linn MARL CllMil Mcques de brancion I in en ©m Haarlem KERK EN»SCHOOL WAT DE PERS ZEGT LjjlR^N^LdÖ-r ORDE EN ARBEID iVROOLIJK ALLERLEI FEUILLETON v> f Dinsdag 24 September - Tweede blad I DRANKBESTRIJDING °-UANTISCH verhaal uit den tijd 3, der fransche revolutie. de HAARLEMSCHE MILLIOENEN-NOTA. Voortaan mag de Haarlemsche gemeentebe- grooting met recht dezen titel dragen, met haar bijna elf millioen aan ontvangsten en uitgaven, *aarvan twee millioen aan crisis-uitgaven al leen. We werken tegenwoordig met millioenen, als vroeger met honderdduizenden. De crisistijd heeft ons wel gewoon gemaakt aan groote cijfers. Jjt 'n Bemoedigend beeld vormt de begrooting voor I- 10 niet. Er is een tekort van f 45b,000 en bit moet uit de lengte of uit de breedte komen, ®aar in alle geval uit de zakken der belasting betalers, want uitstaan kapitaal heeft Haarlem, belaas niet. Om dit tekort van bijna een half millioen te bekken, stellen B. en W. voor twee nieuwe be lastingen te heffen: een straatbelasting en een dividend- en tantième-belasting. Uit de eerste 'V enen zij. op een opbrengst van f 135,000, uit be tweede op f 50,000. Verder wenschen zij uit be plaatselijke directe belasting naar het inko ken f 150,000 meer te halen (totaal alzoo anderhalf millioen) en ten slotte zouden dan ta- 'wfsverhoogingen van electriciteit en water voor het ontbrekende moeten zorgen. Dit is voor den doorsnee-Haarlemmer wel het est belangrijke uit de begrooting. De rest mo gen wij beschouwen als toelichting op deze voor, Hen, maar dan ook als een zeer welsprekende toelichting. Ziet de geraamde crisis-uitgaven eens aanHet totaal noemden wij reeds: ongeveer twee mil- hoen. Precies wordt het bedrag op f 1,839,888. geraamd. V'an de bijzondere posten grijpen wij er eenige b't voor de vuist weg: kosten wegens het beschik ®aar stellen, tegen verminderden prijs, van brandstoffen f 226,000 (uitgegeven werd voor J'post in 1917 f 160,264); kosten ingè- "totge de distributiewet f 300,OLM) (in 1917: f, 264,000); kosten Centrale Keuken f 120,000 dn 1917; f 30492); heehvaterverstrekking aan (iC ingezetenen 22000 (in 1917: f 9500); V'ósidie van het Plaatselijk Steuncomité f 24000 lt! 1917f 3335)tegemoetkoming in de hoogere ■V 'jzen van gas en electrischen stroom f 330,000 !'u 1917: niets); subsidie aan de vereeniging Ondervoeding f 4000; kostelooze verstrekking j.'-n warm voedsel uit de Centrale Keuken 36000; kosten van de verstrekking van on- ergoed voor lageren prijs aan ingezetenen der genieente f 120,000, enz. wanneer met zulke uitgaven de begrooting v(n somber beeld oplevert, behoeft dat niet te /'Wonderen en allerminst zal iemand daarvan ton verwijt maken aan B. en W. Den komt eerder een woord van lof toe. ,- i een zekere schrielheid haast in de begroo- der jaarlijks terugkeerende uitgaven, r'ee" vergeeflijk omdat waarlijk de grootst t''gelijke zuinigheid moet worden betracht! j7nen 2ij een ruim inzicht om de nooden van sim?11 he helpen doorkomen en er is heel wat ^nnanskunst noodig bij onzen wethouder T financiën om in deze tijden de eindjes aan juir vast te kunnen knoopen. li "V menschenheugenis heeft de wethouder van in Haarlem niet zulk een zware taak \\7 a thans Mr. Heerkens Thijssen. Vv anneer men stuk voor stuk de begrootings- nagaat, dan vindt men op den gewonen 'enst bijna geen verhoogingen van beteekenis, J zoo dit al het geval is dan houden zij nauw ,D>and ook al weer met de tijdsomstandigheden, yo vertoonen de posten salarissen groote stij- U. E>e post: jaanvedden der onderwijzers bjj f Ja^er onderwijs stijgt van 403.500 tot r de kosten van het gymnasium van liil c .°p f 55000; de kosten van de H.B.S. cl ^"Jarigen cursus van 87000 op f 125000; f l io hf-B.S.-3-jarige cursus van f 84000 op riM i- 0; de salarissen van het personeel der rotrfae stegen van f 138000 op 184000 ,en>ast deze groote verhoogingen zijn verschil- stD ,- ronnen van inkomsten, door de tijdsom- «ndigheden, veel langzamer gaan vloeien. Wij 6i./T/n het Openbaar Slachtliuis, dat, door het 5tü tekori: van i'uim f 80,000.— i fl! kegyWc-n8S]'aar moet ramen' Ook hier is gemeente Sijmen, die betalen moet. A en W. hebben dezen post terecht onder 'Sisuitgaven" gebracht. Ce wsaar B. en W. dan ook verzekeren, dat aan v wegwerking van het tekort door verlaging V-- ,(ic ramingen niet te denken viel, gelooven 1 "en gaarne. - J} en W. hebben zich toen afgevraagd op W'jze het tekort moest worden gedekt, jj wij zijn in Haarlem niet zoo gelukkig over P/aal te kunnen beschikken-, a h zou wel het geval zijn, wanneer b.v. in jaren bij de verschillende bedrijven Lihnk reservefonds was gevormd. Elk gezondi or dient zulk een fonds te bezitten voor 'Oorziene tegenslagen, dóch vorige wet- Is re hebben daar nimmer aan gedacht. Dat tpw- ^roo'e f°ui geweest. Thans staat op dè be- te;,rmgen der bedrijven, evenals het vorig jaar f,.j £en post tot het vomien van zulk een ,crvefonds. adden de bedrijven zulke reservefond- gehad, dan had het gemeentebestuur, evenals «en thans te Amsterdam gebeurt, daaruit wellicht kunnen putten om deze zorgelijke jaren doos- te komen. Wel worden reservefondsen niet "gesticht om de gemeente bij te springen en wel valt er veel, ja alles, tegen zulke interingspolitiek te zeggen, maar abnormale omstandigheden maken abnor- male maatregelen noodzakelijk en wij gelooven dat wel niemand uit de burgerij tegen het met beleid en mate gebruiken van zulke reserves, in dezen tijd, zou geopponeerd hebben. Intusschen nemen gedane zaken geen keer en het huidige college van B. en W., gespeend van alles wat op een gemeentelijke spaarpot lijkt, moet zoeken naar'andere bronnen van inkom sten. Uit de inkomstenbelasting wordt f 150,000. meer gehaald en de opbrengst alzoo gebracht op het hoogste cijfer wat in Haarlem mag geheven worden, nl. op f 1,500,000.—. Bovendien gelden bij de heffing van inkom stenbelasting ook bier dè bezwaren, die het overigens democratisch aangelegde college van B. en W. in Amsterdam aanvoerde tegen ver hooging van het percentage der inkomstenbe lasting. In 1917 wezen zij deze verhooging af wegens de onmogelijkheid cte kleinere inkomens scherper te treffen. In 1913 redeneerde dit college van B. en W. dat progressieve heffing vanaf inko mens boven f 3000 voor de hoogere inkomens tot een heffingspercentage van 9 pet. kunnen leiden om een even groot bedrag in de gemeen tekas te doen vloeien en, zonder dus de middeleir te versterken, tot gevolg kunnen hebben, dat de roet grootere inkomens begenadigden de ge meente zouden verlaten. In hun Memorie van Antwoord in 1916 beriepen B'. en W. zich op hun verklaring van 1913. Het hoofdargument-, dus was in de hoofdstad de vrees voor exodus der „rijksten". En in de pas ingediende begroo ting beantwoorden zij de vraag of tot verhooging van het belastingpercentage moet worden over gegaan, eveneens ontkennend, om 4?:. het be staande tarief der inkomstenbelasting op de mid- denstandsinkomêns onevenredig zwaar drukt. Ook hier mag worden gezegd dat vooral de mid denstanders, met middenstandsinkomens, het pijnlijkst door deze belastingverhooging getroffen worden. Beide argumenten van B. en W. van Amsterdam, ën dat wat zij in 1913 en 1916 aan voerden èn wat- zij-rui aanvoeren, pleiten ook tegen verhooging der directe belasting naar het inkomen hier ter stede. B. en W. hebben dan ook naar wat anders gezocht: eentantième- en dividendbelasting en een straatbelasting. Wij hebben zoo'n idee dat de eerste niet, de laatste wel op verzet bij ver schillende raadsleden zal stuiten, doch alvorens er verder op in te gaan, wenschen' wij nadere mededeelingen af te wachten. Eén ding staat pst: B. en W. zullen een geheel nieuwe basis folgen bij de berekening der straatbelasting. Niet de breedte van het perceel, maar de belastbare opbrengst der perceelen zal als maatstaf bij de heffing dienen. Komt de belasting er door, dan lijkt ons dit een gezonde basis, evengoed als bij de honden belasting het inkomen een betere maatstaf is dan de hoogte van den hond. Dan stellen B. en W. zich nog voor, om de inkomsten te versterken, de tarieven van electri citeit en water te verhoogen. Dat is te betreuren. Steeds grooter lagen der bevolking maken van de .diensten der gemeente gebruik. Voor water verbruik is dit vrijwel algemeen. Daarom druk ken zulke tariefsverfioogingen ook zoo zwaar, maar wij herhalen dat, ware vroeger voor goede reservefondsen gezorgd, nu die tariefsver hoogingen niet noodig zijn geweest en ook al de misère, die wij den laatsten tijd' hebben mee gemaakt met de schommelingen van gas- en electriciteitsprijzen zouden langs ons heen. zijn gegaan. Er valt natuurlijk over de begrootiang kolom- inenvol te schrijven. De toelichting alleen is ruim twee honderd bladzijden druks, doch wij moeten ons beperken. De duurte loopt als een roode draad door de heele begrooting. Alles is duurder geworden, tot aelfs de faecale stoffen toe, doch. hiervan profiteert de gemeentekas. Vorig jaar werd de opbrengst op f 30,000, nu op f 40,000 ge raamd. Voorgesteld wordt een crisisleening aan te gaan van f 2 millioen. Hiermede zal dan wor den gedekt het tekort over het dienstjaar 1917, dat geheel op rekening van de buitengewone tijdsomstandigheden kan worden gesteld; verder het nadeelig saldo over 1916, dat ook aan de buitengewone tijdsomstandigheden kan -worden toegeschreven en ten slotte de op den dienst van 1918 reeds gedane en nog te lijden crisisuit- gaven. De crisis heeft ons wel aan hoogc cijfers ge wend. j Wij herinneren ons nog dat een weegeklaag opsteeg toen over 1916 'n uitgaaf werd gemeld van f 284,000; in 1917 is dit geworden f 768,755.26y2 en nu loopt het tegen 'de twee millioen en wij blikken of blozen er niet meer van. Och, wht geeft het ook, zoo redeneert de apathisch aangelegde burger, of een gemeente als Haarlem 10 of 12 millioen schuld heeft. Intusschen, al leent onze gemeente geld, en al tracht zij uit eigen middelen de uitgaven -der begrooting te bestrijden, de hoop op een. rijks- uitkeering schijnt zij niet te hebben opgegeven, al liep deze verwachting verleden jaar op een teleurstelling uit. Op volgnummer 63 vinden wij pro memorie een post uitgetrokkenvergoeding van het Rijk aan de gemeente als tegemoet koming in de schade, veroorzaakt door de crisis tengevolge van den oorlog ontstaan. Laat ons hopen; dat Haarlem dit jaar billijker bejegend wordt dan het vorige jaar. Alles wat-er nu op komt is een meevaller! Overigens vertoont de begrooting ook weder gesteld o. m. voor den opzichter van den Hout en Plantsoenen, die dan meteen den titel krijgt van „Directeur van den Hout en Plantsoenen"; voor den Directeur der Gasfabriek, dien men een salaris van f 6000.— wil geven. Verdiend is, o. i. zeef zeker de voorgestelde salarisverhooging voor den Directeur der Arbeidsbeurs. Die heeft tegenwoordig enorm druk werk. Het philantropisch gedeelte van de taak dei- gemeente is ook heel wat duurder. Zoo de sub sidies aan verschillende ziekenhuizen, de uit gaven voor krankzinnigenverpleging en de tal van nieuwe subsidies aan vele vereenigingen, die B. en W., ondanks de dure tijden, voorstel len te geven of te verhoogen. Het batig saldo van de rekening van het Gem. Eleetriciteitsbedrijf is geraamd op 120,480.17; van het Gemeente Gasbedrijf op f 177,594.77, waarvoor in 1917 ontvangen was f 4054. Voor de Gem. Duinwaterleiding is dit geraamd be drag 19,349.54. In de onzekerheid ,omtrent het resultaat van de exploitatie van den Stads schouwburg wordt hiervoor slechts f 1 uitge trokken. Laat ons hopen dat de geraamde saldi dit jaar meevallen. DE NIEUWE MINISTER VAN MARINE. Over den pas afgetreden minister van Marine, vice-admiraal Nauddii ten Gate,., schrijft de „Nieuwe Ort." „Het heeft den kabinetsformateur klaar blijkelijk moeite gekost een bekwaam man over te lialen on/in dit ministerie, op de in- overleg met d;e reehtsahe partijen vastgestel de grondslagen van beleid, zitting te nemen. Wij zijn er van overtuigd, dat de vice- admiraiai W. Naudin ten Cate deze onder de huidige omstandigheden vooral zoo zware taak, niet op andere gronden heeft aan vaard, dan dat 'a lands belang hiem zulks tot plich-t maakte. De nieuwe minister is Nederduitseh Her vormd. Hij is vrij van radicale inzichten op defen siegebied, doch overtuigd van de noodzake lijkheid eener krachtige ..zeemacht in Ooet- Iridië. Indien na het tot stand komen van den vrede verminderde bekwaamheid tot zelfverdediging een gevaar voor Nederland' zou vormen, zullen er vooral in de inzichten der- Anti-trevohitiannaariö partij velo punten zijn, waarmede hij ziioh ten volle kan vereend- gien. Op politiek gebied heeft hij, voor zoover ons bekend, overigens nimmer openlijk partij gekozen, dioch hgt bomt ons waar schijnlijk voor, dat zijn samenwerken met den oud-minisiter Ooijjh. hem heeft doen fcen- reu als eeu man v-a-n rechts. Zeker zijn wij ervan, dlat dit niét de eenige en voornaamste reden fe, waarom hij in deze regaerirCg is opgenomen. ITet zijn ongetwijfeld zijn vele hoogstaan de karakter-eigenschappen, zijn- wilskracht, enen£fte>, plicfoen behwa amlh^jd op ma- rdtifem g-oMed. welke da art de hebben peloid.*' DE TROONREDE. Mfer. Dr. Nolens geeft in de „Nieuwe Veiv ioi&che Courant" eeu overzicht van de troon rede met een kortte inleiding, waaraan "bet volgende ie ontleend: Bij iedere wisseling van ministerie stelt men er 'prijk op te weten, wat het nieuwe zich voorstelt te doen en de eer ste gelegenheid om daarvan kennis te nemen is meestal de Troonrede. Sommigen zien in een Troonrede in boofdzauik eene formaliteit, noodiig om bef zittingsjaar te openen. Deze zijn het gemaMcellijlki&t tevreden te stellen, Andieren verwachten een min 0f meer uitvoerige regeeriufeisprogram. Zij werden ook ditmaal allicht teleurgesteld. Veel bijzonder nieuws brengt de Troon rede niet. Allerminst bevat "Se een uitvoe rig regeeringsprogram. De beste doelen ervan zijn misschien nog de eerste zinsneden en de laatste. De Eerste luiden als volgt: „Te midden van U, leden der Statcn- Generaal, ie het Mij «ene behoefte open lijk uiting te geyen aan de zorg en de smart, die de buitengewone nooden van Mijn Volk, waarmee ijk zonder ophouden medeleef en medegevoel, in Mij opwek ken." Hier spreekt een koninklijk, maar ook een memscbelijk hart en zonder overdrij'- ,-ving. „Te grooter is die dankbaarheid, waar mede Ik jegens God vervuld ben, nu voor ons land die vrede beiwaard bleef." Het zal niet weinigen bevredigen, dat liet neutrale van da dankbaarheid uit vorige troonreden verdwenen is, en dat ronduit gezegd wordt, tot wien die dank baarheid ziöh richt. Een protestantsch oordeel over het Nieuwe Kerkelijke Wetboek. Merkwaardig is, hoe de Katholieke Kerk ongevraagd, en alken door de klaarblijke lijkheid van haar waarheid en schoonheid, meer malen de aandacht trekt van andersdenkenden, en van die zijde woorden verneemt van bewon dering en hulde. En dat zijn dan geen onbekende en onont wikkelde menschen, maar doorgaans mannen van diep inzicht en breede wetenschap. Zooals men weet is met Pinksteren 1917, op last van Paus Benedictus XV, het Nieuwe Ker kelijke Wetboek van kracht geworden, dat reeds onder den vorigen Paus grootendeels was voor bereid en door een commissie van eminente god geleerden was samengesteld. Welnu, juist dezer dagen verscheen een boekje: „Das Gesetzbuch der Katholische Kirche", van de hand van Dr. Hermann Henrici, privaat docent in het Duitsche recht en in het Zwitser- sche privaat-recht aan de Universiteit van Bazel, in welk geschrift die protestantsohe geleerde de geschiedenis en de ontwikkeling geeft van de wetgeving der Katholieke Kerk en een overzicht geeft van den inhoud van liet Nieuwe Kerkelijke Wetboek. En wat zegt hij nu omtrent de wetgeving der Kerk inzake het huwelijk? We lezen op blz. 73. j „Ongetwijfeld is het standpunt van het Ker kelijk recht "in deze materie steil en streng, maar ook van een grandiose consequentie, en ik meen, wij andersdenkenden moeten de Katholieke Kerk zeker daarom benijden dat zij niet alleen zulke voorschriften kan vaststellen, maar dat zij ook de macht en den invloed op de gemoederen van haar Geloovigen heeft, om deze grondbe ginselen ongerept door te voeren, zelfs wanneer daardoor de Gemeente een óf ander van haar leden bij gelegenheid zou verliezen. Anderen mogen daarover anders denken; maar wanneer men spreekt van de macht der Katholieke Kerk over hare onderhoorigeii, dan mag men 'daarbij niet altijd slechts denken aan de "voor ons ..ongetwijfeld ondragelijke vormen van dien dwang, maar ook aan het schoone dat spreekt uit die bewonderenswaardig innige ver houding tusschen deze Kerk en hare geloovigen en aan de winst die daaruit aan haar toekomt." Men ziet alweer: wie kennis neemt van Ka tholieke zaken en onbevooroordeeld daarover na denkt, komt tot andere uitspraken dan die van... Eerdmans, Piet Tideman en meer van dat volkve. R o o m s c h 1 e v e n. Het Rapport der werkzaarnibeden in de j-ougonKnai romaten van hiet bisdom Haarlem in 1917—1918 brengt allereerst hulde aan den HoogEerw. Kaïrann. en Deken G. H. Stoffels, die van den aanvang af, d.i. nu vijftien jaren lang. deel uitmaakte van het centraal bestuur van bet Juvenaat, en noode, wegens gerond heidere denen, thans heengaat. Hét rapport geeft in een schat van gege vens een duidelijk beeld van het krachtig le ven der patwonaatebe.wcfeing in ons bisdom. Met 113 patronaten (8 meer dan het vorige jaar), en 8238 beschermelingen (677 meer dan het vorig jaar), onder wolke de leden der na-patronaten en de gezelleurvereeniginpen niet zijn begrepen, staat o-ns bisdom, wat den omvang van liet. werk betreft, aan den spits dier Nederlandsebe bisdommen. En. het omvangrijk .werk op godsdienstig en jnuutsrijappelijk jgebaed, (giods 5 riiEt-oa;- der wijs eii go 1 s d i ejisijge o-ef'eïbiibgxin VoorEer en Deugd, herbnlings- en vakonderwijs, voor lichting bi.i beroepskeuze, spanen, dvan'ikbe- iStrijding enz.) ook op sportief gebied, getuifct dat onder Góds zegen de vindingrijke arbeid dor directeuren, en der 694 comini ss iele den aan het patronaatswerk ook een innerlijke kracht s-henkt/ welke in overeenstemming is met den omvang der organisatie. Door indeeling der patronaten in distric ten, door inspectie en door vorming der plaatselijke commissies voor jengdorganisa tie zal dit werk ongetwijfeld in kracht win nen; en het groeiend contact roet de vak- en standsoifeianisaties sal op dep duur dè vruch ten van bef pationaatswèrk behouden voor de toekomst, van ons. Rovmsohe volk. God zegen© het Juvenaat! De meisjes-patronaten in ons bfsdom zijn van jonger datum; eerst sinds 1911 bestaat er een Bond van meisjespa.tronaten. Op de ne gende jaarvergadering, "13 Augustus te Am: sterdam (gehouden, bleek echter, dat daar thans reeds hij aangesloten zijn 43 patrona ten (2 meer dón verleden jaar) met 2700 oe- scher-metingen (300 roeer dan vorig jaar) Ook de mei sje&patronaten legtgeh zicli. toe op de .godsdienstige als op de maatschappelijke vorming der jeugd, p odesdie ns ton de i wij e. huishoud- en vakonderwijs beginnen zich on der do gestadige zorg der ooromiseiOil .voor spoedig te ontwikkelen. Mo go ook déze bond in omvang en kracht toenemen! Het ie er immers nog verre van af dat de wenseli van onzen bisschop ver vuld is: „Iedere parochie bezatte een jon gens- en een meisjespatronaat" „St. Bavo'V O p 1 e'i ding tot serfcean f.-m a- joor. Door den opperbevelhebber van land en zeemacht is liet verlangen te kennen ge geven dat tijdens <Jen miobibisatietoeefand d» examens voor den rang van beroeps- en ver- lofs sergeant majoor bij -het wapen der in fanterie (inclusief de landweer) uitsluitend worden afgenomen door commissies, welke door den inspecteur der infanterie zijn sa mengesteld en niet door commissies, ge vormd door corps- of groepscommandanten. Drank en tering. Door de Zwit- sersehe Centrale Commigsie ter bestrijding der Tuberculose, is enkele maanden geleden een groot werk uitgegeven, getiteld: „De Tu berculose en hare bestrijding in Zwitser land.' In dit boek komt een verhandeling voor van de band van Dr. Kürsteiner te Bern, waarin deze schrijft over tuberculose en be roep. Hfj maakt daarin gebruik van de offi- eieeie Zwitsersehe Statistieken betreffende de sterfte aan longtering onder de manne lijks bevolking naar de beroepen gesplitst en 'j laat zijn ond'erzoek loopeu over vrij lange tijdperken: 187018£0 en 1889-1900. Duidelijk blijkt, clat.de sterfte aan bedoelde ziekte ge regeld hoven het gemiddelde uitgaat hij die beroepen, die gemakkelijk leiden tot een veel vuldig gebruik van alcoholhoudende dran ken, de arbeiders in het alcoholbedrijf zelf en ook quderen: 't heiihergwezen, de brouwe rij, kuiperij, voerlieden enz. De invloed van t drankgebruik, wordt hier reeds merkbaar op den leeftijd van 20 a 30 jaar. 't M-cst valt hij -in t oog in den krachtigsten n nn- n el ijken leeftijd, tusschen 30 en 50 jaar, en dit in zulk een mate dat in de bedoelde be roepen de v oor tering vatbare personen uit gestorven zijn, zoodat sterfte aan deze ziekte in de jaren van 50 tot 70-niet meer voorkomt. Dit laatste is voor Dr. K. het kenmerk van het veelvuldig voorkomen van drankgebruik Geve eh t tusschen inbrekers en rechercheurs. Zondagnacht om half vier betrapten twee rechercheurs drie in brekers, die aan het werk waren aan een er- ceel op den O.Z. Voorburgwal te Amsterdam. Er ontstond een handgemeen, waarbij Sen der rechercheurs een slag op het oog kreeg. De daders ontkwamen. Een der inbrekers loste nog twee revolver schoten op* de reekerkeurs. De daders slaagden er in door stegen tc ontkomen. Dievenjacht in een caf é-r c- -- t a u r a n t. Eenige dagen geleden vertelt de „Tel."' bemerkte de heer W. F. K. van Ni», van het café-restaurant. Het Gouden Hoof aan hét Renibran dtplein te Amsterdam, dat uit zijn inrichting sigaretten en sigaren gestolen waren. Den tweeden dag werden 150 K. G. re' gestolen. De heer Van Nie, bij wien vermoeden wsi gerezen omtrent de daders, besloot het zaakje zelf op te knappen en er een nachtje aan op tc offeren. Hij nam een groote revolver en ging in het restaurant achter een kast zitten. Eenige uren gingen in alle stilte voorbij, totdat om kwart over twee zijn geduld beloond werd. Een straatlantaarn wierp een flauw licht naar binnen en bij dit schijnsel zag. hij. hoe een- spiegel achter liet buffet hOé] erreu bewoog. Een spannend oogenbjik volgde. Weer bewoog de spiegel en wereUten slotte van den muur gelicht. E«n been wordt zicht baar, gevolgd door een lichaam. Een der kereh had zich met behulp van een andere op 't buf fet laten glijden. Ook nummer twee werd zicht baar. Deze droeg een bril en-de heer Van Ni» herkende in hem een gewezen buffetbedien 1 De directeur haalde de trekker over, maar liet schot ketste. Het tweede schot verbrijzelde den gpiegeJ, waarvoor de inbreker een oogen- blik te voren had gestaan. De kerels namen de vlucht en waren in een oogwenk weg. Door 't schot- was de politie gekomen en a r es- teerde een hunner op straat. De twee andere Werden op 'de daken gepakt, Het waTen twee gewezen buflf tbedienden en een tuinman. Ze hadden een tasehje bij zich, waarin zich o.a champagnefle-sschen uit den wijnkelder- bevonden. Het bleek. dat. de heeren zich om half twaalf' hadden laten insluiten en zieh verstopt hadden op een leeg dienstbodenkamertje op het dak. Daarna waren ze naar beneden gegaan. Ontvreemd werden 18 auto-binnenbanden-, VOORZICHTIGHEIDSMAATREGEL, Toerist: Kellner, wij gaan den hoogen berg beklimmen, geef ons ieder zes eieren mede. Kellner: Verlangt u ao zacht- of - hard go- kook.t? - Toerist: Natuurlijk hard, want als we in dien afgrond rallen, zouden de eieren ook nog ver loren zijn. ONZE KINDEREN. Kleine Anna: Manui, mag ik u verzoeken de kamer'uit te gaan, ik wil Biesje eens spre ken, wat wij u voor uwen verjaardag zullen koopen. Als ik bel, mag u weer binnenkomen. gÈj aanblik, dien men van dit verheven Sj, genoot,, was heerlijk. Eerst.viel de blik let meer en de omliggende heuvelen; li,.,1'"!) verlengde zich -het perspectief tot dat schilderachtig aan den ande- h t'ever lag-, en daarachter volgde het oog /veg naar Aix, die in bevallige kronke- -0o-'n c"n uitgestrekte, lachende vlakte gg(., 'teeed, waarin hier en daar groepen Vil- "n populieren omhoog rezen. ''wijl zij het landschap beschouwden trof k-i, "'et minder vreemd dan onverwacht lipT'Utol hun blikken. g£5h.U schouwspel dat de aandacht der oude EtW'-ne eu van c*6n soldaat bezighield, be- 111 de aankomst van een kleinen stoet, --v,4>-';iu*e-schilder een verrukkelijk on- E-.jj'P ;-°u hebben aangeboden. jj|. geel gevlekt paai;8, niet hooger dan vier voet en eenige duimen, maan wa&r- van alle leden in de meest juist proportie tot elkander stonden en van lenigheid ge tuigden, naderden met vluggen en toch voor- zichtigen stap over den weg. Het-dier was beladen met een groote dubbele draagmand, zooals in bergachtige streken veelvuldig ge- brui kt wordt. In de mand aan de rechterzijde van het 'paard, lag eenige netjes geschikte bagage, in die aan den linkerkant zat een klein meis je van acht of tien jaar, wier gelaat men slechts half zien kón, daar hét 'door een grooten stroohoed overschaduwd werd, ter wijl hare dichte blonde lokken, door wier lange krullen de lentewind speelde, op hare schouders neervielen. Vlak, achter het paardje liep een; je.ugdige', schoone knaap, wiens geheéle persoon eil houding bevalligheid en innemendheid adem den. Hij' was lang, slank en gespierd. Een fris- sche jeugdige bios kleurde zijn wangen. Toen 'het paard tot op weinige schreden van het terras genaderd was, liep de knaap plotseling eenige schreden vóóruit en hield het bij Ren teugel staande. Daar leunde hij: tegon 'de mand, waarin zich het meisje bevond en na eenig9 oogen-- blikken zwijgend den toren te hebben be schouwd, zei hij: »Kc'ene? gelooi, dat Wij! er zijn." „O, hoe gelukkig, rieP bet meisje uit, •terwijl zij uit de korf oprees en in de handen klapte. „M(aar, wat zullen we nu doen," hernam de knaap. ,De werklieden, die wij' zoo even ontmoetten, hebben me gezegd, dat wij' !men- jsohén bijj den toren zouden aantreffen, maar ifc zie niemand, tot wien ik imij kan wenden." Op; dit oogenblik richtte de knaap zijn likken naar het terras en bemerkte nu, !dat Tv.ant en de oude kamenier hem te igemoet snelden. j De knaap, trad op ben toe en den hoed afnemend, zei hij; „Zullen de kinderen der ballingen "wel kom zijn bij; u, vrienden?;' „De kinderen der ballingen," stamelde Aarienne verbijsterd, die de kinderen niet herkend had. V: „Ik ben Jacqües de Brancion," hernam de knaap, en zich fot het meisje wendend* voegde hij er bij„en dit' 'is mijn zuster Helene." „Mijnheer Jacques.... Heb dank o, mijn God, laat mij niet van vreugde sterven," riep do oude Adrienne uit. Zij viel op de knieën en hief de handen ten hemel. „Dat-is mijn goede 'Adrienne, ikben er zeker van," riep Jacques uit en nam haar in zijn armen. „Mijnheer Jacques, omhels ook dezen bra.-' ven man,' riep Adrienne, terwijl «ij op Vi- vant wees, die verbijsterd van geluk op een afstand stond toe te «ien. „Van ganseher harte," *®1 Jacques, - ter wijl hij hem aan zijn hart drukte. „Ik be boet uw naam niet,te weten, wijl gij. ha*r vriend z«te. L Kn 2xij wees op Adrienne, die naar hem toekwam met de kleine Hélene. „Vrienden," zei de knaap, „ik! 9-ank" u niét voordeze ontvangst, ik wist wel, dat wij; goed zouden worden ontvangen." „Maar, vergeef mij) zoo ik u ondervraag, hoe is het toch' mogelijk, dat gij' niet eerder zijt teruggekeerd," zei Vivant tot Jacques, nadat hij en Adrienne de kinderen verwel komd had. „Men heeft mij geschreven, dat. men ons slecht zou ontvangen, dat wij hier niet veilig waren, maar ten slotte zijn wij toch geko men, wijl ik vermoedde,"Mlat hij, die dit schreef, een lasteraar was." Tot wien hadt gij u dan gewend,' vroeg Vivant, in wiens geest een vermoeden op kwam. „Tof den magistraat van de plaats, den moiré, zegt men tegenwoordig." „Hoe, wist gij dan niet-, dat er te Saint Bèvérien lieden warén, die gij moest wan trouwen?" „Neen, mijn vriend." „Heeft de graaf, uw vader u nooit' van een zekeren Brulard gesproken?" „Nooit; maar de wrief, aien ik ontvangen heb, was met dien naam onderteekend." „Dus is het die ellendeling, die u belet heeft, de inspraak van uw hart te volgen?" „ïn den laatsten brief, dien ik hem schreef had. ik er een bijgevoegd, een voor de goede Adrienne en een voor Denis, den vroegeren pikeur van mijn vader. Welnu, die mijnheer -Brulard heeft mij geantwoord, dat, hij juist na hen geraadpleegd te hebben, mij aanraad de. niet terugt e 'keeren. (WVHt verv.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 17