L£VENSM!G8EIEHV00RI1ENING. Steuncomité Haarlem. BUITENLAND ka den Katholiekendag. P. W. TWEEHUIJSEN, JACQUES DE BRANCI0N KAARSEN. VS C H. BranöSiorren üisirifouiie. DistnMiebeurijf Heemstede WAT' DE PERS ZEGT WERELDBkANO WITTE SCHOENEN STERKE METERS FEUILLETON 42est JAARGANG @730 OS AB0M£f££NT8PRU3 BEDRAAGT VOOR HAARLEM EH AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,95; PttR WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,oO BUREAUX NASSAULAAN 49, HAARLEM - TELEFOON 1426 EN 2741 ADVERTENT!EN 20 CENTS PER REGEL 20 o|0 OORLOGSTOESLAG. BIJ CONTRACT EELANGRüKEKORTIPO één pond Visch hiaximumprijs der Industriekoten, 2 K.G. Aardappelen. SChOHFT (SCABIES) Bapteljorisstraat 27. TEL. 1770 DUITSCHLAND K IJSLAND romantisch verhaal uit den tijd „Luister eens, mijn jongen," ohderbrak hem de gewezen pikeur, „als er. iemand hier te I DIK5DAG 3 SEPTEMBER S9IB NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT fw De Directeur van bet Gemeentelijk Levensmid delenbureau te HAARLEM, brengt ter alge- uieene kennis: De prijs van een pak kaarsen is vanaf heden 60 cent pe r pak. 9124 Woensdag 4 September verkrijgbaar van 10 uur v.m. tot 1 uur n.m. 9124 op vertoon van VISCHKAART NO. 21.101-22000 in de Gemeentelijke Vischhal. op vertoon van VISCHKAART NO. 22001—22550 in het Pand (ingang Koningstraat). De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat alle loeslagbons voor schoenen, uiterlijk 1 October 1918 bij den winkelier moe ten zijn ingewisseld; na dien datum zijn zij ongeütiiiej. Na 1 October 1918 zullen géén toeslagbons voor schoenen, noch zegels voor sajet meer wor den uitgereikt. 9096 HET STEUNCOMITÉ. (Herplaatsing wegens misstelling.) De Directeur van hei Brandstoiiea-Bureau maakt bekend, dat vanaf 2 September 1918 de is vastgesteld op: 9109 65.50 per 1000 K.G. iranco bergplaats verbruiker. Beschikbaar vanaf Woensdag 4 September op BONS NO. 40 Bon No. 35 is met ingang van 4 September ongeldig. 9117 De BURGEMEESTER van HAARLEM vestigt de aandacht op het K.B. van 3 Juli 1918, tengevolge waarvan het o.a. verplichtend is, ook van het voorkomen van binnen 24 uur mededeeling aan den Burgemees ter te doen. 9108 Vanaf het uur, waarop gisterenmorgen in do St. Laurentius-kerk de vierders van den Katholiekendag te zamen kwamen om tijdens het door Z. D. H. Mgr. Callier opgedragen H. Misoffer met vurigheid den goddelijkeu zegen over den zevenden Katholiekendag in ons Bisdom af te smeeikeii, vanaf dat uur tot op het moment, toen Mr. Heerkens Th lissen gis ter eiuia middag den Katholiekendag als ten einde verklaarde en onze geliefde Bisschop zijnen begenadigden zegen over de devotelijk neergeknielde mensehenmassa uitsprak met heilig handgebaar, vanaf dat véélbelovend ochtenduur tet op dat ontroerend eehoone na middag-moment is de dag van gisteren één weldadige uitleving van Roomsch bewustzijn geweest. Een uitleving, die daarom zoo weldadig werken moet, dewijl zij gepaard ging met een vernieuwing, een versterking van ons Roomsche bewustzijn. Wie immers is er zóó hardleesoh of zoo on gevoelig, dat hij hij zoo luide, zoo overtuigen de geloofsverkondiging en bij zoo heerlijk schoone uiteenzetting van hot Roomsche ide aal niet getroffen wordt; wie is er zóó hard- lcerseh of zóó ongevoelig, dat hij na de mede viering van eènen Katholiekendag zich niet in zijn geloof versterkt en in zijn godsvrucht verinnigd weet; wie is er zóó hardleesch of zóó ongevoelig, dat hij zich na de hijwoning van een Katholiekendag nieteen heter menseh gevoelt? O! De daig van gisteren was inderdaad zulk een schoone, geloofs-versterkendie en gods- v r u ebt-verinni gende Katholiek en d ag 1 Onze Katholiekendag is in één woord zoo geslaagd! Het zou ons te ver voeren, indien wij zij 't ook in 't kort de redevoeringen van al le sprekers op dezen Katholiekendag nog eens in herinnering wilden brengen, om vervol gens te berekenen hoeveel geestelijk voordeel de tallooze toehoorders van die verschillende redevoeringen moeten hebben genoten God alleen weet bet, en Hij zal er Zijn woordvoerders op goddelijke wijze voor beloo- nen. Hier zij alleen vastgelegd, dat de gisteren te Alkmaar gehouden Katholiekendag een grootseh, een gewichtig moment geweest is in het leven der Roomsche vrouwen door alle eeuwen heen, dat vanaf gisteren het vrou wen-vraagstuk voor velen 'n ernstig overwo gen kwestie is, waardoor dit nuttige werd be reikt: dat duidelijk is aangetoond, hoe en wat men te denken heeft van de positie der vrou wen in het geain, in het openbare leven en in den maatschappelijken werkkring. De toehoorders van gisteren en de ontel baar 'velen, die uit de verslagen in de bladen van dezen Katholiekendag kennis nemen zij hebben geleerd, al wat hun omtrent de Roomsche vrouw in haar huiselijk, haar openhaar en baar maatschappelijk laven he kend moet-zijn, zij hebben geleerd, hoe de onveranderlijke leer van onze H. Kerk de positie der R conische vrouw, zoowel voor 't heden als voor de toekomst, bepaalt. Ai wat er gisteren op den Katholiekendag gesproken en besloten werd, 't is alles te za men een kostbaar, een wél-doorwrocht docu ment van leering en opwekking. Nu wij daarvan kennis namen, nu zien wij der vrouw haar weg gewezen naar de verre toekomst Er is echter méér: met van uit de hoogte héél 't sociale leven overzienden blik heeft onze geliefde Bisschop dezen Katholiekendag zien komen en mede-beleefd, en Hém, Hém was deze Katholiekendag, in 't toeken van De Vrouw, als een kreet om hulp van de Roomsche mannen, die bemerken, dat hun krachten te kort schieten om het „Omnia restaurare in Christo" het „Alles horstel len in Christus" volvoerd te krijgen. 't Is waarlijk een toeken van onzen tijd, dat onze wijd- en diep-beschouwende Bisschop, dó- zen kreet hoort opklinken uit alles, wat er gisteren te Alkmaar over de vrouw werd ge sproken. Moge het woord van onzen Bisschop dan ook diepen indruk hebben gemaakt; mege de gisteren gehouden Katholiekendag or toe bij dragen, dat steeds meerdere vrouwen, ja, dat alle Eooausohe vrouwen, ieder naar eigen staat en vermogen, 61' in het geziu, óf in het openhaar, óf in den maatschappelijken werk kring, óf op meer dan één van deze werkter reinen de mannen te hulp snellen, dat er binnen afzienbaren tijd geen Roomsche vrouw meer gevonden wordt, die niet op een of an dere wijze de jammerlijk ontwrichte wereld weder in goede door God gewilde orde te zetten poogt! DE KABINETSCRISIS. Over Jhr. Air. Ruys de Beerenbrouck, die tli.ans met de kabinetsformatie belast is, schrijft de Haagsche Briefschrijver in „De Tijd" hot volgende: „Alen kan van hem (Jhr. Ruys) toch ze ker zijn, dat hij de moeitevolle taak niet blijmoedig heeft aanvaard. Als opvolger van zijn vader onlangs tot Commissaris der Koningin in Limburg benoemd, kon hel niet anders of hij heeft daarmede hei, ideaal van zijn leven bereikt. Hij stond daarmede toch aan het hoofd van het gewest, dat hem, den Limburger in liart en nieren, vóór alles dierbaar is. Het ambt prijsgevende voor oen wisselvallige ministersporteféuille is de kans zeer ge ring, dat hij het ooit terugkrijgt.Indien men hem 'n dergelijk offer had gevraagd bi) liet begin der crisis, zou hij het waar schijnlijk niet hebben gebracht. Indien liij het thans doet, kan het alleen zyn. om dat hij het zijn plicht acht de partij en het land uit de moeilijkheden tW brengen, waarin zij verkeeren. Hij doet dit, nadat vooraf de functie opgedragen is geweest aan de beeren Lobman en Co lijn, en de leiders der beide rechtschö partijen zich heibben teruggetrokken. Indien de heer Ruys erin slaagt het Ka binet te vormen, dan is het premierschap in stevige liand. De lieer Ruys i|S een ge boren bestuurder, een echt gezagsmensch. van onkreukbare eerlijkheid en groote on afhankelijkheid. Hij zal, hoe jong wellicht ook, straks tegenover menig ambtgenoot, zich ongetwijfeld als premier doen gel den in het Kabinet en hü zal dit ook doen in de Sta ten-Generaal rn dit opzieht zal hij zich eer hebben in te binden, dan ruim baan te geven. Zijn tact en ziiu gemak om met mensohen te verkeeren, zijn echter voldoende waarborg, dat hij in dezen den juisten weg zal vinden. De heer Ruys is, zonder ostentatie, ka tholiek in merg en been, van het hoofd tot de zolen. Hij is dit uit volle overtuiging met zijn hart en met zijn verstand. Alles zal hij liever doen, dan aan iel# mede te weikeu, dat hij met zijn katholieke over tuiging niet in volkomen ovea'eenstem ming kan brengen. Als katholiek is echter een volksman, een democraat, diep over tuigd als hij is, dat hij, welke zijn plaats zij in de maatschappij, voor God At meer is dan elk ander menseh. II. Al. de Konin gin had dan ook moeilijk iemand aan het bewind kunnen roepen, meer van zijn ver antwoordelijkheid doordrongen dan hij» meer zicli bewust dan bij, dat bij niet zich zeiven beeft te zoeken, maar bet alge meen belang. Het is dat verantwoordelijk heidsgevoel, dat hem ongetwijfeld de op dracht» in beraad heeft doen nemen. Hij is niet de man, om een program of een ministerie onder zijn verantwoordelijk heid over te neonen zonder meer. Indien hij een kabinet-Ruys de Beerenbrouck vormt, zal bet een kabinet Ruys de Bee renbrouck moeten zijn. Er is daarmede na tuurlijk niet opgesloten, dat bet uit dezelf de personen zal zijn samengesteld als bijv. een kabinet-Nolens, een kabnet-Coliju of een kabinet-Van Nispen, maar alleen, dat dit dan zöó zal zijn, omdat hij voor zich persoonlijk de samenstelling de juiste en de beste vindt. De goede kijk, dien hij op personen heeft, doet in dezen wel het beste hopen. Er is dan zeker alle reden te verwach ten, dat hij, de opdracht aanvaardende zijn krachten niet zal hebben overschat. De taak van zijn kabinet zai echter een moei lijke zijn, een moeilijker dan ooit tevoren een te vervullen had. Het zou niet te ver wonderen wezen, indien zij hem daardoor - juist temeer heeft aangetrokken. De moei lijk beid ervan is ongetwijfeld noeli ver zwaard door de omstandigheid, dat de for matie van het kabinet alleen aan de rech terzijde werd aangeboden en zjj haar zoo lang in handen hield." VORDERINGEN DER ENGELSCHEN EN FRANSCHEN - PERGNNE BEZET DE CANADEEZEN DOOR DE NIEUWE HINDEN BURG-LINIE - PERSSTEMMEN. De geallieerden 'komen er- met den dag gunstiger voor te staan. De terugtochtlinie der' Duitschers, die door den loop der Somme en liet Noorderkanaal wordt aangegeven, is aan de beide uiterste punten aangetast, daar Péronne, dat de Britten hebben bezet, als- méde Noyon, beiden op den Oostelijken oever der rivier, in handen der geallieerden zijn. Do Canadeezen zijn over een front van 5 mijlen ter weerszijden van den straatweg van Atreeht naar Kamerijk aangevallen cn zijn over een front van twee mijlen door de linie DrocourtQuéant heengebroken. Hier is dus de bekende nieuwe Hindenburg-linie, waarop de Duitschers weer terugtrekken en die door lien met de uiterste hardnekkigheid zal worden verdedigd, aangetast. Op het overige front maakten de Engel- schen vele plaatselijke vorderingen, terwijl zij in den Leie-sector Estaires namen. De Franschen begonnen tusschen Oisne en Aisne nieuwe aanvallen na krachtige artillerie voorbereiding, over het resultaat waarvan nog niets gemeld is. Terwijl de -geallieerden melden dat de te rugtocht der Duitschers met groote mat-e- rieele verliezen gepaard gaat, melden cle Duitschers dat dit geenszins het geval is. Eoo schrijft de correspondent van „Le Temps" aan het Engelsche front uit Ba- paume, dat het heroverde gebied wel liet bewijs oplevert, dat de Duitsche legerberich- ten niet de waarheid zeggen, waar zij spre ken van een planmatigen terugtocht. De vijand is gevlucht, zonder zelfs de grondige en noodzakelijke verwoestingen aan te rich ten, welke hij het vorig jaar bij zijn terug tocht niet had verzuimd. Zoo heeft hij ner gens de kruispunten vernield en de Engel sche konvooien bewegen zich tliaïis overal zonder moeilijkheden te ondervinden. Voorts hebben de Duitschers een enorme hoevèel lieid geniemateriaal achtergelaten, alsmede stapels hout van rcusachtigen omvang, ter wijl wat petroleum en een lucifer voldoende zouden zijn geweest, om alles te vernietigen. Het meest overtuigend bewijs is, dat de spoorwegen bijna niet beschadigd zijn. Slechts hier en -daar werden in der haast eenige dynamietpatronen gelegd, maar dit beteekent zoo weinig, dat met enkele uren arbeids alles zal kunnen worden hersteld en het treinverkeer spoedig hervat zal kun nen worden. Daartegenover beweert de Trans-ocean- correspondent aan het Duitsche front in het westen, na te hebben laten uitkomen, dat de Duitsche troepen ook in de streek van Bailleul (Belle) op de minuut af overeenkom stig liet plan en zonder dat hun tegenstan ders het merkten, met pak en zak zijn terug gegaan, dat de stad Bailleul zelf, die de Engelschen den Duitschers in April -schier ongeschonden en vol leeftocht en kleeren overlieten, nu wegens de beschieting door de Engelschen een woeste puinhoop is. Even eens is al het overige terrein, -dat zij in den steek lieten, woest en leeg. Nauwelijks is er één schuilhol, dat ze niet in de lucht hebben laten vliegen. De wegen zijn op de gewich tigste punten op dezelfde manier vernield. Geen enkele brug is bruikbaar'gebleven. De groote Engelsche genie parked- met hout, prikkeldraad, dwarsliggérs, cement enz., die den Duitschers destijds bij lmn offensief vol on wel in handen kwamen en die ze tot nu toe nog niet hadden kunnen opmaken, zijn aphterwaarts gevoerd. Tallooze K.M. te lefoondraad hebben de Duitsche rapporteer- troepen vergaard cn tegelijk de telefoonpalen omgehouwen. De Parijsche pers is natuurlijk in de wol ken, en we laten hier een paar couranten aan het woord. „Le Journal" schrijft: „De vijand doet, alsof hij gemakkelijk heenstapt over de ont ruiming van den uitlooper bij de Leie en van den Kemmelberg. Hij maakt grappen over de waakzaamheid- der Engelschen, welke al heel slecht te pas komen na de verrassing van den Mont St. Quentin. Slechts de gebie dende noodzakelijkheid heeft zijn generalen staf kunnen dwingen tot het ontruimen der stellingen, die de laatste overblijfselen wa ren zijner groote offensiefdroomen. En hot tijdperk der opofferingen is nog niet ge sloten. De vijand kan voor liet oogenblik hoogstens hopen, van zijn veroveringen in April Messines en Armentières te behouden, en dit nog onder voorwaarde, dat de ontwik keling' der laatste gebeurtenissen zich niet over het geheele noordelijk front uitbreidt. De in den sector van Lens gemelde bedrijvig heid is le dien opzichte veelbeteekenend." De Civrieux schrijft in „Le Matin": „De vraag, wie den rechter Aisne-oever stroom opwaarts van Soissons en zelfs den Chemin (INGEZONDEN MEDEDEEl.l NG.i 8 14 Het actief optreden van Foch bckecrsolit overal de hardnekkige- maar passieve ver dediging zijner tegenstanders, en deze pas siviteit is niet de geringste van de w;u-s- singen, die de groote keizerlijke genflralo staf aan de" wereld heeft bereid.' DE TOESTAND IN DUITSCHLAND. Het lid van den'-Amsterdaaischen gemeen t e- raad de heer J. N. Hendrix, die naar Lei) \j geweest is, heeft aan bet „Hbl." een cn andti meegedeeld over dén toestand in Duitschlai'd. voorzoover hü dien door eigen ervaringen er door vele gesprekken te Leipzig kon nagaap. De algenieene toestand, aldus de heer Hen drix, is niet bost. Het spoor\vogrnater iaal ziet ei erg vervallen uit. maar toch moet men res pect hebben voor den DuitsehSn organisat-ie- _gec-st, want de treinen (welker aantal zeer be perkt is), komen precies, op tijd aan. De huis vesting voor die duizenden bezoekers der I.eip- ziger Messe was goed georganiseerd. Ik nam mijn intrek in een particulier gezin en kon dus beter dan in een hotel den feitelüken toestand nagaan. Duitschland is wel achteruitgegaan., (drie jaar geleden ben ik er ook geweest) voornamelyk door het vetgebrek. Het eten is er" dragelijk, maar duur. Voor een diner in een le klasse-hótel (soep met twee gangen) be taalt men 16 Mark. Het brood is beter dan bü ons en niet ?oo klef. Het rantsoen is er grooter dan bii ons n.l. 1900 gram per week, evenals dat der aard appelen n.l. 7 K.G. per week. Ook is er ge regeld vleesch. Er is één vleeseklooze week in de maand en er zjjn per week twee vleeseh- looze dagen. Per -week krijgt men twee ons vleeseh zonder been. Boter ontbreekt gewoon lijk: als er boter is, krijgt men 60 gram pei week. De indruk, dien de heer Hendrix van den geest in Duitschland had gekregen, was. dat men er hard verlangt naar liet einde en dat men wel overtuigd Ls, dat het streven der Al- Duitschers het einde tegenhoudt. Men is (al dus de indruk van onzen zegsm-aff) zeer bereid tot een eervollen vrede. Daartegenover had hij ook den indruk ge kregen, dat het nog lang zal duren eer Duitschland uitgeput is. Er is een soort gela tenheid en berusting, doch het is nog lang niet zoover dat men het opgeeft. Alen ziet, dat het volk ondervoed is, maar van hongers nood is geen quaestie. De tegenslag aan het Westfront heeft on tegenzeggelijk indruk gemaakt. Üi mcrkeliik vond de heer Hendrix het. dat men zich nog Steeds voorstelt, dat de hulp der Amerikanen niet veel te heteekenen heeft Al wprden tal van functies door vrouwen bekleed, tooh ziet men ook nog veel mannen. De toestand is zoo, dat men nu juist niet voor zijn genoegen in Duitsohland verblijft. Daarom had de heer Hendrix afgezien van zijn aanvankelük voornemen om ook nog andere steden dan Leipzig te bezoeken. INTRIGUES DER ENTENTE. DE AAN SLAG OP LENIN. Over de gebeurtenissen in Rusland meldt dia „Lokal Anzeiger," dat documenten op gevan gen genomen contra-revolutionairen gevonden, de bedoelingen der entente aan den dag hebben gebracht. De entente wilde midden Augustus te St.. Potersburg honger opstootjes en andere ongeregeldheden te voorschijn roepen om daar- an vooï het omverwerpen van politieke in stellingen partij te trekken. Tegelük was het t plan, t geallieerde leger van het Aloerman- gebied uit de richting van St. Petersburg te laten op mar cheer en. St.Petersburg zou zich all hoofdstad van een gereorganiseerd Rutland uitroepen. Een nieuwe regeering zou dan het bestuur in handen nemen, en deze zou der entente- verknocht rijn. Voor Kerensky was het c. q. weggelegd, minister-president. Is- wolisky minister van buitenlandsche zaken, Terestsjenko minister van handel, en Stacbo- witsj minister van 'binnenlandsche zaken te worden. De Prawda meldt in verband hiermee, dat met vervalsohte- passen in Rusland rondtrek kende agenten der tegen-revolutionairen, geliik kan worden aangetoond, van de entente groote DER FRANSCHE REVOLUTIE. 19 „Wij gaan elkander spoedig verlaten, mijn V>vant," ging hij op minder vasten a °°irt' Als dee(i h0*' kem leed van mij trekt terug «Uet, U:ger> waartoe ik behoor, g, en dat waarvan gij deel uit- zal naar alle waarschijnlijkheid dit dorp nog hedenmorgen bezetten Gij kunt u dus zonder moeilijkheden weder bij Uw regiment voegen, .al zijt gij ook gewond Gü moet met eere weer te midden van uw kame raden verschijnen, zooals een dapper sol daat, als gij, past.Neem dit, Vivant," voeg de hij er met eenige aarzeling bij, terwijl h een met een bebloeden zakdoek omwik- 0)d pakje aanbood.„Het is het vaandel tpif j1® republiek, die mijn koning gedood, fitriid annen en beroofd heeft, en die ik be- zoolang ik een droppel bloed aderen hebl Het yalt my zwaar I Maar mèh had het aan u toevertrouwd, gij1 hebt het met gevaar van uw leven, ten koste van uw bloed verdedigd en ik heb mijn leven gewaagd, om het aan de handen van den vreemdeling te ontrukken, die het aan uw bewusteloos lichaam ontroofd hadl Vaarwel, Vivant, als gij naar ons dierbaar land terugkeert, als nog. iemand daar zich mijner herinnert, kunt gij hem zeggen, welke de gevoelens van mijn hart zijn jegens het vaderland, dat mij verstoot en mijn mede burgers, die mij miskend hebben.Vaar wel, mijn broederl.vaarwell" Ik wilde spreken, maar snikken verdoof de mijn sterol Ik trachtte mij op te richten om mij op de knieën te werpen voor den rechtvaardige, die op tweevoudige wijze mijn redder was, maar mijn wil ging mijne krach ten te boven. Blechts in een stroo-m van tranen konden zich mijne bewondering en dankbaarheid lucht geven. „Waarlijk," hernam de graaf, „zal ik Prank rijk nooit wederzien, want al spaart mij het kanon, dan zal het verdriet mij ten grave doen dalen. Welnu, zoo gij gelukki ger zijt: dan ik, zult gij het op u nemen otn aan allen, die zich met mijne goederen verrijkt hebben, te zeggen dat ik hun van ganscher harte vergüTüms schenk en dat ik slechts bid zich te Herinneren welk gebruik mijne familie altijd gemaakt heeft van de for tuin, weike zij thans bezitten. Vervolgens, indien mijne kinderentwee arme weezen, eens teruo-keeren, geleid door het instinct dat de vogels naar het nest voert, waar hen het toeval deed geboren worden: dat men hen dan wel ontvange en niet vergete, dat hunne v.aderen nooit hunne deur voor onge- lukkigen gesloten hielden." „Men zal het doen! Men zal het doen, mijn heer de graaf," neP )k uit. „En wat mij be treft, ik zweer u, Moest ik hun al den arbeid mijner handen toewijden, dat zij aan niets gebrek zullen hebben I Maar gij zult terugkomen! Men zal u uwe bezittingen te ruggeven en wij zullen weder allen Ik meende te zeggen gelukkig zijn, maar de gedachte aan zijn vrouw, die hij zoo lief had, hield dit woord op mijn lippen terug. Verward liet ik mijn, door zooveel aandoe ningen verzwakt hoofd op het kussen terug vallen toen ik het weer ophief was ik alleen! De graaf was verdwenen en ik hoor de cieta meer dan in dé verte dé muziek des Dames zal bezetten, zal binnen zeer {sommen hebben gekregen korten tijd aan den vijand worden gesteld. Stockholm Dagbladet verneemt uit St. Be- van een onzer regimenten, welke de Alar- seiilaise 'speelde." Er heerschte een oogenblik diepe stilte. De soldaat der republiek scheen verplet terd onder het gewicht zijner herinneringen. Deins en de drie landlieden vonden geen woorden om de gevoelens uit te drukken, die zich in hunne harten openbaarden. „En hij is niet teruggekomen," riep Vivant eindelijk uit, terwijl hij eensklaps-zijn ener gie terugvond. „En wij zullen hem waar schijnlijk nooit meer zienl Ach, juist zoo als ik gedacht had... want na den dood van den vader kunnen wij de kinderen met ver- V|ra<Wh'móeten nog niet wanhopen, mijn bes te" Vivant," antwoordde Denis, terwyl hy de flescli liet rondgaan, uls wilde hij de ge moederen door dit middel versterken. „Iiij zou van zich hebben laten hooren," hernam Vivant, droevig het hoofd schuddend. „2ij, die nog'geen verlof gekregen hebben om terug te"1 komen, kunnen ten minste schrijven: ik heb geen hoop meer en ik die er op rekende lande iets van weet, is het de oude Adrienne. Welnu, blijf van nacht hier en ga morgen vroeg naar het kasteel om haar te spreken. Gij zult moeite hebben om bij haar te ko-- men en zoo zij de deur voor u opent,zal zij u slecht ontvangen, daar weet ik zoo iets van maar gij zult haar de geheele geschie denis vertellen, juist zooals gij ons zoo even gedaan hebt en ik verzeker u, dat gij dade lijk vrienden zult worden. Kijk, het staat er •juist mede, zooals het op jacht gaat; op het oogenblik waarop men meent dat' het slecht gaat, .gaat het juist het beste „Ik zal uw raad volgen, ik zal uw raad volgen, meester Denis," antwoordde de ge wezen dragonder levendig en een straal van hoop verhelderde eensklaps zijn gelaat. „O, zoo ik eens iets vernemen mocht 1" „Dat zou voor ons ook een gróót geluk zijn,' zei een der landlieden, terwijl hij zbn glas iy, een teug ledigde. AWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 1