Kill IMIL (HUH binnenland in en om Haarlem Parlementaire Kroniek. .De Ondergang van een FEUILLETON iVROOLUK ALLERÜEI Dinsdag 21 Januari - Tweede Blad De achtste afdeeling der haar- LEMSCHE GEMEENTESECRETARIE Gebrek aan voortvarendheid zal niemand ons ftaarlemsch gemeentebestuur met reden kunnen Vprwijten. Met tact en een diep inzicht in de beboetten van onzen tijd, past het zich bij de Mch snel wijzigende tijdsomstandigheden aan en In laat Haarlem aan de spits marcheeren der beest vooruitstrevende en meest op de hoogte van haar tijd zijnde gemeenten. Zoo konden wij dezer dagen de instelling mei van de achtste aldeeling ter gemeentesecre- iy die speciaal belast wordt met de behande- van de sociale aangelegenheden. Niet dat er tot nu toe geen kwesties van socia len aard in Haarlem behandeld zijn de tal rijke voorstellen van B. en W. op dit gebied keren het anders maar de vlugge afwerking Van allerlei, menigmaal urgente, onderwerpen kwam zeer dikwijls tusschen den overvloed van paperassen van allerlei aard op de andere afdee- lingen in het gedrang. Dit zal met de nieuwe instelling anders worden. Wij hadden dezer dagen een onderhoud met den heer Mr. J. B. Bomans, die deze nieuwe tak van dienst onder zich heeft gekregen, en onze wethouder was zoo welwillend een en ander daarover mede te deelen, Aanleiding tot de instelling der achtste afdeeling, aldus de wethouderwas de voortdurende uitbreiding van de inmenging der gemeente in sociale aangelegenheden, niet het minst blijkende uit de instelling van de com- missiën van overleg voor ambtenaien en weik- lieden. Reeds tijdens het leven van burgemeester Sandberg weid ik belast met dezen tak van beinoeims en zou de titel van wethouder voor de bedrijven zijn gewijzigd in dien van wethouder van arbeid en bedrijven, ware 't niet dat Haarlem geen ofiicieele titels kent. Mede om de voortdurende uitbreiding der overheidsbemoeienis op sociaal terrein, werd )ok door mij aangedrongen op de stichting van ten achtste afdeeling, die voor sociale aange legenheden. Dit plan sluimerde en werd daardoor nieuw teven ingeblazen. Waar de heer de.Landmeter was benoemd tot vast secretaris van de beide commissiën van georganiseerd" overleg en reeds alle loonkwesties behandeld had, was hij aange legd om op te treden als hoofd der nieuwe ifdeeling, waarbij echter de woningdienst (de arbeid, voortvloeiend uit de Woningwet) niet is ondergebracht. Deze bleef ressorteeren onder den leer Meemvsen (7e afdeeling). De oprichting der achtste afdeeling verdient alle toejuiching m. i., daar meerder personeel beschikbaar komt voor de vaardige afwerking van deze belangrijke zaken en constanter arbeid kan geleverd worden. Ofschoon Leiden reeds vroeger onder Mr. Aalberse den eersten wethouder van sociale aan- rreleoenheden gekend heeft, mag toch gezegd worden, dat ook in dit opzicht Haarlem, vergele ken bij andere steden, niet ten achter staat. Nadat de heer Bomans ons nog terloops had medegedeeld, dat de commissiën van overleg 10 Februari zullen women gein&taileerd, vroegen Wij den wethouder inlichtingen over den omvang van deze nieuwe wethouderstaak en naar het ei genlijke werk der nieuwe afdeeling- „De taak van mijn opvolger bepijd ik met, antwoordde de heer Bomans, „want die is zeer omvangrijk. Ik noem b.v. alleen maar den ar beid voortvloeiend uit ambtenaren- en werklie denreglement (scheidsgerecht), het werk dat de commissiën van overleg zullen geven en vooral de behoefte, gelijken tred te houden met 't Rijk, wat aangaat de moderne opvatting van sociale aangelegenheden, zooals de invoering van den acht-urigen werkdag, het collectief arbeidscon tract enz. Maar..." voegde de heer Bomans er lachend aan toe, „wanneer met de uitbreiding der gemeente een vijfde wethouderszetel mogelijk is, dan zal zeer zeker arbeid en bedrijven allereerst in aanmerking komen voor. splitsing.'' Tot zoover de heer Bomans. Men ziet hieruit, van hoe groot belang de splitsing is, die tot stand gekomen is, en men mag B. en W. hulde brengen, dat zij ook in dezen met recht den „polsslag van den tiid" hebben gevoeld. De nieuwe afdeeling wordt gehuisvest ra het jieuwe gedeelte van het Raadhuis. DEN HAAG, 19 Januari 1919. Mag ik mij even voorstellen? Hagenaar, van beroep luistervink, «spaar mij uwe minachting ten opzichte van mijn maatschappelijke positie, want mijn „luisteren" >s verachtelijk als gij schijnt te veronderstellen. Ik oefen mijn be roep n.m.l. met een groot aantal medeplichtigen uit en ons „luisteren" geschiedt met ofschoon niet altijd met v° t^essemuys en proiessor visser van i beluisterden. Eu bovendien duizende^* uitersten raken elkaar toch altijd, oefen ik ten uwen gerieve en v©" om/xnaem' - - anderen uit. Gij zult mij begrepen hebben: op de perstribunes van Sta ten-Generaal, van Eerste en Tweede Kamer vervul ik voor u een luister post. Zooals de Perzische Satraap zijn ambte naren had, die in de provincie van zijn uitgestrekt rijk voor hem rondzagen en die hij daarom zijn „oogen'' noemde, zoo kunt gij zeggen: ik heb in de Eerste en Tweede Kamer mijn „ooren" en wat die daar opvangen brengt Hagenaar mij weke lijks in de „Nieuwe Haarlemsche Courant" over. Van de week heb ik u veel te vertellen. Wel heeft de Tweede Kamer slechts drie dagen en de Eerste in het geheel niet vergaderd; toch is er veel gewichtigs verhandeld. Zooals gij uit het Kamerverslag reeds gezien hebt, hebben de hee- ren in Den Haag de begrooting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen behandeld, althans ten deele. Voor het eerst treedt voor deze on schatbare volksbelangen een afzonderlijke Minis ter naar voren, dr. de Visser, lid van heb Chris telijke Kabinet, een man van groote begaafdhe den, een der eerst aangewezenen voor. deze moei lijke functie. Welk een gelukkige keuze heeft onze premier Jhrs. Ruiis de Beerenbrouck gedaan met aen heer de Visser aan te zoeken voor minister van On derwijs. Gij moet den waardigen man zien en hooren in de Kamer, om dat te begrijpen. Voor de minste opmerking heeft hij een open oor; alles onderzoekt hij minitieus; elke bemerking van een Kamerlid acht hij gewichtig genoeg om er zijn aandacht over te laten gaan en dan ant woordt hij beschaafd en hoffelijk, welwillend en zooveel mogelijk tegemoetkomend. De heer De Visser heeft dan ook het zeldzame voorrecht ge had niet slechts door de leden der rechterzijde, maar zelfs door de liberalen en vrijzinnig-demo craten te worden verwelkomd. Ja, onder de sociaal-democraten heeft hij vrienden, zou men bijna^ zeggen, wanneer men het zakelijk debat tusschen hem en b.v. de roode heeren Gerhard en K. ter Laan, Zaandam's burgemeester, hoort. Alleen met de bolsjewiki had Dr. De Visser het deze week even aan den stok, en toch ging ook dat op een fijne manier. Ik vertel u daar straks van. Ja. Dr. De Visser is de geknipte man voor Onderwijs, voor Kunsten en Wetenschappen 1 Reeds vóór de parlementaire Kerstvacantie is Dr. De Visser even in het krijt geweest, toen o. m. de voorzitter van den rooden Onderwijzersbond, de heer Ossendorp, tegen hem, of liever tegen het bijzonder onderwijs, van leer trok. Deze week begonnen wij met de voortzetting der onderwijs debatten en „Het Volk" had gezorgd voor het voorspel. Dinsdag nl. zou de Kamer weer voor het eerst bijeenkomen; en Maandagavond had het socialistisch hoofdorgaan een artikel, waarin „de heeren uit den Haag" bedreigd werden met alle verschrikkingen, welke het Nederlandsche revolutieblad maar over iemands hoofd kan af bidden, wanneer de Kamer deze week weer ver prutste en verpraatte met allerlei nietsnuttige onderwijs-, kunsten- en wetenschapsdebatten in plaats van te denken aan de voedselvoorziening en de sociale wetgeving. Deze bedreiging was natuurlijk gericht tegen de rechterzijde en de rechtsche Regeering. Maar het roode blad dacht in zijn doldriftigheid er niet aan, dat er ook socialisten en vrij-socialisten in de Kamer zitten en dat ook die wel eens een enkele maal zich bezondigen aan het verpraten van den nationalen tijd. En nu, aan het einde der week, nu de begroo ting van Onderwijs enz. nog niet geheel is afge handeld, hebben wij de moeite genomen na te gaan, welk© spaarzaamheid de roode groep bij de debatten heeft betracht. Drie dagen slechts heeft de Kamer vergaderd, zonder avondzitting, en in die drie vergaderingen hebben van de socialisten 10 sprekers het woord gevoerd, terwijl de club der bolsjewiki in haar geheel optrad: Wijnkoop, Kolthek, dominee Kruyt en Dr. van Ravesteijn. Van deze heeren voerde Dr. van der Waerden driemaal, de felle heer Ossendorp zes maal, burgemeester ter Laan acht maal, de heer Gerhard elf maal en de heer Wijnkoop elf maal het woord. Van verkwisting van den nationalen tijd gesproken Maar laat ik mij haasten u iets van de debat ten en derzei ver resultaten te vertellen, want mijn beschikbare ruimte is slechts beperkt. De voor naamste dag was Dinsdag en de inzet was al bijzonder fraai, zoo iets van een motregen in den vroegen- Ochtend, wanneej; gij den vorigen avond \vr- eens lekker een dagje uit te gaan. i z,0ucen aaa „Onderwijs" beginnen; maar jawel, daar kwam David Wijnkoop de orde ver storen met de vraag, of hij deze week nu eens ue Regeenng mocht interpelleeren over de niet- toelating van een gezant der Russische bolsje wiki ra ons vrije Nederland. De Kamer, die zich het vorig kwartaal door dezen revolutionair al veel te veel heeft laten terroriseeren, maakte er nu kort en krachtig een eind aan en stelde met groote meerderheid vafi stemmen de interpellatie voor onbepaalden tijd uit. Davidje had een hope- looze poging gedaan om zijn interpellatie na de behandeling van hoofdstuk X (Landbouw, Handel en Nijverheid) vastgesteld te krijgen. En daarbij had hij den steun behalve van zi|n eigen vrienden en de socialisten, ook van de vrij zinnig-democraten ende deftige vrij-liberale Dresselhuys en professor Visser van IJzendoorn. uitersten raken elkaar toch altijd. Maar ook toen nog was die baan voor bet onderwijs-debat niet vrfj. De voorzatter stelde voor om Vrijdag geen openbare zitting te hou den, maar daa ondermeer hef" salariewetje, Vlat den nood der bijzondere onderwijzers moet lenigen, in de afdeeilingen te behande len. Maar ja wel; daar kwam onze geachte Gedeputeerde, de heer Ketelaar-, met een klein bezwaar. Laten wij daar nn veertien dagen mee wachten, smeekte hij. Wat zijn nu veer tien dagen; wij kunnen dam eerst eens de or ganisaties over het wetsvoorstel hooren. Maar 'de Katholieke heer Bulten diende hem van repliek. Dat weten wij immers al jaren, nrijn- heer Ketelaar, wat „de Bond" daarover denkt! En de bijzondere om dei-wijzers hebben geen behoefte meer om gehoerd te worden; die heb ben nu klinkende munt en geen praatjes meer noocllg. Met behu-lp van enkele liberalen, wist de rechterzijde dé valstrik van den beer Ketelaar te ontkomen, zoodat onze bijzondere onderwijzers nn zeer epoedlig kunnen verne men, welk deel van bet parlement hum eerlijk bezoldigen wil. Wat bet bijzonder onderwijs niu wel te hopen heeft van deze Kamer? De Hemel beware ons, dat wij niet aam de socialisten worden overgeleverd. Want o, zij zijn zoo voor gelijk heid voor allen; maar wee ons, wanneer het op de pract-ijk aankomt! Daar hadt gij het nieuwe roode lid De Jonge uit Maastricht Met een gezicht^ alsof gy niet weet wat jok ken is, staat hij in de Kamer te vertellen, dat de Eerw- Broeders der St. Vincenitdns- seholen in Zuid-Limburg de jongens om de ooren slaan, of de kinderen op andere wijze lastig vallen, wanneer zij vernemen, dat hun ouder® lid zijn van een socialistische coöpera tie of iets dergelijks. mam staat dan te orakelen voor heel het land. dat de bijzondere school domkoppen en achterblijvers kweekt en dergelijke fraaiheden meer. Gelukkig heb ben wij kerels in de Kamer, die huu-sadmietje staan. De heer Bulten blies met de stukken im de hand, het lenden-praatje van den rooden jonker ten onderste boven eu de vurige pala dijn baron van Wijnbergen, had direct de statistieken bij de hand cm aan te toonen, dat Limburg ten opzichte van de volksontwikke ling een zeer goed figuur maakt. Wanneer gij tellen gaat. waar de meeste amalpkabeten wonen, komt-eerst Drenthe, dan komen nog vier andere provincies, en Limburg eerst op de zesde plaats. Het vermakelijkste is de socialisten te hoo ren beweren, dat zij eigenlijk altijd voor ge lijkstelling van hijzonder en openbaar onder wijs rijn (geweest: dat hebben zij nl. vastge legd in een z-g. Groninger-motie. De rechter zijde heeft de gelijkstelling echter nooit ge wild, omdat zij daarin znlk een moot politiek wapen zag! Dat kwam de heer K. ten* Laan deze week neg eens zonder blikken of blozen vertellen. Maar men wist zijm geheugen spoe dig op te frisschen met de herinnering aan wat Troelstra eenmaal in „Eet Volk" schreef, dat ml. die Groninger-motie niets anders was dan taktiek om de Christelijke arbeiders te lokken.... En ook kon men den heer Ter Laan verwijzen naar de prachtige rede van zijn vriend Ossendorp, die even vóór Kerst mis in de' Kamer de „neutrale" school tegen over de bijzondere door dik en dun had ver dedigd. Toen werd het den rooden heeren te har en "kwam do Kottcrdaxnsohe socialist De Zeeuw verklaren, dat de socialistische Kamer fractie ondanks de rode van Ossendorp, voor vrijheid van Ondierwijs was! Daar stond Os sendorp heelemaal alleenja, dat wil zog gen, de tactiek eidhte, dat de soci's in de Ka mer hem loslieten. Maar omdertussohen is hij toch maar de bezoldigde voorzitter van den machtigen rooden onderwijzersbond en heeft duizenden achter zich. Ik kan n verder vertellen, dat de liberalen en vrijzinnig-democraten blijkens hun woord voerders, nog wel aan de gelijkstelling van bijzonder en openhaar onderwijs vast houden. Hoewel aarzelend kwam toch zelfs een oud© palstaander als de liberale beer De Muratt zuks verklaren. Maar wij dienen op. onze hoede te blijven; de heeren hebben weer een verschil ontdekt tusschen den tekst van het nieuwe* Grondwetsartikel 192 en, h-at rapport van de b evredigingscom missi e. Minister De Visser zal dat zaakje wel opknappen, dat kunt gij aan hem overlaten. Maar zoo taood'ig ver tel ik n daarvan later wel meer. Een belangrijke zaak is nog de uitbreiding van den leerplicht. Gij weet, dat deze ica het nieuwe program dear Katholieke Staatspartij is opgenomen. I&. partij denkt men daarover niet eenstemmig en de partij van Minister De Visser de Christ. Historische, is eigenlijk in beginsel tegen leerplicht. Toch zullen wij uitbreiding van den lcerp'Mchtigen leeftijd tot het veertiende jaar krijgen en voor een conflict in de rech terzijde bestaat E^11 ^ees. Do nieuwe tijd immers eischt volksontwikkeling, willen wij aanstonds krachtig staan in den wnourrentio- etrijd der naties. Het standpunt van Minister De Visser hieromtrent is dit: do Staat kan leerplicht eischen zÜn standpunt uit, waartegenover het individu een recht om te kunnen leeren laat gelden. Maar, wanneer deze beiden zich al te schrap tegenover elkaar stellen, dan komt het ouderreoht In het ge drang. -Vooral landbouwers kunnen hun. kin deren op bepaalden tijd nooit missen. En nn overweegt de Minister of hij bij wijze van overgangsmaatregel het landbouwverlof ge durende zekeren termijn nog zal handhaven, óf dat hij het Zwitsersche stelsel volgen zal en nl. langer zomer-vaeantie's za.1 invoeren en dan het aantal verplichte lesuren niet meel per week maar per jaar zal vaststellen. Ziedaar enkele grepen uit het onderwijs debat Er zon nog heel wat over te vertellen rijn. Wanneer gij Minister De Visser zijn program hoort verklaren gij hebt dat vroe ger gelezen dan krijgt gij bewondering voor dezen man, om zijn architecten-talent en om zijn ideaal. Hij wil het Nederlandsche onderwijs opbouwen volgens de historische lijn en aanvullend, wat onvolgroeid bleef. Het lager onderwijs moet omhoog, moet op zich zelf een geheel vormen en tot zijn recht ko men, opdat 'n arbeidersj ongen na zijn school tijd met voldoend© ontwikkeling de wereld kan ingaan. De jorjgens met goeden aanleg, die willen doorstndeeren, maar wier ouders daarvoor geen.geld hebben, wil de Minister in de gelegenheid stellen verder te gaan en daarvoor heeft hij reeds 100.000 op zijn be- grooting uitgetrokken. Het middelbaar onderwijs zal hervormd worden en ook het hooger en het landbouw onderwijs heeft de volle aandacht van dezen bewinds-man. Daarover vertel ik n nog wel een volgende maal. De departements-ambtenaren en de inspec teurs kunnen niet genoeg doen om het ideaal van dr. De Visser te verwezenlijken. nl. zoo goed mogelijk onderwijs voor allen. En daar voor krijgen wij een onderwijsraad, bestaande uit de beste opvoeders uit ons land, die den Minister kunnen voorlichten en helpen in het volbrengen van zijn zware taak. Bijna heel het parlement staat bewonderend voor den reuzenarbeid welke deze regeering ten opzichte der volksontwikkeling gaat on dernemen, al wil elk lid zijn waardeerinjg dan niet onverholen laten blijken vanwege „de politiek". Maar het respect sprak nu en dan uit den mond der socialisten. Alleen de bolsjewiki willen natuurlijk van het selioone plan en deizen geordenden arbeid niets weten. Wünkoop's compagnon dr. Van Ravesteyn noemt het hijzonder onderwijs het slechtste onderwij®, dat maar te denken is en kent maar één goede school, ml. de staats school, die voor allen gelijk is» de z.g- een- heid&school. Minister De Visser zag dezen bolsjewiek fijntjes mee dat de revolntionnairen ons altijd betben verweten, dat wij zóóveel over de vrijheid dachten, dat wij nimmer kwamen aan de gelijkheid; maar dat wij den revolntionnai ren kunnen verwijten, dat zij steeds zoo een zijdig tuurden op de gelijkheid, dat zij voor de vrijheid niets gevoelen. En wij zouden aan dit hoffelijk wooord van dr. De Visser deze meer nuchtere opmerking kunnen toevoegen: meneer Van Ravesteyn, het Nederlandsche volk heeft de eenheids worst maar even geproofden te zwaar bevonden aan de eenheidssigaar rijn wij mim- mer toegekomen; ook nw eenheldssehoot lus ten wij niet, zoolang wij vrije Nederlanders z5inl HAGENAAR. HET BOLSJEWISTISCH GEVAAR. Uit verschillende steden van oa® land ko men berichten omtrent maatregelen, wefflk© de autoriteiten genomen hebben met het ootg op eventueel© revolntionnaire agitatie. Ook te Amsterdam zijn de autoriteiten op mogelijke gebeurtenissen ten volle voorbe reid. Er hebben besprekingen tusschen den bur gemeester, den hoofdcommissaris van politie den procureur-generaal en de militair© ver heid plaats gehad. Kwaadwilligen, die iets dwaas in den zin zonden voeren© zullen baj hun oexffte op trod en wel bemerken, dat het gezag een wakend oog houdt. Elk begin van een oproerige beweging zal met kracht worden tegengegaan. Ook is gezorgd, dat hij een mogelijke aan slag op de oommunioatie-maddelen, de autori teiten langs draadloozen weg met elkander in verbinding kunnen blijven. Zoo is on. op het gebouw van de Ned. Bank een mast voor de radiotelegrafie opgericht. Het Kamerlid Henri Her mans. Naar het „Limh. Dagbl." uit goede bron verzekert, is het bericht, dat het Kamer lid Henri Hermans benoemd zou zijn afe hoofdredacteur van het R.-K. volkedagblad, dat te Rotterdam zal verschijnen zeer voor barig. De gouverneur-generaal Naar aanleiding van opnieuw m Indische bladen voorkomende geruchten, dat de Gouveroeur- Generaal zon aftreden, heeft het „Vad. on be voegde kringen inlichtingen ingewonnen en kan mededeelen. dat daar van een spoedig aftreden niets bekend was. Men achtte het er zeer onwaarschijnlijk, dat graaf van Limburg Stirum in tijden als deze zijn poet zou vera ten. Geruchten over aftreden hebben ook gel«-o- pen toen de Gouverneur-generaal rijn fnnotid ongeveer een half jaar bad waargenomen en rijn toen ook onjuist gebleken. VERDACHTE VREEMDELINGEN. Te Rotterdam werden gisteren 200 vreem delingen, die zich niet voldoende Jegititnee- ren konden, aangehouden, 19 Russen zijn naar Bergen gebracht, 7 Duitschera worden over Zevenaar over de grens gezonden. Eeni- ge Russen gaan voorloopig naar Wieriker- schans. Het grootste gedeelte der overigen is vrijgelaten tot het' tweede transport Rus sen naar Danzig gaat. Naar het „Hbld." ver neemt, zal aan de Russen en vreemdelingen van andere nationaliteit, die hier te lande worden aangehouden op vermoeden dat zy met politieke oogmerk611 in Nederland ve** blijven, de Wierikersehans als bopaald verblijfplaats worden aangewezen. De Haagsche politie_heeft weder drie Rus sen, die hiaar veivaclit voorkwamen, in be waring gesteld. Tot de vreemdelingen, die zijn aangehou den, behoort, naar het „Vaa." meldt, de heer Chelgonoff, president der Russische vereeni- ging in Den Haag. REVOLVERS GESTOLEN? Aan het „Centrum" kwam ter oore. dat- aan ide Rijkeartillerie-in richtineen nabij de Hem- brusr dezer dacen 5000 revolvers ziin Bestolen. Naar de zegsman van het blad beweerde..zou den het Duiitsche revolvers zijn. afkomstig van de ontwapening der door Limburg getrokken Duitsehe troepen. 800.000 KRIJGSGEVANGENEN VAN DUITSCHLAND NAAR NEDERLAND. Men meldt uit Enschedé aan de „Msb." Tusschen de Nederlandsche en de desbetref fende rogeeringen worden thans onder]-and©- linden fi^voerd ovor li-et doorvoeren vanuit Duitechland van 800.000 krÜRSffovan^ente w. 750.000 j lissen, 30,000 Grieken en 28.0-X) Rnmeniers. Al deze gevangenen vertoev„r o, het oogenblik nog in de verschillende Duitse' gevangenkampen. Komt men tot overeenstem ming (en daartoe beetaat veel kans) dan zulL) deze gevangenen uitsluitend hier en te 7ene naar over de grens worden geleid. Ensohert is im de eerste plaats aangewezen, omdat deze plaats gelegen im de onmiddellijke nabijheid der grens, bovendien beschikt ovex tal van m. me (fabrieksgebouwen en een omts«nettings>imiriohting heeft, waarin oer dag moeerdere duizenden per :nen kunnen worden ontsmet. Wanneer men na gaat cfat 't doorvoeren van de 80.000 Engel- sahe, Fransche, Belgische e.a. krijgsgevangenen ongeveertwee maanden heeft aangehouden, dam zal de te verwachten doorvoer, wanne..: men aanneemt dat de helft over Emsahedó komt. ongeveer 10 maanden aanhouden. Even tueel zullen de Russen, na van hier per sch„ naar Noorwegen te ziin vervoerd, do reis ver der oyer land voortzetten. De Grieken en Rume- niëre zullen natuurlijk over zêe naar huu vaderland vervoerd worden. Oo(« gezant te Boekarest. Dr. Hendrik P. N. Muller is benoemd tot Harej Miaiesteits minister-resident met den persoon lijken titel van buitengewoon gezant en gevol machtigd minister to Boekarest. i.'Rj N :.N< riLir.CE.SHEDEN. Steenkolen uit Belg 16. Naar da „Meb." verneemt, ia men in' princdepo tot over eenstemming gekomen in zaken ds c terhanda- lingen over den ruil van Nedarlandoohe koeien tegen Bolgieche steenkolen. Deze aangelegen heid wordtt op hot oogenWik verder in stuode genomen. Deze rtudd© duurt wel zeer lang. De leerindustrie. Naar do „NedL Lederindustrie" meodeelt, ia o.m. de volgende overeenkomst mot Engeland getroffen: Er ziin aam Nederland toegewezen 18.400 ton looima- teriaal (otp beats vam 80 pot. tanime) plus 300 ton boohrornaat. Hot wordt per kwartaal ver strekt; is het in oen kwartaal niet per eigen stoomschepen gehaald, da wordt het afge schreven. Omdat de leernood zoo dringend is, hebben de Engelecho autoriteitm ons land oen ostra rantsoen toegekend vam 4000 ton looistof, dal op Emgelsche booten kam worden verscheept Zonderr tegenprestatie zouden' geïmporteerd kunnen worden 160.000 Indttsche 360.000 Ar- gentiinohe en andero huidon. voider eventueel AAN ZIJN WOORD GEHOUDEN. Lomperd? Dat zeg je tot mij? Neem' dait woord terug- Ik neem nooit iets terug. Als dat zoo ia leen me dan een tientje. GEVAT» Klant (woedend): Kijk eens, hoe die broek gekrompen Is. Dat had jij van te voren moeten weten. Kleerenkoopman: Ben ik een wee*. profeet ROMAN UIT HST POOLSCH. ï^aarover heb ik reeds nagedacht! tha^ Germanen richtten hunne eChrt jjg naai* het Kapitool. overal*!?0' bewoog zich intusschen verö0' de hooat!7onderJag en v«wejike«b b e van liet mansoieum van i A u 'iLSli.^^öcclator de dragers toe. Ttff Wenkte mj recktóaf. - -IVaar do villa van Tullia Oorneha1 De nicht van Marcus QuinctiJiu® waóhttc naar Romeinsche zede sedert den vroegen borgen op liefc bezoek harer toekomstige Verwante. Vroeger dan gewoonlijk met baar toilet en haar ontbijt gereed, bad rij zich naar de ontvangzaal begeven, waar zij luis terde naar Hipparchos, die baai- een Griek- selien „roman" voorlas. Evenals in hiel huis van Publius Quincti- hus stonden ook liicr aau beide zijden van den ingang kasten met wassonbusiten, welke d« yjow-vadcren van het geslacht der £Jor- ne ïfers verbeeldden. Een rij van consuls, pi aetoren en tribunen zag op Tulia, neder, •e schilderijen aan de marmeren wanden steiden veldslagen en triomftochten voor. j echter ook alles wat aan den ouder dom van het geslacht der Corneliërs her innerde. In plaats van harde zetels van eikenhout stonden hier, tot rusten uitnoo- digend, met zijde overtrokken sofa's, welke net veel smaak waren gerangschikt om oen gioep van palmen en bloemen in het mid- ..eriP*er ^aal. Waar in de oud-Romeinsche i 1T?e j de altaarhaard stond, ontsprong w-iipr'1^ k°P van een Amorbeold rozen geur Vulde zaa' net een bedwelmenden etVTs?e ''iejcschc schrijvers van u worden tiid wn^erv?'0Hder' nerkte Tullia op. Al- hliif va rei3avorituren, schipbreuken, ver- piimriA„n eea ninnend paar op onbekende gehoord honderdmaal heb ik dat reeds AaTi hef do verliest nooit de bekoring hn&d, antwoordde de filosoof. Meent ge? rT weet het, moesteres. G Pafi'icische beurde het hoofd en hare oogen ontmoetten de bewonderende blikken van den Griek. do brieven aan den opzichter van het landgoed reedp verzonden, vroeg Tul- «a» ©enigszins gestreeld. Zooals gij bevolen hebt, antwoordde de filosoof, zich over de papierrollen bui- Ik hoor de schreden van Marcus Quinctilius. Ik heb u piet meer noodig, gij kunt gaan. Op het oogenblik dat Hipparchos op stond, kwam Marcus binnengeloopen. Thans was hij uitgerust, frisch, geheel in het wit van den gepoederden schedel tot aan de wit-geschoeide voeten. Zijn armen, waarvan do haren zorgvuldig waren verwijderd, wa ren getooid met kostbare armbanden. Hij spreidde den geur van Oostersche reukwer ken om zich heen. Ik kom u ter hulpe, zeide hij, Tullia de hand kussend. Want ik vrees, dat de glans van Fabius' goud u niet, als de Afri kaansche zon, zal kunnen betooveren. Hij komt met zijp ganseden hofstoet; ik heb hem reeds in de verte gezien, Tullia vertrok het gezicht een weinig. Gij spot met alles, merkte zij op. Hebt met alles gespot, wilt gij zeggen. Ik begin reeds in te zien dat het leveö niet zoo vroolijk is, als het mij onlangs nog toegeschenen heeft. Er is veel, dat mij niet langer boeit en het minste genoegen vind ik wel in het gezelschap van zulke Fabiërs en hunne dochters; maar ik ben gewoon nooit rugwaarts te zien, als ik eenmaal be sloten ben, voorwaarts te gaan. Op den drempel verecheen de nomen- elator en kondigde aan: De uitstekende Lucius Fabius Pom- ponius Furio Julius Caesar Claudius Anionius 1 lach te Marcus, toen de dienaar verdwenen was. Hij heeft reeds vier namen voor zich bedacht en in een Egyptische kraam twee kasten met voorvaderen gekocht. Ik ben overtuigd dat over een jaar een of andere Grieksche wijze zijn geslacht van Rómulus zeiven doet ontspruiten, en de wereld zal het gelooven, zoolang de nieuwe patriciër zijn stamboom met goud vergulden kan. Gij flioogt mij wel dankbaar wezen, dat gij aan zulk een voor name familie vermaagschapt zult worden. Marcus, spot alleen met u zeiven, riep Tullia met bestraffenden blik op hem neder- ziende. Het gordijn werd opgeheven en binnen trad met vasten tred Fabius, zijne dpchter aan de hand. Hij was in een vlekkeloos witte toga» die omboord wan met den emaillen zoom van dien ridderstand, gekleed. Met den scherpen blik zijner kleine» doordringend© oogen, sloeg hij de hooge gestalte der patri cische vrouw gade. Een oogenblik weifelde Tullia, besluite loos wat zij doen zou. Maar snel wist zij zich te beheerschen. Met do ongedwongen heid, eener hooge dame, naderde zij mot een nietszeggend lachje Livia en haar voor hoofd met de lippen beroerend, zeide zij: Wees welkom in het huis der Oor- neliërs. De gade van mijn lieven neef zal mij steeds een welkome gast zijn. De buigingen van Fabius met een korte nijging beantwoordend, noodigde zij do gas ten met een lichte handbeweging tot zit ten uit en zette zich zelve ook neder. ,Het gele, door een sterken haviksneus en een breeden mond ontsierd© gezicht van Fabius. drukte met een lachje tevredenheid over deze ontvangst uit. De goden' hebben ons een schoonen dag geschonken en sdujnan de verbinding onzer huizen te willen begunstigen, ving hij In de Grieksche taal aan. De Jeugd, die haar jonkvrouwelijke droonien op hot altaar vaa Hymanl) ne- darlegt, wordt eteeds door welwillend go» den met goede voorteokenen verblijd» ante woorddo Tullia rich tot Livia wendend. Hare woorden riepen op het gericht vart het meisje geen blos to voorschijn, ofachtxm de bruid eerst zestien jaren te ld©. Ik zal er zorg voor dragen, dat dfi goed ei voorteekona niet bedriegen, antwoordde Mar cus achteloos. t In deze woorden lag zooveel beslistheid) dat Tullia het jonge meisje wat scharpee bezag. - .1) God des buwelftks. 20 (W«fdf wwhi)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 11