Kill IMIL (HUH
binnenland
in en om Haarlem
Parlementaire Kroniek.
.De Ondergang van een
FEUILLETON
iVROOLUK ALLERÜEI
Dinsdag 21 Januari - Tweede Blad
De achtste afdeeling der haar-
LEMSCHE GEMEENTESECRETARIE
Gebrek aan voortvarendheid zal niemand ons
ftaarlemsch gemeentebestuur met reden kunnen
Vprwijten. Met tact en een diep inzicht in de
beboetten van onzen tijd, past het zich bij de
Mch snel wijzigende tijdsomstandigheden aan en
In laat Haarlem aan de spits marcheeren der
beest vooruitstrevende en meest op de hoogte van
haar tijd zijnde gemeenten.
Zoo konden wij dezer dagen de instelling mei
van de achtste aldeeling ter gemeentesecre-
iy die speciaal belast wordt met de behande-
van de sociale aangelegenheden.
Niet dat er tot nu toe geen kwesties van socia
len aard in Haarlem behandeld zijn de tal
rijke voorstellen van B. en W. op dit gebied
keren het anders maar de vlugge afwerking
Van allerlei, menigmaal urgente, onderwerpen
kwam zeer dikwijls tusschen den overvloed van
paperassen van allerlei aard op de andere afdee-
lingen in het gedrang. Dit zal met de nieuwe
instelling anders worden.
Wij hadden dezer dagen een onderhoud met
den heer Mr. J. B. Bomans, die deze nieuwe tak
van dienst onder zich heeft gekregen, en onze
wethouder was zoo welwillend een en ander
daarover mede te deelen,
Aanleiding tot de instelling der achtste
afdeeling, aldus de wethouderwas de
voortdurende uitbreiding van de inmenging der
gemeente in sociale aangelegenheden, niet het
minst blijkende uit de instelling van de com-
missiën van overleg voor ambtenaien en weik-
lieden. Reeds tijdens het leven van burgemeester
Sandberg weid ik belast met dezen tak van
beinoeims en zou de titel van wethouder voor de
bedrijven zijn gewijzigd in dien van wethouder
van arbeid en bedrijven, ware 't niet dat Haarlem
geen ofiicieele titels kent.
Mede om de voortdurende uitbreiding der
overheidsbemoeienis op sociaal terrein, werd
)ok door mij aangedrongen op de stichting van
ten achtste afdeeling, die voor sociale aange
legenheden.
Dit plan sluimerde en werd daardoor nieuw
teven ingeblazen. Waar de heer de.Landmeter
was benoemd tot vast secretaris van de beide
commissiën van georganiseerd" overleg en reeds
alle loonkwesties behandeld had, was hij aange
legd om op te treden als hoofd der nieuwe
ifdeeling, waarbij echter de woningdienst (de
arbeid, voortvloeiend uit de Woningwet) niet is
ondergebracht. Deze bleef ressorteeren onder den
leer Meemvsen (7e afdeeling).
De oprichting der achtste afdeeling verdient
alle toejuiching m. i., daar meerder personeel
beschikbaar komt voor de vaardige afwerking
van deze belangrijke zaken en constanter arbeid
kan geleverd worden.
Ofschoon Leiden reeds vroeger onder Mr.
Aalberse den eersten wethouder van sociale aan-
rreleoenheden gekend heeft, mag toch gezegd
worden, dat ook in dit opzicht Haarlem, vergele
ken bij andere steden, niet ten achter staat.
Nadat de heer Bomans ons nog terloops had
medegedeeld, dat de commissiën van overleg 10
Februari zullen women gein&taileerd, vroegen
Wij den wethouder inlichtingen over den omvang
van deze nieuwe wethouderstaak en naar het ei
genlijke werk der nieuwe afdeeling-
„De taak van mijn opvolger bepijd ik met,
antwoordde de heer Bomans, „want die is zeer
omvangrijk. Ik noem b.v. alleen maar den ar
beid voortvloeiend uit ambtenaren- en werklie
denreglement (scheidsgerecht), het werk dat de
commissiën van overleg zullen geven en vooral
de behoefte, gelijken tred te houden met 't Rijk,
wat aangaat de moderne opvatting van sociale
aangelegenheden, zooals de invoering van den
acht-urigen werkdag, het collectief arbeidscon
tract enz. Maar..." voegde de heer Bomans er
lachend aan toe, „wanneer met de uitbreiding der
gemeente een vijfde wethouderszetel mogelijk is,
dan zal zeer zeker arbeid en bedrijven allereerst
in aanmerking komen voor. splitsing.''
Tot zoover de heer Bomans.
Men ziet hieruit, van hoe groot belang
de splitsing is, die tot stand gekomen
is, en men mag B. en W. hulde brengen, dat zij
ook in dezen met recht den „polsslag van den
tiid" hebben gevoeld.
De nieuwe afdeeling wordt gehuisvest ra het
jieuwe gedeelte van het Raadhuis.
DEN HAAG, 19 Januari 1919.
Mag ik mij even voorstellen? Hagenaar, van
beroep luistervink, «spaar mij uwe minachting
ten opzichte van mijn maatschappelijke positie,
want mijn „luisteren" >s verachtelijk als
gij schijnt te veronderstellen. Ik oefen mijn be
roep n.m.l. met een groot aantal medeplichtigen
uit en ons „luisteren" geschiedt met
ofschoon niet altijd met v° t^essemuys en proiessor visser van i
beluisterden. Eu bovendien duizende^* uitersten raken elkaar toch altijd,
oefen ik ten uwen gerieve en v©" om/xnaem' - -
anderen uit. Gij zult mij begrepen hebben: op
de perstribunes van Sta ten-Generaal, van Eerste
en Tweede Kamer vervul ik voor u een luister
post. Zooals de Perzische Satraap zijn ambte
naren had, die in de provincie van zijn uitgestrekt
rijk voor hem rondzagen en die hij daarom zijn
„oogen'' noemde, zoo kunt gij zeggen: ik heb in
de Eerste en Tweede Kamer mijn „ooren" en wat
die daar opvangen brengt Hagenaar mij weke
lijks in de „Nieuwe Haarlemsche Courant" over.
Van de week heb ik u veel te vertellen. Wel
heeft de Tweede Kamer slechts drie dagen en de
Eerste in het geheel niet vergaderd; toch is er
veel gewichtigs verhandeld. Zooals gij uit het
Kamerverslag reeds gezien hebt, hebben de hee-
ren in Den Haag de begrooting van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen behandeld, althans
ten deele. Voor het eerst treedt voor deze on
schatbare volksbelangen een afzonderlijke Minis
ter naar voren, dr. de Visser, lid van heb Chris
telijke Kabinet, een man van groote begaafdhe
den, een der eerst aangewezenen voor. deze moei
lijke functie.
Welk een gelukkige keuze heeft onze premier
Jhrs. Ruiis de Beerenbrouck gedaan met aen heer
de Visser aan te zoeken voor minister van On
derwijs. Gij moet den waardigen man zien en
hooren in de Kamer, om dat te begrijpen. Voor
de minste opmerking heeft hij een open oor; alles
onderzoekt hij minitieus; elke bemerking van
een Kamerlid acht hij gewichtig genoeg om er
zijn aandacht over te laten gaan en dan ant
woordt hij beschaafd en hoffelijk, welwillend en
zooveel mogelijk tegemoetkomend. De heer De
Visser heeft dan ook het zeldzame voorrecht ge
had niet slechts door de leden der rechterzijde,
maar zelfs door de liberalen en vrijzinnig-demo
craten te worden verwelkomd. Ja, onder de
sociaal-democraten heeft hij vrienden, zou men
bijna^ zeggen, wanneer men het zakelijk debat
tusschen hem en b.v. de roode heeren Gerhard
en K. ter Laan, Zaandam's burgemeester, hoort.
Alleen met de bolsjewiki had Dr. De Visser het
deze week even aan den stok, en toch ging ook
dat op een fijne manier. Ik vertel u daar straks
van. Ja. Dr. De Visser is de geknipte man voor
Onderwijs, voor Kunsten en Wetenschappen 1
Reeds vóór de parlementaire Kerstvacantie is
Dr. De Visser even in het krijt geweest, toen o. m.
de voorzitter van den rooden Onderwijzersbond,
de heer Ossendorp, tegen hem, of liever tegen
het bijzonder onderwijs, van leer trok. Deze week
begonnen wij met de voortzetting der onderwijs
debatten en „Het Volk" had gezorgd voor het
voorspel. Dinsdag nl. zou de Kamer weer voor
het eerst bijeenkomen; en Maandagavond had
het socialistisch hoofdorgaan een artikel, waarin
„de heeren uit den Haag" bedreigd werden met
alle verschrikkingen, welke het Nederlandsche
revolutieblad maar over iemands hoofd kan af
bidden, wanneer de Kamer deze week weer ver
prutste en verpraatte met allerlei nietsnuttige
onderwijs-, kunsten- en wetenschapsdebatten in
plaats van te denken aan de voedselvoorziening
en de sociale wetgeving.
Deze bedreiging was natuurlijk gericht tegen
de rechterzijde en de rechtsche Regeering. Maar
het roode blad dacht in zijn doldriftigheid er niet
aan, dat er ook socialisten en vrij-socialisten in
de Kamer zitten en dat ook die wel eens een
enkele maal zich bezondigen aan het verpraten
van den nationalen tijd.
En nu, aan het einde der week, nu de begroo
ting van Onderwijs enz. nog niet geheel is afge
handeld, hebben wij de moeite genomen na te
gaan, welk© spaarzaamheid de roode groep
bij de debatten heeft betracht. Drie dagen slechts
heeft de Kamer vergaderd, zonder avondzitting,
en in die drie vergaderingen hebben van de
socialisten 10 sprekers het woord gevoerd, terwijl
de club der bolsjewiki in haar geheel optrad:
Wijnkoop, Kolthek, dominee Kruyt en Dr. van
Ravesteijn. Van deze heeren voerde Dr. van der
Waerden driemaal, de felle heer Ossendorp zes
maal, burgemeester ter Laan acht maal, de heer
Gerhard elf maal en de heer Wijnkoop elf maal
het woord. Van verkwisting van den nationalen
tijd gesproken
Maar laat ik mij haasten u iets van de debat
ten en derzei ver resultaten te vertellen, want mijn
beschikbare ruimte is slechts beperkt. De voor
naamste dag was Dinsdag en de inzet was al
bijzonder fraai, zoo iets van een motregen in den
vroegen- Ochtend, wanneej; gij den vorigen avond
\vr- eens lekker een dagje uit te gaan.
i z,0ucen aaa „Onderwijs" beginnen; maar
jawel, daar kwam David Wijnkoop de orde ver
storen met de vraag, of hij deze week nu eens
ue Regeenng mocht interpelleeren over de niet-
toelating van een gezant der Russische bolsje
wiki ra ons vrije Nederland. De Kamer, die zich
het vorig kwartaal door dezen revolutionair al
veel te veel heeft laten terroriseeren, maakte er
nu kort en krachtig een eind aan en stelde met
groote meerderheid vafi stemmen de interpellatie
voor onbepaalden tijd uit. Davidje had een hope-
looze poging gedaan om zijn interpellatie na
de behandeling van hoofdstuk X (Landbouw,
Handel en Nijverheid) vastgesteld te krijgen. En
daarbij had hij den steun behalve van zi|n
eigen vrienden en de socialisten, ook van de vrij
zinnig-democraten ende deftige vrij-liberale
Dresselhuys en professor Visser van IJzendoorn.
uitersten raken elkaar toch altijd.
Maar ook toen nog was die baan voor bet
onderwijs-debat niet vrfj. De voorzatter stelde
voor om Vrijdag geen openbare zitting te hou
den, maar daa ondermeer hef" salariewetje,
Vlat den nood der bijzondere onderwijzers
moet lenigen, in de afdeeilingen te behande
len. Maar ja wel; daar kwam onze geachte
Gedeputeerde, de heer Ketelaar-, met een klein
bezwaar. Laten wij daar nn veertien dagen
mee wachten, smeekte hij. Wat zijn nu veer
tien dagen; wij kunnen dam eerst eens de or
ganisaties over het wetsvoorstel hooren. Maar
'de Katholieke heer Bulten diende hem van
repliek. Dat weten wij immers al jaren, nrijn-
heer Ketelaar, wat „de Bond" daarover denkt!
En de bijzondere om dei-wijzers hebben geen
behoefte meer om gehoerd te worden; die heb
ben nu klinkende munt en geen praatjes meer
noocllg. Met behu-lp van enkele liberalen,
wist de rechterzijde dé valstrik van den beer
Ketelaar te ontkomen, zoodat onze bijzondere
onderwijzers nn zeer epoedlig kunnen verne
men, welk deel van bet parlement hum eerlijk
bezoldigen wil.
Wat bet bijzonder onderwijs niu wel te hopen
heeft van deze Kamer? De Hemel beware
ons, dat wij niet aam de socialisten worden
overgeleverd. Want o, zij zijn zoo voor gelijk
heid voor allen; maar wee ons, wanneer het
op de pract-ijk aankomt! Daar hadt gij het
nieuwe roode lid De Jonge uit Maastricht
Met een gezicht^ alsof gy niet weet wat jok
ken is, staat hij in de Kamer te vertellen,
dat de Eerw- Broeders der St. Vincenitdns-
seholen in Zuid-Limburg de jongens om de
ooren slaan, of de kinderen op andere wijze
lastig vallen, wanneer zij vernemen, dat hun
ouder® lid zijn van een socialistische coöpera
tie of iets dergelijks. mam staat dan te
orakelen voor heel het land. dat de bijzondere
school domkoppen en achterblijvers kweekt en
dergelijke fraaiheden meer. Gelukkig heb
ben wij kerels in de Kamer, die huu-sadmietje
staan. De heer Bulten blies met de stukken
im de hand, het lenden-praatje van den rooden
jonker ten onderste boven eu de vurige pala
dijn baron van Wijnbergen, had direct de
statistieken bij de hand cm aan te toonen, dat
Limburg ten opzichte van de volksontwikke
ling een zeer goed figuur maakt. Wanneer
gij tellen gaat. waar de meeste amalpkabeten
wonen, komt-eerst Drenthe, dan komen nog
vier andere provincies, en Limburg eerst op
de zesde plaats.
Het vermakelijkste is de socialisten te hoo
ren beweren, dat zij eigenlijk altijd voor ge
lijkstelling van hijzonder en openbaar onder
wijs rijn (geweest: dat hebben zij nl. vastge
legd in een z-g. Groninger-motie. De rechter
zijde heeft de gelijkstelling echter nooit ge
wild, omdat zij daarin znlk een moot politiek
wapen zag! Dat kwam de heer K. ten* Laan
deze week neg eens zonder blikken of blozen
vertellen. Maar men wist zijm geheugen spoe
dig op te frisschen met de herinnering aan
wat Troelstra eenmaal in „Eet Volk" schreef,
dat ml. die Groninger-motie niets anders was
dan taktiek om de Christelijke arbeiders te
lokken.... En ook kon men den heer Ter
Laan verwijzen naar de prachtige rede van
zijn vriend Ossendorp, die even vóór Kerst
mis in de' Kamer de „neutrale" school tegen
over de bijzondere door dik en dun had ver
dedigd. Toen werd het den rooden heeren te
har en "kwam do Kottcrdaxnsohe socialist De
Zeeuw verklaren, dat de socialistische Kamer
fractie ondanks de rode van Ossendorp, voor
vrijheid van Ondierwijs was! Daar stond Os
sendorp heelemaal alleenja, dat wil zog
gen, de tactiek eidhte, dat de soci's in de Ka
mer hem loslieten. Maar omdertussohen is
hij toch maar de bezoldigde voorzitter van
den machtigen rooden onderwijzersbond en
heeft duizenden achter zich.
Ik kan n verder vertellen, dat de liberalen
en vrijzinnig-democraten blijkens hun woord
voerders, nog wel aan de gelijkstelling van
bijzonder en openhaar onderwijs vast houden.
Hoewel aarzelend kwam toch zelfs een oud©
palstaander als de liberale beer De Muratt
zuks verklaren. Maar wij dienen op. onze
hoede te blijven; de heeren hebben weer een
verschil ontdekt tusschen den tekst van het
nieuwe* Grondwetsartikel 192 en, h-at rapport
van de b evredigingscom missi e. Minister De
Visser zal dat zaakje wel opknappen, dat kunt
gij aan hem overlaten. Maar zoo taood'ig ver
tel ik n daarvan later wel meer.
Een belangrijke zaak is nog de uitbreiding
van den leerplicht. Gij weet, dat deze ica het
nieuwe program dear Katholieke Staatspartij
is opgenomen. I&.
partij denkt men daarover niet eenstemmig
en de partij van Minister De Visser de Christ.
Historische, is eigenlijk in beginsel tegen
leerplicht. Toch zullen wij uitbreiding van
den lcerp'Mchtigen leeftijd tot het veertiende
jaar krijgen en voor een conflict in de rech
terzijde bestaat E^11 ^ees. Do nieuwe tijd
immers eischt volksontwikkeling, willen wij
aanstonds krachtig staan in den wnourrentio-
etrijd der naties. Het standpunt van Minister
De Visser hieromtrent is dit: do Staat kan
leerplicht eischen zÜn standpunt uit,
waartegenover het individu een recht om te
kunnen leeren laat gelden. Maar, wanneer
deze beiden zich al te schrap tegenover elkaar
stellen, dan komt het ouderreoht In het ge
drang. -Vooral landbouwers kunnen hun. kin
deren op bepaalden tijd nooit missen. En nn
overweegt de Minister of hij bij wijze van
overgangsmaatregel het landbouwverlof ge
durende zekeren termijn nog zal handhaven,
óf dat hij het Zwitsersche stelsel volgen zal
en nl. langer zomer-vaeantie's za.1 invoeren en
dan het aantal verplichte lesuren niet meel
per week maar per jaar zal vaststellen.
Ziedaar enkele grepen uit het onderwijs
debat Er zon nog heel wat over te vertellen
rijn. Wanneer gij Minister De Visser zijn
program hoort verklaren gij hebt dat vroe
ger gelezen dan krijgt gij bewondering
voor dezen man, om zijn architecten-talent en
om zijn ideaal. Hij wil het Nederlandsche
onderwijs opbouwen volgens de historische
lijn en aanvullend, wat onvolgroeid bleef. Het
lager onderwijs moet omhoog, moet op zich
zelf een geheel vormen en tot zijn recht ko
men, opdat 'n arbeidersj ongen na zijn school
tijd met voldoend© ontwikkeling de wereld
kan ingaan. De jorjgens met goeden aanleg,
die willen doorstndeeren, maar wier ouders
daarvoor geen.geld hebben, wil de Minister
in de gelegenheid stellen verder te gaan en
daarvoor heeft hij reeds 100.000 op zijn be-
grooting uitgetrokken.
Het middelbaar onderwijs zal hervormd
worden en ook het hooger en het landbouw
onderwijs heeft de volle aandacht van dezen
bewinds-man. Daarover vertel ik n nog wel
een volgende maal.
De departements-ambtenaren en de inspec
teurs kunnen niet genoeg doen om het ideaal
van dr. De Visser te verwezenlijken. nl. zoo
goed mogelijk onderwijs voor allen. En daar
voor krijgen wij een onderwijsraad, bestaande
uit de beste opvoeders uit ons land, die den
Minister kunnen voorlichten en helpen in het
volbrengen van zijn zware taak.
Bijna heel het parlement staat bewonderend
voor den reuzenarbeid welke deze regeering
ten opzichte der volksontwikkeling gaat on
dernemen, al wil elk lid zijn waardeerinjg
dan niet onverholen laten blijken vanwege
„de politiek". Maar het respect sprak nu en
dan uit den mond der socialisten.
Alleen de bolsjewiki willen natuurlijk van
het selioone plan en deizen geordenden arbeid
niets weten. Wünkoop's compagnon dr. Van
Ravesteyn noemt het hijzonder onderwijs
het slechtste onderwij®, dat maar te denken
is en kent maar één goede school, ml. de staats
school, die voor allen gelijk is» de z.g- een-
heid&school.
Minister De Visser zag dezen bolsjewiek
fijntjes mee dat de revolntionnairen ons altijd
betben verweten, dat wij zóóveel over de
vrijheid dachten, dat wij nimmer kwamen aan
de gelijkheid; maar dat wij den revolntionnai
ren kunnen verwijten, dat zij steeds zoo een
zijdig tuurden op de gelijkheid, dat zij voor
de vrijheid niets gevoelen.
En wij zouden aan dit hoffelijk wooord van
dr. De Visser deze meer nuchtere opmerking
kunnen toevoegen: meneer Van Ravesteyn,
het Nederlandsche volk heeft de eenheids
worst maar even geproofden te zwaar
bevonden aan de eenheidssigaar rijn wij mim-
mer toegekomen; ook nw eenheldssehoot lus
ten wij niet, zoolang wij vrije Nederlanders
z5inl HAGENAAR.
HET BOLSJEWISTISCH GEVAAR.
Uit verschillende steden van oa® land ko
men berichten omtrent maatregelen, wefflk© de
autoriteiten genomen hebben met het ootg op
eventueel© revolntionnaire agitatie.
Ook te Amsterdam zijn de autoriteiten op
mogelijke gebeurtenissen ten volle voorbe
reid.
Er hebben besprekingen tusschen den bur
gemeester, den hoofdcommissaris van politie
den procureur-generaal en de militair© ver
heid plaats gehad.
Kwaadwilligen, die iets dwaas in den zin
zonden voeren© zullen baj hun oexffte op trod en
wel bemerken, dat het gezag een wakend oog
houdt. Elk begin van een oproerige beweging
zal met kracht worden tegengegaan.
Ook is gezorgd, dat hij een mogelijke aan
slag op de oommunioatie-maddelen, de autori
teiten langs draadloozen weg met elkander in
verbinding kunnen blijven. Zoo is on. op het
gebouw van de Ned. Bank een mast voor de
radiotelegrafie opgericht.
Het Kamerlid Henri Her
mans. Naar het „Limh. Dagbl." uit goede
bron verzekert, is het bericht, dat het Kamer
lid Henri Hermans benoemd zou zijn afe
hoofdredacteur van het R.-K. volkedagblad,
dat te Rotterdam zal verschijnen zeer voor
barig.
De gouverneur-generaal Naar
aanleiding van opnieuw m Indische bladen
voorkomende geruchten, dat de Gouveroeur-
Generaal zon aftreden, heeft het „Vad. on be
voegde kringen inlichtingen ingewonnen en
kan mededeelen. dat daar van een spoedig
aftreden niets bekend was. Men achtte het er
zeer onwaarschijnlijk, dat graaf van Limburg
Stirum in tijden als deze zijn poet zou vera
ten.
Geruchten over aftreden hebben ook gel«-o-
pen toen de Gouverneur-generaal rijn fnnotid
ongeveer een half jaar bad waargenomen en
rijn toen ook onjuist gebleken.
VERDACHTE VREEMDELINGEN.
Te Rotterdam werden gisteren 200 vreem
delingen, die zich niet voldoende Jegititnee-
ren konden, aangehouden, 19 Russen zijn
naar Bergen gebracht, 7 Duitschera worden
over Zevenaar over de grens gezonden. Eeni-
ge Russen gaan voorloopig naar Wieriker-
schans. Het grootste gedeelte der overigen
is vrijgelaten tot het' tweede transport Rus
sen naar Danzig gaat. Naar het „Hbld." ver
neemt, zal aan de Russen en vreemdelingen
van andere nationaliteit, die hier te lande
worden aangehouden op vermoeden dat zy
met politieke oogmerk611 in Nederland ve**
blijven, de Wierikersehans als bopaald
verblijfplaats worden aangewezen.
De Haagsche politie_heeft weder drie Rus
sen, die hiaar veivaclit voorkwamen, in be
waring gesteld.
Tot de vreemdelingen, die zijn aangehou
den, behoort, naar het „Vaa." meldt, de heer
Chelgonoff, president der Russische vereeni-
ging in Den Haag.
REVOLVERS GESTOLEN?
Aan het „Centrum" kwam ter oore. dat- aan
ide Rijkeartillerie-in richtineen nabij de Hem-
brusr dezer dacen 5000 revolvers ziin Bestolen.
Naar de zegsman van het blad beweerde..zou
den het Duiitsche revolvers zijn. afkomstig van
de ontwapening der door Limburg getrokken
Duitsehe troepen.
800.000 KRIJGSGEVANGENEN VAN
DUITSCHLAND NAAR NEDERLAND.
Men meldt uit Enschedé aan de „Msb."
Tusschen de Nederlandsche en de desbetref
fende rogeeringen worden thans onder]-and©-
linden fi^voerd ovor li-et doorvoeren vanuit
Duitechland van 800.000 krÜRSffovan^ente
w. 750.000 j lissen, 30,000 Grieken en 28.0-X)
Rnmeniers. Al deze gevangenen vertoev„r o,
het oogenblik nog in de verschillende Duitse'
gevangenkampen. Komt men tot overeenstem
ming (en daartoe beetaat veel kans) dan zulL)
deze gevangenen uitsluitend hier en te 7ene
naar over de grens worden geleid. Ensohert
is im de eerste plaats aangewezen, omdat deze
plaats gelegen im de onmiddellijke nabijheid der
grens, bovendien beschikt ovex tal van m. me
(fabrieksgebouwen en een omts«nettings>imiriohting
heeft, waarin oer dag moeerdere duizenden per
:nen kunnen worden ontsmet. Wanneer men na
gaat cfat 't doorvoeren van de 80.000 Engel-
sahe, Fransche, Belgische e.a. krijgsgevangenen
ongeveertwee maanden heeft aangehouden,
dam zal de te verwachten doorvoer, wanne..:
men aanneemt dat de helft over Emsahedó
komt. ongeveer 10 maanden aanhouden. Even
tueel zullen de Russen, na van hier per sch„
naar Noorwegen te ziin vervoerd, do reis ver
der oyer land voortzetten. De Grieken en Rume-
niëre zullen natuurlijk over zêe naar huu
vaderland vervoerd worden.
Oo(« gezant te Boekarest. Dr.
Hendrik P. N. Muller is benoemd tot Harej
Miaiesteits minister-resident met den persoon
lijken titel van buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister to Boekarest.
i.'Rj N :.N< riLir.CE.SHEDEN.
Steenkolen uit Belg 16. Naar da
„Meb." verneemt, ia men in' princdepo tot over
eenstemming gekomen in zaken ds c terhanda-
lingen over den ruil van Nedarlandoohe koeien
tegen Bolgieche steenkolen. Deze aangelegen
heid wordtt op hot oogenWik verder in stuode
genomen.
Deze rtudd© duurt wel zeer lang.
De leerindustrie. Naar do „NedL
Lederindustrie" meodeelt, ia o.m. de volgende
overeenkomst mot Engeland getroffen: Er ziin
aam Nederland toegewezen 18.400 ton looima-
teriaal (otp beats vam 80 pot. tanime) plus 300
ton boohrornaat. Hot wordt per kwartaal ver
strekt; is het in oen kwartaal niet per eigen
stoomschepen gehaald, da wordt het afge
schreven.
Omdat de leernood zoo dringend is, hebben
de Engelecho autoriteitm ons land oen ostra
rantsoen toegekend vam 4000 ton looistof, dal
op Emgelsche booten kam worden verscheept
Zonderr tegenprestatie zouden' geïmporteerd
kunnen worden 160.000 Indttsche 360.000 Ar-
gentiinohe en andero huidon. voider eventueel
AAN ZIJN WOORD GEHOUDEN.
Lomperd? Dat zeg je tot mij? Neem'
dait woord terug-
Ik neem nooit iets terug.
Als dat zoo ia leen me dan een
tientje.
GEVAT»
Klant (woedend): Kijk eens, hoe die
broek gekrompen Is. Dat had jij van te
voren moeten weten.
Kleerenkoopman: Ben ik een wee*.
profeet
ROMAN UIT HST POOLSCH.
ï^aarover heb ik reeds nagedacht!
tha^ Germanen richtten hunne eChrt
jjg naai* het Kapitool.
overal*!?0' bewoog zich intusschen verö0'
de hooat!7onderJag en v«wejike«b
b e van liet mansoieum van i
A u 'iLSli.^^öcclator de dragers toe.
Ttff Wenkte mj recktóaf.
- -IVaar do villa van Tullia Oorneha1
De nicht van Marcus QuinctiJiu® waóhttc
naar Romeinsche zede sedert den vroegen
borgen op liefc bezoek harer toekomstige
Verwante. Vroeger dan gewoonlijk met baar
toilet en haar ontbijt gereed, bad rij zich
naar de ontvangzaal begeven, waar zij luis
terde naar Hipparchos, die baai- een Griek-
selien „roman" voorlas.
Evenals in hiel huis van Publius Quincti-
hus stonden ook liicr aau beide zijden van
den ingang kasten met wassonbusiten, welke
d« yjow-vadcren van het geslacht der £Jor-
ne ïfers verbeeldden. Een rij van consuls,
pi aetoren en tribunen zag op Tulia, neder,
•e schilderijen aan de marmeren wanden
steiden veldslagen en triomftochten voor.
j echter ook alles wat aan den ouder
dom van het geslacht der Corneliërs her
innerde. In plaats van harde zetels van
eikenhout stonden hier, tot rusten uitnoo-
digend, met zijde overtrokken sofa's, welke
net veel smaak waren gerangschikt om oen
gioep van palmen en bloemen in het mid-
..eriP*er ^aal. Waar in de oud-Romeinsche
i 1T?e j de altaarhaard stond, ontsprong
w-iipr'1^ k°P van een Amorbeold rozen
geur Vulde zaa' net een bedwelmenden
etVTs?e ''iejcschc schrijvers van u worden
tiid wn^erv?'0Hder' nerkte Tullia op. Al-
hliif va rei3avorituren, schipbreuken, ver-
piimriA„n eea ninnend paar op onbekende
gehoord honderdmaal heb ik dat reeds
AaTi hef do verliest nooit de bekoring
hn&d, antwoordde de filosoof.
Meent ge?
rT weet het, moesteres.
G Pafi'icische beurde het hoofd en hare
oogen ontmoetten de bewonderende blikken
van den Griek.
do brieven aan den opzichter van
het landgoed reedp verzonden, vroeg Tul-
«a» ©enigszins gestreeld.
Zooals gij bevolen hebt, antwoordde
de filosoof, zich over de papierrollen bui-
Ik hoor de schreden van Marcus
Quinctilius. Ik heb u piet meer noodig,
gij kunt gaan.
Op het oogenblik dat Hipparchos op
stond, kwam Marcus binnengeloopen. Thans
was hij uitgerust, frisch, geheel in het wit
van den gepoederden schedel tot aan de
wit-geschoeide voeten. Zijn armen, waarvan
do haren zorgvuldig waren verwijderd, wa
ren getooid met kostbare armbanden. Hij
spreidde den geur van Oostersche reukwer
ken om zich heen.
Ik kom u ter hulpe, zeide hij, Tullia
de hand kussend. Want ik vrees, dat de
glans van Fabius' goud u niet, als de Afri
kaansche zon, zal kunnen betooveren. Hij
komt met zijp ganseden hofstoet; ik heb
hem reeds in de verte gezien,
Tullia vertrok het gezicht een weinig.
Gij spot met alles, merkte zij op.
Hebt met alles gespot, wilt gij zeggen.
Ik begin reeds in te zien dat het leveö
niet zoo vroolijk is, als het mij onlangs nog
toegeschenen heeft. Er is veel, dat mij niet
langer boeit en het minste genoegen vind
ik wel in het gezelschap van zulke Fabiërs
en hunne dochters; maar ik ben gewoon
nooit rugwaarts te zien, als ik eenmaal be
sloten ben, voorwaarts te gaan.
Op den drempel verecheen de nomen-
elator en kondigde aan:
De uitstekende Lucius Fabius Pom-
ponius Furio
Julius Caesar Claudius Anionius 1 lach
te Marcus, toen de dienaar verdwenen was.
Hij heeft reeds vier namen voor zich bedacht
en in een Egyptische kraam twee kasten
met voorvaderen gekocht. Ik ben overtuigd
dat over een jaar een of andere Grieksche
wijze zijn geslacht van Rómulus zeiven doet
ontspruiten, en de wereld zal het gelooven,
zoolang de nieuwe patriciër zijn stamboom
met goud vergulden kan. Gij flioogt mij wel
dankbaar wezen, dat gij aan zulk een voor
name familie vermaagschapt zult worden.
Marcus, spot alleen met u zeiven, riep
Tullia met bestraffenden blik op hem neder-
ziende.
Het gordijn werd opgeheven en binnen
trad met vasten tred Fabius, zijne dpchter
aan de hand. Hij was in een vlekkeloos
witte toga» die omboord wan met den emaillen
zoom van dien ridderstand, gekleed. Met den
scherpen blik zijner kleine» doordringend©
oogen, sloeg hij de hooge gestalte der patri
cische vrouw gade.
Een oogenblik weifelde Tullia, besluite
loos wat zij doen zou. Maar snel wist zij
zich te beheerschen. Met do ongedwongen
heid, eener hooge dame, naderde zij mot
een nietszeggend lachje Livia en haar voor
hoofd met de lippen beroerend, zeide zij:
Wees welkom in het huis der Oor-
neliërs. De gade van mijn lieven neef zal
mij steeds een welkome gast zijn.
De buigingen van Fabius met een korte
nijging beantwoordend, noodigde zij do gas
ten met een lichte handbeweging tot zit
ten uit en zette zich zelve ook neder.
,Het gele, door een sterken haviksneus
en een breeden mond ontsierd© gezicht van
Fabius. drukte met een lachje tevredenheid
over deze ontvangst uit.
De goden' hebben ons een schoonen
dag geschonken en sdujnan de verbinding
onzer huizen te willen begunstigen, ving
hij In de Grieksche taal aan.
De Jeugd, die haar jonkvrouwelijke
droonien op hot altaar vaa Hymanl) ne-
darlegt, wordt eteeds door welwillend go»
den met goede voorteokenen verblijd» ante
woorddo Tullia rich tot Livia wendend.
Hare woorden riepen op het gericht vart
het meisje geen blos to voorschijn, ofachtxm
de bruid eerst zestien jaren te ld©.
Ik zal er zorg voor dragen, dat dfi goed ei
voorteekona niet bedriegen, antwoordde Mar
cus achteloos. t
In deze woorden lag zooveel beslistheid)
dat Tullia het jonge meisje wat scharpee
bezag. -
.1) God des buwelftks.
20
(W«fdf wwhi)