NIEUWE HAMtL COURANT binnenland P sn en om Haarlem WAT DE PERS ZEGT VROOLIJK ALLERCEt FEUILLETON 0e Ondergang van een Wereldmacht. Donderdag 16 lanuari - Tweede Blad VERKEER EN POSTERIJEN 'I WIE ZIJN DE SCHULDIGEN? Nog een paar scheutjes olie in de anar chistische hel, die nu boven Europa laait, en de wereldmacht is in handen van dieven en moordenaars! Vermakelijk is de domme verbazing waar mede de eerzame „bourgeois" van dit gru welijk gebeuren kennis neemt en, wanneer straks de revolutie brandt in rijn eigen huis, zucht: hoe is het mogelijk? Wat deed hij echter om d,e voortwoe kering van het kwaad te stuiten? Dient hij de hand niet in eigen boezem te steken en zich mede-schuldig te verklaren aan het ge lukken van den misdadigen opzet? Wanneer jongens een nest horzels me£ een stok omwoelen en gij laat toe dat dit in uw bijzijn gebeurt, dan moet gij u niet verbazen zelf door een der dieren te wor den gestoken. En toch: zoo doen zelfs de heeren, dje> bij een mogelijk gelukken van de revolutie, het eerst aan de beurt zouden komen voor afrekening met de geweldenaars. Zeer juist wees president Wilson er op in zijn boodschap aan het congres om de aanneming van het honderd miilioenen ere miet te bevorderen, dat afwering van den hongersnood het beste, het eenige middel is om het voortwoekerend kwaad van het Bolsjewiswe in te dammen. Doch klinkt zoo iets niet naïef nadat vier jaren lang het oorlogsmonster over het oude Europa is losgelaten? Nadat met alle verfijnde middelen der wetenschap ge tracht is den honger te brengen, niet alleen in het oorlogvoerende Europa, maar ook in de niet strijdende landen? Inderdaad is er èen Hercules noodig om den ontketenden revolutiedraak weer aan banden te leggen. Wij hopen dat het ge lukken zal, doch welk een ontzaglijke schuld laden degenen op zich die het beest los lieten, het ophitsten en aanvuurden, wan neer zij straks niet meer in staat zouden zijn het ondier te temmen. In Haarlem gaat het niet beter toe. Met groote machtsontplooiing en vertoon van kracht zijn wij er in November in ge slaagd het revolutiebeest te bedwingen, doch het neerslaan van dien draak is geen sport. [Beter is het zelfs het zaad niet tot ont kieming te laten komen. In dit licht gezien komt ons het gedrag van velen onzer medeburgers onbegrijpelijk Voor. De ontevredenheid, die tot de revolutie Voert, wordt bijna methodisch aangekweekt en in de hand gewerkt; met haast kinder lijke zorgeloosheid laat men zich voor den jrevolutionnairen zegewagen spannen. (Wij noemen enkele feiten. Vanuit Haarlem gaat nu weer de stoot tot oprichting van een „landelijk comité van actie van oud-verlofgangers." 'Over het doel, dat dit comité zich. stelt, (vergoeding voer hen, die reedp vroeger met klein verlof gingen) -willen wij het piet hebben. Daartegen gaat ons verzet niet. Maar wel hebben wij bezwaar tegen den yorm, waarin .die actie gevoerd wordt. Begrijpen dan de katholieken, die in dat "comité zitting hebben en den eersten oproep zelfs onderteekenden; begrijpen die onrioo- zele katholieken nog niet dat zij misbruikt worden om socialistische en revolutionaire Bamenzweringen te smeden? Zijn zij dan nog niet wijzer geworden, ha de ervaring opgedaan met den Bond Van Landweerplichtigen? Dezelfde heeren, die daarvan de groote woordvoerders waren, spelen ook hier weer de eerste viool en het slot was dat die Bond, onder ach en weegeroep van de katholieken die er in waren, geheel in socialistisch vaar water kwam. Wij beginnen te denken aan een misdadi gen opzet van die heeren om met zoet ge fluit op die manier katholieken voor socia listische propaganda te spannen. Hebben de katholieken Zondag j.l'. op dje vergadering in Schoten dan niet gemerkt dat de leiding feitelijk in handen der vrijen, d. W. z. der revolutionairen was? Voelden zij dan niet dat zij straks „de straat zullen worden opgestuurd" om te betoogen voor.... de revolutie! Onze katholieke mannen behooren in dat ge zelschap niet tehuis. •Willen zij een rechtvaardige aotie voeren, ctam belet niets hum diat te doen in een katho lieke vereeniiging. Dat is hun plicht ma den dwimgenden oproep van het doorluchtig Episco paat om zich! in R.-K. organisaties te vereeni- gen. Wat belet hun zich te wenden b.v. tot het R.-K. Vakbureau met verzoek zulk een zaak in handen te nemen? Beter dan al dat plaatselijk 'gepeuter, is de zaak dan meteen landeliik. f L— Dat onze R.-K. mannen zich echter wachten voor wolven in sch a ap sk loeder en. Dat is één feit. Er is nog meer. Voor de vergadering der revolutionairenj waar de heeren Wijnkoop en de Visser gisteren avond hun opruierstaaltje uitbraakten, was af gestaan niets meer of minder dam.de groote zaal der Sociëteit „Vereenigimg." een sooieteit- nota bene waarvan tal van katholieken lid zii n De heer Dr. Timmer, voorzitter der sociëteit verzekerde ons onlangs eens» dat hij de sociëteit beschouwt als één gróót gezin, waarvan hij de vader en de leden de kinderen zijn. Wij kunnen ons daarom zoo goed voorstellen dat de heer Timmer, als vader van a'at gezim de heeren revolutionairen, die om een verga derzaal in zijn huis kwamen vragen, met een allerinnemendst gelaat tegemoet trad en tot hen zeide: >,Komt binnen heeren Bolsjewiki, ik zal a ue mooiste en grootste zaal van mijn huis, tevens de mooiste en grootste zaal onzer et ad geven, waar u rustig kunt vergaderen: ik zal de kachel laten aanmaken en om u niet te storen nóch ik. nóch een der leden van mum gezin zullen bij uw beraadslagingen tegenwoordig zijn. U kunt dam rustig overleggen op welke vlugste en amusantste wijze u mij en miim kinde ren (wij komen'er immers „bougeois" als wij zijn voor in aanmerking?aan.de hoogste boomen van den sociëteitstum zult opkn'oopen, wanneer uw revolutie ex eenmaal is.' Is het geen dwakheid, dat deze vijanden van elke geordende maatschappij en van elk fatsoenlijk mefiseh, op deze wijze worden tege moet gekomen: dat men in zun eigen huis Iaat beslissen dat men zelf den kogel verdient? Het Hikt ons dwaas te vragen dat do katho lieke leden zullen protesieeren tegen het afstaan der zaal, want ook de protestantsoke en ook de liberale leden hebben reden verontwaardigd te zün dat in de groote zaal der sociëteit „Ver- eendging" een vergadering van Bolsjewiki is gehouden Nog meer. In naam der hooggeroemde vrijheid van het woord en der neutraliteit stellen onze Haarlem- scbe collega's de kolommen hunner „neutrale" organen open om het gif dat door de heeren op die vergaderingen en bij alle mogelijke gele genheden wordt uitgespuwd, netjes op te nemen en verder te brengen. Dat is verdraagzaamheid en zij slikken op den koop toe» dat zii door de heeren op die vergaderingen tot op het hemd worden uitgekleed: dat rondweg wordt aanbe volen die „prullen" niet meer te lezen. Als dankbare wederdienst staat den volgen den avond een welverzorgd gekuischt verslag van het gesprokene in het blad. Gold het een andere zaak, men zou zulk een slavenwerk, kruiperij noemen. Maar het aandeil! dat èn zaalverhuurder en persorganen, in het voorbereiden der revolutie, hebben is onbere kenbaar en straks vallen er dooden en gewonden om de aldus gekweekte revolutie te bezweren. Ter bestrijding van de onmaatschappelijke denkbeelden der heeren leest men in die bladen niets. Zii laten dat liever aan Met-neutrale organen over. Stelselmatig en onverantwoordelijk wordt de ontevredenheid aangewakkerd. •Wii lazen dezer dagen heit verslag van een nquête over woningtoestanden in eender bladen en kwamen daarbij b.v. tot de ervaring, dat geïnterviewd was een huisgezin.' dat door alle iiu a rlcmsciifl huiseigenaars goboyoot wOTdt. omdat het honderden guldens huur schuld heeft bij verschillende verhuurders, thans in een noodwoning der gemeente leeft, en ook daar roede ruim 60 huurschuld heeft alhoewel de verdiensten ruim zijn), omdat het redeneer, geen huur te moeten betalen, wiil de gemeen schap voor huisvesting moet zorgen. Met angstvallige nauwkeurigheid werden in dat interview nochtans alle gemotiveerde en ongemotiveerde klachten en nonsens, alle grie ven en grdefjes van de bewoners vastgelegd en den (w. o. ook onontwikkelden) lezers te. slik ken gegeven. Is dit kweeben van revolutionairen? Wie draagt do schuld, wanneer de revolutie- bacil om zich heen blijkt te grijpen als de Spaansehe Griep Mocht men toch. ook in Haarlem, eens over tuigd raken, dat het heter is de revolutie te breken met andere middelen dan met mitrail leurs en vlammenwerpers. Men vergete toch niet dat revolutionairen, de vijanden zijn onzer samenleving, ónze vijanden met wie te schipperen, heulen is met den vijand. EENHEID TEGEN DE REVOLUTIE. Ook de „Nieuwe Crt." verheelt hare be zorgdheid over de naaste toekomst niet. „Het blijft af te wachten schrijft het Haagsche orgaan of het revolutionnaire offensief zich het eerst in een aanval op regeeringsgebouwen, op vitale bedrijven of op in economisch opzicht belangrijke pun ten zal openbaren, dan wel zich meer ge leidelijk zal ontwikkelen uit tijdelijke voed,- selschaarschte, uit stakingen, of uit andere economische verwarring, maar zeker is het, dat er meer waarschijnlijkheid is vóór den aanval dan daartegen." Het blad dringt aan op scherpe controle op de vreemdelingen, op waakzaamheid te gen gevaarlijke elementen en op eenheid in de voorbereiding van het verweer. Over die eenheid laat de „N. Crt." zich als volgt uit: „De eenheid, die wij' bedpelen, kan ner gens anders liggen -dan in het ministerie van Binnenlandsche Zak on, wellicht ter zake bijgestaan door een daarvoor ge vormd, niet te groot, college. Voorberei ding, toezicht en verweer moeten daar geconcentreerd worden en diaar behoort de beschikking te zijn over de krachten, welke men voor al die bemoeiingen zal behoeven. Wordt aldus gehandeld, dan zal men de toekomst, met meer gerustheid kunnen tegemoetgaan dan bij de ver brokkeling, die nu heerscht. Wat omwenteling beteekent, dat' lezen wij tweemaal per dag in de courant: ont- eering van de nationale gemeenschap, dwingelandij, geweld, vernieling, gebrek, ellende en dood,- kortom rampen, die in geen generatie zijn goed te maken. Waarlijk, wij vragen ons af, of er één onderwerp is, dat meer onmiddellijk de aandacht der Regeering vraagt dan de afwering der catastrophe, die thans in Europa bezig is groote volken te gronde te richten." De yoorloop j g 6 vredescon ferentie. Het Nederlandsehe Comité van Vrouwen voor Duurzamen Vrede, zond een telegram hij de opening van de voor- loopige vredesconferentie te Parijs, waarvan de vertaling aldus luidt: „Het Ned er 1, Comité van Vrouwen voor Duurzamen vrede, zendt een welkomstgroet aan de voorloopigie vredesconferentie te Parijs, en drukt zijn vaste overtuiging uit, dat de besprekingen zullen leiden tot een rechtvaardigen en duurzamen vrede, waar door alle naties zullen geraken tot den bloei, welke zoo noodig is voor het heil der mensch- heidV Het Tweede Kaxno r-g e b o u w Tijdens het jongste reces zijn in het Tweede Kamer-gebouw eenige veranderingen aange bracht Zoo zijn 5n de nissen achter do voor zitterstafel de banken weggenomen en zijn een tweetal tafels met stoelen in stijl er voor in de plaats gebracht voor de hoofdambtena ren, die de ministers bij zuiver technische onderwerpen van advies zullen dienen Bij de journalistenkamer is een verbouwing aangebracht, waardoor de journalisten bij een comité-generaal, hun kamer van huiten af kunnen bereiken, zoodat zij niet meer bui ten het gebouw behoeven te vertoeven. Het Rijkspaspoortenbureau. Men schrijft ons uit Den Haag: Blijkens-een groot aantal verzoeken om inlichting, het welk bij bet nieuw ingestelde Rijkspaspoorten kantoer te 's-Gravenihage inkomt, schijnt bij vele landgenooten de meening te bestaan, als zouden Nederlanders van de Nederland sehe relgeering vergunning behoeven om van uit het buitenland in Nederland te mogen terugkeer en. Deize meenig is onjuist. De dienst van het Rijkspaspoortemkantoor betreft enkel vreemdelingen, dus niiet Ne derlanders, ook Mei-Node rlanders, die ziieh raar het buitenland wenschen te begeven. Sinds 5 November j.l. kan een vreemdeling slechts aanspraak maken op toelating van uit den vreemde tot ons land, indien bij in T bezit is van een paspoort, afgegeven door een door ons erkende regeering en voorzien van bet visum van een onzer gezanten, consul-generaal of consuls, welke ambtena ren zulk een visum slechts verleen en, na be komen machtiging van het onder het De partement van_ Bultendandsehe Zaken ressor- teorende RijkspafipoortenkantoiOT. Een vreemdeling dus, die toelating tot ons land wenscht, zal zich in net buitenland dienen te wenden tot een dier autoriteiten onder op gave van doel van zijn komst en moeten wachten, totdat bh de beslissing zal hebben vernomen of, en zoo ja, voor hoelang bij in ons land zal mogen verblijven. De vreem deling, die na 15 h°vember j.l. zonder gevi seerd paspoort naar ons land reist, zal due aan de grens niet worden doorgelaten, en de vreemdeling, die ®.a November j 1 in ons land mocht zijn binnengekomen en zonder geviseerd paspoort wordt aangetroffen, stelt zich aan ommi ddel luk o verwijdering bloot Elk in ons land verblijvende en toegelaten vreemdeling die v00r forten termijn naar het buitenland wil gaan, met de bedoeling weer naar Nederland terug te keoren, kan zich tot bet Rfjkspasp001''°"kantoer. Van Imhoff- plein no. 12, wenden met bet verzeek op zijn geldende paspoort, dot geviseerd moet zijn door den consul van hef rijk, waarheen hij zich wenscht te begeven, een visum voor terugkeer naar Nederland te mogen bekomen Hij moet het paspoort daartoe aan dit kan toor opzenden, onder opgave van den tijd duur gedurende welke hij zich in het buiten land wenscht op te houden; ook kan hij zich persoonlijk onder aanbieding van het pas poort, daartoe aan het kantoor aanmelden das voormiddags tuseeben 10%11K uur of des namiddags tusschen 1%3 uur. De vreem deling, die ons land wil verlaten met de be doeling niet terug te keer en, heeft daartoe van het Riikspaspoortenkantooj geen ver gunning noodig. Hii zii echter indachtig, daf elke vreemdeling die ons land verlaat, aan de grenswacht zijn eigen identiteitskaart of cotntrolepas moet afgeven, welke kaart of pas eerst voor vertrek naar bet buitenland moet zijn afgestempeld dooi- de politie van de gemeente waar hij het laatst nachtverblijf houdt. Ofschoon ook het aantal aanvragen om toelating zeer groot is (sinds 15 November toch, werden hij na 9000 gevallen behandeld) is het door uitbreiding van personeel moge lijk geworden, thans binnen 1 of 2 dagen op een ingekomen aanvraag ^beslissing te nemen. DE ZAAK-VAN GROENENDAEL. In de „Limburger Koerier" schrijft de heer J. G'. L. van-üer Lande: „Op den 29 November had ik een bespreking als president-commissaris der na ami. venn. Ber gerode met mr. dir. H. van Groenendad ten kantore dier vennootschap te Heerlen. Daar stelde ik de vraag „wat er wel zou ge beuren met liet contract» da* Bergerode afge sloten had met de NederlandBche regeering, be treffende de levering van bruinkool". „Ik stelde die vraag ter loops, omdat in die dagen in de buitenJandsche pers steeds meer en luider stem men opgingen om Limburg aan Nederland te ontrukken, aan welke stemmen ik tot op den dag waarop dit gesprek gevoerd werd, zeer weinig waarde hechtte. In dat gesprek maakte ik de opmerking» dat die voor ons vaderland rampza lige plannen van het buitenland ook wel eens een streep door onze rekening konden halen. Mr. van Groenendael gaf dadelijk als ziin meening te kennen, dat een toevoeging van Limburg aan België voor de N.V. Bergerode niet dan voordeelige gevolgen kon hebben, vooral ook omdat dan geen oorlogswinst meer betaalde behoefde to worden. Ten stelligste hestre.d ik zulks. Ik oordeelde, dat het een ramp voor Nederland en, ook voor Berger ode zou zijn; en ook, dat de bevolking er zich tegen zou verzetten. Mr. van Groenendael antwoordde hierop: de meeste Limburgers wil len afscheiding van Limburg. Limburg behoort in geen enkel opzicht tot Nederland: geolo gisch, geografisch» ethnologiech behoort het tot België. De bevolking wii weer Belgisch worden. De propaganda, die hiervoor gemaakt wordt, bewijst zulks." Hü noemde toen als plaateen. waaT vtoor die afscheiding gepropageerd .werd. o.a. die buurt van Weert en Maastricht. Ik gaf hem krachtig te kennen, dat, waar hem ©en oWgeliik© aotie bekend was» hii verplicht was deze actie den kop in te drukken. Integen deel, aldus mr. v. Gr„ „ze moet flink bevorderd worden, ik zelf steun ze ook." Heel wat overredingskracht wendde ik aan om liem te overtuigen, dat afscheiding Van Limburg hoogst nadeelige gevolgen zou héb ben, dat hü als Nederlander zün plicht ver zaakte door dergeliiken steun, dat hii ook als directeur van Bergerod© zoo iets niet doen mocht. Ik kon hem niet bekeeren. Ontstemd verliet in hem. Den volgenden dag. mr. v. Gr. had dus allen tijd gehad zich te kunnen bedenken, eiprak ik mr. L. B. J. van Oppen, burgemeester van Maastricht en commissaris van Beargerode. Ik achtte mii verplicht, waar hier zulke hooge be langen op het spel stonden, dit onderhoud aan mr. van Oppen mede te doelen. Deze stond er versteld van. Ik verzocht toen mr. v. O. om mr. v. G. ook van ziin kant aan hot verstand te brengen, dat hü ziin propaganda voor afscheiding van Limburg moest «taken. Mr. v. O. bad echter even weinig succes als de ondergeteekende. In het gesprek, dat daarop ontstond, Waarbü ook tegenwoordig was de heer A. L. M. van de Lande, herhaalde hii wat Mi den vorieen dag tegen over mii verklaard had en voegde er nog aan toe. dat ook in de omge ving van Roermond,- in Thorn actie gevoerd werd voor afscheiding van Limburg. Hij be vestigde toen woer, dat Mi die actie bevorderde. Mr. v. O. vroeghem toen. boe Mi zoo iets durfde doen en hoe hü zulks in overeenstemming kon brengen met ziin eed als Nederlandsch Kamer lid afgelegd. Hierop antwoordde Mi: „Pardon, ik ben avant-tout Limburger." Mr. v. O. bracht hem het verkeerde van zün standpunt nogmaals onder het oog. Mr. v. Gr. bleef zün standpunt krachtig verdedigen en zedde ten slotte. ,.d!at hii ziin voorvaderen toch niet mocht desavou eer en, die goed en bloed vedi h adden gehad' voor Limburg." Mr. V. O. bleef betwisten, dat er in Limburg veel sympathie'voor afscheiding bestond-. Toen herinnerde ik mij» dat mr. v. Gr. ©enige dagen vóór dit gesprek verzocht was als direc teur tegenwoordig te ziin op ©en vergadering van Bergerode, en dat Mi toen getelegrafeerd en geschreven had verhinderd te zün, „daar Mi voor belangrijke zaken naar Brussel moest." Het origineel van dezen brief is in handen van de rüksrecherche. Ik hoop de woorden juist te heb ben weergegeven. Daarom vroeg ik hem, of ziin reis naar Brussel ook met die actie in verband stond, waarop hü antwoordde, „dat zulks er ook wel mee in verband kon gestaan hebben." Beide gesprekken werden met den meosten ernst gevoerd. Er stonden trouwens zulke hooge vaderlandr sohe belangen op het spel, dat geen der aanwe zigen ook maar een oogenblik aan „badinage" gedacht heeft, zoo als mr. v. Gr. zich naderhand tracht te verdedigen. He was bovendien niet de eerste keer, dat hii zich in on-Nederlandschen geest uitliet. Zün houding en woorden in bovenvermelde gesprek ken en ook daarvóór wairen zoo» dat niet ano'ers kon gedacht worden of Mi was bezig deze door feiten te bevestigen, in daden om te zetten. Wanneer het nu waar is. wat de bladen dezer dagen vermeldden, dat een gerechteliik onder zoek van deze zaak geen aanleiding heeft ge geven om mr. v. Gr. strafrechtelük te vervolgen, dan wiil ik daarover mün groot© vreugde uit spreken. Voor hein, voor Limburg, voor geheel Nederland is het beter. Doch mr. v. Gr.'s uitlatingen tegenover ons en zün verklaringen in de Tweede Kamer zün dan voor ons een raadsel geworden, een raadsel, dat een psychiater misschien zal kun nen oplossen. De burgemeester van Maastricht, mr. van Oppen, teekent bü dit stuk aan: Voor zooverre in het bovenstaande stuk sprake is van een gesprek, waarbü ook de heer A. van der Lande en ondergeteekende tegen woordig waren, stel ik er prijs op te verklaren, dat het vorenstaande geheel juist is. Waar de heer van der Lande mü reeds te voren het gesprek van d'en vorigen dag had me degedeeld en dit gesprek door den heer mr. van Groenendael geheel bevestigd en herhaald werd, kon ik aan den ernst daarvan niet twii- felen. Ik achtte het dan ook mün plicht als burgemeester van Limfourg's hoofstad de in die hoedanigheid boven mü staande regeerings- personen daarmede in kennis te stellen. Strea g verbod. Men schrijft ons: Aan het personeel der Nederlandsehe spoor wegen is uitdrukkelijk verboden plaats-, rij- wi elk aarten, e.d. voor eigen rekening aan het publiek ten verkoop aan te bieden Anders dan aan de plaatskaarten- en bagageloketten mogen ze door bet daar dienstdoend© perso neel niet worden verkocht. e Tegen fraude. Teneinde fraude met dc spoorwegabonnementen tegen te gaan zullen op ongeregelde rijden alle houders van abonnementskaarten gecontroleerd en de kaarten nagefeien worden. CRISl^AANGELEGENHEDEN. Onze steenkolenpositie. De kolen- positie wordt Iets gunstiger, schrijft het Hbl. Maandag is, zooals men weet, het eerste scMp met Amerikaaneche kolen (7550 ton), de Amsteldijk, binnengekomen. Bovendien wordt dagelijks 1400 ton uit DuitscMand aangevoerd. jen slotte is er alle Teden te verwachten, dat dezer dagen een beslissing vallen zal wat aangaat den aanvoer van steenkool uit' België, waartegenover, zoo deze plaats heeft, uitvoer van vee zal staan. Het betreft hier een vrij aanzienlijke hoeveelheid, dat ech ter niet van zeer goede hoedanigheid' is. ENFANT TERRIBLE. Pietje (komt met glunderend gezicht naar huis): O, mama, vandaag hebben wij iets heerlijks gespeeld: Brievenbesteller; en aan alle huizen in de straat hebben wij echte, heusche brieven gestopt. Zoo, zegt mama, maar waar hebben, jullie die brieven dan vandaan gehaald? Maar, mamaatje, die waren toch in jouw schrijftafel met een rose lintje samen gebonden! VERRADEN. De man, die de pacht van dé boerin inde, was op een avond overvallen, neergeslagen en van het geld dat Mj bij zich droeg, beroofd. Als verdacht van dpzen roof werd een man aangehouden, die echter ondanks alles, hardnekkig bleef ontkennen. Alles wat de getuigen vertelden, heette hij liegen. Tijdens het verhoor vroeg de rechter aan den mishandelde hoeveel geld hij bij zich had, toen hij beroofd werd, Tweehonderd gulden, was 't antwoord. Alweer een leugen, brulde de beschul digde verontwaardigd. Hij had nog geen honderd gulden bij zich. DIENSTBODENNOOD. Mevrouw. Bet, als j© 'n vrüex hebt moet je met Januari vertrekken. Bet. Goed mevrouw. Ik kan all© dagen ©en andoren dienst krijgen; maar niet zoo gauw oen anderen vrijer. ROM.vn UIT HET POOLSCH. 16 ^rrt uwe vrouw 1) daarvan, Vroeg 'o',,: ,r het hoofd op te lichten. LuciUa GmnctlUa reeds heJ. huLS haars vadc b uggekeerd. Daar zij inzag dat armoede n-ontbering haar wachten, bewilligde 7i?1(1°r eenigeu tegenstand in de scheiding- Hv vrij. Zij zwegea eeQ hjd ian^ D nam .Tullia weder het woord. Is er dan. in Rome geeu vermogend jong meisje of weduwe, die den naam van een Quinctiliör waardig is? Zeker, daar zijn er vele, maar wie zou haar lot willen toevertrouwen aan de_ vroolijken praetor, zooals men mij in jg stad noemt? Slechte de dochter van een belastingpachter is door den purperzoom zoo verblind, da,t zij niet den drager daar onder ziet: Overigens, beste Tullia, als wij ons hielden aan de vooroordoelen onzer va deren, dan hadden wij heden ten dage geen groote keuze meer. Patriciërs met .voorva- 1 deren als de onze zijn er tegenwoordig te Rome in zoo gering aantal, dat zij in den vloed der rijk gewórden vrijgelatenen spoor loos verdwijnen. Zelfs de Antoniërs 2), die thans den heerscherszetel innemen, kunnen hun stamboom niet opvoeren tot de konin gen van Alba, zooals wijeen groot deel der tegenwoordige senatoren stamt af van plebejers en vrijgelatenen, hoewel Griek- sche heraldici voor hen voorvaderen onder de goden weten op te duiken. De patri cische geslachten zijn, zooals u bekend is, bijna geheel en al uitgestorven of ten minste aan het kwijnen. Niet slechts door de oor logen, maar ook door de vogelvrijverkla ringen en wraakoefeningen van Caligula, Nero en Domitianus zijn ze van het levens- tooneel weggerukt; de overgeblevenen zijn in nood en ellende ten gronde gegaan. Er zijn nog zoo weinigen van ons overgeble ven, dat men ze allen in één huis zou kun nen bergen. Onverstandig zou het dus zijn in dezen engen kring zich als een rups in to spinnen. Do tegenwoordige purperdra gers, de consuls, censprs, praetors, aedillen en tribunen zij zijn allen hommes novi, nieuwe menschen, zooals zelfs de plebejers hen noemen, hunne traditie reikt niet ver der dan tot het dorde of vierde geslacht. Tegenstand onzerzijds ware nutteloos. Een nieuwe tijdgeest baant over ons zijn weg, als over lijken, als wij onze levenssappen niet hernieuwen met het geld der parvenu's. Publius doet heel anders, voerde Tul lia aan. O, Publius is een spooksel uit do tijden der koningen» een burger van het houten Rome. Ik echter ben een kind van de gouden, marmeren, weelderige wereld- stad. Weder drukte hij Tullia's handl aan .zijne lippen on vleide: Sla het niet af, lieve Tullia. Zoudt gij dan willen, dat ik in djen bloei mijner jaren zelfmoord pleegde? Marcus 1 En toch zou dat zeker geschieden, want ik kan en wil niet zonder een groot vermogen leven. Vergeet niet/- dat Livia's driehonderd millioën hare afkomst bedek ken; Rome vergeet, dat deze geldwolven vrijgelaten slaven zijn, Driehonderd millio,en3) sestertiën, lis pelde Tullia. Ja, de schurk heeft Germ'anië tot dit bedrag bestolen. Hij heeft de piid|delèn om zich een stamboom t o verschaffen die; tot Jupiter opklimt. Het is dus onvermijdelijk. Stemt gij er mede in? Gij dreigt immers met zelfmoord. Ik. dank u, liefste Tullia. Ik dacht wel, dat uw trots zou buigen voor de ijze ren noodzakelijkheid... Sta mij nu echter töe, afscheid te nemen, want ik heb mijn laatste krachten "uitgeput om ji te overtui gen. Het schijnt, dat slapelooze nachten mij reeds beginnen te vermoeien. Plotseling weerklonken uit den tuin door dringende jammerkreten. Gij liebt een slavin laten tuchtigen? vroeg Marcus onverschillig. - De strijkster heeft mijn kleed verbrand, antwoordde Tullia, zich op de sofa neder zettend. Beveel den oppasser zoo te slaan, dat er geen been- óf armbreuken ontstaan, want Marcus Aurclius begint medelijden te krij gen met de slaven. Dat is ook weer een zonderlinge nieuwigheid... Ik wensch u een aangenamen dag; vergeet mijn raadgevin gen niét. JV.ees een matrone, zie eens hier, zoo En nadat hij Tullia een kus op de hand liad gegeven, verwijderde hij zich langzaam met overdreven waardigheid stappend cn de beweging van een zwaan, over-de opper vlakte van het water glijdende, nabootsend. Op den drempel keerde hij zich om. Tot weerziens, matrone van het hou ten Rome. Tot weerziens,, vroolijke deugniet. En zij lachten elkander welwillend toe. Nadat de bezoeker zich verwijderd had, ging Tullia in gemakkelijke houding op de sofa zitten en nam ,een boek, in ivöor gé- bonden, ter hand. Het was getiteld] „Ars amandi" 4) van Ovidius. De kreten der getuchtigde slavin werden middelerwijl zwakker; zij gingen in een, nu en dan door een heftig snikken onder broken, jammeren over, tot zij volledig weg stierven. Verdiept in 't hoofdstuk van „Ars aman di", waarinde middelen aangegeven werden om mannenharten te veroveren, had Tullia niet bemerkt, hoe door de deur, welke de eetzaal met den zuilenhof verbopd, een vrouwelijke gestalte binnengekomen was, evenals Tullia zelve in een wit kleed met breede purperzoomen gehuld. Eerst toen hare schouders door zachte .vingeren be roerd werden, blikte jzij op. 1) Bij de Romeinen kwamen veel echt scheidingen .voor, soms om de nietigste ra denen. 2) De drie R-omeische keizers uit het ge slacht van Antonius; Antonius Pius, Marcus Aurelius die van 161180 na Chr. regeer de en diens zoon Commodius. 3) Ongeveer 67 millioen gulden. (Eoh 4) De kunst om te beminnen. belaclitige som in dien tijd. Een sestertie was ongeveer. 22% ct, '(Wbrdit vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 5