HEME II1IL Nllill BINNENLAND De Ondergang van een Wereldmacht. WAT. DE PERS ZEGT VROOLIJK ALLERLEI Ifiaandag 17 Februari Tweede Blad Brieven uit Borneo. %da,E?'i|r»k en Ataji Nederland en België. KORTE BERECHTEN FEUILLETON GODSDIENST DER DOESOENS EN HUNNE CEREMONIEN. Godsdienst is*len mensch ingeboren. Een volk 0. u-r rrrT onder godsbegrip word niet gevonden. Verhalen aarde!) Hij werd gevloekt door K., dubbel en van Lubbock en anderen, dat er volken waren, dwars, daarover is hij nu nog kwaad, en zit ze die geen begrip van „God" hadden, als Austra- zooveel mogelijk in het vaarwater^ Volgens an? iiërs, 'n paar Bantustamnien in Afrika, en een stam ergens in Zuid-Amerika (sic!) werden oijna oogenbiikkeiijk tegengesproken en'weerlegd. Zoo ook hier in donker Borneo met zijn tientallen verschillende stammen, die allen zonder nvijlei tot het Maleische ras belmoren, heeft ieder volk Z1JDeë Doesoens' zijn geen uitzondering. Zij ook hebben hun Godsbegrip 't is 'n verkeerd idee hun geesten, hun leven na den dood; him duivelsbevrediging: 't voornaamste mei cere moniën en gebruiken. Analfabeten zonder boek of sclinjf'besef, is het natuurlijk dat die gebruiken en zeden veel verschillen met plaat selijke omstandigheden. Doch de idee inge boren buiten twijfel blijft. Ik zal hier niet ingaan op de vragen of voor vaderen-vereen ng of natuurverschijnselen het „begin" waren van godsdienst, of begrafenis plechtigheden het begin waren van godsdienstige handelingen. Laten de ongeloovige wijsgeeren(l) speuren zooveel zij willen; want dat alles komt toch weer voort uit de behoefte, die het men- schelijk hart gevoelt aan „God". Dat bliksem en donder, overstroomingen en epidemieën be schouwd weiden door primitieve volken, pis tee kenen van God, dat Hij kwaad was op hen, toont toch dat zij gevoelden dat zij verantwoor ding van hun daden aan Hein verschuldigd warén. Het menschelijik hart vindt geen rust dan in God. De Doesoens met hun godsdienstbegrippen staan op hoogen sport. Natuur-vereering kennen zij niet; zij hebben hun God, Die alles schiep; zij hebben hun Z/ion van God, Die van Hem afstamt. Hij kan geen zoon voortbrengen volgens 's menschen ondervinding zonder vrouw, dus hem ook 'n vrouw toebedeeld. Zij hebben er niet aan gedacht om hem zooiets als Zeus te laten praesteeren, die Pallfjs Athene uit zijn hoofd te voorschijn tooverde. Zij noemen hun god: „Kinohoyngan - Oat is 'n lang woord. In hun taal oeteekent „Moboying ouder; Minohoying (bijvoeging van in vooraan) Ti vroegere der; 'n oude. die veel voortge bracht heeft, dus ouder van velen. Om van dit woord nu 'n abstract zelfstandig naamwoord dat 'n stand of staat, gesteldheid, uitdrukt te vormen, wordt al§ in Maleiscli „anachter bijgevoegd en de beginletter wordt veranderd, gewoonlijk in IC Dus krijgen we: Kinohoyingan saamgetrokken Kinohoyngan: het voorouderdom, vrij vertaald: „Vader van alle ouders". Vmiwasu; kwam hij? Als menschen konden zij hem met indenken als zonder begin, van eeuwigheid, dus hii moest iets hebben vanwaar hij kwam. ben veder o! moeder was buitengesloten, dus daarom gelooven zij dat hij geboren werd uit een groo- Fensteen! Er is nog een andere Sinumundu? voorge steld als eene vrouw. Wat beteekent die naam,? Ondu or undu is vrouw. Met dezelfde derivatie als van Kinohoyngan krijgen wei eenvrouw van her: veel vroeger, dus heel oude vrouw „vrouw der vrouwen'. - Misschien een andere beieekems. Sumunau is groeiende groei-zelf. Dan met in „Ge oude groei" „ooi-zaak van het groeien" en zoo wel licht ook 'n idee van vruchtbaarheid. Waarschijn lijk is zij er als vrouw bijgeplakt, omdat de derde .Hinomodun" voortkwam van Kinohoyngan Deze Hinomodun staat geheel op den achter grond: is slechts figurant op het Doesoensche lodenïooneel. K. en S. zijn de hoofdpersonen, van wie o. de eerste viool speelt- Zij wordt voor- gesteld als 'n vrouw met sterk, gezond lichaam; Kinohoyngan als 'n oude man; 'n hoofdman en Hinomodun als een flinke gezonde opgeschoten jongen Zij drieën zijn de goede goden. (Een nooit -n fl0oae lasteren 01 Kwaauspicucu van vrouw van H. bestaat niet, wat wel vreemd is heml Alledaagsche dingetjes worden met het voor Oosterschen!) Zij doen geen kwaad, dus begraven: tondeldoos, kop, schotel, mes, enz. waarom denk' 'n Doesoen ons veel om hen Vroeger werden met de rijken ook een oi twee bekommeren? Juist even aanroepen-eventjes noe- 8iaven levend begraven, die dan speciaal nog men, dat is alles. Offers worden hen nooit ge- Voor hun meester moesten zorgen, bracht. Vroeger jaren stuurden de Doesoens ook wel Kinohoyngan had de macht en de kracht om >n gezant naar dien berg Nabahu, om aan ie scheppen, hij schiep de aarde, het land der 2ielen daar nieuws van de menschen-op-aarde Doesoens. De vrouw voelde dat zij groote dingen brengen. Hoe? Op wreede manier. Een dorp kon doen Hij had haar al zijn plannen verteld, 0f iang buis kocht 'n slaaf gewoonlijk jonge zoodat zij iets had on. op te bouwen. Zij schiep vrouw of jonge man die de verschillende zon en het hemelgewelf, boomen en boodschappen goed zouden onthouden. De sbaf od aarde- vrachtboomen en struiken, de sierlijke Werd aan de handen opgehangen aan een balk, nalmen en de slanke rijststenge!den reusach- de voeten eventjes van den vloer, de beenen vast- ttoen Durion en het kleine grassprietje. Beesten gebonden aan den vloer. Na bidden en zingen en dieren op het land en in het water, van den g0ngen en drinken werd er ronu den slaaf grooten olifant tot de kleine mier; den krokodil gedanst. Ieder had een speer en ieder stak den )>n het stekelbaarsje. Zij maakte zelfs menschen speerpunt juist even in het lichaam, terwijl hij van klei, wit-gele klei, en zij was daarmede een boodscnap gaf lépor zijn afgestorven bloed- bezig, toen Kinohoyngan aankwam. Hij tierde en verwant of vriend. Zoo ging het totdat de slaaf raasde, hij nam die Heipoppetjes erslierdeze met geheel gewond lichaam af W s, zoodat-hij raasde, hij nam die kleipoppetjes en «- met gt.jieej gewoad lichaam af Was, zoodafnij vèr weg. Zij vlogen aan stukken door net geweia met de nieuwtjö versch in hef geheugen in het en kwamen met kracht tegen hemelgewelii, doodenrijk aankwam. Zijn lichaam werd in de waar zij tegen vastkleefden. Dat zijn ae sterreni nvier geworpen. StmundT wordt gedacht alles nu in stand te ptn' hoofd speelt .logon een giooten ro- soen-levensdrama (of blijspel?). Hij is de hoofd persoon, die niet van het tooneel Mkomt. Wie is jogon? 't Is niet genoeg niet te antwoorden: „de duivel". Wat denken ze van hem; waar komt hij vandaan? Wat het woord Jogon (Lo gon, Togon) beteekent, is me niet bekend, en zal wel onbekend blijven, daar de JDoesoens-zelf het niet kunnen ophelderen. Sommigen denken dat Jogon gemaakt werd door Sinumundu, dat zij hem juist het leven inblies, toen K. aankwam en zij hem van den steen op aarde stortte. (K S. H. bleven wonen op dien steen buiten de deren is Jogon een zoon van K. S. Toen hij opgroeide, kreeg hij veel ruzie met Hinomodun, hij wilde niet gehoorzamen, werd verbannen en landde op aarde, zwierf er rond alleen. Natuur lijk dacht ie toen. dat alles wat hij zag, het zijne was. Dieren en beesten onderwierpen zich aan hem. Hij wordt bijgestaan door een leger van andere booze geesten (zielen van boosdoeners en 'n paar gemaakt door Sinumundu), die onder leiding van Jogon ook kwaad berokkenen. Van eenige van die „geesten" wordt 'n beschrijving gegeven. Als ge hen vraagt: „Kan je 'n geest zien?' kijken zij u aan en antwoorden heel wijsgeer- lijk: „Wie kan 'n geest zien?" „Hoe weet je dan dat ie er zoo uitziet?" volgt natuurlijk; en dan komt het Doesoensch antwoord heel serieus: „Omdat anderen hem gezien hebben Jogon dus kan hen kwaad doen, daarom moet hij tot vriend gehouden worden. Zij doen zich voor als gelooven zij dat alles wat zij gebruiken in bruikleen is van hem. Daarom wordt hem wat geofferd van vruchten en dieren en oogst. Zoo zoenoffers; ook wordt hem geofferd dat hij geen kwaad doe! Smeekoffers. (Dankoffers bestaan niet.) Hij wordt bezongen in gezangen en ge prezen en gevleid. Zij houden den generaal tot vriend, dan kunnen zijn soldaten ben ook niets doen III. Zielen en 'n ander leven. Een Doesoen sterft: „de ziel vertrekt". De ziel maakt den menschniet den uitwendigen, doch den inborst. -Een kalme man heeft 'n kahne ziel en die ziel blijft kalm in het andere levenDe ziel van een opvlieger is gauw aangebrand, 't Is de ziel die in het lichaam „werkt". De ziel verlaat het lichaam met den dood. Zij vertrekt naar den berg Nabahu. (Kinabalu op kaarten. 4500 nieter hoog!), waar zij verblijven zal in zalig niets doen. Dan zijn ze in „Pongohuvan" de plaats waar alle zielen heengaan. Df ziel der goeden die daar aankomt, moet voor zeven jaar (ze«n oogsten) knecht spelen. Zij maken de velden, planten en oogsten, verzamelen vrachten, groeien, drogen en bereiden tabak, splijten de nipa-bladstengel voor sigaardek, maar toch heb ben die zielen gemakkelijk werk; zij slaven niet zoo hard als wij hier op aarde. Daar hebben zij niet te weinig, ook niet te veel regen; juist genoeg warmte; geen wilde varkens enz., die hun plantingen verwoesten; geen rijstvogels, die bij duizenden in het veld neerstrijken en de rijpe graankorrels opslokken. Juist zeven jaar werken als spelen, de overgang van het harde slaven naar de gelukkige staat van niets-doen. Zijn de zeven jaar om, dan wordt de ziel opgenomen in den gelukstaat en wordt nu op haar beurt be diend. Zielen van boosdoeners kunnen in het leger van Jogon opgenomen worden. Zij zijn hun leven lang slecht geweest, dus zou hen 'n goed leven niet erg 'bevallen! Zij die hier (op den berg) komen, worden goed getracieerd. Ee-r groote ijzeren pot is in den berg ('n oude vuurspuwer?) en daarin worden zij gekookt! Andere kwaden naar gelang van hun boosheid, moeten het vuur aanhouden, water halen en zorgen dat de groote boosdoeners, die rondzwemmen in den pot, kopje-onder" blijven. Zoo gauw er em me zijn kop Loven komt, krijgt ie 'n knuppelslag! Die niet „erg goed" geweest zijn, mogen met roo- ken of baden of pruimen. De zielen sterven mee. De goeden zijn vrij en gaan dikwijls een kijkje nemen in hun eigen land; de slechteren echter mogen niet vrij uitgaan! Omdat de ziel dus wel eens dichtbij zijn kan, hebben zij eerbied voor de dooden. Zij zullen nooit 'n doode lasteren of kwaadspreken van NEDERLAND EN BELGIë. Do „NIEUWE CRT." schrijft: „België blijkt i'iet moer eerbied' voor de r edit en van Nederland te hebben dan Duitsohiand in 1914 voor die van België. Zooals de Lhiitsehe regeering,, meende over de mogelijkheid van een doortoceh't te kufnnen onderhandelen, zoo meent, naar het schijnt, minister Hymans „op vriendschappelijke wijze" besprekingen te kunnen voeren over den afstand van ge bied, gewoond door een bevolking, die, in hart en nieren Neder 1 andsohnidts anders wen echt dan Nederlandsch te blijven. Argumenten daarvoor beeft men geen andere dan eigen machtsbegeerte, al poogt men die te maskeeren. Eet masker Is zoo doorzichtig, dat wij niet kunnen aannemen, dat de BeJ^jtsehe delegatie voor dezen aanslag op vreemd gebied ter conferentie steun zal vinden, indien al thans en in dat opzicht zijn wij, on danks jhr. Loudon's aanwezigheid in Pa rijs, ndet ten volle gerust de vertegen woordigers der andere geassocieerden op de hoogte zijn gebracht "van den feite- lijken staat van zaken. Maar zelfs dan dient elke poging te worden verijdeld, die-waarschijnlijk van Belgisohe aijdi© zal worden aangewend, om de kalmte, waarmee ons volk deze dingen aanschouwde, omdat bet een dei- gelijken aanslag voor te monsterachtig hield om waarschijnlijk te zijn, voor to stellen als onverschilligheid van onze zijde. Het protest van Nederland tegen den beraamden aanslag dient zoo lnid te zijn, dat de vergaderden te Parijs daar\i ooi- niet doof kunnen blijyenj wij mo&en daar bij niet alleen maar speeuleeren op een conflict van belangen in de Entente. Wij behooren zelf ons te doen gelden. Tan vriendschappelijke onderhandelin gen over een dergelüjken eisch kan na tuurlijk geen sprake zijn. Worden wij beroofd vaat Zeeuwsck-Vlaanderen en een deel van Limburg, dan zal dat alleen kunnen geschieden door geweld, door een geweld, dat, om het woord van den Australische» tijdel ijken premier te be zigen geslachten lang de Nederlandsehe bevolking zou verbitteren tegen haar zui delijke buren, die aldus aan eigen begin selen een slag in jjet aangezicht gaven." (Wordt Vervolgd.) Het Bolsjewistisch g e'v a r. De territoriale bevelhebber van Overijsel beeft met ingang van 20 Februari in de be palingen betreffende het grensverkeer ver anderingen aangebracht. Volgens de bestaande regeling worden de deserteurs van -alle vreemde ktrere, indien zij ons land willen binnenkomen, hier toegela ten. De nieuwe verordening bepaalt, dat voortaan Duitsche deserteurs -niet meer woi- den toegelaten, terwijl aan vreemde deser teurs van andere landaard, de keus wordt ge laten tneeejien terL:Bkee-i- naar Xlniteohlnml, dun wel opzending naar het dépo-t te Bergen, na eerst te zijn opgenomen in *n quarantaine kamp. De uitvoeringsbepalingen zijn uitgebreid met voorschriften betreffende het weren van bolsjewistische elementen alsmede het tegen gaan van den invoer van revoiutionnaire propagandamiddelen, van wapenen, enz., en verder met bepalingen betreffende het aan houden van auto's en 'motorrijtuigen aan de grenzen. De grif f iereben o e m i n g i n G e 1- d e r 1 a n d. Wü laten hieronder de uit spraak volgen van de commissie van onder zoek in bovengenoemde aangelegenheid. ,De commissie van onderzoek inzake de houding van jhr. Kr van Nispen tot Se~ venaer bij de jongste benoeming van een griffier der Staten van Gelderland. gezien de overgelegde brieven en beschei den; gehoord jhr. nir. naer i» zijne mondelinge uiteenzettingen; overwegende: dat jhr. mr. vata Ni0Pen tot Sevenaer, na dat door Gedeputeerde V hfljVan G°lderland overeenkomstig artikel dt> dier' Provinciiale Wet eene voordracht wa« opgemaakt voor de benoeming van een gni Her der Staten, ge meend niet langer te motgen medewerken aan de benoeming van den m de tweede plaats voorgedragene, niettegenstaande hnj, volgens Zijn medecleeliug, diens caikLdataur aanvan kelijk naar vermogen gesteund had; dat hij zich tot deze veranderde houding verplicht meende, omdat hem uit verschil lende brieven en mondelinge mcdedeelingen oir ndigheden waren bekend geworden, v - ten nadeele van «en m de tweede plaats voorgedragene befple1 en; d-at de door den beer Vani Nispen tot Se- veimer aan de&a er inaafee g&go* P. _van Nijpen tot Seve- en schriftelijke ven brieven, beschuldigingen en mededeelin- gen inbonden, die, waren zij bewezen, hem inderdaad niet andere hadden mogen doen handelen dan hij gedaan heeft; dat het op den weg van den heer Van Nis pen tot Sevenaer had gelegen, om zijnerzijds een onderzoek in te stellen naar de waarheid dier beschuldigingen; dat de heer Van Nispen tot Sevenaer zulks ècttiter heeft nagelaten, omdat hij meende, dat de beschuldigingen en mcdedeelingen in brieven van vijf verschillende personen, in haar onderling verband en samenhang be schouwd, bewezen waren; spreekt ala haar oordeel uit, dat jhr. mr. P. van Nispen tot Sevenaer toen bdj meende do candidatnur van den in de tweede plaats voorgedragene niet langer te mogen bevor deren, gehandeld heeft naar zijn eerlijke en naar hij meende wèl gevestigde over tuiging; dat hij echter bü het bepalen zijner houding te kort is geschoten in de voorziobftigheid, door zonder nader onderzoek zijnerzijds, als waar aan te nemen de bechuldigingen, in verschillende brieven, tegen den in de tweede plaats voorgedragen® ingebracht. 's-Gravenhage, den 12en Februari 1919. De commissie voornoemd, (w.g.) A. van Voorst tot Voorst; D. A. P. N. Kooien; Tnp. Vragen van Kamerleden. Het Kamerlid Weitkamp heeft do volgende vraag tot den Minister van Landbouw gericht: Kan de Minister ook zeggen, met 'bet oog op de a.s. melkperiode In April, hoe groot kwantum van de ons toegezegde 750.000 ton veevoeder reedB verladen isï Pr emievrij Amit«ema a r s p e n- s i o e n. Naar verluidt, heeft aldus „Het Volk" de Staatscommissie voor de pen- Bio en wetgeving besloten, de refeeering te ad- viseeren, niet langer premies te heffen van de pensioenen der ambtenaren en hunne we duwen en weezen. Verzoekeehrif t e na a nh e the p van Financiën. Bij biet- Departe ment van Financiën komen' herhaaldelijk verzoekschriften in, waarvan de behandeling niet behoort tot den werkkring van dat De partement. V jrn&melijk heeft dit plaats ten aanzien van verzoeken, betreffende uit betaling vaai du rtebijs'ag aan onderwijzers, welke bij het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen beboeren te woi den ingediend. Belanghebbenden worden in hun eigen be lang er op gewezen, dat zij, alvorens een verzoekschrift in te zenden, zich behooren te vergewissen onder welk Departement de be handeling van de onderwerpelljke aangele genheid ressorteert. De Belgische aanspraken. De' Raad van "Ken beeft, naar men aan de „N. R. Crt." seint, gisteren het vervolg der Bel gische aanspraken aangehoord. Wat de territoriale aanspraken op Limburg, Luxem burg en de Waalsche provincie Malmedy betreft, Is een bijzondere oommissie benoemd. De kwestie bt reffende vrije vaart op d» Schelde, zal aan "de internationale commissie voor havens en waterwegen worden voo* gelegd. Ook Limburg in 't geding. De Parijscho pers verschilde van meaning over bot karakter der Belgische aanspraken. De „New York Herald", de JPetit Journal* en de „Matin" bevestigen, evenals „De Tele graaf", da( de Limburgsche kwestie naar voren gebracht was. Daarentegen ontken den het de „Echo de Paris" en de „Temps". Thans erkent de „Echo Paris" baar dwa ling en zegt ten opzichte van de Belgische territoriale eischen, dat zij gedwaald heeft. België maakt aanspraken op Nederlandsch Limburg, terwijl Nederland daarvoor zekere compensaties zal krijgen in het Noordoosten. Wij deelen dit berjcht uit de *„Tel.'* onder voorbehoud mede. Zeeu wsch-Vlaandere.n. Wij lezen in de „Zeeuwsohe Koerier": Het is nog niet precies bekend, hoe de Belgische aanspra- pken ter Vredesconferentie luiden. Verechil- iende lezingen doen do ronde, terwijl eik officieel bericht ontbreekt. Intusschen wijzen de meeste lezingen erop en ook tal van andere feiten zijn er oan te doen gelooven, dat België het inderdaad op Nederiandsch gebded„ o.rn. op Zeeuweehl- Vlaanderpn, gemunt heeft. Mocht België het, steunende op de macht zijner groote vrienden, beproeven deze af schuwelijke roofdaad te verwezenlijken, dan zal Nederland als één man pal euuun voor net recht; het recht, dat vroeg of laat al tijd wint. ZeeuwscL-Vlaanderen, belichaamd to de 83.500 onderteekenaren van het manifest van gehechtheid aan Nederland^ heeft zijn belagers slechts één antwoord te geven, nl. de regels van het oude Wilhelmus: „Ban Vaderlandt ghetrouwe Blijf iok tot in den doet." Het Sohelde-vraag^t.u.k. Het dag blad „rintransigean" zegt, naar de oorres- pondent van de „Tel." te Parijs meldt, da* wwanneer men zou voorstellen de kwestie van het vraagstuk de Schelde aan de com missie voor Jiavens en waterwegen over le laten, de Belgische en Fransche delegaties zich hiertegen zuilen verzetten. België beschouwt de kwestie der Schelde niet ais een vraagstuk van inwendige or; ganisatie, maar van territoriale souvereini- teit. Persstemmen uit Beljg.i.ë. Aan liet „Hbld." wordt uit Antwerpen geseind;: De berichten omtrent de Belgische eiscnen ter Vredesconferentie worden ook hier druk be sproken. De meeningen zijn natuurlijk zeer verdeeld. Het Antwerpseh „Handelsblad van Ant werpen" publiceèrt de volgende waarschu wing. Met het oog op de tegenstrijdige be richten die in omloop zijn, zouden w:j het raadzaam vinden dat de Belgische regeering liet weten, wat eigenlijk minister Hymans Parjjs gevaagd hééft. Do gebeurtenissen te Maastricht bewji-en, dat men onvrijwillig incidenten riet g j- ren, die wij moeten rraeuten te voor is. omen. He8ft minister Hymans inlijving van min gebied gevraagd, dat de regeer Lig het aan bekend make. Geen geheane diplomatie meer nu al de rampen door deze ui geloei. Wij willen weten wat is te- doen staat, want wij willen niet d»:, België, het land van, recht ,uit grootheidswaanzin ontaarde in land van het onrecht, 'wij vragen vnend- schappe'ijke oplossing van het geschil met Hoiland. Wij vragen wat ons toekomt, maar aan een campagne om meer te wdlen, dan wat de overgroote, ontzaglijke meerderheid van ons volk verlangt, doen we niet mee. Uit voer van haring. De Visscherij Ct." verneemt uit zeer betrouwbare bron, dat de uitvoer van haring vanwege de Ne- deriandsche regeering oiunen zeer korten tjjd zal worden toegestaan. Onze graan voorzienin er. Zooals te verwachten was, heeft de kolenvoorzie- niiiig door Amerika belemmerend gewerkt op den aanvoer van graan en meel. Onze graan- voor racen waren danig aan het slinken, te- wijl zoo goed als niets werd aangebracht. De „Meb." verneemt nu, dat de Commissie tot voorzieniag van levensmiddelen aan de Entente-troepen in bezet Duitsch gebied, ruim 20.000 ton tarwe- en roggemeel ter be. schikking van ouze Regeering heeft gesteld. Dit meel, hier "aangevoerd met Amerikaan- scho stoomschepen en reeds in RijnschepcD geladen, wordt nu In de veemen te Rotter dam opgeslagen. Zink. De Minister van L.. N. en HL, heeft ingetrokken de verbodebepóltogen op den verkoop, de aflevering en het vervoer van snippers nieuw ssink, ond zink en oude sun ken artikelen. In verband met de talrijke inbraken en diefstallen, den laats ten tijd te Enschedé ge pleegd, hoofdza.' ilijk ia winkels, heeft de po litie aldaar niet minder dan 18 meest jeug dige personen gearresteerd, Wegens bet spelen van kinderen mei lucifers, zijn de schuur en een h.rg van den landbouwer A. van Doelen, te Voorthuizei), een prooi der vlammen geworden. Met moeite bleef de. boerderij behouden. De omkoopbaar f an de».sehildwacihit aan de wapenkamer, wien 5000 zon geboden rijn om ue akUibiede» in de gelegenheid te stel-.# len handgranaten te stelen, is onwaar. Nadat de militaire autoriteiten een streng onderzoek hadden ingesteld, viel de eene schildwacht door de mand en ook de andere kon toen rijn bewering niet langer volhouden. Beide echildwae1' ten ritten nu in de pro voost. Te Smeek is op de veemarkt een valsek bankbiljet van 100 in beslag genomen. Te Winjram (Fr.) heeft het 18-jarig zoon tje van den veehouder 8. M. bij ongeluk rijn a-jarig broertje doodgeschoten. PER TELEFOON. De directeur van het groote Warenhui» stond voor het kleine hokje; wn; in hel tee«- fo om toes teel hing. Daarbinnen bevond ziel) juffrouw Wisman, ©en der meisjes van het kantoor en al wat ze zei kon de directeur vei» staan. Ziehier wat hij hoorde: Jüet jou a»Meen kan k geluikkig zfju. Ei hail m'n oogen rood. O, ik heb je tóch zoo Bef!" Het meisje belde af en kwam uit de telefoon oei naar buiten, waar zij zich ocomiddellajk van aangezicht tot aangezicht bevond met dei/ verstoorden directeur. JZog een», juffrouw Wisman," zei hij, „d« telefoon hangt hier voor de zaak. oegrijpt u, en niet voor verliefds praatjes in de kantoor- uren. Dat bad ik van u allerminst, gedacht, laat het de laatste maal geweest, rijn." Het meisje keek hean met eén ijskoud en blik aan en antwoord die: -Ik heb alleen maar een paar nieuwe liede ren besteld voor de muriekafdeel iug. ROMAN UIT HET POOLSCH. JJw nimmer verzadigde hebzucht heeft U in een eUendigen toestand g-ebraohtmaar .verlies den moed niet, want gij weet djat la het Rome der Antonlërs mannen ala de onomkoopbare Cato van het houten tij'd- perk, met de vingers van één hand te tellen zijn. .Wie de millioenen van een Fa-bius be zit, zet door wat hij wil. Zend djadelijk uwe, •pionnen uit, opdat de prefect zijno Ger- maansche niet vóór u kan vinden. Kom mor gen bij mij ter tafel en dobbel slecht. En verlaat .uw huis na zonsondergang niet meer dan met een sterk bewapend geleide.,..,,. 'Veroorloof mij echter, dat ik mijn toga neem fen uitga. Ik wil Tullia Cornelia, verzoeken baren invloed aan te wenden te uwen gunste, lu. Tullia Cornelia wilde j'uist haar draag stoel besti, :i, toen Marcus voor baar huis v&recheen. Ik kom te ongelegener tijd, zeide de praetor, dooh ik zou u zeer dankbaar zijn, als gij mij het tiende deel yan een uur wildet toestaan. Aan u, beste Marcus, schenk ik zelfs een kwartter, maar meer niet. Do Impera- tricel) Faustina heeft mij verzocht op den Palatijn te komen. Zij begaven zich naar de ontvangstzaal en namen op de sofa's plaats. Wat zou de Imperatrice .van U ver langen? vroeg Marcus. Ik weet het niet, antwoordde Tullia schouderophalend. Maar ik vermoed, dat rij mij inlichtingen wil vragen over den Ger- maanschen prefect, dien zij, in het circus heeft gezien. Merkwaardig. Ook mijn schreden heeft deze legioensoldaat hierheen geleid, Hoe zoo? j., Ik kom u vragen, of gij Pubkua wilt overtuigen dat een verwant den anderen geen schade mag aandoen. - Ik begrijp, niet, waarop gij doeik Dan zult gij het ^dehjjt begrij pen. Ik weet niet, of het u aend i^, met welk doel deze barbaar naai home gekomen is.' De heele stad maakt zich vroolijk om zijn verdriet wegens ^en slavin. Als gij, Ro meinen, toch ook eens zoo beminnen kondt. Niet een van u zou> om 0011 bruid, van zijn genoegens afstand doen. Er is mij veel aan gelegen, dat Pu- blius zich niet in deze aangelegenheid mengt. Maar Publius en oervius zijn zeer met elkaar bevriend, oh Publius ia in staat, zijn vriend en krijgsmakker heoger te schatten dan zijn verwant. Die vriendschap van een Romeinschen pfYfT-iVGa.r yoor een barbaar is eenvoudig be lachelijk, .vooral wanneer rij een verwant schaadt. Het heeie gespuis uit de woud.en ©n de bergen is alleen op de wereld; om ons te dienen. Dat is het, wat gij aan den patrioiër-trote "Van Publius begrijpelijk moet maken. Publius doet mij er schade mede, dat hij den prefect tpi alle, senatoren aanbeveelt, Spreek duidelijker. Fnbius heeft do hand to het epei, fluis terde Marcus. 2oo! Nu wordt mij de zaak hel der, antwoordde Tullia en begon na te den- k ma een poos stond zij op en yoegd© zij er bij: Ik begrijp alles, maar in dit geval kan ik u niet vand ienst zijn; ik zou fajj zedve bi) Publius kunnen schaden. Juist I Ik had voor een oogenblik ver geten, dat gij even scherpzinnig als schoon zijt. Daarom zullen we er niet veider over spreken.Vertel mij liever: Hebben mijn raadgevingen al iets uitgewerkt? Het eerste bedrijf als matrone van den ouden stijl heb ik reedp gespeeld. Ik twijfel niet, of gij hebt hem be- tooverd. Dat kan ik jurat met zeggen; zijn oogen waren veel meer op Mueia gericht. Gij gekscheert, riep Marcua verwon derd... Deze nauwe volwassen Veetaalsche zou Publius bevallen... Maar ja, het zou kunnen rijn. Gij moet haar yoor «enigen tijd na«r buiten zenden. Gij weet even geed als ik, dat dfi onmogelijk is! Het huis van de Corneliëra behoort haar meer toe dan mij. De pro consul heeft zijn vermogen gelijkelijk tns- schen ons verdeeld, en mijn daeL... Marcus blies o.er zijn handpalm. „Met den wind verdjwenen.... ik begrijp u> zeide hij den zin voltooiend. Dat is een groi e moeilijkheid. Overigens is Muoia met zoo piooih i-, als het tot dusver scheen. Zij heeft mij hare tanden getoond. Ook dat nog? En toch moet zij op; een of andere wijze uit den weg geruimd' worden. Tullia zweeg met gerimpeld voorhoofd. Bij zulke tegenspoeden zou het wreed van mij zijn, voer de praetor voort, uwe tussekenkomst bij Publius te verzoeken. Ik ga hem zelf spreken, ofsohoon ik wel voor uit weet, wat ik ten antwoord zal krijgen. Reeds wilde hij heengaan, toen hem nog iets inviel - 1) Keizerin. (Wordt ver voted) c*-" 43 -J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 11