mull MIIL ïQURiHT taaien dia men niet kennen "van"overal KINDERCOURANT EVA BINNENLAND 's Avonds aan zee. kunstjes. Door een begrafenis bekeerd. GRAPJES Zaterdag 9 November Derde Biad ""HtbkïSeS.f» pHoord. man, die 33,1 de KORTE BERICHTEN (Slot..) DE VISITE. WAT JANTJE GRAAG WILDE. BRIEVENBUS doen alaof Bet gdd verdicn.cn m allerlei verma ken najagen eigenlijk het eenige doel dea levens was. je, is die X^Toen*waThij w«k heb ik hem nog gesp"'lde uietsl Spaansche ziekte ««torvenzijnI liet is inderdaad erg, lezer. Hkr^en vader of moeder van een groot gezin, daar een onschuldig kind van twaalf, veertien iaar finds een ijverig zieleherder, wien naar menschel ij ke berekening nog vele jaren vrucht baar leven beschoren waren, elders 'n brave Vin cefltiaan met een staat van dienst als weinigen. vul de namen zelf maar in, lezer, en tel eens op, hoeveel van uw kennissen, in de steden vooral, aan de verraderlijke ziekte reeds ten offer vielen. Als een somber „gedenk te sterven", grijnzen de lange lijsten van doodsberichten jn de dagbla den om aan. En terwijl op de eene plaats ziekte schijnt te luwen, maakt ze ^geri met vernieuwde hevigheid en dat opmerkeli k veel bij menschen in de volle kracht van hun leven haar slachtoffers- Onder deze omstandigheden is het wezenlijk onbegrijpelijk, dat zelfs nu nog de oogen van velen maar niet geopend worden, dat zij volhar den in hun struisvogelpolitiek tegenover de hun toch zoo duidelijk in de ooren klinkende waar schuwing: gedenk te sterven- Of klinkt Gods stem nóg niet krachtig genoeg t Talrijker dan de halmen onder de zeis van den maaier' vielen en vallen op de slagvelden de zonen der volkeren onder het geweld van aller- "ffSSSE m duizenden zenken de slacht- •Hera van hl wreeden zeeoorlog weg in de golven van der nac)erencje wereldre- w- idrneve teleurstelling wellicht voor allen dïop een spoedigen onbewolkten vredeshemel fcewuénl gaat over duizenden lijken. zelfs de minst luchthartigen onder ons zullen het moeten erkennen, dat er ondanks al die waarschuwingen van het leven eigenlijk nog een rare verhouding bestaat tusschen ons zwoe gen voor het aardsche en onze zorg voor het „eenig noodige". Met den vingei kan men ze aanwijzen, die haast in het aangezicht van den dood nog Wij spreken hier niet van de volslagen onge- loovigen, ofschoon we ons niet zonder huivering een verklaring herinneren, ons kort geleden door twee „moderne protestanten" gedaan, dat^ ze van het andere leven niets afwisten en „dus maar leefden alsof ze zeker waren dat met dit broze aardsche leven alles uit was. Een van die twee was een zeeman, en met ver wondering vroegen we hem of hij dan nooit in levensgevaar geweest was en nooit, met den dood voor oogen, de vrees voor een „onbekende eeuwigheid gevoeld had. En toen deed de man mij een verhaal, dat met schrillèr kleuren dan haast denkbaar zijn, de on verschilligheid van zoovelen teekent voor dat leven na het aardsche, hoezeer de menschen an ders ook de onzekerheid plegen te vreezen at door „verzekeringen" van allerlei aardl tegen de gevaren die wellicht ons kunnen gaan bedreigen, zich beveiligen. De zeeman hij was kapitein geweest had een schip verloren. Urenlang had hij om zijn leven moeten worstelen met de branding. Nadat hij aan het strand geworpen was, had men vijf uur werk gehad om hem tot bewustzijn terug te brengen. En die man, door zijn bedrijf „dichter bij God" dan vele anderen, verklaarde met de meeste kalmte dat hij, op het oogenblik dat hij zich voelde wegzinken, wèl gedacht had aan vrouw en kinderen, maar geen oogenblik aan de eeuwigheid Indien onbegrijpelijke verwaarloozing van eigen belangen den mensch zoover voeren kan, dan laat zich verklaren, dat ook geloovigen, in /wie de geloofsovertuiging wel leeft maar niet krachtig en frisch opbloeit, ook zelfs door de meest nabije sterfgevallen er niet toe komen, hun waardeering van dit leven en het andere te her- ziten. En men vraagt zich af, wat God toch eigenlijk wel zou moeten doen om zoovelen onzer uit hun ongeregeld streven en jagen naar aardsch be zit los te rukken, om hen te brengen op het vei lige pad naar een gelukkige eeuwigheid. Wat Mi] zou moeten doen om de menschen te leeren be grijpen da( zij verantwoording zullen moeten afleggen en dat misschien reeds morgen van de hun geschonken gelegenheid om goed te doen ai dat het bij het afleggen van die ver antwoording allerminst voldoende zal zijn, wan neer men kan aantöonen het kwade te hebben ge schuwd. Dat ieder verzuimd gebed, iedere on- noodig achterwege gelaten H. Communie, ieder goed werk dat men had kunnen doen, doch verwaarloosd heeft, iedere gelegenheid die men gekregen doch niet gebruikt heeft om onze groote katholieke sociale- en liefdewerken: ar menzorg, katholieke rereenigingen, school en patronaat, Rocansche pers en andere, lectuur te bevorderen, den mensch meer gelijk maakt aan dengene, die zijn talent in den grond begraven had Wij menschen leven niet voor dezen tijd en hoe dikwijls God ons daaraan ook herinnert, eens houdt Hij er mee op. Wee ons als we naar Zijjp stem niet of maar half hebben geluisterd! CR1SISAANGELEGENHEDEN. Schoenendistributie. DeMi- nister van Landbouw, Nijverheid en Handel had Donderdag een onderhoud met den heer G. van Voorn, schoen winkelier te 'a-Graven-- li age en den heer A. J. Levy, schoenfabri kant, directeur van de N. V. voorheen de Nijs en Go. te Amsterdam. Na een langdurige be spreking deelde de Minister mede ln gunstige overweging te zullen nemen om in den loop der volgende week, de vrije schoenen zonder bon beschikbaar te stellen. Oparontuur uit Dinsdagmiddag werd den étukrijder W. R. G. gelast met een span paarden sleepersdiensten te verrichten voor de Rijks munitiewerkplaatsen te Delft. In plaats daarheen te gaan, reed hij met zijn paarden naar Pjjnacker, waar hij bij een ingezetene stalde, voorgevende te zijn ingekwartierd. Ver volgens liep hij naar Rotterdam, waar zün ouders wonen: thans wordt hij als deserteur gezocht. Treurig ongeluk. Een treurig onge luk gebeurde Donderdagochtend op een sloo- pingswerk in perceel aain de Lang» Poten. Drie werklieden waren daar in een keldertje bezig met het verrichten van sloopingewerk- zaamheden, toen plotseling het plafond boven hen, waarop eenig j>uin en aarde lagen, in stortte, blijkbaar doordat de binten, waarop het plafond rustte, waren verteerd. Twee der bedoelde werklieden wisten zioh tijdig te red den. maar de derde, de getrouwde 60-jarige opperman F. van W., wonende aan de Hoef- kade, kreeg een bint op a'en hals. waardoor de halswervel is gebroken en de dood onmiddel lijk intrad. Een In den morgen van 80 October vermiste Helena C. te Venlo haar mantel, die in een ee-tka. mertje in het hotel van haax vader aan een persoon, 3ie den aïgcloopen nacht in Eet hotel gelogeerd had en Izidh des morgens daaruit ongemerkt verwilderd had. In den avond van 3 November j.l. zag zü in de Vleeschstraat de door haar bedoelde vrouw in gezelschap van een soldaat, dragende de door haar vermiste nan tel. Fluks riep zij haar zuster en toen bewust vrouwspersoon hun hotel passeerde hielden zü haar aan en brachten haar in het hotel. Door de inmiddels ontboden maréohaus- sée werd het verdachte vrouwspersoon, gen. A. M. Cl.» oud 20 jaar,, wonende te Kalder- kirchen, gearresteerd en bekende zii den da mesmantel te hebben weggenomen. Medie bleek dat de verdachte zioh bovendien schul dig maakte aan verboden terugkeer in het haar door den commandant van het Veldleger ontzegd gebied. De mantel is in beslag genomen en de ver dachte naar Roermond overgebracht. „D. K." DE SPAANSOHE ZIEKTE. De griep-epidemie grijpt te Arnhem steeds geweldig om zich heen. Het nood-ziekenhuis in het gymnastiek-lokaal van een der open bare scholen ingericht, is niet toereikend voor opname van alle ernstige gevallen. Eenige klaslokalen zijn ook voor nood-zie kenhuis ingericht. De geneesheer-directeur dr. Van Os en een aantal verpleegsters van het ziekenhuis zijn aangetast, dr. Van Os zeer ernstig. Bovendien zijn eenige ge- neesheeren o.m. de controleerende genees heer der gemeente ernstig ziek. Roode Kruis-zusters verleenen hulp bij' de verpleging, evenals een 6-tal hospitaalsolda ten. Het aantal sterfgevallen normaal circa 20 en de vorige week 45 bedragend, steeg in de week van 17 Nov. tot 82 of ongeveer 1 en twee- tiende pet. van het aantal in woners. De onderwijs-inrichtingen blijven voorioo- pig tot 18 November gesloten. De Spaansche griep blijft onrustbarend onder de verpleegsters van het Gemeente ziekenhuis te Den Haag heerschen. Eenige zalen zijn thans tot het opnemen der onge veer 100 aan deze ziekte lijdende verpleeg sters ingericht. De sluiting der openbare scholen wegens het heerschen der Spaansche ziekte, de zoogenaamde „griepvacantie is verlengd; voorloopig tot 18 November De Spaansche griep begint ook teDalf- sen een ernstig karakter aan te nemen. Vooral in Rechteren komen vele sterfgeval len voor. De scholen in Rechteren enDalms- holte zijn nu ook gesloten. Ook onder de Fransche vluchtelingen zijn heel wat zieken. Te Rosendaal (N. Br.) wordt het aan- kapetok hing. Haar vermoeden, dat de man- - tel gestolen was viel terstond op een vrouws- tal lijders aan Spaansche griep op ru '4000 geschat. Het postkantoor is den Lat. ven dag gesloten, wegens ziekte onder he4) personeel. 4 Te Lochem' zullen, waar de griep jonde* de schoolkinderen aan het afnemen ia, 3d openbare scholen Maandag weer worden gs« opend. Er zal echter eerst een onderzool worden ingesteld naar den algemeenen gs. zondheids toestand. i I j Uit Wijk bij Duurstede schrijft taettf De Spaansche griep is golukkig eenigszlni aan het afnemen., Nieuwe ziektegevallen kot men in mindere mate voor, dan gedurenda de laatste weken. Dagelijks komen er fiven« wei nog sterfgevallen voor. Ook in Scherpen zeel ia verbetering merkbaar. Zoodra de Fransche vluchtelitt* lingen zijn vertrokken, zullen de openbart en bijzondere scholen weder beginnen. Da ziekte heeft een aanzienlijk aantal slack#* offers geëischt. ;jj Te Woudenberg valt mede vermindering te bespeuren in het aantal gevalles vad Spaansche griep. De beide scholen koodefl weder met een voldoend aantal leerlinge# beginnen. j Voorzorgen voor Spaansc.h.e: griep. Van medische z{jde wordt Br 9« aandacht op gevestigd, dat het met het oog op heerschende ziekten, zeer gewenscht if in alle lokalen, waar publiek bijeenkomlf voor degelijke luchtververschlng te zorgen. Een dringend beroep wordt derhalve ga: daan op allen, die dergelijke lokalen oude* hun beheer hebben, in de eerste plaats du» op houders van restaurants, café's en open-" bare vermakelijkheden, de lokaliteiten zooh veel mogelijk doorloopend te ventileeren es op uren, dat geen bezoekers aanwezig zijn, voor een geregeld doorspuien zorg te dragon. Ingebroken is in de H. B. School te Delft, Voor 400 aan kwikzilver werd ontvreemd. De nieuwe volksbuurt in Woensel, bestaan de uit woningen der vereeniging „Volkshuisves ting", heeft o.a. de volgende straten gekregen: Mooilisatiestraat; Rantsoenstraat; Vredesplein; Distributiestraat; Crisisstraat; Annexatiestraat; O. W. straat; BenedictusstraatStaat van Be- legstraat; Woningnoodstraat. De grens is weer dicht en de doodelijke draad doet zijn werk. In de buurt van de Bor- kelsche barrière bleven een tweetal Belgen dood aan den draad. Een van hen bereikte als eerste van het drietal veilig Holland en bleef dus toe* vallig ongedeerd. Bij een kweeker ouder Monster, is een kistje met een inhoud van pl.m. 10.000 aan waarden ontvreemd ixet *as een droevig verblijf, met naakte «auren met een baard zondor vuur. In een hoek ©au ellendigen stroozak. lag eene bejaarde hou», op wier gelaat lijden en bedroefdheid ko lezen waren. Zii keek onrustig en bedroefd O®-"*»- u^.n bozoakor, en mot ©en xwllkke «tem, 2oido ril tot haro dooktor: Kory. wie in die heer? John naderde eei>iedi« en beleefd het ziek bed. .Modoffouw, ik heb het lijk van uwen man naar het kerkhof geleid, en ik breng uw hond teruit- Hoé mijnheer, gij hebt hem gevolgd, u hebt die goedheid gehad. dank. duizendmaal dankt... Mijn goeden vader, hebt eii toch niet gekend mijnheer 1 Néén. mejuffrouw, maar toen ik die lijkkoets zoo alleen en verlaten zag, werd ik bewogen, en ik heb gebeden, ik. die anders zoo weinig bid! uod zal u verhoord hebben .mijnheer, en mijn arme man zal voor u bidden in den hemel. O. mijnheer, hij was zoo goed.... Gij ziet dat ik erg ziek beu.mijn ziekte was Bind» 2 maan den, hij heeft da» en nacht gewerkt om te be letten. dat ik naar het gasthuis zou moeten gaan.hii werkte en had geen voeding en geen rust: hii is gee torven binnen weinige dagen aan eene bezetting op de borst.... Ik leef nog ik. nutteloos, jaj ik leef tot last van mijn arm kind.maar ik zal haar niet laten sterren als haar vader, ik zal morgen naar het gasthuis gaan.... 13 deze woorden, die aan de zieke groot© inspanning kostten, wierp Mary zioh om den .ta»» w, are «roeder. en zeide haar al anik- Uuct': Moeder. waarom spreekt gij zoo? neen gii «alt niet naar het gasthuis g$an. ik zal da» en nacht voor u werken, en desnoods samen ster ven. A«h als ik maar werk had'! John was tot in de ziel getroffen, tranen kwamen in zün oogen, maar dat laatste woord was voor hem een licht. Wat doet gs- dan, mejuffrouw? wat ia uw vak. Ik b«n linnennaaister. O. dat komt goed: een mijner vrienden moet •en uitzet hebben: ik zal het u bezorgen. Mijnheer, gij zult niet te klagen hebben over mijn werkwij hebben een witten winkel ge had. mot gemaakt goed te B.... het krediet heeft ons geru'neerd; wij zijn naar Londen ge komen in de hoop er een bestaan te vinden, wij hebben er slechts armoe en ellende gevonden. John sprak nu eenige troostende woorden, en groette de twee- arm» vrouwen. Op het punt Wm BI>ron«' de zwarte hond naar vVan "j-dschap. Hector, nieu zegt j,,,®' d® Jongeling. van den hond is. rnjja brnoXd^X^-'T diend» no e I. j- iI,oaer die m Afrika ook al dood* nAam" arme Charles, hij John streeld© cog even den ouden Hector, en het" a0en' ^aaT Qeu vo'een^€n da» kwam hij fi' f-rtn Vertreh binnen met een grooten rol un nuen dat was do priis van het partijtje. ZUn vrienden had willen geven. Hij jw* o tevens aan. dat een ziiner vrienden, geneesheer, de zieke zou komen bezoeken hare verpleging zorgen. kwam oderdaad; hü kon ge- vtfj* riei». dat a'e ziekte alleen uit gebrek Hij schreef goed voedsel voor; vleesch.... en dat alles word haar hem den geheelen dag zagen werken, en spot ten met zijne deugd en zijn lust tot spaarzaam heid', zouden hebben kunnen zeggen van wien dat alles kwam. Inderdaad, de jonge man was voor het eerst van zün leven diep getroffen, bij het zien van eene waarachtige armoe en had de zoete troost ondervonden, die een goed werk in het hart achterlaat. Daarom had hij zijn koffiehuisleven en de lichtzinnige gewoonten verlaten, waarin alles aan pleizier en bijna niets aan plicht ge offerd wordt. Hij was werkzaam geworden, leefde geregeld en spaarzaam en zijn talent ontwikkelde zich naarmate ziin geest en hart gezuiverd werden. En zoo heeft God dezen men, die vroeger slecht oppaste, maar ©en goed hart bezat, (re- sterkt om in het goede te blüven volharden. Door het zien van een begrafenis, die ziin ge voel van Christen-menech te ziin weer in hem verlevendigde is de man, door God's genadé be keerd, EINDE. In het westen neigt de zon langzamerhand ter kimme. Welk een prachtig natuurtafereel! De wateren weerkaatsen den purperen gloed van den onbewolkten hemel, de tinten van goudgeel en smaragdgroen en donkerblauw, waarin het avondrood onmerkbaar overgaat. Als in een fonkelende zee zal de vuurbol wel dra onderduiken. Nog eens» voor 't laatst trekt hii scherpe roode lijnen langs de omtrekken van de omringende voorwerpen. Reeds raakt de zon haar gezichtseinder, 't Is, of het gewioht van den hemel haar samendrukt, nu het breken der lichtstralen haar gedaante wijzigt. Zij daalt al lager en lager. Een klein gedeelte ie nog slechts zichtbaar. De spiegeling in het water, die zoo straks ven golf tot golf werd overge dragen, vero'wijnt. Het eohijnsel wordrt doffer en doffer. Nog een paar seconden en de zon is verdwenen. Wat wij nog meenen te zien, is slechts de nawerking van den indruk, door dit onbeschrijflijk schouwspel teweeggebracht op ons turend oog. Ook de schemering kwijnt weg. De lucht wordt koele», en het water» dtat onder den'helderen hemel virii de warmte laat uitstralen, doet fijne dampen geboren worden, die zachtkens over de oppervlakte zweven. Het wordt stil aan 't strand. Alleen de zee laat zioh nog altijd hoeren in haar eentonig lied. Ingez. door J. v. D. te Haarlem. Wü ZIJN MET ONS ZEVEN. Laatst trof ik een meisje armoedig klein 4,1 "Oft tot trroote verwondering dar De kameraads van John, die Bij den ingang van een kerkhof laan. Het luef haar lokkig kopje op En ik sprak haar aldus aan Met hoeveel broers en zusters zdjt gii thuis Iktain ding Wel wij zjjn met ons zeven saam. Klonk 't met verwondering. Vertel me eens: waar ze ziin m'n schot. Hat zal ik u ze PT eren» twee wonen in een [&t&d heel ver Twee zijn op zee. ook op het kerkhof zün fer twee zuster en mijn broeder by het kerkhof in een hut, daar woon tik en mijn moeder. Dus. zegt ge, twee ziin in de stad. en twee top zee gegaan toch met zeven, lieve kind, hoe moet tik dat verstaan? Toen zeide mü die kleine meid: met zeven ttoeh geloof u 't maar Want twee die zijn begraven onder wilgen- tloof en aard. Die 't eerste stierf, was kleine Jan» Die la» te bed in droef gesteen. Dat God hom alle pijn ontnam. Toen droegen hem de mannen heen: En werd op 't kerkhof hu gelegd En heel de zomer vroeg en Wijlden wij rondom zijn «rei» Ik en mijn zusje Kas. En toen do grond was wit van éneeuw En ik kon glijden, blij. Toen moest ook Kaatje vaan mij we»; Nu lieht zij aan zün tü Met hoeveel züt gij dan. vroeg ik. Als twee daarboven leven? Direct had zü haar antwoord klaar'- Mijnheer wij zijn met neven. Want is müm broer en zuster dood Hun brave zieltjes leven. Dus waren wij. telde ik verkeerd, nog altijd (mat ona zeven, finger, door Neeltae I. te Rinnegom). Vier stoeltjes om de tafel. Servies op snoeperig blad De pop in Zondag» kleedde De breikous opgepakt. Nu zit Emma te wachten Op het lief vnendiuinen.-paar. Dat strakjes thee komt drinken. Er wordt gebeld, zoo waar. Dag Roza. dag Sjalotta, Wat ben ik hartelijk blij Dat ik jelui eens weer rie.. Komt zitten, dicht bij mjj. Gebruikt gii va^k ,en «uiker? Zeg, heb je het si gehoord: Mün broertje heef4 twee duiven Van de aller mooiste soort? 'k Weet nog een prettig nieuwtje. Maar vertel hot aan niemand meed Wij gaan vandaag uit riidien Met Pa en nog «en heer. De thee is afgeochonken. De vriendinnetje3 gaan heen En laten met ons Popje. Ons Emma'tje. alleen, {Ingoz. door Agatha d. J. te Alkmaar.) DE NEGEN LUCIFERS. Eerst volgt hier nor een lijstje van neefjes en nichtjes, die van net vorige kunstje goede oplossingen nog inzonden, doch niet vermeld konden worden, wijl tnun schrijfwerk wegens den feestdag van Allerheilig^ ©en dag vroeger verzonden was-Het was de oplossing van het kunstje» waarbij het woordje LAM verkregen werd. Hier zjjn ze dus: Jftn agenaar, Fr. Godijn, en Catr. Stavenuiter 19, allen te Alkmaar. Trien Noordstrand Wayerveen, Müdrecht. A. en J. Steünen, Zuid-Sc.ialkwük 41 e zw. bü Haarlem. Jenete Out P.a. S. Out, Heerhugo- waard. Petr. van Hagen, Saesenheini. M. Roo- zeudaal. Harenkarspel- Oor. Tol, Harenkarspel. Pietern. van Deudekom. IJ muiden. Jan Ven- neker, Oudorp en Pi«t Bakker, Wükeroog. De oplossing van het kunstje» door Petro- n»lla en Martinus Scholten te Oude Niedorp opgegeven, namelük: ue 9 lucifers zóó uit te leggen, dat er de naam eener vrouw uit 'e we relds allergrü'st verleden te lezen staat, is als volgt: Goed» oplossingen heb ik ontvangen van.: Nico en Piet Sneekes. Oor. Weeterop, Piet Vink, Anna en Jo. de Boer. allen te Alkmaar. Josephine Smit. Petranel la en Antonia Deude- kom, Haarlem, Sientje v. d. Aar, Haarl.liede. Nellie en Aagje Groen, Wisré en Emma Oodö- man. Jansje Brink, H. H. Waard, Marie Nuyena, Grietje L'uiikersloot» allen Limmen, Hessel Hoogzand. Henrica Hora, Anna Hor», Santpooort. Alie Veldboer, Geertruida Heiden, Bertus en Klaas Kuiper, Marie de Groot. Catrientje Broeraen, allen te Oudorp, Simon Mol. Johanna Berkhout. alle Medem- blik. Afra Sohikler, Catrienna Konijn, beiden Oude Niedorp. Nico Kieft, Jan Sprank, beiden St. Panera». Aagje Hof, Willen Bommer- beide W armerhuizen. Dirkje Bukman, Texel. Anna Luiken. Hoogwoud. Anna Vekeboer» Deemster. Annie en Betsie Venb. Anna- pauwlona. Henk -Polle. Sahoori. Jo Frünman, Warmond. Marietje de Jong, Warmer. Neeltje Nanme, Oastricum. Jan en Cor van Dam, Spierdijk. Petronella Verb ruggen, Halfweg. Martha Nüasen, Veleen. Jac. Rusman en Gonda Litjens. beiden te Hülegom. Oor en Nioo Zuurbier Ureem. Theo Kuil. Heemskerk. Mina Bakker. Harenkarepal. Marie v. d. Huii- ren. Zaandam, Marietje Zoon. Beverwük. Jan Buter, H Hugowaard. Wilhelmina Wulling». Schoten. Pierter en Johannes Kieft. Harenkar spel. Cornelia de Wildt te Heemskerk. Mar- garetha Roozendaal te Oude-Niedorp. Nico Jol te Spanbroek. Betje en Anna Bakker te Alk maar. Piet Schouten te Oldom. Jan Venneker te Oudorp. Oatharina Vlugt te Warmenhuiz»en. Grietje v. Verduin to Akersloot. Agatha Stroet te Nieuwe-Niedorp. Helena Konijn te Oudorp. Dieuwta Stoop te K alver dijk. Annie Oud te St. Paneras. Com. Burgmeyor te Rinnegom en Jan van Baar to St. Pancraa. VOORZICHTIGHEID Jantje moet naar bed en vraagt eerst nog heel ernstig aan z'n Fa: „Pa, komen hier 'snachts wel eens dieven?'' „Wel neen kind. de deur is goed gesloten, en de nachtveiligheid houdt trouw de wacht." „O a'an kan ik mün knikker» wel op tafel laten liggen." HIJ HAD GEEN MEDELIJDEN „O, moeder," zei Jantje toen hij uit echool kwam, „ik heb daar puist een hond gezien, met drie pooten." ..Het arme beest", zei de moeder, en had je geen erg medelüden?" „Heelemaal niet moeder", antwoordde Jan tje, „en waarom, hü had er nog een meer dan ik". „Hé, moeo'er", zei 't kind» waarom is u ook niet zoo klein als ik, we zouden dan zoo pret tig samen kunnen spelen." AFGEWIMPELD Annie: Moe, ik hob van naöht gedroomd, dat u een nieuwen hoed voor me had meege bracht. MoeNu in den volgenden droom mag je hem opzetten. (Ingez. doer Wilhelmina W. te Noondwijk.) Cor en Nico Z. te Ursem. Wel, beste jongens, 't is best mogelijk, dat de naam Nico niet dui- delük geschreven stond en dat toen de zetter daarvoor Mies heeft gelezen; maar...-, dan was hot toch jullie eigen schuld. O. neen» ik ben er niet boos om. Dank je voor je „grapje". Maar denkt er in 't vervo ook om je brieven en briefkaarten maar aan één kant beschrüven, anders moet ik altüd alles weer overschrijven. Dag Cor! Dag Niol Martha N. te Velsen. Zoo, ik zie dat ook jü vast zal meedoen aan den rijmpjes-wedstrijd.. Ik schoot hartelük in de lach toen ik dat aar digheidje van je zag,. Anna B. te Haringkaspel. Dat deed je heel aardig op versregels» jammer dat de oplossing mie was. Jii doet natuurlijk met den rijmpjes- wedstrijd ook mee. Is 't niet? Neeltje K. te Haringkarspel. Jelui zijn zeker twee vriendinnetjes. Ik kan het aan hot rijmpje zien. Jü had het dus ook.mis. Petronella V. te Halfweg. Natuurlijk mag je meedoen. Maar 'n volgenden keer telkens je leeftijd ook opgeven, hoor Nellie. Josephine S. Haarlem (Den Ilaag). Of ik ook goed raden kan, hé? Veel pleizier bij groot-mama. Wat is Den Haag 'n mooie stad, vindt je niet? Mina B. te Haringkarspel. Het zit bij jelui, geloof ik vol met rij m el a arst-ev tj c«Dat is daar al nummer drie, die zeker ook aan den riiniP» jejs-wedstrüd zal meedoen. f te Limmen. Uit Limmen ontving ik een briefkaart, waar heelemaal niets op stond, dan alleen mün adres. Dat was toch zekef wel een aardig abuis. Martha v. d. B. te Hilversum. Wel zoo, beste Marthie, had je ook al die „Spaansche" te pakkeu? Ik vind het echt hartelük van je, dat je zelfs op je ziekbedjo nog aan Oom Koo» wilde schrijven. Bon je nu weer heelemaal beter? En zus ook? Ik hoop het voor jelui. Ja, ook voor vader en moeder; wat zal die goeie moedor het druk hebben gehad. O. ja, ik weet ook best wat de Spaansche ziekte is, ik heb ze ook flink te pakken gehad. En toch hebben jelui het niet gemerkt: ik kon niet nalaten voor mijn nichtjes en neefjcis te blijven, schrijven. Je hebt gelijk; die Spaansche op schepper moet maar gauw paar Spanje terug, dan kan hij gelijk aan St. Nicolaas vertollen, dat oom Koos zooveel brave nichtjes en neefjes heeft. Misschien brengt de goede Sint des te meer mee voor de Hollandeohe kinderen. Hoe ik 't vond, dat er bü jelui Intronisatie ia ge weest? Wel. kind. d)at vond ik natuurlijk prach tig. Wat 'n rijkdom aan boeken heb je al; 't is een heele bibliotheek. Dank je voor je kunstjes. Zeker, je mag er nog meer sturen eu ook je rebus. Dag Marthie, d» groeten ook aan pa. moe en zus. Piet B. te Wükeroog. Jij bent een beste neef. maar..., je mag toch je briefjes maar aan één kant beschrüven. Het zal me plezier doen nog meer neefje» in Wükeroog te krijgen: ik mag die Wü'keroogertjes wei. De grapjes moe ten eigen gemaakte ziin. Denk jo daaraan wel? En dan liefst over kinderen. Dag Piet. Marie N. te Limmen. Goed gedaan, heel aardig. Bü den rijmpjes-wedstrijd het maar niet minder doen. Anna en Joh. de B. te Alkmaar. Wel. beate kinderen, jelui moeten niet zoo beschroomd zijn om aan Oom Koos te schrijven. Be schroomd ben je alleen voor wie ie een beetje ban» bent, bü voorbeeld als je kwaad hebt ge daan en bij moeder of vader moet komen ea straf hebt te verwachten. Denken jelui er in 't vervolg om, je leeftijden er bü te schrijven. Dat hoort zoo. Sientje v. d. A Waarderspolder) te Haar- lemmerliede. Als je de „njrapjes" heueeh zelf gemaakt hebt, mag je ze gerust sturen. Bij voorbaat aank ik je er al voor. Wilhelmina W. te Noordwpk. Zeker» je mag meedoen. Denk er om beste Willy, dat je de „grapjes" zelf gemaakt moet hebben. Piet S. te Alkmaar. Nou, dat tref je: <k eerste week de beste krüg je ook al een ant woordje. Wat zullen jelui met z'n tweetjes red van mekaar houden, Mientje P. to Noordwpk. Wel gefeliciteerd met j0 beterschap. Och. dat behoefde nu juist niet, dat jo de strafport zou vergoeden; 't is wel goed natuurlük, maar dat bedoelde ik toch niet. Neeltje L te Rinnegom. Dank je voor het mooie versje. Ik heb in de gaten, dat ook jü vast zal meedoen aan den rijmpjes-wedstrijd. Maar, beste Neeltje, denk er voortaan om. dat je het papior maar aan een kant ma» be schrijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 7