NIEUWE HAMtL COURANT
binnenland
P
sn en om Haarlem
WAT DE PERS ZEGT
VROOLIJK ALLERCEt
FEUILLETON
0e Ondergang van een
Wereldmacht.
Donderdag 16 lanuari - Tweede Blad
VERKEER EN POSTERIJEN
'I
WIE ZIJN DE SCHULDIGEN?
Nog een paar scheutjes olie in de anar
chistische hel, die nu boven Europa laait,
en de wereldmacht is in handen van dieven
en moordenaars!
Vermakelijk is de domme verbazing waar
mede de eerzame „bourgeois" van dit gru
welijk gebeuren kennis neemt en, wanneer
straks de revolutie brandt in rijn eigen
huis, zucht: hoe is het mogelijk?
Wat deed hij echter om d,e voortwoe
kering van het kwaad te stuiten? Dient hij
de hand niet in eigen boezem te steken en
zich mede-schuldig te verklaren aan het ge
lukken van den misdadigen opzet?
Wanneer jongens een nest horzels me£
een stok omwoelen en gij laat toe dat dit
in uw bijzijn gebeurt, dan moet gij u niet
verbazen zelf door een der dieren te wor
den gestoken.
En toch: zoo doen zelfs de heeren, dje>
bij een mogelijk gelukken van de revolutie,
het eerst aan de beurt zouden komen voor
afrekening met de geweldenaars.
Zeer juist wees president Wilson er op
in zijn boodschap aan het congres om de
aanneming van het honderd miilioenen ere
miet te bevorderen, dat afwering van den
hongersnood het beste, het eenige middel
is om het voortwoekerend kwaad van het
Bolsjewiswe in te dammen.
Doch klinkt zoo iets niet naïef nadat
vier jaren lang het oorlogsmonster over
het oude Europa is losgelaten? Nadat met
alle verfijnde middelen der wetenschap ge
tracht is den honger te brengen, niet alleen
in het oorlogvoerende Europa, maar ook
in de niet strijdende landen?
Inderdaad is er èen Hercules noodig om
den ontketenden revolutiedraak weer aan
banden te leggen. Wij hopen dat het ge
lukken zal, doch welk een ontzaglijke schuld
laden degenen op zich die het beest los
lieten, het ophitsten en aanvuurden, wan
neer zij straks niet meer in staat zouden zijn
het ondier te temmen.
In Haarlem gaat het niet beter toe.
Met groote machtsontplooiing en vertoon
van kracht zijn wij er in November in ge
slaagd het revolutiebeest te bedwingen, doch
het neerslaan van dien draak is geen sport.
[Beter is het zelfs het zaad niet tot ont
kieming te laten komen.
In dit licht gezien komt ons het gedrag
van velen onzer medeburgers onbegrijpelijk
Voor.
De ontevredenheid, die tot de revolutie
Voert, wordt bijna methodisch aangekweekt
en in de hand gewerkt; met haast kinder
lijke zorgeloosheid laat men zich voor den
jrevolutionnairen zegewagen spannen.
(Wij noemen enkele feiten.
Vanuit Haarlem gaat nu weer de stoot
tot oprichting van een „landelijk comité van
actie van oud-verlofgangers."
'Over het doel, dat dit comité zich. stelt,
(vergoeding voer hen, die reedp vroeger
met klein verlof gingen) -willen wij het
piet hebben. Daartegen gaat ons verzet niet.
Maar wel hebben wij bezwaar tegen den
yorm, waarin .die actie gevoerd wordt.
Begrijpen dan de katholieken, die in dat
"comité zitting hebben en den eersten oproep
zelfs onderteekenden; begrijpen die onrioo-
zele katholieken nog niet dat zij misbruikt
worden om socialistische en revolutionaire
Bamenzweringen te smeden?
Zijn zij dan nog niet wijzer geworden,
ha de ervaring opgedaan met den Bond
Van Landweerplichtigen?
Dezelfde heeren, die daarvan de groote
woordvoerders waren, spelen ook hier weer
de eerste viool en het slot was dat die Bond,
onder ach en weegeroep van de katholieken
die er in waren, geheel in socialistisch vaar
water kwam.
Wij beginnen te denken aan een misdadi
gen opzet van die heeren om met zoet ge
fluit op die manier katholieken voor socia
listische propaganda te spannen.
Hebben de katholieken Zondag j.l'. op dje
vergadering in Schoten dan niet gemerkt dat
de leiding feitelijk in handen der vrijen, d.
W. z. der revolutionairen was? Voelden zij
dan niet dat zij straks „de straat zullen
worden opgestuurd" om te betoogen voor....
de revolutie!
Onze katholieke mannen behooren in dat ge
zelschap niet tehuis.
•Willen zij een rechtvaardige aotie voeren,
ctam belet niets hum diat te doen in een katho
lieke vereeniiging. Dat is hun plicht ma den
dwimgenden oproep van het doorluchtig Episco
paat om zich! in R.-K. organisaties te vereeni-
gen. Wat belet hun zich te wenden b.v. tot het
R.-K. Vakbureau met verzoek zulk een zaak in
handen te nemen? Beter dan al dat plaatselijk
'gepeuter, is de zaak dan meteen landeliik.
f L—
Dat onze R.-K. mannen zich echter wachten
voor wolven in sch a ap sk loeder en.
Dat is één feit.
Er is nog meer.
Voor de vergadering der revolutionairenj
waar de heeren Wijnkoop en de Visser gisteren
avond hun opruierstaaltje uitbraakten, was af
gestaan niets meer of minder dam.de groote
zaal der Sociëteit „Vereenigimg." een sooieteit-
nota bene waarvan tal van katholieken lid zii n
De heer Dr. Timmer, voorzitter der sociëteit
verzekerde ons onlangs eens» dat hij de sociëteit
beschouwt als één gróót gezin, waarvan hij de
vader en de leden de kinderen zijn.
Wij kunnen ons daarom zoo goed voorstellen
dat de heer Timmer, als vader van a'at gezim
de heeren revolutionairen, die om een verga
derzaal in zijn huis kwamen vragen, met een
allerinnemendst gelaat tegemoet trad en tot
hen zeide:
>,Komt binnen heeren Bolsjewiki, ik zal a ue
mooiste en grootste zaal van mijn huis, tevens
de mooiste en grootste zaal onzer et ad geven,
waar u rustig kunt vergaderen: ik zal de
kachel laten aanmaken en om u niet te storen
nóch ik. nóch een der leden van mum gezin
zullen bij uw beraadslagingen tegenwoordig
zijn. U kunt dam rustig overleggen op welke
vlugste en amusantste wijze u mij en miim kinde
ren (wij komen'er immers „bougeois" als
wij zijn voor in aanmerking?aan.de hoogste
boomen van den sociëteitstum zult opkn'oopen,
wanneer uw revolutie ex eenmaal is.'
Is het geen dwakheid, dat deze vijanden
van elke geordende maatschappij en van elk
fatsoenlijk mefiseh, op deze wijze worden tege
moet gekomen: dat men in zun eigen huis Iaat
beslissen dat men zelf den kogel verdient?
Het Hikt ons dwaas te vragen dat do katho
lieke leden zullen protesieeren tegen het afstaan
der zaal, want ook de protestantsoke en ook de
liberale leden hebben reden verontwaardigd te
zün dat in de groote zaal der sociëteit „Ver-
eendging" een vergadering van Bolsjewiki is
gehouden
Nog meer.
In naam der hooggeroemde vrijheid van het
woord en der neutraliteit stellen onze Haarlem-
scbe collega's de kolommen hunner „neutrale"
organen open om het gif dat door de heeren
op die vergaderingen en bij alle mogelijke gele
genheden wordt uitgespuwd, netjes op te nemen
en verder te brengen. Dat is verdraagzaamheid
en zij slikken op den koop toe» dat zii door de
heeren op die vergaderingen tot op het hemd
worden uitgekleed: dat rondweg wordt aanbe
volen die „prullen" niet meer te lezen.
Als dankbare wederdienst staat den volgen
den avond een welverzorgd gekuischt verslag
van het gesprokene in het blad.
Gold het een andere zaak, men zou zulk een
slavenwerk, kruiperij noemen. Maar het aandeil!
dat èn zaalverhuurder en persorganen, in het
voorbereiden der revolutie, hebben is onbere
kenbaar en straks vallen er dooden en gewonden
om de aldus gekweekte revolutie te bezweren.
Ter bestrijding van de onmaatschappelijke
denkbeelden der heeren leest men in die bladen
niets. Zii laten dat liever aan Met-neutrale
organen over.
Stelselmatig en onverantwoordelijk wordt de
ontevredenheid aangewakkerd.
•Wii lazen dezer dagen heit verslag van een
nquête over woningtoestanden in eender bladen
en kwamen daarbij b.v. tot de ervaring, dat
geïnterviewd was een huisgezin.' dat door alle
iiu a rlcmsciifl huiseigenaars goboyoot wOTdt.
omdat het honderden guldens huur schuld heeft
bij verschillende verhuurders, thans in een
noodwoning der gemeente leeft, en ook daar
roede ruim 60 huurschuld heeft alhoewel de
verdiensten ruim zijn), omdat het redeneer,
geen huur te moeten betalen, wiil de gemeen
schap voor huisvesting moet zorgen.
Met angstvallige nauwkeurigheid werden in
dat interview nochtans alle gemotiveerde en
ongemotiveerde klachten en nonsens, alle grie
ven en grdefjes van de bewoners vastgelegd en
den (w. o. ook onontwikkelden) lezers te. slik
ken gegeven.
Is dit kweeben van revolutionairen?
Wie draagt do schuld, wanneer de revolutie-
bacil om zich heen blijkt te grijpen als de
Spaansehe Griep
Mocht men toch. ook in Haarlem, eens over
tuigd raken, dat het heter is de revolutie te
breken met andere middelen dan met mitrail
leurs en vlammenwerpers.
Men vergete toch niet dat revolutionairen, de
vijanden zijn onzer samenleving, ónze vijanden
met wie te schipperen, heulen is met den
vijand.
EENHEID TEGEN DE REVOLUTIE.
Ook de „Nieuwe Crt." verheelt hare be
zorgdheid over de naaste toekomst niet.
„Het blijft af te wachten schrijft het
Haagsche orgaan of het revolutionnaire
offensief zich het eerst in een aanval op
regeeringsgebouwen, op vitale bedrijven of
op in economisch opzicht belangrijke pun
ten zal openbaren, dan wel zich meer ge
leidelijk zal ontwikkelen uit tijdelijke voed,-
selschaarschte, uit stakingen, of uit andere
economische verwarring, maar zeker is het,
dat er meer waarschijnlijkheid is vóór den
aanval dan daartegen."
Het blad dringt aan op scherpe controle
op de vreemdelingen, op waakzaamheid te
gen gevaarlijke elementen en op eenheid in
de voorbereiding van het verweer.
Over die eenheid laat de „N. Crt." zich als
volgt uit:
„De eenheid, die wij' bedpelen, kan ner
gens anders liggen -dan in het ministerie
van Binnenlandsche Zak on, wellicht ter
zake bijgestaan door een daarvoor ge
vormd, niet te groot, college. Voorberei
ding, toezicht en verweer moeten daar
geconcentreerd worden en diaar behoort
de beschikking te zijn over de krachten,
welke men voor al die bemoeiingen zal
behoeven. Wordt aldus gehandeld, dan zal
men de toekomst, met meer gerustheid
kunnen tegemoetgaan dan bij de ver
brokkeling, die nu heerscht.
Wat omwenteling beteekent, dat' lezen
wij tweemaal per dag in de courant: ont-
eering van de nationale gemeenschap,
dwingelandij, geweld, vernieling, gebrek,
ellende en dood,- kortom rampen, die in
geen generatie zijn goed te maken.
Waarlijk, wij vragen ons af, of er één
onderwerp is, dat meer onmiddellijk de
aandacht der Regeering vraagt dan de
afwering der catastrophe, die thans in
Europa bezig is groote volken te gronde
te richten."
De yoorloop j g 6 vredescon
ferentie. Het Nederlandsehe Comité
van Vrouwen voor Duurzamen Vrede, zond
een telegram hij de opening van de voor-
loopige vredesconferentie te Parijs, waarvan
de vertaling aldus luidt:
„Het Ned er 1, Comité van Vrouwen voor
Duurzamen vrede, zendt een welkomstgroet
aan de voorloopigie vredesconferentie te
Parijs, en drukt zijn vaste overtuiging uit,
dat de besprekingen zullen leiden tot een
rechtvaardigen en duurzamen vrede, waar
door alle naties zullen geraken tot den bloei,
welke zoo noodig is voor het heil der mensch-
heidV
Het Tweede Kaxno r-g e b o u w
Tijdens het jongste reces zijn in het Tweede
Kamer-gebouw eenige veranderingen aange
bracht Zoo zijn 5n de nissen achter do voor
zitterstafel de banken weggenomen en zijn
een tweetal tafels met stoelen in stijl er voor
in de plaats gebracht voor de hoofdambtena
ren, die de ministers bij zuiver technische
onderwerpen van advies zullen dienen Bij
de journalistenkamer is een verbouwing
aangebracht, waardoor de journalisten bij
een comité-generaal, hun kamer van huiten
af kunnen bereiken, zoodat zij niet meer bui
ten het gebouw behoeven te vertoeven.
Het Rijkspaspoortenbureau.
Men schrijft ons uit Den Haag: Blijkens-een
groot aantal verzoeken om inlichting, het
welk bij bet nieuw ingestelde Rijkspaspoorten
kantoer te 's-Gravenihage inkomt, schijnt bij
vele landgenooten de meening te bestaan,
als zouden Nederlanders van de Nederland
sehe relgeering vergunning behoeven om van
uit het buitenland in Nederland te mogen
terugkeer en. Deize meenig is onjuist.
De dienst van het Rijkspaspoortemkantoor
betreft enkel vreemdelingen, dus niiet Ne
derlanders, ook Mei-Node rlanders, die ziieh
raar het buitenland wenschen te begeven.
Sinds 5 November j.l. kan een vreemdeling
slechts aanspraak maken op toelating van
uit den vreemde tot ons land, indien bij in T
bezit is van een paspoort, afgegeven door
een door ons erkende regeering en voorzien
van bet visum van een onzer gezanten,
consul-generaal of consuls, welke ambtena
ren zulk een visum slechts verleen en, na be
komen machtiging van het onder het De
partement van_ Bultendandsehe Zaken ressor-
teorende RijkspafipoortenkantoiOT. Een
vreemdeling dus, die toelating tot ons land
wenscht, zal zich in net buitenland dienen te
wenden tot een dier autoriteiten onder op
gave van doel van zijn komst en moeten
wachten, totdat bh de beslissing zal hebben
vernomen of, en zoo ja, voor hoelang bij in
ons land zal mogen verblijven. De vreem
deling, die na 15 h°vember j.l. zonder gevi
seerd paspoort naar ons land reist, zal due
aan de grens niet worden doorgelaten, en de
vreemdeling, die ®.a November j 1 in ons
land mocht zijn binnengekomen en zonder
geviseerd paspoort wordt aangetroffen, stelt
zich aan ommi ddel luk o verwijdering bloot
Elk in ons land verblijvende en toegelaten
vreemdeling die v00r forten termijn naar het
buitenland wil gaan, met de bedoeling weer
naar Nederland terug te keoren, kan zich
tot bet Rfjkspasp001''°"kantoer. Van Imhoff-
plein no. 12, wenden met bet verzeek op zijn
geldende paspoort, dot geviseerd moet zijn
door den consul van hef rijk, waarheen hij
zich wenscht te begeven, een visum voor
terugkeer naar Nederland te mogen bekomen
Hij moet het paspoort daartoe aan dit kan
toor opzenden, onder opgave van den tijd
duur gedurende welke hij zich in het buiten
land wenscht op te houden; ook kan hij zich
persoonlijk onder aanbieding van het pas
poort, daartoe aan het kantoor aanmelden
das voormiddags tuseeben 10%11K uur of
des namiddags tusschen 1%3 uur. De vreem
deling, die ons land wil verlaten met de be
doeling niet terug te keer en, heeft daartoe
van het Riikspaspoortenkantooj geen ver
gunning noodig. Hii zii echter indachtig, daf
elke vreemdeling die ons land verlaat, aan
de grenswacht zijn eigen identiteitskaart of
cotntrolepas moet afgeven, welke kaart of
pas eerst voor vertrek naar bet buitenland
moet zijn afgestempeld dooi- de politie van
de gemeente waar hij het laatst nachtverblijf
houdt. Ofschoon ook het aantal aanvragen
om toelating zeer groot is (sinds 15 November
toch, werden hij na 9000 gevallen behandeld)
is het door uitbreiding van personeel moge
lijk geworden, thans binnen 1 of 2 dagen op
een ingekomen aanvraag ^beslissing te nemen.
DE ZAAK-VAN GROENENDAEL.
In de „Limburger Koerier" schrijft de heer J.
G'. L. van-üer Lande:
„Op den 29 November had ik een bespreking
als president-commissaris der na ami. venn. Ber
gerode met mr. dir. H. van Groenendad ten
kantore dier vennootschap te Heerlen.
Daar stelde ik de vraag „wat er wel zou ge
beuren met liet contract» da* Bergerode afge
sloten had met de NederlandBche regeering, be
treffende de levering van bruinkool". „Ik stelde
die vraag ter loops, omdat in die dagen in de
buitenJandsche pers steeds meer en luider stem
men opgingen om Limburg aan Nederland te
ontrukken, aan welke stemmen ik tot op den dag
waarop dit gesprek gevoerd werd, zeer weinig
waarde hechtte. In dat gesprek maakte ik de
opmerking» dat die voor ons vaderland rampza
lige plannen van het buitenland ook wel eens
een streep door onze rekening konden halen.
Mr. van Groenendael gaf dadelijk als ziin
meening te kennen, dat een toevoeging van
Limburg aan België voor de N.V. Bergerode
niet dan voordeelige gevolgen kon hebben,
vooral ook omdat dan geen oorlogswinst meer
betaalde behoefde to worden.
Ten stelligste hestre.d ik zulks. Ik oordeelde,
dat het een ramp voor Nederland en, ook voor
Berger ode zou zijn; en ook, dat de bevolking er
zich tegen zou verzetten. Mr. van Groenendael
antwoordde hierop: de meeste Limburgers wil
len afscheiding van Limburg. Limburg behoort
in geen enkel opzicht tot Nederland: geolo
gisch, geografisch» ethnologiech behoort het tot
België. De bevolking wii weer Belgisch worden.
De propaganda, die hiervoor gemaakt wordt,
bewijst zulks."
Hü noemde toen als plaateen. waaT vtoor die
afscheiding gepropageerd .werd. o.a. die buurt
van Weert en Maastricht.
Ik gaf hem krachtig te kennen, dat, waar hem
©en oWgeliik© aotie bekend was» hii verplicht
was deze actie den kop in te drukken. Integen
deel, aldus mr. v. Gr„ „ze moet flink bevorderd
worden, ik zelf steun ze ook."
Heel wat overredingskracht wendde ik aan
om liem te overtuigen, dat afscheiding Van
Limburg hoogst nadeelige gevolgen zou héb
ben, dat hü als Nederlander zün plicht ver
zaakte door dergeliiken steun, dat hii ook als
directeur van Bergerod© zoo iets niet doen
mocht. Ik kon hem niet bekeeren. Ontstemd
verliet in hem.
Den volgenden dag. mr. v. Gr. had dus allen
tijd gehad zich te kunnen bedenken, eiprak ik
mr. L. B. J. van Oppen, burgemeester van
Maastricht en commissaris van Beargerode. Ik
achtte mii verplicht, waar hier zulke hooge be
langen op het spel stonden, dit onderhoud aan
mr. van Oppen mede te doelen.
Deze stond er versteld van. Ik verzocht toen
mr. v. O. om mr. v. G. ook van ziin kant aan
hot verstand te brengen, dat hü ziin propaganda
voor afscheiding van Limburg moest «taken.
Mr. v. O. bad echter even weinig succes als de
ondergeteekende. In het gesprek, dat daarop
ontstond, Waarbü ook tegenwoordig was de heer
A. L. M. van de Lande, herhaalde hii wat Mi
den vorieen dag tegen over mii verklaard had
en voegde er nog aan toe. dat ook in de omge
ving van Roermond,- in Thorn actie gevoerd
werd voor afscheiding van Limburg. Hij be
vestigde toen woer, dat Mi die actie bevorderde.
Mr. v. O. vroeghem toen. boe Mi zoo iets durfde
doen en hoe hü zulks in overeenstemming kon
brengen met ziin eed als Nederlandsch Kamer
lid afgelegd. Hierop antwoordde Mi: „Pardon,
ik ben avant-tout Limburger." Mr. v. O. bracht
hem het verkeerde van zün standpunt nogmaals
onder het oog. Mr. v. Gr. bleef zün standpunt
krachtig verdedigen en zedde ten slotte. ,.d!at
hii ziin voorvaderen toch niet mocht desavou
eer en, die goed en bloed vedi h adden gehad' voor
Limburg."
Mr. V. O. bleef betwisten, dat er in Limburg
veel sympathie'voor afscheiding bestond-.
Toen herinnerde ik mij» dat mr. v. Gr. ©enige
dagen vóór dit gesprek verzocht was als direc
teur tegenwoordig te ziin op ©en vergadering
van Bergerode, en dat Mi toen getelegrafeerd
en geschreven had verhinderd te zün, „daar Mi
voor belangrijke zaken naar Brussel moest." Het
origineel van dezen brief is in handen van de
rüksrecherche. Ik hoop de woorden juist te heb
ben weergegeven. Daarom vroeg ik hem, of ziin
reis naar Brussel ook met die actie in verband
stond, waarop hü antwoordde, „dat zulks er ook
wel mee in verband kon gestaan hebben."
Beide gesprekken werden met den meosten
ernst gevoerd.
Er stonden trouwens zulke hooge vaderlandr
sohe belangen op het spel, dat geen der aanwe
zigen ook maar een oogenblik aan „badinage"
gedacht heeft, zoo als mr. v. Gr. zich naderhand
tracht te verdedigen.
He was bovendien niet de eerste keer, dat hii
zich in on-Nederlandschen geest uitliet. Zün
houding en woorden in bovenvermelde gesprek
ken en ook daarvóór wairen zoo» dat niet ano'ers
kon gedacht worden of Mi was bezig deze door
feiten te bevestigen, in daden om te zetten.
Wanneer het nu waar is. wat de bladen dezer
dagen vermeldden, dat een gerechteliik onder
zoek van deze zaak geen aanleiding heeft ge
geven om mr. v. Gr. strafrechtelük te vervolgen,
dan wiil ik daarover mün groot© vreugde uit
spreken. Voor hein, voor Limburg, voor geheel
Nederland is het beter.
Doch mr. v. Gr.'s uitlatingen tegenover ons
en zün verklaringen in de Tweede Kamer zün
dan voor ons een raadsel geworden, een
raadsel, dat een psychiater misschien zal kun
nen oplossen.
De burgemeester van Maastricht, mr. van
Oppen, teekent bü dit stuk aan:
Voor zooverre in het bovenstaande stuk
sprake is van een gesprek, waarbü ook de heer
A. van der Lande en ondergeteekende tegen
woordig waren, stel ik er prijs op te verklaren,
dat het vorenstaande geheel juist is.
Waar de heer van der Lande mü reeds te
voren het gesprek van d'en vorigen dag had me
degedeeld en dit gesprek door den heer mr. van
Groenendael geheel bevestigd en herhaald
werd, kon ik aan den ernst daarvan niet twii-
felen. Ik achtte het dan ook mün plicht als
burgemeester van Limfourg's hoofstad de in die
hoedanigheid boven mü staande regeerings-
personen daarmede in kennis te stellen.
Strea g verbod. Men schrijft ons:
Aan het personeel der Nederlandsehe spoor
wegen is uitdrukkelijk verboden plaats-, rij-
wi elk aarten, e.d. voor eigen rekening aan het
publiek ten verkoop aan te bieden Anders
dan aan de plaatskaarten- en bagageloketten
mogen ze door bet daar dienstdoend© perso
neel niet worden verkocht.
e
Tegen fraude. Teneinde fraude
met dc spoorwegabonnementen tegen te gaan
zullen op ongeregelde rijden alle houders van
abonnementskaarten gecontroleerd en de
kaarten nagefeien worden.
CRISl^AANGELEGENHEDEN.
Onze steenkolenpositie. De kolen-
positie wordt Iets gunstiger, schrijft het Hbl.
Maandag is, zooals men weet, het eerste
scMp met Amerikaaneche kolen (7550 ton),
de Amsteldijk, binnengekomen. Bovendien
wordt dagelijks 1400 ton uit DuitscMand
aangevoerd.
jen slotte is er alle Teden te verwachten,
dat dezer dagen een beslissing vallen zal
wat aangaat den aanvoer van steenkool uit'
België, waartegenover, zoo deze plaats heeft,
uitvoer van vee zal staan. Het betreft hier
een vrij aanzienlijke hoeveelheid, dat ech
ter niet van zeer goede hoedanigheid' is.
ENFANT TERRIBLE.
Pietje (komt met glunderend gezicht naar
huis): O, mama, vandaag hebben wij iets
heerlijks gespeeld: Brievenbesteller; en aan
alle huizen in de straat hebben wij echte,
heusche brieven gestopt.
Zoo, zegt mama, maar waar hebben,
jullie die brieven dan vandaan gehaald?
Maar, mamaatje, die waren toch in
jouw schrijftafel met een rose lintje samen
gebonden!
VERRADEN.
De man, die de pacht van dé boerin inde,
was op een avond overvallen, neergeslagen
en van het geld dat Mj bij zich droeg,
beroofd. Als verdacht van dpzen roof werd
een man aangehouden, die echter ondanks
alles, hardnekkig bleef ontkennen. Alles wat
de getuigen vertelden, heette hij liegen.
Tijdens het verhoor vroeg de rechter aan
den mishandelde hoeveel geld hij bij zich
had, toen hij beroofd werd,
Tweehonderd gulden, was 't antwoord.
Alweer een leugen, brulde de beschul
digde verontwaardigd. Hij had nog geen
honderd gulden bij zich.
DIENSTBODENNOOD.
Mevrouw. Bet, als j© 'n vrüex hebt moet
je met Januari vertrekken.
Bet. Goed mevrouw. Ik kan all© dagen ©en
andoren dienst krijgen; maar niet zoo gauw
oen anderen vrijer.
ROM.vn UIT HET POOLSCH.
16
^rrt uwe vrouw 1) daarvan,
Vroeg 'o',,: ,r het hoofd op te lichten.
LuciUa GmnctlUa reeds heJ. huLS
haars vadc b uggekeerd. Daar zij inzag
dat armoede n-ontbering haar wachten,
bewilligde 7i?1(1°r eenigeu tegenstand in
de scheiding- Hv vrij.
Zij zwegea eeQ hjd ian^ D nam
.Tullia weder het woord.
Is er dan. in Rome geeu vermogend
jong meisje of weduwe, die den naam van
een Quinctiliör waardig is?
Zeker, daar zijn er vele, maar wie
zou haar lot willen toevertrouwen aan de_
vroolijken praetor, zooals men mij in jg
stad noemt? Slechte de dochter van een
belastingpachter is door den purperzoom
zoo verblind, da,t zij niet den drager daar
onder ziet: Overigens, beste Tullia, als wij
ons hielden aan de vooroordoelen onzer va
deren, dan hadden wij heden ten dage geen
groote keuze meer. Patriciërs met .voorva-
1 deren als de onze zijn er tegenwoordig te
Rome in zoo gering aantal, dat zij in den
vloed der rijk gewórden vrijgelatenen spoor
loos verdwijnen. Zelfs de Antoniërs 2), die
thans den heerscherszetel innemen, kunnen
hun stamboom niet opvoeren tot de konin
gen van Alba, zooals wijeen groot deel
der tegenwoordige senatoren stamt af van
plebejers en vrijgelatenen, hoewel Griek-
sche heraldici voor hen voorvaderen onder
de goden weten op te duiken. De patri
cische geslachten zijn, zooals u bekend is,
bijna geheel en al uitgestorven of ten minste
aan het kwijnen. Niet slechts door de oor
logen, maar ook door de vogelvrijverkla
ringen en wraakoefeningen van Caligula,
Nero en Domitianus zijn ze van het levens-
tooneel weggerukt; de overgeblevenen zijn
in nood en ellende ten gronde gegaan. Er
zijn nog zoo weinigen van ons overgeble
ven, dat men ze allen in één huis zou kun
nen bergen. Onverstandig zou het dus zijn
in dezen engen kring zich als een rups in
to spinnen. Do tegenwoordige purperdra
gers, de consuls, censprs, praetors, aedillen
en tribunen zij zijn allen hommes novi,
nieuwe menschen, zooals zelfs de plebejers
hen noemen, hunne traditie reikt niet ver
der dan tot het dorde of vierde geslacht.
Tegenstand onzerzijds ware nutteloos. Een
nieuwe tijdgeest baant over ons zijn weg,
als over lijken, als wij onze levenssappen
niet hernieuwen met het geld der parvenu's.
Publius doet heel anders, voerde Tul
lia aan.
O, Publius is een spooksel uit do
tijden der koningen» een burger van het
houten Rome. Ik echter ben een kind van
de gouden, marmeren, weelderige wereld-
stad.
Weder drukte hij Tullia's handl aan .zijne
lippen on vleide:
Sla het niet af, lieve Tullia. Zoudt
gij dan willen, dat ik in djen bloei mijner
jaren zelfmoord pleegde?
Marcus 1
En toch zou dat zeker geschieden,
want ik kan en wil niet zonder een groot
vermogen leven. Vergeet niet/- dat Livia's
driehonderd millioën hare afkomst bedek
ken; Rome vergeet, dat deze geldwolven
vrijgelaten slaven zijn,
Driehonderd millio,en3) sestertiën, lis
pelde Tullia.
Ja, de schurk heeft Germ'anië tot dit
bedrag bestolen. Hij heeft de piid|delèn om
zich een stamboom t o verschaffen die; tot
Jupiter opklimt.
Het is dus onvermijdelijk.
Stemt gij er mede in?
Gij dreigt immers met zelfmoord.
Ik. dank u, liefste Tullia. Ik dacht
wel, dat uw trots zou buigen voor de ijze
ren noodzakelijkheid... Sta mij nu echter
töe, afscheid te nemen, want ik heb mijn
laatste krachten "uitgeput om ji te overtui
gen. Het schijnt, dat slapelooze nachten mij
reeds beginnen te vermoeien.
Plotseling weerklonken uit den tuin door
dringende jammerkreten.
Gij liebt een slavin laten tuchtigen?
vroeg Marcus onverschillig.
- De strijkster heeft mijn kleed verbrand,
antwoordde Tullia, zich op de sofa neder
zettend.
Beveel den oppasser zoo te slaan, dat
er geen been- óf armbreuken ontstaan, want
Marcus Aurclius begint medelijden te krij
gen met de slaven. Dat is ook weer een
zonderlinge nieuwigheid... Ik wensch u een
aangenamen dag; vergeet mijn raadgevin
gen niét. JV.ees een matrone, zie eens hier,
zoo
En nadat hij Tullia een kus op de hand
liad gegeven, verwijderde hij zich langzaam
met overdreven waardigheid stappend cn
de beweging van een zwaan, over-de opper
vlakte van het water glijdende, nabootsend.
Op den drempel keerde hij zich om.
Tot weerziens, matrone van het hou
ten Rome.
Tot weerziens,, vroolijke deugniet.
En zij lachten elkander welwillend toe.
Nadat de bezoeker zich verwijderd had,
ging Tullia in gemakkelijke houding op de
sofa zitten en nam ,een boek, in ivöor gé-
bonden, ter hand. Het was getiteld] „Ars
amandi" 4) van Ovidius.
De kreten der getuchtigde slavin werden
middelerwijl zwakker; zij gingen in een,
nu en dan door een heftig snikken onder
broken, jammeren over, tot zij volledig weg
stierven.
Verdiept in 't hoofdstuk van „Ars aman
di", waarinde middelen aangegeven werden
om mannenharten te veroveren, had Tullia
niet bemerkt, hoe door de deur, welke de
eetzaal met den zuilenhof verbopd, een
vrouwelijke gestalte binnengekomen was,
evenals Tullia zelve in een wit kleed met
breede purperzoomen gehuld. Eerst toen
hare schouders door zachte .vingeren be
roerd werden, blikte jzij op.
1) Bij de Romeinen kwamen veel echt
scheidingen .voor, soms om de nietigste ra
denen.
2) De drie R-omeische keizers uit het ge
slacht van Antonius; Antonius Pius, Marcus
Aurelius die van 161180 na Chr. regeer
de en diens zoon Commodius.
3) Ongeveer 67 millioen gulden. (Eoh
4) De kunst om te beminnen.
belaclitige som in dien tijd. Een sestertie
was ongeveer. 22% ct,
'(Wbrdit vervolgd.)