N. VAN BREEMEN GO.
TALHOUT
ïitasersraslrt 18 iolentjesbi U
Sou/tem®
yilLOIIS^BüllCETTEia
BINNENLAND
TILBURGSCHE
- COURANT
I
'KUNSTTANDEN
Prima drw| gthafcl
tegen
J. OVERAKKER Co.
„VRIESIA"
ALKMAAR
zal menig Industrieel doen uitzien naar eene goedkoop©
huipil Brandstof buiten de distributie, die deze kolen
geheel of gedeeltelijk kan vervangen.
Neem daarom eens een proef met de
van de Brikettenfabriek „Holland." Per 100 K.G.
f @.39, afgehaald aan Magazijn, bezorgSoan f O.SO per
KERK EN«SCHOOL
QRP£ EN ARBEID
INGEZONDEN
Tandarts SWAAP,
Kruisstraat 40, Haarlem.
100 K G.
TILBUR.Q
is voor Tilburg en
s omstreken 3
het aangewezen
Oagblatl voor üw
Adveetentiën
Zeer voordeelige
aanbieding*
Chemische Fabriek
volgens Amerikaansch systeem
Operatiën pijnloos.
jffoofd&anteors Filiaal:
TeSeïoon
I'eieïoon S4-S
is voor L E I E N en 0 M 3 T-R E K E N het aangewezsti
Dagblad voor Advertentiën. -
VRAAGT PROEFEXEiPLAAR.
9111 Qe alléén vsrkoopers voor Haarlem en Omstreken
l^assawSaa*® Y©i©foosi "757»
- r
alio heeft gebracht, omdat hij niet wenacfit
icp de alachthuiskeuring het zwaartepunt
gelegd wordt. Hij is niet tegen die ambtenaren,
integendeel, het ware te wenschen, dat alle ge
meenten zulke ambtenaren hadden.
De heer HEERKENS THIJSSEN verklaart
bij de meening te blijven, dat hij de voorkeur
aan de keuring thuis geeft, mits de slachthuis-
keuring blijve bestaan.
Het amendement-Wentholt wordt met 15 tegen
14 stemmen verworpen.
De motie-Jonckbloedt wordt met 15 tegen 14
stemmen aangenomen.
Het hoofdbestuur van den Alg. Ned. Ambte-
naarsbond heeft aan den Raad het verzoek ge
richt, de door B. en W. ingediende voorstellen
tot instelling eener Centrale Ambtenaarsommis-
sie, naar dit college te renvoyeeren en B. en W.
uit te noodigen, na overleg met de organisaties
der betrokkenen, nieuwe voorstellen bij den Raad
te willen indienen.
De heer REJNALDA zegt, dat er in het voor
stel van B. en W. een fout schuilt. Zijn bezwaar
is, dat volgens B. en W. de organisaties 2 afge
vaardigden moeten aanwijzen. Wat zijn nu orga
nisaties? Rationeeler lijkt het spr., de gedachte
van Mr. Veraart te volgen, alleen die organisa
ties als zoodanig te erkennen, die landelijk zijn
verbonden.
Hoofdbestuursleden is niet noodig. Op grond
daarvan stelt hij met de heeren Poppe en Groe-
nendaal voor een wijziging dienaangaande in
den door hem bedoelden zin.
De heer KLEIN dankt het college van B. en
W. voor dit voorstel. Als men zich bij landelijke
organisaties wil bepalen, dan vergeet men, dat
velen in Haarlem plaatselijk zijn aangesloten
en niet landelijk. Tegen den toeleg om plaatse-
ijke organisaties uit te sluiten, verzet hij zich
ten sterkste.
De heer WOLZAK is van meening, dat de
samenstelling in dezen door den Raad en niet
door B. en W. behoort te geschieden. In dezen
zin heeft hij een amendement voorgesteld.
De heer v. d. VELDT is het eens met het
geen de heer Reinalda over de landelijke orga
nisaties heeft gezegd.
De heer POPPE begrijpt niet, dat de heer
Klein op zoo'n laatdunkende wijze over de
landelijke organisaties heeft kunnen spreken.
De VOORZITTER, zou er prijs op stellen als
door den Raad 't amendement van de heeren
Wolzak, v. Liemt en de Braai niet werd aan
genomen.
JL>e heer BOMANS concludeert uit de weini
ge critiek in dezen, dat de Raad het vrijwel
eens is met hetgeen B. en W. voorstelt. Spr.
rectificeert nazi er een verkeerde opvatting
van de voorstellers van het amendement. De
uitschakeling van directeuren uit de centrale
commissie zou zeer noodlottig zijn.Inzake
de vraag; landelijke of plaatselijke organisa
ties meent spr. zich voor de landelijke ovgani-
eaties te moeten uitspreken; hij veronder
stelt dtt B. en W. het in dezen met hem eens
zullen zijn. Maar spr. zou het niet fair vin
den om bestaande organisaties te vernieti
gen. 11 ij zou wenschen, dat binnen oen jaar de
plaatselijke organisaties zich landelijk ver-
cenigd hebben. Spr. stelt den heer Reinalda
voor om zijn amendement in te trekken en de
miing dezer zaak aan B. en W. over te
kii
net amendement van de heer Wolzak e. s.
doet spr. pijnlijk aan. Moeten B. en W. niet
Ut' eerste werking ervan beproeven? Hij ziet
ju liet amendement eenig wantrouwe» van de
voo retell ere in B. en W.
De heer KLEIN zegt. dat hij met laatdun
kendheid niet de ambtenaren bedoeld heeft;
uit aan het adres van den heer Poppe. Hij
juicht de oplossing die de heer Bomans aan
de hand wil doen. toe.
De hoer REINALDA wraakt het in den
heer Klein, dat deze hem vereenzelvigt met
acressen van ambtenaren. Hij heeft met deze
adressen niets te maken. Verder wijst spr. op
de samenstelling der commissie; ook ue Raad
is daarvoor verantwoordelijk, derhalve is het
wenschelijk, dat de Raad in die samenstelling
medezeggingsschap heeft. Hij kan dus niet de
motie intrekken.
De heer WOLZAK zegt ervan overluigd te
zijn dat de samenstelling der oommissie bij
den Raad behoort Maar deze, zijn meening,
is niet op te vatten als wantrouwen tegen B.
en W. En teneinde dit te bewijzen, wil hij
n. et zijn medeleden die het amendement voor
stellen, dat amendement intrekken.
De \OCEZITTER geeft den heer Reinalda
in overweging zijn amendement te wijzigen.
De heer REINALDA wil geen motie indie
nen, als heeren B. en W. beloven deze zaak
te behandelen als in de motie was bedoeld.
Door den VOORZITTER wordt deze belofte
toegezegd.
Voorgesteld wordt den lossen werkman bij
de duinwaterleiding, J. v. d. Veldt, een vaste
aanstelling uit te reiken.
Conform het voorstel wosdt besloten.
Daarna wordt overgegaan tot trekken der
afdeelingen.
Benoemd worden tot leden der volgende
vaste oommissiën:
Commissie tot het ontwerpen en herzien
van verordeningen, tegen wier overtreding
straf is bedreigd (art. 166 Gemeentewet):
Mr. A. R. Baas; Mr. F. M. Hagemeijer; Mr.
M F. van Slooten en G. Wolzak Hzn.
Com miasm van bijstand in het beheer der
gemeen te-linanciën. de heeren: J. Sclireu-
ders; Reinalda; G. Wolzak Hm en
Mr. A. R. Baas.
Commissie van bijstand in het beheer dex
Openbare werken, de heeren: J. B. Lasechuit;
C. A. M. Jonekbleedt; J. M. C. Hoog en A.
Nagtzaam.
Commissie, van bijstand in bet beheer der
gemeente-bedrijven, de heeren:. W. A. J. van
de Kamp; H. van den Berg; A. Nagtzaam;
M. de Braai; J. H. Visser; C. G. Koen; M.
L. A. Klein en W. J. B. van Liemt.
Commissie van bijstand in het beheetr en het
onderhoud van den Hout en de plantsoenen,
de heeren: J. M. C. Hoog en J. H. Wentholt.
Commissie van bijstand in zake het verlee-
nen van pensioen en onderstand, de heeren:
W. A. J. van de Kamp en L. J. C. Poppe.
Tot commissaris d'er Gemeentelijke bank
van lesening, waarin reeds zitting hebben de
heeren J. H. Visser, G. van den Bogaard en
W. J. B. van Liemt, in de plaats van den hr.
Mr. D. H. Andraea, de keer Groenendaal.
Tot commissarissen der Stads-Apotheek de
aftredende heeren: Dr. J. Timmer en H. van
den Berg.
B. en W. stellen voor aan do herhalings
school no. 1 definitief te benoemen met in
gang van 1 September 1918: tot oiderwijzer
de heer S. v. d. Meije en tot onderwijzeres mej,
C. Heuvel.
De heer REINALDA vraagt of rn niet aan
de hoofden dezer scholen de verplichting kan
opgelegd worden, klasse-onderwijs te geven.
Wethouder BRUOH antwoordt, dat deze
voorloopig hiervoor den tijd niet hebben; en
dat het aantal klassen te groot is.
De voordracht wordt daarna goedgekeurd.
B. en W. stellen voor aan het Gymnasium
alhier definitief te benoemen tot leeraar iu
de natuurlijke historie, met ingang van 1 Sep
tember 1918, den heer Dr. W. G. N. v. tl. Sleen.
De benoeming geschiedt conform het voor
stel van B. en W.
De lieer GROENENDAAL dringt nog aan
op meer spoed inzake de stichting der ge
meentelijke zwemschool.
Niets meer aan de orde zijnde, gaat de Raad
over in geheime zitting.
De Kamerverkiezing. De heer
J. F. Heemskerk, die Zaterdag bericht van zij
ne verkiezing tot lid der Tweede Kamer ont
ving, 'heeft dien dag wel bericht gezonden,
van ontvangst der stukken, maar heeft nog
geen beslissing genomen, of hij al of niet de
benoeming aanneemt.
De stoomtrambotsing nabij
M u i d e n. Aan het persbureau Vas Dias
wordt gemeld: Uit liet onderzoek, dat door de
directie van de Gooïsehe stoomtram naar de
Zondag j.l. plaats gehad hebbende botsing
werd ingesteld, is thans voldoende gebleken,
d'at de machinist en de conducteur van den
uit Amsterdam komenden trein schuldig zijn
aan dit ongeluk.
Na door den burgemeester vau Muiden vor
koord te zijn, beeft deze tegen beiden pro
ces-verbaal opgemaakt en de zaak aanhangig
'gemaakt bij de Amsterdamsehe justitie.
CRISISAANGELEGENHEDEN.
Teelt van zaden, beperkt in
do teoltreaelinK voor 1919.
Naar de directeur van een der Provinciale
Productiekantoren meldt, worden door ver
schillende personen, die dit jaar geen of geen
voldoende vergunning hauden voor de teelt
van zaden, waarvan de verbouw in de teelt
regeling was beperkt, reeds weer aanstalten
gemaakt, om zich in het volgend' jaar op de
teelt van deze zaden toe te leggen.
De Minister van L* N. en H. acht het daar
om noodig, reeds thans ter algemeens kennis
te brengen, dat de teelt van zulke zaden on
der geen voorwaarde zal worden toegestaan^
indien de verbouwer niet in het bezit is van
de vereischte vergunning voor de teelt ervan.
Tegen personen, die aldus de teeltregeling
overtreden, zal prcoes-verbaal worden opge
maakt en indien de verboden gewassen niet
teretond vrijwillig worden opgeruimd door
den overtreder, zullen zij van Rijkswege in
bezit genomen en van het veld verwijderd
worden.
Het voornemen bestaat voor 1919 de zaad
teelt ten minste evenveel te beperken als in
1918 is geschied. Zoodra do teeltregeling voor
1919 is bekend gemaakt, wat eerlang zal ge
schieden, zal onverwijld eene scherpe con
trole over hare naleving worden begonnen.
V e e v e r v o e r. Door den Minister van
L., N. en H. is tot de Burgemeesters de navol
gende circulaire gericht:
Van het Rijkskantoor voor Vee en Paarden
bereiken mij voortdurend berichten, dat tel
kenmale vee vervoerd wordt zonder diat daar
voor de beuoodiigide vervoervergunni ngen
zijn verstrekt. De zoo noodige controle op den
veestapel kan derhalve niet, of slechts op fee-
nek uigo wijze plaats vinden. Tevens zou door
omcitpoende politteto-özvolit togon. OVortr©cLer-s
van het vervoerverbod geen proces-verbaal
worden opgemaakt.
Onder verwijzing naar mijne beschikkingen
van 13 Juli 1918, afd. Crisiszaken, moge ik u
met nadruk verzoeken de politie ten uwent
streng te doen toezien op strikte handhaving
van H vervoerverbod van Alle soorten vleesdb
waaronder ook te verstaan zijn varkens en
biggen boven 25 K.G. gewicht, tegen overtre
ders procos-verbaal op te maken en de desbe
treffende dieren in beslag te nemen. Ik zal
het op prijs stellen van iejjer zulk een geval
onmiddellijk te worden ingelicht, met opgave
van de namon der overtreders.
Betere sigaretten. Wij verne
men dat hét Rijksbureau voor Tabak aan de
fabrikanten medegedeeld heeft, dat in 't ver
volg do Indische tabakken niet meer mogen
worden gebruikt voor de fabricatie van siga
retten, daar do voorraden van Indische ta
bakken zullen worden aangewend voor de
sigarenfabricatie.
In het vervolg zullen dus alleen de Oriën-
taalsclie, Turksche en Chineesche import-fa
brikaten worden gebruikt voor de sigaretten-
fatricatie. De meeste fabrieken beschikken
nog over voldoende voorraden.
Door dezen maatregel zal de pfoductie wel
verminderd worden, maar een kleine produc
tie van goede kwaliteiten zullen velen mis
schien prefereeren beven eén massa-produc-.
tie van minderwaardige soorten.
Een n i e uw tehuis v'o o r
kinderen. Op 3 September j.l. hebben
zich de Garmelitessen vau het Goddelijk Hart
uit de kloosters te Tilburg en Leidien met toe
stemming van Z.D.H. Mgr. A. ,T. Gallier, bis
schop van Haarlem, te Amsterdam aan den
Laaiuvog in de parochio van de H. Rita ge
vestigd, Haar doel if op te richten eon tehuis
voor onverzorgde kinderen zy dat te
lil burg en Leiden voor meisjes gedaan heb
ben. lot dat doel rebben zij eenige huizen
aangekocht. Ook zullen zij openen een be
waarplaats voor kinderen wier moeders gaan
werken, alsmede een Relogenheid om te loeren
naaien en knippen. Alleen kinderen uit de
de arbeidende klasse trekken de zustere zich
aan.
Ned. R.-K. Bond van Meubelma
kers, Behangers enz. De Ned. R.-K.
Bond van Meubelmakers, Behangers. Stoffeer
ders en aanverwante vakgenooten „St. Anto-
nius vau Padua" hield Zaterdag 31 Aug. en
Zondag 1 September zijne jaarlijke vergadering
te Utrecht. Deze vergadering werd bijge
woond door 3ï afdeelingen, te samen vertegen
woordigende 1740 leden. Tevens was aanwezig
de nieuwbenoemde Bondsadviseur, de Wei-
Eer w. heer H. G. v. d. Kamp vau 's Hertogen-
bosch, die door den oorz. aan do vergadering
werd voorgesteld en officii] geïnstalleerd, als-
mede de Adv. der afd. Utrecht, do WelEerw.
pater v. d. Heijden.
Aangenomen werd een voorstel tot liet in
voeren van een uurloon contributie met 54
tegen 9 stemmen, terwijl het II. B. werd opge
dragen, oen reglepientswijzing hiervoor gereed
te maken.
Voor dan inhoud dezer rubriek stel» da Redaetl-
xich niet aansprakelijk.
DE SOHOTENSQEE POLITIE.
Mijnheer de Redacteur!
Ik zie mjj genoodzaakt een weinig plaats-
luimte te vragen in uw geëerd blad voor het
navolgende:
Met verbazing nam ik kennis van enkele
zinsnedeu in de „Nabetrachting van den Raad
der gemeente Schoten", geteekend door'„Het
lle', voorkomende ia uw" blad van Zaterdag.
1 k zeg met verbazing, maar ook met veront
waardiging, vooral over de pasisalges, waarin
mijn naam genoemd werd.
„Het publiek moet vertrouwen hebben in de
politie," schrijft Zijn Edelachtb. „Het 14de".
Doch ik zou dat 14e wel willen vragen: „Wan
neer door een raadslid, al neemt deze zich
het 14e, grove onwaarheden in de bladen wor
den gelanceerd over handelingen der politie,
wanneer willens en wetens leugens worden
neergeschreven zooals in deze „Nabetrach
ting" is geschied, zou dan een door losse ge
ruchten en praatjes ontstaan wantrouwen
van het publiek in do politie niet sterk wor
den aangekweekt?"
Wat toch is het geval: Er is onlangs paar-
demvleesch gedistribueerd, zonder bons. De po-
itiebeambten Dingslroff en Tüsterman hadden
daarbij dienst gedaan en zouden zich hebben
bevoordeeld door elk twee'kilo van dat vleeseh
mee to nemen, aldus het 14e. In het Raads-
verslag van „Haarlem's Dagblad" lezen wij
daarover dat de heer Blom den Burgemeester
daaromtrent inlichtingen vroeg. De Burge
meester gaf deze inlichtingen, waaruit is ge
bleken, dat de praatjes niets anders waren
tlan laster, wanrojj de hr. BI. den Burgemees-
tor dank braelit en to,veuis verklaarde, dat ge-
bleken was, dat de politie bij de paar don-
vleesch-kwestie geen blaam trof.
Ik had gedacht, dat daarmede de paarden-
vleeschlucht wel verdwenen zou zijn.
Nu komt echter het 14e verklaren, dat uit de
verklaringen van den Buxgemeestier bleek,
dat zij, de agenten D. en T., zich zelf inder
daad helbben bevoordeeld, door elk twee ki
lo vleeseh te koop-en. Voorts dat een der agen
ten (lees D.) een halve kilo bij het raadslid
Schutte had ge,bracht. Blijft dus voor het pu
bliek ter kennisneming over, dat T. vier pond
vleeseh geheel voor zichzelf heeft gehouden.
Tegen deze verdachtmaking moet ik sterk
protesteeren, omdat het 14e evengoed als ik
zelf weet althans kan weten voor wie
deze vier pond vleeseh bestemd waren, hoe
veel ik 7,elf en hoeveel anderen ervan gehad
hebben. Edelaohtb., het 14e, voor mij geen on
bekende, schrijf gerust over mijn handelingen
inzake de paardenvleesehkwestie. doch schrijf
dan de waarheid. Dan had het publiek kunnen
lezen, dat ik geen „schandelijke handelingen"
heb gepleegd, gelijk door het 14e wordt be
weerd; dan oék waren de praatjes gesmoord
en was het geschokte vertrouwen bij het pu
bliek weer gekeerd. Dat vele mensehen in het
bezit van een nummer voor een halve kilo
vleeseh moesten worden weggezonden omdat
er niet meer was is een feit, doeli het 14e zal
de schuld daaraan toch zeker niet aan mij
wijten?
Edelachtbare het 14e, schrijf over de politie
zooveel ge wilt, schrijf over mij, maar schrijf
de waarheid. Het algemeen belang en het
rechtvaardigheidsgevoel dat ik als politie
agent ook heb eisclien van bet 14e dat als
nog de waarheid over de kwestie het publiek
bekend worde.
Immers, dan eerst weer kan het publiek
vertrouwen stellen in een of meer politieagen
ten, iets wat volgers bet 14e zoo noodig is. Ik
ben het daarmede trouwers volkomen eens.
U, mijnheer de redacteur, dankend voor de
verleende plaatsruimte
TIJSTERMAN,
A n t w o o r d:
Spreken is zilver, zwijgen is goud. Da agent
Tijsterman had verstandiger gedaan zijn
mondje te houden, geen inkt te gaan vermor
sen aan een zaak die hem neg meer in op
spraak zal brengen. Misschien is bet eten van
paardenvleesoh wel de oorzaak van Tüjster-
man's dartelheid. Ik heb mij eerst afge
vraagd: zal ik nog antwoorden en wel om
dat liet optreden van Tijsterman zoo echt ty
peert, dat de man bewijst óf *en groot kind
óf een geraffineerd boosdoener te zijn. Dit
laatste kan ik tot op lieden nog niet geheel
gelooven en daarom zal ik de zaak in het kort
'behandelen.
Het raadslid Blom vertelde mij gisteren
avond dat zijn woorden in het „Haarlem's
Dagblad" niet juist zijn weergegeven. Dit
laatste was mij reeds bekend, ik ben er ech
ter heengegaan om mijn overtuiging te ver
sterken. Bij dit bezoek vertelde de heer Blom
mij het verloop der zaak voor en na de
Raadsvergadering. Ik zal het navertellen.
Op het R.-K. Crisisbureau werd schriftelijk
een klacht ingediend tegen den hoofdagent
Dingslioff en den agent Tijsterman; zij zouden
bij de verdeeling r an een paard zichzelf be
voordeeld 11 ebben door mede to nemen resp. 20
en 5 pond vleeseh. De voorzitter, Huyboom,
deelde bij de behandeling op het bureau me
de, dat hij de agenten had ondervïBagd en dat
bekend hadden die hoeveelheden vleeseh
ito hebben ontvangen. Eenige dagen voor dei
raadsvergadering sprak de heer Blom met.
den. voor'/tetter T£nyibooin. di o hem mededeelde
dat een en ander schriftelijk in handen van
wethouder Loerakker was gesteld.
Toen kwam de raadsvergadering. De heer
Verkocy, een partijgenoot van Tijsterman,
weneuhte inlichtingen over het optreden van
den hoofdagent Dingslioff. Zijn partijgenoot
Maagenclans raadde het stellen der vragen 'if.
De heer Verkooy begon te aarzelen en toen
de heer Blom bemerkte dat er pogingen ge
daan worden om dan een te"redden door het
beschuldigen van anderen, toen heeft bij in
gegrepen en uen burgemeester gevraagd om
in het belang der bevolking, die vertrouwen
in de politie moet hebben, thans eens in liet
openbaar te verklaren hoe de zaken bij de po
litie staan.
De burgemeester erkende daarop dat een
der agenten zijn penning als onbezoldigd rijks
veldwachter is afgenomen. Verder zei de bur
gemeester dat er veel gepraat werd maar dat
men nooit met feiten bij hem kwam.
Deze laatste uitdrukking verwonderde den
heer Blom ten zeerste. Hij steldo toen de
vraag: maar, burgemeester, hebt u dan geen
schriftelijke klacht tegen de agenten Dings
lioff en Tijsterman gekregen, wegens het zich
bevoordeelen bii het distribueeren van paar
den vlooseb?
Het antwoord was, dat er volgens ambts-
eendig proces-verbaal door Dingsboff en Tijs
terman ieder twee kilo paardenvleeseh was
genomen; dat zij echter zelf slechts een hal
ve kilo voor zich behouden hebben en de rest
bij verschillende lieden hebben bezorgd. De
burgemeester orkende toen de onbehoorlijk
heid va» deze handelwijze en verklaarde dat
de agenten over hun optreden door hem on
derhouden waren.
Hierna volgde in deu Baad een geheel© dis
cussie, waarbij bleek dat de agent Tijsterman
bij zijn partijgenoot Maagendans was geweest
om den hoofdagent Dingslioff zooveel mogelijk
zwart te maken (en eigen nestje schoon te
maken??) Vooral dit optreden van Tijstorman
is nogal vergaand als men weet, dat bij toch,
volgons de verklaringen van den burgemees*
ter zelf incorrect heeft gehandeld.
Ten slotte dankte de beer Blom den buife®"
meester, omdat Z.Ed. Acbtb. wettelijk ni®'
verplicht is in het openbaar inlichtingen 1®
geven. Het was dus van dat raadslid een b«r
leefdheid tegenover den burgemeester. Hi
beeft toen er bijgevoegd dat de zaak tot <1®
ware verhoudingen was teruggebracht en dat
de agenten wal incorrect hebben gehandeld
maar dat er, als men het ambtseedig proces*
verbaal als basis nam in dat geval van frauds
niet veel overbleef. De heer Blom constateer-
de dus, (Lw.z. in de paardenvleeschaffaire, dat
er geen fraudes of. be ter g-eaefed, dat er'geeu
verduisteringen hadden plaats gehad.
Er bleef voor den heer Blom niets anders ovef
althans in den Raad niet, dan te handelen zooals
door hem gedaan is. Als Tijsterman echter daar
tegenwoordig geweest was, dan zou hij zich niet
gewaagd hebben om zich thans, ten einde zici'
17^5°' *e beroepen op de woorden van ecu
ïaadslid, zonder ziij aan dat lid te vraseti ol
die voorden werkelijk zoo door hem zijn uitge
sproken. Ik wil nu echter nog even verder ver
tellen. Het verlóóp der zaak na. de raadsvergade
ring en dan kunnen de lezers 'zien hoe brutaal ol
hoe kinderlijk het optreden van Tijsterman ais
dienaar van den li. Hermandad in dit geval is-
De heer blom heeft zich na de raadsvergade
ring oogenblilckelijk in verbincTing gesteld met
het R.-K. Crisisbureau. Hij wist nier te verkla
ren hoe het mogelijk was, dat de agentc-n aati
den voorzitter I iuyboom zouden hebben verklaard
twintig en vijf pond vleeseh te hebben gekocht,
terwijl er in het procesverbaal op ambtseed ver-
klaaid werd van elk vir pond. Bij den heef
Blom Stond het vast, dat er groote en grove
onwaarheden in deze zaak gesproken werden. Hij
wnde maar niet direct er toe overgaan de politie
.e iv^diuldigen van het opmaken van een valsch
procesverbaal.
En wat blijkt er nu? De heer Huyboom houdt
zijne mededeel ingen staande en de ambtenaren
van het Slachthuis te Haarlem, die tegenwoordig
geweest zijn toen op 8 Juli jl. het paard in de
slagerij van den heer Straathof in stukken gestie-
-den werd, kunnen getuigen, dat er en voor Dings-
>wjf èn voor Tijsterman in 'n ijskast eenige stuk
ken vleeseh zijn opgeborgen. De hoeveelheid werd
door bovenbedoelde heeren geschat op 'ongeveer
7 en 2l/2 kilo. Dat is toch geheel iets anders
als er in het ambtseedig procesverbaal aan deit
burgemeester staat. De heer Blom deelde mij dart
ook mede, dat hij niet rusten zal, zeker niet nu
de politieagenten pogen met brutaliteit zichzelf
tl achten te ïedden, en dat hij in deze zaak de
tusschenkomst van den heer officier van Justitie
zal zien te bewerken.
Er moet zuiverheid in ons politiecorps komen,
zoo eindigde de heer Blom.
En nu Wil ik nog eenige woorden tot Tijster
man richten.
Luister eens, vriend. Je ophakkerij en je groote
woorden-gedoe laten mij tamelijk onverschillig-
Je .bent nog jong politieagent en'aan de jeugd
is veel te vergeven. Ik begrijp dat je benauw i
ben om verder iu de misère te komen en daarom
met eeu groot toetje de zaak tracht te smoren
Eén waag echter. Had je het recht om voor G
zelf meer dan een pond vleeseh te vragen? Of
is het machtsmisbruik om, als het waar is, voor
anderen vleeseh mede. te nemen. Je waart in de
Cronjéstraat om dé orde te handhaven, 'niet om
voor je zelf of voor anderen vleeseh te laten al-
snijden. Je hebt iemand teruggezonden U-'A
Ouü-bcnoteu om zijn bonboekje te halen, anu 'rs
lü-eeg hij geen vleeseh en de agenten nerwrt
vleeseh mede, zooals zij dan later verklaarden,
voor vrienden en kennissen. Het is juist dat wat
in Schoten niet deugt. De politie-vriendjesmaterii.
je hebt misbruik gemaakt van je positie als agent
vau politie, door voor anderen vleeseh mede te
nemen en als je dat nu nog niet begrijpf, terwijl
jé-zelf moet toegeven dat er velen ongeho'peit\
moesten heengaan, die er uren gewacht hebben,
dan zeg ik: je kunt een uitstekend sociaal-demo
craat zijn, maar als politieagent deug je abso-
til U-C fllCC
Ware ik burgemeester, ik zou het wel weten-
Ik zou beginnen met mijn corps uit te breiden efl
ik zou de agenten dienst latenjloen onder com
mando van iemand die er verstand van heeft zijn
agenten te doen begrijpen, dat zij er niet zijn om
zichzelf te bevoordeelen.
En ten slotte, Tijsterman, laten wij maar zwij
gen over het vertrouwen dat de politie moet heb
ben. Als je zelf beweert niets schandelijks ge
daan te hebben, terwijl ie door den burgemeester
over je handelwijze onderhouden ben en als je
dan nog den moed hebt om voor Pilatus te gaan
spelen, kijk eens vriend, met zulk soort menschen
heb ik medelijden, maar nog meer medelijden heb
tk met de-bevolking die.gaarne vertrouwen in de
politie zou willen hebben, maar wien het onmo
gelijk gemaakt wordt te bewijzen dat zij het heeft.
De politie moet zeker het onderscheid tusschén
mijn en dijn kennen en toch minstens „tact" be
zitten, iets dat bij onze politie niet altijd aan
wezig is.
Als de heer Tijsterman weer over het recht
vaardigheidsgevoel en het algemeen belang wil
schrijven, dan geef ik hem ernstig in overweging
aan het bekende spreekwoord te denken: Iti het
huis van den gehangene spreekt men niet over
het koord.
Begrepen, Tijsterman?
Het 14de.
Uitgever s K. LU3JTEH
lleekposder.
0048
O
O
LD
Dagelijks te spreken van 10—4»/2uur
Vulling van tand of kies biilijk tarief.
9046