HEM' HURL COORilT Mcques de brancion BINNENLAND VAN OVERAL In afwachting van het rapport. Vrijdag 20 September - Tweede blad KERK EN SCHOOL HANDEL EN NIJVERHEID LEGER EN VLOOT INGEZONDEN 3 FEUILLETON YROOLIJK ALLERLEI Het Rijksbureau y?or Manu facturen. Naar aanleiding van het af treden van den heer G. W. Wisselinck JHzn. als directeur van dit bureau, schrijft M. S. de Vries in de „Manufacturier" het volgende: „Het was voor den heer W. een kort verdriet. Uit een onderhoud met Z.Ed. bleek, dat hij het volstrekt niet eens was met de hee- ren v. IJsselstein en Hertsberger, welke beide heeren absoluut een groot gedeelte der manufac turen in beslag willen nemen en daarvoor een lagen prijs (ver beneden den inkoop) wilden be talen. Dit nu vond de heer W., evenals ieder an der, jets zoo onrechtvaardig is, dat hij aan de ze daad niet wenschte mede te werken en ook zijn naam niet onder een dusdanig besluit wilde plaatsen. Ia den loop van het onderhoud wees de heer Wisselinck er nadrukkelijk op, dat er zoo een warboel bij het Rijksbureau voor Manufacturen heerschte, dat het bijna onmogelijk was in dezen chaos een juist inzicht van de zaken te krijgen. Moeilijkheden met het personeel, dat voor bijna het grootste gedeelte gerecruteerd is uit menschen, die van de Textielbranche absoluut niets afweten, zaken die bij A moeten behandeld worden, door B ontvangen zijn, en welke corres pondentie bij ongeluk op het verkeerde schrijfbu reau blijft liggen, of ergens verdwaalt, maken het begrijpelijk, dat iemand, die geen ijzeren wil heeft of geen krachtig organisator is, zijn leven niet wenscht te vergallen, en al spoedig het bijl tje e rbij, neerlegt." UIT ONZE WEST Een-conflict met Suriname. „Een Daad" is het opschrift, waaronder „Suri name" een artikel wijdt aan de collectieve ont slagname van de leden der Koloniale Staten te Paramaribo, wegens de minachtende en' be- leedigende uitlatingen van Tweede Kamerleden en Minister Pleijte tegenover hun college. „Merkwaardig, schrijft het blad, dat pas in de laatste jaren wij mogen gerust zeggen, sinds 't optreden van den heer Rollin Concuerque aan het departement van Koloniën als hoofd van de afdeeling voor West-Indische Zaken de hou ding der regeering zoo despotisch tegenover de kolonie en vijandig tegenover de Staten is ge worden. Hier in de kolonie wordt dan ook alge meen deze ambtenaar als haar toooze geest be schouwd en de vreemde houding der Regeering, speciaal tegenover dif gewest, aan hem geweten." Als de kolonie door een ontactvol en vij andige houding van de zijde der regeering hoe langer hoe meer van het moederland vervreemd wordt, dan zal dat aan de „voorlichting" van den heer Rollin Couquerque te wijten zijn, meent het blad. J. P. van Kasteren Si. 'J. f Over den dezer dagen overleden Pater-Jezuiet, die ook in Proteetantsche kringen wel bekend was, schrijft de „Tijd": „In 1855 te Schijndel geboren, trad hij in 1874 in de Sociëteit van Jezus en genoot tot 1886 de gewone wetenschappelijke op leiding in dp studiehuizen der Orde in Ne derland, onderbroken door één jaar werk zaamheid (188182) aan het' gymnasium te Katwijk a. d. Rijn. Yan 1886—90 verbleef hij' in Syrië, aan de Universiteit Saint Jo seph te Beiroet, hoofdzakelijk voor de stu die der Semitische talen, bijbelsche aardrijks- en oudheidkunde. Sinds 1891 was pater Van Kasteren professor in het Hebreeuwsch en- de exegese aan het Collegium Canisianum te Maastricht. Pater v. Kasteren verzorgde het békende bijbeltje van de Apologetische Vereeniging en leverde daarin de vertalingen van 'de H.H. 'Lucas en Johannes. Tevens hielp hij in 1896 piede oprichten de „St. iWillibrordusver- eeniging ter verspreiding van goedkoope ka tholieke volkslectuur," voor welke hij waar devolle bijdragen leverde. In verscheidene tijdschriften, vooral in De Studiën, werden belangrijke verhandelingen en bijdragen van den geleerden Jezuiet, meest over Bijbelsche onderwerpen en Pa- lestinologie, opgenomen." De slagers over den heer Post- huma. In het „Slagersvakblad" heerscht blijkbaar groote verbittering tegen den afge treden Minister. Het blad schrijft a.m.: Excellentie Posthuma, voortgekomen uit den middenstand, zijne ouders waren maar doodeenvoudige middenstanders te Leeuwar den, heeft den middenstand geducht ge knauwd, den geheelen winkeliers- en klein handelsstand bijna lam geslagen en de sla gerij a. z. alle categorieën van slagers tegen den grond geworpen, broodeloos gemaakt, ja velen bijna tot den bedelstaf gebracht, zoodat zij moesten aankloppen om een aal moes bij het Steuncomité. Ellendiger kon het toch niet. En dat een middenstander aan 'den middenstand. Heengegaan en door nie mand betreurd, en met een zucht van ver lichting hebben duizenden bij duizenden nij vere burgers zijn heengaan begroet." VERKEER EN POSTERIJEN Directeur-Generaal P. en T. Naar wordt vernomen, is de heer De Lande Cremer, waarnemend Directeur-Generaal derP. en T., aangezocht voor de functie van Directeur-Ge neraal. ,Vr (j willig e opleiding t o t r.e.s.c.r v e-a a n v o e r d e r. De cursussen voor vrij willige opleiding tot reserve-aanvoerder van hen, die op dit oogenblik op geenerlei wijze dienst- of oefenplichtig zijn, alsmede oude dienstplichtigen, die thans met onbepaald verlof zijn, zullen nog in deze maand aan vangen. Zij worden plaatselijk geregeld, zoo dat de deelnemers zoo min mogelijk tijd ver liezen. Allereerst zal door beproefde krachten aan allen, voor zoover noodig, een inzicht in üe tegenwoordige legerhuishouding in 't alge meen worden gegeven; daarna zullen ver dere opleidingen aanvangen, waarbij zooveel mogelijk met ieders bijzondere kennis en aanleg rekening zal worden gehouden, ter wijl tevens, voor allen, gezorgd zal worden voor een goede schietopleiding. Eerstdaags zullen degenen, die zich reeds aangemeld hebben, namens den algemeenen leider, den reserve-kapitein J. iw. Klein, worden opgeroepen, zooveel mogelijk in de plaats hunner inwoning tot eene bij eenkomst, waarop de gang van zaken na der, in overleg, met hen, zal worden vast gesteld. j De, uitsluitend schriftelijke, aanmelding voor deelneming aan de cursussen kan da gelijks plaats hebben aan onderstaande adres sen: dr. A. J. d'Ailly, 99 De Ruyterkade, Amsterdam en G. Walch, 19 Nicolaas Wit- senstraat, Amsterdam. Aan deze adressen kunnen desgewenscht ook schriftelijke nadere inlichtingen worden gevraagd. °Mantisch verhaal uit den tijd 33 der fransche revolutie. hér3n God' 5106 Se dat gedaan kun de I dSen, Vivant?" vroeg de oude vrouw, panden ineenslaande. Weet 'k niet> maar ik ben er in ge- agd." "v M- Maagil en de heiligen mogen u •^bci QOr bcloonen in dit leven en in het Ver-re' want nooit heeft iemand het meer claU Morgen kan ik dan weer door deze dierbare ruinen rondloo- .,vr,efiË van die lieden te ont- "O'-m i 'k dacht dat mijn hart van blijd- Y 1 breken zou." meende een traan te zien blinken ,Oü oogen der oude vrouw, b dus gelukkig?" vroeg hij haar L I^den.toon. mijn kind? Neen, maar ik ben minder bedroefd, omdat ik geloof, dat God dat alles niet voor niets gedaan heeft." „Welnu, als gij een weinig tevreden zijt, als ook gij denkt dat alle hoop niet verlo ren is, als gij gelooft dat ik dezen morgen iets voor u gedaan heb, doe dan thans ook iets voor mij-" „Als het mogelijk is, zeer gaarne, mijn jongen. Wat is de zaak?" „Ontvang een bezoek van Denis. Hij heeft schuld, ik weet het en hij erkent het zelf ook; maar hij kan ons in vele zaken nuttig zijn; hij is aan zjjn oude meesters gehecht gebleven en in hun belang „Laat hem komen, Vivant, laat hem ko men, maar ik beloof niet, dat ik terstond vriendschap met hem zal sluiten. Hij heeft zeer laag en hebzuchtig gehandeld, en zoo onze meesters niet vertrokken waren, zou hij hen misschien ook verraden hebben." „Ik zeg het tegendeel niet, maar ik ver zeker u dat Denis berouw over dat alles heeft." I „Hij is rijk en Bruiard is niet meer te vreezen, zei Adrienne met bitterheid; „maar ik' zal hem toch ontvangen, Vivant, ik wil niet weigeren; hij kan komen als 'hij wil, de graaf en de gravin hielden zooveel van hem." „Ik zal het hem terstond gaan zeggen, juffrouw Adrienne; verder zal ik mij het) noodige aanschaffen om mij hier té kunnen vestigen en een soldaat heeft niet veel noo dig; dezen avond neem ik hier voorgoed mijn intrek." 1 Toen hij het slotplein overstak, zag de soldaat met voldoening dat men reeds druk bezig was, met de hem gedane beloften ten uitvoer te leggen- Zijn neef Dorier had zijn voornaamste meubels reeds op een hoop bij een gebracht en voor de deur van Lorry stonden twee groote karren. Vivant moest hier echter een oogenblik ophouden om vader Lorry een weinig te matigen, die in zijn overgrooten ijver de deuren en vensters van het huis, dat hij verliet, wilde medenemen. Zooals hij zeide, wist hij niet dat deze niet tot de meubels behoorden. Een half uur later was Vivant in de her berg „de Groote St. Hubert" teruggekeerd. Op' dit oogenblik sloeg de dorpsklok juist het middaguur. „Ge zijt zoo juist op uw rendez-vous als een jager, mijn jongen," zei de gewezen pikeur. „Welnu, zijt gij er in geslaagd om bij moeder Adrienne binnen te komen?" „Meer dan dat, meester Denis, heel wat meer. Dezen avond ga ik bij haar wonen." „Inderdaad?" „Het ie zooals ik zeg; de vrede is getee- kend, voor mij en mijne landgenooten, zoo als de eerste consul zegt, want Adrienne wil ook u ontvangen." „Dat hebt ge spoedig klaar gekregen. Maar hls ge op het kasteel gaat wonen, kunt u er op rekenen, voor uwe verblijfplaats Ivan dén morgen tot den avond te moeten vech ten." „Met wie?" „Met uw neef Dorier en met den ouden Lorry, den grootsten schelm die er twintig mijlen in het rond leeft." „Maar die gaan wegl Op het oogenblik «elf zijn zij reeds aan het verhuizen. Dezen avond is er niemand meer op het kasteel dan moe der Adrienne en ik." „Watl Lorry en Dorier..." „Hebben mij het ejagveld gelaten! Ik heb wel voor een heet vuur gestaan, maarthans is hel zooals ik u zeg, zij trekken met stilt» trom af. De dragonder heeft de baan schoon geveegd." „Als Bruiard dit alles hoort en ik zal zorgen dat dit spoedig gebeuit z -i hij zijnen hond bij de ooren, zijn kat bij den staart trekken en zijn dochter op een boetpredikatie onthalen." „Hoe zoo!" „Dat is zijn gewoonte, zijn wijze om zi h te troosten. Sedert hij de menschen geen kwaad meer kan doen, doet h(j het de beesten en kwelt zijn dochter, een aardig lief schepseltje, dat hij toch liefheeft...." „Ah ja," onderbrak hem Vivant ver etrooid, „hij had een dochtertje van vijf of ze» jaar 40611 ik vertrok." „Juist, de kleine Francine. Haar vadei heeft een dame van haar gemaakt met een revolutionnairen naam; hij noemt haar Clé matile... maar het moet gezegd worden, het is een juweel van een knd." „Thans," zeide Vivant, „moet ik mij eer paar meubels aanschaffen, om mij daar gind» een weinig op mijn gemak in te richten. Waar moet ik daarvoor wezen? (Wordt vervolgd). Wanneer de drukkende, ons lederen dag va»ter in haar greep nijpende zorgen van den 'yd, niet nagenoeg op heel ons denken en Mreven kV dag legden, dan z,on'de ontzettende •Por. •wegramp van "Vrijdag j.l, die in tal van "tzlnnen uit den mond van verweduwde echt- Krnooten. verweesde kinderen en achtergelaten Moe!verwanten,een bitter weegeklaag ten kemel loc! stijgen, algemeen een nationele ramp kenoemd worden. Zij is dit werkelijk, door bet aanzienlijk ®iintal dooden en het nog grooter getal ge kwetsten, waaronder velen die voor geheel hun verder leven, verminkt zijn. Tn haar ontzettende gevolgen overtreft zij Verre 'al de spoorwegongelukken te zamen. die 'n do laatste 40 jaren over ons Vaderland zijn gekomen. Dat reeds enkele dagen na het vree&elijk gé- '"euren, dut zooveel gezinnen in diepen rouw dompelde, een Staatscommissie werd ingesteld, •'in de oorzaak aan een nauwgezet onderzoek te onderwerpen, was te verwachten. Alleen moet ons de bemerking van 't hart, '•'at. waar de leden dier Commissie voor een overwegend deel benoemd zijn uit deskundigen 'n dienst der betrokken s p o o r w e g in a a tsch a pp i.i pn in Staatsdienst, het allic-lit een betere in druk in den lande zou gevestigd hebben, als let overwicht in de Commissie, naar de zijde van deskundigen gevallen was. die buiten ''eide diensten staan. Zooals de Commissie thans is samengesteld;' "T* haar competentie in zich, die o. i. onaan. "chtfoaar is, buiten beschouwing gelsten ''an zjj bij velen den indruk wekken, dat hier e*n onderzoek wordt ingesteld in eigen aange- genheden door belanghebbenden. Bijna hadden we gezegd, voor velen gaat een kommissie aan 't werk.- in eigen zaak, om reekt te spreken. Maar de Commissie is eenmaal benoemd en wij hebben nu het resultaat van haar onder dek af te wachten, dat ongetwijfeld in een 'apport, tót publiek, domein gemaakt zal wor den. Men behoeft nu juist niet tot het dagelijks 'sizend publiek te bohoo renom tot de bevin- diag te komen, dat de personentreinen op alle ''aanvlakken, in de laatste maanden dikwijls 0verbelast zijn. Liet zeldzaam zijn de gevallen, dat reizigers "'et slechts in de 2e en 3e klasse, maar ook in le klasse geen zitplaats kunnen, vinden. dj moeten zich dian vergenoegen met staan- p'uat®en, wanneer ze althans mee willen. 'bi zO0 ziet men stampvolle treinen voorbij •k stations pa-seeren, waarin de reizigers al® baringen in een ton op elkaar gepakt, zitten Pn staan. Do staanden lijken dan vaak in de over- Ï(>1]® coupés tegen de portierramen te kleven. Do bij Weesp verongelukte trein bood. vol gens couranten-berichten, een zoodanig aspeet. En nu is er niet veel nadenken toe noodjg, °m tot de conclusie te komen, dat bij déraille ment, treinbotsing, ombanteling of welk onge- Tr' ook, de gevolgen ten aanzien van zoo'n overbelasten trein, in den regel veel noodlot- tiger zijn, dan bij normale bezetting-. Op sommige baanvlakken, o.a. op het trajeet trecht Amsterdam, loepen op meerdere minuten vóór den officieel vaetgestelden tijd, Vlortreinen, of diaarna, volg treinen. Daardoor wordt de soms overweldigende •i room van reizigers gesplitst en blijven de ^"'genaamde, in elk opzioht niet senoeg af te keuren staan- »1 a a t s e n, ongebruikt. Met inleggen van meerdere voor- of volg- Dfinen bü die reeds zoo sterke vermindering- treinenloop, zou o.i. alle aanbeveling ver dienen. Alsdan zon ook de in onze dia gen buiten- 'Poiige len,gte van meerdere treinen waar oor het gevaar voor ongelukken, vooral voor ^aillement vermeerderd wordt tot gerin- r afmeting gereduceerd kunnen1 worden. jMpge de Staatscommissie, die tot taak 'D: onderzoek naar de oorzaak dér spoor- ^ogramp bij Weesip, met bekwamen spoed te rk te gaan en moge staande dit onderzoek, 'v°l door de Directie der Staatsspoorwegen als die der H. IJ. S. M„ alle voorzorgen geno men en alle belemmeringen uit den weg ge ruimd worden, waardoor de kam op even- tuéele ongelukken tot een minimum wordt herleid. Het Yooizittei ««lap der Tweede Kamér. De „Tijfl" deelt medle, dlat de heer mr. dr. D. A. P. N. Kooien, ge* noemd als vermoedelijk Kamervoorzitter, per soonlijke bezwaren heeft .voor de aanvaarding van dit ambt. Daarenboven schrijft het blad bestaat er ondier een groep reehtsché Ka'- merledtert die neiging, om hét eervolle ambt weder toe te vertrouwen aan dén aftredendten voorzitter, mr. Foek. Niet te ontkennen is, diat deze getoond heeft voorzitters-finaliteit en te bézitten en in moeilijke oogenblikken. welke zich nog wel eens zullen herhalen, de leiding in vaste handen te kunnen houden. Geen „M ij n e H e e r e n". In verband met hét feit, dat thans een vrouw zitting heeft als lid van de Tweede Kamer, ontbreekt boven de Koninklijke Boodschappen, ten ge leide van ingediende wetsontwerpen even als bü de Troonrede het geval was de ge bruikelijke aanhef „Mijne Hoeren-." De spoorwegramp b ii Weesp. Naar het Corr. Bureau verneemt, schijnt er ten aanzien van dte opdracht, verstrekt aan de door den minister van Waterstaat ingestelde commissie van onderzoek betreffende het spoorwe.gongeval hij Weesp een misverstand te bestaan, of in die opdracht begrepen is een onderzoek ook naar den toestand van andere spoordijken. Daarom moge er nog eens nadruk kelijk aan herinnerd worden, diat in sub b. van die opdracht ook van dé commissie een onder zoek gevraagd wordt naar dien toestand van andere spoordijken in slappen grond', die daar voor, naar het oordeel der commissie, in aan merking komen, met vermelding of en zoo ja, bij welke spoordijken voorzieningen zullen moeten genomen worden. De toestand van de in het Binnengasthuis verpleegd wordende ernstige gewonden was gisteren over 't algemeen dezelfde als Dins- dag. Alleen de toestand, van mej. R. Duits is iets beter. De lichter gekwetsten gaan lang zaam vooruit. De heer B. S. van Zanten uit Zwolle is over gebracht naar de Ziekenverpleging op de Prinsengracht, alwaar hij thans verpleegd wordt. De heer Ter Hall aan 't woord'. De „Maaeb." had dezer dagten een onderhoud met het nieuwgiekozen Tweede Kamerlid, dien heer Henri ter Hall, lid van de Neutrale Partij. De redacteur gaf zijn wensch te kennen hem eenige vragen te stellen betreffende pun ten van practieche politiek. De heer ter Hall verklaarde zich bereid de vragen te beantwoor den. Deze vragen en het antwoord, dat daarop ontvangen werd, laten wii hieronder volgen: Volgens uw uitingen in den Dijswijkschen Gemeenteraad aldus onze eerste vraag staat u finaneieele gelijkstelling! voor van openbaar en bijzonder onderwijs. Is dat juist. Deze vraag beantwoordde de heer ter Hall volkomen bevestigend. Op de vragenIndien de regeering, de finaneieele gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs aan de orde stelt, heeft zij dan in u een volkomen medestanderen, meent u niet, dat hét grondwettelijk voorschrift om trent de finaneieele gelijkstelling zoo spoedig, mogelijk moet worden uitgevoerd en onder geen enkele voorwaarde mag worden opgehou den, luidde het antwoord van den heer ter HallIk ben voorstander van loyale uitvoe ring Van art. .192 der Grondiwet, maar zal diit punt eerst dan met vrucht kunnen bespreken, als een wetsontwerp, inhoudende concrete voor stellen zal zijn ingediend. Is het niet uw meening, zoo werd verder ge vraagd, dat de regeering den plicht heeft de sociale verzekeringswetten, die reeds zijn aan genomen, terstond uit te voeren i Ja, voor zoover dit mogelijk is zonder de ataatspensiomeering in 't gedrang te brengen en met uitbreiding van dé ziekte-verzekering ook tot geneeskundige behandeling. Op de vraag, of de nieuwe Kamerclub onder voorzitterschap van den heer Treub, waarvan de heer ter Hall deel uitmaakt, zoodanige be- teekems heeft, dat, wat de heer Treu/b in de Kamer zal opmerken geacht kan worden de meeniag weer te geven van dé geheele club, tenzij de leden dier club zich persoonlijk daar mede niet accoord verklaren, antwoordde de heer ter Hall: Zoowel de voorzitter als do leden zullen spreken namens de dub, voorzjo- ver niet vooraf het tegendeel wordt gezegd. I' sl'otte Hen nog Vet gesprek over de* vraag of het initiatief tot samenwerking in dé Tweede Kamer van de 7 bij 4 verschillende partijen aangesloten ledten van den heer ter Hall of van den heer Treub was uitgegaan. De heer ter Hall ontkende ten sterkste, de juist heid van de bewering in sommie® bladen ge uit, als zou dé heer Treub het initiatief daar toe hebben genomen. Ter staving van deze be wering deelde de heer ter Hall ons medé, dat de notulen van dé eerste bijeenkomst aldus aanvangen: „Verslag van de bijeenkomst gehouden op 22 Augustus 1918 op initiatief van den heer Henri ter Hall," eni dat dit verslag sluit met de woorden:.... en dat dé heer Staalman d'ank betuigt aan den heer Henri ter Hall voor het door hem genomen initiatief'. CRISISAANGELEGENHEDEN. Vorhooging deeplo otta t ie- vei De Minister jan L., N. em H., heeft, gézien zijne beschikking Van 4 Februari 1.1., afdeeling Crisiszakeu, bureau vervoer, gewij zigd bij beschikking van 13 Juni j.l.. afd. Crisiszaken', bureau vervoer, bepaald, diat alle sleepiboottaritewen, vastgesteld in, bovengenoem de beschikkingen, zullen worden' verhoogd met 20 pet. Deze verhooging zal ingaan op 19 Septem ber 1918. Rijkskantoor voor zèep. De Mi nister van D., N. en H., maakt békend, dat bij afwezigheid van dén directeur van hét Rijks- kantoor voor zeep, mr. O. W. Th. v. d. Brand- hof, de heer D. G. M. de Vries gemachtigd is voor den directeur te teekenen. 'Graan voorde boeren. Naar de „Tel."- verneemt heeft de heer Van Rappard zich met de volgende vragen tot den minister van Landbouw gewend I. Is de minister voornemens van den oogst 19i9 den landbouwers broodgraan te laten voor hun gezin en hunne arbeider»? Zoo ja, verdient het dan geen aanbeveling met het oog op den uitzaai, zulks zoo spoedig mogelijk bekend te maken? II. Van den oogst 1918 is aan de boeren een gedeelte van hun eigen verbouwd graan gelaten voor voedsel van hun vee. De bepaling ie echter gemaakt, dat wel gerst en boonen, doch geen haver aan de var kens mag gevoerd worden. Hoe denfct de minister zich dam, dat de boeren, die noch gerst, noch boonien hebben verbouwd, hunne varkensfokkerij en meeterij in stand moeten houden,? „Deze heeft drie jaar lang in de kolonie ge diend en zich er als een voor zijn taak niet be rekend man doen kennen. Met smaad is hij van hier weggegaan, met rancune tegen de bevol king, maar vooral tegen de Koloniale Staten, die vaak vernietigende critiek over zijn werk moesten doen hooren" Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. KAREL YAN MANDER. Toen die middel eeu wseh e kunst in dte XYIe en XVHe eeuw ten einde liep, ging geleide lijk alle begrip van religieuse bezieling verlo ren, om voor een meer p ra ch tlie ven de kunst plaats te maken. Dit ging zelfs zoo ver, d'at Rubens en "Van Dijck hunne groote altaar stukken met reusachtige kolommen lieten omlijsten, zoodat menig middeleeuwseh hoog koor, door 'deee altaarmonumenten geheel be dekt werd. Tallooze kerken zijn hierdoor al? <bouwmonument voor een deel bedorven ge worden en ook nog in onzen tijd heeft dit- mis bruik opgeleefd totdat voor korten tijd. de Liturgische Vereeniging het altaar weer tol haar oorspronkelijken eenvoud tracht terug te brengen en ook de verdere kerkorneering weer een meer leidende en ernstige gedachte za? krijgen, die opwekt tot strengere begrippen. Dit neemt echter niet weg, dat als eehoone kunst, die XVIe en XVIIe eeuwsche religieus bedoelde voorstellingen, gTOOte beteekenis heb=. ben, alhoewel wij dit voor een groot dee! géén Neerlandsehe kunst kunnen noemen, omdat de XVe en XVIe eeuwsclie Italiaansclie «Renais sance onze kunstscholen beheerschte. Karei van Mander, die onder Paus Pius V te Rome vertoefde en een gunsteling was van Zijne Heiligheid, stichtte de beroemde Haar-* lemsche schildersschool en was de meester van Frans Hals, Yerspronek, Gerrits, Engel sen. Mosscher en zoo menig andere. Ten jare 1548 te Meulebeke in Vlaanderen geboren, verbleef hij te Haarlem van 1583 tot 1603 en verder te Amsterdam, alwaar hij in 1606 over leden is en met overgroote pracht begraven in de Oude Kerk. Weinig teekeningen en schilderijen bevon den zich na zijn dood in zyn huis, daar deze meestal in opdracht verkocht waren. Een zij ner meest bekende werken is het altaar-stuk van de H. Catharina in do St. Maartenskerk te Kortrij'k, gedateerd 1581. Te Yperen zag ik nog kort voor den ooi! pg zijn treffende „Ecce Homo" in het Lieve Vrouwe Hospitaal. Oek in de musea te Kortrijk, Praag. Scheissheim vinden wij zijne werken, terwijl tal van zijne schilderstukken vermoedelijk nog in het bezit van Haarlemsehe en Amsterdamsiebe fami lies moeten zijn. Zoo schilderde hij o.a. rooi den heer Jan Fontein te Amsterdam een doek van groote kunstwaarde, n.l.Slag tusschen Hannibal en Scipio. Voor den heer J-an de Witte schepené te Amsterdam, schilderde hij De doop van Christus, De doortocht der kinde ren Israël® door de Jordaan en De bekeeriug van Paulus. Vele zijner stukken dragen geen naam of monogram, daar dit vooral bij reli gieuze voorstellingen, dikwijls achterweg! bleef. Te Haarlem, op de Groote hal van 1 et raad huis vinden wii het door hem met naamletters en jaartal geschilderde Schild ter gedachtenis van Jan Huygens van Linsehoten. Daar ik meen, d'at Karei van Mander als bekend rede rijker uit .dien tijd, ook enkele der schilden heeft vervaardigd die thans nog op „Trou moet Blycken" hangen, zou het wel belang stelling wekken, wanneer die schilden te sa men eens tentoongesteld werden op het Frans Halsmuseum en zou de vergelijking van deze schilden onder goede belichting tot verdere ontdekkingen Lunnen leiden. Ook zou men daar. voor een paar weken aan toe kunnen voegen, wat hier nog verder van Karei van Mander bekend of aan hem wordt-toegeschre ven, n.l.: De Maria-Boodschap op het Frans Halsmuseum; David en Rachel in bezit van den heer C. J. Gonnet: Calvariegro'ep en St. Sdbastiaan. in bezit van de heer R. C. A. van Cranemburgh'; De Geboorte van OhrDtus op het Bisschoppelijk Museum en de Aanbidding der Herdérs in het Museum van Middeleeuw- sehe Kunst. Leopold Plettinek schreef in 1886: „Sinds vele jaren heeft men van Karei van Mandor's standbeeld gesproken, als dankbaarheid jegens den beeldrijken dichter, d'en gewetensvol!en ac- schiedsekrijver en den uitmuntenden schilder." Wijlen dé heeren mr. G. van Tienhoven en zjjn vriend mr. A. van der Mersch waren dit plan zeer toegedaan. Vóór bijzonderheden over Karei van Mamh r bezoeke men de Stadsbibliotheek, alwaar men ook nog bijdragen over Karei van Maudcu- kan vinden, d'oor den Bibliothecaris dr. J. D. Rut gers van der Loeff en door de a ma nu en - - P. J. Overmeer. Ook de tooneelstukken van Karei van Man der hetbben langen tijd veel bijval gevonden en zijn meesterstuk: Dina, zou ook in onzen nieuwen Schouwburg, wél gewaardeerd wor den. Ook heden, na drie eeuwen, zal dit spei nog frisch en geestig bijken! GUST AA F VAX KALCKEX Haarlem, 15, IX, 1918. Ontrouw beambte. De politie heti't den beambte J. v. L., werkzaam op het distri butiekantoor aan de Oppert te Rotterdam en EEN MODERN BEDELAAR. Bedelaar: Een centje voor een armen man, asjeblieft. Heer des huizes: Vriend, wii hebben zelf niets. Bedelaar: Dan stel ik je voor om voor gezamenlijke rekening te gaan werken. VERHUIZEN. Ja, zei de jonge vader. we hebben her thans druk thuis. We verhuizen. Verhuizen? Waarheen? We verhuizen alles buiten het bereik'van 't kind', 't Is begonnen te kruipen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 5