NIEUWE IIMU. tOUW
r fëuTllëto n
TInnenunF
Ondergang van een
Wereldmacht.
in en om Haarlem
WAT DE PERS zegt
'VROOLIJK ALLERCE?
Donderdag 16 Januari - Tweede Blad
EENHEID TEGEN DE REVOLUTIE.
VERKEER EN POSTERIJEN
WIE ZIJN DE SCHULDIGEN?
Nog een paar scheutjes olie in de anar
chistische hel, die nu boven Europa laait,
en de wereldmacht is in handen van dieven
en moordenaars I
Vermakelijk is de domme verbazing waar
mede de eerzame „bourgeois" van dit gru
welijk gebeuren kennis neemt en, wanneer
straks de revolutie brandt in 2djn eigen
huis, zucht: hoe is het mogelijk?
Wat deed hij echter om d,c voort woe
kering van het kwaad te stuiten? Dient hij
de hand niet in eigen boezem te steken en
zich mede-schuldig te verklaten aan het ge
lukken van den misdadigen opzet?
Wanneer jongens een nest horzels met;
een stok omwoelen en gij laat toe dat dit
in uw bijzijn gebeurt, dan moet gij u niet
verbazen zelf door een der dieren te wor
den gestoken.
En toch: zoo doen zelfs de heeren, die,
bij een mogelijk gelukken van de revolutie,
het eerst aan de beurt zouden komen voor
afrekening met de geweldenaars.
Zeer juist wees president Wilson er op
in zijn boodschap aan het congres om de
aanneming van het hondérd millioenen ere
miet te bevorderen, dat afwering van den
hongersnood het beste, het eenige middel
is om het voortwoekerend kwaad van het
Bolsjewiswe in te dammen.
Doch klinkt zoo iets niet naief nadat'
vier jaren lang het oorlogsmonster over
het'oude Europa is losgelaten? Nadat met
alle verfijnde middelen der wetenschap ge
tracht is den honger te brengen, niet alleen
in het oorlogvoerende Europa, maar ook
in de niet strijdende landen?
Inderdaad is er èen Hercules noodigem
den ontketenden revolutiedraak weer aan
banden te leggen. Wij hopen dat het ge
lukken zal, doch welk een ontzaglijke schuld
laden degenen op zich die het .beest los
lieten, het ophitsten en aanvuurden, wan
neer zij straks niet meer in staat zouden zijn
het ondier te temmen.
In Haarlem gaat het niet beter toe.
Met groote machtsontplooiing en vertoon
van kracht zijn wij er in November in ge
slaagd het revolutiebeest te bedwingen, doch
het neerslaan van dien draak is geen sport.
Beter is het zelfs het zaad niet tot ont
kieming te laten komen.
In dit licht gezien komt ons het gedrag
van velen onzer medeburgers onbegrijpelijk
voor.
De ontevredenheid, die tot de revolutie
voert, wordt bijna methodisch aangekweekt
en in de hand gewerkt; met haast kindter-
lij ke zorgeloosheid laat men zich voor den
rovolutionnairen zegewagen spannen.
Wij noemen enkele feiten.
Vanuit Haarlem gaat nu weer de stoot
tot oprichting van een „landelijk comité van
actie van oud-verlofgangers."
Over het doel, dat dit comité zich stelt,
(vergoeding! voor hen, die reedp vroeger
met klein, verlof gingen) willen wij het
lüet hebben. Daartegen gaat ons verzet niet.
Maar wel hebben wij bezwaar tegen den
yorm, waarin die actie gevoerd wordjt
Begrijpen dan de katholieken, die in dat
comité zitting hebben en den eersten oproep
zelfs onderteekonden; begrijpen dje onnoo-
zele katholieken nog niet dat zij misbruikt
worden om socialistische en revolutionaire
samenzweringen te smeden?
Zijn zij dan nog niet wijzer geworden,
na de ervaring opgedaan met den Bond
van Landweerplichtigen?
Dezelfde heeren, die daarvan de groote
woordvoerders waren, spelen ook hier weer
de eerste viool en het slot was dat dp Bond,
onder ach en weegeroep van de katholieken
die er in waren, geheel in socialistisch vaar
water kwam.
Wij beginnen te denken aan een misdadi
gen opzet van die heeren om met zoet ge-
.1 lit op die manier katholieken voor socia
listische propaganda te spannen.
Hebben de katholieken Zond-g j.ï. op die
vergadering in Schoten dan niet gemerkt d»at
de leiding feitelijk in handen der vrijen, d.
w. z. der revolutionairen was? Voelden zij
dan niet dat zij straks „de straat zullen
worden opgestuurd" om te betoogen voor....
de revolutie 1
Onze katholieke mannen behoor en in dat ge-
eelschau niet tehuis.
Willen zij oen rechtvaardig© aotée voeren,
dan belet nieta hun dat te doen in een katho
lieke vereenigimg. Dat is hun plicht na den
dwingenden oproep van het doorluchtig Episco
paat om zich in R.-K. organisaties te vereeni-
gen. Wat belet hun zich te wenden b.v. tot hot
R.-K. Vakbureau met verzoek zulk een zaak in
haaiden te nemén? Beter dan al dat plaatselijk
gepeuter, is de zaak dan meteen landelijk.
ROHtiVN UIT HET POOLSCH.
16
J?6?4 uwe vrouw 1) daarvan,
Vroeg W r het hoofd op te lichten.
Lucü^umctiiia fa reedg het huis
haars vaders ™"8gekeGr&. Daar zij inzag
dat armoe 70n(]ol, ring- haar wachten,
bewilligde ZJ eenigen tegenstand] 'in
de scheiding- ra Den vrij.
zwegen Daarop nam
Tuliia weder het woord.
Is er dan m Romegeen vermogend
jong meisje of weduwe, die den naam van
een Quinctilier waaraig is?
Zeker, daar zijn er vele, maar wie
zou haar lot willen joeverti ouwen aan 'de_
vroolijken praetor, zooals men mij in de
stad noemt? Slechts de dochter van een
belastingpachter is door den purperzoom
zoo verblind, dat zij niet den drager daar
onder ziet. Overigens, beste Tuliia, als wij
ons hielden aan do vooroordcelcn onzer va
deren, dan hadden wij heden ten dage geen
groote keuze meer. Patriciërs met ,voorva-
Dat OB2© R.-K. mannen zich echter .wachten
voor wolven in scliaapsikleederen-
Dat is één fedt.
E>r is nog meer.
Voor da vergadering der revolutionairen»
waar de heeren Wijnkoop en de Visser gisteren
avond hun opruierstaaltje uitbraakten, was af
gestaan niets meer of minder dan.die groot©
zaal dier Sooi©teit „Vereeniging." een aoaieteit-
nota ben© waarvan tal van katholieken lid zijn.
De heer Dr. Timmer, voorzatter der sociëteit»
verzekerde ons onlangs eens» diat hii de sociëteit
beschouwt als één groot gezin, waarvan hij de
vader en de leden de kinderen» zijn.
Wii kunnen ons daarom zoo goed voorstellen
dat de heer Timmer, als vader van dat gezin»
de heeren revolutionairen, die om een verga
derzaal in zijn huis kwamen vragen, met een
allerinnemendst gelaat tegemoet trad en tot
hen zei de:
»,Komt binnen heeren Bolsjewiiki, ik zal u ae
mooiste en grootste zaal van mum huis, tev ens
de mooiste en grootste zaal onzer stad geven,
waar u rustig kunt vergaderen; ik zal de
kachel laten aanmaken en om u niet te storen
nóch ik, nóch een der leden van miiin gezin
zullen bii uw beraadslagingen tegenwoordig
zijn. U kunt dan rustig overleggen op welk©
vlugste en amusantste wijze u mii en mün kinde-
ï'en (wii komen er immers „bougeois" als
wii zijn voor in aanmerking?) aan de hoogste
boomen van den sociëteitstuin zult opknoopen,
wanneer uw revolutie er eenmaal is."
Is het geen dwaasheid, dat deze viianden
van elke geordende maatschappij en van elk
fatsoenlijk mensch, op deze wiize worden tege
moet gekomen: dat men in zün eigen huis laat
beslissen dat men zelf oen kogel verdient-
Het liikt on9 djwaas te vragen dat de katho
lieke leden zullen protesteeren tegen het afstaan
der zaal, want ook de protestantsche en ook de
liberale leden hebben reden verontwaardigd te
zijn dat in de groote zaal der sociëteit „Ver-
eeniging" een vergadering van Bolsjewiki is
gehouden
Nog meer.
In naam dor hooggeroemde vrijheid van het
woord en der neutraliteit stellen onze Haarlem-
sehe collega's de kolommen hunner „neutrale"
organen open om het gif dat door de heeren
op die vergaderingen en bii alle mogelii ke gele
genheden wordt uitgespu wd, netjes op te nemen
en verder te brengen. Dat is verdraagzaamheid
en zü slikken op den koop toe» dat zij door de
heeren op die vergaderingen tot op het hemd
worden uitgekleed: dat rondweg wordt aanbe
volen die „prullen" niet meer te lezen.
Als dankbare wederdienst staat den volgen
den avond een welverzorgd gekuischt verslag
van het gesprokene in het blad.
Gold het een andere zaak, men zou zulk een
slavenwerk, kruiperij noemen. Maar het aandetli
dat èu zaalverhuurder en persorganen, in het
voorbereiden dier revolutie, hebben is onbere
kenbaar en straks vallen er dooden en gewonden
om de aldus gekweekte revolutie te bezweren.
Ter bestrijding van de onmaatschappelijke
denkbeelden dier heeren leest men in die bladen
niets. Zü laten dat liever aan niet-neutrale
organen over.
Stelselmatig en onverantwoordelijk wordt de
ontevredenheid aangewakkerd.
Wij lazen dezer dagen bet verslag van een
nquête over woujngtoest ander in een der bladen
en kwamen daarbij b.v. tot de ervaring, dat
geïnterviewd was een huisgezin, diat door alle
Haarlemsche huiseigenaars geboycot wordt,
omdiait het honderóen guldens huur schuld heeft
hij verschillende verhuur dare, thans in een
noodwoning der gemeente leeft, en ook daax
reeds ruim 60 huurschuld heeft (alhoewel d©
verdiensten ruim zün), omdat het redeneert
geen huur te moeten betalen, wijl de gemeen
schap voor huisvesting moet zorgen.
Met angstvallige nauwkeurigheid werden in
dat interview nochtans alle gemotiveerde en
ongemotiveerde klachten en nonsens, alle (riie-
ven en gnief jes van de bewoners vastgelegd en
den (w. o. ook onontwikkelden) lezers te slik
ken gegeven.
Is dit kweeken van revolutionairen?
Wie draagt de schuld, wanneer de revolutie-
bacil om zich heen blijkt te grijpen als de
Spaansche Griep?
Mocht men toch, ook in Haarlem, eens over
tuigd raken, dat het beter is de revolutie te
breken met andere middelen dan met mitrail
leurs eu vlam men werper s
Men vergete toch niet dat revolutionairen de
vijanden zijn onzer samenleving, ónze viianden
met wie te schipperen, heulen is met den
vijand.
Ook de „Nieuwe Crt." verhoek hare be
zorgdheid over - die naaste toekomst niet.
„Het blijft af te wachten schrijft het
Haagsche orgaan of het revolutionnaare
offensief zich het eerst in een aanval op
regeeringsgebouwen, op vitale bedrijven of
op in economisch opzicht belangrijke pun
ten zal openbaren, dan wel zich meer ge
leidelijk zal ontwikkelen uit tijdelijke voed-
selschaarschte, uit sitakingen, of uit andere
bbmb—f mn
deren als de onze zijn er tegenwoordig te
Rome in zoo gering aantal, dat zij in den
vloed der rijk geworden vrijgelatenen spoor
loos verdwijnen. Zelfs de Antoniërs 2), dde
thans den heerscherszetel innemen, kunnen
hun stamboom niet opvoeren tot de konin
gen van Alba, zooals wijeen groot deel
der tegenwoordige senatoren stamt af van
plebejers en vrijgelatenen, hoewel Griek-
sche heraldici voor hen voorvaderen ond,er
de goden weten op te duiken. De patri
cische geslachten zijn, zooals u bekend is,
bijna geheel en al uitgestorven of ten minste
aan het kwijnen. Niet slechts door de por-
logen, maar ook door de vogelvrijverkla
ringen en wraakoefeningen van Caligula,
Nero en Domitianus ziju ze .van het levens-
tooneel weggerukt; de overgeblevenen zijn
in nood en ellende ten gronde gegaan. Er
zijn nog zoo weinigen van ons overgeble
ven, dat men ze .allen in één huis zou kun
nen bergen. Onverstandig zou het dus zijn
in dezen engen kring zich als een rups in
te spinnen. De tegenwoordige purperdra
gers, de consuls,, censors, praetors, aediilen
en tribunen zij zijn allen homines novi,
nieuwe menschen, zooals zelfs de plebejers
hen noemen, hunne traditie reikt niet ver
der dan tot het derde of vierde geslacht.
Tegenstand onzerzijds ware nutteloos. Een
nieuwe tijdgeest baant over ons zijn weg,
als over lijken, als wij; onze levenssappe^
economische verwarring, maar zeker is het,
dat er meer waarschijnlijkheid is vóór den
aanval dan daartegen,"
Het blad dringt aan op scherpe controle
op de vreemdelingen, op waakzaamheid» te
gen gevaarlijke elementen en op eenheid in
de voorbereiding van het verweer.
Over die eenheid laat de „N. Crt." zich alis
volgt uit:
„De eenheid, die wij1 bedpelen, kan ner
gens anders liggen dan' in het' ministerie
van Binnenlandschè Zaken, wellicht ter
zake bijgestaan door een daarvoor ge
vormd, niet te groot, college. Voorberei
ding, toezicht en verweer moeten daar
geconcentreerd worden en' diaar behoort
de beschikking te zijn over de krachten,
welke men voor al die bemoeiingen zal
behoeven. Wordt aldus gehandeld, dan zal
men de toekomst met meer gerustheid
kunnen .tegemoetgaan dan bij de ver
brokkeling, die nu heerscht.
Wat omwenteling beteekent, dat' lezen
wij tweemaal per dag in de courant: ont-
eering v,an de nationale gemeenschap,
dwingelandij, geweld), vernieling, gebrek,
ellende en dood,; kortom rampen, die. in
geen generatie zijn gloed te maken.
Waarlijk, wij vragen ons af, of er één
onderwerp is, dat meer onmiddellijk de
aandacht der Regeering vraagt 'dan de
afwering der catastrophe, die thans in
Europa bezig is groote volken te gronde
te richten."
De voorloop i g e vredescon
ferentie. Het NederJandsche Comité
van Vrouwen voer Duurzamen Vrede, zond
een telegram bij de opening van de voor-
loopige vredesconferentie te Parijs, waarvan
de vertalinigf aldus luidt:
„Het Nederh Comité van Vrouwen voor
Duurzamen vrede, zendt een welkomstgroet
aan de voorloopijje vredesconferentie te
Parijs, en drukt zijn vaste overtuiging uit,
dat de besprekingen zullen ledden tot een
rechtvaardigen en duurzamen vrede, waar-
dooi* alle naties zullen geraken tot den bloei,
welke zoo noodig is voor het heil der mcnsch-
heidV
Het Tweede Kame r-g e b o n w
Tijdens bet jongste reces zijn in het Tweede
Kamer-gebouw eenige veranderingen aange
bracht Zoo zijn in de nissen achter dc voor-
zitterstafel de banken weggenomen en zijn
een tweetal tafels met stoelen in stijl er voor
in de plaats gebracht voor de hoofdambtena
ren, die de ministers bij zuiver technische
onderwerpen van advies sullen dienen Bij
de jonrna.listeuka.mer ia een verbouwing
aangebracht, waardoor de journalisten bij
een comité-generaal, hun learner van huiten
af kunnen bereiken, zoodat zij niet meer bui
ten het gebouw behoeven te vertoeven.
Het Rijkspaspoortenbureau.
Men schrijft ons uit Den Haag: Blijkens een
groot aantal verzoeken o»m inlichting, het
welk "bij het nieuw ingestelde Rijkspaspoorten
kantoor te 's-Gravonlhage inkomt, schijnt hij
vele landjgenooten de meening té bestaan,
als zonden Nederlanders van de Nederiand-
sche regeering vergunning behoeven om" van
uit het buitenland in Nederland te mogen
terugkeer en. Deze meenig is onjuist
De dienst van. het Rijkspaspoortenkantoor
ibetreft enkel vreemd eliingen, dus niet Ne
derlanders, ook niet-Nederlanders, die ziich
naar het buitenland wensehen te begeven.
Sinds 5 November j.l. kan een vreemdeling
slechts aanspraak maken op toelating van
uit den vreemde tot ons land; indien hij in t
bezit is van een paspoort, a.figegeven door
een door ons erkende regeering en voorzien
van het visum van een onzer gezanten,
oonsul-generaal of consuls, welke ambtena
ren zulk een visum slechts verleeneu, na be
komen machtiging van het onder het De
partement van Buiteulandsehe Zaken ressor.
tecrende Rijkspaspoortenkantoor. Een
vreemdeling dus, die toelating tot ons land
wensdkt, zal zich in het buitenland dienen te
wenden tot een dier autoriteiten onder op
gave van doel van zijn komst en moeten
wachten, totdat hij de beslissing zal hebben
vernomen of, en la» voor hoelang hij in
ons land zal mogen verblijven. De vreem
deling, die na 15 November jj, zonder gevi
seerd paspoort naar ons land reist, zal dus
aan de grens niet worden doorgelaten, en de
■vreemdeling, die b® m No^mber j 1 in ons
land mocht zijn binnengekomen en zonder
geviseerd paspoort wordt aangetroffen, stelt
zich aan onmiddellijk® yenvijdiering bloot
Elk in ons la®d verblijvende en toegelaten
vreemdeling die vO°r korten termijn naar het
buitenland wil gaan, met de bedoeling weer
naar Nederland terug te keeron, kan zieb
tot het Rijkspaspoortonantoor. Van Imhoff-
plein oio. 32, wenden iuet het verzoek op zijn
geldende paspoort, dat geviseerd moet zijn
door den consul vaJ1 ''et rijk, waarheen h,ir
niet hernieuwen met het geld der parvenu's.
Publius doet heel anders, .voerde Tul
iia aan.
O, Publius is e(m spooks,el uit de.
tijden der koningen, een burger van het
houten Rome. Ilt .echter ben een kind van
de gouden, marmeren, weelderige wereld-
Wcder drukte hij Tullia's haudl .aan zijne
lippen en vleide:
Sla het niet af, heve Tuliia. Zoudt
gij dan willen, dat ik in djen bloei mijner
jaren zelfmoord pleegde?
Marcus 1
En toch zou dat zeker geschieden,
want ik kan en wil niet zonder een groot
vermogen leven*. Vergeet niet, dat Livia's
driehonderd millioen hare afkomst bedek
ken; Rome vergeet, dat deze geldiwolvcn
vrijgelaten slaven zijn.
Driehonderd millioen 3) sestertiën, lis
pelde Tuliia.
Ja, de schurk heeft Germanië tot dit
bedrag bestolen. Hij heeft de jnidjdclen om
zich een stamboom te .verschaffen die; kot
Jupiter opklimt.
Het is dus onvermijdelijk. -(
Stemt gij er mede in?
Gij dreigt immers met zelfmoord.
Ik dank u, liefste Tuliia. Ik dacht
wel, dat uw trots zou huigen voor de ijze
ren noodzakelijkheid.,. Sta mijl nu i&chteur
zich wenseht te begeven, een visum voor
terugkeer naar Nederland te mogen bekomen
Hij moet het paspoort daartoe aan dit kan
toor opzenden, onder opgave van den tijd-
dnnr gednren.de welke hij zich in het buiten
land wenseht op te houden; ook kan hij zich
persoonlijk onder aan/bieding van het pas
poort, daartoe aan het kantoor aanmelden
des voormiddags tusschen 10H11M nnr of
des namiddags tusschen 1%3 uur. De vreem
deling, die ons land wil verlaten met de be
doeling niet terug te keer en, beeft daartoe
van het Rijkspaspeortenkantoor geen ver-
.gunnintg noodiig. Hij zij echter indachtig, dat
elke vreemdeling die ons land ^verlaat, aan
de grenswacht zijn eigen identiteaiskaart of
comtrolepas moet afgeven, welke kaart of
pas eerst voor vertrek maar het buitenland
moet zijn afgestempeld door de politie van
de gemeente waar hij helt laatst nachtverblijf
houdt. Ofschoon ook het aantal aanvragen
om toelating zeer groot is (sinds 15 November
toeh, werden bijna 9000 gevallen behandeld)
is het door uitbreiding van personeel moge
lijk geworden, thans binnen 1 of 2 dagen op
een ingekomen aanvraag ^beslissing te nemen.
DE ZAAK-VAN GROENENDAEL.
In die „Limburger Koerier" scbiriift d© hoer J.
G'. L. van dier Lande:
„Op den 29 November had ik een bespreking
als president-commissaris der naaml. venn. Ber-
gerod© met mr, dr. H. van Groenendael ten
kanitore dier vennootschap te Heerlen.
Daar stelde ik de vraag „wat er wel zou ge
beuren met het contract» daA Bergerod© afge
sloten had met de Nederlandische regeering. be
treffende de levering van bruinkool". „Ik stelde
die vraag ter loops, omdat in die dagen in do
buiten! andsche pers steeds meer en luider stem
men opgingen om Limburg aan Nederland te
ontrukken, aan welke stemmen ik tot op den dag
waarop dit gesprek gevoerd werd, zeer weinig
waard© hechtte. In dat gesprek maakte ik do
opmerking» dat die voor ons vaderland rampza
lige platteen van het buitenland ook wel eens
een streep doer onze rekening konden halen.
Mr. van Groenendael gaf dadelijk als zün;
meening te kennen, dat een toevoeging van
Limburg aan België voor de N.V. Berger ode
niet dan voordoe li go gevolgen kon hebben,
vooral ook omdat dan geen oorlogswinst meer
betaald© behoefd© te worden.
Ten stelligste bestre.d ik zulks. Ik oordeelde,
dat Let een ramp voor Nederland en ook voor
Bergerode zou zijn; en ook, dat d© bevolking eT
zich tegen zou verzetten. Mr. van Groenendael
antwoordde hierop: de meest© Limburgers wil
len afscheiding van Limburg. Limburg behoort
in geen enkel opzicht tot Nederland: geolo
gisch, geografisch» ethuologiseli behoort het tot
België. De bevolking wil weer Belgisch worden.
De propaganda, die hiervoor gemaakt wordt,
bewust zulks."
Hü noemd© toen als plaatsen, waar voor die
afscheiding gepropageerd werd. o.a. db buurt
van Weert en Maastricht.
Ik gaf hem krachtig te kennen, dat, waar hem
een dergelijke aofcie bekend was. hij verplicht
was deze aoti© den kop in te drukken. Integen
deel, aldus mr. v. Gr., „ze moet flink bevordtord
worden, ik zelf steun z© ook."
Heel wat overredingskracht wendde ik aan
om hean te overtuigendat afscheiding van
Limburg hoogst nadeelige gevolgen zou heb
ben, dat hü als Nederlandier zün plicht ver
zaak to door dergeliiken steun» dat hü ook als
directeur van Bergerode zoo iets niet doen
mocht. Ik kon hem niet bekeeren. Ontstemd
verliet ik hem.
Den volgenden dag, mr. v. Gr. had dus allen
tijd gehad zich te kunnen bedenken, sprak ik
mr, L. B. J, van Oppen, burgemeester van
Maastricht en commissaris van Bergerode. Ik
achtte mii verplicht, waar hier zulke hoog© be
langen op het spel stonden, dit omdterkoud aan
mr. van Oppen medo te dooien
Deze stond eT versteld vam. lik verzoek t toen
mr. v. O. om mr. v. G. ook van zün kant aan
het verstand te brengen, dat hii zijn propaganda!
voor afscheiding van Limburg moest staken.
Mr. v. O. had echter even weinig srueoes als de
ondergctoekende. In het gesprek, dat daarop
ontstond, waarbij ook tegenwoordig was die heer
A. L. M. van de Lande, herhaalde hü wat Mi
den vorigen dag tegen over mij verklaard had
en voegde er nog aan toe, diat'ook in de omge
ving y^n Roermond, in Thorn actie gevoerd»
werd voor afscheiding van Limburg. Hij be
vestigde toen weer, dat hü die actie bevorderde.
Mr. v. O. vroeg hem toen, hoe hü zoo iets durfde
doen en hoo hii zulks in overeenstemming kon
brengen met zün eed als Noderlandsok Kamer
lid afgelegd. Hierop antwoordde kif: „Pairdlom
ik ben avant-tout Limburger." Mr. v. O. bracht
hem liet verkeerde van zün standpunt nogmaals
onder het oog. Mr. v. Gr. bleef .zijn standpunt
krachtig verdedigen en zeidie ten slotte, „dat
hii zün voorvaderen toch niet mocht desavou
eer en, die goed en bloed veil hadden gehad voor
Limburg."
Mr. v. O. bleef betwisten'dat er in Limburg
veel sympathie voor afscheiding bestond'.
Toen herinnerde ik mii» dat mr. v. Gr. eenige
dagen vóór dit gesprek verzocht was als direc
teur tegenwoordig te ziin op ©en vergadering
van Bergerode, en dat hii toen getelegrafeerd
toe, afscheid te nemen, want ik heb mijn
laatste krachten uitgeput om p to overtui
gen. Het schijnt, dat slap.elooze nachten mij
reeds beginnen te vermoeien.
Plotseling weerklonken uit den tuin door
dringende jammerkreten.
Gij hebt een slavin laten tuchtigen?
vroeg Marcus onverschillig.
De strijkster heeft mijn kleed verbrand,
antwoordde Tuliia, zich op d,e sofa neder
zettend.
Beveel den oppasser z-oo te .slaan, 'dat
er geen been- of armbreuken ontstaan, want
Marcus Aurelius begint medelijden te krij
gen met de slaven. Dat is ook weer een
zonderlinge nieuwigheid... Ik wensch u een
aangenamen dag; vergeet mijn raadgevin
gen niet. Wees een matrone, zie eens hier,
zoo
En nadat hij Tuliia een kus op de hand)
had gegeven, verwijderde liij zich langzaam
met overdreven waardigheid" stappend en
de beweging v-an een zwaan, over de opper
vlakte van het water glijdende, nabooteend.
Op den drempel keerde hij zich om.
Tot weerziens, matrone van hot hou
ten Rome.
Tot weerziens, vroolijke deugniet.
En zij lachten elkander welwillend toe.
Nadat dc be'zo.ekcr zich verwijderd had,
ging Tuliia in gemakkelijke houding op de
sof* zitten en nam een boek, in ivoor; ge
en fficeohreven had verhinderd te ziin. .Raar hii
voor belangrijke zaken naar Brussel moest." He*
oriigineel van dezen brief is in handen» van d©
rijksrecherche. Ik hoop de woorden juist te heh-
ben weergegeven. Daarom vroeg ik hem, of zün
reis naar Brussel ook met die actie in verband
srtond, waarop hü antwoordde, „dat zulks er ook
wel mee in verband kon gestaan Lebben."
Beid© gesprekken werden met den meesten
ernst gevoerd.
Er stonden trouwens zulke hoog© vaderland-
eche belangen op het spel, dat geen der aanwe
zigen ook maar ©en oagenblik aan „badinage"
ged'aolit heeft, zeoals mr. v. Gr. zich naderhand
tracht te verdedigen.
He was bovendien niet de eerste keer, dat hü
zich in on-Nederlandschen geest uitliet. Ziin
houding! en woorden in bovenvermelde gesprek
ken en ook daarvóór waren zoo» dat niet anders
kon gedacht worden of hü was bezig deze door
feiten te bevestigen» in daden om te zetten.
Wanneer het nu waar is. wat de bladen dezer
dagen vermeldden, dat een gerechtelijk onder
zode van deze zaak geen aanleiding heeft ge
geven om mr. v. Gr. strafrechtelük te vervolgen,
dan wil ik daarover mün groote vreugde uit
spreken. Voor hem, voor Limburg, voor geheel
Nederland is het beter.
Doch mr. v. Gr.'s uitlatingen tegenover ons
en zün verklaringen in de Tweede Kamer zün
dan voor ons een raadsel geworden, een
raadsel, "dat een psychiater misschien zal kun
nen oplossen.
De burgemeester van Maastricht, mr. van
Oppen, teekent bü dit stuk aan:
Voor zooverre in het bovenstaande stuk
sprake is van een gesprek, waarbij ook de heer
A. van der Lande en ondergeteekende tegen
woordig waren, stel ik er prijs op te verklaren,
dat het vorenstaande geheel juist is.
Waar de heer van der Lande mij. reeds te
voren het gesprek van den vorigen dag had me
degedeeld en dit gesprek door den hoer mr. van
Groenendael geheel bevestigd en herhaald
werd. kon ik aan den ernst daarvan niet twü-
felen. Ik achtte het dan ook mijn plicht als
burgemeester van Limburg'e hoofstad de in a'io
hoedanigheid boven mii staande regeeringB-
personen daarmede in kennis to stellen.
feVrecig* verbod. Men 6«hrüft ons:
Aan het personeel der Nedorlandeche spoor
wegen is uitdrukkelijk verboden plaats-, rü-
wi elk aarten, e.d. voor eigen rekening; aan het
publiek ten verkoop aan te bieden Anders
dan aan do plaatskaarten- en bagageloketten
mogen ze döor het daar dienstdoende perso
neel niet worden verkocht.
O
Tegen fraude. Teneinde fraude
met do spoorwegabonnementen tegen te gaan
zullen op ongeregelde tijden alle houders van
abonnementskaarten gecontroleerd en de
kaarten nagefeien worden.
CRISISAANGELEGENHEDEN.
'Onze steenkolen positie. De kolen-
positie wordt Iets gunstiger, schrijft het Hbl.
'Maandag is, zooals men weet, het eerste
ecMp met Amerikaansche kolen (7550 ton),
de Amsteldjjk, binnengekomen. Bovendjen
wordt dagelijks 1400 ton uit Duitschlandi
aangevoerd.
Ten slotte is er alle reden te verwachten,
dat dezer d,agen een beslissing vallen zal
wat aangaat den aanvoer van steenkool uit
België, waartegenover, zoo deze plaats heeft,
uitvoer van vee zal staan. Het betreft Mer
een vrjj aanzienlijke hoeveelheid, dat ech
ter niet van zeer goede hoedanigheid is.
ENFjANT TERRIBLE.
Pietje (komt met glunderend gezicht naar
huis)0, mama, vandaag hebben wij iets
heerlijks gespeeld: Brievenbesteller; en aan
alle huizen in de straat hebben wij echte,
beusche brieven gestopt.
Zioo, zegt mama, maar waar hebben
jullie die brieven dan vandaan gehaald?
Maai*, mamaatje, die waren toch in
jouw. schrijftafel met een rose lintje samen-;
gebonden!
VERRADEN.
De man, die de pacht van d!e boerin indek
was op een avond overvallen, neergeslagen
en van het geld dat hij bij zich droeg,
beroofd. Als verdacht van dp zen roof werf
een man aangehouden, die echter ondanks
alles, hardnekkig bleef ontkennen. Alles wat
de getuigen vertelden, heette hij liegen.
Tijdens het verhoor vroeg de rechter aan
den misliandeldje hoeveel geld hij bij zich
had, toen hij beroofd werd;
Tweehonderd guldpn, was 't antwoord.
- Alweer een leugen, brulde de beschul
digde verontwaardigd. Hij had nog geen
honderd gulden bij zich.
DIBNSTBODENNOOD.
Mevrouw. Bet, als je 'n vrü©r hebt moefi
je met Januari vertrekken.
Bet. - Goed mevrouw. Ik kan alle darren een
anderen dienst krijsenmaar niet zoo gauw
een anderen vrijer.
»n—jp—«q—b*—i>Bi.
bonden, ter hand. Het .was getiteld! „Ars
amandi" 4) van Ovidius.
De kreten der getuchtigde slavin werden
middelerwijl zwakker; zij gingen in een,
nu en dan door een heftig snikken onder
broken, jammeren over, tot zij volledig weg
stierven.
Verdiept in 't hoofdstuk van „Ars aman
di", waarinde middelen aangegeven werden
om mannenharten t e veroveren, had Tuliia
niet bemerkt, hoo door de deur, welke de
eetzaal met den zuilenhof verbond, eeiï
vrouwelijke gestalte binnengekomen was,
evenals Tuliia zclvo in een wit kleed meü
breede purperzoomen gehuld. Eerst. toen.
hare schouders door. zachto vingeren be
roerd werden, blikte ^ij op.
Bij de Romeinen kwamen .veel echt
scheidingen .voor, soms om de nietigste ré
denen.
2) De drie Romeische keizers uit het ge
slacht van Autonius; Antonius Pius, Marc-up
Aurelius die van 161180 na Chx. regeer
de en diens zoon Commodlus.
3) 'Ongeveer 67 millioen gulden. Eon fa»-
4) De kunst om te beminnen.
belachtige som in dien tijd. Een sestertie
was ongeveer, 22}/* ct.
(Wordt vervolgd.)