Mffi lUIL WUIl
De Speter.
PERS ZEGT
KERK ËN SCHOOL
DE DAMIAATJES.
FEUILLETON
JACQUES DE BRANCI0N
VROOLIJK ALLERLEI
Zaterdag 7 September - Tweede blad
laj&sai aöBftnböfehéA lafec Men
zedMMÊfitf.
Da BOA wieep fawar laotet» «truien in een
•eavoudig© eaten te Pueble, waarin zich een
Jonae man en «w® i®11®* rraayr Wonden. Het
♦earen do riffce hweaenxiero («loawübeBitter) don
HuJbio on dja n®sr jeugsdigie eeht«®ö«ote. Don
Rifbdo was oen men na booRstens dertig jaar,
mat lang, brnangelodct haar. Behaaglijk rookte
bij «en sigaret, torwij} bö onbeweeglijk rijn
Trouw aankook. Adel en garootheid straalden
tuit den blik dor jeugdige vtouiw.
„Ruibio," s»i rij zocht, „ik heb u jets 1» ver
zoeken."
De man tegd© zijn ad#arei weg, eon hoog
rood kleurde zijn wangen.
„Lieve Bufoio, heb medelijden mot mjj
vorm ij d den F ranacfaon baron Raziné. O, hij
ia sw ongeluk, hij roert u stap voor stop naar
den afgrondWeet «U dan niet. Bubio, hoe
ik u lief heb, en gij, fzii brengt heel» nachten
met Raziné in het speelhol dioor! Ja, bekend
het, do haeionda, di gij deze week moest wer-
k-oo]x^ nwas een speeleohuld! Denk ter lig aan
den eersten tijd van ons huwelijk, al uxw mooie
beloften, zij zjjn niet in vervulling gegaan.
0. wij konden zoo gelukkig zijn! Ik smeek
u, speel niet moer, niet voor mü vraag, ik dit,
maar voor ona kind, dat «ij ongelukkig maakt.
He baron Raziné ia de schuld van dit allea, hi
ia u-w verleider. Gij zijt goed, Ruibio, weet
het. mas^ gij laat u meeeleepen-"
Rubio was hevig ontroerd. Hij hief bot ge
bogen hoofd op. zijn oogen waven vochtig en
lxij zwoer nooit meer te zullen spelen.
Op dit oógenblik trad een bediende het ver
trok binnen met de woorden: „Senor, mijnheer
de baron Raziné is beoeden in zijn rijtuig en
wacht op u.:
De jonge vrouw werd bij het hoeren dier
woorden doodsbleek.
„Verontschuldig mij," beval don Rubio, „zeg,
dat mijn vrouw ongesteld is. Ik sj» vandaag
niet uit en laat mij bovendien voor altijd ver
antsohuldigen, daar ik noodt meer den voet in
een speelhuis wil zetten."
De bediende ging heen.
De bleeke kleur verdween aanstonds van het
gelaat der vrouw en met een vreugdekreet viel
zi? haar man om den hals.
Hü gewoelde zich zoo gelukkig, zijn. besluit
van nooit meer te spelen stond rotsvast. Zijn
vrouw had gelijk gehad, de hacienda had hij
moeten verkoopen om een speelschuld te dek
ken. Wel lx3czat hij er nog vijf. maar hos go-
makkelijk kon hij ook dia verliezen als bij
bleef doorspelen En dan Schande en el
lende!
„Hola, goeden avond, senor Rubio K'ihsp
een jonge man,die door de hoofdstraat van
Pixel)la wandelde. „Ik heb ie in goen veer
tien dagen gezien, -vriend, waar zit je tochf?
Ge zijt daarbij zeer beleefd geworden, ik kom
met mij-n rijtuig bij n en <dj laat mij als een
bedelaar door je knecht afwijzen. Zo», wat
ia er toch gebeurd Zijt ge kluizenaar ge
worden?^)
„Ik-^leei geheel voor mijn vrouw en bon
daarbij volkomen goluhfcixr. baron ItaaAné."
„Nu, daarin kunt ge geluk befbiben., maar
daarom sluit een vrij man zich niet ale een
kluizenaar op."
jjTIt sluit nrjj niet op, R&ayié. xn&&r ik
mijn vrouw heilig en plechtig beloofd nooit
meer te spelen!"
„Ha, ha, diat ie 'niet eledh.il Zijt ge gek
geworden, Rubio?" gpotte rijn vriend. „By mijn
oer, die grap gaat te ver. IMopgen zal zjj u de
belofte afdwingen, geen wijn meer te drinken,
overmorgen: niet meer te rocken, daarna TiH«t.
meer uit te gaan: dat zal heel plezierig zijn,
lia, 3xa, ha!" -
„Vriendl" zei Rubio bijna beschaamd, „weet
ge dan niet, dat ik in één nacht nijj-n haciënda
dodt
nd
éi Söfiftvt' «te* vrees
te woHÏea ea
0ö\2iwd^0
„Honfed peso"* o®[ wadi'1 Ee8
de zaal.
„Rood heeft verloren 1"
Een nkguw apol boson. .xMifo &cèettda! S»n
Miguel V' itep Rubio.
Doodse}» stilte h-aeesohte in de saai. Bleek
van opgewondenheid, mot begeorigen blik, zijn
mot bloedbeioopen oo«en op de stapels goud
stukken gericht, stond hiij daar,
Jdood heeft verloren.!".
Rubio draaide ®Mx langzaam om. re®
hacienda was voor hem verloren!
Op oen tafeltje «tonden ledige fleasahen,
driftig vulde hij twee, drie glazen, wijn en
goot die door de keel.
Mijn groot» hacienda La Aquilla op zwart!
riep don Ruhio na eanige oogenblikken.-
De «pelehs keken op.
„Be zet twintig duizend peso's tegen! de
hacienda," zei de bankhouder.
„Goed," riep don Ruibio. Zij waa echter tach
tig duizend peso's waard, zijn jong» vrouw, had
ze hem als huwelijksgift meegebracht.
Het spel begon do kogel rolde.
„Zwart heeft verloren!"
Rubio stond als vaat genageld op den gtrond,
een verwensching kwam over rijn lippen. Hxj
greep opnieuw naar den drank, die ziin hoofd
verstikte, en dronk tot hij bewusteloos aeer-
verloor, en dat ik op deze wijz» binnen korten
tijd een bedelaar zal rijn?"
(d-uister eons, beste Ruibdo," antwoordde
Ivaziné, „uw vrouw heeft op cÜit punt volko
men golij -•»maar men speelt niet om zich te
i'utneeren, dooh alleen om zich te verstrooien.
Waarom zet gij ook zoo hoo«e sommen in? Z®t
kleine in, ga alleen mot een kleine som in het
speelhuis; is die verloren r welnu, dan gaat
ga heen. Maar om zich als een school jongen te
laten ringel,oor en! Neen, dat zou ik nooit <Ju3-
dien Een mian als gj] mag niet de slaaf van zjjn
vrouw zijn!"
Arm in arm sloegen beide mannen de ateaat
naar het speelhuis „Ik blijf hooastena i»t
acht uur van avond hier," zei Rubio.
„Dat ia wat anders, daarin hebt gij ge
lijk l" antwoordde Raziné met een dudvelachtd-
gen lach.
Anna vrouw! Waarlijk aan boa* dacht
Rubio niet, toen hij die helder VarHohte speel
zaal binnentrad.
Rubio weifelde nog. Rasinè, die het bemerk
te, riep een Indiaan, di» weldra bjj hem terug-
koorde met in ijs geplaatste wijoflaascben.
Rarimé schonk in. hij spoorde Rubio aan, hij
dronk dronk en dronk en Rubio en R*~
ainó üwoeren elkaar eeuwdige TOdemdschop.
Ruibio nam die speelkaarten, hij woca. Hij
«poolde vorder en wen weer. Nu had hij willen
heen "-aan, de klok sloeg acfht- Maar de wijn.
zeeg,
We bevinden ons opnieuw in een Mexeaansdh
speelhol, maar niet in dat, hetwelk wij reeds
hebben leeren kennen, waarin hooge beambten,
zelfs ministers en generaals, zibh aan het spel
overgeven, maar in ©en donker laag huis: hier
is het epeelhol voor de armen. De muren van
bet vertrek zijn door den rook zwart gewor
den. Voor bet vuur staat een lange tafel,
waarop een smerig vetlamp je brandt. In* een
pan boven het vuur ie een vuile India» oseho
vrouw bezig met het eten te bereiden. Om de
tafel zitten reeds eenige halfnaakte Indianen
en soldaten to kauwen en in een hoek van het
vertrek ligt een beschonken Creool.
In den anderen hoèk rit een man en scdrudt
de kaarten, hij is de bankhouder van dit speel-
bel, een man met verglaasde oogen en met een
jeneverneus. o,
De deur gaat eensklaps open, en een arm
uitziende man treedt binnen het is ©en oude
bekende, baron Raziné en de ^bankhouder
van het epeelhol is.... don Rubio. Z-ijn edit-
genoote rast sinds lang in -het graf, de dood
was een verlossing voor de vrouiw van den
speler.
Raziné ging op een bank bij den haard zit
ten. Met tussehenpoozen gingen de gasten
heen. Nauwelijks was don Rubio met Raziné
alleen, toen deze opsprong. „Nu of nooit,"
fluisterde Raziné, terwijl hij een dievenlan
taarn te voorschijn haalde, waarin hij een vet-
kaarsje stak.
Rubio zei niets, maar nam uit een lade een
oud pistool, sloeg eon smerigen mantel om,, en
zonder gedrudsoh verlieten beid» mannen bet
huis en «lopen door een steeg.
„Maar Raziné," zei Rubio ridderend, „als
iemand wakker wordt, wat dan?"
„Daarvoor heb je een pistool."
„En als we gevangen worden geno-men 1"
„Gekheid, de laatste real is verspeeld, moe
ten we don verhongeren 1 De rijke jood be
merkt err niets van, en binnen eenige dagen
«polen wij in bot salon, laten do basuk aprtesren
en don voort naar Californië I"
Het was een pikdonkere nodbt. Beids man
nen liepen snel de straat door en hielden voox
een alleen staand huis «til. Daar lag een In
diaan in het gras, di» zich zacht verhief en
zei: „Senor, alle» k in orde. De jood slaapt
reeds sinds twee uur, de patrouille is voorbij.''
„Goed." zei Raziné»blijf hiea: liggen» bemerkt
ge gervaar, waarschuw' ons dan, waar ia de lad
der?"
„Daag, "senor."
Raziné. beklom ds ladder, gevolgd door Rubio.
Raiziné waa juist bezig met hot uitsnijden van
een ruit, toen ds Indiaan ploteeliru» riep,De
wacht komt."
Verschrikt Met Rubio de faam' val
len, die met veel geraas op den grond terecht
kwam. Een venster werd geopend Raziné wil
ds vluchten. Kreten weerklonken, twee half-
aangekleede personen stormden het huk uit.
Rubio, die juist van de ladder sprong viel in
hun handen. Een man greep hem in den nek.
Een vuurstraal, een knal, en de aanvaller lag
met verbrijzelden schedel voor de voeten van
Ruibio.
Rufbdo wilde ombvluahten, inaar aanstonds
kwamen verscheidene mannen opdien. Er
ontstond een korte worsteling, maar de strijd
waa te ongelijk.
Hubio werd gaboaid en weggebracht. Badaé
was op het dak geeptrotngen (d» itejci-oaanaoho
daken rij® vlak) en kwam gelukkig in den tuin
van het huis, en vluchtte daarna in het tain-
hud». Een kelderdeur daarin stond open, waar
in de tuinman waarschijnlijk rijn gereedeohap-
pen borg. Hij daalde de trappen af en Ret
lan-graam de deter rallen. Zij viel dicht, maar
om niet meer voor hem geopend te worden.
Weken lang kwam niemand i®. den kelder,
eindelijk echter vond de tuinman daarin het
lijk van Raziné.
Eenigen tjjd later stond Rubio voo* het ge
rechtshof te recsht: hij werd wegens roof en
moord ter dood veroordeeld door den strop.
Den 4ea Febuarl 1887 werd te Puobla het
vonnis ten uitvoetr gebracht.
VERKEERD BELEED.
Op do janrTengadeïl-rig van de Zeeuwsehe
Maatschappij van Landbouw, ia het beleid
van Minister Posthnma scherp beexitisesrd,
door niemand minder dan den heer Van Hoek
di®eotear-g«®er«al vaat den Landbouw.
Het was, zei de heer Van Hoek, voor do
vervulling van zjjn ambt zeer wansebalijk
met de landbouwers in aanzakinö te komen
en de sfcroomingten omdér hen te kennen.
Te meer neod&g was dit» daar de directie
van den Landbouw betrekkelijk weinig met
de crisis te doen beeft en door de oprichting
van het Bureau voor Crislaaaken rieh aan de
werken des vredes kan blijven wijden.
Dit laatste is noodig, doch het gevaar be
staat, dat hot contact met de landbouwers
verloren gaat
„Kon vraagt „Hei Huisgezin" zon
der den minister te noemen of diens daden
te bespreken» scherper orittek op diens be
leid worden uitgeoefend!
Er is een directie van den Landbouw,
er is een directeur-generaal, die de land-
houwers bun toestand en behoeften kent
en die als hot ware is aangewezen om met
hen voeling te houden, hen te raden en
met hen overleg te plegen.
Welnu, deze man, deze deskundige bij
uitnemendheid, wordt in de belangrijke za
ken, die het wal en het wee van den land
bouw en daardoor van bet land raken,
voorbijgegaan.
Men laat hem de werken des vredes, d©
paardenfokkerij, de ontwatering enz, en
stelt ©en Schim van der Loeff en anderen,
die van landbouw en landbouwers niets
weten, als opperste scheidsrechters, als de
beslissers in hoogste instantie aan.
In welke wereld leven wij toch, -dat de
minister zajn aangewezen adviseurs links
laat liggen en aan ter zake wildvreemden
rijn volle en zoo slecht geplaagd vertrou
wen schenkt!
We raken het contact niet de landbou
wers kwijt, klaagt de heer Van Hook.
Geen wonder dat de zaken slecht nw-
dbeeren en dat de ontevredenheid oiHiar de
landbouwer» groot en algemeen is.
Wat zou men er. van zeggen, indien de
minister in zaken van handel Mr.- Ever-
wijn op non-aetivitedt stelde en b.v. den
heer Van Hoek tot rijn groot-adviseur be
noemde!
Gelukkig 1» het bewind van minister
Posthuma zoo goed als ten einde en krijgen
we een nieuwen map, van wien men mag
verwachten, dat hij een beteren kijk op de
Kaken ral hebben en die onverwijld het
contact, dat tusscben de directie van den
Landbouw en de landbouwens bestaan
moet, zal herstellen.
Dan zal vanzelf ten aanzien van de boe
ren een verstandiger politiek worden ge
volgd, die hen zal bevredigen, hen met
opgewektheid zich aan hun arbeid zal doen
wijden en de voedselproductie ten goede
zal komen.
Posthuma's miMuikking ten opzichte van
fee aangelegenheid van het allerhoogste
belang is een baken In zee.
DE TRIOMF DER NULLEN,
JJgz-o trioatf wordt chitxr deu Jbeer A. f, van
J3eurdoii. in ^I>© Maasb." toepn^seijjik &&a>Gb.t
op het Nederlandsohe miénedhdom in dijenst
der distributie, di© met baar, polypen-armen,
iedereen ea allea omvat
De schrijver ontrolt het volgende sprekend
tafereel van. den door de distributie gescha
pen toestand:
Jji 't distributie vak, vooral in hét hel
pende deel en dat is groot; ia zooveel mo
gelijk alles ondergebracht wat op de glad
de baan van het leven den voet verzwikt
had,of uitgegleden was. Halve geleerden
.en weinig geletterden; jongen» van de
vijfde en zesde klas der lagere school, mis
lukte aspiranten voor het onderwijs met
een haifledige hersenkas rijm ambtenaren
by de distributie geworden. Meisje» diie
har» opvoeding voltooid achtten, toen ze
©en paar lessen machinesohrüven en en
kele leasen boekhouden kregen» rijn gepro-
mevcerd tot leider» van, afdeelingen.
De protectie heeft haar ongure zegenxna-
nie ook over de hoogeren laten gaan ea
aldus schommelt en hobbelt de distributie-
wagen in de meeste plaatsen als een onde
versleten kar lang» de diepe sporen der
honderdmaal elkaar opheffende en yernie-
tigeiKio voorschriften.
huis, want do burgemeester of de gemeen
telijke umhtonaren moeten die mncfiSia-
gsn geven, die ze ?.elf niet weten.
En dan wordt er geïnformeerd, geviai-
teerd, genoteerd, geëxecuteerd, en ten Mot
te gedeclareerd, alle» in naam der wet of
der besluiten. Men speurt en snuffelt;
schat en waardeert ad idem zooveel per
dag en put, al drek doende uit de ruime
•beur s dor algemeen© belasting duiten.
Er loopen zooveel van die inspecteurs,
controleurs en visiteur» naad dat het ge
woonweg bespottelijk wordt.
Welke beweegredenen ba de keuze van
al die menschen voorgezeten hebben, is on
begrijpelijk. Bakende smokkelaars, men-
eohen, die gjeatraft geweest zijn, om hun
ontduiken der wetten heeft men tot opzich
ters hunner medeburgers feemaakt. Nullen
hebben traetementen gekregen, twee tot
viermaal zooveel bedragend als een derge
lijk ambtenaar uit een oud noodig steata-
vak ooit krijgen kon.
Wat baat het, dat enkele knappe lui hier
en daar aan 't hoofd staan en de zaken
op goede wégen trachten te houden. Zij
kunnen den stroom niet feeerenl Bovendien
is de sleur er in gekomen. Men rekent op
de goedzakkiigheid van het publiek, dat
zich alles laat welgevallen, dat geduldig
wacht en wacht en dan nog met ledige
handen naar huis gaat. Tijd kent men niet
meer. Er is geen eenheid. Limburgsohe
aardappelen naar het Noorden en Gronin
ger aardappelen naar Maastricht. Dan is er
geen rijst, dan geen vei; dan geen zeep,
dan geen meeL In Roermond Liggen nog
meer dan 700 kubiekmetsr rogge op de re-
geeringsaolders en in de stad heeft men
brood te kort. Dat overjarig koren aal men
nu wol weer ergens anders heen brengen
meit pussende "verdienste voor de transpor-
te ure, controleurs, visiteurs, en directeurs
om or dan weer nieuw in beslag genomen
koren van dé boeren neea- te leggen in
restigen rast.
Dat alles is voor een geiwoon menach cxn-
begrijpelijkk en onverstaanbaar. Men
schijnt de telling kwijt te rijn. Reozeotrac-
tementen geeft men allerlei chefs van af-
deelingen, tractementen van 5000 en
6000 en de ambtenaren van de oude, noo-
dige, noodzakelijke staatsvakken, die
examen op examen hebben moeten doen
om er te komen, die In de jonge jaren zich
hebben moeten bekrimpen met een .smal
tractement, rij loopen half te verhongeren
In een slecht jasje» terende op hun gewoon,
ontoereikend tractement en op een onvol
doenden toeslag.
Waar men door den algcmeenen nood
kreet, eindelijk in moest rien, dat de ver
arming der Staatsambtenaren met rasse
schreden voorwaarts schrijdt men ten
slotte maatregelen moest nemen, om aan
de gerechte klachten tegemoet te komen,
gaat men nu weer peuteren aan de eigen
toezeggingen en knipt er gedeelten van af
in den vorm van percenten en van stand
plaats verschil.
Alsof de nood niet algemeen was door
geheel Nederland! Ite groote werkgever, de
Staat; toont zich niet royaal en nog min
der edel voor de trouwe, echte Staatsdie
naren.
Dat heeft ontstemming gewekt. Voor de
Staats dienaren heeft men slechte halve
(hulp over en dan nog langaaam.
Maar wie goed en snel betaald worden,
dat zijn de menachen, dde tijdelijk den staf
voeren over Nederland en die voor het
eten moeten zorgen, kwaad of goed.
Weten en wetenschap, ondervinding en
kennis zooala van de Staatsambtenaren In
alle vakken gevorderd wordt en met recht
schijnt daar nevenzaak te rijn. Wie er een
maal inzit; i» gezagsdrager en wordt uit
ruime beur» betaald.
Dat stemt treurig, want het is de triomf
der nullen, de triomf van het verderfelijke
protecti es telsel."
PNS GOUD EN ONS PAPIER.
De Nederlandsche Baak bezit thans méér
foud dan ooit te voren: méér dan zeven-
onderd millioen gulden. Haar biljetten-cir
culatie is echter ook hoog opgevoerd: over
de negenhonderd millioen gulden aan bank
biljetten zijn in omloop.
De sterk vermeerderde papiereirculatie is
nog uitnemend door metaal gedekt. Toch
bergt de groots hoeveelheid papier ia om
loop greote gevaren, schrijft „Df
schokken zullen de marktpositie storen aö
op de strenge warencrlste, die wij thans
doormaken, zal allicht één of zuRen ter»
scheiden geldcrises volgen.
Omgekeerd belemmert een gezwollen oir»
culatle een goede economische activiteit.
Het papier in omloop strekt vrijwel geheel
tot binnenlandech gebruik; het is boven
dien improductief ia dien zin, dat het niets
voortbrengt, geen rente oplevert en uit
sluitend dienstig is, om van hand tot hand
te gaan en de schuld van den een aan
den ander te betalen. Naar de reeds sterk
verruimde dekkingsbepaling der Bankvet
moet voor elk uitgegeven bankbiljet eene
dekking van ten minste 20 pet. goud aan
wezig zijn; voor het milliard papier dat
thans welhaast in omloop is, blijven dus
tweehonderd millioen gulden goud in een
kelder slapen, onttrokken aan liun nut
tige functie in het internationale goederen
verkeer."
Het blad betoogt dat wij daarom bedacht
moeten zijn op eene inkrimping der biljet
ten-circulatie en dat reeds thans daartoe
de maatregelen dienden te worden beraamd.
Ih Duitschland, waar men, in nog vee! ster
ker mate dan hier, voor hetzelfde vraagstuk,
staat, is men reeds sedert veie maanden be
zig ecen voorbereiding daartoe te treffen.
In Engeland vormt het vraagstuk een voor
werp van voortdurende overweging. Hier
geschiedt tot dusver zoo goed als niets.
I n t r o n i s a t i e. Mei begrijpelijke vreugde
oniving de propagandist der Intronisatie-actie,
pater Joachim, het navolgend waardeerend en
bemoedigend schrijven, waaraan wij op verzoek
gaarne plaats verleen en.
ZeerEerw. pater
Zooals uit uv» schrijven tot Ons gericht blijkt,
heeft het werk der Intronisatie van het Aller
heiligste Hart onder de uitdrukkelijke aanmoedi
gingen van Z. H. Paus Bened ictus XV en vm
vde Kardinalen en Bisschoppen reeds een hoogen
No. 45. 7 SEPTEMBER
Loods
Vooral, omdat" het goud, ttuüis in de kluizen
van de NederLandsche Bank opgestapeld, on-
I middellijk na den oorlog naar alle hoeken
Ex rijn mannen van eroedan wil en van j van de wereld weg ral vloeien.
SPAARKAS.
Reeds sedert jaren bestaat onze Spaarkas, als
inkoopvereeniging voor winterprovisie.
Met deze instelling zijn ook haar Bestuurs
leden oud geworden. En hoe ouder de instelling
hoe grooter zij werd, zocdat het zeer begrijpelijk
isdat zij de Bestuursleden over het hoofd
groeide. Het had nog wel gegaan, als niet -die
lamme distributie met al zijn soesa aan papieren,
kaarten en lijsten, de maat niet had doen over-
loopen.
Het werd de Bestuursleden te machtig, zij heb
ben hun werk aan jongere krachten overgegaan.
Daarom danken wij bij deze in het bijzonder
onze oude getrouwe leden Duyn, Visser en ande
ren, voor allea wat zij voor onze Spaarkas heb
ben gedaan.
Het nieuwe Bestuur veel succes!
PROPAOANDACLUB.
Onze Retraite-club heeft het initiatief genomen
tot een wedexoprichten van de Propagandaclub
in onzen Volksbond. Binnenkort zal er wel meer
van te vertellen zijn
BIBLIOTHEEK
Onze Bibliotheek i» hervormd. Nu de „St. Vin-
centius Bibliotheeken in iedere stadswijk geves
tigd zijn, is het niet meer noodig dat de Yolks-
bond een Bibliotheek bezit, waarin ontspannings
lectuur te vinden i3.
Daarom hebben wij de romans en dergelijks
aan verschillende instellingen weggegeven en
houden in onze bibliotheek voortaan alleen wer
ken op sociologisch ea politiek gebied.
De opening wordt nog nader bekend gemaakt.
AGENDA SOCIËTEIT „ST. BAVO".
ZONDAG 8 Sept Bavo-Bioscore 2, 4 en
8 uur.
MAANDAG 9 SEPT. Kleermakers 8 uur
Slagersgezellen 7 uur R.-K .Onderwijzers
6 uur.
DINSDAG 10 SEPT. Crisis Middenstand
8y, uur N. H. Courant 8 uur Bestuur
Kantoorbedienden 8 uur Bestuur Bouwvak
ken 8 uur.
WOENSDAG 11 SEPT. Aanwijzing Wo-
ningbouwver. „St. Bavo" II uur Geheelont
houders Spoor en Tram 8 uur.
DONDERDAG 12 SEPT. Bureau voor
Rechtskundige Adviezen 8y29% uur.
VRIJDAG 13 SEPT. Gemeentewerklieden,
8 uur.
romantisch VERHAAL UIT DEN TUD
23 üER FRANSCHE REVOLUTIE.
52-ïï* biilkt dat zii Met weet dait de
graaf later ook uog een dochter gehad heeft
tv H.éienö Duizend bommen?
tW 0 yerrassmg onthalen!"
„Dat ral haar een oogenblik van streek
brengen, maar indien zij u naar de bewiJzen
•vraagt - en gy kamt er zeker van rijn dat
zo u vragen zal wat relt gij dan doen?"
wat ik doen zal," riep de gewezen dra-
Smdar met donderende stem tut; „o, ik zal
i} niet veel moeite geven; ik zal haar dien
onef van den graaf, dien ik' in de porto-
remlle van zijn armen oom, den ridder, ge
vonden en altijd bewaard heb, onder den
heus houden."
„Waarachtig, dat is waar; daar dacht ik
W f ,m?0r aan- Goed zoo, mijn brave Vivant,
Oe ven new niet te wanhopen, en ia
*£Wfldhting van betere tijding zulien wij; de
markiezin vooreerst maar dwarsboomen."
„O, ik weet dat wij misschien die vrouw
beletten kunnen om zich van de goederen
der grafelijke familie meester te maken.
Maar, helaas, waartoe zal ona dit-baten, zoo
de vader dood en dé kinderen misschien
voor altijd verloren zijn?.,. En dan te moe
ten zeggen dat ik daarvan de oorzaak ben
Al» ik daaraan denk zou ik mijn hoofd tegen
den muur kunnen verpletteren! .Ellendige
Bruiardl"
„Kom, kom, mijn jongen, moed gehouden!
Men moet zich niet op zulk een wijze ont
moedigen; dan is men tot niets in staat Gij
moet u ook den toestand der geëmigreerden
niet al te zwart voorstellen. De graaf had
vela vrienden onder de uitgewekenen en
daar alle adellijken de wijk naar het bui
tenland genomen hebben, zal vroeg of laat.
eender vrienden de kinderen terugbrengen.
„Maar er zijn reeds jaren aedert den dood
van den vader voorbijgegaan en men heeft
nog niets van de kleinen gehoord.
Ik geef toe dat het spoor niet zoa vorach
meer is om het gemakkelijk terug te vin
den,' antwoordde de gewezen pikeur, die
aakeinkeiiirhi» bij, imm» wat willen deze bü
dte verwarring: van boven af, tou die llope-
looae Lazerij «u oommaaxdeerdieirij van boo
velen. Iedereen ia haast meester en laat
zich igralderc Belgen bevelen Hollander»,
staan aan het hoofd van distributieafdee-
Uhgen. Hollanders zetten Belgen recht en
bevelen hen voox hei hongerende Holing
te zorgen»
Op rei» riet man <3» scharen dienaren
van al die tot een weliger; veelgetakten
boom uitgegroeidie distributie» rich beha&e-
Ujk gevoelen.
Allen zijn met een nieuwe prima» greote
actentasch gewapend» ai zit er ook maar
een dagblad en een spoorboekje in» Hun
reis gaat allereerst naar het gemeente-
t"i1
,De Nederlandsche voorraden zijn vol
komen uitgeput, hun aanvulling moet, zoo
spoedig een normaal verkeer hersteld Is,
de eerste zorg zijn. Doch wat kunnen wij
het buitenland bieden dan een weinig
scheepsruim te en goud, in ruil voor grond
en hulpstoffen en afgewerkte goederen,
die wij ervan betrekken moeten?
plijikt het goud, dan zal noodwendig de
biljettencirculatie ingeperkt moeten wor
den; dan zal -de Nederlandsche Bank cre-
dieten opzeggen en haar beleeningsrente
verhoog an moeten, wil zij de credietwaar-
digheid van haar betaalmiddel ongerept
handhaven. De koopkracht van ons volk,
zoo onvoorwaardelijk noodig na den vrede,
zal daardoor worden ingeperkt; allerlei
yOOR HET GERECHTSHOF.
Een man van 60 jaar hoorde zich dezer
dagen veroorjeelen tot 20 jaren tuchthuis
straf.
„Ik dank u zeer, duizendmaal dank, mijn
heer de preekient," riep hij met aandoening.
Ur had niet gehoopt, nog zoolang te zullen
fovenl"
EEN ZWARE TAAK.'
Mevrouw: „Beete man, ik moet naar den
tandarts. Wil jij zoolang op 't' kind passen?"
'Mynheer (verechrikt)„Als jij op 't kind
passen wil, Betsie, zal ik wel even naar den
tandarts gaan!
zijn jagerstermen voor den dag te komen;
„maar wij zuilen eea goeden reuk .en ge->
fepitete oorrn hebben en met tijd en geduld..."
Zoo bleven de twee vrienden nog voort-
praten tot de terugkomst van den kléinen
Coacaret; daarop. sloot Denis zorgvuldig de
deur en vensterblinden zijner herberg en
hracht toen zijn makker Vivant naar de lo
geerkamer. Deze begaf zich spoedig ter jruste
in de hoop dat de slaap den tijd, welké er
nog voor zijn bezoek aan de oude' Adrienns
vexloopen moest, verkorten.
Den anderen ochtend, lang voor het aan»
breken van den dag, ongeveer om zes uur
in den morgen, waren de pikeur en de oud
soldaat, evenais den vorigen avond, weder
te de groote gelagkamer der herberg bijeen.
Een vroolijk vuur knapperde onder den Imo
gen schoorsteen en een groote kruik met'
kristalheldere)!, witten wijn prijkte tusschen
twee zilveren kroezen, Welke reed* meer
dan eens dén weg van de tafel naar de lippen
van Vivant en Deni» hadden afgelegd.
„Waar kon ik de red» Adrienne vinden,"
u vroeg Vivant.
Sewezea pikeur, die „Herinnert gij1 u den ouden Commandeurs-
geéh gelegenheid Ue.ti .waiku&m m wp Mm, den «miten .^furkantest torite. js*aü*
vensters op de Undeniaan uitzien?"
„Of ik rnjj dien herinner? Daar woonde
de arme kleine Jacquesdat lieve kind....
Mij dunks nog dat ik er hem zie
„Nu, daar woont de oude kamenier; ik
weet eohter piet juist in welk vertrek. Be-
proef slechts alle deuren te openen; als of
een ia die weerstand biedt, kunt gif zeker
rijn dat gij zjjt waar ge wezen moet- Dan
hebt ge sxechts te zorgen dat men u opent en
dat zal geen kleinigheid zijn. Sedert tien
jaren spreekt moeder Adrienne mot nie
mand meer."
Dat is oeö brave vrouw> nep Vivant
met geestdrift uit; „ah; ais ik bedenk dat ik
evenals rij had kunnen doen."
,,'t Is waar, zij is een brave vrouw," on
derbrak hem Denis; „maar zij kon het even
rd zijn, zonder zich zoo zonderling
stellen.,. Tien jaren zonder spreken lik
zou reeds negen jaren, alf maanden en der
tig dagen min vijf minuten dool zijn, zoa ik
hetzelfde had moeten doen... Kom, mijn
jongen, iaat ons nog eens dHnken wTga
dan o|> we$f ik wacht u tegen het midd^-.
maal.'
grooten dorpsweg Langs, die op dit vroege
morgenuur nog eenzaam en verlaten was.
Toen Vivant dacht, dat de zon op het punt
was van op te komen, sloeg hij een der
talrijke' voetpaden in, die langs de helling
der rotsen liepen- Ieder oogenblik werd zijn
weg versperd, nu eens door wild groeiend
houtgewas, dan weder door stukken muur
die blijkbaar van het kasteel naar beneden
waren gestort. Op een plaats stiet hij op een
groot houten luik dat een wezenlijke bar
rière vormde en met opzet daar geplaatst
scheen. Deze verschillende versperringen de
overdenkingen waartoe zij Vivant aanleiding
gaven, en een soort van aarzeling, die hem
ving en zijn bewegingen niet vlugger maak
ten, naarmate hij rijn doel naderde, vertraag
de zijn opstijgen niet weinig, zoodat het
bijna geheel dag was tosu hij den top der
rots bereikte en den voet op het voorplein
van het kasteel zette.
De zon was in tusschen opgegaan; ang»
zamerhknd was de no rei di e over geheel
ds landstreek hing, opgetrokken en had
plaat» gemaakt roor esn helderen frisschen
Wintermorgen-
fcStordt vervolgd). -