Lereitsmiddelenyoorzisfling. SPEKBOKKING. vise Verbodsbepalingen. m REGEERINGS-VISCH. Voor Pers- of Zeemhoning. P. W. TWEEHUUSEN, '^BUITENLAND^ JACQUES DE BRANCION AARDAPPELEN. Distributiebedrijf Heemstede Het laatste schrijven van den Heer Posthuma. Reparatiën aan Schoenen worden met Leden* uitgevoerd. VROOLIJK ALLERLEI FEUILLETON MAANDAG 16 SEPTEMBER 1918 42ste JAARGANG 9741 DE A8G ^EMENT8PRIJ3 BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN; PER KWARTAAL f 1,95; PER WEEK 15 CÉNTSFRANCO PER POST PER KWARTAAL f2,30 BUREAUX: NASSAULAAN 49, HAARLEM TELEFOON 1426 EN 2741 ADVERTENTIEN 20 CENTS PER REGEL -f20 OORLOGSTOESLAG. BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING V. De Directeur van het Gemeentelijk Le- venemiddelenbureau te Haarlem brengt ter kennis, dat verkrijgbaar wordt gesteld: Met ingang van DINSDAG 17 SEPTEM BER op Bon no. 7 der Aardappelkaart: 1 (een) K.G. kleiaardappelen en I (een) K G. Zand- en Voenaardappelen De bons no. 5 en 6 dezer kaart zijn na 16 September niet meer geldig. DINSDAG a.s. van ÏO uur v.m. tot 1 uur n.m. voor zoover de voorraad strekt in de Gemeentelijke Visckhal: PRIMA KW Ai SI"''O tegen den prijs van 17 cent per stuk. Dinsdag, Woensdag en Donderdag a.s. van 10 uur v.m. tot 1 uur n.m. in de Gemeen telijke Vischhal (zonder bon): Prima kwaliteit gezouten seheiviseh. tegen den prijs van 35 cent per pond. Men Wordt beleefd verzocht verpakking mede te brengen. DINSDAG a.s. van 10 uur v.m. tot 1 Uur n.m. per persoon een pond visch - op vertoon van: VISCHKAART No. 9001—9501 in de Gemeentelijke Vischhal. op vertoon van: VISCHKAART No. 9501—10000 Band, ingang Koningstraat. 0461 De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. DE VREESELIJKE SPOORWEGRAMP BIJ WEESP. De Gemeentebesturen van HAARLEM, BEN- NEBROEK, HEEMSTEDE en SCHOTEN, brengen ter kennis, dat door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel is bepaald: Groothandel- en tusschenhandelprijs f 0.57 per i/2 K.G. 9440 Kleinhandelprijs f 0.67% per K.G. Deze prijzen zijn te verstaan exclusief embal lage, terwijl de emballage tegen kostenden prijs door den kooper zal moeten worden teruggegeven, voor groot- en tusschenhandelprijs, franco station van bestemming, spoor, boot of taaiste veer. Herplaatst wegens misstelling. VLEESCH-DiSTRiBUTIE. Verkrijgbaar op de hieronder aangegeven da gen en uren, op vertoon van vischkaarten num mer 1 tot en met 800 en tegen inname van Bon No. 52: 2 ons rundvleeseh per persoon. Het vleesch kan besteld worden: Dinsdag 17 September van 8 tot 12 uur aan het Dienstgebouw, Boekenrodestraat 9 en bij W. Caspers, Glipperweg 55. Woensdag 18 September van 8 tot 12 uur bij D. van Amerongen, Raadhuisstraat 28. Afhalen van Lappen, Gehakt en Poulet Op Dinsdag 17 September van 2 tot 6 uur aan het Dienstgebouw, Boekenrodestraat 9 en bij W. Caspers, Glipperweg 55. f Een algemeen overzicht der ramp. Men ziet de locomotief gekanteld, liggen tegen de rechtsche spanning der brug, welke geheel van haar datn- peiler ontwricht is Op de locomotief volgen, schuin omlaag hangend tegen den spoordijk, de tender en een goederenwagen, waarachter ge heel verbrijzeld twee derde-klas-rijtuigen. Op den grond een chaos van versplinterde paneden en banken, verbogen ijzeren stangen, bajonetten enz. Men ziet ook duidelijk de verzakking van den dijk en hoever het zand het land in werd gedrongenwaar slooten geheel gedempt werden. Op den achtergrond het Merwede-kanaal en hei nieuwsgierige publiek. Op Woensdag 18 September van. 2 tot 6 uur bij C. de Graaff, Binnenweg 7. Afhalen van Stukjes, Biefstuk en Haas Op Donderdag 19 September van 8 tot 4 uur bij D. van Amerongen, Raadhuisstraat 28 en aan het Dienstgebouw, Boekenrodestraat 9. Bij het bestellen moeten bons en vischkaart worden medegebracht en moet het vleesdi tevens oetaald worden; voor het thuisbezorgen wordt 71/2 cent per pond extra berekend. Men gelieve nen geen bestellingen worden aangenomen De prijzen zijn vastgesteld als volgt: Lappen, Gehakt, Poulet f X.10 per pond Stukjes f 130 per pond. Biefstuk en Haas vf 1.50 per pond. Aangezien voldoende vleesch voorradig is voor de aangegeven nummers, behoeft men zich niet oevreesd te maken, dat men niet bediend zal worden. 9458 De Directeur van het Distributiebedrijf te Heemstede, J. A. GELDORP. Het is wel een ongebruikelijke weg, die de thans afgetreden minister van L., N. en H., de heer Posthuma, heeft gekozen, om even voor zijn verdwijnen van het tooneel der voedselvoorzie ning, zich dienaangaande tot de kerkelijke over heden van ons. land te wenden. Intusschen valt uit het ongewone, het zelfs „noch nicht dagewesene" van dezen maatregel, waartoe de ex-minister wel niet dan na ernstig nadenken en rijp overleg met zichzelf en andereu gekomen zal zijn, de conclusie te trekken, dat de vooruitzichten, om ons volk, in den komen den winter althans, van voedsel, vooral van brood te voorzien, verre van rooskleurig zijn- Na in zijn missive aan de kerkelijke overheden een in bijzonderheden uitgewerkt, met cijfers ge documenteerd overzicht te hebben gegeven van de opbrengst van hel jaar 1917—1918, waaruit per saldo blijkt, dat tot ongeveer begin Juli 1919 de de bevolking van Nederland op een rantsoen van 200 gram brood per persoon en per dag kan reke nen, schrijft de ex-minister: „De aanvoer van brood-grondstoffen uit Amerika is zeer gering en zal nauwelijks vol doende zijn om de maandeiijksche tekorten aan te vullen. Welke de gevolgen zullen zijn, wan- neer onverhoopt een lading graan mocht ver gaan of op andere wijze grondstoffen onbruik baar mochten worden, behoeft geen nadere verklaring. Ik heb getracht u in het bovenstaande in het kort een beeld te schetsen van den toestand, zooals deze zich thans in den aanvang van het oogstjaar 19181919 laat aanzien en welke D zal hebben doen inzien, dat naast een te kort aan brood-gro idstoffen voor de behoefte van het geheele oogstjaar thans de kans op stagnatie in de brof lvoorziening voortdurend land alleen afhangen; het laatste daarentegen ligt geheel in de macht van onze bevolking zei- ve om dit te voorkomen. Wanneer toch de land- bouwers niet talmen hunne door de Regeering benoodigde oogstproducten, zonder iets ach ter te houden, in te leveren, behoeft de kans op stagnatie niet te bestaan, maar dan dient er tevens sneller en meer ingeleverd te worden dan het vorige jaar is geschied. Nu kan niet geloochend worden, dat in het afgeloopen jaar. nog zeer veel graan aan de gemeenschap onthouden is. Ook thans tiert on danks de uitgebreide Regeeringsmaatregelen de sluikhandel wederom welig. Het behoeft echter nauwelijks betoog, dat, zoolang men het eigen boven het algemeen be lang stelt, en het besef niet aanwezig is, dat men door onthouding aan de gemeenschap van hetgeen zij allerdringendst van noode neef», een groot onrecht begaat, ondanks alle Regee ringsmaatregelen de sluikhandel zal blijven voortbestaan. Waar het mij wil voorkomen, dat het besef van de nooden van dezen tijd alom en in het bijzonder te plattelande nog niet tot alle men- schen voldoende is doorgedrongen, doe ik een ernstig beroep op uwe medewerking, opdat de voorgangers uwer gezindte dit besef kunnen verlevendigen. Ik twijfel niet, of eene krachtige opwekking hunnerzijds zal hare goede uitwer king hebben." Verklaring en uitleg van deze ministerieele missive achten wij overbodig. Aan duidelijkheid laat zij niets te wenschen over. Toch komt het ons gewenscht voor, hier de laatste alinea uit het schrijven van den heer Post huma, naar voren te brengen en in 't kort te be spreken. Waar deze als zijn meening te kennen geeft, dat het „besef van den nood van dezen tijd alom en in het bijzonder te plattelande nog niet tot alle mensdien voldoende is doorgedrongen", daar kunnen wij in 't algemeen met hem meegaan. De oorzaak van dit verschijnsel te plattelande, dunkt ons hier in gelegen, dat daar de nood van dezen tijd, althans wat de voedselvoorziening betreft, nog niet sterk gevoeld wordt. Wie een geregeld en ijverig krantenlezer is, zal, afgaande op de berichten, tot de bevinding zijn gekomen, dat men te plattelande, in tegen stelling met in de steden, nog geen krimp heeft aan voedsel van allerlei aard. Of zulks in onmiddellijk verband staat met de klacht van den heer Posthuma dat „in het afge loopen jaar nog zeer veel graan aan de gemeen schap is onthouden"? Onmogelijk lijkt het ons niet. Van den anderen kant en hierop wenschen ürUierrieffiMft aandacht te vestigen kwamen in dedeeïlngen w* !SF".r?«gr *u schriftelijke me- die er op wijzen, dat het aan overrcg sclien Regeering en de boeren; een overleg, waaraan het .oi. in deze hoogst belangrijke aan gelegenheid niet mocht ontbreken. Wij achten deze zaak van zoo'n groot belang, dat wij hier een ter zake dienend uittreksel la ten volgen uit een van genoemde zijde tot ons ge richt schrijven." Het luidt als volgt: „De Minister wil zoo spoedig mogelijk graan hebben. Wat moet hij met al dat graan doen? In 't veem leggen, op de plaats waar pas de bedorven peulvruchten zijn opgeruimd, om on ze tarwe den zelfden weg op te laten gaan!? Enkelen hebben reeds een gedeelte gedorscht en bij enkelen wordt alles door de regeering af- gedorscht. Maar nu nog eens over het spoe dig dorschen der tarwe. Ik voor mij heb mijn rogge gedorscht en afgeleverd aan de Regee ring en van de tarwe nog niets. En dat waar om niet? Niet voor mijn voordeel, want de Re geering betaalt den zelfden prijs, nu en later, en'mijn tarwe wordt wel beter, maar ook dro ger. Het verliest dus aan gewicht, tot mijn schade. De Ware redenen dat ik mijn tarwe niet ge- dorscht heb, waren drukte der dorschmachines, te weinig arbeidskracht en tegenslag met het weer. Nu heb ik al mijn graan goed en wel onder dak. Zoudt u het beter gevonden hebben, als ik gedorscht had en een gedeelte stond te bederven met dit weer? Wij blijven kalm en ge bruiken ons boerenverstand." Nu stellen wij de vraag: blijkt uit een en an der niet, dat er aan overleg in zake de aflevering van graan, tusschen de Regeering en de boeren iets schijnt te haperen? De beantwoording dezer vraag laten wij over aan de Regeering zelve en aan haar vertegen woordigers, die met de graaninzameling zijn be last. Aller oogen zijn thans gericht op den pas opge treden Minister van L„ N. en H- Van hem verwacht ons volk o.m. een zoodanige reorganisatie in liet stelsel der levensmiddeleo- jINGEZONDEN MEDEDEELING.; Bapfeljopïsstraai 27. TEL. voorziening, dat voortdurende gereede steun en medewerking der landbouwers er als onmisbare factoren niet in ontbreken De h< Posthuma is intusschen heengegaan. Wij bcuren zijn heengaan allerminst. Geenszins bewonderaars zijnde van zijn le- vensmiddelenpolitiek, hebben wij, waar wij zulks wenschelijk of noodig achtten, hem geen critiek op zijn beleid gespaard. Ze^er, het goede heeft hij gewild, doch naar-" mate de zelfkennis bij de uitvoering zijner taak dieper in hem doordrong, moet de overtuiging zich ook vaster bij hem gezet hebben, dat hij ni.t tegen die taak was opgewassen. Psychologisch en organisatorisch niet. Echter, tot een aanzienlijke en zwaarwegen de creditpost op de belan3 van zijn levensmid- delenheleid, rekenen wij het betreurenswaardige, doch onloochenbare feit, dat totgeen goede uil voering der .distributienet zoo goed als alle mede werking vaii het Nederlandschè volk ontbrak. Den heer Posthuma komt, bij al zijn' zakelijke tekortkomingen, de blijvende eer toe, ondanks dat algemeen gemis aan medewerking, vier jaren lang en onverwrifct, de centenaaislast van' zijn ambt, op de stoere schouders te hebben ge- WERELDBRAND EEN OOSTENRIJKSCH HONGAARSCHE VRE DESPOGING DE STRIJD IN FRANKRIJK NIEUWE KLEINE VORDERINGEN DER ENGEL- SCHEN EN FRANSGHEN LAON BEDREIGD 7 BUiTSCHE TEGENSTAND HET AMERI- KAAhiSCHE OFFENSIEF BIJ ST. MIHIEL - DE DUITSCHER3 TREKKEN TERUG NAAR METZ? EEN ITALIAANSCH SUCCES. Dezer dagen heeft de Duiteche rijkskanse lier voor de vakvereenigingen geredevoerd. In zijn rede over de belangrijkste vraag stukken in verband met den algemeenen toestand, heeft de rijkskanselier daar o.m. gezinspeeld np da kans t.r>t .vrede. au. F0- sisA tban3 Het was duidelijk, dat hier het publiek werd voorbereid op een naderende vredee- actie. Dat echter een nieuw vredesaanbod zóó spoedig aanstaande zou zijn, werd zelfs ondanks de aankondiging door Yon Hertiing niet verwacht. De Ooötenrijksch-iiongaarsche regeering heeft de oorlogvoerende naties uitgenoodigd tot het doen samenkomen van vertegenwoor digers, teneinde voorloopige besprekingen te hoüden ter voorbereiding van den vrede. Dit is wel het belangrijkste bericht be treffende den oorlogstoestand van het oogen- blik; wij komen er in een apart overzicht straks nader op terug. Van de fronten zelf blijft nog altijd het oorloge too npel in Frankrijk voornamelijk on ze aaudacht bezig houden, hoewel bij tijd en wijle zooals nu weer in Italië op andere fronten ook eenige levendigheid te bespeuren is. Zoowel de Fransche als Engelsche uoe- pen hebben in de buurt van St. Quentin UIT DE SCHOOL. Meester: Hoeveel houdit je over, als je van honderd afneemt aeven-en-twintif?? Jongen zwijgt. Meester: Nu, je vader handelt in eieren. Als hij honderd eieren heeft en daarvan zijn er zeven-entwintig bedorven, hoeveel kan hij er dan nog maar' verkoopen i Jongen: Dan verkoopt hij ze toch alle maal. KOSTELOOS VERMAAK. Een milicien staat op pest en presenteert voor den luitenant die voorbijgaat het ge weer. Luitenant: Weet ge nog niet dat voer een luitenant het geweer niet gepresenteerd wordt, maar enkel geschouderd? Milicien. Jawel, luit'nant; maar ik vrou u 'n pleziertje doen en 't kost niemendal.- romantisch verhaal uit den tijd der fransche revolutie. 29 Zij trok partij voor Vivant, ten volle overtuigd, dat haar man niet in zijn recht Was met gebruik te maken van het goed, dat hem niet toebehoorde, en Dorier stem de zoozeer met de loyale taal van 'Vivant Lu, dat hij hem aanbood, om hem behulp zaam te zijn in zijne poging tegen Lorry. „Gij moet niet alleen naar Lorry gaan," zei Dorier, terwijl hij zijn linnen kiel voor zijn Zoridagsche jas verwisselde. „De o,ude 's een veinzaard en de zoons zijn lang niet gemakkelijk. Ais gij wilt, neef Vivant, zal ©L Jan mijn knecht, last geven om ïnet ons mee te gaan. Hij heeft een paar flinke ntUKlen aan het lijf, als het noodig is." „Zij zouden denken,„dat wij bevreesd voor a waren, oSr wij met zulk een bataljon *ty&meu," zei Vivant. „Ais men in aijn recht is, moet men zich niet driftig maken, tenzij men niet andem kan. Eerst zullen wij bei den bedaard te werk gaan, later zullen wij zien." Het gedeelte van het gebouw, waarin de familie Lorry goed gevonden had zich te vestigen, maakte slechts een gedeelte van de vroegere vertrekken van het kasteel uit; daar het echter eerst veel later dan het overige van het kasteel gebouwO was en nieti door den brand had geleden, was het nog bijna nieuw in vergelijking van den rondom liggenden puinhoop. Bij het zien hiervan dacht Vivant, dat wellicht daar de kinderen konden wonen, indien zij ooit terugkeerden, een gedachte, die hem zeker geen grootere welwillendheid voor de familie Lorry inboezemde. „Daar zijn. juist de personen, die wij heb ben moeten," Bei Dorier, naar een dorsch- vloar wijzend, waarop de vier zoons van Lorry bezig waren met graan te dorschen, terwijl hun vader aan de deur met de han den op den rug, het werk stond af te zien. Bij het hooren der schreden van zijn twee bezoeker» wendde de oude Lorry zioh om. Toen Jaii Dorier in gezelschap van een onbekende zag, was zijne ,°®rste gedachte, zooals altijd in een dergelijk geval plaats heeft, dat het de voormalige graaf was., die naar zijn dorp was teruggekeerd. Men ziet dat de grijsaard niet zoo geiust op zijn in bezitneming was als zijn buuiman. De houding, gang en kleeding van den ex-dragonder stelden hem echter spoedig ge rust, ofschoon hij niet terstond een oud be kende in hem zag- „Buurman Lorry," zei Doner tot hem, met dat soort van. ontzag d$.t do landman nooit nalaat aan zijn rijkeren standgenoot te be- toonen, „ik breng u iemand, dien^gq mis schien wel eens gaarne zien zult. „En wie is dat, buurman," vroeg Lorry, terwijl hij den gewezen dragonder van het hoofd tot de voeten opnam. „Mijn neef Vivant Baugey." antwoordde Dorier„gij herinnert hst u nog wel, een van hen, die in den tijd van de groote lichtingen zijn opgetrokken." „Wel waarlijk, ik herinner mij hem zeer goed," antwoordde de grijsaard op jovialen toon, wijl hij in hem een ouden medeplich tige herkende. „Hij was een onzer beste maats in die, dagen," voegde hij, ajs om zq.n geheime gedachten aan te vullen, er bij. Hij reikte Vivant de hand. Deze echter gaf evenals hij bij zijn neef gedaan had, geen acht op dit vriendschapsbewijs, en be paalde zich er toe om, met het ernstigste gezicht, op militaire wijze te groeten. De oude Lorry, -zich vergissende omtrent de beweegreden van deze terughoudend heid, hernain >»9> gij moogt mij gerust de hand schud den, mijn jongen, tegenwoordig zijn wij allen gelijk." Het mannelijk gelaat van den soldaat kleurde bij deze onbeschaamdheid van den parvenu; hij bedwong zich echter door de gedachte aan de ernstige zaak, welke hij te behandelen had. Vader Lorry," zei hq, terwijl hij nog maals de hand aan het voorhoofd bracht, neef Dorier en ik moeten u een oogenblik afzonderlijk spreken. Het geldt een zaak van gewicht." „Met genoegen, jongens. Kómt' bij het vuur; ik zal een kruik witten wijn halen en wij zullen op ons gemak praten." Ter verklaring van deze gulhartigheid van deui grijsaard is het genoeg hierbij tie vei> melden, dat hij sedert hij rijk geworden was, tevens het bedrijf van woekeraar uitoefende, bij welk bedrijf de wijn hem geen geringe diensten bewees. „Blijft gij maar aan het werk," zei hij tot zijn zoons, en hij liep naai- een steenen trap van .eenige treden hoog, die naar zijn woonvertrek voerde. Met een ruw gebaar wees hij de deur aan vier of vijf vrouwen, die voor den haard bijeenzaten en na zijn bezoekers een stoel te hebben aangeoden liep hfj naai- den kelder. „Hü heeft er niet het minste vermoeden van," fluisterde Dorier, „anders zou hij ons geen wijn aanbieden." Vivant antwoordde niet, zijn aandacht werd op het oogenblik afgetrokken door vijf of zeg» portretten van de familie De Bran- cion, die in het vertrek waar zij »ich be- >vouden, aan den wand hingen. pa grijsaard keerde terug met een kruik wijn, die hij met de glazen er bjj op da tafel zette en noodigde zijn gasten uit om bij hem plaats te nemen. (Wordt vervolgd). UWE HMRLE or»lcir\nvtn.cr *ta*v Ac\ Aor. 9314

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 5