HEME II1IL Nllill
BINNENLAND
De Ondergang van een
Wereldmacht.
WAT. DE PERS ZEGT
VROOLIJK ALLERLEI
Ifiaandag 17 Februari
Tweede Blad
Brieven uit Borneo.
%da,E?'i|r»k en Ataji
Nederland en België.
KORTE BERECHTEN
FEUILLETON
GODSDIENST DER DOESOENS EN
HUNNE CEREMONIEN.
Godsdienst is*len mensch ingeboren. Een volk 0. u-r rrrT
onder godsbegrip word niet gevonden. Verhalen aarde!) Hij werd gevloekt door K., dubbel en
van Lubbock en anderen, dat er volken waren, dwars, daarover is hij nu nog kwaad, en zit ze
die geen begrip van „God" hadden, als Austra- zooveel mogelijk in het vaarwater^ Volgens an?
iiërs, 'n paar Bantustamnien in Afrika, en een
stam ergens in Zuid-Amerika (sic!) werden oijna
oogenbiikkeiijk tegengesproken en'weerlegd. Zoo
ook hier in donker Borneo met zijn tientallen
verschillende stammen, die allen zonder nvijlei
tot het Maleische ras belmoren, heeft ieder volk
Z1JDeë Doesoens' zijn geen uitzondering. Zij ook
hebben hun Godsbegrip 't is 'n verkeerd idee
hun geesten, hun leven na den dood; him
duivelsbevrediging: 't voornaamste mei cere
moniën en gebruiken. Analfabeten zonder
boek of sclinjf'besef, is het natuurlijk dat die
gebruiken en zeden veel verschillen met plaat
selijke omstandigheden. Doch de idee inge
boren buiten twijfel blijft.
Ik zal hier niet ingaan op de vragen of voor
vaderen-vereen ng of natuurverschijnselen het
„begin" waren van godsdienst, of begrafenis
plechtigheden het begin waren van godsdienstige
handelingen. Laten de ongeloovige wijsgeeren(l)
speuren zooveel zij willen; want dat alles komt
toch weer voort uit de behoefte, die het men-
schelijk hart gevoelt aan „God". Dat bliksem en
donder, overstroomingen en epidemieën be
schouwd weiden door primitieve volken, pis tee
kenen van God, dat Hij kwaad was op hen,
toont toch dat zij gevoelden dat zij verantwoor
ding van hun daden aan Hein verschuldigd
warén. Het menschelijik hart vindt geen rust dan
in God.
De Doesoens met hun godsdienstbegrippen
staan op hoogen sport. Natuur-vereering kennen
zij niet; zij hebben hun God, Die alles schiep;
zij hebben hun Z/ion van God, Die van Hem
afstamt. Hij kan geen zoon voortbrengen
volgens 's menschen ondervinding zonder
vrouw, dus hem ook 'n vrouw toebedeeld. Zij
hebben er niet aan gedacht om hem zooiets als
Zeus te laten praesteeren, die Pallfjs Athene uit
zijn hoofd te voorschijn tooverde.
Zij noemen hun god: „Kinohoyngan - Oat is
'n lang woord. In hun taal oeteekent „Moboying
ouder; Minohoying (bijvoeging van in vooraan)
Ti vroegere der; 'n oude. die veel voortge
bracht heeft, dus ouder van velen. Om van dit
woord nu 'n abstract zelfstandig naamwoord
dat 'n stand of staat, gesteldheid, uitdrukt te
vormen, wordt al§ in Maleiscli „anachter
bijgevoegd en de beginletter wordt veranderd,
gewoonlijk in IC Dus krijgen we: Kinohoyingan
saamgetrokken Kinohoyngan: het voorouderdom,
vrij vertaald: „Vader van alle ouders". Vmiwasu;
kwam hij? Als menschen konden zij hem met
indenken als zonder begin, van eeuwigheid, dus
hii moest iets hebben vanwaar hij kwam. ben
veder o! moeder was buitengesloten, dus daarom
gelooven zij dat hij geboren werd uit een groo-
Fensteen!
Er is nog een andere Sinumundu? voorge
steld als eene vrouw. Wat beteekent die naam,?
Ondu or undu is vrouw. Met dezelfde derivatie
als van Kinohoyngan krijgen wei eenvrouw van
her: veel vroeger, dus heel oude vrouw
„vrouw der vrouwen'. -
Misschien een andere beieekems. Sumunau is
groeiende groei-zelf. Dan met in „Ge oude
groei" „ooi-zaak van het groeien" en zoo wel
licht ook 'n idee van vruchtbaarheid. Waarschijn
lijk is zij er als vrouw bijgeplakt, omdat de derde
.Hinomodun" voortkwam van Kinohoyngan
Deze Hinomodun staat geheel op den achter
grond: is slechts figurant op het Doesoensche
lodenïooneel. K. en S. zijn de hoofdpersonen,
van wie o. de eerste viool speelt- Zij wordt voor-
gesteld als 'n vrouw met sterk, gezond lichaam;
Kinohoyngan als 'n oude man; 'n hoofdman en
Hinomodun als een flinke gezonde opgeschoten
jongen Zij drieën zijn de goede goden. (Een nooit -n fl0oae lasteren 01 Kwaauspicucu van
vrouw van H. bestaat niet, wat wel vreemd is heml Alledaagsche dingetjes worden met het
voor Oosterschen!) Zij doen geen kwaad, dus begraven: tondeldoos, kop, schotel, mes, enz.
waarom denk' 'n Doesoen ons veel om hen Vroeger werden met de rijken ook een oi twee
bekommeren? Juist even aanroepen-eventjes noe- 8iaven levend begraven, die dan speciaal nog
men, dat is alles. Offers worden hen nooit ge- Voor hun meester moesten zorgen,
bracht. Vroeger jaren stuurden de Doesoens ook wel
Kinohoyngan had de macht en de kracht om >n gezant naar dien berg Nabahu, om aan
ie scheppen, hij schiep de aarde, het land der 2ielen daar nieuws van de menschen-op-aarde
Doesoens. De vrouw voelde dat zij groote dingen brengen. Hoe? Op wreede manier. Een dorp
kon doen Hij had haar al zijn plannen verteld, 0f iang buis kocht 'n slaaf gewoonlijk jonge
zoodat zij iets had on. op te bouwen. Zij schiep vrouw of jonge man die de verschillende
zon en het hemelgewelf, boomen en boodschappen goed zouden onthouden. De sbaf
od aarde- vrachtboomen en struiken, de sierlijke Werd aan de handen opgehangen aan een balk,
nalmen en de slanke rijststenge!den reusach- de voeten eventjes van den vloer, de beenen vast-
ttoen Durion en het kleine grassprietje. Beesten gebonden aan den vloer. Na bidden en zingen
en dieren op het land en in het water, van den g0ngen en drinken werd er ronu den slaaf
grooten olifant tot de kleine mier; den krokodil gedanst. Ieder had een speer en ieder stak den
)>n het stekelbaarsje. Zij maakte zelfs menschen speerpunt juist even in het lichaam, terwijl hij
van klei, wit-gele klei, en zij was daarmede een boodscnap gaf lépor zijn afgestorven bloed-
bezig, toen Kinohoyngan aankwam. Hij tierde en verwant of vriend. Zoo ging het totdat de slaaf
raasde, hij nam die Heipoppetjes erslierdeze
met geheel gewond lichaam af W s, zoodat-hij
raasde, hij nam die kleipoppetjes en «- met gt.jieej gewoad lichaam af Was, zoodafnij
vèr weg. Zij vlogen aan stukken door net geweia met de nieuwtjö versch in hef geheugen in het
en kwamen met kracht tegen hemelgewelii, doodenrijk aankwam. Zijn lichaam werd in de
waar zij tegen vastkleefden. Dat zijn ae sterreni nvier geworpen.
StmundT wordt gedacht alles nu in stand te ptn'
hoofd speelt .logon een giooten ro-
soen-levensdrama (of blijspel?). Hij is de hoofd
persoon, die niet van het tooneel Mkomt. Wie is
jogon? 't Is niet genoeg niet te antwoorden:
„de duivel". Wat denken ze van hem; waar
komt hij vandaan? Wat het woord Jogon (Lo
gon, Togon) beteekent, is me niet bekend, en zal
wel onbekend blijven, daar de JDoesoens-zelf het
niet kunnen ophelderen. Sommigen denken dat
Jogon gemaakt werd door Sinumundu, dat zij
hem juist het leven inblies, toen K. aankwam en
zij hem van den steen op aarde stortte. (K
S. H. bleven wonen op dien steen buiten de
deren is Jogon een zoon van K. S. Toen hij
opgroeide, kreeg hij veel ruzie met Hinomodun,
hij wilde niet gehoorzamen, werd verbannen en
landde op aarde, zwierf er rond alleen. Natuur
lijk dacht ie toen. dat alles wat hij zag, het zijne
was. Dieren en beesten onderwierpen zich aan
hem.
Hij wordt bijgestaan door een leger van
andere booze geesten (zielen van boosdoeners en
'n paar gemaakt door Sinumundu), die onder
leiding van Jogon ook kwaad berokkenen. Van
eenige van die „geesten" wordt 'n beschrijving
gegeven.
Als ge hen vraagt: „Kan je 'n geest zien?'
kijken zij u aan en antwoorden heel wijsgeer-
lijk: „Wie kan 'n geest zien?" „Hoe weet je
dan dat ie er zoo uitziet?" volgt natuurlijk; en
dan komt het Doesoensch antwoord heel serieus:
„Omdat anderen hem gezien hebben
Jogon dus kan hen kwaad doen, daarom moet
hij tot vriend gehouden worden. Zij doen zich
voor als gelooven zij dat alles wat zij gebruiken
in bruikleen is van hem. Daarom wordt hem wat
geofferd van vruchten en dieren en oogst. Zoo
zoenoffers; ook wordt hem geofferd dat hij geen
kwaad doe! Smeekoffers. (Dankoffers bestaan
niet.) Hij wordt bezongen in gezangen en ge
prezen en gevleid. Zij houden den generaal tot
vriend, dan kunnen zijn soldaten ben ook niets
doen
III. Zielen en 'n ander leven. Een Doesoen
sterft: „de ziel vertrekt". De ziel maakt den
menschniet den uitwendigen, doch den inborst.
-Een kalme man heeft 'n kahne ziel en die ziel
blijft kalm in het andere levenDe ziel van een
opvlieger is gauw aangebrand, 't Is de ziel die
in het lichaam „werkt". De ziel verlaat het
lichaam met den dood. Zij vertrekt naar den
berg Nabahu. (Kinabalu op kaarten. 4500 nieter
hoog!), waar zij verblijven zal in zalig niets
doen. Dan zijn ze in „Pongohuvan" de plaats
waar alle zielen heengaan. Df ziel der goeden
die daar aankomt, moet voor zeven jaar (ze«n
oogsten) knecht spelen. Zij maken de velden,
planten en oogsten, verzamelen vrachten,
groeien, drogen en bereiden tabak, splijten de
nipa-bladstengel voor sigaardek, maar toch heb
ben die zielen gemakkelijk werk; zij slaven niet
zoo hard als wij hier op aarde. Daar hebben
zij niet te weinig, ook niet te veel regen; juist
genoeg warmte; geen wilde varkens enz., die
hun plantingen verwoesten; geen rijstvogels, die
bij duizenden in het veld neerstrijken en de rijpe
graankorrels opslokken. Juist zeven jaar werken
als spelen, de overgang van het harde slaven
naar de gelukkige staat van niets-doen. Zijn de
zeven jaar om, dan wordt de ziel opgenomen in
den gelukstaat en wordt nu op haar beurt be
diend.
Zielen van boosdoeners kunnen in het leger
van Jogon opgenomen worden. Zij zijn hun leven
lang slecht geweest, dus zou hen 'n goed leven
niet erg 'bevallen! Zij die hier (op den berg)
komen, worden goed getracieerd. Ee-r groote
ijzeren pot is in den berg ('n oude vuurspuwer?)
en daarin worden zij gekookt! Andere kwaden
naar gelang van hun boosheid, moeten het vuur
aanhouden, water halen en zorgen dat de groote
boosdoeners, die rondzwemmen in den pot,
kopje-onder" blijven. Zoo gauw er em me zijn
kop Loven komt, krijgt ie 'n knuppelslag! Die
niet „erg goed" geweest zijn, mogen met roo-
ken of baden of pruimen. De zielen sterven mee.
De goeden zijn vrij en gaan dikwijls een kijkje
nemen in hun eigen land; de slechteren echter
mogen niet vrij uitgaan!
Omdat de ziel dus wel eens dichtbij zijn kan,
hebben zij eerbied voor de dooden. Zij zullen
nooit 'n doode lasteren of kwaadspreken van
NEDERLAND EN BELGIë.
Do „NIEUWE CRT." schrijft:
„België blijkt i'iet moer eerbied' voor
de r edit en van Nederland te hebben dan
Duitsohiand in 1914 voor die van België.
Zooals de Lhiitsehe regeering,, meende
over de mogelijkheid van een doortoceh't
te kufnnen onderhandelen, zoo meent,
naar het schijnt, minister Hymans „op
vriendschappelijke wijze" besprekingen te
kunnen voeren over den afstand van ge
bied, gewoond door een bevolking, die,
in hart en nieren Neder 1 andsohnidts
anders wen echt dan Nederlandsch te
blijven.
Argumenten daarvoor beeft men geen
andere dan eigen machtsbegeerte, al
poogt men die te maskeeren. Eet masker
Is zoo doorzichtig, dat wij niet kunnen
aannemen, dat de BeJ^jtsehe delegatie
voor dezen aanslag op vreemd gebied ter
conferentie steun zal vinden, indien al
thans en in dat opzicht zijn wij, on
danks jhr. Loudon's aanwezigheid in Pa
rijs, ndet ten volle gerust de vertegen
woordigers der andere geassocieerden op
de hoogte zijn gebracht "van den feite-
lijken staat van zaken.
Maar zelfs dan dient elke poging te
worden verijdeld, die-waarschijnlijk van
Belgisohe aijdi© zal worden aangewend,
om de kalmte, waarmee ons volk deze
dingen aanschouwde, omdat bet een dei-
gelijken aanslag voor te monsterachtig
hield om waarschijnlijk te zijn, voor to
stellen als onverschilligheid van onze
zijde.
Het protest van Nederland tegen den
beraamden aanslag dient zoo lnid te zijn,
dat de vergaderden te Parijs daar\i ooi-
niet doof kunnen blijyenj wij mo&en daar
bij niet alleen maar speeuleeren op een
conflict van belangen in de Entente. Wij
behooren zelf ons te doen gelden.
Tan vriendschappelijke onderhandelin
gen over een dergelüjken eisch kan na
tuurlijk geen sprake zijn. Worden wij
beroofd vaat Zeeuwsck-Vlaanderen en een
deel van Limburg, dan zal dat alleen
kunnen geschieden door geweld, door een
geweld, dat, om het woord van den
Australische» tijdel ijken premier te be
zigen geslachten lang de Nederlandsehe
bevolking zou verbitteren tegen haar zui
delijke buren, die aldus aan eigen begin
selen een slag in jjet aangezicht gaven."
(Wordt Vervolgd.)
Het Bolsjewistisch g e'v a r.
De territoriale bevelhebber van Overijsel
beeft met ingang van 20 Februari in de be
palingen betreffende het grensverkeer ver
anderingen aangebracht.
Volgens de bestaande regeling worden de
deserteurs van -alle vreemde ktrere, indien zij
ons land willen binnenkomen, hier toegela
ten. De nieuwe verordening bepaalt, dat
voortaan Duitsche deserteurs -niet meer woi-
den toegelaten, terwijl aan vreemde deser
teurs van andere landaard, de keus wordt ge
laten tneeejien terL:Bkee-i- naar Xlniteohlnml,
dun wel opzending naar het dépo-t te Bergen,
na eerst te zijn opgenomen in *n quarantaine
kamp.
De uitvoeringsbepalingen zijn uitgebreid
met voorschriften betreffende het weren van
bolsjewistische elementen alsmede het tegen
gaan van den invoer van revoiutionnaire
propagandamiddelen, van wapenen, enz., en
verder met bepalingen betreffende het aan
houden van auto's en 'motorrijtuigen aan de
grenzen.
De grif f iereben o e m i n g i n G e 1-
d e r 1 a n d. Wü laten hieronder de uit
spraak volgen van de commissie van onder
zoek in bovengenoemde aangelegenheid.
,De commissie van onderzoek inzake de
houding van jhr. Kr van Nispen tot Se~
venaer bij de jongste benoeming van een
griffier der Staten van Gelderland.
gezien de overgelegde brieven en beschei
den;
gehoord jhr. nir.
naer i» zijne mondelinge
uiteenzettingen;
overwegende:
dat jhr. mr. vata Ni0Pen tot Sevenaer, na
dat door Gedeputeerde V hfljVan G°lderland
overeenkomstig artikel dt> dier' Provinciiale
Wet eene voordracht wa« opgemaakt voor de
benoeming van een gni Her der Staten, ge
meend niet langer te motgen medewerken aan
de benoeming van den m de tweede plaats
voorgedragene, niettegenstaande hnj, volgens
Zijn medecleeliug, diens caikLdataur aanvan
kelijk naar vermogen gesteund had;
dat hij zich tot deze veranderde houding
verplicht meende, omdat hem uit verschil
lende brieven en mondelinge mcdedeelingen
oir ndigheden waren bekend geworden,
v - ten nadeele van «en m de tweede plaats
voorgedragene befple1 en;
d-at de door den beer Vani Nispen tot Se-
veimer aan de&a er inaafee g&go*
P. _van Nijpen tot Seve-
en schriftelijke
ven brieven, beschuldigingen en mededeelin-
gen inbonden, die, waren zij bewezen, hem
inderdaad niet andere hadden mogen doen
handelen dan hij gedaan heeft;
dat het op den weg van den heer Van Nis
pen tot Sevenaer had gelegen, om zijnerzijds
een onderzoek in te stellen naar de waarheid
dier beschuldigingen;
dat de heer Van Nispen tot Sevenaer zulks
ècttiter heeft nagelaten, omdat hij meende,
dat de beschuldigingen en mcdedeelingen in
brieven van vijf verschillende personen, in
haar onderling verband en samenhang be
schouwd, bewezen waren;
spreekt ala haar oordeel uit, dat jhr. mr.
P. van Nispen tot Sevenaer toen bdj meende
do candidatnur van den in de tweede plaats
voorgedragene niet langer te mogen bevor
deren, gehandeld heeft naar zijn eerlijke en
naar hij meende wèl gevestigde over
tuiging;
dat hij echter bü het bepalen zijner houding
te kort is geschoten in de voorziobftigheid,
door zonder nader onderzoek zijnerzijds, als
waar aan te nemen de bechuldigingen, in
verschillende brieven, tegen den in de tweede
plaats voorgedragen® ingebracht.
's-Gravenhage, den 12en Februari 1919. De
commissie voornoemd, (w.g.) A. van Voorst
tot Voorst; D. A. P. N. Kooien; Tnp.
Vragen van Kamerleden. Het
Kamerlid Weitkamp heeft do volgende vraag
tot den Minister van Landbouw gericht:
Kan de Minister ook zeggen, met 'bet oog
op de a.s. melkperiode In April, hoe groot
kwantum van de ons toegezegde 750.000 ton
veevoeder reedB verladen isï
Pr emievrij Amit«ema a r s p e n-
s i o e n. Naar verluidt, heeft aldus „Het
Volk" de Staatscommissie voor de pen-
Bio en wetgeving besloten, de refeeering te ad-
viseeren, niet langer premies te heffen van
de pensioenen der ambtenaren en hunne we
duwen en weezen.
Verzoekeehrif t e na a nh e the p
van Financiën. Bij biet- Departe
ment van Financiën komen' herhaaldelijk
verzoekschriften in, waarvan de behandeling
niet behoort tot den werkkring van dat De
partement. V jrn&melijk heeft dit plaats
ten aanzien van verzoeken, betreffende uit
betaling vaai du rtebijs'ag aan onderwijzers,
welke bij het Departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen beboeren te woi
den ingediend.
Belanghebbenden worden in hun eigen be
lang er op gewezen, dat zij, alvorens een
verzoekschrift in te zenden, zich behooren te
vergewissen onder welk Departement de be
handeling van de onderwerpelljke aangele
genheid ressorteert.
De Belgische aanspraken. De'
Raad van "Ken beeft, naar men aan de „N.
R. Crt." seint, gisteren het vervolg der Bel
gische aanspraken aangehoord. Wat de
territoriale aanspraken op Limburg, Luxem
burg en de Waalsche provincie Malmedy
betreft, Is een bijzondere oommissie benoemd.
De kwestie bt reffende vrije vaart op d»
Schelde, zal aan "de internationale commissie
voor havens en waterwegen worden voo*
gelegd.
Ook Limburg in 't geding. De
Parijscho pers verschilde van meaning over
bot karakter der Belgische aanspraken.
De „New York Herald", de JPetit Journal*
en de „Matin" bevestigen, evenals „De Tele
graaf", da( de Limburgsche kwestie naar
voren gebracht was. Daarentegen ontken
den het de „Echo de Paris" en de „Temps".
Thans erkent de „Echo Paris" baar dwa
ling en zegt ten opzichte van de Belgische
territoriale eischen, dat zij gedwaald heeft.
België maakt aanspraken op Nederlandsch
Limburg, terwijl Nederland daarvoor zekere
compensaties zal krijgen in het Noordoosten.
Wij deelen dit berjcht uit de *„Tel.'* onder
voorbehoud mede.
Zeeu wsch-Vlaandere.n. Wij lezen in
de „Zeeuwsohe Koerier": Het is nog niet
precies bekend, hoe de Belgische aanspra-
pken ter Vredesconferentie luiden. Verechil-
iende lezingen doen do ronde, terwijl eik
officieel bericht ontbreekt.
Intusschen wijzen de meeste lezingen erop
en ook tal van andere feiten zijn er oan te
doen gelooven, dat België het inderdaad op
Nederiandsch gebded„ o.rn. op Zeeuweehl-
Vlaanderpn, gemunt heeft.
Mocht België het, steunende op de macht
zijner groote vrienden, beproeven deze af
schuwelijke roofdaad te verwezenlijken, dan
zal Nederland als één man pal euuun voor
net recht; het recht, dat vroeg of laat al
tijd wint.
ZeeuwscL-Vlaanderen, belichaamd to de
83.500 onderteekenaren van het manifest
van gehechtheid aan Nederland^ heeft zijn
belagers slechts één antwoord te geven, nl.
de regels van het oude Wilhelmus:
„Ban Vaderlandt ghetrouwe
Blijf iok tot in den doet."
Het Sohelde-vraag^t.u.k. Het dag
blad „rintransigean" zegt, naar de oorres-
pondent van de „Tel." te Parijs meldt, da*
wwanneer men zou voorstellen de kwestie
van het vraagstuk de Schelde aan de com
missie voor Jiavens en waterwegen over le
laten, de Belgische en Fransche delegaties
zich hiertegen zuilen verzetten.
België beschouwt de kwestie der Schelde
niet ais een vraagstuk van inwendige or;
ganisatie, maar van territoriale souvereini-
teit.
Persstemmen uit Beljg.i.ë. Aan liet
„Hbld." wordt uit Antwerpen geseind;: De
berichten omtrent de Belgische eiscnen ter
Vredesconferentie worden ook hier druk be
sproken. De meeningen zijn natuurlijk zeer
verdeeld.
Het Antwerpseh „Handelsblad van Ant
werpen" publiceèrt de volgende waarschu
wing. Met het oog op de tegenstrijdige be
richten die in omloop zijn, zouden w:j het
raadzaam vinden dat de Belgische regeering
liet weten, wat eigenlijk minister Hymans
Parjjs gevaagd hééft.
Do gebeurtenissen te Maastricht bewji-en,
dat men onvrijwillig incidenten riet g j-
ren, die wij moeten rraeuten te voor is. omen.
He8ft minister Hymans inlijving van min
gebied gevraagd, dat de regeer Lig het aan
bekend make. Geen geheane diplomatie meer
nu al de rampen door deze ui geloei. Wij
willen weten wat is te- doen staat, want
wij willen niet d»:, België, het land van,
recht ,uit grootheidswaanzin ontaarde in
land van het onrecht, 'wij vragen vnend-
schappe'ijke oplossing van het geschil met
Hoiland. Wij vragen wat ons toekomt, maar
aan een campagne om meer te wdlen, dan
wat de overgroote, ontzaglijke meerderheid
van ons volk verlangt, doen we niet mee.
Uit voer van haring. De Visscherij
Ct." verneemt uit zeer betrouwbare bron,
dat de uitvoer van haring vanwege de Ne-
deriandsche regeering oiunen zeer korten
tjjd zal worden toegestaan.
Onze graan voorzienin er. Zooals
te verwachten was, heeft de kolenvoorzie-
niiiig door Amerika belemmerend gewerkt op
den aanvoer van graan en meel. Onze graan-
voor racen waren danig aan het slinken, te-
wijl zoo goed als niets werd aangebracht.
De „Meb." verneemt nu, dat de Commissie
tot voorzieniag van levensmiddelen aan de
Entente-troepen in bezet Duitsch gebied,
ruim 20.000 ton tarwe- en roggemeel ter be.
schikking van ouze Regeering heeft gesteld.
Dit meel, hier "aangevoerd met Amerikaan-
scho stoomschepen en reeds in RijnschepcD
geladen, wordt nu In de veemen te Rotter
dam opgeslagen.
Zink. De Minister van L.. N. en HL, heeft
ingetrokken de verbodebepóltogen op den
verkoop, de aflevering en het vervoer van
snippers nieuw ssink, ond zink en oude sun
ken artikelen.
In verband met de talrijke inbraken en
diefstallen, den laats ten tijd te Enschedé ge
pleegd, hoofdza.' ilijk ia winkels, heeft de po
litie aldaar niet minder dan 18 meest jeug
dige personen gearresteerd,
Wegens bet spelen van kinderen mei
lucifers, zijn de schuur en een h.rg van den
landbouwer A. van Doelen, te Voorthuizei),
een prooi der vlammen geworden.
Met moeite bleef de. boerderij behouden.
De omkoopbaar f an de».sehildwacihit aan
de wapenkamer, wien 5000 zon geboden rijn
om ue akUibiede» in de gelegenheid te stel-.#
len handgranaten te stelen, is onwaar.
Nadat de militaire autoriteiten een streng
onderzoek hadden ingesteld, viel de eene
schildwacht door de mand en ook de andere
kon toen rijn bewering niet langer volhouden.
Beide echildwae1' ten ritten nu in de pro
voost.
Te Smeek is op de veemarkt een valsek
bankbiljet van 100 in beslag genomen.
Te Winjram (Fr.) heeft het 18-jarig zoon
tje van den veehouder 8. M. bij ongeluk rijn
a-jarig broertje doodgeschoten.
PER TELEFOON.
De directeur van het groote Warenhui»
stond voor het kleine hokje; wn; in hel tee«-
fo om toes teel hing. Daarbinnen bevond ziel)
juffrouw Wisman, ©en der meisjes van het
kantoor en al wat ze zei kon de directeur vei»
staan. Ziehier wat hij hoorde:
Jüet jou a»Meen kan k geluikkig zfju. Ei
hail m'n oogen rood. O, ik heb je tóch zoo
Bef!"
Het meisje belde af en kwam uit de telefoon
oei naar buiten, waar zij zich ocomiddellajk van
aangezicht tot aangezicht bevond met dei/
verstoorden directeur.
JZog een», juffrouw Wisman," zei hij, „d«
telefoon hangt hier voor de zaak. oegrijpt u,
en niet voor verliefds praatjes in de kantoor-
uren. Dat bad ik van u allerminst, gedacht,
laat het de laatste maal geweest, rijn."
Het meisje keek hean met eén ijskoud en blik
aan en antwoord die:
-Ik heb alleen maar een paar nieuwe liede
ren besteld voor de muriekafdeel iug.
ROMAN UIT HET POOLSCH.
JJw nimmer verzadigde hebzucht heeft
U in een eUendigen toestand g-ebraohtmaar
.verlies den moed niet, want gij weet djat
la het Rome der Antonlërs mannen ala de
onomkoopbare Cato van het houten tij'd-
perk, met de vingers van één hand te tellen
zijn. .Wie de millioenen van een Fa-bius be
zit, zet door wat hij wil. Zend djadelijk uwe,
•pionnen uit, opdat de prefect zijno Ger-
maansche niet vóór u kan vinden. Kom mor
gen bij mij ter tafel en dobbel slecht. En
verlaat .uw huis na zonsondergang niet meer
dan met een sterk bewapend geleide.,..,,.
'Veroorloof mij echter, dat ik mijn toga neem
fen uitga. Ik wil Tullia Cornelia, verzoeken
baren invloed aan te wenden te uwen gunste,
lu. Tullia Cornelia wilde j'uist haar draag
stoel besti, :i, toen Marcus voor baar huis
v&recheen.
Ik kom te ongelegener tijd, zeide de
praetor, dooh ik zou u zeer dankbaar zijn,
als gij mij het tiende deel yan een uur
wildet toestaan.
Aan u, beste Marcus, schenk ik zelfs
een kwartter, maar meer niet. Do Impera-
tricel) Faustina heeft mij verzocht op den
Palatijn te komen.
Zij begaven zich naar de ontvangstzaal
en namen op de sofa's plaats.
Wat zou de Imperatrice .van U ver
langen? vroeg Marcus.
Ik weet het niet, antwoordde Tullia
schouderophalend. Maar ik vermoed, dat rij
mij inlichtingen wil vragen over den Ger-
maanschen prefect, dien zij, in het circus
heeft gezien.
Merkwaardig. Ook mijn schreden heeft
deze legioensoldaat hierheen geleid,
Hoe zoo? j.,
Ik kom u vragen, of gij Pubkua wilt
overtuigen dat een verwant den anderen
geen schade mag aandoen.
- Ik begrijp, niet, waarop gij doeik
Dan zult gij het ^dehjjt begrij pen. Ik
weet niet, of het u aend i^, met welk
doel deze barbaar naai home gekomen is.'
De heele stad maakt zich vroolijk om
zijn verdriet wegens ^en slavin. Als gij, Ro
meinen, toch ook eens zoo beminnen kondt.
Niet een van u zou> om 0011 bruid, van zijn
genoegens afstand doen.
Er is mij veel aan gelegen, dat Pu-
blius zich niet in deze aangelegenheid
mengt.
Maar Publius en oervius zijn zeer met
elkaar bevriend, oh Publius ia in staat, zijn
vriend en krijgsmakker heoger te schatten
dan zijn verwant.
Die vriendschap van een Romeinschen
pfYfT-iVGa.r yoor een barbaar is eenvoudig be
lachelijk, .vooral wanneer rij een verwant
schaadt. Het heeie gespuis uit de woud.en
©n de bergen is alleen op de wereld; om
ons te dienen. Dat is het, wat gij aan den
patrioiër-trote "Van Publius begrijpelijk
moet maken. Publius doet mij er schade
mede, dat hij den prefect tpi alle, senatoren
aanbeveelt,
Spreek duidelijker.
Fnbius heeft do hand to het epei, fluis
terde Marcus.
2oo! Nu wordt mij de zaak hel
der, antwoordde Tullia en begon na te den-
k ma een poos stond zij op en yoegd© zij
er bij:
Ik begrijp alles, maar in dit geval kan
ik u niet vand ienst zijn; ik zou fajj zedve
bi) Publius kunnen schaden.
Juist I Ik had voor een oogenblik ver
geten, dat gij even scherpzinnig als schoon
zijt. Daarom zullen we er niet veider over
spreken.Vertel mij liever: Hebben mijn
raadgevingen al iets uitgewerkt?
Het eerste bedrijf als matrone van
den ouden stijl heb ik reedp gespeeld.
Ik twijfel niet, of gij hebt hem be-
tooverd.
Dat kan ik jurat met zeggen; zijn
oogen waren veel meer op Mueia gericht.
Gij gekscheert, riep Marcua verwon
derd... Deze nauwe volwassen Veetaalsche
zou Publius bevallen... Maar ja, het zou
kunnen rijn. Gij moet haar yoor «enigen
tijd na«r buiten zenden.
Gij weet even geed als ik, dat dfi
onmogelijk is! Het huis van de Corneliëra
behoort haar meer toe dan mij. De pro
consul heeft zijn vermogen gelijkelijk tns-
schen ons verdeeld, en mijn daeL...
Marcus blies o.er zijn handpalm. „Met
den wind verdjwenen.... ik begrijp u> zeide
hij den zin voltooiend. Dat is een groi e
moeilijkheid.
Overigens is Muoia met zoo piooih i-,
als het tot dusver scheen. Zij heeft mij hare
tanden getoond.
Ook dat nog? En toch moet zij op;
een of andere wijze uit den weg geruimd'
worden.
Tullia zweeg met gerimpeld voorhoofd.
Bij zulke tegenspoeden zou het wreed
van mij zijn, voer de praetor voort, uwe
tussekenkomst bij Publius te verzoeken. Ik
ga hem zelf spreken, ofsohoon ik wel voor
uit weet, wat ik ten antwoord zal krijgen.
Reeds wilde hij heengaan, toen hem nog
iets inviel -
1) Keizerin.
(Wordt ver voted)
c*-"
43
-J