L£VENSM!G8EIEHV00RI1ENING.
Steuncomité Haarlem.
BUITENLAND
ka den Katholiekendag.
P. W. TWEEHUIJSEN,
JACQUES DE BRANCI0N
KAARSEN.
VS C H.
BranöSiorren üisirifouiie.
DistnMiebeurijf Heemstede
WAT' DE PERS ZEGT
WERELDBkANO
WITTE SCHOENEN
STERKE METERS
FEUILLETON
42est JAARGANG @730
OS AB0M£f££NT8PRU3 BEDRAAGT VOOR HAARLEM EH AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,95; PttR WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,oO
BUREAUX NASSAULAAN 49, HAARLEM - TELEFOON 1426 EN 2741 ADVERTENT!EN 20 CENTS PER REGEL 20 o|0 OORLOGSTOESLAG. BIJ CONTRACT EELANGRüKEKORTIPO
één pond Visch
hiaximumprijs der Industriekoten,
2 K.G. Aardappelen.
SChOHFT (SCABIES)
Bapteljorisstraat 27. TEL. 1770
DUITSCHLAND
K IJSLAND
romantisch verhaal uit den tijd
„Luister eens, mijn jongen," ohderbrak hem
de gewezen pikeur, „als er. iemand hier te
I
DIK5DAG 3 SEPTEMBER S9IB
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
fw
De Directeur van bet Gemeentelijk Levensmid
delenbureau te HAARLEM, brengt ter alge-
uieene kennis:
De prijs van een pak kaarsen is vanaf heden
60 cent pe r pak. 9124
Woensdag 4 September verkrijgbaar van 10
uur v.m. tot 1 uur n.m. 9124
op vertoon van
VISCHKAART NO. 21.101-22000
in de Gemeentelijke Vischhal.
op vertoon van
VISCHKAART NO. 22001—22550
in het Pand (ingang Koningstraat).
De Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
op gevestigd, dat
alle loeslagbons voor schoenen,
uiterlijk 1 October 1918 bij den winkelier moe
ten zijn ingewisseld; na dien datum zijn zij
ongeütiiiej.
Na 1 October 1918 zullen géén toeslagbons
voor schoenen, noch zegels voor sajet meer wor
den uitgereikt. 9096
HET STEUNCOMITÉ.
(Herplaatsing wegens misstelling.)
De Directeur van hei Brandstoiiea-Bureau
maakt bekend, dat vanaf 2 September 1918 de
is vastgesteld op: 9109
65.50 per 1000 K.G.
iranco bergplaats verbruiker.
Beschikbaar vanaf Woensdag 4 September
op BONS NO. 40
Bon No. 35 is met ingang van 4 September
ongeldig. 9117
De BURGEMEESTER van HAARLEM
vestigt de aandacht op het K.B. van 3 Juli 1918,
tengevolge waarvan het o.a. verplichtend is, ook
van het voorkomen van
binnen 24 uur mededeeling aan den Burgemees
ter te doen. 9108
Vanaf het uur, waarop gisterenmorgen in
do St. Laurentius-kerk de vierders van den
Katholiekendag te zamen kwamen om tijdens
het door Z. D. H. Mgr. Callier opgedragen H.
Misoffer met vurigheid den goddelijkeu zegen
over den zevenden Katholiekendag in ons
Bisdom af te smeeikeii, vanaf dat uur tot op
het moment, toen Mr. Heerkens Th lissen gis
ter eiuia middag den Katholiekendag als ten
einde verklaarde en onze geliefde Bisschop
zijnen begenadigden zegen over de devotelijk
neergeknielde mensehenmassa uitsprak met
heilig handgebaar, vanaf dat véélbelovend
ochtenduur tet op dat ontroerend eehoone na
middag-moment is de dag van gisteren één
weldadige uitleving van Roomsch bewustzijn
geweest.
Een uitleving, die daarom zoo weldadig
werken moet, dewijl zij gepaard ging met een
vernieuwing, een versterking van ons
Roomsche bewustzijn.
Wie immers is er zóó hardleesoh of zoo on
gevoelig, dat hij hij zoo luide, zoo overtuigen
de geloofsverkondiging en bij zoo heerlijk
schoone uiteenzetting van hot Roomsche ide
aal niet getroffen wordt; wie is er zóó hard-
lcerseh of zóó ongevoelig, dat hij na de mede
viering van eènen Katholiekendag zich niet
in zijn geloof versterkt en in zijn godsvrucht
verinnigd weet; wie is er zóó hardleesch
of zóó ongevoelig, dat hij zich na de hijwoning
van een Katholiekendag nieteen heter
menseh gevoelt?
O! De daig van gisteren was inderdaad zulk
een schoone, geloofs-versterkendie en gods-
v r u ebt-verinni gende Katholiek en d ag 1
Onze Katholiekendag is in één woord zoo
geslaagd!
Het zou ons te ver voeren, indien wij
zij 't ook in 't kort de redevoeringen van al
le sprekers op dezen Katholiekendag nog eens
in herinnering wilden brengen, om vervol
gens te berekenen hoeveel geestelijk voordeel
de tallooze toehoorders van die verschillende
redevoeringen moeten hebben genoten
God alleen weet bet, en Hij zal er Zijn
woordvoerders op goddelijke wijze voor beloo-
nen.
Hier zij alleen vastgelegd, dat de gisteren
te Alkmaar gehouden Katholiekendag een
grootseh, een gewichtig moment geweest is
in het leven der Roomsche vrouwen door alle
eeuwen heen, dat vanaf gisteren het vrou
wen-vraagstuk voor velen 'n ernstig overwo
gen kwestie is, waardoor dit nuttige werd be
reikt: dat duidelijk is aangetoond, hoe en wat
men te denken heeft van de positie der vrou
wen in het geain, in het openbare leven en
in den maatschappelijken werkkring.
De toehoorders van gisteren en de ontel
baar 'velen, die uit de verslagen in de bladen
van dezen Katholiekendag kennis nemen
zij hebben geleerd, al wat hun omtrent de
Roomsche vrouw in haar huiselijk, haar
openhaar en baar maatschappelijk laven he
kend moet-zijn, zij hebben geleerd, hoe de
onveranderlijke leer van onze H. Kerk de
positie der R conische vrouw, zoowel voor 't
heden als voor de toekomst, bepaalt.
Ai wat er gisteren op den Katholiekendag
gesproken en besloten werd, 't is alles te za
men een kostbaar, een wél-doorwrocht docu
ment van leering en opwekking.
Nu wij daarvan kennis namen, nu zien wij
der vrouw haar weg gewezen naar de verre
toekomst
Er is echter méér: met van uit de hoogte
héél 't sociale leven overzienden blik heeft
onze geliefde Bisschop dezen Katholiekendag
zien komen en mede-beleefd, en Hém, Hém
was deze Katholiekendag, in 't toeken van
De Vrouw, als een kreet om hulp van de
Roomsche mannen, die bemerken, dat hun
krachten te kort schieten om het „Omnia
restaurare in Christo" het „Alles horstel
len in Christus" volvoerd te krijgen.
't Is waarlijk een toeken van onzen tijd, dat
onze wijd- en diep-beschouwende Bisschop, dó-
zen kreet hoort opklinken uit alles, wat er
gisteren te Alkmaar over de vrouw werd ge
sproken.
Moge het woord van onzen Bisschop dan
ook diepen indruk hebben gemaakt; mege de
gisteren gehouden Katholiekendag or toe bij
dragen, dat steeds meerdere vrouwen, ja, dat
alle Eooausohe vrouwen, ieder naar eigen
staat en vermogen, 61' in het geziu, óf in het
openhaar, óf in den maatschappelijken werk
kring, óf op meer dan één van deze werkter
reinen de mannen te hulp snellen, dat er
binnen afzienbaren tijd geen Roomsche vrouw
meer gevonden wordt, die niet op een of an
dere wijze de jammerlijk ontwrichte wereld
weder in goede door God gewilde orde te
zetten poogt!
DE KABINETSCRISIS.
Over Jhr. Air. Ruys de Beerenbrouck, die
tli.ans met de kabinetsformatie belast is,
schrijft de Haagsche Briefschrijver in „De
Tijd" hot volgende:
„Alen kan van hem (Jhr. Ruys) toch ze
ker zijn, dat hij de moeitevolle taak niet
blijmoedig heeft aanvaard. Als opvolger
van zijn vader onlangs tot Commissaris
der Koningin in Limburg benoemd, kon
hel niet anders of hij heeft daarmede
hei, ideaal van zijn leven bereikt. Hij
stond daarmede toch aan het hoofd van
het gewest, dat hem, den Limburger in
liart en nieren, vóór alles dierbaar is. Het
ambt prijsgevende voor oen wisselvallige
ministersporteféuille is de kans zeer ge
ring, dat hij het ooit terugkrijgt.Indien
men hem 'n dergelijk offer had gevraagd
bi) liet begin der crisis, zou hij het waar
schijnlijk niet hebben gebracht. Indien liij
het thans doet, kan het alleen zyn. om
dat hij het zijn plicht acht de partij en het
land uit de moeilijkheden tW brengen,
waarin zij verkeeren. Hij doet dit, nadat
vooraf de functie opgedragen is geweest
aan de beeren Lobman en Co lijn, en de
leiders der beide rechtschö partijen zich
heibben teruggetrokken.
Indien de heer Ruys erin slaagt het Ka
binet te vormen, dan is het premierschap
in stevige liand. De lieer Ruys i|S een ge
boren bestuurder, een echt gezagsmensch.
van onkreukbare eerlijkheid en groote on
afhankelijkheid. Hij zal, hoe jong wellicht
ook, straks tegenover menig ambtgenoot,
zich ongetwijfeld als premier doen gel
den in het Kabinet en hü zal dit ook doen
in de Sta ten-Generaal rn dit opzieht zal
hij zich eer hebben in te binden, dan ruim
baan te geven. Zijn tact en ziiu gemak om
met mensohen te verkeeren, zijn echter
voldoende waarborg, dat hij in dezen den
juisten weg zal vinden.
De heer Ruys is, zonder ostentatie, ka
tholiek in merg en been, van het hoofd tot
de zolen. Hij is dit uit volle overtuiging
met zijn hart en met zijn verstand. Alles
zal hij liever doen, dan aan iel# mede te
weikeu, dat hij met zijn katholieke over
tuiging niet in volkomen ovea'eenstem
ming kan brengen. Als katholiek is echter
een volksman, een democraat, diep over
tuigd als hij is, dat hij, welke zijn plaats
zij in de maatschappij, voor God At meer
is dan elk ander menseh. II. Al. de Konin
gin had dan ook moeilijk iemand aan het
bewind kunnen roepen, meer van zijn ver
antwoordelijkheid doordrongen dan hij»
meer zicli bewust dan bij, dat bij niet zich
zeiven beeft te zoeken, maar bet alge
meen belang. Het is dat verantwoordelijk
heidsgevoel, dat hem ongetwijfeld de op
dracht» in beraad heeft doen nemen. Hij
is niet de man, om een program of een
ministerie onder zijn verantwoordelijk
heid over te neonen zonder meer. Indien
hij een kabinet-Ruys de Beerenbrouck
vormt, zal bet een kabinet Ruys de Bee
renbrouck moeten zijn. Er is daarmede na
tuurlijk niet opgesloten, dat bet uit dezelf
de personen zal zijn samengesteld als bijv.
een kabinet-Nolens, een kabnet-Coliju of
een kabinet-Van Nispen, maar alleen, dat
dit dan zöó zal zijn, omdat hij voor zich
persoonlijk de samenstelling de juiste en
de beste vindt. De goede kijk, dien hij op
personen heeft, doet in dezen wel het
beste hopen.
Er is dan zeker alle reden te verwach
ten, dat hij, de opdracht aanvaardende zijn
krachten niet zal hebben overschat. De
taak van zijn kabinet zai echter een moei
lijke zijn, een moeilijker dan ooit tevoren
een te vervullen had. Het zou niet te ver
wonderen wezen, indien zij hem daardoor
- juist temeer heeft aangetrokken. De moei
lijk beid ervan is ongetwijfeld noeli ver
zwaard door de omstandigheid, dat de for
matie van het kabinet alleen aan de rech
terzijde werd aangeboden en zjj haar zoo
lang in handen hield."
VORDERINGEN DER ENGELSCHEN EN
FRANSCHEN - PERGNNE BEZET DE
CANADEEZEN DOOR DE NIEUWE HINDEN
BURG-LINIE - PERSSTEMMEN.
De geallieerden 'komen er- met den dag
gunstiger voor te staan. De terugtochtlinie
der' Duitschers, die door den loop der Somme
en liet Noorderkanaal wordt aangegeven, is
aan de beide uiterste punten aangetast, daar
Péronne, dat de Britten hebben bezet, als-
méde Noyon, beiden op den Oostelijken oever
der rivier, in handen der geallieerden zijn.
Do Canadeezen zijn over een front van
5 mijlen ter weerszijden van den straatweg
van Atreeht naar Kamerijk aangevallen cn
zijn over een front van twee mijlen door de
linie DrocourtQuéant heengebroken. Hier
is dus de bekende nieuwe Hindenburg-linie,
waarop de Duitschers weer terugtrekken en
die door lien met de uiterste hardnekkigheid
zal worden verdedigd, aangetast.
Op het overige front maakten de Engel-
schen vele plaatselijke vorderingen, terwijl
zij in den Leie-sector Estaires namen. De
Franschen begonnen tusschen Oisne en Aisne
nieuwe aanvallen na krachtige artillerie
voorbereiding, over het resultaat waarvan
nog niets gemeld is.
Terwijl de -geallieerden melden dat de te
rugtocht der Duitschers met groote mat-e-
rieele verliezen gepaard gaat, melden cle
Duitschers dat dit geenszins het geval is.
Eoo schrijft de correspondent van „Le
Temps" aan het Engelsche front uit Ba-
paume, dat het heroverde gebied wel liet
bewijs oplevert, dat de Duitsche legerberich-
ten niet de waarheid zeggen, waar zij spre
ken van een planmatigen terugtocht. De
vijand is gevlucht, zonder zelfs de grondige
en noodzakelijke verwoestingen aan te rich
ten, welke hij het vorig jaar bij zijn terug
tocht niet had verzuimd. Zoo heeft hij ner
gens de kruispunten vernield en de Engel
sche konvooien bewegen zich tliaïis overal
zonder moeilijkheden te ondervinden. Voorts
hebben de Duitschers een enorme hoevèel
lieid geniemateriaal achtergelaten, alsmede
stapels hout van rcusachtigen omvang, ter
wijl wat petroleum en een lucifer voldoende
zouden zijn geweest, om alles te vernietigen.
Het meest overtuigend bewijs is, dat de
spoorwegen bijna niet beschadigd zijn.
Slechts hier en -daar werden in der haast
eenige dynamietpatronen gelegd, maar dit
beteekent zoo weinig, dat met enkele uren
arbeids alles zal kunnen worden hersteld
en het treinverkeer spoedig hervat zal kun
nen worden.
Daartegenover beweert de Trans-ocean-
correspondent aan het Duitsche front in het
westen, na te hebben laten uitkomen, dat
de Duitsche troepen ook in de streek van
Bailleul (Belle) op de minuut af overeenkom
stig liet plan en zonder dat hun tegenstan
ders het merkten, met pak en zak zijn terug
gegaan, dat de stad Bailleul zelf, die de
Engelschen den Duitschers in April -schier
ongeschonden en vol leeftocht en kleeren
overlieten, nu wegens de beschieting door
de Engelschen een woeste puinhoop is. Even
eens is al het overige terrein, -dat zij in den
steek lieten, woest en leeg. Nauwelijks is er
één schuilhol, dat ze niet in de lucht hebben
laten vliegen. De wegen zijn op de gewich
tigste punten op dezelfde manier vernield.
Geen enkele brug is bruikbaar'gebleven. De
groote Engelsche genie parked- met hout,
prikkeldraad, dwarsliggérs, cement enz., die
den Duitschers destijds bij lmn offensief vol
on wel in handen kwamen en die ze tot
nu toe nog niet hadden kunnen opmaken,
zijn aphterwaarts gevoerd. Tallooze K.M. te
lefoondraad hebben de Duitsche rapporteer-
troepen vergaard cn tegelijk de telefoonpalen
omgehouwen.
De Parijsche pers is natuurlijk in de wol
ken, en we laten hier een paar couranten
aan het woord.
„Le Journal" schrijft: „De vijand doet,
alsof hij gemakkelijk heenstapt over de ont
ruiming van den uitlooper bij de Leie en van
den Kemmelberg. Hij maakt grappen over
de waakzaamheid- der Engelschen, welke al
heel slecht te pas komen na de verrassing
van den Mont St. Quentin. Slechts de gebie
dende noodzakelijkheid heeft zijn generalen
staf kunnen dwingen tot het ontruimen der
stellingen, die de laatste overblijfselen wa
ren zijner groote offensiefdroomen. En hot
tijdperk der opofferingen is nog niet ge
sloten. De vijand kan voor liet oogenblik
hoogstens hopen, van zijn veroveringen in
April Messines en Armentières te behouden,
en dit nog onder voorwaarde, dat de ontwik
keling' der laatste gebeurtenissen zich niet
over het geheele noordelijk front uitbreidt.
De in den sector van Lens gemelde bedrijvig
heid is le dien opzichte veelbeteekenend."
De Civrieux schrijft in „Le Matin": „De
vraag, wie den rechter Aisne-oever stroom
opwaarts van Soissons en zelfs den Chemin
(INGEZONDEN MEDEDEEl.l NG.i
8 14
Het actief optreden van Foch bckecrsolit
overal de hardnekkige- maar passieve ver
dediging zijner tegenstanders, en deze pas
siviteit is niet de geringste van de w;u-s-
singen, die de groote keizerlijke genflralo
staf aan de" wereld heeft bereid.'
DE TOESTAND IN DUITSCHLAND.
Het lid van den'-Amsterdaaischen gemeen t e-
raad de heer J. N. Hendrix, die naar Lei) \j
geweest is, heeft aan bet „Hbl." een cn andti
meegedeeld over dén toestand in Duitschlai'd.
voorzoover hü dien door eigen ervaringen er
door vele gesprekken te Leipzig kon nagaap.
De algenieene toestand, aldus de heer Hen
drix, is niet bost. Het spoor\vogrnater iaal ziet
ei erg vervallen uit. maar toch moet men res
pect hebben voor den DuitsehSn organisat-ie-
_gec-st, want de treinen (welker aantal zeer be
perkt is), komen precies, op tijd aan. De huis
vesting voor die duizenden bezoekers der I.eip-
ziger Messe was goed georganiseerd. Ik nam
mijn intrek in een particulier gezin en kon dus
beter dan in een hotel den feitelüken toestand
nagaan. Duitschland is wel achteruitgegaan.,
(drie jaar geleden ben ik er ook geweest)
voornamelyk door het vetgebrek. Het eten is
er" dragelijk, maar duur. Voor een diner in een
le klasse-hótel (soep met twee gangen) be
taalt men 16 Mark.
Het brood is beter dan bü ons en niet ?oo
klef. Het rantsoen is er grooter dan bii ons
n.l. 1900 gram per week, evenals dat der aard
appelen n.l. 7 K.G. per week. Ook is er ge
regeld vleesch. Er is één vleeseklooze week in
de maand en er zjjn per week twee vleeseh-
looze dagen. Per -week krijgt men twee ons
vleeseh zonder been. Boter ontbreekt gewoon
lijk: als er boter is, krijgt men 60 gram pei
week.
De indruk, dien de heer Hendrix van den
geest in Duitschland had gekregen, was. dat
men er hard verlangt naar liet einde en dat
men wel overtuigd Ls, dat het streven der Al-
Duitschers het einde tegenhoudt. Men is (al
dus de indruk van onzen zegsm-aff) zeer bereid
tot een eervollen vrede.
Daartegenover had hij ook den indruk ge
kregen, dat het nog lang zal duren eer
Duitschland uitgeput is. Er is een soort gela
tenheid en berusting, doch het is nog lang
niet zoover dat men het opgeeft. Alen ziet,
dat het volk ondervoed is, maar van hongers
nood is geen quaestie.
De tegenslag aan het Westfront heeft on
tegenzeggelijk indruk gemaakt. Üi mcrkeliik
vond de heer Hendrix het. dat men zich nog
Steeds voorstelt, dat de hulp der Amerikanen
niet veel te heteekenen heeft
Al wprden tal van functies door vrouwen
bekleed, tooh ziet men ook nog veel mannen.
De toestand is zoo, dat men nu juist niet
voor zijn genoegen in Duitsohland verblijft.
Daarom had de heer Hendrix afgezien van zijn
aanvankelük voornemen om ook nog andere
steden dan Leipzig te bezoeken.
INTRIGUES DER ENTENTE. DE AAN
SLAG OP LENIN.
Over de gebeurtenissen in Rusland meldt dia
„Lokal Anzeiger," dat documenten op gevan
gen genomen contra-revolutionairen gevonden,
de bedoelingen der entente aan den dag hebben
gebracht. De entente wilde midden Augustus
te St.. Potersburg honger opstootjes en andere
ongeregeldheden te voorschijn roepen om daar-
an vooï het omverwerpen van politieke in
stellingen partij te trekken. Tegelük was het
t plan, t geallieerde leger van het Aloerman-
gebied uit de richting van St. Petersburg te
laten op mar cheer en. St.Petersburg zou zich all
hoofdstad van een gereorganiseerd Rutland
uitroepen. Een nieuwe regeering zou dan het
bestuur in handen nemen, en deze zou der
entente- verknocht rijn. Voor Kerensky was
het c. q. weggelegd, minister-president. Is-
wolisky minister van buitenlandsche zaken,
Terestsjenko minister van handel, en Stacbo-
witsj minister van 'binnenlandsche zaken te
worden.
De Prawda meldt in verband hiermee, dat
met vervalsohte- passen in Rusland rondtrek
kende agenten der tegen-revolutionairen, geliik
kan worden aangetoond, van de entente groote
DER FRANSCHE REVOLUTIE.
19
„Wij gaan elkander spoedig verlaten, mijn
V>vant," ging hij op minder vasten
a °°irt' Als dee(i h0*' kem leed van mij
trekt terug «Uet, U:ger> waartoe ik behoor,
g, en dat waarvan gij deel uit-
zal naar alle waarschijnlijkheid dit
dorp nog hedenmorgen bezetten Gij kunt
u dus zonder moeilijkheden weder bij Uw
regiment voegen, .al zijt gij ook gewond Gü
moet met eere weer te midden van uw kame
raden verschijnen, zooals een dapper sol
daat, als gij, past.Neem dit, Vivant," voeg
de hij er met eenige aarzeling bij, terwijl
h een met een bebloeden zakdoek omwik-
0)d pakje aanbood.„Het is het vaandel
tpif j1® republiek, die mijn koning gedood,
fitriid annen en beroofd heeft, en die ik be-
zoolang ik een droppel bloed
aderen hebl Het yalt my zwaar I
Maar mèh had het aan u toevertrouwd, gij1
hebt het met gevaar van uw leven, ten
koste van uw bloed verdedigd en ik heb
mijn leven gewaagd, om het aan de handen
van den vreemdeling te ontrukken, die het
aan uw bewusteloos lichaam ontroofd hadl
Vaarwel, Vivant, als gij naar ons dierbaar
land terugkeert, als nog. iemand daar zich
mijner herinnert, kunt gij hem zeggen, welke
de gevoelens van mijn hart zijn jegens het
vaderland, dat mij verstoot en mijn mede
burgers, die mij miskend hebben.Vaar
wel, mijn broederl.vaarwell"
Ik wilde spreken, maar snikken verdoof
de mijn sterol Ik trachtte mij op te richten
om mij op de knieën te werpen voor den
rechtvaardige, die op tweevoudige wijze mijn
redder was, maar mijn wil ging mijne krach
ten te boven. Blechts in een stroo-m van
tranen konden zich mijne bewondering en
dankbaarheid lucht geven.
„Waarlijk," hernam de graaf, „zal ik
Prank rijk nooit wederzien, want al spaart
mij het kanon, dan zal het verdriet mij ten
grave doen dalen. Welnu, zoo gij gelukki
ger zijt: dan ik, zult gij het op u nemen
otn aan allen, die zich met mijne goederen
verrijkt hebben, te zeggen dat ik hun van
ganscher harte vergüTüms schenk en dat ik
slechts bid zich te Herinneren welk gebruik
mijne familie altijd gemaakt heeft van de for
tuin, weike zij thans bezitten. Vervolgens,
indien mijne kinderentwee arme weezen,
eens teruo-keeren, geleid door het instinct
dat de vogels naar het nest voert, waar hen
het toeval deed geboren worden: dat men
hen dan wel ontvange en niet vergete, dat
hunne v.aderen nooit hunne deur voor onge-
lukkigen gesloten hielden."
„Men zal het doen! Men zal het doen, mijn
heer de graaf," neP )k uit. „En wat mij be
treft, ik zweer u, Moest ik hun al den
arbeid mijner handen toewijden, dat zij aan
niets gebrek zullen hebben I Maar gij zult
terugkomen! Men zal u uwe bezittingen te
ruggeven en wij zullen weder allen
Ik meende te zeggen gelukkig zijn, maar
de gedachte aan zijn vrouw, die hij zoo lief
had, hield dit woord op mijn lippen terug.
Verward liet ik mijn, door zooveel aandoe
ningen verzwakt hoofd op het kussen terug
vallen toen ik het weer ophief was ik
alleen! De graaf was verdwenen en ik hoor
de cieta meer dan in dé verte dé muziek
des Dames zal bezetten, zal binnen zeer {sommen hebben gekregen
korten tijd aan den vijand worden gesteld. Stockholm Dagbladet verneemt uit St. Be-
van een onzer regimenten, welke de Alar-
seiilaise 'speelde."
Er heerschte een oogenblik diepe stilte.
De soldaat der republiek scheen verplet
terd onder het gewicht zijner herinneringen.
Deins en de drie landlieden vonden geen
woorden om de gevoelens uit te drukken, die
zich in hunne harten openbaarden.
„En hij is niet teruggekomen," riep Vivant
eindelijk uit, terwijl hij eensklaps-zijn ener
gie terugvond. „En wij zullen hem waar
schijnlijk nooit meer zienl Ach, juist zoo als
ik gedacht had... want na den dood van
den vader kunnen wij de kinderen met ver-
V|ra<Wh'móeten nog niet wanhopen, mijn bes
te" Vivant," antwoordde Denis, terwyl hy
de flescli liet rondgaan, uls wilde hij de ge
moederen door dit middel versterken.
„Iiij zou van zich hebben laten hooren,"
hernam Vivant, droevig het hoofd schuddend.
„2ij, die nog'geen verlof gekregen hebben
om terug te"1 komen, kunnen ten minste
schrijven: ik heb geen hoop meer en ik die
er op rekende
lande iets van weet, is het de oude Adrienne.
Welnu, blijf van nacht hier en ga morgen
vroeg naar het kasteel om haar te spreken.
Gij zult moeite hebben om bij haar te ko--
men en zoo zij de deur voor u opent,zal zij
u slecht ontvangen, daar weet ik zoo iets
van maar gij zult haar de geheele geschie
denis vertellen, juist zooals gij ons zoo even
gedaan hebt en ik verzeker u, dat gij dade
lijk vrienden zult worden. Kijk, het staat er
•juist mede, zooals het op jacht gaat; op
het oogenblik waarop men meent dat' het
slecht gaat, .gaat het juist het beste
„Ik zal uw raad volgen, ik zal uw raad
volgen, meester Denis," antwoordde de ge
wezen dragonder levendig en een straal van
hoop verhelderde eensklaps zijn gelaat. „O,
zoo ik eens iets vernemen mocht 1"
„Dat zou voor ons ook een gróót geluk
zijn,' zei een der landlieden, terwijl hij zbn
glas iy, een teug ledigde.
AWordt vervolgd).