mull MIIL ïQURiHT
taaien dia men niet kennen
"van"overal
KINDERCOURANT
EVA
BINNENLAND
's Avonds aan zee.
kunstjes.
Door een begrafenis bekeerd.
GRAPJES
Zaterdag 9 November
Derde Biad
""HtbkïSeS.f» pHoord. man,
die 33,1 de
KORTE BERICHTEN
(Slot..)
DE VISITE.
WAT JANTJE GRAAG WILDE.
BRIEVENBUS
doen alaof Bet gdd verdicn.cn m allerlei verma
ken najagen eigenlijk het eenige doel dea levens
was.
je, is die X^Toen*waThij
w«k heb ik hem nog gesp"'lde uietsl
Spaansche ziekte ««torvenzijnI
liet is inderdaad erg, lezer.
Hkr^en vader of moeder van een groot gezin,
daar een onschuldig kind van twaalf, veertien
iaar finds een ijverig zieleherder, wien naar
menschel ij ke berekening nog vele jaren vrucht
baar leven beschoren waren, elders 'n brave Vin
cefltiaan met een staat van dienst als weinigen.
vul de namen zelf maar in, lezer, en tel eens op,
hoeveel van uw kennissen, in de steden vooral,
aan de verraderlijke ziekte reeds ten offer vielen.
Als een somber „gedenk te sterven", grijnzen
de lange lijsten van doodsberichten jn de dagbla
den om aan. En terwijl op de eene plaats
ziekte schijnt te luwen, maakt ze ^geri
met vernieuwde hevigheid en dat opmerkeli k
veel bij menschen in de volle kracht van hun
leven haar slachtoffers-
Onder deze omstandigheden is het wezenlijk
onbegrijpelijk, dat zelfs nu nog de oogen van
velen maar niet geopend worden, dat zij volhar
den in hun struisvogelpolitiek tegenover de hun
toch zoo duidelijk in de ooren klinkende waar
schuwing: gedenk te sterven-
Of klinkt Gods stem nóg niet krachtig genoeg t
Talrijker dan de halmen onder de zeis van den
maaier' vielen en vallen op de slagvelden de
zonen der volkeren onder het geweld van aller-
"ffSSSE m duizenden zenken de slacht-
•Hera van hl wreeden zeeoorlog weg in de golven
van der nac)erencje wereldre-
w- idrneve teleurstelling wellicht voor allen
dïop een spoedigen onbewolkten vredeshemel
fcewuénl gaat over duizenden lijken.
zelfs de minst luchthartigen onder ons
zullen het moeten erkennen, dat er ondanks al
die waarschuwingen van het leven eigenlijk nog
een rare verhouding bestaat tusschen ons zwoe
gen voor het aardsche en onze zorg voor het
„eenig noodige".
Met den vingei kan men ze aanwijzen, die
haast in het aangezicht van den dood nog
Wij spreken hier niet van de volslagen onge-
loovigen, ofschoon we ons niet zonder huivering
een verklaring herinneren, ons kort geleden door
twee „moderne protestanten" gedaan, dat^ ze van
het andere leven niets afwisten en „dus maar
leefden alsof ze zeker waren dat met dit broze
aardsche leven alles uit was.
Een van die twee was een zeeman, en met ver
wondering vroegen we hem of hij dan nooit in
levensgevaar geweest was en nooit, met den dood
voor oogen, de vrees voor een „onbekende
eeuwigheid gevoeld had.
En toen deed de man mij een verhaal, dat met
schrillèr kleuren dan haast denkbaar zijn, de on
verschilligheid van zoovelen teekent voor dat
leven na het aardsche, hoezeer de menschen an
ders ook de onzekerheid plegen te vreezen at
door „verzekeringen" van allerlei aardl tegen de
gevaren die wellicht ons kunnen gaan bedreigen,
zich beveiligen.
De zeeman hij was kapitein geweest had
een schip verloren. Urenlang had hij om zijn
leven moeten worstelen met de branding. Nadat
hij aan het strand geworpen was, had men vijf
uur werk gehad om hem tot bewustzijn terug te
brengen. En die man, door zijn bedrijf „dichter
bij God" dan vele anderen, verklaarde met de
meeste kalmte dat hij, op het oogenblik dat hij
zich voelde wegzinken, wèl gedacht had aan
vrouw en kinderen, maar geen oogenblik aan de
eeuwigheid
Indien onbegrijpelijke verwaarloozing van
eigen belangen den mensch zoover voeren kan,
dan laat zich verklaren, dat ook geloovigen,
in /wie de geloofsovertuiging wel leeft maar niet
krachtig en frisch opbloeit, ook zelfs door de
meest nabije sterfgevallen er niet toe komen, hun
waardeering van dit leven en het andere te her-
ziten.
En men vraagt zich af, wat God toch eigenlijk
wel zou moeten doen om zoovelen onzer uit hun
ongeregeld streven en jagen naar aardsch be
zit los te rukken, om hen te brengen op het vei
lige pad naar een gelukkige eeuwigheid. Wat Mi]
zou moeten doen om de menschen te leeren be
grijpen da( zij verantwoording zullen moeten
afleggen en dat misschien reeds morgen
van de hun geschonken gelegenheid om goed
te doen ai dat het bij het afleggen van die ver
antwoording allerminst voldoende zal zijn, wan
neer men kan aantöonen het kwade te hebben ge
schuwd. Dat ieder verzuimd gebed, iedere on-
noodig achterwege gelaten H. Communie, ieder
goed werk dat men had kunnen doen, doch
verwaarloosd heeft, iedere gelegenheid die men
gekregen doch niet gebruikt heeft om onze
groote katholieke sociale- en liefdewerken: ar
menzorg, katholieke rereenigingen, school en
patronaat, Rocansche pers en andere, lectuur te
bevorderen, den mensch meer gelijk maakt aan
dengene, die zijn talent in den grond begraven
had
Wij menschen leven niet voor dezen tijd en hoe
dikwijls God ons daaraan ook herinnert, eens
houdt Hij er mee op. Wee ons als we naar Zijjp
stem niet of maar half hebben geluisterd!
CR1SISAANGELEGENHEDEN.
Schoenendistributie. DeMi-
nister van Landbouw, Nijverheid en Handel
had Donderdag een onderhoud met den heer
G. van Voorn, schoen winkelier te 'a-Graven--
li age en den heer A. J. Levy, schoenfabri
kant, directeur van de N. V. voorheen de Nijs
en Go. te Amsterdam. Na een langdurige be
spreking deelde de Minister mede ln gunstige
overweging te zullen nemen om in den loop
der volgende week, de vrije schoenen zonder
bon beschikbaar te stellen.
Oparontuur uit Dinsdagmiddag
werd den étukrijder W. R. G. gelast met een span
paarden sleepersdiensten te verrichten voor de
Rijks munitiewerkplaatsen te Delft. In plaats
daarheen te gaan, reed hij met zijn paarden
naar Pjjnacker, waar hij bij een ingezetene
stalde, voorgevende te zijn ingekwartierd. Ver
volgens liep hij naar Rotterdam, waar zün
ouders wonen: thans wordt hij als deserteur
gezocht.
Treurig ongeluk. Een treurig onge
luk gebeurde Donderdagochtend op een sloo-
pingswerk in perceel aain de Lang» Poten.
Drie werklieden waren daar in een keldertje
bezig met het verrichten van sloopingewerk-
zaamheden, toen plotseling het plafond boven
hen, waarop eenig j>uin en aarde lagen, in
stortte, blijkbaar doordat de binten, waarop
het plafond rustte, waren verteerd. Twee der
bedoelde werklieden wisten zioh tijdig te red
den. maar de derde, de getrouwde 60-jarige
opperman F. van W., wonende aan de Hoef-
kade, kreeg een bint op a'en hals. waardoor de
halswervel is gebroken en de dood onmiddel
lijk intrad.
Een In
den morgen van 80 October vermiste Helena
C. te Venlo haar mantel, die in een ee-tka.
mertje in het hotel van haax vader aan een
persoon, 3ie den aïgcloopen nacht in Eet hotel
gelogeerd had en Izidh des morgens daaruit
ongemerkt verwilderd had. In den avond van
3 November j.l. zag zü in de Vleeschstraat de
door haar bedoelde vrouw in gezelschap van
een soldaat, dragende de door haar vermiste
nan tel. Fluks riep zij haar zuster en toen
bewust vrouwspersoon hun hotel passeerde
hielden zü haar aan en brachten haar in het
hotel. Door de inmiddels ontboden maréohaus-
sée werd het verdachte vrouwspersoon, gen.
A. M. Cl.» oud 20 jaar,, wonende te Kalder-
kirchen, gearresteerd en bekende zii den da
mesmantel te hebben weggenomen. Medie
bleek dat de verdachte zioh bovendien schul
dig maakte aan verboden terugkeer in het
haar door den commandant van het Veldleger
ontzegd gebied.
De mantel is in beslag genomen en de ver
dachte naar Roermond overgebracht.
„D. K."
DE SPAANSOHE ZIEKTE.
De griep-epidemie grijpt te Arnhem steeds
geweldig om zich heen. Het nood-ziekenhuis
in het gymnastiek-lokaal van een der open
bare scholen ingericht, is niet toereikend
voor opname van alle ernstige gevallen.
Eenige klaslokalen zijn ook voor nood-zie
kenhuis ingericht. De geneesheer-directeur
dr. Van Os en een aantal verpleegsters
van het ziekenhuis zijn aangetast, dr. Van
Os zeer ernstig. Bovendien zijn eenige ge-
neesheeren o.m. de controleerende genees
heer der gemeente ernstig ziek.
Roode Kruis-zusters verleenen hulp bij' de
verpleging, evenals een 6-tal hospitaalsolda
ten. Het aantal sterfgevallen normaal circa
20 en de vorige week 45 bedragend, steeg
in de week van 17 Nov. tot 82 of ongeveer
1 en twee- tiende pet. van het aantal in
woners.
De onderwijs-inrichtingen blijven voorioo-
pig tot 18 November gesloten.
De Spaansche griep blijft onrustbarend
onder de verpleegsters van het Gemeente
ziekenhuis te Den Haag heerschen. Eenige
zalen zijn thans tot het opnemen der onge
veer 100 aan deze ziekte lijdende verpleeg
sters ingericht. De sluiting der openbare
scholen wegens het heerschen der Spaansche
ziekte, de zoogenaamde „griepvacantie is
verlengd; voorloopig tot 18 November
De Spaansche griep begint ook teDalf-
sen een ernstig karakter aan te nemen.
Vooral in Rechteren komen vele sterfgeval
len voor. De scholen in Rechteren enDalms-
holte zijn nu ook gesloten. Ook onder de
Fransche vluchtelingen zijn heel wat zieken.
Te Rosendaal (N. Br.) wordt het aan-
kapetok hing. Haar vermoeden, dat de man- -
tel gestolen was viel terstond op een vrouws- tal lijders aan Spaansche griep op ru
'4000 geschat. Het postkantoor is den Lat.
ven dag gesloten, wegens ziekte onder he4)
personeel. 4
Te Lochem' zullen, waar de griep jonde*
de schoolkinderen aan het afnemen ia, 3d
openbare scholen Maandag weer worden gs«
opend. Er zal echter eerst een onderzool
worden ingesteld naar den algemeenen gs.
zondheids toestand. i I j
Uit Wijk bij Duurstede schrijft taettf
De Spaansche griep is golukkig eenigszlni
aan het afnemen., Nieuwe ziektegevallen kot
men in mindere mate voor, dan gedurenda
de laatste weken. Dagelijks komen er fiven«
wei nog sterfgevallen voor.
Ook in Scherpen zeel ia verbetering
merkbaar. Zoodra de Fransche vluchtelitt*
lingen zijn vertrokken, zullen de openbart
en bijzondere scholen weder beginnen. Da
ziekte heeft een aanzienlijk aantal slack#*
offers geëischt. ;jj
Te Woudenberg valt mede vermindering
te bespeuren in het aantal gevalles vad
Spaansche griep. De beide scholen koodefl
weder met een voldoend aantal leerlinge#
beginnen. j
Voorzorgen voor Spaansc.h.e:
griep. Van medische z{jde wordt Br 9«
aandacht op gevestigd, dat het met het oog
op heerschende ziekten, zeer gewenscht if
in alle lokalen, waar publiek bijeenkomlf
voor degelijke luchtververschlng te zorgen.
Een dringend beroep wordt derhalve ga:
daan op allen, die dergelijke lokalen oude*
hun beheer hebben, in de eerste plaats du»
op houders van restaurants, café's en open-"
bare vermakelijkheden, de lokaliteiten zooh
veel mogelijk doorloopend te ventileeren es
op uren, dat geen bezoekers aanwezig zijn,
voor een geregeld doorspuien zorg te dragon.
Ingebroken is in de H. B. School te Delft,
Voor 400 aan kwikzilver werd ontvreemd.
De nieuwe volksbuurt in Woensel, bestaan
de uit woningen der vereeniging „Volkshuisves
ting", heeft o.a. de volgende straten gekregen:
Mooilisatiestraat; Rantsoenstraat; Vredesplein;
Distributiestraat; Crisisstraat; Annexatiestraat;
O. W. straat; BenedictusstraatStaat van Be-
legstraat; Woningnoodstraat.
De grens is weer dicht en de doodelijke
draad doet zijn werk. In de buurt van de Bor-
kelsche barrière bleven een tweetal Belgen dood
aan den draad. Een van hen bereikte als eerste
van het drietal veilig Holland en bleef dus toe*
vallig ongedeerd.
Bij een kweeker ouder Monster, is een kistje
met een inhoud van pl.m. 10.000 aan waarden
ontvreemd
ixet *as een droevig verblijf, met naakte
«auren met een baard zondor vuur. In een hoek
©au ellendigen stroozak. lag eene bejaarde
hou», op wier gelaat lijden en bedroefdheid
ko lezen waren. Zii keek onrustig en bedroefd
O®-"*»- u^.n bozoakor, en mot ©en xwllkke «tem,
2oido ril tot haro dooktor: Kory. wie in die
heer?
John naderde eei>iedi« en beleefd het ziek
bed.
.Modoffouw, ik heb het lijk van uwen man
naar het kerkhof geleid, en ik breng uw hond
teruit-
Hoé mijnheer, gij hebt hem gevolgd, u hebt
die goedheid gehad. dank. duizendmaal dankt...
Mijn goeden vader, hebt eii toch niet gekend
mijnheer 1
Néén. mejuffrouw, maar toen ik die lijkkoets
zoo alleen en verlaten zag, werd ik bewogen,
en ik heb gebeden, ik. die anders zoo weinig
bid!
uod zal u verhoord hebben .mijnheer, en mijn
arme man zal voor u bidden in den hemel. O.
mijnheer, hij was zoo goed.... Gij ziet dat ik
erg ziek beu.mijn ziekte was Bind» 2 maan
den, hij heeft da» en nacht gewerkt om te be
letten. dat ik naar het gasthuis zou moeten
gaan.hii werkte en had geen voeding en
geen rust: hii is gee torven binnen weinige
dagen aan eene bezetting op de borst.... Ik
leef nog ik. nutteloos, jaj ik leef tot last van
mijn arm kind.maar ik zal haar niet laten
sterren als haar vader, ik zal morgen naar het
gasthuis gaan....
13 deze woorden, die aan de zieke groot©
inspanning kostten, wierp Mary zioh om den
.ta»» w, are «roeder. en zeide haar al anik-
Uuct': Moeder. waarom spreekt gij zoo? neen gii
«alt niet naar het gasthuis g$an. ik zal da» en
nacht voor u werken, en desnoods samen ster
ven. A«h als ik maar werk had'!
John was tot in de ziel getroffen, tranen
kwamen in zün oogen, maar dat laatste woord
was voor hem een licht.
Wat doet gs- dan, mejuffrouw? wat ia uw
vak.
Ik b«n linnennaaister.
O. dat komt goed: een mijner vrienden moet
•en uitzet hebben: ik zal het u bezorgen.
Mijnheer, gij zult niet te klagen hebben over
mijn werkwij hebben een witten winkel ge
had. mot gemaakt goed te B.... het krediet
heeft ons geru'neerd; wij zijn naar Londen ge
komen in de hoop er een bestaan te vinden, wij
hebben er slechts armoe en ellende gevonden.
John sprak nu eenige troostende woorden, en
groette de twee- arm» vrouwen. Op het punt
Wm BI>ron«' de zwarte hond naar
vVan "j-dschap.
Hector, nieu zegt j,,,®' d® Jongeling.
van den hond is. rnjja brnoXd^X^-'T
diend» no e I. j- iI,oaer die m Afrika
ook al dood* nAam" arme Charles, hij
John streeld© cog even den ouden Hector, en
het" a0en' ^aaT Qeu vo'een^€n da» kwam hij
fi' f-rtn Vertreh binnen met een grooten rol
un nuen dat was do priis van het partijtje.
ZUn vrienden had willen geven. Hij
jw* o tevens aan. dat een ziiner vrienden,
geneesheer, de zieke zou komen bezoeken
hare verpleging zorgen.
kwam oderdaad; hü kon ge-
vtfj* riei». dat a'e ziekte alleen uit gebrek
Hij schreef goed voedsel voor;
vleesch.... en dat alles word haar
hem den geheelen dag zagen werken, en spot
ten met zijne deugd en zijn lust tot spaarzaam
heid', zouden hebben kunnen zeggen van wien
dat alles kwam.
Inderdaad, de jonge man was voor het eerst
van zün leven diep getroffen, bij het zien van
eene waarachtige armoe en had de zoete troost
ondervonden, die een goed werk in het hart
achterlaat. Daarom had hij zijn koffiehuisleven
en de lichtzinnige gewoonten verlaten, waarin
alles aan pleizier en bijna niets aan plicht ge
offerd wordt. Hij was werkzaam geworden,
leefde geregeld en spaarzaam en zijn talent
ontwikkelde zich naarmate ziin geest en hart
gezuiverd werden.
En zoo heeft God dezen men, die vroeger
slecht oppaste, maar ©en goed hart bezat, (re-
sterkt om in het goede te blüven volharden.
Door het zien van een begrafenis, die ziin ge
voel van Christen-menech te ziin weer in hem
verlevendigde is de man, door God's genadé be
keerd,
EINDE.
In het westen neigt de zon langzamerhand
ter kimme. Welk een prachtig natuurtafereel!
De wateren weerkaatsen den purperen gloed
van den onbewolkten hemel, de tinten van
goudgeel en smaragdgroen en donkerblauw,
waarin het avondrood onmerkbaar overgaat.
Als in een fonkelende zee zal de vuurbol wel
dra onderduiken. Nog eens» voor 't laatst trekt
hii scherpe roode lijnen langs de omtrekken van
de omringende voorwerpen. Reeds raakt de
zon haar gezichtseinder, 't Is, of het gewioht
van den hemel haar samendrukt, nu het breken
der lichtstralen haar gedaante wijzigt. Zij daalt
al lager en lager. Een klein gedeelte ie nog
slechts zichtbaar. De spiegeling in het water,
die zoo straks ven golf tot golf werd overge
dragen, vero'wijnt. Het eohijnsel wordrt doffer
en doffer. Nog een paar seconden en de zon
is verdwenen. Wat wij nog meenen te zien, is
slechts de nawerking van den indruk, door dit
onbeschrijflijk schouwspel teweeggebracht op
ons turend oog. Ook de schemering kwijnt weg.
De lucht wordt koele», en het water» dtat
onder den'helderen hemel virii de warmte laat
uitstralen, doet fijne dampen geboren worden,
die zachtkens over de oppervlakte zweven. Het
wordt stil aan 't strand. Alleen de zee laat
zioh nog altijd hoeren in haar eentonig lied.
Ingez. door J. v. D. te Haarlem.
Wü ZIJN MET ONS ZEVEN.
Laatst trof ik
een meisje armoedig klein
4,1 "Oft
tot trroote verwondering dar
De kameraads van John, die
Bij den ingang van een kerkhof laan.
Het luef haar lokkig kopje op
En ik sprak haar aldus aan
Met hoeveel broers en zusters zdjt gii thuis
Iktain ding
Wel wij zjjn met ons zeven saam.
Klonk 't met verwondering.
Vertel me eens: waar ze ziin m'n schot.
Hat zal ik u ze PT eren» twee wonen in een
[&t&d heel ver
Twee zijn op zee. ook op het kerkhof zün
fer twee
zuster en mijn broeder
by het kerkhof in een hut, daar woon
tik en mijn moeder.
Dus. zegt ge, twee ziin in de stad. en twee
top zee gegaan
toch met zeven, lieve kind, hoe moet
tik dat verstaan?
Toen zeide mü die kleine meid: met zeven
ttoeh geloof u 't maar
Want twee die zijn begraven onder wilgen-
tloof en aard.
Die 't eerste stierf, was kleine Jan»
Die la» te bed in droef gesteen.
Dat God hom alle pijn ontnam.
Toen droegen hem de mannen heen:
En werd op 't kerkhof hu gelegd
En heel de zomer vroeg en
Wijlden wij rondom zijn «rei»
Ik en mijn zusje Kas.
En toen do grond was wit van éneeuw
En ik kon glijden, blij.
Toen moest ook Kaatje vaan mij we»;
Nu lieht zij aan zün tü
Met hoeveel züt gij dan. vroeg ik.
Als twee daarboven leven?
Direct had zü haar antwoord klaar'-
Mijnheer wij zijn met neven.
Want is müm broer en zuster dood
Hun brave zieltjes leven.
Dus waren wij. telde ik verkeerd, nog altijd
(mat ona zeven,
finger, door Neeltae I. te Rinnegom).
Vier stoeltjes om de tafel.
Servies op snoeperig blad
De pop in Zondag» kleedde
De breikous opgepakt.
Nu zit Emma te wachten
Op het lief vnendiuinen.-paar.
Dat strakjes thee komt drinken.
Er wordt gebeld, zoo waar.
Dag Roza. dag Sjalotta,
Wat ben ik hartelijk blij
Dat ik jelui eens weer rie..
Komt zitten, dicht bij mjj.
Gebruikt gii va^k ,en «uiker?
Zeg, heb je het si gehoord:
Mün broertje heef4 twee duiven
Van de aller mooiste soort?
'k Weet nog een prettig nieuwtje.
Maar vertel hot aan niemand meed
Wij gaan vandaag uit riidien
Met Pa en nog «en heer.
De thee is afgeochonken.
De vriendinnetje3 gaan heen
En laten met ons Popje.
Ons Emma'tje. alleen,
{Ingoz. door Agatha d. J. te Alkmaar.)
DE NEGEN LUCIFERS.
Eerst volgt hier nor een lijstje van neefjes
en nichtjes, die van net vorige kunstje goede
oplossingen nog inzonden, doch niet vermeld
konden worden, wijl tnun schrijfwerk wegens
den feestdag van Allerheilig^ ©en dag
vroeger verzonden was-Het was de oplossing
van het kunstje» waarbij het woordje LAM
verkregen werd.
Hier zjjn ze dus: Jftn agenaar, Fr. Godijn,
en Catr. Stavenuiter 19, allen te Alkmaar.
Trien Noordstrand Wayerveen, Müdrecht. A.
en J. Steünen, Zuid-Sc.ialkwük 41 e zw. bü
Haarlem. Jenete Out P.a. S. Out, Heerhugo-
waard. Petr. van Hagen, Saesenheini. M. Roo-
zeudaal. Harenkarspel- Oor. Tol, Harenkarspel.
Pietern. van Deudekom. IJ muiden. Jan Ven-
neker, Oudorp en Pi«t Bakker, Wükeroog.
De oplossing van het kunstje» door Petro-
n»lla en Martinus Scholten te Oude Niedorp
opgegeven, namelük: ue 9 lucifers zóó uit te
leggen, dat er de naam eener vrouw uit 'e we
relds allergrü'st verleden te lezen staat, is als
volgt:
Goed» oplossingen heb ik ontvangen van.:
Nico en Piet Sneekes. Oor. Weeterop, Piet
Vink, Anna en Jo. de Boer. allen te Alkmaar.
Josephine Smit. Petranel la en Antonia Deude-
kom, Haarlem, Sientje v. d. Aar, Haarl.liede.
Nellie en Aagje Groen, Wisré en Emma Oodö-
man. Jansje Brink, H. H. Waard, Marie
Nuyena, Grietje L'uiikersloot» allen Limmen,
Hessel Hoogzand. Henrica Hora, Anna Hor»,
Santpooort. Alie Veldboer, Geertruida Heiden,
Bertus en Klaas Kuiper, Marie de Groot.
Catrientje Broeraen, allen te Oudorp, Simon
Mol. Johanna Berkhout. alle Medem-
blik. Afra Sohikler, Catrienna Konijn,
beiden Oude Niedorp. Nico Kieft, Jan Sprank,
beiden St. Panera». Aagje Hof, Willen Bommer-
beide W armerhuizen. Dirkje Bukman, Texel.
Anna Luiken. Hoogwoud. Anna Vekeboer»
Deemster. Annie en Betsie Venb. Anna-
pauwlona. Henk -Polle. Sahoori. Jo Frünman,
Warmond. Marietje de Jong, Warmer. Neeltje
Nanme, Oastricum. Jan en Cor van Dam,
Spierdijk. Petronella Verb ruggen, Halfweg.
Martha Nüasen, Veleen. Jac. Rusman en Gonda
Litjens. beiden te Hülegom. Oor en Nioo
Zuurbier Ureem. Theo Kuil. Heemskerk.
Mina Bakker. Harenkarepal. Marie v. d. Huii-
ren. Zaandam, Marietje Zoon. Beverwük. Jan
Buter, H Hugowaard. Wilhelmina Wulling».
Schoten. Pierter en Johannes Kieft. Harenkar
spel. Cornelia de Wildt te Heemskerk. Mar-
garetha Roozendaal te Oude-Niedorp. Nico Jol
te Spanbroek. Betje en Anna Bakker te Alk
maar. Piet Schouten te Oldom. Jan Venneker
te Oudorp. Oatharina Vlugt te Warmenhuiz»en.
Grietje v. Verduin to Akersloot. Agatha Stroet
te Nieuwe-Niedorp. Helena Konijn te Oudorp.
Dieuwta Stoop te K alver dijk. Annie Oud te St.
Paneras. Com. Burgmeyor te Rinnegom en Jan
van Baar to St. Pancraa.
VOORZICHTIGHEID
Jantje moet naar bed en vraagt eerst nog
heel ernstig aan z'n Fa:
„Pa, komen hier 'snachts wel eens dieven?''
„Wel neen kind. de deur is goed gesloten, en
de nachtveiligheid houdt trouw de wacht."
„O a'an kan ik mün knikker» wel op tafel
laten liggen."
HIJ HAD GEEN MEDELIJDEN
„O, moeder," zei Jantje toen hij uit echool
kwam, „ik heb daar puist een hond gezien, met
drie pooten."
..Het arme beest", zei de moeder, en had je
geen erg medelüden?"
„Heelemaal niet moeder", antwoordde Jan
tje, „en waarom, hü had er nog een meer dan
ik".
„Hé, moeo'er", zei 't kind» waarom is u ook
niet zoo klein als ik, we zouden dan zoo pret
tig samen kunnen spelen."
AFGEWIMPELD
Annie: Moe, ik hob van naöht gedroomd,
dat u een nieuwen hoed voor me had meege
bracht.
MoeNu in den volgenden droom mag je hem
opzetten.
(Ingez. doer Wilhelmina W. te Noondwijk.)
Cor en Nico Z. te Ursem. Wel, beste jongens,
't is best mogelijk, dat de naam Nico niet dui-
delük geschreven stond en dat toen de zetter
daarvoor Mies heeft gelezen; maar...-, dan
was hot toch jullie eigen schuld. O. neen» ik
ben er niet boos om. Dank je voor je „grapje".
Maar denkt er in 't vervo ook om je brieven
en briefkaarten maar aan één kant beschrüven,
anders moet ik altüd alles weer overschrijven.
Dag Cor! Dag Niol
Martha N. te Velsen. Zoo, ik zie dat ook jü
vast zal meedoen aan den rijmpjes-wedstrijd..
Ik schoot hartelük in de lach toen ik dat aar
digheidje van je zag,.
Anna B. te Haringkaspel. Dat deed je heel
aardig op versregels» jammer dat de oplossing
mie was. Jii doet natuurlijk met den rijmpjes-
wedstrijd ook mee. Is 't niet?
Neeltje K. te Haringkarspel. Jelui zijn zeker
twee vriendinnetjes. Ik kan het aan hot rijmpje
zien. Jü had het dus ook.mis.
Petronella V. te Halfweg. Natuurlijk mag
je meedoen. Maar 'n volgenden keer telkens je
leeftijd ook opgeven, hoor Nellie.
Josephine S. Haarlem (Den Ilaag). Of ik
ook goed raden kan, hé? Veel pleizier bij
groot-mama. Wat is Den Haag 'n mooie stad,
vindt je niet?
Mina B. te Haringkarspel. Het zit bij jelui,
geloof ik vol met rij m el a arst-ev tj c«Dat is daar
al nummer drie, die zeker ook aan den riiniP»
jejs-wedstrüd zal meedoen.
f te Limmen. Uit Limmen ontving ik een
briefkaart, waar heelemaal niets op stond,
dan alleen mün adres. Dat was toch zekef wel
een aardig abuis.
Martha v. d. B. te Hilversum. Wel zoo, beste
Marthie, had je ook al die „Spaansche" te
pakkeu? Ik vind het echt hartelük van je, dat
je zelfs op je ziekbedjo nog aan Oom Koo»
wilde schrijven. Bon je nu weer heelemaal
beter? En zus ook? Ik hoop het voor jelui.
Ja, ook voor vader en moeder; wat zal die
goeie moedor het druk hebben gehad. O. ja, ik
weet ook best wat de Spaansche ziekte is, ik
heb ze ook flink te pakken gehad. En toch
hebben jelui het niet gemerkt: ik kon niet
nalaten voor mijn nichtjes en neefjcis te blijven,
schrijven. Je hebt gelijk; die Spaansche op
schepper moet maar gauw paar Spanje terug,
dan kan hij gelijk aan St. Nicolaas vertollen,
dat oom Koos zooveel brave nichtjes en neefjes
heeft. Misschien brengt de goede Sint des te
meer mee voor de Hollandeohe kinderen. Hoe
ik 't vond, dat er bü jelui Intronisatie ia ge
weest? Wel. kind. d)at vond ik natuurlijk prach
tig. Wat 'n rijkdom aan boeken heb je al; 't
is een heele bibliotheek. Dank je voor je
kunstjes. Zeker, je mag er nog meer sturen eu
ook je rebus. Dag Marthie, d» groeten ook aan
pa. moe en zus.
Piet B. te Wükeroog. Jij bent een beste neef.
maar..., je mag toch je briefjes maar aan
één kant beschrüven. Het zal me plezier doen
nog meer neefje» in Wükeroog te krijgen: ik
mag die Wü'keroogertjes wei. De grapjes moe
ten eigen gemaakte ziin. Denk jo daaraan wel?
En dan liefst over kinderen. Dag Piet.
Marie N. te Limmen. Goed gedaan, heel
aardig. Bü den rijmpjes-wedstrijd het maar
niet minder doen.
Anna en Joh. de B. te Alkmaar. Wel. beate
kinderen, jelui moeten niet zoo beschroomd
zijn om aan Oom Koos te schrijven. Be
schroomd ben je alleen voor wie ie een beetje
ban» bent, bü voorbeeld als je kwaad hebt ge
daan en bij moeder of vader moet komen ea
straf hebt te verwachten. Denken jelui er in
't vervolg om, je leeftijden er bü te schrijven.
Dat hoort zoo.
Sientje v. d. A Waarderspolder) te Haar-
lemmerliede. Als je de „njrapjes" heueeh zelf
gemaakt hebt, mag je ze gerust sturen. Bij
voorbaat aank ik je er al voor.
Wilhelmina W. te Noordwpk. Zeker» je mag
meedoen. Denk er om beste Willy, dat je de
„grapjes" zelf gemaakt moet hebben.
Piet S. te Alkmaar. Nou, dat tref je: <k
eerste week de beste krüg je ook al een ant
woordje. Wat zullen jelui met z'n tweetjes red
van mekaar houden,
Mientje P. to Noordwpk. Wel gefeliciteerd
met j0 beterschap. Och. dat behoefde nu juist
niet, dat jo de strafport zou vergoeden; 't is
wel goed natuurlük, maar dat bedoelde ik toch
niet.
Neeltje L te Rinnegom. Dank je voor het
mooie versje. Ik heb in de gaten, dat ook jü
vast zal meedoen aan den rijmpjes-wedstrijd.
Maar, beste Neeltje, denk er voortaan om. dat
je het papior maar aan een kant ma» be
schrijven.