draagzaamheid, door een ernstig streven tus-
schen man en vrouw om elkaar te begrijpen,
elkaar aan te vullen, waarbij een deel van het
eigen ik verzaakt zal moeten worden
als wij nasporen of al deze goede, opvoe
dende waarheden tijdig en voldoende duidelijk
èn in huis èn in school èn pensionaat, ja ook
in patronaat, aan de jonge vrouwen die staan
voor de huweiijkspoort worden bijgebracht
«tan moon ik, dat iets meer zeer zeker, vooral
in onze dagen, geen overdaad zou zijn. óodj
veeleer ale wijs beleid te waardeeren aou
vallen.
Van menige jonge vrouw weet ik, dat zij
in oprechtheid Izou verklaren:
„Ware mü dat meerdere weten maar tüu'iger
ten deel gevallen 1"
Een waarachtig goed begrip van hare plich
ten in het gezin zou zoo menigo jonge vrouw,
die zonder schroom nu gaat in een gemengd
huwelijk, hebben doen terugdeinzen voor dien
on gelukkigenimmer betreur ens waardigen
stap.
De meeste gemengde huweliiken ontstaan
door een volstrekt lichtzinnige opvatting over
het huwelijk, o'oor eèn volstrekt gemis van zui-
18 ERANT§*flAAL IIT DEN TIJD
„Dit A VOLUTIE.
ven gerofa hau^f.1/ v.oegde Vivant er bij':
geschonken11^ uii,!J m,lJ' zii» vijand, het le-
hem verrndi^j, a^a hij mij vergiffenis
te overtui H'b m °ntrouwen dienaar, die
h'J *Ude m-; at ik lar hij trachtte mij nog
had- J troo8tahn schuld vergrootte 1
,»Ik wji 1 zooals hij gezegd1
graaf," P{ U nlet
h^iCU ,toe I n uit> met aten' mijiheer de
r- "Mijn hijn y meer kracht dan ik
ik ven behoof Iichaam bespeurd
'L^'V^ag ,do°r niet een zacht en
0il'iIlerH rrm zi; handen op mijn arm te
^,,Uw ieva stem- y mct ernstige, doch
toe, mï„ vriend,
•SKhikt heb dat gjj „iet „is
krijgsgevangene beschouwd wordt, zoudt gij
voor een deserteur gehouden worden, zoo
gij u wederom bij uw korps voegdet, en een
Eranschman, welke zaak hij ook dient, mag
nooit, zijn vaandel verlaten. Er zijn helaas
partijen, maar er bestaat slechts ééne eer..,
gij weet dat even goed als ik, in uw hoe
danigheid ,van soldaat, mijn beste Vivant."
„Mijn vaandel," mompelde ik, „het be
staat niet meer; in mijn handen is het om
gekomen; in mijn schuldige handen die niet
verdienden het te redden."
De graaf drukte mij de hand, glimlachte
en antwoordde niets. Daarop vroeg ik naar
zijn kinderen, niet zonder beven, zooals gij
kunt begrijpen.
„Ik hoop dat zij welvarend zijn," antwoord
de hij op levendigen toon; „maar hoe weet
gij .dat ik een tweede heb?"
„Ik heb het 'op een zeer droevige wijze
vernomen," hernam ik, „en terzelfder tijd
vernam ik ook een groot ongelukde dood
van mevrouw de gravinzij, die zoo goed
voor mij, ellendlgsp ondankbare, was."
?!°eS,do ten hemel met! een
smai Lelijke berusting, ik had de gevoeligsto
zijner wonden aangeraakt.
ver inzicht aangaande de eieohen, waaraan
in een goed christelijk huwelijk voldaan moet
worden.
Men verwacht al zon, vergeet de schaduwen.
Men denkt slechte aan voorspoed, nimmer aan
zorgen en tegenspoed.
„Het huwelijk, dus het gezin,* is het cement
a'at het geheele gebouw van den tempel der
menschheid vast ineenklemt."
In gansch de wereldhistorie is de macht der
vrouiw naspeurbaar, macht ten goede, macht
ten kwade.
SaiTson's kiaohfc werd door Dalila gefnuikt en
David's geluk door Urias' vrouw gebroken. Bij
den aanvang van alle zonde stond Eva, bp den
aanvang i'an het verlossingswerk straalde de
Moedermaagd Maria.
De macht der vrouw is groot. De Maestre
heeft het zoo treffend gezegd: „Indien de
zedelijke mensch niet gev-ormd wordt op die
knieën zijner moeder, dan zal hij het nimmer
worden."
Wanneer in Haarlem's diocees zooveel bloei
van gezond Roomsch leven i8- wanneer het in
zijn priesters, zoo rijk gezegend werd, wanneer
de liefdadigheid zoo schitterende werken er
wrochtte, alom en voortdurend dan valt
daarvoor, naast God's genadige beschikking
dank en hulde te brengen aai Roomsche
vrouwen, de Roomsche moeder® die ui dit dio
cees hebben opgekweekt ©en waarlijk sterk
Itoomseh geslacht.
Spreker eindigde zim doorwrochte reoe met
eén schitterende en
geestdriftige Peroratie,
waarin hij de Roomsche vrouwen toeriep, wel
te bedenken, dat de wereld gekomen is m een
periode van ontzettende ontwrichting, dut de
maatschappij wankelt op hare granuslagen en
dat Christendom en kerk door vijanden als om
singeld zijn. Dat zij dus werken en strnden
met het eenvoudige, heilige ^geloof van de
arme vrouw van den postbode uit Noord- me,
die aan Rome's kerk een Vins X geschonken
heeft. Dat God a'at
Haarlem's diocees zijn of worden als .c,
heil der kerk, tot behoud d'er christelijke maat
schappij, en tot vreugde en troosi van c en
Vader van dezen katholiekendag, onzen e n-
d Daverm!dP applaus toonde do instemming
der vergadering met de be®ie'eIK
ïu de tweede afdeeling.
Rector J. B. W. M. Möller. nit 's-Gravenr
hage, was spreker in afdeeling H, welke ver
gaderde in café „Peperkamp" Breedstraaat.
Rector Meiller had ais onderwerp: ,JJe
vrouw in het Openbare leven".
De Katholiekendag-, deze betooging van
Roomsche solidariteit,' trouw en eenheid, is
gelijk den Pinksterdag-, die in onze zielen een
heilig vuur ontsteekt, .om de blijde boodschap
van Christus' onvergankelijke waarheid te
brengen aan allen, die hooren willen en ver-
staau.
Wij weten het, onze ziel heeft rust gevon
den in God, maar zoovele broeders en zusters
zoeken en tasten noig naar den weg, naar het
veilig huis.
De nederige erkenning van onzen rijkdom
brengt ons tot de erkenning van onze liefde
plicht: den' armen in het geestelijke me
de te deel en. Met het evangelie van Chris
tus moeten wij doordringen ons eigen ziele-
leven, ons huisgezin en geheel de maatschap
pij en wij behoeven daarbij niet schuchter te
zijn. Hebben de liberalen niet de geheele 19e
aeuw gedroomd vaoi eeu libtiAalifitiseiie nuuxt-
scJiappii op alle gr-ebied? Zij bebbeu de ineu-
sclien voorgeiiouiJen de zoo verleidelijke the-
orie: stelt u zelf de wet op elk terrein van
het maatschappelijk leven. Het liberalisme is
.nog niet dood. Het heeit in zijn dienst het
groot-kapitaal, do pers, hooge, invloedrijke be
trekkingen.
Met geestdrift en toewijding dringen de so
cialisten mede naar de hegemonie. En de ka
pitalisten voelen zich hij iien zeer op hun ge
mak. En al zijn er nu velen dis ontgoogeld
het' liberalisme eu socialisme als een halfheid
den rug toekeereu, wij onderschatten hun ia-
vloed niet. Tegen hun stelsel,niet tegen de
personen, gaat onze eerlijke strijd.
Daarvoor is noodig, dat wij van God verkrij
gen dat de dwalenden de waarheid aannemen»
maar ook, dat staatsbestuur, opvoeding, on
derwijs, de economische eu sociale betrekkin
gen doortrokken worden van den Christelijken
geest.
En de vrouwen blijven niet schuchter ach
teraan! Zij hebben vele natuurlijke talenten
ontvangen boven den man. Wie dienen wil in
't Apostolische weru, kan van de vrouw lee-
ren: idealisme, geest van offer, van dulden en
van gebed, volharding en vasthoudendheid,
zelfverloochenende liefde. Het verhevenste
voorbeeld daarvan is Maria, ae Moeder der
smarten onder het kruis, wier oi'f-r noodzake
lijk was voor de eer Gods en bet heil der
wereld.
Maatschappelijk werk doen in Katholieken
geest vraagt zelfverloochening en liefde. Bij
ons mag sociale arbeid geen mode z ijn, noch
zoeken van verstrooiing alleen, noch min
achting van het allddaagsche.
De plichten van den beroepsarbeid staan
voorop. Voor ons is maatschappelijke arbeid
het-verrichten van lichamelijke en geestelijke
werken van barmhartigheid, omdat de
menschheid lijdt naar lichaam en ziel. De
maatschappij is dood el ijk gewond en al meer
en meer van den Christus afgeweken. De ge-
Ioofseenheid is verbroken, er is geen solidari
teit meer onder de volkeren, tussehen de stan-
Ik verhaaide hem toen wat niij in den slag
van Bersliu iin overkomen was.
„Mijn arme oom! Maar toch, hij had geen
kinderen... terwijl ik. indien ik, evenals
hij, gesneuveld was, twee weezen zouder
brood en steun zou achterlaten
Hij hield op en een groote traan rolde uit
zijn oog over zijn wang, die door vermoeie
nissen, verdriet en ontberingen verbleekt'
en vermagerd was.
Ik zweeg eenige oogenblikken stil en vroeg
mij zei ven af of allés wat ik zag en hoorde
geen vertroostend visioen was, dat op de
verschrikkelijke verschijningen volgde, die
mij eenige dagen te voren gekweld hadden.
„Zij waren te Constance; maar zij zi n
van daar moeten vertrekken toen het repu-
blikeinsche leger de stad binnenrukte en
God alleen weet, waar zij tkail3 bévin.
den. Elk oogenbhk verwacht ik bericht van
hen."
Dit waren zijn woorden, vrienden.. - maar
om ze goed te begrijpen, zoudt gij zooals ik
den toon, waarop hij ze uitsprak, gehoord
moeten hebben.
,Gij begrijpt wel, vrienden," ging Vivant
voort, „dat ik, toen ik den voormaligen
den. Er heerscht vijandschap, wroik, verbit
tering, eigenzucht, hoogmoed, begeerlijkheid
en aifeunst
Welke wondeplekken zien wij in den troebel
der tijden niet allerleelijkst naaT buiten ko-
ment De heer Van Berensteijn sprecA in de
Kamer van een moreele inzinking van het
rolk. Het wordt allengs duidelijker, dat de
hoogópgeschroefde, godsdienstlooze kuituur
failliet is. De maatschappij dreigt ten onder
te gaan door de weeldezucht die verre van
kieskeurig is in de middelen om nog rijker te
worden. Dan aanschouwen we openbaringen
van een verderfelijk en revolutionairen geest.
Er is slechts één geneesmiddel: terugkeer der
maatschappij tot Hem, die als grootste gebod
in de wet gaf het gebod der liefde.
Leo XIII, de hersteller der sociale orde en
Benedictus XV, de hersteller der politieke
orde, spreken dan ook éénzelfde woord: Jiefde.
Eu waar de maatschappij geleerd beeft met
Christus' woord rekening te honden, is het
da?! wonder, dat de Kerk n, vrouwen, trekt in
het maatschappelijk leven? Ziet, na in de.eer
ste plaats de huiselijke belangen te verzorgen,
ook nog wat verder; wijdt uw talenten aan de
kranke samenleving en doe werken van lief
de. Ik weet het. gij voelt n te zwak, gij onder
schat uw gaven, maar breng uw offer uit ge-
hociioamheidde Kerk roept u. Steunt de
priesters in den arbeid voor de Kerk en maat
schappij.
Maar w ie de maatschappij wil zuiveren door
het vuur des H. Gees les, moet eerst zijn 'eigen
ziel de vuurproef der reiniging doen onder
gaan.
Als de KeTk dus aan u, vrouwen, vraagt,
aan de wereld het licht der waarheid en het
vuur der goddelijke liefde te willen brengen,
vermaant Zij n tevens voor u zelf te zijn, de
wijze maagden, die met brandende lampen den
Eruidegom tegemoet treden en Hem aange
naam zijn. Maar wie ziin zieleleven niet
voedt met de levenssappen van Christus' ge
nade is als een dorre tak, losgescheurd van
den Wijnstok. Leeken, die voorop staan in den
maatsehappelijken strijd, die naar Pins'
woord eiken dag naderen tot de tafel des
Hee'-en. Koevele sociale werkers hebben in de
retraite den goeden geest verlevendigd, moed
geput tegen alle teleurstelling. Velen hebben
ook in de Derde Orde, de Maria-Congregatre,
of andere godsdienstige vereenigingen begre
pen, dat de hervorming der Maatschappij be
ginnen moet bij de hervorming van ons zelf.
Wie de Goddelijke liefde niet heeft, hij moge
mooie woorden zeggen, diens woord is als een
holle klank, dia de zielen niet grijpt.
Vervolgens verhaalt spreker van het vi
sioen van de H. Catharina van Siena die een
boom zag vol sohoone vruchten, doch omge
ven door een dichten dcornenhaag. AVie door
den doornenhaag heendrongen werden ver
sterkt door. de vruchten. Want de boom is het
vleeschgeworden woord en de zoete vruchten
zijn de deugden»
Anderen ten voorbeeld hebben wij nit het
geloof te leven en aan onze levensbeschouwing
te vragen de oplossing van de vele vraagstuk
ken, die'in den-modernen tijd de geesten be
roeren. Daarom kunnen wij, althans de meer
ontwikkelden, niet meer buiten een breede
kennis van onzen godsdienst. AVetenschap is
do afstraling van God's licht, waarmee de
dwaling niet samen wil gaan. Wetenschap
houdt af van gevaarlijke romanlectuur, vormt
liet karakter en leert ons. cie geciacliten van
cto dragers der beschaving. Zou het schade
doen aan de roeping van tie echtgenooie en
moeder, wanueer dé kring hareor gedachten
hooger wordt opgevoerd. Klaagt men niet in
onze kringen, dat de vrouw en het meisje
vaak zoo frivole is, zoo «del, zoo geheel op
gaande in dta kuituur van het lichaam.
Zou het- niet noodig zijn, dat onze meisjes
wat ruimer gebruik maakten van de scholen
voor M'idd. en Hooger Onderwijs, die opleiden
tot posten van invloed in het maatschappelijk
leven? Onze beste schrijvers moeten de le-
versgidsen worden van het beschaafde ge
zin. Wij moeten verlost worden van de slacht
offers eener halve wetenschap, de verwaan
de strevers naar nieuwigheden, die op hun
eigen troon ten oordeel zitten over boven
natuurlijke dingen. Hoe wij ook stijgen op den
maatsehappelijken ladder, wij moeten kinde
ren blijven in het rijk der waarheid.
Een afzonderlijk woord moge ik wijden aan
de studie der sociologie en economie. Het
Maatschappelijke vraagstuk is in haar oorza-
ken en geneesmiddelen van godedienetig' ze-
deRjkén aard, terwül bovendien elk econo-
miseh vraagstuk een etische kant heeft. De
vrouwen moeten deze vraagstukken bestudee-
ren Wij hebben noodig een kader van goed
onderlegde leidsters, die een ju ste kijk op
de samenleving hebben. Deze stadie vraagt
volharding. Door kleinzielig standeuversehil,
benepen .egoisme, gebrek aan inzicht, kwijnt
het katholieke vereenigingsleven. En toch is
bet zoo noodig, dat de vrouwen in de beroe
pen voor lichamelijken en zedelijken onder
gang worden behoed.
Steunt daarom de vakorganisatie, naast het
noodzakelij'ke werk der meisjespatronaten.
De arbeidster is mensch, christin, is doel van
de productie: deze drievoudige beschouwing
moet ten grondslag liggen aan haar arbeids
overeenkomst.
Er is leegheid en verveling in het leven van
menige vrouw; genot misschien vaak. maar
geen geluk.
De vrouw echter, dio begrijpt, dat Christus
van. baar maatechappelijken arbeid
zal arbeiden met dien vrouwelijken
van volkomen toewijding, die haar doet
gen: Neem mü, ik ben geheel de uwe, hand
met mij naar goedvinden.
Bij de vele mooie talenten heeft de vrouvf
een eigenschap, welke zeer gevaarlijk kaai
zijn, ml. de zucht om aan zich en anderen té
behagen. Altoos strijdt het lichaam tegen des»
geest en toch, God heeft ons voor zich ge
maakt, en daarom blijft onze ziel leeg en om-
voldaan, totdat wij beginnen door te dringea
door den haag van doornen, om te naderen
tot Hem.
Christen vronwenl Een uiterst teeie zedig
heid moge n als een nvuur omringen. Strale
nit uw iiandel en wandel, nit geheel nw ver
schijning deze christelijke gedachte, de man
zoeke en eere in dè vrouw de ziel, niet het
lichaam. Gij hebt een Goddelijke roeping te
vervullen; God heeft u sterk gemaakt, opdat
g«, gelijk een moeder den mannen zoned zijn
een lichtende fakkel op zijn weg.
Na een bezielend, enthousiast slotwoord,
biedt de Eerwaarde redenaar, die luide werd
toegejuicht, d'a reeds gepubliceerde conclusies
aan.
In de derde afdeeling.
Dj derde afdeeling had een onderdak ge
vonden in dé sociëteitszaal van de „Harmo
nie", aan de Lombardsteeg. Daar trad. als
spreekster op mej. M. Bonuike, uit Amster
dam, met het onderwerp: „De vrouw in den
Maatsehappelijken Werkkring."
Wat verstaan wij onder den „-uaatschappelij-
ken" werkkring van de vrouw? zoo begon mej.
Bonnike haar rede. Het antwoord is aldus:
het is de werkkring die de vrouw heeft im
haar vak, haar beroep, haar ambt buiten het
gezin.
Na geschetst te hebben hoe vroeger de
meeste vrouwen in den familiekring haar ar
beidsveld vonden, wees spreekster op de groo
te omwenteling in bet economisch leven op
het einde der 18e eeuw door de groote uii.in-
dingen, die toen en later werden gedaan,
waardoor van üen man n groot gedeelte van
hare werkzaamheden in het buisgezin v\er.,en
ontnomen. Het huis hieki op een produeiiegge-
meerschap te zijn. Ook iu het geestjs- en
godsdienstig leven van üe vrouw bad eeue
omwenteling piaala. De vrouw werd naar de
fabrieken en kantoren getrokken met al de
nadeeien en gevaren daaraan vertonnen.
Zij werd genoodzaakt een betrekking t zoe
ke» buiten het gezin.
Maar ooit in het huisgezin iigt vovr de
vrouw nog een werkkring, zegt spreekster, en
zij wijst op het belang oaarvan voor de toe
komstige huisvrouw.
Achtereen vo.gens benamleit sp; ,t,.s;cr
dan: Ijle vrouw op fabriek en werkplaats.
2. De vrouw op kantoor en winkel. 3. De
vrouw in de openbare bedrijven. 4. De vrouw
in studie en wetenschap. 5. De vrouw als ver-
pleegstm*.
Zij seLetst de gevaren van ue vrouwen die
in deze beroepen werkzaam zijn, vooral van
de gehuwde vrouw, wie het helet haar taak
naar behooren te vervuilen. Niet aileen zii-
zelf, maar ook haar gezin en de maatschappij
onaervinden ervan de gevolgen.
In ons land is het aantal iaorieksarbei.i-
sttrs zJter groot. Spreekster schetst het harde
teven oer vrouw, die in de fabriek ark.ut ea
de schadelijke gevolgen voor lichaam eu zie'l.
Het brengt ontwrichting van het gezinsle
ven en werkt de ndsuadiüiieid der jeutu in. de
hand. Het godsdienstig leven verslapt lang
zamerhand in wie jjcw-wiien. Menigmaal zijt
men dan ook gezinnen godsdienstig en maat-
schappelijk ten gronde gaan.
Dcor de. arbeidswet-Ti .a u, waarbij de ar
beidstijd voor vrouwen en jeugdige personen
op 10 uur werd bepaald en voor de gehuwue
viouw de vrije Zaterdagmiddag werd inge
voerd, werd reeds eenige verbetering aange-
brtebt. In het Textielbedrijf is het jetal ge
huwde arbeidsters reeds vermmuere.
Het getal gehuwde vrouwen ir Mere be
roepen is betrekuerijk kiein. Züu nadeeien
voor haar aan den maatsei tl ijken werk
kring verbonden misscmen minder groot,
toch ie ook voor die moeder de dagelijksche
verwijdering van haar iu eren nadeelig voor
haar zelf en v Het grezineieven
zal dan ook giuot gevaar loopen.
God, die het gezin gevormd heeft als funda
ment 'van de maatschappij heeft de vrouw
aangesteld als bewaarsf r van nel gezm. Die
taak, haar door de natuur zelf aangegeven,
moet zij vervullen, om te bereiken hetgeen
waarvoor God haar geschapen heeft. Zy- mag
niet vertrouwd worden met stellingen in strijd
met do zedenleer, wat maar al te dikwijls ge
beurt in onze tijd van egcnsiue en materialis
me bij de vrouwen, die buUenshu s arbeid ver
richtten. De gehuwde vrouw moet aan het ge
zin worden wedergegeven en dit is alleen
mogelijk, indien getracht wordt naar alge
meen arbeidsverbod voor de gehuwde vrouw
op w ie de zorg van een gezin rust.
Spreekster schets dan de gevaren voor de
ongehuwde vrouw, wanrvan rif er cv groot
aental opsomt.
Bij het onderwijs en de wetenscnap en ala
ziekenverpleegster kan de Katholieke vrouw
en roeping vervullen. Zij wijst op het tekort
van Katholieke onaerwyzeressen en leerares-
son bij het huishoudonderwijs. Dit moet aan
gevuld. Hier is nog een arbeiosveld voor ouze
R.-K. meisjes. Deze werkkring is biet in
6trijd met de vrouwelijke roeping. Zij leert
graaf zoo jegens mij gestemd zag, niet aar
zelde om hem alles mee te deelen wat er
voorgevallen was, namelijk, welke midde
len men in het werk gesteld had om de
liefde en gehechtheid, die ik heni toedroeg,
in haat en afkeer te doen veranderen. Deze
bijzonderheden maakten hem geiukkig, want
hij wist wel de feiten, uit een brief dien
de oude Adrienne hem korten tijd na zijn
vertrek geschreven had, doch niet de ver
klaring daarvan; sedert bad hij geen enkel
bericht meer gehad.
Gii zint wel" hernam hy, „dat ik u»
zelfs niet te vergeven had, wijl gij dacht
dat cii over het onrecht, dat ik u aandeed
wraak paamt: deze omstandigheid vermin
dert uwe schuld niet weinig. Wat dien ar
men Champagne, thans burger Bruïard be
treft," hernam hij op treurigen doch zacht-
moedigen toon, „zoowel al zijn daden en
woorden als zijn gedrag jegens ons kan
ik niet anders verklaren dan door mij over
tuigd te houden, dat hij van zijn zinnen
beroofd is. Dcor mijne familie opgevoed, al
tijd door mij goed behandeld, zie ik in iiem
veeleer een dwaas dan een ondankbare. Als
hij later t ot inkeer komt, zal hij een ongo
lukkigen ouden dag hebben, want ik houd
hem in den grond voor een goed mensch;
hij is slechts verdwaald en aiep te WMa
gen.
„Verwacht niets goeds van dien man, myn
heer de graaf," riep ik uio, „hy is e^.i - Jr-
trapte booswicht, eu ZdO ik Louise uiet be-
loofd had hem met rust te laten, wanneer
ik naar het dorp terugkeer..."
„Zoo gij het Louise niet beloofd had, zoudt
gy het mij beloofd hebben," hernam hij
„en dat komt juist op hetzelfde neer."
„Hoe? Zoudt gij, bij uw terugkeer, hem
het kwaad vergeven, dat hij u aaneeda n
heeft?"
„Vivant, de koning heeft aan zijn bcu.en
vergiffenis geschonkenl Hij heeft meer ge-
daan; fcijn erfgenamen en zijne dienaars liee/fc
hij barmhartigheid bevoien."
„Dan zal.ook ik hem vergeveu.'^^
„Ik dank u, mijn vriend>^prak, nam
lerwyl kij de/Ai
ze in de
hij opnieuw mijne liana eu
zijne.
(AVordt vervolgd).