Iiun HA1RL. GOÜRAHT
STAD EN STREEK
De Ondergang van ee.n
Wereldmacht
FEUILLETON
Donderdag 6 Nlaart - Tweede Blad
gemeenteraad.
ROMAN UIT HET POOLSCH.
(Vervolg.)
Spr. wiiat er op, dat men op die v-ergadexiusr
had moeten spreken, als men ziin staudpun
niet had ingencrrfen. Hii wiist er op, dat he
wetsontwerp De Yisser. no« «een wet is en
aan allerlei wijzigingen onderworpen kan wor
den. Spr. wil nóg op merken 'dat het desbetrel.
fend artikel nit de Gemeentewet, altiid aange
haald wordt, als men een vooretol wil doen k«d-
deren. Wat wii hier zonden doen. son ed
ziin zander een wetsontwerp De Visser. Ook
voor een voorloopt verordemng a s m Am
sterdam, gevoelt spr. met vee) eerbied. Ook
Hilversum en Rotterdam bespreekt ni.l. Wat
deze laatste plaats betreft wie zegt. dat- de
meerderheid'geliik had?
Spr. wijst de onvriendelijkheden van den heei
Bomans af, o.a. als zon hii alleen hart hebben
voor de belangen der openbare onderwijzers. Hij
herhaalt, dat de belangen van de bijzondere
onderwijzers niet minder door hein worden tex
harte genomen als spr. niet de overtuiging
had, dat men ten slotte wol wat zal bereiken
da* zou hij ziin voorstel niet indienen.
Nu het preadvies van B. en W. Er worde
gezegd in 1018 is een bevrediging bereikt- Spr
brengt in dit verband de salarisregeling der
ambtenaren ter sprake ook deze hebben, m
de regeling verhooging gekregen. Waarom du
ook de onderwijzers niet?
Spr stelt vast. dat hetgeen ten aanzien.'van
do ambtenaren gtddt. ook geldti voor de onder
wijzers. Hij toont verder aan. dat de salaris-
regeling voor de onderwijzers onbillijk is- en in
strijd met het in de raadsvergadering van 80
Oct. gesprokene. Als we niet gel li ken tred hom-
den met andere gemeenten, dan zullen we od
den duur geen goede onderwijskrachten m
Haarlem houden. Hij leest in dit verband een
briefje voor. waarin een onderwijzer bedankt
voor ziin benoeming te Haarlem, omdat hem die
te Baarn zoo begeerlijk gemaakt wordt. Als
.de Raad niet z<ju aannemen een herziening van
de salarisregeling, dan zou hii ban dol en niet
alleen tegen het belang van het openhaar, maar
ook tegen het Bijzonder Onderwijs. Een porto
feuille- wénscht spr, van de kwestie niet te
maken, maar hij stelt tegen de bestrijding van
B. en W. en van den heer Bomans. vooral de
goede trouw-
De heer NAGTZAAM begint met een woord
van lof aan den steller der nota Bomans- In
gijn eoort is het een goed stuk. De argumenten
tegen het voorstel Bruoh ziin handig geardent
.Verd-er goeds kan Ar. er niet van zeggen. Mr
Bomans maakt alleen gebruik van onderstel
lingen. Immers we hebben hier mèt» een wete
ontwerp té1 doen. Spr. zal met feiten komen
In Sept 1914 heeft de Gemeenteraad van Haar-1?
lom ontslag gegeven aan een gehuwde onder-
i wijzer es op voorstel van B- eft W. Dat was niet
normaal. Want zoo'n verordening was in stiin?
met de wet/Men heeft toen met moties ge
werkt. Maar Gedep. Staten keurden het niet
goed. Spr. haalt vervolgens nog een naar voor
Jooelciou. nau. Ook ijen advertentie voor een on
der wijzCr in Jan-nart in een der kranten
Waarin een herziening der aalarisree-elincr in
uitzicht gesteld is. wol-at door hem aangehaald
Eu de Raad en B. en. W. hebbeü altiid het. stand
punt ingenomen dit of dat to doen. als het hun
overtuiging is, dat het goed is. De vero. :denin„
moot' behandeld worden- De bezwaren van Mr
Bofnans houden z. i. geen steek. De nota van.
Mr. Bomans moet huiten het geding bliiven.
Wethouder BOMANS acht de onderwiis-
ikwest#» in vuur en vlam in heel Nederland
'Al de bezwaren culmineeren in het wetsont
werp De Visser. In Hilversum. Rotterdam er.
andere plaatsen werd in den Raad voortdurend
ealarisverhoogins) bestreden met het oo-g op ho
- wetsontwerp De Visser en ziin nota zou niet
ter zake dienende ziin. volgens denbeer Na-gt-
zaam? Daarentegen de argumenten van den
heer iNftgtzaam wel? Do afwijzing- van spr
houdt geen verband met den inhoud van he
voorstel Bruch. Van persoonluke oneenigheid
tussehen spr. en den heer Bruoh ds geen sprake'
Spr. bezwaren ziin alleen gelegen in het' ont
werp der rijksregeling. Spr. betwist' het, dat
en W. gebonden zouden ziin door een toe
zegging,
Op het punt van herziening van onderwus-
iwedden staan B. en W. zeer, vrij. Spr wil den,
lieer Brucli tpejoevten. dat er in iieti coiles-e van
B'. en W. de opinie heeft geheerscht. dat de
onderwiiswedden konden herzien, worden. Als
er geen wetsontwerp De Visser was. dan. zou
zich hier niemand tegen materiëele herziening
der salarissen verzetten. Maar nu is 'it 'n.feit, dat
een wetsontwerp De Visser is ingediend. Do
Raad mag daaruit conoludeeren. dat B. en W
het oogenblik ondienstig achten, de onderv.*i-
zersjaaTwedden te verhoogen.
Spr. bestrijdt verder verschillende bewerin
gen van den heer Bruch. Spr. komt pp de on
vriendelijkheden die de hqgr Brnoh hem ver-
B
weten heeft uit zijn nota. Hij verzekert, dat dit
dan in elk geval onbewuste onvriendelijkheden
ziin. Wat de heer Nagtteaam zei. waren feiten
uit -het verleden; daarentegen wat eer- zei
waren hypothezen goedi maar die. omdat *h in
het tegenwoordige wortelen van invloed on de
onderhavige zaak ziin.
Wat de advertentie in de krant
betreft, dat argument doet maar klein aan. B.
en W- ziin collectief daarvoor niet verantwoor-
deliik.
Spr. hecht er zeer veel aan, dat 't voorstel Bruch
verivorpen wordt. De houding van den heer
Bruch is aangenamer dau de ziin6. Spr. geoft
dat toe. Spr. zal handhaven dat het voorstel
Bruoh, een gebaar is. Spr. wijst er op, dat deze
wet de bevrediging, de gelijkstelling geeft. Als
dezo wet het niet is, welke moet het dan ziin?
Spr. vraagt aan de S. D. A. P. hoe is het moge
lijk dat in eens de S. D. A. P. nu opkomt yoor
gemeentelijke regelingen voor de wet er komt?
Is het niet, omdat men hoopt, dat de bevredi
ging daardoor óp de lange baan zal geschoven
worden
De heer POPI' li: doet deze minister het niet>
dan doet een andere het wel.
Wethouder BOMANSmen heeft het ge
hoord, dat de S- D. A. P. er niets om geeft of
de gelijkstelling er spoedig of niet spoedig
komt (teekenen van instemming hij vele reoht-
sche raadsleden).
De heer POPPE interrumpeert weer. waarop
de Voorzitter voortdurend hamert en verzoekt
niet te interrumpeoren.
Wethouder BOMANSlaat zegmaar interum-
peeren, mijnheer de Voorzitter: dat draagt er
wellicht toe bii om elkander spoediger en beter
te begrijpen.
Do heer REINALDAdan w.ensch. ik van
deze gelegenheid gebruik te maken om te ver
klaren, dat ik de inerrüpties van den héér
Poppe niet voor rekening der fractie neem.
Wethouder BOMANS concludeert uit do in
terrupties van den hèer Poppe, dat er bii de
S, D. A, P. lieden zijn, die graag de onderwiis-
bevrediging op de lange baan zouden schuiven-
Daarom dienen allen, die de bevrediging willen
op hun hoede te ziin.
Wethouder BRUCH: dat is een leugen. De
heer HAGEMEYER: met je voorstellen komt
gij den Rooden Bond in 't gevlei.
Wethouoder BOMANS vervolgt, acht het
aannemen der verordening ais prikkel
voor de rijkswetgeving zoowel door
den héér Bruch als door den heer Nagtzaam los
gelaten.
De heer WOLZAK gaat nog eens de geschie
denis na zooals o'ie in vorige vergaderingen
zich heeft toegedragen.
Spr. kan zich met het' voorstel Bruch. zooals
het daar ligt. vereenigen. Als het voorstel zou
afgestemd worden, zou hij een voorstel indie
nen om den toeslag van f 200 toe te staan, ook
aan de onderwijzers. Spr. spreekt namens een
groot cfcel van de anti-xev. fractie. Hii vindt»
dat de hoer Bomans ons niet duidelijk gemaakt
heeft, dat hii aanneming van het voorstel
Bruoh. de gelijks teil ine gevaar loopt. De Unie
van ckr ist. Onder w ij zere dringt er op aan, dat a's
verordening wordt aangenomen. Ook de Kalh.
onderwijzers hebben er -bii den heer Bomans od
aangedrongen.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN waar
schuwt om financieele reden tefeen aanne
ming van het voorstel Bruoh. Tegen dergelij
ke uitgaven bestaat geen enkel middel tot
dekking. Onze gemeentekas vertoont den .bo
dem. Spr. waarschuwt ernstig' togen liet
steeds maar votearen van boogere uitgaven.
De heer BRUCH- biedt zijn excuses aan voor
de interruptie„het is een, lengen", die hij zich
straks tegenover den lieer Bomans in de hitte
van-den woordenstrijd heeft laten ontvallen.-
Het zou hem spijten als die onheusche uit
drukking de samenwerking zou, verbreken
met den beer Bomatns. Spr. iheeft lang aange
naam en vruchtbaar samengewerkt en veel
tot stand gebracht Spr, wenseht dat dit
zoo blijft.
Een leugen was het niet, want volgens de
overtuiging van den heer Bomans is zijn vooi
stelling een aanslag, een gevaar vootr de ge
lijkstelling.
Spr. betwist dit en toont dat aan in bet
liclit waarin -de zaak hem voorkomt. De on
derwijzers zijn z.i, niet bevredigd door het
wetsontwerp D'e Visser. Spr. wil praktisch
de gelijkstelling van het bijzonder- met het
openbaar onderwijs. Hij wil wegnemen dat
Haarlem te weinig geeft aan zijn openbare-
en bijzondere onderwijzers. Spr. herinnert aan
de interruptie van den heer Ha.gemeijer: ge
komt den rooden Bond in 't geviel. Hij be
treurt die interruptie. Dat is niet waar. Spi.
haalt daarvoor, als getuigen op de Christelijke
onderwijzers, die aanneming van het voojrstel
vragen en spr. durft getuigen nooit iets
in het nadeel van het Bijzonder Onderwijs te
hebben gedaan. Integendeel! Hij heeft het
altijd bevorderd.
De zaak komt hierop neer. of men zal weg
loop en voor een wetsontwerp.
Z.i. moet de gemeente invloed kunnen uit
oefenen op het bedrag der salarissen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de ge
meente eigenaresse is geworden van de groent
strook grond aan de Garenkokerskade voor
10.000, benevens voor de gronden van Eet
instituut Prins voor 50.000.
De heer KLEIN zegt, dat als men in den
Raad zwijgt, "dit er voor gehouden wordt,
dat men toestemt. Dat is volstrekt niet zoo.
De heer Bruoh heeft dikwijls gezwegen als
er door een der wethouders iets gezegd wordt.
Spr. zal een voorstel indienen als het voor
stel Bruch wordt aangenomen, om aan het
salaris der politie-agenten terug-werkende
kracht tot 1 Januari 1918 toe te kennen, en als
het voorstel-Wolzak wordt aangenomen, do
200 te geven aan alle ambtenaren die ze nog
niet hebben gehad.
De heer NAGTZAAM repliceert. Hij komt
nog eens op de advertenties in een der kran
ten terug. De heer Bomans kan nu zeggen,
daar moet ik niets van. Maar die onderwijzers
lezen die advertentie als een kennisgeving
van B. en W.
De heer v. d. VELDT motiveert zijn stem.
Als hij den inhoud van het voorst el- B ruöh
beschouwt, dan is hjj voor diens voorstel.
Maar ue heer Poppe beeft hem op iets ge
wezen. De Bond van Onderwijzers streeft er
naar om het groote onrecht te bestendigen.
Daarom zal hij tegen het ontwerp-Bruch
stemmen.
De heer DE BRAAL zal voor het vcorstel-
Brueh stemmen. Z. i. zal het wets-ontwerp De
Visser er niet door in gevaar komen.
De VOORZITTER verwacht dat d< boeren
zjch hun opinie omtrent het voorstei-Bruch
zullen hebben gevormd.
Voorstel B. en W., om bet voorstel-Brueh
niet verder in behandeling te nemen.
HET VOORSTEL VAN B. EN W. WORDT
IN STEMMING GEBRACHT EN AANGE
NOMEN MET 18 TEGEN 14 STEMMEN.
Vóór stemden de heeren Lusschait, v. d.
Veldt, Bomans, Van Liemt. Koen, Hoog, Went
holt, v. d. Berg, Heerkens Thijssen, De Breuk,
Hagemeyer, Jonek bloedt. Baas, Kuenen, Van
Slooten, Klein, Tiinnaér en Visser.
Tegen stemden de heeren», v. d. Kamp, De
Braai, Differs, v. d. Boogaard, B regen je, Ger
ritsz, Wolzak; Poppe, Nagtzaam., Reinalda,
Groenendaal, Schram, Koppen.
De heer WOLZAK zal zijn voorstel nu in
dienen, om aan de onderwijzers 200- over
1918 tg. geven.
De VOORZITTER en wethouder BOMANS
zouden dit voorstel eerst eens nader willen
bezien. i
De heer VAN LIEMT doet het eigenaardig
aan terugwerkende kracht te willen verleo
nen voor den datum waarop die terugwerken
de kracht verleend ie. Daartoe kan hij niet
meewerken.
De heer NAGTZAAM wil geen ambtenaar
deprimeeren, maar de arbeid van een onder
wijzer met hoofdacte mag volstrekt niet la
ger" gesteld worden dan die van een ambt©
naar.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN be
strijdt deze uitgave, als geen voldoende ondei-
gr'ond bobbend.
De beer VISSER wenseht het voorstel van
B. en W. tor prae-advies aan B. en W. geven.
De heer NAGTZAAM bestrijdt het voorstel
van B. en W. om prae-advies.
De heer SCHRAM zegt. dat voor het- voorstel
van B. en W. geen preadvies nood .- is.
De heer v. d. KAMP zégt, dat hij bekeerlin
gen heeft. In zijn buurt zullen een drietal
anders stemmen dan straks.
JXet. voorsta] van 13. en Vvwordt in fitcmmiii/?
gebracht exi verworven mot 17 te aan 14 stem
men.
Het voorste] WGLZAK wordt in stemming
gebraolit en aangenomen niet 18 tegen 13 stem
men.
Vóór stemden, behalve zijdié voor liet voor-
stel-B'ruch stemden, de heeren v. d. Veldt.
Keunen en Klein.
Motie-Bomaus.
De heer BOMANS heeft de volgende motie
ingediend
Gehoord de, besprekingen over het amende
ment- Jonckbloedt c.s- over kindertoeslag bij de
regeling dei jaarwedden van de poli Pc.
van oordeel, dat hek loon mede dient reke
ning te houden niét de grootte van het gezin
noodigt B. en W. UR de daartoe strekkende
maatregelen bij den Raaddn te dienen, geldenu'e
voor het geheele overheidspersoneel.
Dé heer DE BRAAL heeft een voorstel inge
diend om de motfe bomans naar B. cn Vv'. te
zenden om preadvies.^
Wethouder BOM AN 0 heeft niote tegen het
voorstel do Braai.
De heer GïRlMi zou gaarne zien. dat do
heer Bomans zijn nub10 toelicht met een nota.
Wethouder BOMANS wil doze zaak liever
eerst in het college van B. en W. bekijken.
Het voorstel tot uitstel wordt z. h. st. aan
genomen.
Veikoop grond-
B. en W- stellen v°or in koon af te staan
aan de alhier gevestigde \Y oningbouwvereeni-
girig i.Rosehago" gedeelten grond. ge
legen tussehen den Zjjlweg, de Bil-
o'erdüks trast, de Brouwersvaart en de
spoorbaan der llollandsche IJzeren Spoorweg-
Maatschappii, te same° ter grootte van ongeveer
20.830 vierk. M., voor den prijs van 14.per
vlerk. M.. en onder voorwaarde, dat vóór met
de bebouwing;van bedoelde gronden zal wordlen
aangevangen, de teekeningen van de naar de
zijdeni van tfe openbare wegen te maken gevel»
en van de aan die ziiden te maken afscheidin
gen door Burgemeester en Wethouders zullen
moeten ziin goedgekeurd.
De heer KOPPEN wil van B. en W. verne
men of deze vereeniging werkzaam ia in 'tl be
lang der Volkshuisvesting.
De VOORZITTER antwoordt toestemmend.
De Kon. goedkeuring is aangevraagd1 maar noo-
niet verkregen.
De heer GER RITSZ treedt in nadere min of
meer technische uiteenzettingen, waarin hii
aanleiding vindt om het voorstel aan te honden.
De VOORZITTER zegt. dat de heele zaak
door deskundigen is onderzocht en vastgesteld.
Hij moet dus hev voorstel van den heer Gerritsa
ontraden.
De heeren KOPPEN en GERRITSZ renli-
eeeren. Laatstgenoemde handhaaft ziin voorstel
om.het VOO*» ei van B. en W. aan te houden.
Het voorstel van den heer GERRITSZ wordt
in stemming gébracht. De stemmen staken. Het
voorstel worat dus aangehouden-
26 één gozins-arbeiderswoningen.
B. en W. stellen voor over te gaan tot den
bouw van 26 één gezins-aTbeiderswonineen. in
het bijzonder bestemd voor groote gezinnen, od
het ten „in gelegen tussehen de Westerstraat
de Olycanstraat en de Van Loostraat. kad. be
kend in sectie H. no. 2197 en 2363. ter beschik
king van Burgemeester en Wethouders te stel
len een bedrag van 141.000.
Aangenomen.
Andere voorste 'en.
Voorstel van B. en W. tot wijziging veror
dening ambtenaren arnbt-enaren reu elmen t
(hoofdsehakelborüwachter en hoofdkierk-afdec
lingsekef gem. ,eleetr. bedriif).
Aangenomen.
De behandeling der motie-v. d. Veldt om 'het
steuncomité in gemeentebeheer te nemen» werd
aangehouden.
B. en W. stellen voor een rechtsvordering
in te stellen tegen J J. Hart, wonende P. Kiog-
straat, tot betaling van een bedrag van 25.5
als vergoeding voor de schade, aangebracht aan
de leuning van de brug over de Garenkokers
kade in de Duvenvoordestraat, door het daarop
vallen van een nabii die brug staanden boom
die op last van J- J. Hart voornoemd od 1
October 1918 door S. Hoogendoorn werd geveld
en waarbii niet voldoende voorzorgen waren ge
troffen. Voorgesteld werd, dit punt af te
voeren, aangezien Ilart reeds botaald heeft.
Rondvraag.
De heer Poppe wiist op de verordening diio
het verkoopen of verkrijgbaar stellen van voor
werpen als lepels en vorken sehadeliik voor de
gezondheid zijn, strafbaar stellen. Spr. wenseht
daar de hand aan te houden. De koffie
huizen hebben nu tot 1 uur permissie om open
te blijven. Hii is daar sterk tegen.
HET VOORSTEL VAN Mli. BRUCII
BETREFFENDE DE OND LRWIJZEIfS-
SALARISSEN.
(Slot.)
Wii stippen alleen uit de bestrijding van dien
A. R. wethouder van onderwijs het volgende
aan: (Ochtendblad Maasbode 21 Februari).
„Wethouder van der fiolen zegt. dat B. en
„W. Kuc.il niet. op propagandistisch standpunt
„willen stellen. De Raad moet alleen effectieve
„beslissingen nemen. Spreker begrijpt niet
„waarom men nu een verordening zou gaan
j,vaststellen, waarvan men van te voren wee tl'
„dat ze door do wet omvergeworpen wordt,"
Wii wüzen hier nadrukkelijk op de gelijk
vonnighetid der. voorstellen de Zeeuw en
Bruch ook wat aangaat het z.g.n. „in uitzicht
gesteld hebben 1) vóór 1 .Tanuan 1919" en
leggen den nadruk op de samenstelling van dien
Raad van Rotterdam, gelet op de stemverhou
ding 21 tegen 16.
De geschiedenis in de i lando geeft ons geen
meerdero feiten ter illustratie in de pen, doch
wii zouden onvolledig zijn wanneer wii u een
kijk in eed adres onthielden van voorstanders
van het initiatief mr. Bruoh. n.l. van den „Bond
van Nederlandse,he Onderwijzers." d.d. 17 Eekr.
1919 uit Amsterdam verzonden aan, do II©
Kamer der Staten-Generaal. onderteekend door
de hoeren F. L. Ossendorp. voorzitter, J, J
Lamers, alg. secretaris.
Leze schier alleenliike voorstanders van een
voorstel zooals de heer Bruch indiende houden
niettemin nog meer rekening mot het wetsont
we> De Visser dan de heer Bruch zelf. Wii
lezen n-1. sub 2o. in. hun adres:
„het ontwerp (De Viissef), indien het toch
1) Het adres, gedateerd 20 Februari 1919
van Rotterdam aan den Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, vangt aldus
aan
„Geeft met verschuldiigden eerbied te kennen
de Raad der Gemeente Rotterdam.
„dat onder dagteekening vau 16 Dec. 1918
hii zijne vergadering is ingekomen een voorstel
tot salarisverhooging der onderwiizersdat
in zijne vergadering van 27 Dec. 19Ï8, toen dit
voorstel behandeld zou worden, doch inmiddels
bekend was geworden dat weldra een wetsont
werp zou w oren iugediend.besloten ia de
voorstellen voorloopig aan te houden, enz., enz
„reeds nu 1) behandeld mocht worden. In dies
„geest te wijzigen, dat aan de gemeentebestur
„ren het recht gegeven worde, uit eigen midde-
„len - de salarissen der onderwijzers, aan do
„openbare en daarmede gelijkgestelde bijzondere
„scholen in hun gemeente gelijkelijk te verhoo-
„gen."
Zelfs deze adressanten dus. hoe hevig voor
standiers ook van gemeentelijke (hoogere) rege
lingen. meenen de gelijkstelling van een derge
lijke waard© dat zii vooraf de garantie vragen
zoowel voor openbare als bijzondere scholen tot
gemeentelijke verhooging te kunnen overgaan.
Van deze voorzichtigheid bliikt uit het voor-
stel-Lruch niets. Wij meenen dan ook dat deze
voorsteller wal het meeat radicale voorstel in
deze materio in geheel Nederland heeft ter
tafel gébracht.
Aanname zoude een landebewegiug ten ge
volge kunnen hebben, waarbij de wettelijke ge
lijkstelling óf blijvend in gevaar werd gebracht
óf langen tijd werd opgeschort, W ii meenen
deze gevolgen allerminst in het belang van het
volksonderwijs in het algemeen, onverschillig
of het openbaar of bijzonder lager onderwiis
heete.
En hier lijkt het ons de plaats stelling te
nemen tegen hen die. door voor het openbaar
onderwijs immer „hooger. hooger" to roepen
tegelijk, bewust of onbewust, een „later, later"
aanheffen in het machtige bevredigiugsvraag-
stuk uur gelijkstelling.
Deze zaak is verknocht, ten innigste ver
knocht aan het voorstel-Bruch. Men versta ons
goed-: Wij zouden iusinueeren indiejt wii beweer
den dat de heer Bruch met zijn voorstel beoogt
ook maar één uur langer het schrikkelijk on
recht te rekken hetwelk gelegen is iu het
enorme verschil van salaricering tussehen den
openbaren en biizoi,deren onderwijzer. Hii wil
slechts den openharen onderwijzer, hoezeer deze
reeds nu bevoorrecht is boven den bijzondere,
nóg meer geven. Ziin standpunt wil er eene
ziin van rechtvaardigheid, maar o.i- van eenzij
dige en plaatselijke rechtvaardigheid die het
gevaar inhoudt, van onnoodige voortduring of
verlenging van breeder en algemeen sociaal on
recht.
Zooals reeds betoogd, wordt o.i. de verorde-
ning-Bruch, bii aanname en bii (schier onmoge
lijke) in werkingtreding op zii gezet door da
Rijksregeling. Is dit waai- dan is ziin arbeid
doelloos. In den gedacht-ingang des voorstellers
moest zijn vooral de doelloos begrepen worden
daar hii op de .spoedige gelijkstelling vertrouwt.
Doch erger wordt het. wanneer deze arbeid
niet vruchteloos zoude zijn. De verordening im
mers kén slechts werken.wanneer de rijks
regeling uit: Wanneer dus de eindeliike ge
lijkstelling met komt of vertraagd wordt. Nn
staat het geheele land en staan sjle partijen od
het standpunt der bevrediging op onderwiisge- -
bied en wil een ieder tot den'sDoedigen vrede
van dezen geestelijken tachtig jarigen burgeroor
log medewerken- Vertrouwen op „later, later."
de kreet van zeer enkele palstaanders, is wan
trouwe» koesteren in de rechtvaardige eindbe
slissing van een in beginsel besliste zaak. waar
voor een rechtvaardige eindbeslissing van een
in beginsel besliste zae.k. waarvoor een „do ut
des" eener Grondwetsherziening den weg ge
baand heeft.
Allot-minst is dit een exclusief Christelijk
standpunt, al moge de onder wiisbevrediging den
Christenman uiteraard uat het hart gegrepen
zün, het is een standpunt, waarop alle partiien
en zoo goed als alle Nederlandsche burgers zich
plaatsen of zidh te goeder trouw dienden te
plaatsen.
De verordenlng-Bruali c.q. is dus óf een ger
baar en dut zoude slechts looze verwachtingen,
opwekken, óf ©en daad en dit onderstelt de
voortduring van een onrechtvaardigen toestand
ten schade van het geheele volksonderwijs.
Een derde mogelijkheid werd aangeroerd in
do Raadsvergadering van 19 Februari 1.1. De
verordening-Bruch zou -werken ais een stimu
lans voor den Rijkswetgever of een prikkel voor
de He Kamer ter amendeoring van het wets
ontwerp, in één woord tot plaatselijke trekos
voor het .jhooger, Looger" in het geheele land.
Afgezien van de zeer gevaarlijke gevolge'n
(reeds nu wordt de gelijkstelling de Vii&ser od
40.000.000 kostennasleep geraamd!) als zulte
pogen succes zou hebben, meenen wii dat oen
dergelijk streven geen succes, ia zelfs niét de
minste uitwerking heeft dan wellicht deze: dat
zoo'n tendentieuse Haarlemsche opzet ietwat
lachwekkend aan zou doen.
Do kreet, „hooger, hooger" wordt <ioor een
Kamerlid schier dag aan dag vernomen) uit de
zware geluiden welke opstiigen uit de landgjiike
onderwiizersorganisatdee van bijna alle richtin
gen, wij zijn met deze self-hole" beginselen
bekend- En al ware dit niet zoo: vrii groot©
fracties in het parlement staan immer gereed
onder stortvloed van redenen steeds hooger te
griipen en meer te eisohen, or ziin er zelfs voor
wie „niets te dol is."
Doch* wezenlijk, men late deze Rijksregeling
over aan de gekozen, vertrouwensmannen van
het Nederlandsche volk, die. honderd! in getal.
1) Nu. Sub lo vragen, zii gelijktijd, ge behan
deling met algeheel© herziening Wet Lager On-
^lerwng^^^^^^
58
Dikwijls moesten hare lippen lachen, ter-
Aij l zij met moeite den toorn, die in haar
binniehsté woedde, onderdrukken kon. Gaar
ne had zij den storm laten uitbreken en
haar nicht het verblijf in haar huis tot een
kwelling gemaakt. Maar Mucia gaf tot zulk
een heftig optreden geen aanleiding stil en
bescheiden nam zij als een schutsgeest de
[huishouding waar. .Zonder haar goede bestier
zou het schitterend gebouw van een niet
jneer*T?estaanden rjjkdom reeds menige diepe
BCheur vertoohd hebben; Jió berg van was
tafeltjes met onbetaalde rekeningen werd
echter, ondanks Wat alles, van 'dag tot dag
hooger. Tullia durfde na hét tooneel, dat
vóór eenige wéken tussehen haar en Mucia
!Was voorgevallen en waarbjj hare nicht had
getoond hoven haar te staan, niet meer bij
het eerste hét beste onbeteekenend Voorval
tegen haar op te treden. En toch' moest
deze ellendige hinderpaal, die zich tussehen
n*ar publjus als een; wig schoof, op. een
of andere wijze uit den weg geruimd wor
den. Dat was het steeds terugkeerend re
sultaat van Tuilia's overwegingen.
^Plotseling flikkerdo het in hare oogen
zij richtte zich snel van de sofa op en
spoedde zich naar een hoek, waar op een
bronzen zuil een groote buste van keizer
Augustus stond. Onder de borstspier van
deze buste bevond zich een klein nauw merk
baar rond knopje. Tullia drukte daarop met
haar wijsvinger, de voorwand van het
marmer opende zich en in een holte werd
een rij van flesohjes en verscheidene dol
ken «zichtbaar. De proconsulsweduwe nam
een fleschje ter hand, en de donkere vloei
stof beschouwend, sprak zij halfluid tot zich
zelve
Gift van Loousta 1). Sneller en zeker
der dan al mijn andere pogingen, -zult gij
mij dezen hinderpaal uit den wgg ruimen.
Nauweljjks had Tullia deze woorden ge
sproken, of een windvlaag bruiste door de
van hun bladeren beroofde takken der boo-
men. Zij schrok en werd nog onrustiger
toen de herfstwind eon nieuwe vlaag zond
tegen de muren van het huls, die op hunne
grondvesten trilden. De aaiders niet vrees
achtige patricische stond verlamd en als
vastgenageld VQpr het verborgen schuilhoek
je der kleine, verraderlijke, in hunne wor
king onbedriegelijke doodswerktuigbn.
Na de eerste, heftige wind stoeten deed
de storm een tijdlan8 -alles schudden en
klapperen, wat a->n buis niet spijkervast
was, en dit deed dcn 6cbrik van Tullia tot
angst aangroeien. Zij wilde vluchten, maar
voelde hare ledematen als versteend, zoodat
zij zich niet bewege11 kon. Eindelijk hield
het geraas een weimg op; de heftige wind-
stooten werden vervangen door een meer
regelmatigen stormwind, die een veelstem
mig klaaglied huilde» waaruit Tullia liet ge
jammer én het gesteun van menschelijke
wezens meende te hooren.
Ook in de vertrekken werd de heftige
wind merk baai-; het lamplicht werd onrus
tig. Zij meende door iemand verrast te wor
den en wilde het hoofcl omwenden, doch
kon het niet. Van af de hand. uit, waarin
zij nog steeds de flacon met gift hield, door
liep een koude riilmg haar geheele lichaam,
koud zweet bedekte haar voorhoofd; zij
waande ziohzelve te zien met glazige oogen
en doodsbleek gezicht. Een luide' kreet ont
vlood aan hare bleeke lippen en zij moest
zich met de linkerhand aan den rand van
een bronzen zuil vasthouden, om niet meer
te vallen.
Achter haar hoorde ,zij "werkelijk snelle
schreden, maar dadelijk daarop de woorden:
Wat is er van uwen dienst, meesteres?
Deze vraag van de oude Egyptische sla
vin deed bij Tullia in eens weder hetbe
wustzijn terugkeeren. Snel dekte rij' de open
staande marmeren buste met haar lichaam
en beval:
Houd een blauw kleed cn een war
men mantel voor mij gereed, Ohrysrppus
en Sporus moeten mij begeleiden.
Zoodra de slavin vertrokken was, zette
Tullia het giftfleschje weder op zijn plaats,
sloot de geheime bergplaats en ijlde ver
ward naar "haar toiletkamer terug, als ware
zij zoo even aan do omarming des doods
ontkomen.
Een half uur daarna, toen de patricische
hare kleedereu tegen andere verwisseld had
en zich door een beker wijn had versterkj,
verliet zij haar huis te voet, bewaakt door
twee gladiatoren, die haai' op een afstand
volgden. TuLlia had zwartblauwe kleederen
aangedaan en een wollen doek over het
hoofd getrokken, om niet herkend te wor
deneen overbodige -voorzorg, daar. de
stormachtige donkere avond, niemand, die
niet door zaken was genoodzaakt, op de
straat lokte. Zij droeg duizend sestertiën in
goud bij zich, want zooveel kostte een au
diëntie bij den beroemden waarzegger, als
rijke personen bij hem raad zochten.Voor
deze som dacht zij oen inlichting te ontvan
gen over wat in de toekomst hare verhou
ding tot Publius zou worden.
Behalve het geld droeg zij naar den waar
zegger het vertrouwen van een door twijfel
zucht verteerde ziel, dat zooveel te gr00ter
is, naarmate de mpnscli verder afgeweken
is van de waarheden, die ten allen tijde hem
•getroost en bemoedigd hebben: het geloof
aan één God en de onsterfelijkheid der zieh
Zooals bijna alle ontwikkelde Romeinen, die
in de leer der nieuwere Grieksche filosofie
waren opgevoed, geloofde Tullia niet aan een
voortbestaan na dit leven; maar zij twijfel
de niet aan een geheimzinnig werken der
natuurkrachten die zich Van een harer werk
tuigen zouden bedienen om haar macht en
Ifaar werken in Ue toekomst te openbaren.
Met moeite voortworatelend t gen den
storm, kwam Tullia met kloppend hart op
het Quirinaal, 2) waai- het paleis van den
senator Rutilio stond. Hier werd zij voon
de poort afgewacht door haar hof as troloog.
Kan Alexander ontvangen?
1) Loousta was een beroemde giftmeng-
ater, welke ten tijde van de Romeinsohé
keizers Claudius, Nero en Galba leefde en
den eerstgenoemden keizer door gift omge
bracht heeft. Galba liet haar ter dood bren
gen.
2) De heuvel .waarop, het paleis van dien'
naam staat.
(Wordt vervolgd.)!