'mui mil niiui BINNENLAND VAN OVERAL JACQUES DE BRANCJ0N In afwachting van het rapport. Vrijdag 20 September - Tweede blad UIT ONZE WEST KERK ENtSCHOOL -> HANDEL EN NIJVERHEID - LEGER EN VLOOT INGEZONDEN VROOLIJK ALLERLEI FEUILLETON VERKEER EN POSTERIJEN Romantisch vekhaal uit den tijd 33 deb fbansche bevolutie. Waaneer 'de 'drukkende, ons lederen i laster in liaar greep nijpend© zorgen van den tijd, niet nagenoeg op heel one denken en I atroven beslag legden, dan z,ou die ontzettende ®ïcorwegramp van Vrijdag j.l, die xn tal van kesinnen uit dien mond van verweduwd© echt- ^Renooten, verweesde kinderen en achtergelaten bloedverwanten,een bitter weegeklaag ten hemel der>d stijgen, algemeen een nationele ramp genoemd worden. i Zjj is dit werkelijk, door bet aanzienlijk aantal dooden en het nog grooter getal ge kwetsten, waarondier velen die voor geheel hun verder leven, verminkt zijn. Tn haar ontzettend© gevolgen overtreft zij verre al de spoorwegongelukken te zamen, die in de laatste 40 jaren over ons Vaderland zijn gekomen. Dat reeds enkele dagen na het vreeeelijk ge beuren, dat zooveel gezinnen in diepen rouw r dompelde, een Staatscommissie werd ingesteld, om de oorzaak aan een nauwgezet onderzoek te onderwerpen, was te verwachten. Alleen moet ons de bemerking van 't hart, dat, waar de leden dier Oommissie voor een overwegend deel benoemd zijn uit deskundigen in dienst der betrokken spoorwegmaatschappij en in Staatsdienst, bet allicht een beter© in deuk in den lande zou gevestigd hebben, als het overwicht in de Commissie, naar de zijde Van deskundigen gevallen was. die buiten beid© diensten staan. Zooals d© Commissie thans is samengesteld j haar competentie in zich, die o. i. onaan veehtbaar is, buiten beschouwing gelaten kan zij bij velen den indiruk wekken, dat hier een onderzoek wordt ingesteld in eigen aange- Wenkeden door belanghebbenden Bijna hadden we gezegd, voor velen gaat een Commissie aan 't werk, in eigen zaak, om vecht te spreken. Maar d© Commissie ie eenmaal benoemd en Mi hebben nu het resultaat van haar onder zoek af te wachten, dat ongetwijfeld in een rapport, tót publiek domein gemaakt zal wor den. Men behoeft nu juist nietvtot het dagelijks reizend publiek te bekooren, om tot de bevin ding te komen, dlat die personentreinen op alle baanvlakken, in de laatste maanden dikwijls Overbelast zijn. Niet zeldzaam «ün d© gevallen, dat reizigers "tiet slechts in de 2e en 8e Masse, maar oók in de le klasse geen zitplaats kunnen vinden. Zij moeten zich d)an vergenoegen met staan- Pkateen, w anneer ze al thans mee willen. En zoo ziet men stampvolle treinen, voorbij de stations passeer en, waarin de reizigers baringen in een ton op elk kar gepakt, zitten «n staan. De etaanden lijken dan vaak in de over- Voile coupés tegen de portierramen te kleven. De bij Weesp vei'ongel uk te trein bood. vol- fens couranten-berichten, een zoodanig aspect. En nu is er niet veel nadenken toe noodlig, om tot de conclusie te komen, dat bij déraille ment, treinbotsing, omkanteling of welk onge val ook, de gevolgen ten aanzien van zoo'n overbelasten trein, in dten regel veel noodlot- biger zün, dan bij normale bezetting. Op sommige baanvlakken, o.a. op het traject Utrecht'Amsterdam, loopen op meerdere minuten, vóór den officieel va®tg©s telden tijd, Voortreinen, of daarna, volgtreinen. Daardoor wordt de eoms overweldigende Hroom van reizigers gesplitst en blijven de •oogenaamde, in elk opzicht niet "«noeg af te keuren staan- "Ha t s e n, ongebruikt. Heü inleggen van meerdere voor- of volg- Winen bij die reeds zoo sterke vermindering ,^or treinenloop, zou o.i. alle aanbeveling ver dienen. Alsdan zou ook de in onze diagen buiten- I VPorige lengte van meerdere treinen waar door het gevaar voor ongelukken, vooral voor déraillement vermeerderd wordt tot geriu-- afmeting gereduceerd kunnen werden. Moge d© Staatscommissie, die tot taak ®®©ft: onderzoek naar de oorzaak der epoor- ^ogramp bij Weesp, met bekwamen spoed te ^orlc te gaan en moge staande dit onderzoek, ^j?W*el door de Directie der Staatsspoorwegen als die der H. D. S. HL, alle voorzorgen geno men en alle belemmeringen uit den weg ge ruimd! .worden, waardoor die kans op even tueel© ongelukken tot een minimum wordt herleid. Het Voorzitter o h a p der Tweede Kamlér. D© ,,Tü<T' deelt! medte, dlat de leer mr. dr. D. A- P- N- Kooien, ge noemd als vermoedelijk Kamervoorzitter, per soonlijke bezwaren leeft voor de aanvaarding van dit ambt. Daarenboven 1 schrijft het blad bestaat er ondier een groep recht sc.he Ka merleden de neiging, om het eervolle ambt weder toe te vertrouwen aan den aftredenden voorzitter, mr. F ook. Niet te ontkennen is, dlat deze getoond heeft voorzitters-qualiteiten te bezitten en in moeilijke nogenblikken, welike zich nog wel eens zullen herhalen, de leiding ïn vtete handen te kunnen houden. Geen „Mijne Heer en". In verband met hét feit, dat thans een vieuw zitting heeft als lid van de Tweede Kamer, ontbreekt boven de Koninklijke Boodschappen, ten ge leide van ingediende wetsontwerpen ©ven als bij d© Troonrede het gevel was de ge bruikelijke aanhef „Mijn© Heeren." De spoorwegramp bii Weesp. '.Naar het Corr. Bureau verneemt, schijnt er ten aanzien van de opdracht, verstrekt aan de door deq. minister van Waterstaat ingestelde commissie van onderzoek betreffende het spoorweg,ongeval bij Weesp een misverstand te bestaan, of in die opdracht begrepen is een onderzoek ook naar den toestand van andere spoordijken, 'Daarom moge er nog eens nadruk kelijk aan herinnerd worden, dat in sub b. van die opdracht ook van d© oommissie een ondier- zoek gevraagd wordt naar den toestand van andere spoordijken in slappen grond, die daar voor, naar het oordeel dier commissie, in aan merking komen, met vermelding of en zoo ja, bij welke spoordijken voorzieningen zullen moeten genomen worden. De toestand van de in het Binnengasthuis verpleegd wordende ernstige gewonden was gisteren over 't algemeen dezelfde als Dins dag. Alleen de toestand van mej. B. Duits is iets beter. De lichter gekwetsten gaan lang- ziaam vooruit. De heer B, S. van Zanten uit Zwolle is over gebracht naar de Ziekenverpleging op de Prinsengracht, alwaar hij thans verpleegd wordt. De heer Ter Hall aan 't woord. De „Maasfo." had dezer dagen een onderhoud met het nieuwgekozen Tweed© Kamerlid, den heer Henri ter Hall, lid van de -Neutrale Partij. De redacteur gaf zijn wen&ch te kennen hem eenige vragen, te stellen betreffende pun ten. van practisethe politiek. De heer ter Hall verklaarde zich bereid de vragen te beantwoor den. Deze vragen en het antwoord, dat daarop ontvangen werd, laten wij-hieronder volgen: Volgens uw uitingen in den Bijswijkschen Gemeenteraad aldus onze eerste vraag staat u financieele gelijkstelling voor van openbaar en bijzonder onderwijs. Is dat juist. Deze vpaag beantwoordde de heer ter' Hall Volkomen bevestigend. Op de vragen: Indien de' regeerinig de financieele gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs aan de orde &t-elt, heeft zij dan in u een volkomen medestanderen, meent u niet, dlat het grondwettelijk voorschrift om trent dfe financieele gelijkstelling zoo spoedig mogelijk moet worden uitgevoerd en onder geen enikel© voorwaarde mag worden opgeüiou- tt^u 1ndd© hot antwoord van den heer ter HallIk ben voorstander van loyale uitvoe ring Van art. 102 der Grondwet, maar zal dit punt eerst dan met vrucht kunnen bespreken, als een wetsontwerp, inhoudende concrete voor stellen zal zijn ingediend. Is het niet uw meening, zoo werd verder ge vraagd, dlat de regeering den plicht heeft die sociale verzekeringswetten, die reeds zijn aan genomen, terstond uit te voeren? Ja, voor zoover dit mogelijk is zonder de staatepenaionoering in 't gedrang te brengen en met uitbreiding van de ziekte-verzekering ook tot geneeskundige beihandeling. Op de vraag, of die nieuwe Kamerclub onder voorzitterschap van den heer Treub, waarvan de hoer ter Hall deel uitmaakt, zoodanige be- teekenis heeft, dat, wat de heer Tremb in de Kamer zal opmerken geacht kan worden de meening weer te geven van de geheel© club, tenzij de leden dier dub zich persoonlijk daar mede niet aicooord verklaren, antwoordde de heer ter Hall: Zoowel de voorzitter als do loden zullen spreken namens «ie ©hub, voorzoo- ver niet vooraf het tegendeel wordt gezegd. '1slotte liep nog let gtsprek over de vraag of het initiatief tot samenwerking in de Tweede Kamer van de 7 bij 4 verschillende partijen aangesloten ledlen Van den heer ter Hall of vam den heer Treub was uitgegaan. De heer ter Hall ontkende ten sterkste, de juist heid van de bewering in sommige bladen ge uit, als zou d© heer Treub het initiatief daar toe hebben genomen. Ter staving van deze be wering deelde d» heeir ter Hall ons. medte, dlat de notulen vam de eerste bijeenkomst aldus aanvangen: „Verslag van Se bijeenkomst gehoudten op 22 Augustus 1918 op initiatief van den heer Henri ter Hall," eni dat dit verslag sluit met de woorden:.... en datt die heer Staalman dank betuigt aan den heer Henri ter Hall voor het d'oor hem genomen, initiatief". CETSISAlANGELEGENHEDEN. V e r hoog i n.g e I e e p b o o t t a i 1 e- v e a. De Minister „van li., N. eni H„ heeft, giezien tijne beschikking Van 4 Februari 1.1., afdeeling öririszaken, btureWu Vervoer, geiwij- zigd bij beschikking Van 18 Juni j.l., afd. Crisiszaiken, bureau vervoer, bepaald, dat alle sleepboottarieven, vastgesteld in bovengenoem de beschikkingen, zullen worden verhoogd: met 20 pet. Deze verhoogiug zal Ingaan op 19 Septem ber 1918. Kijks kant oor voor zeep. De Mi- nieter van L., N. en H„ maakt bekend, dat bij afwezigheid van den directeur van het Rijks- kantoor voor zeep, mr. O. W. Th. v. d. Bramd- hof, de heer D. G. M. de Vries gemachtigd is voor den directeur te teekenen. Graan voor de boeren.. Naar de „Tel." verneemt heeft de heer Van Rappard zich met de volgende vragen tot den minister van Landbouw gewend: I. Is die minister voornemens van den oogst 1919 den landbouwers broodgraan te laten voor hun gezin en hunne arbeiders? Zoo ja, verdient liet dan geen aanbeveling met het oog op den uitzaai, zulks zoo spoedig mogelijk bekend te maken? H. Van den oogst 1918 is aan de boeren een gedeelte van hun eigen verbouwd graan gelaten voor voedsel van hun vee. De bepaling is echter gemaakt, dat wel gerat en boenen, doch geen haver aan de var kens mag gevoerd worden. Hoe denkt de minister zich dan, dat de boeren, die noch gerst-, noch boonen hebben verbouwd, hunne varkensfokkêrii en mesterij in stand moeten houden? Het Rijksbureau voor Manu facturen. Naar aanleiding van het af treden van den heer G W. Wisselinck JHzn. als directeur van dit bureau, schrijft M. S. de Vries in de „Manufacturier" het volgende: „Het was voor den heer W. een kort verdriet. Uit een onderhoud met Z.Ed. "bleek, dat hij het volstrekt niet eens was met de hee ren v. IJsselstein en Hertsberger, welke beide heeren absoluut een groot gedeelte der manufac turen in bes!dg willen nemen en daarvoor een lagen prijs (ver beneden den inkoop) wilden be ialen. Dit nu vond de heer W., evenals ieder an der, jets zoo onrechtvaardig is, dat hij aan de ze daad niet wenschte mede te werken en ook zijn naam niet onder een dusdanig besluit wilde plaatsen. In den loop van het onderhoud wees de heer Wisselinck er\0adrukkelijk op, dat er zoo een warboel bij het Rijksbureau voor Manufacturen heerschte, dat, het bijna onmogelijk was in dezen chaos een juist inzicht van de zaken te krijgen. Moeilijkheden met het personeel', dat voor bijna het grootste gedeelte gerecruteerd is uit menschen, die van de Textielbranche absoluut niets afweten, zaken die bij A moeten behandeld worden, door B ontvangen zijn, en welke corres pondentie bij ongeluk op het verkeerde schrijfbu reau blijft liggen, of ergens verdwaalt, maken het begrijpelijk, dat iemand, die geen ijzeren wil heeft of geen krachtig organisator is, zijn leven niet wenscht te vergallen, en al spoedig het bijl tje e rbij neerlegt." Een conflict met Suriname. „Een Daad" is het opschrift, waaronder „Suri name" een artikel wijdt aan de collectieve ont slagname van de leden der Koloniale Staten te Paramaribo, wegens de minachtende en be- leedigende uitlatingen van Tweede Kamerleden en Minister Pleijte tegenover hun college. „Merkwaardig, schrijft het blad, dat pas in de laatste jaren wij mogen genist zeggen, sinds 't optreden van den heer Roll in Concuerque aan het departement van Koloniën als hoofd van de afdeeling voor West-Indische Zaken de hou ding der regeering zoo despotisch tegenover de kolonie en vijandig tegenover de Staten is ge worden Hier in de kolonie wordt dan ook alge meen deze ambtenaar als haar booze geest be schouwd en de vreemde houding der Regeering, speciaal tegenover dit gewest, aan hem geweten." Als de kolonie c'oor een on tactvol en vij andige houding van de zijde der regeering hoe langer hoe meer van hrt moederland vervreemd wordt, dan zal dat aan de „voorlichting" van den heer Rollin Couquerque te wijten zijn, meent het blad. „Deze heeft drie jaar lang in de kolonie ge diend en zich er als een voor zijn taak niet be rekend man doen kennen. Met smaad is hij van hier weggegaan, met rancune tegen de bevol king, maar vooral tegen de Koloniale Staten, die vaak vernietigende critiek over zijn werk moesten doen hooren". 3. F, van K a t! e r e n p. 3. fi Over den dezer dagen overleden Pater-Jezuiet, die ook in Protestantsche kringen wel bekend was, schrijft de „Tijd": „In 1855 te Schfjndel geboren, trad bij in 1874 in de Sociëteit van Jezus en genoot tot 1886 de gewone wetenschappelijke op leiding in dp studiehuizen der Orde in Ne derland, onderbroken door één jaar werk zaamheid (1881—82) aan het gymnasium te Katwijk a. d. Rijn. Van 188690 verbleef hij in Syrië, aan de Universiteit Saint Jo seph te Beiroet, hoofdzakelijk voor de stu die der semitische talen, bijbeLsche aardrijks- en oudheidkunde. Sinds 1891 was pater Van. Kasteren professor in het Hebreeuweeh' en de exegese aan het Collegium Canisianum te Maastricht. Pater v. Kasteren verzorgde het bekende bijbeltje van de 'Apologetische Vereeniging en leverde daarin de vertalingen van 'de H.H. 'Lucas en Johannes. Tevens hielp hij in 1896 mede oprichten de „St. Willibrordusver- eeniging ter verspreiding van goedkoope ka tholieke volkslectuur," voor welke hij waar devolle bijdragen leverde. In verscheidene tijdschriften, vooral in De Studiën, werden belangrijke verhandelingen en bijdragen van den geleerden Jezuiet, meest over Bijbelsche ondei-werpen en Pa- lestinologie, opgenomen." - 1 Ji i i M ii De slagers over den heer Post- hum a. In het „Slagersvakblad"' heersebt blijkbaar groote verbittering tegen den afge treden Minister. Het blad schrijft o.m.: Excellentie Postkuma, voortgekomen uit den middenstand, zijne ouders waren maar doodeenvoudige middenstanders te Leeuwar den, heeft den middenstand geducht ge knauwd, den geheelen winkeliers- en klein- handelsstana bijna lam geslagen en de sla gerij a. z. a-lle categorieën van slagers tegen den grond geworpen, broodeloos gemaakt, ja velen bijna tot den bedelstaf gebracht, zoodat zij moesten aankloppen om een aal moes bij het Steuncomité. Ellendiger kon liet- toch niet. En dat een middenstander aan den middenstand. Heengegaan en door nie mand betreurd, en met een zucht van ver lichting hebben duizenden bij duizenden nij vere burgers zijn heengaan begroet." Directeur-Generaal P. en T. Naar wordt vernomen, is de heer De Lande Cremer, waarnemend Directeur-Generaal der P. en T.. aangezocht voor de functie van Directeur-Ge neraal. Vrijwillige opleiding tot r.e.e.e.r- v e-a a n v o e r d e r. De cursussen voor vrij willige opleiding tot reserve-aanvoerder van hen, die op dit oogenblik op .geenerlei wijze dienst- of oefenplichtig zijn, alsmede oude dienstplichtigen, die thans met onbepaald verlóf zijn, zullen nog in deze maand aan vangen. Zij worden plaatselijk geregeld, zoo dat de deelnemers zoo min mogelijk tijd ver liezen. i Allereerst zal door beproefde krachten aan allen, voor zoover noodig, een inzicht in de tegenwoordige legerhuishouding in 't alge meen worden gegeven; daarna zullen ver dere opleidingen aanvangen, waarbij zooveel mogelijk met ieders bijzondere kennis en aanleg rekening zal worden gehouden, ter wijl tevens, voor allen, gezorgd zal worden voor een goede schietopleiding. Eerstdaags zullen degenen, die zich reeds aangemeld hebben, namens den algeuieenen leider, den reserve-kapitein J. W. Klein, worden opgeroepen, zooveel mogelijk in de plaats hunner inwoning tot eene bij eenkomst, waarop de gang van zaken na der, in overleg met hen, zal worden vast gesteld. i De, uitsluitend schriftelijke, aanmelding voor deelneming aan d© cursussen kan da gelijks plaats hebben aan onderstaande adres sen: dr. A. J. d'Ailly, 99 De Ruyterkade, Amsterdam en G. Watch, 19 Nicolaas Wit- senstraat, Amsterdam. Aan deze adressen kunnen desgewenscht ook schriftelijke nadere inlichtingen worden gevraagd. Voor den Inhoud dezer rubriek (telt da Redactie zich niet aansprakelijk. KABEL VAN MANDER. Toen d© middeleeuwscke kunat in de XVIe en XVIIe eeuw ten eind© liep, ging geleide lijk alle begrip van religieuse bezieling verlo ren, oan voor een meer praohtlievende kunst plaats te -maken. Dit ging zelfs zoo ver, dat Rubens en Van Djjck hunne groote altaar stukken met reusachtig© kolommen lieten omlijsten, zoodat menig midaeleeuwsch Hoog koor, door deee altaarmonumenten geheel be dekt werd. Tallooze kerken zijn hierdoor als bouw monument voor e>en deel bedorven te- worden en ook nog iu onzen tijd hóeft dit mis bruik opgeleefd totdat voor korten tijd. de Liturgische Vereeniging het altaar weer tot haar corspronkelijken eenvoud trac-ht terug te brengen en ook de verdere kerkorneering weer ©en meer leidende en ernstige gedachte zal krijgen, die opwekt tot strengere begrippen. Dit neemt echter niet weg, dat als schoo ie kunst, dw XVIe en XVIIe eeuwsche relic bedoelde vooretellingen, groote beteekenis hete ben, alhoewel wij dit- voor een groot d-eel géén ■Neerlandsche kunst-kunnen noen n. onrd.u le XVe en XVIe eeuwsche Italiaan-* he B al - sance onzo 'kunstscholen beheersc-'ite. Karei van Mandor, die onder Paus l'i - V te Rome vertoefde eu oen gunsteling v:;-- Zijne Heiligheid, stichtte de Lreinde Ilaar- lemsche schildersschool en w as de roecs; ei van Frans Hals, Veorspronck, rrlrs. Engel sen*. Moeet-ber en zoo menig andere, ien „are 1548 te Meulebeke in Vlaand-r - g..boren, verbleef hij te Haarlem van 1588 tot 1603 en verder t© Amsterdam, alwaar hij in ICC6 over leden is en met overgroete pracht begraven Id de Oude Kerk. Weinig teekeningen en schilderijen bevon den zic-h na zajii dood in ja huis, daar deze meestal in opdracht verkocht waren, hea zij ner meest bekend© werken is het altaar-stuk van êe H. Catharina in de St. Maartenskerk t© Ko-xtr.jk, gedateesd 1581. Te 1 peren zag ik nog kort voor den oorlog zün treffende „Eece Homo" in het Lieve Vrouwe Hospitaal. Ock in de musea te Kortrijk, Praag. Se-hei-duim vinden wij zijne werken, terwijl tal van 'ine schilderstukken vermoedelijk nog in het bc-Tt van Haarlemeche en Amsterdamsohe fami lies moetin zijn. Zoo schilderde t'j o.a. voor den heer Jan Fontein te Amsterdam een 'loea van groote kunstwaarde, n.l.Slag tusschen Hannibal en Scipio. Voor den heer Jan da Witt© sckepene te Amsterdam, schilderde hij De doop van "Christus, De doortocht der kinde ren feraëk door de Jordaan en De bek eer in g van Paulus. Vele zijner stukken dragen veen naam of monogram, daar dit vooral bii reli gieuse voorstellingen, dikwijls achterweg bleef. T© Haarlem, op de Groote hal van het taal- huis vinden wij het door hem met naamletter? en jaartal geschilderd© Schild ter gedachten! van Jan Huygens van Linschoten. Daar i> meen, dat Karei van Mander als bekend rede rijker uit dien tijd, ook enkele der schilden heeft vervaardigd dSe thans nog op „Trou moet Blycken" hangen, zou het wel belang stelling wekken, wanneer die schilden te sa men eene tentoongesteld werden op het Fran; Halsmuseum en zou de vergelijking van dei schilden onder goede belichting tot verder ontdekkingen kunnen leiden. Ook zou me, daar voor een paar weken aan toe kunnei voegen, wat haer nog verder van KaTel val Mander bekend of aan hem wordt toegeschre x©n, nd.: D© Maria-Boodschap op het Frar HalsmuseumDavid en Rachel in bezit vat den heer C. J. Gonnet: Calvariegroep en St. Sebast-iaan. in bezat van de heer R.-C- A. vau Cranembur -h; De Geboorte van Christus oj het Bisschoppelijk Museum en de Aanbidding dear Herdiers in het Museum van Middeleeuw sohe Kunst. Leopold Plettinck schreef in 1886: s vele jaren heeft men van Karei van Marnier s standbeeld gesproken, als dankbaarheid jegens den beeldrijken dichter, den gewetensvollen ge schiedschrijver en-den uitmuntenden schild**.;. Wijlen de heeren mr. G. van Tienhoven ei zijn vri"en*d inr. A. van der Mersch waren V plan zeer too gedaan. Voor bijzonderheden over Karei van Man-iet bezoek© men de Stadsbiblioihei k, alwaar ook nog bijdragen over Karei van Mander kar vinden, door den Bibliotheca is dr. J. D. Rut gors van der Loeff en door de amanuensi .- P. J. Overmeer. Ook de tooneelstul;kon van Karei van M. der hebban langen tijd veel bijval gevondet en rijn meesterstuk: Dina, zou ook in onzer nieuwen Schouwburg, wèl gewaardeerd w* r den. Ook heden, na drie eeuwen, zal dit s; o. nog frisch en geeetig bijken! GÜSTAAF VAN KALCKFX Haarlem, 15, IX, 191S. Ontrouw beambte. De politie he ft den beambte J. v. L„ werkzaam op bet distri butiekantoor aan de Oppert t© Rotterdam - i: EEN MODERN BEDELAAR. Bedelaar: Een eentje voor een armen man, asjeblieft. Heer des huizes: Vriend, wij hebben zelf niets. Bedelaar: Dan stel ik je voor om voor gezamenlijk© rekening te gaan werken. VERHUIZEN. Ja, zei de jonge va-der. we hebben L* r thans druk thuis. We verhuizen. Verhuizen? Waarheen? We verhuizen alles buiten het bereik r an 't kind, 't Is begonnen te kruipen. «Mijn God; boe hebt ge dat gedaan kun- krijgen, Vivant?" vroeg de oude vrouw, 0 handen Ineenslaande. »i„ weet ik niet, maai' ik Ben er in ge- 1 «De H. Maag<! en de heiligen mogen u &niVoor belo°nen in dit leven en in het »e, want nooit heeft iemand bet meer 8en *n<* dan gij'. Morgen kan ik dan weer - ust door deze dierbare ruïnen rondloo- tn'. zonder vreee van die lieden te ont- •chn 1 ik dacbt dat mijn bart van blijd- breken zou." i© iVaot meende een traan te zien blinken Gu -.fe 00£ea der oude vrouw. hn"i;J zijt dus gelukkig?" vroeg hij: baar - deyoilen tdon. kig mijn kind? Neen, maai' ik ben minder bedroefd, omdat ik geloof, dat God dat alles niet voor niets gedaan heeft." „Welnu, als gij een weinig tevreden zijt, als ook gij denkt dat -alle hoop niet verlo ren is, als gij gelooft dat ik dezen morgen iets voor u gedaan heb, doe dan thans ook iets voor mij." „Als het' mogelijk Is, zeer gaarne, mijn jongen. Wat is de zaak?" ,;Ontvang een bezoek van Denis. Hij' heeft schuld, ik weet het en hij' erkent het zelf ook; maar hij kan ons in vele zaken nuttig zijn; hij is aan zijn oude meesters gehecht gebleven en in hun belang „Laat hem komen, Vivant, laat hem ko men, maar ik beloof niet, dat ik terstond vriendschap met hem zal sluiten. Hij heeft zeer laag en hebzuchtig gehandeld, en zoo onze meesters niet vertrokken waren, zou hij hen misschien ook verraden hebben." „Ik zeg het tegendeel niet, maar ik ver zeker u dat Denis berouw over dat alles heeft." - „Hij ie rijk en Brulard is niet meer te vreezen, zei Adrienne met bitterheid; „maar iifc zal hem toch ontvangen, Vivant, ik wii niet weigeren; hjj kan komen ate hij wil, de graaf en de gravin hielden zooveel van hem." „Ik zal het hem terstond gaan zeggen, juffrouw Adrienne; verder zal ik mij het! noodige aanschaffen om mij hier te kunnen vestigen en een soldaat heeft niet veel noo dig; dezen avond neem ik hier voorgoed mijn intrek." 1 Toen hij het slotplein overstak, zag de soldaat met voldoening dat men reeds druk bezig was, met de hem gedane beloften ten uitvoer te leggen- Zijn neef Dorier had zijn voornaamste meubels reeds op een hoop bij een gebracht en voor de deur van Lony stonden twee groote karren. Vivant moest hier echter een oogenblik ophouden om vader Lorry een weinig te matigen, die in zijn overgrooten ijver de deuren en, vensters van het huis, dat hij verliet, wilde medenemen. Zooals hij zeido, wist hij niet dat deze niet tot de meubels behoorden. 1 Een half uur later was Vivant in de her berg „de Groote St. Hubert" teruggekeerd. Op dit oogenblik sloeg de dorpsklok juist het middaguur. „Ge zijt zoo joist op nw rendez vous als een jager, mijn jongen," zei de gewezen pikeur. „Welnu, zijt gij er in geslaagd om bij moeder Adrienne binnen te komen?" „Meer dan dat, meester Denis, heel wat meer. Dezen avond ga ik bij haar wonen." „Inderdaad „Het is zooals ik zeg; de vrede is getee- kend, voor mij en mijne landgenooten, zoo- als de eerste consul zegt, want Adrienne wil ook u ontvangen." „Dat hebt ge spoedig klaar gekregen. Maai' als ge op het kasteel gaat wonen, kunt u er op rekenen, voor uwe verblijfplaats Van den morgen tot den avond te moeten vech ten." „Met wie?" „Met uw neef Dorier en met den ouden Lorry, den grootsten schelm die er twintig mijlen in het rond leeft." „Maar die gaan wegl Op het oogenblik zelf zijn zij reeds aan het verhuizen. Dezen avond is er niemand meer op het kasteel dan moe der Adrienne en ik." „Wat! Lorry en Dorier..." „Hebben mij het slagveld gelaten! Ik heb wel voor een heet vuur gestaan, maar thans is het zooals ik u zeg, zij trekken met stille trom af. De dragonder heeft de baan schcon geveegd." „Als Brulard dit alles hoort en *k zal zorgen dat dit spoedig gebeurt zal hij zijnen hond bij de ooren, zijn kat bij den staart trekken en zijn dochter op een boetpredikatie onthalen."- „Hoe zoo!" - „Dat is zijn gewoonte, zijn wijze om zich te troosten. Sedert hij de menschen geen kwaad meer kan doen, doet Bjj het de, beesten en kwelt zijn dochter, een aardig, lief schepseltje, dat hij toch liefheeft...." „Ah ja," onderbrak hem Vivant ver strooid, „bij" had een dochtertje van vijf of zes j«»r bud. toen ik vertrok." „Juist, de kleine Franeine. Haar vader heeft een dame van haar gemaakt met een revolutionnairen naam; hij noemt haar CIA matile... maar het moet gezegd wo den, het is een juweel van een knd." „Thans," zeide Vivant, „moet ik mij een paar meubels aanschaffen, om mij daar ginds een weinig op mijn gemak in te richten. Waar moet ik daarvoor wezen?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 11