NIEUWE HURL COURANT
'"binnenland
De Ondergang van een
Wereldmacht.
De acht-urige Werkdag.
feuilleton
Een zelfverdediging van den
ex-kroonprins.
PERS ZEGT
ORDE EN ARBEID
VROOLIJK ALLERilE?
m
Woensdag 15 Januari - Tweede Blad
De Novcmber-geibeuxtenisson liggen alweer
®eu lieel eind achter ons. Maar haar nawer
king duurt nog voort,en. terwijl aan den eenen
kant scherp toegeaien wordt en ook dient
te worden, dat de mannen der revolutie zich
niet opnieuw vergissen (men denk© aan de
telkens nieuwe bewijzen van de betrekkingen,
lie David Wijnkoop c.s. mót de bolsabewiki
onderhouden) bemerkt men anderzijds in
onze samenleving een zich bewust worden
van de gewijzigd o verhouding tuseehen kapi
taal en aribeid, dat zich o.a. heel sterk nit
in een krachtig streven naar den verkorten
arbeidsdag onder de werknemers, en een
grootere neiging dan vroeger om hieraan
inede te werken bij de werkgevers.
Deze sterke democrataseerimjg van onze
samenleving als gevolg van den oorlog moet
niet verwonderen» Eerder is het vanzelf
sprekend, dat die kinderen des volks steeds
sterker neiging vertoonen om zelf de beslis
sing over hun lot in handen te nemen en
dan hun levensvoorwaarden zoo gunstig
nogellijk te maken naarmate ze zien tot
in den oorlog met hun levenslot, met hun
leven zelfs gespeeld werd door hen die zelf
aohter de schermen bleven.
Wie van den verkorten arbeidsduur, en
van den acht-uren-dag iets anders lezen wil
dan de zwaarwichtige (misschien meermalen
jenzijdig bekeken en daardoor overdreven)
bezwaren van werkgeverszijde» en de veelal
niet minder eenzijdige beschouwingen dim*
arbeiders leze het artikel, waarin de heer J.
T in het orgaan van den Ned. Uitgeversbond
zijn gedachten over den acht-urendag neer
schrijft.
Het bevat frassohe denkbeelden m een pret-
tigen vorm.
De heer T. schrijft;
„Er was eens een bank te St. Louis, en
zoo ze niet te St.-Louis stond don toch
zeker te Milwaukee of ergens anders,
die bet in baar safe, dat is: in haar hoofd,
kreeg, om 's nachts open te blijven. Ér
ikwamen immers zooveel late treinen bin
nen, en die brachten reizigers, wier zak
geld, benoodfed om nog in «en open-all-
rjtght-restaurant wat te gaan eten of in
dien vroegen morgen al weer zaken te
doen, niet meer toereiken zou. Voor
zulke waakzame personage's behoorde nog
rtegenheid te zijn bun credietbrief aan
bieden of een cheque te verzilveren.
Het gevolg was dat ook andere banken in
Milwaukee of St. Louis, door cocacurren-
tio-noodzaak en eUëntenaandrahg gediwon-
fen, haar loketten des nachts open hiel
en. Een nieuw kwaad, een ander sameni-
levimgs-exoes was geschapen.
Ongetwijfeld zou de wereld pdukkiger
geweest zijn, wanneer de reizigers, het
Qiein-person^iel en die foanibeambten
elkaar om elf nur wel te rusten hadden
Censdit en gewed, wie bet eerste snur-
zou. Werken is middel, geen doel.
Wie bet tot een doel van hun lerven maak
ten, deden daarmede sohade aan bun ziel
en aan die van anderen. De bedrijfsleider,
die dies morgens maar zijn werk jaagt,
geen tijd vindt, om tussoben ochtend en
middag met zijn gezin eau tafel te zitten,
aan bet avondmaal komt, wanneer rij n
kinderen al knorrig van den honger zijn,
's avonds nog even naar de post gaat
kijken, en dan nog juist geestelijken over
vloed genoeg overgehouden beeft om de
Duf huize use Nieuwsbode te spellen, waar
na bij tijdig te bed gaat, omdat zijn stel
regel is om half acht gelaarsd en gespoord
fij<m t ontbijt te komen, di© man verdient
aan zijn graf niet gebuldfedi, maar tot
afsehri kwekkend voorbeeld gesteld te
worden, waarbij de verzwarende omstan
digheid niet magworden vergeten, dat
(hij ook op den Zondagmorgen door zijn
kaïn-toren en werkplaatsen waarde en de
post voiotr den volgenden dag uitzocht.
Bet zijn de waarlijk groote en ruime
geesten niet, die hun. heil uitsluitend in
hun zakeüijfceii arbeid zoeken. Indexdaad
vluchten zij trouwens tn dien arbeid voor
bun e%en leegheid en armoede. Hun werk
zaamheid beteekent gemis aan levens
rijkdom; zij zijn zich nauwelijks bewust
te leven, behalve in de uitoefening van
een of andere conventioneele bezigheid.
Breng ze buiten in de hm, of zet ze op helt
dek van een schip, en ze worden onrustig,
weten niet waar ze met hun. handen moe
iten blijven en snaikken naar hun bureau
of lcantoór. Hun natuur ls toiiet rijk en
edel genoeg voor Jufbeid; als ze hun^ kan
toorstoel niet ondier zich voelen, is de
heelo wijdademende wereld een nihil voor
hen. De kunst van een niets doen, dat
schatten aanbrengt, verstaan ze niet, en
hun werken is slechte een voortdurend
verjagen van de angst voor hun inner
lijke holheid en duisternis."
Zooals men ziet en dèt is misschien het
mooiste van het artikel bespreekt de heer
T, niet den acht-urigen werkdag enkel voor
den arbeider, maar oofk voor den patroon. En
terwijl hiji aan anderen overlaat om den man
van weinig werklust en energie tot aanpak
ken te prikkelen, kant hij zich tegen dongen e,
die niet meer dien arbeid regelt en behéerecht,
doch ér "de slaaf van wordt. Zoo zijm er ook,
of lieven* vooral in patroonsfcrinigen velen1.
En daarom is odk niet enkel voor den werk
man of voor Sjen nun de belangen rijmer1 werk
lieden 'denkenden patroon bestemd, wat de
beer T. verder schrijft;
„Wie de zonneschijn slechts benut beeft
om rijn .arbeid bij te lichten, beeft zijn
roeping als menscb miskend, zijn gezin
te kort gedaan en de innerlijkheid verdord
van hén, die hij in zijn dienst gedwongen
heeft zijn voorbeeld te volgen. En 'hij is
niet eens feéweest. wat hij zich gedacht
heeft: een groot zakenman, want de een
zijdigheid i® nooit groot. Maar erger,
erger voor hem, ofschoon hij 't nooit ge
weten heeft hij zou 't van zijn zakelijk
Standpunt beschouwd, tot een feroot com
mercieel succes hebben gebracht, indien
hij zijn geest te goeder tijd had vérfrischt
aan de vele levensbronnen buiten ztfu
[werk, aan de studie van een aesthetasch of
maatschappelijk, een wetenschappelijk of
.wijisgeerig probleem, aan de toewijding
tot zijn gezin, het doordringen in de die
pere geestesstaat van rijm kinderen of
allernaasteni, de verrukkingen der kunst
of de Weelden der natuur.
De werkman wil meer levensvreugde.
[Hij wil een uurtje niets doen in de zon,
een bed boerebool planten in zijn tuin, bij
Wil stoeien met zijn jongens, en winkels
ikijken met aijen vrouw; het trekt hem meer
en meer te weten, wat er in sommige boe
ken staat en hij voelt wel, dat er boven
de bioscoop nog iets anders is. Hij vraagt
de acht-urige werkdag.
Wie zich tegen élke hervorming verzet,
wordt door dé slechtste overrompeld. Wat
niet te keeren is, moet geleid wérden, en
wie zidh niet wil laten dwingen, dient de
dwang vrijwillig voor te zijn. Hij die
achter de feiten aanloopt, komt altijd te
laat en haalt de gebeurtenissen noch de
tijd ooit weet in.
Het is niét meer de vraag; kan de acht-
nrige werkdag worden verwezenlijkt, én
riillen wij hem aanvaarden! Ér is slechts
een opgave: hoe w© ons aan die onver-
mijdélijk komende dag zullen aanpassen.
Ooik een dling van do mieeet practiechen
aard heeft zijm fcant. waar het niet aan-
gepapikit, maar beschouwd wil worden.
Technisch zal er Voor biet vraatestuk van
'd)e 8-urigo werkdag, dat we zondier rist
gullen hebben op té lossen, raad genoeg
worden geschaft; het kan zijn nut hébben,
,vatn lenigende invloed zijin op die Voor
véle zure, met logeman te verrichten bé-
fwerMng, waarneer beschamend en troost
rijk er aan voorafgaat de beschouwing,
hoe alles gékomen is. zooals hét komen
moest.
Lat rijn kostelijke gedachten, 'die "yex-
etOndiig gelezen en to^epast *-ons allen
voordeel kunnen brengen.
15
[ROMAN UIT HET POOLSCH.
De praetor na,m oplettend liet! verduister-,
de gelaat yan Tullia waar en voer. dan mét
gedempte stem voort
Het is uwe schuld niet, dat gij zonder
een heel legioen van slaven, die u bedriegen
en bestelen, met levert kunt. Ook' is nek
niet uwe schuld, dat gij <j|e gaarde van hét
geld niet kent; uwe opvoeding-is 'geheel
Verkeerd geweest en dat ia met velen hef
geval. Maar de wereld beziet dp zaak niet'
met het oög van een familielid. Gij weet1
het, Rome haat de armoede, veracht hen'
die in nood verkeeren, verafschuwt een ver
sleten kleed. Ik kan li zonder schitterende'
omgeving niet .voorstellen.
De weduwe hoorde oplettend! naar de
woorden des praetors. Haar gladde .voor
hoofd rimpelde zich tot plooien.
Marcus stond op, boog rich tot haar voor
over en sprak bijna fluisterend;
Nog een paar jaar en gij zijt Bonder
dak, [Walt gij wachten tot de echuldicischcrs
Een speciale correspondent van de „Gak
de Liégé', de heer Sander Terkz. is er m
geslaagd Donderdag jk den es-Kroonprins
van Duitséhiand op een wandeling op v\ le
ringen ité treffen en hem meerdere vragen te
stellen.
Wij laten hier 't onderhond, dat vrijwel het
karakter eenefr zelfvordedigirte draagt,vote'en:
In do eerste plaats wenschtie de ex-Krpwi-
prins van de gelegenheid gebruik te maken
om op te komen tegen de heerschende ópvat-
titog omtrent zijn schuld aan dén Oorlog.
„Ik héb' den oorlel caiet gewiild verklaarde
hij veeleer héb ik dikwijls gewenscht dat
men 'dioor een min of meer eervollen vrede
een eindé aan de vijandelijkheden zou maken.
Op de Vraag: „rijt g!Ü in den loep van den
oorlog in België geweest?" antwoordde de
Kroonpirins; Neen, ik ben er nooit heenge
gaan. Ja, toch een keer, vervolgd© hij, om
in Brussel over militaire aangelegenheden te
oonfereeren met mijn' neef Prins Rupcrcht v.
Beiéren. Re zou niet willen, dat men mij iets
kon verwijten van de dingen die in dat land
gebeurd rijn en ik héb altijd gedacht» dat
België diet onder Dmitschlajid zou blijven. Ik
weet echter dat het Belgische volk mij haat
als de pest, ofschoon ik dat nergens mée ver
diend heb. Ik was altijd' aanvoerder Tan een
leger in Frankrijk. Ik kon dus niets doon
voor België, waar ik nooit een bevel voerde.
Vxaaigj Waarom is U naar Holland gegaan?
Antwoord: Omdat de nieuwe regeering in
(Puitschlamidl mij niet op mijn pest van opper
bevelhebber wild© laten en omdat ik er niet
aan dacht zonder dien ranfe naar Potsdam
terug te gaan. Wellicht had men mij mijne
ondenseheidiutesteekenen willen ontnemen, en
daartegen zou ik mij, hoe dan ook, hebben
verzet. Bovendien wildé ik een conflict tus
eehen dé ttroepen, die mij trouw waren geble.
ven en de overigen voorkomen.
Boe heeft de Nederlandsehe regeerinte zich
tegenover U gedragen?
„Sehr fiedn". Men heeft mij Wieringen ten
verblijf aangewezen, opdat ik geen binder zou
hébben van nieuwsgierigheid van het publiek
en ook omdat fk dinar veiliger ben en vooral
ran mij buiten het bereik van élke póütaeke
beweging te houden. De verbinding met Wie-
ringen te zeer lastig en uiterst primitief.
Hoé omtvangt U dé brieven van Uw familie?
Hs mag familiebrieven ontvangen, maar zij
worden door de Duiteohé censuur gelezen. Ik
héb een keer met mijn vrouw té Potsdam
getelefoneerd^, can haar te vragen mij op
Wieringen te kranen bezoeken, maar zij heeft
geen toestemming kunnen krijgen. Ik heb
mijn familieleden sinds 9 November 1918 met
weergezien.
Hoe deukt U over het optreden in België?
Het is Je betreuren dat er omtoélaatbane
dingen rijn gedaan jegens de Belgische be
volking. Wat de deportaties betreft, ik ge
loof, dia we daarmede een gxoote fout héb
ben gedaan en bovendien konden zij ons geep
enkel werkelijk voordéel brengen. Ik heb
mij trouwens destijds nit alle macht tegen
dieze ongeoorloofde maatregelen verzet. Het
vernielen van fabrieken in België acht ik
nog moer te betreuren. Daardoor hebben de
Puitschérs zich zooveel haat op den hals ge
haald. Mijn tegenstand bleef zonder uit
werking, want ik had mij niet met dé Belgi
sche kwesties té bemoeien.
Wat de kwesties tussohen de Belgische en
d© Britecbe regeering betreft, ik ben er zeker
vqm dat tussehen béide landen overeenkomsten
rijn gesloten.
Yan verschillende mijner vrienden, die een
bevel voerden in België, heb ik gehoord, dat
vele Belgische soldaten, burgerkleeding in
hum ransel droegen, die zij aantrokken, als
zij zagen dat zij een strijd gingen verliezen.
Zij schoten in burjgerkleeding uit. ramen en
héldere op onze troepen. Dit had représaille-
maatregelen ten teevolgo, waarvan ook ge
wone burgers het slachtoffer zijn geworden.
Wat mij betreft, in Frankrijk heb ik al bet
mogelijke gedaan ©m bet lot de bevolking in
mijn district te verzachten.
Wat denkt U na den oorlog te doen, en wat
zon dé Keizer doen?
Ik denk dait de Keizer als particulier per
soon naar Duitsehland zal terugkéeren. De
omstandigheden kunnen bét echter mogelijk
maken dat hij 3n een neutraal land blijft,
tri aar ik weet niets van de plannen van mijn
vader, daar ik hem. sedert 9 November 1918
niet beb weergeriéjn Ik zelf zou liefst zoo
spoedig mogelijk als eenvoudig burger naar
Duits eb laad terug keeren en mijn land op
een of ander© Wijze diénen, wamt ik ben te
jong om mijn verder teven in ledigheid door
te ibren|gen.
Hoe denkt over da tegenwoordige rejgee-
rinig in Duitsehland?
He tegenwoordige rogeerimg staat met vast.
Helt' is mogelijk dat zij er in slaagt den Spar-
itaeuisgroep meester te worden, maar dat is
zeer twijfelachtig. Maar wat is die Spartacus-
gnoop eigenlijk? Hoogstens een millioen
individuen, die m.i. niet ih staat zijn hun wil
op te dringen aan de overige millioenen
Duiltechei'S. Doch' waaneer de relgeering er
niet in zou slagen, is het mogelijk, dat de
Entente Duitséhlaud bezet.
Hoe denkt U over den toestand in Dudtsch-
land
Duitsehland zal nooit in staat zijn al zijn
schuld en leeningen af te doen en bovendien
schadevergoeding te betalen aan Noord-
Frankrijk en België en misschien neg aan
Engeland. M.i. zon het beter zijn een sterk
leger in Duitsehland. te organiscerenj dat te
samen mot de Geallieerden de orde w Rus
land zou kunnen herstellen, om gezamenlijk
de enorme rijkdommen van dat land te exploi-
teeren. Rusland, waar thans volkomen anar
chie heersoht, zal 73cb nooit uit zich zelf 'kun-
neu herstellen, tot een natxe waarmee Europa
rekening zal moeten houden» Door er de
orde te^hersteiten zou men Rusland de ge
legenheid geven te, deolcn in do zegeningen
van de cxploatatm zoodat .Rusland tenslotte
weer"een riant zou worden die in Europa zou
mHtermede was bét onderhoud geëindigd. De
Kroonprins nam alseheid, met het verzoek,
aau zijn verklaringen niets tée te voegen.
stick, schrijft da „N, Tllb, Ot," o.m. het yol-
gende:
JDé Katholieke pens staat in het wereld
verschijnsieft der pers als oen zeer zwakke
minderheid tégenover een overweldigen
de meerderheid. In de wereldopinie
spreekt de Katholieke pers haar woord
nauwelijks mede. Haar beste uitingen
worden doodgezwegen voor persuittrek
sels van Katholieken oorsprong, heeft
in hét algemeen Reuter, noéh Wolff noch
Havas plaats en tegen de herhaalde anti-
Katholieke campagne staat de Katholieke
pers vrij machteloos.
M; Belang dus eener meer en meer zich
ontwikkelende Katholieke pers is van de
ernstigste eoort.
Wat daarbij ook noodig moge zijn
bekwame, geheel onderlegde, wetenschap
pelijk gevormde journalisten rijn een eer-
fit© vereisohte.
En nu geeft het Doorluchtig Neder-
landjseh Episcopaat ook hier een bewijs
van klaar inzicht in de behoeften van ons
volk-door het verzoek aan de R.-K. Leer
gangen voer de R. K. Journalistiek.
De R. K. Leergangen van hun kant be
grijpen blijkbaar hun tijd evenzeer door
tomiddelilijk het bisschoppelijk verzoek
op te volgen en op zoo practische wijze
|e verwezenlijken.
De journalisten "maken de courant en
hoe hooger het peil der journalisten is,
.des té hooger zal de courant Btaan, Het
kweeken van een wetenschappelijk onder
legden jouxnalistieken beroepsstand zal
daartoe een goed middel zijn.
Wij weten wel, dat de journalistiek
eigenschappen eischt, die bij de geboorte
in de wieg worden gelegd, maar wij we
ten ook, dat die eigenschappen zonder
voldoend© wetenschappelijke vorming
maar half tot, haar recht komen»
Ook voor de stoffelijke positie der jour
nalisten heeft het besluit der R. K. Leer
gangen beteekenis.
Menschen met opzettelijke opleiding en
•wetenschappelijken graad zooals de
Leergangen zullen gaan verleenen heb
ben recht op hooge waardeering, zich
uitend in beter salarieering.
Voor de salarisactie, die gaande is en
die ook voor den bloed der Katholieke
pers van groote beteekenis is. geven dan
ook de journalistieke leergangen toekoin-
fitigen steun;
Mogen hierom vele journalisten weder-
keerig die Leergangen steunen, het zal
een werk rijn van wel naar twee kanten
snijdend, maar alleszins gerechtvaardigd
egoisme."
de journalistiek en DE
B. K- LEERGANGEN.
Naar aanleiding Tai) de inrichting aan de
R. K. Leergangen to Tilburg van meer bij
zonder© lecrga-Tig011 VOOT de E. K. Joumali-
BREED.'
Men schrijft ons:
„Het Volk" ©n met haar de. gebeele roode
Pers, wil gaarne afgeven op de eenzijidigihedd
onzer Roomsehe voorlichting. Rome moet
ook de schaap jee bijeen houden.
Nu echter w©er een stek praktijk van „H©t
Volk":
De Aïitd-Oorlograad belegde eon laatste
vergadering, waarop naast Sobaper, ook o.m.
Prof. Veraart het woord voerde dó© 't vredes
vraagstuk op echit Roomsehe wijz© belichtte.
Of het nu aan. de plaaitsruimte lag in „Het
Volk" of aam de breed© opvatting ten opricht©
van dé voorlichting barer lezers, zeker iis, dat
in „Het Volk" een verslag stond dezer ver
gadering, waarin de rede vam den heer Scha
per breedvoerig was weergegeven en voor de
rest niets.
0 ja, er stond» dat ook Prof. .Veraart hét
woord had gevoerd.
Lev© de ruime opvatting van het rood©
hoofdorgaan 1
S c h a' n d 1 ij k! TJit Amsterdam wordt
ash de »,N. Ci" gemeld, dat boeren tut de
gemeente Nieuw er-A rustel het hebben be
staan lu deze dagen van ernstige melk-
eebnarsebte, groote hoeveelheden van dit kost
bare levensmiddel, waarnaar tallooze rieken
smakken, liebbeu vernietigd. Zonder ons VOqr
het ocgenbli'k ie verdiepen, schrijft hot blad,
in de vraag of er voor de bóeren eenige réden
bestaat lot- gebelgdheid over d© getroffen re-
getimg, dient dan toch eens duidelijk te wor
den 'gezegd, dat wat deze postenide boeren be
staan, niet minder is dun een misdaad tegen
ons© volksgezondheid. Wij hopen» dat d© ré*
geering tegen deze geweldenarij met kracht
zal optreden en vragen ons mot verbarinj? af,
hoe het mogelijk is, dat niet door politie-toe-
z.'cht herhaling der vernieling van levens
middelen ie kunnen jonden vóórkomen.
Vluchtoord NuUfip ©eb [Men
schrijft ons uit Nunspeet: Ka een woord van
dankbetuiging aan dé Nedérlandsdhè overlie
den, hébben d© vluchtoord-bewoners een date
gevrijd aan hun afgestorvene landgeuooten.
Zaterdag' 1.1. om 9 uur had onder buitengewo
ne belangstelling in de kerk een plechtige lijk-
dienst plaats, waaronder een treffende rede
van den Z.E. Pater Stanislaus. Spreker doedl
natkomen, dat d© vlnöhtelingen wel hunne
dierbare dooden mogen beween en, maar dat
hunne tranen immer vergezeld moeten blij
ven gaan van de hoop, en bet gebed. Te elf
nur waren overheden en bevolkir.tg* verzameld
op het kerkhof der gemeente Nunspeet On
middellijk werd het doek verwijderd vau het
monument, dat daar door de zorgen van den
beer Regeeringseommissarie is opgericht en
uitgevoerd door de leerlingen der ambaehts-
scbool van het vluchtoord. In een passen dei,
gevoelvolle rede droeg de heer J. L. S im en
het monument op als.laatste hulde aan de
herinnering dér afgestorvene Belgen. en
bood bet dén Burgemeester. Baron Q. W. S.
Maekay aan. Deze Laatste beantwoordde de
aanspraak van den heer Regeerings-commis-
earis, aanvaardde bet monument, dat zoo
als het opschrift luidt, eeuwig als getuig© van
de gulle gastvrijheid der Nederlandsehe Re
geering en de speciale internationale bekend
heid door het kileane Nunspeet in dén wereld
oorlog verworven.
Een bloemenkrans, met de Nederlandsehe
linten werd er namens de Nederlandsehe
overheden en beambten neergelegd.
Ten slotte werd er, nit maam der Belgen, een
woord van innigen dank gericht tot de Nc-
derlancteche autoriteiten dïoor E. P. Andreas,
die zijn laadgenooten aanspoorde, bij hun
spoediigen terugkeer naar het vaderland, een
vrome herintneu-ing; te bewaren aan bun doo
den, alsook aan de hoog gewaardeerde vrij-
heidswaarborgende gastvrijheid hier onder
vonden.
Menig oog werd' vochtig, menige traan van
ontroering weTd er gelaten en diep bewogen,
verlieten de familieleden der afgestorvenen
dit dierbare plekje grond van den doodenak-
ker, waarop zij ruim 600 landgeuooten zullen
achterlaten,
UIT ONZE OOST
Groot© brand. Te Bandjermasin
zijin 66 huizen, vertegenwoordigend© een waar-
do van 279.000 door brand vernield. De hui
zen waren verzekerd voor 182.000.
Verspreiding van socialis
tische pamfletten. De socialisti
sche ouderwijzer Coster te Malang is volgens
de „Loc." onder politic geleide, op last van den
officier van justitie te Soerabaja, derwaarts
overgebracht, T dgens verspreiding onder iret
garnizoen van S tevlieteehe pamfletten, wel
ke iu rijn woning in beslag genomen zijn.
Verduistering. Er is een kastekort
ontdekt bij het agentschap vau de N.-l. Ham,
delfibank te Weltevreden. Bij onderzoek bleek,
dat een groot bedrag (voor zoover was na te
gaan 40,000) ongedekt ia. De agent der N.-I.
Handelsbank, B-, werd gearresteerd.
CONGRES VAN RL K. SPOOR-
TRAMPERSONEEL.
Té .Utrecht had Zondag j.l. het congres
plaats voor don Ned. R. K. Bondi van Spoor,-
en Tramwegpersoneel „Sfc. Raphaël."
De belangstelling voor dit congres was
zeer groot, niet slechte was in de groote
zaal van den-schouwburg geen plaatsje on
bezet en stond zelfs de orkestruimte en het
tooneel geheel met luisterenden beze?, doch
zejfs was in de jgroote zaal van „St. Jozef
een parallelvergadering noodig.
Het congres, waarvan wij ten gevolge van
de papierrantsoeneering slechts een kort'
verslag, kunnen geven, stond onder leidjng
van dén algem. bondsvoorzitter, de heer J.
Hellemons, te. Boxtel. In rijn openingswoord
vond deze gelegenheid te wijzen_ op den
groei der katholieke organisatie. Bij het vo
rig congres in October j.l. telde de bondi
nauwelijks 9000 leden, thans zijn de 10.000
reeds lang gepasseerd.
De eerste spreker was de heer H. F. Tink
merjnans te Utrecht, die .een historische
ècliete gaf van de wijze waarop in Novem
ber j.l. de Ned'. Ver. zich niet meer bereid
Verklaarde, inzake do loonregeling met „St.
Raphaël" samen te werken. Uit die schets
DAN WEET MEN GENOEG.
Dame: Ik zou wel eraame willen» diat u 't
zoo ©enigszins liet doorschemeren, dat u dat
ndeuiwpe van mij gehoord hebt. maar zoo
bepaald op 'den man aï. moet u hét maar niet
zoggen.
Heeir Laat ,n dat maar aan mij over» ik zeg
alleen miaar: ,,d© boo zo wereld zegt."- en dan
weet men genoeg.
VERKEERjD BEGREPEN.
Iki meende, dat gif mij zeidet. een jong maa
te ziin viaU legelmatigo gewoonten, zcid» juf
frouw Jams©ra tot haar nieuwen commensaal,
die ©enigszins 'yroolijk, zeer laat in den nacht
thuis kwam.
Dat ben ik ook, juffrouw, zeker» 'dat ben ik
ook. Dit iis ér egni' van'. -
u uit uwe paleizen verdrijven en onder, het
gepeupel werpen? Of misschien huWt gij
liever met een rijk geworden woekeraar,
tollenaar, of belastingpachter, die door uwe
familie in de groote wereld treden wil?
Tullia stond ook nu harerzijds op, richtte
zich troitfi op en wierp den pr,a»etor den blik
yan een vertoornde leeuwin toe.
Maar Marcus bleef rustig onder dien blik
en bekommerde zich weinig om de vonken
van toorn die er uit spatten.
Wat u heden als schande, als ongeluk
toeschijnt, zult gij morgen met' .vreugde, be
groeten, als de dienaar dés gerechts op uw
deur klopt, sprak hij verder. Men is zijn
afkeer en zijn genegenheid niet meester,
als men slaaf zijner gewoonten is. Naar om
standigheden drijft het leven met ons rijn
spel, ais de wind met dtorre bladeren'.
Hij nam Tullia bij den arm en voerde
haar langs de zuilenrij. Zoo gingen zij een
tijdlang zwijgend naast elkandier. Eindelijk
sprak Marcus weder,:
Voor uwen toestand bestaat' een* zeer
eenvoudig middjel, dat uitkomst geven kan.
P.ublius is te Rome teruggekomen, hij heeft
u nog altijd lief....
Publius is een zonderling, onderbrak
hem; Tullia, hij heeft geheel verouderde
denkbeelden.
Gij zoudt geen vrouw rijn, indien' gij'
niet cenigen tijd de. rol ecnef matrone van
den ouden stijl zoud:t kunnen spelen. Gij
bezit de gestalte, het voorkomen, de schoon
heid en den trots van eene Agrippina.... de
rest zal yrouwehjhc list bewerken. Laat in
de zaal een paai' spinnewielen en weefstoe
len plaatsen; laat' vum'. branden voor, de
huisgoden; berg. de Grieksche boeken en
de aanstoot gevende schilderijen weg; be
dien u in liet gesprek met Publius steeds
van de Latij nsehe taal; spreek veel over
de glorie van B°ino'.. over de plichten eener
vrouw, uit de patriciërs, over de roeping dér
echtgeno.ote, moeder en huisvrouw; bezoek
de tempels en huichel geloof aan liet ge-,
bazel der priesters. Publius munt niet u/t
in sluwheid, gebjk dit met vele eoldjaten het
geval is. Gij zult hem' zeer licht vangen en
ziet gij dezen lompen houwdegen eenmaal
aan uw voeten, dan kunt gij hem leiden naar
believen. -
Het verwondert mij zeer» merkte Tul
lia op Marcus recht in de bogen ziende,
dat gij die toch als P.ublius' neef recht op
zijn nalatenschap hebt, mij dit huwelijk
aanraadt
ik zou niet zoo dwaas lijn van de
millioenen van Publius afstand te doen, in
dien ik wist dat zij op mij zouden overgaan.
Dus heeft hij u onterfd?
Neen, maar hij heeft mij gisteren me
degedeeld^ dat hij van .plan was te huwen,
en ik zon natuurlijk üever d'an eene an
dere aan zijn zijde zien. Met u zoi ik hét
gemakkelijk eens worden, als ik mij, in nood
mocht bevinden.
Is het dat slechts, yro,eg Tullia hem
vast in de oogen blikkend, zood(at hij niet
uitwijken kon. Welk loon verlangt gij; bör
vendien nog voor, uw goeden raad'?
Marcus liet een gedwongen lach hooyen.
Ik neb mij niet vergist, antwoordde
liij verlegen, toen ik zeide dat uwe sluw
heid groot was... Ik wilde u een groote
gunst verzoeken.
Tullia voelde een schok door, He J*flen
gaan.
Na een korte stilte .voegde hij er niet
onzekere stem aan toe: ^Livia, de dochter
van Fabius, wilde u gaarne begroeten,"
Snetl rukte Tullia haren arm dit di n van
Marcus
Gij verlangt een te zwaar offer yan
mij, antwoordde zij' koel. -
Ik weet het, uw trots zal er. verschrik
kelijk onder lijden, als die yöet der doch
ter van dezen geluksjager den drempel' van
de Corneliërs betreedt. Ik weet alles zeer
goed, wat gij mij zeggen kunt; ik zelf deel
uw afschuw 'tegen dit rijkgeworden spits-
boeventuig. Maar ondanks dat alLes smeek
ik u: ontvang Li via». Ik zie geen anderen
uitweg voor mij, lieve Tullia. Gij weet 'het,
ik ben geruine.erd, ik kan niet rekenen op
groote inkomsten 'uit de wingewesten, zoo ais.'
Publius,omdat ik het hooit voor noodig
en verstandig gehouden beb, mij wegens
zoogenaamde burgerdeugden of andere ver
diensten de gunst .van Marcus Avrelius, to,
verwerven. Onze voervaderen hébben; zo a
gevochten voor Roiiio en in ZÖovele posten
fediend, dat ik geloof dat zij genoeg ge-,
aap hebben boor den staat, niet alleen
yoor hun eigen deel, maar, pok! voor. 'mij.
Hooger kan ik niet stijg,én; rnijp praete-
yaat loopt ten einde ©n daarpmoé is mijn'
senatorenloopbaan gesloten. Alé ik Ltyla»
niet huw, zink ik zoo diep» dat ik toet het!
gepeupel gelïjk st&4 zx>qa1s zoowelen ysji o^l<
zen stand.
•Lij waren bij hét yischbekken gekomen.
Met saamgeperste lippen, Zag >TuIlia door,
den sluier, barer lange wimpers naar "Hé
beweeglijke yissohép. Marcus boog zich en
drukte een kus o»p haar, hand.
Gij moogt mijn verzoek piet afstaan,
lieve Tullia, smeekte, bij* Fabius verlangt»
voor. rijn millioenen vriendschappelijk ver
keer mét onze familie, en bij Publius durf
ik met liet verzoek niet voor den dag té
komen, dat hij zijn huis voor dezen geluk-
zoeker openzet; w&nt antwoord kou ny,
mij zwaard of. giftboker reiken.
(Wordt vervolgdJ