Mffi lUIL WUIl De Speter. PERS ZEGT KERK ËN SCHOOL DE DAMIAATJES. FEUILLETON JACQUES DE BRANCI0N VROOLIJK ALLERLEI Zaterdag 7 September - Tweede blad laj&sai aöBftnböfehéA lafec Men zedMMÊfitf. Da BOA wieep fawar laotet» «truien in een •eavoudig© eaten te Pueble, waarin zich een Jonae man en «w® i®11®* rraayr Wonden. Het ♦earen do riffce hweaenxiero («loawübeBitter) don HuJbio on dja n®sr jeugsdigie eeht«®ö«ote. Don Rifbdo was oen men na booRstens dertig jaar, mat lang, brnangelodct haar. Behaaglijk rookte bij «en sigaret, torwij} bö onbeweeglijk rijn Trouw aankook. Adel en garootheid straalden tuit den blik dor jeugdige vtouiw. „Ruibio," s»i rij zocht, „ik heb u jets 1» ver zoeken." De man tegd© zijn ad#arei weg, eon hoog rood kleurde zijn wangen. „Lieve Bufoio, heb medelijden mot mjj vorm ij d den F ranacfaon baron Raziné. O, hij ia sw ongeluk, hij roert u stap voor stop naar den afgrondWeet «U dan niet. Bubio, hoe ik u lief heb, en gij, fzii brengt heel» nachten met Raziné in het speelhol dioor! Ja, bekend het, do haeionda, di gij deze week moest wer- k-oo]x^ nwas een speeleohuld! Denk ter lig aan den eersten tijd van ons huwelijk, al uxw mooie beloften, zij zjjn niet in vervulling gegaan. 0. wij konden zoo gelukkig zijn! Ik smeek u, speel niet moer, niet voor mü vraag, ik dit, maar voor ona kind, dat «ij ongelukkig maakt. He baron Raziné ia de schuld van dit allea, hi ia u-w verleider. Gij zijt goed, Ruibio, weet het. mas^ gij laat u meeeleepen-" Rubio was hevig ontroerd. Hij hief bot ge bogen hoofd op. zijn oogen waven vochtig en lxij zwoer nooit meer te zullen spelen. Op dit oógenblik trad een bediende het ver trok binnen met de woorden: „Senor, mijnheer de baron Raziné is beoeden in zijn rijtuig en wacht op u.: De jonge vrouw werd bij het hoeren dier woorden doodsbleek. „Verontschuldig mij," beval don Rubio, „zeg, dat mijn vrouw ongesteld is. Ik sj» vandaag niet uit en laat mij bovendien voor altijd ver antsohuldigen, daar ik noodt meer den voet in een speelhuis wil zetten." De bediende ging heen. De bleeke kleur verdween aanstonds van het gelaat der vrouw en met een vreugdekreet viel zi? haar man om den hals. Hü gewoelde zich zoo gelukkig, zijn. besluit van nooit meer te spelen stond rotsvast. Zijn vrouw had gelijk gehad, de hacienda had hij moeten verkoopen om een speelschuld te dek ken. Wel lx3czat hij er nog vijf. maar hos go- makkelijk kon hij ook dia verliezen als bij bleef doorspelen En dan Schande en el lende! „Hola, goeden avond, senor Rubio K'ihsp een jonge man,die door de hoofdstraat van Pixel)la wandelde. „Ik heb ie in goen veer tien dagen gezien, -vriend, waar zit je tochf? Ge zijt daarbij zeer beleefd geworden, ik kom met mij-n rijtuig bij n en <dj laat mij als een bedelaar door je knecht afwijzen. Zo», wat ia er toch gebeurd Zijt ge kluizenaar ge worden?^) „Ik-^leei geheel voor mijn vrouw en bon daarbij volkomen goluhfcixr. baron ItaaAné." „Nu, daarin kunt ge geluk befbiben., maar daarom sluit een vrij man zich niet ale een kluizenaar op." jjTIt sluit nrjj niet op, R&ayié. xn&&r ik mijn vrouw heilig en plechtig beloofd nooit meer te spelen!" „Ha, ha, diat ie 'niet eledh.il Zijt ge gek geworden, Rubio?" gpotte rijn vriend. „By mijn oer, die grap gaat te ver. IMopgen zal zjj u de belofte afdwingen, geen wijn meer te drinken, overmorgen: niet meer te rocken, daarna TiH«t. meer uit te gaan: dat zal heel plezierig zijn, lia, 3xa, ha!" - „Vriendl" zei Rubio bijna beschaamd, „weet ge dan niet, dat ik in één nacht nijj-n haciënda dodt nd éi Söfiftvt' «te* vrees te woHÏea ea 0ö\2iwd^0 „Honfed peso"* o®[ wadi'1 Ee8 de zaal. „Rood heeft verloren 1" Een nkguw apol boson. .xMifo &cèettda! S»n Miguel V' itep Rubio. Doodse}» stilte h-aeesohte in de saai. Bleek van opgewondenheid, mot begeorigen blik, zijn mot bloedbeioopen oo«en op de stapels goud stukken gericht, stond hiij daar, Jdood heeft verloren.!". Rubio draaide ®Mx langzaam om. re® hacienda was voor hem verloren! Op oen tafeltje «tonden ledige fleasahen, driftig vulde hij twee, drie glazen, wijn en goot die door de keel. Mijn groot» hacienda La Aquilla op zwart! riep don Ruhio na eanige oogenblikken.- De «pelehs keken op. „Be zet twintig duizend peso's tegen! de hacienda," zei de bankhouder. „Goed," riep don Ruibio. Zij waa echter tach tig duizend peso's waard, zijn jong» vrouw, had ze hem als huwelijksgift meegebracht. Het spel begon do kogel rolde. „Zwart heeft verloren!" Rubio stond als vaat genageld op den gtrond, een verwensching kwam over rijn lippen. Hxj greep opnieuw naar den drank, die ziin hoofd verstikte, en dronk tot hij bewusteloos aeer- verloor, en dat ik op deze wijz» binnen korten tijd een bedelaar zal rijn?" (d-uister eons, beste Ruibdo," antwoordde Ivaziné, „uw vrouw heeft op cÜit punt volko men golij -•»maar men speelt niet om zich te i'utneeren, dooh alleen om zich te verstrooien. Waarom zet gij ook zoo hoo«e sommen in? Z®t kleine in, ga alleen mot een kleine som in het speelhuis; is die verloren r welnu, dan gaat ga heen. Maar om zich als een school jongen te laten ringel,oor en! Neen, dat zou ik nooit <Ju3- dien Een mian als gj] mag niet de slaaf van zjjn vrouw zijn!" Arm in arm sloegen beide mannen de ateaat naar het speelhuis „Ik blijf hooastena i»t acht uur van avond hier," zei Rubio. „Dat ia wat anders, daarin hebt gij ge lijk l" antwoordde Raziné met een dudvelachtd- gen lach. Anna vrouw! Waarlijk aan boa* dacht Rubio niet, toen hij die helder VarHohte speel zaal binnentrad. Rubio weifelde nog. Rasinè, die het bemerk te, riep een Indiaan, di» weldra bjj hem terug- koorde met in ijs geplaatste wijoflaascben. Rarimé schonk in. hij spoorde Rubio aan, hij dronk dronk en dronk en Rubio en R*~ ainó üwoeren elkaar eeuwdige TOdemdschop. Ruibio nam die speelkaarten, hij woca. Hij «poolde vorder en wen weer. Nu had hij willen heen "-aan, de klok sloeg acfht- Maar de wijn. zeeg, We bevinden ons opnieuw in een Mexeaansdh speelhol, maar niet in dat, hetwelk wij reeds hebben leeren kennen, waarin hooge beambten, zelfs ministers en generaals, zibh aan het spel overgeven, maar in ©en donker laag huis: hier is het epeelhol voor de armen. De muren van bet vertrek zijn door den rook zwart gewor den. Voor bet vuur staat een lange tafel, waarop een smerig vetlamp je brandt. In* een pan boven het vuur ie een vuile India» oseho vrouw bezig met het eten te bereiden. Om de tafel zitten reeds eenige halfnaakte Indianen en soldaten to kauwen en in een hoek van het vertrek ligt een beschonken Creool. In den anderen hoèk rit een man en scdrudt de kaarten, hij is de bankhouder van dit speel- bel, een man met verglaasde oogen en met een jeneverneus. o, De deur gaat eensklaps open, en een arm uitziende man treedt binnen het is ©en oude bekende, baron Raziné en de ^bankhouder van het epeelhol is.... don Rubio. Z-ijn edit- genoote rast sinds lang in -het graf, de dood was een verlossing voor de vrouiw van den speler. Raziné ging op een bank bij den haard zit ten. Met tussehenpoozen gingen de gasten heen. Nauwelijks was don Rubio met Raziné alleen, toen deze opsprong. „Nu of nooit," fluisterde Raziné, terwijl hij een dievenlan taarn te voorschijn haalde, waarin hij een vet- kaarsje stak. Rubio zei niets, maar nam uit een lade een oud pistool, sloeg eon smerigen mantel om,, en zonder gedrudsoh verlieten beid» mannen bet huis en «lopen door een steeg. „Maar Raziné," zei Rubio ridderend, „als iemand wakker wordt, wat dan?" „Daarvoor heb je een pistool." „En als we gevangen worden geno-men 1" „Gekheid, de laatste real is verspeeld, moe ten we don verhongeren 1 De rijke jood be merkt err niets van, en binnen eenige dagen «polen wij in bot salon, laten do basuk aprtesren en don voort naar Californië I" Het was een pikdonkere nodbt. Beids man nen liepen snel de straat door en hielden voox een alleen staand huis «til. Daar lag een In diaan in het gras, di» zich zacht verhief en zei: „Senor, alle» k in orde. De jood slaapt reeds sinds twee uur, de patrouille is voorbij.'' „Goed." zei Raziné»blijf hiea: liggen» bemerkt ge gervaar, waarschuw' ons dan, waar ia de lad der?" „Daag, "senor." Raziné. beklom ds ladder, gevolgd door Rubio. Raiziné waa juist bezig met hot uitsnijden van een ruit, toen ds Indiaan ploteeliru» riep,De wacht komt." Verschrikt Met Rubio de faam' val len, die met veel geraas op den grond terecht kwam. Een venster werd geopend Raziné wil ds vluchten. Kreten weerklonken, twee half- aangekleede personen stormden het huk uit. Rubio, die juist van de ladder sprong viel in hun handen. Een man greep hem in den nek. Een vuurstraal, een knal, en de aanvaller lag met verbrijzelden schedel voor de voeten van Ruibio. Rufbdo wilde ombvluahten, inaar aanstonds kwamen verscheidene mannen opdien. Er ontstond een korte worsteling, maar de strijd waa te ongelijk. Hubio werd gaboaid en weggebracht. Badaé was op het dak geeptrotngen (d» itejci-oaanaoho daken rij® vlak) en kwam gelukkig in den tuin van het huis, en vluchtte daarna in het tain- hud». Een kelderdeur daarin stond open, waar in de tuinman waarschijnlijk rijn gereedeohap- pen borg. Hij daalde de trappen af en Ret lan-graam de deter rallen. Zij viel dicht, maar om niet meer voor hem geopend te worden. Weken lang kwam niemand i®. den kelder, eindelijk echter vond de tuinman daarin het lijk van Raziné. Eenigen tjjd later stond Rubio voo* het ge rechtshof te recsht: hij werd wegens roof en moord ter dood veroordeeld door den strop. Den 4ea Febuarl 1887 werd te Puobla het vonnis ten uitvoetr gebracht. VERKEERD BELEED. Op do janrTengadeïl-rig van de Zeeuwsehe Maatschappij van Landbouw, ia het beleid van Minister Posthnma scherp beexitisesrd, door niemand minder dan den heer Van Hoek di®eotear-g«®er«al vaat den Landbouw. Het was, zei de heer Van Hoek, voor do vervulling van zjjn ambt zeer wansebalijk met de landbouwers in aanzakinö te komen en de sfcroomingten omdér hen te kennen. Te meer neod&g was dit» daar de directie van den Landbouw betrekkelijk weinig met de crisis te doen beeft en door de oprichting van het Bureau voor Crislaaaken rieh aan de werken des vredes kan blijven wijden. Dit laatste is noodig, doch het gevaar be staat, dat hot contact met de landbouwers verloren gaat „Kon vraagt „Hei Huisgezin" zon der den minister te noemen of diens daden te bespreken» scherper orittek op diens be leid worden uitgeoefend! Er is een directie van den Landbouw, er is een directeur-generaal, die de land- houwers bun toestand en behoeften kent en die als hot ware is aangewezen om met hen voeling te houden, hen te raden en met hen overleg te plegen. Welnu, deze man, deze deskundige bij uitnemendheid, wordt in de belangrijke za ken, die het wal en het wee van den land bouw en daardoor van bet land raken, voorbijgegaan. Men laat hem de werken des vredes, d© paardenfokkerij, de ontwatering enz, en stelt ©en Schim van der Loeff en anderen, die van landbouw en landbouwers niets weten, als opperste scheidsrechters, als de beslissers in hoogste instantie aan. In welke wereld leven wij toch, -dat de minister zajn aangewezen adviseurs links laat liggen en aan ter zake wildvreemden rijn volle en zoo slecht geplaagd vertrou wen schenkt! We raken het contact niet de landbou wers kwijt, klaagt de heer Van Hook. Geen wonder dat de zaken slecht nw- dbeeren en dat de ontevredenheid oiHiar de landbouwer» groot en algemeen is. Wat zou men er. van zeggen, indien de minister in zaken van handel Mr.- Ever- wijn op non-aetivitedt stelde en b.v. den heer Van Hoek tot rijn groot-adviseur be noemde! Gelukkig 1» het bewind van minister Posthuma zoo goed als ten einde en krijgen we een nieuwen map, van wien men mag verwachten, dat hij een beteren kijk op de Kaken ral hebben en die onverwijld het contact, dat tusscben de directie van den Landbouw en de landbouwens bestaan moet, zal herstellen. Dan zal vanzelf ten aanzien van de boe ren een verstandiger politiek worden ge volgd, die hen zal bevredigen, hen met opgewektheid zich aan hun arbeid zal doen wijden en de voedselproductie ten goede zal komen. Posthuma's miMuikking ten opzichte van fee aangelegenheid van het allerhoogste belang is een baken In zee. DE TRIOMF DER NULLEN, JJgz-o trioatf wordt chitxr deu Jbeer A. f, van J3eurdoii. in ^I>© Maasb." toepn^seijjik &&a>Gb.t op het Nederlandsohe miénedhdom in dijenst der distributie, di© met baar, polypen-armen, iedereen ea allea omvat De schrijver ontrolt het volgende sprekend tafereel van. den door de distributie gescha pen toestand: Jji 't distributie vak, vooral in hét hel pende deel en dat is groot; ia zooveel mo gelijk alles ondergebracht wat op de glad de baan van het leven den voet verzwikt had,of uitgegleden was. Halve geleerden .en weinig geletterden; jongen» van de vijfde en zesde klas der lagere school, mis lukte aspiranten voor het onderwijs met een haifledige hersenkas rijm ambtenaren by de distributie geworden. Meisje» diie har» opvoeding voltooid achtten, toen ze ©en paar lessen machinesohrüven en en kele leasen boekhouden kregen» rijn gepro- mevcerd tot leider» van, afdeelingen. De protectie heeft haar ongure zegenxna- nie ook over de hoogeren laten gaan ea aldus schommelt en hobbelt de distributie- wagen in de meeste plaatsen als een onde versleten kar lang» de diepe sporen der honderdmaal elkaar opheffende en yernie- tigeiKio voorschriften. huis, want do burgemeester of de gemeen telijke umhtonaren moeten die mncfiSia- gsn geven, die ze ?.elf niet weten. En dan wordt er geïnformeerd, geviai- teerd, genoteerd, geëxecuteerd, en ten Mot te gedeclareerd, alle» in naam der wet of der besluiten. Men speurt en snuffelt; schat en waardeert ad idem zooveel per dag en put, al drek doende uit de ruime •beur s dor algemeen© belasting duiten. Er loopen zooveel van die inspecteurs, controleurs en visiteur» naad dat het ge woonweg bespottelijk wordt. Welke beweegredenen ba de keuze van al die menschen voorgezeten hebben, is on begrijpelijk. Bakende smokkelaars, men- eohen, die gjeatraft geweest zijn, om hun ontduiken der wetten heeft men tot opzich ters hunner medeburgers feemaakt. Nullen hebben traetementen gekregen, twee tot viermaal zooveel bedragend als een derge lijk ambtenaar uit een oud noodig steata- vak ooit krijgen kon. Wat baat het, dat enkele knappe lui hier en daar aan 't hoofd staan en de zaken op goede wégen trachten te houden. Zij kunnen den stroom niet feeerenl Bovendien is de sleur er in gekomen. Men rekent op de goedzakkiigheid van het publiek, dat zich alles laat welgevallen, dat geduldig wacht en wacht en dan nog met ledige handen naar huis gaat. Tijd kent men niet meer. Er is geen eenheid. Limburgsohe aardappelen naar het Noorden en Gronin ger aardappelen naar Maastricht. Dan is er geen rijst, dan geen vei; dan geen zeep, dan geen meeL In Roermond Liggen nog meer dan 700 kubiekmetsr rogge op de re- geeringsaolders en in de stad heeft men brood te kort. Dat overjarig koren aal men nu wol weer ergens anders heen brengen meit pussende "verdienste voor de transpor- te ure, controleurs, visiteurs, en directeurs om or dan weer nieuw in beslag genomen koren van dé boeren neea- te leggen in restigen rast. Dat alles is voor een geiwoon menach cxn- begrijpelijkk en onverstaanbaar. Men schijnt de telling kwijt te rijn. Reozeotrac- tementen geeft men allerlei chefs van af- deelingen, tractementen van 5000 en 6000 en de ambtenaren van de oude, noo- dige, noodzakelijke staatsvakken, die examen op examen hebben moeten doen om er te komen, die In de jonge jaren zich hebben moeten bekrimpen met een .smal tractement, rij loopen half te verhongeren In een slecht jasje» terende op hun gewoon, ontoereikend tractement en op een onvol doenden toeslag. Waar men door den algcmeenen nood kreet, eindelijk in moest rien, dat de ver arming der Staatsambtenaren met rasse schreden voorwaarts schrijdt men ten slotte maatregelen moest nemen, om aan de gerechte klachten tegemoet te komen, gaat men nu weer peuteren aan de eigen toezeggingen en knipt er gedeelten van af in den vorm van percenten en van stand plaats verschil. Alsof de nood niet algemeen was door geheel Nederland! Ite groote werkgever, de Staat; toont zich niet royaal en nog min der edel voor de trouwe, echte Staatsdie naren. Dat heeft ontstemming gewekt. Voor de Staats dienaren heeft men slechte halve (hulp over en dan nog langaaam. Maar wie goed en snel betaald worden, dat zijn de menachen, dde tijdelijk den staf voeren over Nederland en die voor het eten moeten zorgen, kwaad of goed. Weten en wetenschap, ondervinding en kennis zooala van de Staatsambtenaren In alle vakken gevorderd wordt en met recht schijnt daar nevenzaak te rijn. Wie er een maal inzit; i» gezagsdrager en wordt uit ruime beur» betaald. Dat stemt treurig, want het is de triomf der nullen, de triomf van het verderfelijke protecti es telsel." PNS GOUD EN ONS PAPIER. De Nederlandsche Baak bezit thans méér foud dan ooit te voren: méér dan zeven- onderd millioen gulden. Haar biljetten-cir culatie is echter ook hoog opgevoerd: over de negenhonderd millioen gulden aan bank biljetten zijn in omloop. De sterk vermeerderde papiereirculatie is nog uitnemend door metaal gedekt. Toch bergt de groots hoeveelheid papier ia om loop greote gevaren, schrijft „Df schokken zullen de marktpositie storen aö op de strenge warencrlste, die wij thans doormaken, zal allicht één of zuRen ter» scheiden geldcrises volgen. Omgekeerd belemmert een gezwollen oir» culatle een goede economische activiteit. Het papier in omloop strekt vrijwel geheel tot binnenlandech gebruik; het is boven dien improductief ia dien zin, dat het niets voortbrengt, geen rente oplevert en uit sluitend dienstig is, om van hand tot hand te gaan en de schuld van den een aan den ander te betalen. Naar de reeds sterk verruimde dekkingsbepaling der Bankvet moet voor elk uitgegeven bankbiljet eene dekking van ten minste 20 pet. goud aan wezig zijn; voor het milliard papier dat thans welhaast in omloop is, blijven dus tweehonderd millioen gulden goud in een kelder slapen, onttrokken aan liun nut tige functie in het internationale goederen verkeer." Het blad betoogt dat wij daarom bedacht moeten zijn op eene inkrimping der biljet ten-circulatie en dat reeds thans daartoe de maatregelen dienden te worden beraamd. Ih Duitschland, waar men, in nog vee! ster ker mate dan hier, voor hetzelfde vraagstuk, staat, is men reeds sedert veie maanden be zig ecen voorbereiding daartoe te treffen. In Engeland vormt het vraagstuk een voor werp van voortdurende overweging. Hier geschiedt tot dusver zoo goed als niets. I n t r o n i s a t i e. Mei begrijpelijke vreugde oniving de propagandist der Intronisatie-actie, pater Joachim, het navolgend waardeerend en bemoedigend schrijven, waaraan wij op verzoek gaarne plaats verleen en. ZeerEerw. pater Zooals uit uv» schrijven tot Ons gericht blijkt, heeft het werk der Intronisatie van het Aller heiligste Hart onder de uitdrukkelijke aanmoedi gingen van Z. H. Paus Bened ictus XV en vm vde Kardinalen en Bisschoppen reeds een hoogen No. 45. 7 SEPTEMBER Loods Vooral, omdat" het goud, ttuüis in de kluizen van de NederLandsche Bank opgestapeld, on- I middellijk na den oorlog naar alle hoeken Ex rijn mannen van eroedan wil en van j van de wereld weg ral vloeien. SPAARKAS. Reeds sedert jaren bestaat onze Spaarkas, als inkoopvereeniging voor winterprovisie. Met deze instelling zijn ook haar Bestuurs leden oud geworden. En hoe ouder de instelling hoe grooter zij werd, zocdat het zeer begrijpelijk isdat zij de Bestuursleden over het hoofd groeide. Het had nog wel gegaan, als niet -die lamme distributie met al zijn soesa aan papieren, kaarten en lijsten, de maat niet had doen over- loopen. Het werd de Bestuursleden te machtig, zij heb ben hun werk aan jongere krachten overgegaan. Daarom danken wij bij deze in het bijzonder onze oude getrouwe leden Duyn, Visser en ande ren, voor allea wat zij voor onze Spaarkas heb ben gedaan. Het nieuwe Bestuur veel succes! PROPAOANDACLUB. Onze Retraite-club heeft het initiatief genomen tot een wedexoprichten van de Propagandaclub in onzen Volksbond. Binnenkort zal er wel meer van te vertellen zijn BIBLIOTHEEK Onze Bibliotheek i» hervormd. Nu de „St. Vin- centius Bibliotheeken in iedere stadswijk geves tigd zijn, is het niet meer noodig dat de Yolks- bond een Bibliotheek bezit, waarin ontspannings lectuur te vinden i3. Daarom hebben wij de romans en dergelijks aan verschillende instellingen weggegeven en houden in onze bibliotheek voortaan alleen wer ken op sociologisch ea politiek gebied. De opening wordt nog nader bekend gemaakt. AGENDA SOCIËTEIT „ST. BAVO". ZONDAG 8 Sept Bavo-Bioscore 2, 4 en 8 uur. MAANDAG 9 SEPT. Kleermakers 8 uur Slagersgezellen 7 uur R.-K .Onderwijzers 6 uur. DINSDAG 10 SEPT. Crisis Middenstand 8y, uur N. H. Courant 8 uur Bestuur Kantoorbedienden 8 uur Bestuur Bouwvak ken 8 uur. WOENSDAG 11 SEPT. Aanwijzing Wo- ningbouwver. „St. Bavo" II uur Geheelont houders Spoor en Tram 8 uur. DONDERDAG 12 SEPT. Bureau voor Rechtskundige Adviezen 8y29% uur. VRIJDAG 13 SEPT. Gemeentewerklieden, 8 uur. romantisch VERHAAL UIT DEN TUD 23 üER FRANSCHE REVOLUTIE. 52-ïï* biilkt dat zii Met weet dait de graaf later ook uog een dochter gehad heeft tv H.éienö Duizend bommen? tW 0 yerrassmg onthalen!" „Dat ral haar een oogenblik van streek brengen, maar indien zij u naar de bewiJzen •vraagt - en gy kamt er zeker van rijn dat zo u vragen zal wat relt gij dan doen?" wat ik doen zal," riep de gewezen dra- Smdar met donderende stem tut; „o, ik zal i} niet veel moeite geven; ik zal haar dien onef van den graaf, dien ik' in de porto- remlle van zijn armen oom, den ridder, ge vonden en altijd bewaard heb, onder den heus houden." „Waarachtig, dat is waar; daar dacht ik W f ,m?0r aan- Goed zoo, mijn brave Vivant, Oe ven new niet te wanhopen, en ia *£Wfldhting van betere tijding zulien wij; de markiezin vooreerst maar dwarsboomen." „O, ik weet dat wij misschien die vrouw beletten kunnen om zich van de goederen der grafelijke familie meester te maken. Maar, helaas, waartoe zal ona dit-baten, zoo de vader dood en dé kinderen misschien voor altijd verloren zijn?.,. En dan te moe ten zeggen dat ik daarvan de oorzaak ben Al» ik daaraan denk zou ik mijn hoofd tegen den muur kunnen verpletteren! .Ellendige Bruiardl" „Kom, kom, mijn jongen, moed gehouden! Men moet zich niet op zulk een wijze ont moedigen; dan is men tot niets in staat Gij moet u ook den toestand der geëmigreerden niet al te zwart voorstellen. De graaf had vela vrienden onder de uitgewekenen en daar alle adellijken de wijk naar het bui tenland genomen hebben, zal vroeg of laat. eender vrienden de kinderen terugbrengen. „Maar er zijn reeds jaren aedert den dood van den vader voorbijgegaan en men heeft nog niets van de kleinen gehoord. Ik geef toe dat het spoor niet zoa vorach meer is om het gemakkelijk terug te vin den,' antwoordde de gewezen pikeur, die aakeinkeiiirhi» bij, imm» wat willen deze bü dte verwarring: van boven af, tou die llope- looae Lazerij «u oommaaxdeerdieirij van boo velen. Iedereen ia haast meester en laat zich igralderc Belgen bevelen Hollander», staan aan het hoofd van distributieafdee- Uhgen. Hollanders zetten Belgen recht en bevelen hen voox hei hongerende Holing te zorgen» Op rei» riet man <3» scharen dienaren van al die tot een weliger; veelgetakten boom uitgegroeidie distributie» rich beha&e- Ujk gevoelen. Allen zijn met een nieuwe prima» greote actentasch gewapend» ai zit er ook maar een dagblad en een spoorboekje in» Hun reis gaat allereerst naar het gemeente- t"i1 ,De Nederlandsche voorraden zijn vol komen uitgeput, hun aanvulling moet, zoo spoedig een normaal verkeer hersteld Is, de eerste zorg zijn. Doch wat kunnen wij het buitenland bieden dan een weinig scheepsruim te en goud, in ruil voor grond en hulpstoffen en afgewerkte goederen, die wij ervan betrekken moeten? plijikt het goud, dan zal noodwendig de biljettencirculatie ingeperkt moeten wor den; dan zal -de Nederlandsche Bank cre- dieten opzeggen en haar beleeningsrente verhoog an moeten, wil zij de credietwaar- digheid van haar betaalmiddel ongerept handhaven. De koopkracht van ons volk, zoo onvoorwaardelijk noodig na den vrede, zal daardoor worden ingeperkt; allerlei yOOR HET GERECHTSHOF. Een man van 60 jaar hoorde zich dezer dagen veroorjeelen tot 20 jaren tuchthuis straf. „Ik dank u zeer, duizendmaal dank, mijn heer de preekient," riep hij met aandoening. Ur had niet gehoopt, nog zoolang te zullen fovenl" EEN ZWARE TAAK.' Mevrouw: „Beete man, ik moet naar den tandarts. Wil jij zoolang op 't' kind passen?" 'Mynheer (verechrikt)„Als jij op 't kind passen wil, Betsie, zal ik wel even naar den tandarts gaan! zijn jagerstermen voor den dag te komen; „maar wij zuilen eea goeden reuk .en ge-> fepitete oorrn hebben en met tijd en geduld..." Zoo bleven de twee vrienden nog voort- praten tot de terugkomst van den kléinen Coacaret; daarop. sloot Denis zorgvuldig de deur en vensterblinden zijner herberg en hracht toen zijn makker Vivant naar de lo geerkamer. Deze begaf zich spoedig ter jruste in de hoop dat de slaap den tijd, welké er nog voor zijn bezoek aan de oude' Adrienns vexloopen moest, verkorten. Den anderen ochtend, lang voor het aan» breken van den dag, ongeveer om zes uur in den morgen, waren de pikeur en de oud soldaat, evenais den vorigen avond, weder te de groote gelagkamer der herberg bijeen. Een vroolijk vuur knapperde onder den Imo gen schoorsteen en een groote kruik met' kristalheldere)!, witten wijn prijkte tusschen twee zilveren kroezen, Welke reed* meer dan eens dén weg van de tafel naar de lippen van Vivant en Deni» hadden afgelegd. „Waar kon ik de red» Adrienne vinden," u vroeg Vivant. Sewezea pikeur, die „Herinnert gij1 u den ouden Commandeurs- geéh gelegenheid Ue.ti .waiku&m m wp Mm, den «miten .^furkantest torite. js*aü* vensters op de Undeniaan uitzien?" „Of ik rnjj dien herinner? Daar woonde de arme kleine Jacquesdat lieve kind.... Mij dunks nog dat ik er hem zie „Nu, daar woont de oude kamenier; ik weet eohter piet juist in welk vertrek. Be- proef slechts alle deuren te openen; als of een ia die weerstand biedt, kunt gif zeker rijn dat gij zjjt waar ge wezen moet- Dan hebt ge sxechts te zorgen dat men u opent en dat zal geen kleinigheid zijn. Sedert tien jaren spreekt moeder Adrienne mot nie mand meer." Dat is oeö brave vrouw> nep Vivant met geestdrift uit; „ah; ais ik bedenk dat ik evenals rij had kunnen doen." ,,'t Is waar, zij is een brave vrouw," on derbrak hem Denis; „maar zij kon het even rd zijn, zonder zich zoo zonderling stellen.,. Tien jaren zonder spreken lik zou reeds negen jaren, alf maanden en der tig dagen min vijf minuten dool zijn, zoa ik hetzelfde had moeten doen... Kom, mijn jongen, iaat ons nog eens dHnken wTga dan o|> we$f ik wacht u tegen het midd^-. maal.' grooten dorpsweg Langs, die op dit vroege morgenuur nog eenzaam en verlaten was. Toen Vivant dacht, dat de zon op het punt was van op te komen, sloeg hij een der talrijke' voetpaden in, die langs de helling der rotsen liepen- Ieder oogenblik werd zijn weg versperd, nu eens door wild groeiend houtgewas, dan weder door stukken muur die blijkbaar van het kasteel naar beneden waren gestort. Op een plaats stiet hij op een groot houten luik dat een wezenlijke bar rière vormde en met opzet daar geplaatst scheen. Deze verschillende versperringen de overdenkingen waartoe zij Vivant aanleiding gaven, en een soort van aarzeling, die hem ving en zijn bewegingen niet vlugger maak ten, naarmate hij rijn doel naderde, vertraag de zijn opstijgen niet weinig, zoodat het bijna geheel dag was tosu hij den top der rots bereikte en den voet op het voorplein van het kasteel zette. De zon was in tusschen opgegaan; ang» zamerhknd was de no rei di e over geheel ds landstreek hing, opgetrokken en had plaat» gemaakt roor esn helderen frisschen Wintermorgen- fcStordt vervolgd). -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 5