NIEUWE HURL COURANT '"binnenland De Ondergang van een Wereldmacht. De acht-urige Werkdag. feuilleton Een zelfverdediging van den ex-kroonprins. PERS ZEGT ORDE EN ARBEID VROOLIJK ALLERilE? m Woensdag 15 Januari - Tweede Blad De Novcmber-geibeuxtenisson liggen alweer ®eu lieel eind achter ons. Maar haar nawer king duurt nog voort,en. terwijl aan den eenen kant scherp toegeaien wordt en ook dient te worden, dat de mannen der revolutie zich niet opnieuw vergissen (men denk© aan de telkens nieuwe bewijzen van de betrekkingen, lie David Wijnkoop c.s. mót de bolsabewiki onderhouden) bemerkt men anderzijds in onze samenleving een zich bewust worden van de gewijzigd o verhouding tuseehen kapi taal en aribeid, dat zich o.a. heel sterk nit in een krachtig streven naar den verkorten arbeidsdag onder de werknemers, en een grootere neiging dan vroeger om hieraan inede te werken bij de werkgevers. Deze sterke democrataseerimjg van onze samenleving als gevolg van den oorlog moet niet verwonderen» Eerder is het vanzelf sprekend, dat die kinderen des volks steeds sterker neiging vertoonen om zelf de beslis sing over hun lot in handen te nemen en dan hun levensvoorwaarden zoo gunstig nogellijk te maken naarmate ze zien tot in den oorlog met hun levenslot, met hun leven zelfs gespeeld werd door hen die zelf aohter de schermen bleven. Wie van den verkorten arbeidsduur, en van den acht-uren-dag iets anders lezen wil dan de zwaarwichtige (misschien meermalen jenzijdig bekeken en daardoor overdreven) bezwaren van werkgeverszijde» en de veelal niet minder eenzijdige beschouwingen dim* arbeiders leze het artikel, waarin de heer J. T in het orgaan van den Ned. Uitgeversbond zijn gedachten over den acht-urendag neer schrijft. Het bevat frassohe denkbeelden m een pret- tigen vorm. De heer T. schrijft; „Er was eens een bank te St. Louis, en zoo ze niet te St.-Louis stond don toch zeker te Milwaukee of ergens anders, die bet in baar safe, dat is: in haar hoofd, kreeg, om 's nachts open te blijven. Ér ikwamen immers zooveel late treinen bin nen, en die brachten reizigers, wier zak geld, benoodfed om nog in «en open-all- rjtght-restaurant wat te gaan eten of in dien vroegen morgen al weer zaken te doen, niet meer toereiken zou. Voor zulke waakzame personage's behoorde nog rtegenheid te zijn bun credietbrief aan bieden of een cheque te verzilveren. Het gevolg was dat ook andere banken in Milwaukee of St. Louis, door cocacurren- tio-noodzaak en eUëntenaandrahg gediwon- fen, haar loketten des nachts open hiel en. Een nieuw kwaad, een ander sameni- levimgs-exoes was geschapen. Ongetwijfeld zou de wereld pdukkiger geweest zijn, wanneer de reizigers, het Qiein-person^iel en die foanibeambten elkaar om elf nur wel te rusten hadden Censdit en gewed, wie bet eerste snur- zou. Werken is middel, geen doel. Wie bet tot een doel van hun lerven maak ten, deden daarmede sohade aan bun ziel en aan die van anderen. De bedrijfsleider, die dies morgens maar zijn werk jaagt, geen tijd vindt, om tussoben ochtend en middag met zijn gezin eau tafel te zitten, aan bet avondmaal komt, wanneer rij n kinderen al knorrig van den honger zijn, 's avonds nog even naar de post gaat kijken, en dan nog juist geestelijken over vloed genoeg overgehouden beeft om de Duf huize use Nieuwsbode te spellen, waar na bij tijdig te bed gaat, omdat zijn stel regel is om half acht gelaarsd en gespoord fij<m t ontbijt te komen, di© man verdient aan zijn graf niet gebuldfedi, maar tot afsehri kwekkend voorbeeld gesteld te worden, waarbij de verzwarende omstan digheid niet magworden vergeten, dat (hij ook op den Zondagmorgen door zijn kaïn-toren en werkplaatsen waarde en de post voiotr den volgenden dag uitzocht. Bet zijn de waarlijk groote en ruime geesten niet, die hun. heil uitsluitend in hun zakeüijfceii arbeid zoeken. Indexdaad vluchten zij trouwens tn dien arbeid voor bun e%en leegheid en armoede. Hun werk zaamheid beteekent gemis aan levens rijkdom; zij zijn zich nauwelijks bewust te leven, behalve in de uitoefening van een of andere conventioneele bezigheid. Breng ze buiten in de hm, of zet ze op helt dek van een schip, en ze worden onrustig, weten niet waar ze met hun. handen moe iten blijven en snaikken naar hun bureau of lcantoór. Hun natuur ls toiiet rijk en edel genoeg voor Jufbeid; als ze hun^ kan toorstoel niet ondier zich voelen, is de heelo wijdademende wereld een nihil voor hen. De kunst van een niets doen, dat schatten aanbrengt, verstaan ze niet, en hun werken is slechte een voortdurend verjagen van de angst voor hun inner lijke holheid en duisternis." Zooals men ziet en dèt is misschien het mooiste van het artikel bespreekt de heer T, niet den acht-urigen werkdag enkel voor den arbeider, maar oofk voor den patroon. En terwijl hiji aan anderen overlaat om den man van weinig werklust en energie tot aanpak ken te prikkelen, kant hij zich tegen dongen e, die niet meer dien arbeid regelt en behéerecht, doch ér "de slaaf van wordt. Zoo zijm er ook, of lieven* vooral in patroonsfcrinigen velen1. En daarom is odk niet enkel voor den werk man of voor Sjen nun de belangen rijmer1 werk lieden 'denkenden patroon bestemd, wat de beer T. verder schrijft; „Wie de zonneschijn slechts benut beeft om rijn .arbeid bij te lichten, beeft zijn roeping als menscb miskend, zijn gezin te kort gedaan en de innerlijkheid verdord van hén, die hij in zijn dienst gedwongen heeft zijn voorbeeld te volgen. En 'hij is niet eens feéweest. wat hij zich gedacht heeft: een groot zakenman, want de een zijdigheid i® nooit groot. Maar erger, erger voor hem, ofschoon hij 't nooit ge weten heeft hij zou 't van zijn zakelijk Standpunt beschouwd, tot een feroot com mercieel succes hebben gebracht, indien hij zijn geest te goeder tijd had vérfrischt aan de vele levensbronnen buiten ztfu [werk, aan de studie van een aesthetasch of maatschappelijk, een wetenschappelijk of .wijisgeerig probleem, aan de toewijding tot zijn gezin, het doordringen in de die pere geestesstaat van rijm kinderen of allernaasteni, de verrukkingen der kunst of de Weelden der natuur. De werkman wil meer levensvreugde. [Hij wil een uurtje niets doen in de zon, een bed boerebool planten in zijn tuin, bij Wil stoeien met zijn jongens, en winkels ikijken met aijen vrouw; het trekt hem meer en meer te weten, wat er in sommige boe ken staat en hij voelt wel, dat er boven de bioscoop nog iets anders is. Hij vraagt de acht-urige werkdag. Wie zich tegen élke hervorming verzet, wordt door dé slechtste overrompeld. Wat niet te keeren is, moet geleid wérden, en wie zidh niet wil laten dwingen, dient de dwang vrijwillig voor te zijn. Hij die achter de feiten aanloopt, komt altijd te laat en haalt de gebeurtenissen noch de tijd ooit weet in. Het is niét meer de vraag; kan de acht- nrige werkdag worden verwezenlijkt, én riillen wij hem aanvaarden! Ér is slechts een opgave: hoe w© ons aan die onver- mijdélijk komende dag zullen aanpassen. Ooik een dling van do mieeet practiechen aard heeft zijm fcant. waar het niet aan- gepapikit, maar beschouwd wil worden. Technisch zal er Voor biet vraatestuk van 'd)e 8-urigo werkdag, dat we zondier rist gullen hebben op té lossen, raad genoeg worden geschaft; het kan zijn nut hébben, ,vatn lenigende invloed zijin op die Voor véle zure, met logeman te verrichten bé- fwerMng, waarneer beschamend en troost rijk er aan voorafgaat de beschouwing, hoe alles gékomen is. zooals hét komen moest. Lat rijn kostelijke gedachten, 'die "yex- etOndiig gelezen en to^epast *-ons allen voordeel kunnen brengen. 15 [ROMAN UIT HET POOLSCH. De praetor na,m oplettend liet! verduister-, de gelaat yan Tullia waar en voer. dan mét gedempte stem voort Het is uwe schuld niet, dat gij zonder een heel legioen van slaven, die u bedriegen en bestelen, met levert kunt. Ook' is nek niet uwe schuld, dat gij <j|e gaarde van hét geld niet kent; uwe opvoeding-is 'geheel Verkeerd geweest en dat ia met velen hef geval. Maar de wereld beziet dp zaak niet' met het oög van een familielid. Gij weet1 het, Rome haat de armoede, veracht hen' die in nood verkeeren, verafschuwt een ver sleten kleed. Ik kan li zonder schitterende' omgeving niet .voorstellen. De weduwe hoorde oplettend! naar de woorden des praetors. Haar gladde .voor hoofd rimpelde zich tot plooien. Marcus stond op, boog rich tot haar voor over en sprak bijna fluisterend; Nog een paar jaar en gij zijt Bonder dak, [Walt gij wachten tot de echuldicischcrs Een speciale correspondent van de „Gak de Liégé', de heer Sander Terkz. is er m geslaagd Donderdag jk den es-Kroonprins van Duitséhiand op een wandeling op v\ le ringen ité treffen en hem meerdere vragen te stellen. Wij laten hier 't onderhond, dat vrijwel het karakter eenefr zelfvordedigirte draagt,vote'en: In do eerste plaats wenschtie de ex-Krpwi- prins van de gelegenheid gebruik te maken om op te komen tegen de heerschende ópvat- titog omtrent zijn schuld aan dén Oorlog. „Ik héb' den oorlel caiet gewiild verklaarde hij veeleer héb ik dikwijls gewenscht dat men 'dioor een min of meer eervollen vrede een eindé aan de vijandelijkheden zou maken. Op de Vraag: „rijt g!Ü in den loep van den oorlog in België geweest?" antwoordde de Kroonpirins; Neen, ik ben er nooit heenge gaan. Ja, toch een keer, vervolgd© hij, om in Brussel over militaire aangelegenheden te oonfereeren met mijn' neef Prins Rupcrcht v. Beiéren. Re zou niet willen, dat men mij iets kon verwijten van de dingen die in dat land gebeurd rijn en ik héb altijd gedacht» dat België diet onder Dmitschlajid zou blijven. Ik weet echter dat het Belgische volk mij haat als de pest, ofschoon ik dat nergens mée ver diend heb. Ik was altijd' aanvoerder Tan een leger in Frankrijk. Ik kon dus niets doon voor België, waar ik nooit een bevel voerde. Vxaaigj Waarom is U naar Holland gegaan? Antwoord: Omdat de nieuwe regeering in (Puitschlamidl mij niet op mijn pest van opper bevelhebber wild© laten en omdat ik er niet aan dacht zonder dien ranfe naar Potsdam terug te gaan. Wellicht had men mij mijne ondenseheidiutesteekenen willen ontnemen, en daartegen zou ik mij, hoe dan ook, hebben verzet. Bovendien wildé ik een conflict tus eehen dé ttroepen, die mij trouw waren geble. ven en de overigen voorkomen. Boe heeft de Nederlandsehe regeerinte zich tegenover U gedragen? „Sehr fiedn". Men heeft mij Wieringen ten verblijf aangewezen, opdat ik geen binder zou hébben van nieuwsgierigheid van het publiek en ook omdat fk dinar veiliger ben en vooral ran mij buiten het bereik van élke póütaeke beweging te houden. De verbinding met Wie- ringen te zeer lastig en uiterst primitief. Hoé omtvangt U dé brieven van Uw familie? Hs mag familiebrieven ontvangen, maar zij worden door de Duiteohé censuur gelezen. Ik héb een keer met mijn vrouw té Potsdam getelefoneerd^, can haar te vragen mij op Wieringen te kranen bezoeken, maar zij heeft geen toestemming kunnen krijgen. Ik heb mijn familieleden sinds 9 November 1918 met weergezien. Hoe deukt U over het optreden in België? Het is Je betreuren dat er omtoélaatbane dingen rijn gedaan jegens de Belgische be volking. Wat de deportaties betreft, ik ge loof, dia we daarmede een gxoote fout héb ben gedaan en bovendien konden zij ons geep enkel werkelijk voordéel brengen. Ik heb mij trouwens destijds nit alle macht tegen dieze ongeoorloofde maatregelen verzet. Het vernielen van fabrieken in België acht ik nog moer te betreuren. Daardoor hebben de Puitschérs zich zooveel haat op den hals ge haald. Mijn tegenstand bleef zonder uit werking, want ik had mij niet met dé Belgi sche kwesties té bemoeien. Wat de kwesties tussohen de Belgische en d© Britecbe regeering betreft, ik ben er zeker vqm dat tussehen béide landen overeenkomsten rijn gesloten. Yan verschillende mijner vrienden, die een bevel voerden in België, heb ik gehoord, dat vele Belgische soldaten, burgerkleeding in hum ransel droegen, die zij aantrokken, als zij zagen dat zij een strijd gingen verliezen. Zij schoten in burjgerkleeding uit. ramen en héldere op onze troepen. Dit had représaille- maatregelen ten teevolgo, waarvan ook ge wone burgers het slachtoffer zijn geworden. Wat mij betreft, in Frankrijk heb ik al bet mogelijke gedaan ©m bet lot de bevolking in mijn district te verzachten. Wat denkt U na den oorlog te doen, en wat zon dé Keizer doen? Ik denk dait de Keizer als particulier per soon naar Duitsehland zal terugkéeren. De omstandigheden kunnen bét echter mogelijk maken dat hij 3n een neutraal land blijft, tri aar ik weet niets van de plannen van mijn vader, daar ik hem. sedert 9 November 1918 niet beb weergeriéjn Ik zelf zou liefst zoo spoedig mogelijk als eenvoudig burger naar Duits eb laad terug keeren en mijn land op een of ander© Wijze diénen, wamt ik ben te jong om mijn verder teven in ledigheid door te ibren|gen. Hoe denkt over da tegenwoordige rejgee- rinig in Duitsehland? He tegenwoordige rogeerimg staat met vast. Helt' is mogelijk dat zij er in slaagt den Spar- itaeuisgroep meester te worden, maar dat is zeer twijfelachtig. Maar wat is die Spartacus- gnoop eigenlijk? Hoogstens een millioen individuen, die m.i. niet ih staat zijn hun wil op te dringen aan de overige millioenen Duiltechei'S. Doch' waaneer de relgeering er niet in zou slagen, is het mogelijk, dat de Entente Duitséhlaud bezet. Hoe denkt U over den toestand in Dudtsch- land Duitsehland zal nooit in staat zijn al zijn schuld en leeningen af te doen en bovendien schadevergoeding te betalen aan Noord- Frankrijk en België en misschien neg aan Engeland. M.i. zon het beter zijn een sterk leger in Duitsehland. te organiscerenj dat te samen mot de Geallieerden de orde w Rus land zou kunnen herstellen, om gezamenlijk de enorme rijkdommen van dat land te exploi- teeren. Rusland, waar thans volkomen anar chie heersoht, zal 73cb nooit uit zich zelf 'kun- neu herstellen, tot een natxe waarmee Europa rekening zal moeten houden» Door er de orde te^hersteiten zou men Rusland de ge legenheid geven te, deolcn in do zegeningen van de cxploatatm zoodat .Rusland tenslotte weer"een riant zou worden die in Europa zou mHtermede was bét onderhoud geëindigd. De Kroonprins nam alseheid, met het verzoek, aau zijn verklaringen niets tée te voegen. stick, schrijft da „N, Tllb, Ot," o.m. het yol- gende: JDé Katholieke pens staat in het wereld verschijnsieft der pers als oen zeer zwakke minderheid tégenover een overweldigen de meerderheid. In de wereldopinie spreekt de Katholieke pers haar woord nauwelijks mede. Haar beste uitingen worden doodgezwegen voor persuittrek sels van Katholieken oorsprong, heeft in hét algemeen Reuter, noéh Wolff noch Havas plaats en tegen de herhaalde anti- Katholieke campagne staat de Katholieke pers vrij machteloos. M; Belang dus eener meer en meer zich ontwikkelende Katholieke pers is van de ernstigste eoort. Wat daarbij ook noodig moge zijn bekwame, geheel onderlegde, wetenschap pelijk gevormde journalisten rijn een eer- fit© vereisohte. En nu geeft het Doorluchtig Neder- landjseh Episcopaat ook hier een bewijs van klaar inzicht in de behoeften van ons volk-door het verzoek aan de R.-K. Leer gangen voer de R. K. Journalistiek. De R. K. Leergangen van hun kant be grijpen blijkbaar hun tijd evenzeer door tomiddelilijk het bisschoppelijk verzoek op te volgen en op zoo practische wijze |e verwezenlijken. De journalisten "maken de courant en hoe hooger het peil der journalisten is, .des té hooger zal de courant Btaan, Het kweeken van een wetenschappelijk onder legden jouxnalistieken beroepsstand zal daartoe een goed middel zijn. Wij weten wel, dat de journalistiek eigenschappen eischt, die bij de geboorte in de wieg worden gelegd, maar wij we ten ook, dat die eigenschappen zonder voldoend© wetenschappelijke vorming maar half tot, haar recht komen» Ook voor de stoffelijke positie der jour nalisten heeft het besluit der R. K. Leer gangen beteekenis. Menschen met opzettelijke opleiding en •wetenschappelijken graad zooals de Leergangen zullen gaan verleenen heb ben recht op hooge waardeering, zich uitend in beter salarieering. Voor de salarisactie, die gaande is en die ook voor den bloed der Katholieke pers van groote beteekenis is. geven dan ook de journalistieke leergangen toekoin- fitigen steun; Mogen hierom vele journalisten weder- keerig die Leergangen steunen, het zal een werk rijn van wel naar twee kanten snijdend, maar alleszins gerechtvaardigd egoisme." de journalistiek en DE B. K- LEERGANGEN. Naar aanleiding Tai) de inrichting aan de R. K. Leergangen to Tilburg van meer bij zonder© lecrga-Tig011 VOOT de E. K. Joumali- BREED.' Men schrijft ons: „Het Volk" ©n met haar de. gebeele roode Pers, wil gaarne afgeven op de eenzijidigihedd onzer Roomsehe voorlichting. Rome moet ook de schaap jee bijeen houden. Nu echter w©er een stek praktijk van „H©t Volk": De Aïitd-Oorlograad belegde eon laatste vergadering, waarop naast Sobaper, ook o.m. Prof. Veraart het woord voerde dó© 't vredes vraagstuk op echit Roomsehe wijz© belichtte. Of het nu aan. de plaaitsruimte lag in „Het Volk" of aam de breed© opvatting ten opricht© van dé voorlichting barer lezers, zeker iis, dat in „Het Volk" een verslag stond dezer ver gadering, waarin de rede vam den heer Scha per breedvoerig was weergegeven en voor de rest niets. 0 ja, er stond» dat ook Prof. .Veraart hét woord had gevoerd. Lev© de ruime opvatting van het rood© hoofdorgaan 1 S c h a' n d 1 ij k! TJit Amsterdam wordt ash de »,N. Ci" gemeld, dat boeren tut de gemeente Nieuw er-A rustel het hebben be staan lu deze dagen van ernstige melk- eebnarsebte, groote hoeveelheden van dit kost bare levensmiddel, waarnaar tallooze rieken smakken, liebbeu vernietigd. Zonder ons VOqr het ocgenbli'k ie verdiepen, schrijft hot blad, in de vraag of er voor de bóeren eenige réden bestaat lot- gebelgdheid over d© getroffen re- getimg, dient dan toch eens duidelijk te wor den 'gezegd, dat wat deze postenide boeren be staan, niet minder is dun een misdaad tegen ons© volksgezondheid. Wij hopen» dat d© ré* geering tegen deze geweldenarij met kracht zal optreden en vragen ons mot verbarinj? af, hoe het mogelijk is, dat niet door politie-toe- z.'cht herhaling der vernieling van levens middelen ie kunnen jonden vóórkomen. Vluchtoord NuUfip ©eb [Men schrijft ons uit Nunspeet: Ka een woord van dankbetuiging aan dé Nedérlandsdhè overlie den, hébben d© vluchtoord-bewoners een date gevrijd aan hun afgestorvene landgeuooten. Zaterdag' 1.1. om 9 uur had onder buitengewo ne belangstelling in de kerk een plechtige lijk- dienst plaats, waaronder een treffende rede van den Z.E. Pater Stanislaus. Spreker doedl natkomen, dat d© vlnöhtelingen wel hunne dierbare dooden mogen beween en, maar dat hunne tranen immer vergezeld moeten blij ven gaan van de hoop, en bet gebed. Te elf nur waren overheden en bevolkir.tg* verzameld op het kerkhof der gemeente Nunspeet On middellijk werd het doek verwijderd vau het monument, dat daar door de zorgen van den beer Regeeringseommissarie is opgericht en uitgevoerd door de leerlingen der ambaehts- scbool van het vluchtoord. In een passen dei, gevoelvolle rede droeg de heer J. L. S im en het monument op als.laatste hulde aan de herinnering dér afgestorvene Belgen. en bood bet dén Burgemeester. Baron Q. W. S. Maekay aan. Deze Laatste beantwoordde de aanspraak van den heer Regeerings-commis- earis, aanvaardde bet monument, dat zoo als het opschrift luidt, eeuwig als getuig© van de gulle gastvrijheid der Nederlandsehe Re geering en de speciale internationale bekend heid door het kileane Nunspeet in dén wereld oorlog verworven. Een bloemenkrans, met de Nederlandsehe linten werd er namens de Nederlandsehe overheden en beambten neergelegd. Ten slotte werd er, nit maam der Belgen, een woord van innigen dank gericht tot de Nc- derlancteche autoriteiten dïoor E. P. Andreas, die zijn laadgenooten aanspoorde, bij hun spoediigen terugkeer naar het vaderland, een vrome herintneu-ing; te bewaren aan bun doo den, alsook aan de hoog gewaardeerde vrij- heidswaarborgende gastvrijheid hier onder vonden. Menig oog werd' vochtig, menige traan van ontroering weTd er gelaten en diep bewogen, verlieten de familieleden der afgestorvenen dit dierbare plekje grond van den doodenak- ker, waarop zij ruim 600 landgeuooten zullen achterlaten, UIT ONZE OOST Groot© brand. Te Bandjermasin zijin 66 huizen, vertegenwoordigend© een waar- do van 279.000 door brand vernield. De hui zen waren verzekerd voor 182.000. Verspreiding van socialis tische pamfletten. De socialisti sche ouderwijzer Coster te Malang is volgens de „Loc." onder politic geleide, op last van den officier van justitie te Soerabaja, derwaarts overgebracht, T dgens verspreiding onder iret garnizoen van S tevlieteehe pamfletten, wel ke iu rijn woning in beslag genomen zijn. Verduistering. Er is een kastekort ontdekt bij het agentschap vau de N.-l. Ham, delfibank te Weltevreden. Bij onderzoek bleek, dat een groot bedrag (voor zoover was na te gaan 40,000) ongedekt ia. De agent der N.-I. Handelsbank, B-, werd gearresteerd. CONGRES VAN RL K. SPOOR- TRAMPERSONEEL. Té .Utrecht had Zondag j.l. het congres plaats voor don Ned. R. K. Bondi van Spoor,- en Tramwegpersoneel „Sfc. Raphaël." De belangstelling voor dit congres was zeer groot, niet slechte was in de groote zaal van den-schouwburg geen plaatsje on bezet en stond zelfs de orkestruimte en het tooneel geheel met luisterenden beze?, doch zejfs was in de jgroote zaal van „St. Jozef een parallelvergadering noodig. Het congres, waarvan wij ten gevolge van de papierrantsoeneering slechts een kort' verslag, kunnen geven, stond onder leidjng van dén algem. bondsvoorzitter, de heer J. Hellemons, te. Boxtel. In rijn openingswoord vond deze gelegenheid te wijzen_ op den groei der katholieke organisatie. Bij het vo rig congres in October j.l. telde de bondi nauwelijks 9000 leden, thans zijn de 10.000 reeds lang gepasseerd. De eerste spreker was de heer H. F. Tink merjnans te Utrecht, die .een historische ècliete gaf van de wijze waarop in Novem ber j.l. de Ned'. Ver. zich niet meer bereid Verklaarde, inzake do loonregeling met „St. Raphaël" samen te werken. Uit die schets DAN WEET MEN GENOEG. Dame: Ik zou wel eraame willen» diat u 't zoo ©enigszins liet doorschemeren, dat u dat ndeuiwpe van mij gehoord hebt. maar zoo bepaald op 'den man aï. moet u hét maar niet zoggen. Heeir Laat ,n dat maar aan mij over» ik zeg alleen miaar: ,,d© boo zo wereld zegt."- en dan weet men genoeg. VERKEERjD BEGREPEN. Iki meende, dat gif mij zeidet. een jong maa te ziin viaU legelmatigo gewoonten, zcid» juf frouw Jams©ra tot haar nieuwen commensaal, die ©enigszins 'yroolijk, zeer laat in den nacht thuis kwam. Dat ben ik ook, juffrouw, zeker» 'dat ben ik ook. Dit iis ér egni' van'. - u uit uwe paleizen verdrijven en onder, het gepeupel werpen? Of misschien huWt gij liever met een rijk geworden woekeraar, tollenaar, of belastingpachter, die door uwe familie in de groote wereld treden wil? Tullia stond ook nu harerzijds op, richtte zich troitfi op en wierp den pr,a»etor den blik yan een vertoornde leeuwin toe. Maar Marcus bleef rustig onder dien blik en bekommerde zich weinig om de vonken van toorn die er uit spatten. Wat u heden als schande, als ongeluk toeschijnt, zult gij morgen met' .vreugde, be groeten, als de dienaar dés gerechts op uw deur klopt, sprak hij verder. Men is zijn afkeer en zijn genegenheid niet meester, als men slaaf zijner gewoonten is. Naar om standigheden drijft het leven met ons rijn spel, ais de wind met dtorre bladeren'. Hij nam Tullia bij den arm en voerde haar langs de zuilenrij. Zoo gingen zij een tijdlang zwijgend naast elkandier. Eindelijk sprak Marcus weder,: Voor uwen toestand bestaat' een* zeer eenvoudig middjel, dat uitkomst geven kan. P.ublius is te Rome teruggekomen, hij heeft u nog altijd lief.... Publius is een zonderling, onderbrak hem; Tullia, hij heeft geheel verouderde denkbeelden. Gij zoudt geen vrouw rijn, indien' gij' niet cenigen tijd de. rol ecnef matrone van den ouden stijl zoud:t kunnen spelen. Gij bezit de gestalte, het voorkomen, de schoon heid en den trots van eene Agrippina.... de rest zal yrouwehjhc list bewerken. Laat in de zaal een paai' spinnewielen en weefstoe len plaatsen; laat' vum'. branden voor, de huisgoden; berg. de Grieksche boeken en de aanstoot gevende schilderijen weg; be dien u in liet gesprek met Publius steeds van de Latij nsehe taal; spreek veel over de glorie van B°ino'.. over de plichten eener vrouw, uit de patriciërs, over de roeping dér echtgeno.ote, moeder en huisvrouw; bezoek de tempels en huichel geloof aan liet ge-, bazel der priesters. Publius munt niet u/t in sluwheid, gebjk dit met vele eoldjaten het geval is. Gij zult hem' zeer licht vangen en ziet gij dezen lompen houwdegen eenmaal aan uw voeten, dan kunt gij hem leiden naar believen. - Het verwondert mij zeer» merkte Tul lia op Marcus recht in de bogen ziende, dat gij die toch als P.ublius' neef recht op zijn nalatenschap hebt, mij dit huwelijk aanraadt ik zou niet zoo dwaas lijn van de millioenen van Publius afstand te doen, in dien ik wist dat zij op mij zouden overgaan. Dus heeft hij u onterfd? Neen, maar hij heeft mij gisteren me degedeeld^ dat hij van .plan was te huwen, en ik zon natuurlijk üever d'an eene an dere aan zijn zijde zien. Met u zoi ik hét gemakkelijk eens worden, als ik mij, in nood mocht bevinden. Is het dat slechts, yro,eg Tullia hem vast in de oogen blikkend, zood(at hij niet uitwijken kon. Welk loon verlangt gij; bör vendien nog voor, uw goeden raad'? Marcus liet een gedwongen lach hooyen. Ik neb mij niet vergist, antwoordde liij verlegen, toen ik zeide dat uwe sluw heid groot was... Ik wilde u een groote gunst verzoeken. Tullia voelde een schok door, He J*flen gaan. Na een korte stilte .voegde hij er niet onzekere stem aan toe: ^Livia, de dochter van Fabius, wilde u gaarne begroeten," Snetl rukte Tullia haren arm dit di n van Marcus Gij verlangt een te zwaar offer yan mij, antwoordde zij' koel. - Ik weet het, uw trots zal er. verschrik kelijk onder lijden, als die yöet der doch ter van dezen geluksjager den drempel' van de Corneliërs betreedt. Ik weet alles zeer goed, wat gij mij zeggen kunt; ik zelf deel uw afschuw 'tegen dit rijkgeworden spits- boeventuig. Maar ondanks dat alLes smeek ik u: ontvang Li via». Ik zie geen anderen uitweg voor mij, lieve Tullia. Gij weet 'het, ik ben geruine.erd, ik kan niet rekenen op groote inkomsten 'uit de wingewesten, zoo ais.' Publius,omdat ik het hooit voor noodig en verstandig gehouden beb, mij wegens zoogenaamde burgerdeugden of andere ver diensten de gunst .van Marcus Avrelius, to, verwerven. Onze voervaderen hébben; zo a gevochten voor Roiiio en in ZÖovele posten fediend, dat ik geloof dat zij genoeg ge-, aap hebben boor den staat, niet alleen yoor hun eigen deel, maar, pok! voor. 'mij. Hooger kan ik niet stijg,én; rnijp praete- yaat loopt ten einde ©n daarpmoé is mijn' senatorenloopbaan gesloten. Alé ik Ltyla» niet huw, zink ik zoo diep» dat ik toet het! gepeupel gelïjk st&4 zx>qa1s zoowelen ysji o^l< zen stand. •Lij waren bij hét yischbekken gekomen. Met saamgeperste lippen, Zag >TuIlia door, den sluier, barer lange wimpers naar "Hé beweeglijke yissohép. Marcus boog zich en drukte een kus o»p haar, hand. Gij moogt mijn verzoek piet afstaan, lieve Tullia, smeekte, bij* Fabius verlangt» voor. rijn millioenen vriendschappelijk ver keer mét onze familie, en bij Publius durf ik met liet verzoek niet voor den dag té komen, dat hij zijn huis voor dezen geluk- zoeker openzet; w&nt antwoord kou ny, mij zwaard of. giftboker reiken. (Wordt vervolgdJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 5