Lsvensmiddelenvosrzigning.
ilisinlÉetórijt HeemM.
iiisisferieeie Üepaingeo.
Sterke Schoollaarzen
STADSNIEUWS.
RtGÊERiNGS-VISCH.
Verstrekking van goerikoope
brandstoffen.
V BET ELLIN G 1919
Veetelling
rarsemenïaire Kroniek.
P. W. TWc.tHUiJoc.rt,
HAttiiiG
Liefde in armoede.
IHSAAHDAS 10 SPAART ISIS
42ste JAARGANG 8886
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL I 2,25; PER WEEK I7j/2 CENT; FRANCO PER PGST PER KWARTAAL f 2,60 BIJ VOORUITBETALING
BUREAUX: NASSAULAAN 49, HAARLEM - TELEFOON 1426 EN 2741 ABVEMENHEN 20 CENTS PER REGEL 20 oJo OGRLGGSTOESLAG. BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING
EERSTE BLAD
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
i i 111
De Directeur van het Gemeentelijk Levensmid
delenbureau te HAARLEM brengt ter kennis:
dat verkrijgbaar wordt gesteld:
op Dinsdag 11 Maart 1919, van 9 uur v.m.
tot 1 uur u.m. per persoon
een pond viscii
a 22Va cent per pond,
op vertoon van
ViSCHKAART.NO. 17101—17709
in de Gemeentelijke Visclihal.
Op vertoon van
YTSCHKAART NO. 17701—18100
:n het Pand, ingang Koningstraat.
PRIMA KWALITEIT GEZOUTEN HARING
a 8 cent per stuk (zonder bon)
in de uemeentelijke Vischhal. 6593
Verpakking medebrengen.
De Directeur voornoemd,
7420 F. DE JONGE.
UITBETALING
van de te veel betaalde gelden over de 4e WIN-
'1 ER-HU ISBRANDRANTSOENEE RING (1
Eenheid: y2 H.L. Eierkolen, 200 korte turven)
(Kamerbewoners 1 H.L. Anthraciet) aan het
kantoor: Jacob straat 3 rood.
Voor de ingeschrevenen, wier namen aanvan
gen met oe letter K, op Dinsdag 11 Maart
1919, voorm. van 9liy2 ure en nam. van
24^2 ure. 7398
Medegebracht moeten worden de kwitantie van
betaalde brandstoffen van bovenstaand rantsoen
en het bewijs van inschrijving (groen kaartje).
De BURGEMEESTER van HEEMSTEDE,
gelet op de beschikking van den Minister van
Landbouw enz., van 17 Februari 1919, No. 1484
betreffende
vordert van alle inwoners dezer gemeente opgave
van het aantal Paarden, Runderen, Schapen en
Varkens, waarover bedoelde personen als
houder daadwerkelijk het beheer voerden, op
5 Maart 1919.
De opgave moet persoonlijk door den 'houder
worden gedaan aan het distributièbedriji,
Achterweg, Heemstede (bovenlokaal), op Don
derdag 13 Maart en op Vrijdag 14 Maart a.s.,
van 91 uur en van 2y24y2 uur.
De aandacht wordt er op gevestigd:
1. dat alle m Heemstede wonende houders van
paarden, runderen, schapen en varkens deze
opgave, moeten verstrekken, ook al bevinden
deze dieren zich buiten deze gemeente;
2. dat een controle-telling zal worden gehouden,
teneinde^ de juistheid der opgaven vast te
stellen;
3. dat deze opgaven nauwkeurig en naar waar
heid moeten worden gedaan
4. daf nalatigheid in dezen kan worden gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste één
jaar, geldboete van ten hoogste f 10,000.-
en verbewdverklaring van den veestapel.
In opdracht van den Burgemeester voornoemd,
De Directeur van het Distributiebedrijf
te Heemstede,
7424 J. A. GELDORP.
De Gemeentebesturen van HAARLEM,
BENNEB ROEK, HEEMSTEDE en SCHOTEN
brengen ter kennis, dat door den Minister van
L., N. en H. met ingang van heden zijn in
getrokken de bij zijne beschikkingen van 29
Augustus 1918 en 21 October 1918 gestelde
verbodsbepalingen op de AFLEVERING EN
HET VERVOER VAN BEENDEREN aan
beenderverwerkende bedrijven. 7421
DEN HAAG. 9 Maart.
Wanneer gij mij vaudaag vraagt» u in hes
rort in te lichten over bet verhandelde in de
Staten Generaal in te lichten en dit te doen in
1 Staten Generaal en dit te doen in een kort be
stek, dan eischt sii geen gemakkelijke taak.
Immers de Eerste zoo-wel als de Tweede
Kamer hebben de vorige week drie dagen ver
gaderd en de heeren in Den Haag behooren
op het gebied der veel-praterii tot de onver-
beterliiken.
Intussohen heeft de Tweede Kamer in zoo
verre miin taak verlicht, dat zii hare beraad
slagingen minder belangiiik maakte dan de dis
cussies van een plattelands .ffemeenteraad. Zoo
dat ik mii hoofdzakelijk tot de debatten van
ons Hooger Huis kan bepalen.
Het toeval kan ons soms vreemde parten
spelen: het brengt een hooggeplaatste persoon
lijkheid vaak in een piinliike situatie en geeft
een bedelaar een onverwachten kans «m
millionair te worden. Dat ondervonden onze
politici in de afgeloopen dagen. Terwi.il de
volksvertegenwoordigers in da Tweede Kame
den parlementairen tijd verprutsten met allerlei
onbenulligheden, terwijl mensch*n> die zich voo
militaire specialiteiten uitgeven, door heti in
dienen van moties en amendementen
zich zelf belachelijk maakten en hef
Prestige van het hooge college, waarin zii
zitting hebben, omlaag haalden, werd in de
Eerste Kamer do begrooting van Binnenland
sche Zaken behandeld en klonken daar kranige
redevoeringen, waaruit eenieder, die belang
stelt in de toekomst van ziin vaderland, zich
nieuwe perspectieven zag opnemen.
Toen ik de heeren senatoren zoo goed op
dreef hoorde» dacht ik bii mii zelfeii zendt het
deze Kamer niet aanzien, dat somtniao volitL&ko
partüen haar doodvonnis reeds geteekend heb
ben.
De mensehen, wien gii den hals omdraait
maken het nog bijzonder goedt Het was dan ook
begrijpelijk, dat men hier bii monde van don
heer De Vos van Steenwiik aan de Tweede
Kamer den harden noot te kraken gaf om. in
plaats van critiek op de Eerste uit te oefenen
liever peno naar zich zelf te kiiken en den
nationalen tijd niet te verknoeien met zeven
maanden lang te kibbelen over moties en kleine
politieke ruzies uit te vechten. Ja. 't. is geen
wonder» dat de Eerste Kamer zich in ons nuch
ter denkend Nederland nog veilig gevoelt, te
mear, waar aan dit zoogenaamd conservatieve
lichaam de wereldschokkende gebeurtenissen
van den laa'tsten tijd niet ongemerkt blijken te
ziin voorbijgegaan.
De woordvoerders der drie ohristeliike par
tüen kwamen achtereenvolgens in eerlijke en
ronde bewoordingen hulde brengen aan deze
Regeering en instemming betuigen met hot
democratische regeeringsprogram. Ook onze
Senaat wensoht krachtige hervormingen en
waarschuwde zelfs den Ministerraad zich niet
te veel door politieke hervormingenv te laten
afleiden, die voor het w-e-lzün van htt volk niet
veel meer dan theoretische waarde hebben» doch
aan het sociale vraagstuk vóór alles aandacht
te schenken. In haar belastingspolitiek zü de
Regeering doortastend, zii halo het geld. waar
het 't gemakkelijkst te vinden is. doch sohrome
niet ter tegemoetkoming aan looze politieke
leuzen ook de verbruiksartikelen te belasten,
wanneer uit inkomen en vermogen niets meer
te halen is zonder de 'productie to schaden en
de werkeloosheid in de hand- te werken-
De eerste levensmiddelen late men echter
onbelast en daaronder verstond men in de
Eerste Kamer ook suiker, thee. koffie» cacao en
a'ergelüke. Wel kon men weeldeartikelen als
champagne, whisky en dergelijke niet zwaar ge
noeg) belasten; aldus de heer van Lanschot-
Men ziet, ook in de Eerste Kamer kan men
tegenwoordig democraten vinden. „Waar ziin
dia tegenwoordig nieti" vroeg een der sprekers
en hii ma air te slechts één uitzondering» n.m.
voor de zoogenaamd Sociaal-democratische
partii. immers Troelstra" heef t. getoond, wel op
de allerlaatste plaats democraat te ziin. waar
hii onderdrukking der meerderheid door de min
derheid voorstaat 1
Ja. do Novombergebeurtenissen hebben ook
de Eorste Kamerleden met belangstelling ge
volgd en krachtige waarschuwingen weerklon
ken om do roode partij niet te vertrouwen, ook
al verkondigt zii nog zoo luid geen staatsgreep
of bloudigo» revolutie te willen. De roode rak
kers hebben hun leider Troelstra tot nog toe
niet verloochend, integendeel hem enthousiast
toegejuicht. Dus sluimert de revolutie nog
altijd en liggen wellicht te midden van ons
nog elementen op de loer. afwachtend een
betero gelegenheid om hun slag te slaan. Zoo
gaven de algemeene politieke beschouwingen
in onzen Senaat nog eens een ongezochte ge
legenheid om aan alle ordelievende burgers in
den lande toe te roepen; blijft paraat!
Op de verklaring van den Miniser van B'ui-
tenlandsche Zaken over het. besluit der Vredes
conferentie nopens het Belgisch-Nederlandsch
geschil in de beide Kamers afgelegd een
verklaring» welke zoowel in Eerste als Tweede
Kamer met groote instemming werd ontvangen
behoef ik niets meer te zeggen. De redactie
heeft deze zaak reeds in het, juiste licht gezet.
Wel verdient de groote rede van oud-Minister
Colijn nog even onze aandacht. Deze gezag
hebbende anti-revolutionaire politicus wees ei
op. dat de kuitenlandsche oolitiek tot nog toe
nooit deel uitmaakte van het .iaarliiksche groote
politieke debat. Maar dit jaar moest dit zeker
gebeuren,nu de buitenlandsche politiek 't Staats
leven van alle volkeren behoerscht- Evenals in
het begin dezer week reeds ie dit blad gedaan
werd, stelde de heer Coliin de Belgische roof
zuoht in het licht der waarschuwing van Llovd
George.
Het materioele^ ge-vaar, dreigend va-a. Bel
gisch-Fransche zijde, ïs intu&sehen voor ons
land voorbij; doch nu blijft er voor Neder
land over zi.in houding- te bepalen tegenover
het nieuwe Europa, dat zieli bezig" is te vor
men. En dan meent de heer Colijn, dat wij
in den vervolge hebben te kijken naar twee
punten, nl. Parijs en Londen. De Fransolie
hoofdstad i-s in plaats van Berlijn het middel
punt geworden van de Europ-oesche vaste-
landspolit-iek, terwijl de Ee-geering te Londen
bezig is iliaar wereldmacht te bevestigen ech
ter zonder de imp er uil i&tisch e strevingen,
welko de politiek der groote mogendheden
v(V)r den oorlog- kenmerkte.
Met nog'twee andere verschijnselen hebber^
wij rekening te houden, nl. den toenemenden
invloed van Amerika in Europa en het groei
ende commercial,isme, dat wil zeggen: bet
overhe-enschen van de handelspolitiek in het
buitenlandscihi beheer der verschillende staten
Voor oen kleine mogendheid als Nederland,
volgen hieruit enkele gewichtige conclusies;
le, tegenover den Volkerenbond moeten wij
ook al gelooft men niet onvoorwaardelijk
in dit instituut een belangstellende lioudip/j
aannemen en er in ieder geval onze defensie
politiek voorloopig naar richten. Wij zijn een
koloniale mogendheid met een bevolking van
vijftig millioen zielen en op gr on 1
daarvan zullen wij zeker een belangrijk con
tingent van de internationale marine moeten
leveren. Aan afschaffen van d0_ vloot valt
niet te denken. En wat de ontwapening be
treft, op z'n gunstigst zullen de staande legers
tot een derde verminderd worden, wat vocni
ons land beteekent een legersterkte van
195.000 man, juist zooveel als wij vóór de
mobilisatie hadden.
Ziedaair eenige belangwekkende ibesdhiou-
wingeu van een autoriteit als oud-MIMster
Coljin, beschouwingen, die ernstige overwe*
ging waard zijn.
Nog verschillende andere afgevaardigden
ook der linkerzijde, voerden in de. Eerste Ka
mer het woord; voornamelijk over den finan
cieelen en teconointeihea toestand van ons
'land en het was nxeikwaardig op hoeveel]
hooger peil de debatten bier stonden dan in
de andere Kamer. En hoe gunstig een sfeer
als die van ons Hooger Huis werkt, bewees
de socialistische senator Vliegen, die zich niet
tegen afschaffing der distrlmtiemaatragelen
verklaarde,
En intusstiben was „de andere Kamer" de
gebeele week bezig over de details van de
oorlogsbegrooting te prateneindeloos
'vervelend. Ik zal er niets meer van zeggen,
wat men er in de verslagen van gelezen heeft,
was meer dan voldoende.
Vrijdag heeft de Tweede Kamer noK het
beste werk gedaan, door haar reglement van
orde te herzien en haar werkwijze te vereen
voudigen. Zij heeft zidh zelf ook meer aan
banden gelégd en haar leden onder strenger
tucht gesteld. Moge dit helpen, al was 't al
leen maar om een niet al te gek figuur tt
slaan, wanneer men daar praat over afschaf
fing der Eerste Kamer. Want blijven de con
INGEZONDEN MEDEDEELINQ.
Sarietjorisstraat 27. TLL. 7Ui(
3512
zich niet tot de bovengenoemde betalingen.
Vooreexst komt nog te haren laste de leening,
genoemd in uw besluit van 18 Decemoer 1919,
no. XAV111, tot voidoenxng der over het jaar
1919 cp de
cp de watersnooüieemng verschuldigde
trasten tusschen de, beide Kamers zoo, als z i rente en aflossing. Bovendien zullen, inoien
in de afgeleopen week waren, dan zou het Uwe Vergadering zich niet onze daa.ioe strek-
Lager Huis den schijn tegen ziöh krijgen, da
als argument tot afschaffing van ons Hoogei
Huis voornamelijk moet gelden.... het vei
wijderen van een beschamend voorbeeld!
HAGENAAR.
PROVINCIALE STATEN VAN
NOORD-HOLLAND.
Naar reeds werd gemeld, zal in een buiten
gewone zitting der Provinciale Staten van
Noord-Holland aan de orde worden gesteld de
oprichting van het „Hoogheemraadschap
Noordhollands Noorderkwartier'' en de vaststel
ling van een reglement van bestuur daarvoor.
Het hoogheemraadschap wordt belast met de
verdediging, voor zooverre die niet aan ande
ren is opgedragen, van het vaste land van
Noo-rdholland ten Noorden van den Noorder-
IJdijk en den St. Aagtendijk tegen de Noordzee
en de Zuiderzee.
De wenschelijkheid van eene algemeene her
ziening van het beheer der dijken, die Noord
holland tegen de zej moeten beschermen, is na
den watersnood van 1916 algemeen gevoeld en
ook in de vergaderingen der Staten, waarin de
als een gevolg van die ramp ingediende voor
stellen van Gedep. aan de orde werden gesteld,
meermalen tot uiting gekomen. Het ging niet
langer aan, zoo meende men, de verschillende
gedeelten der zeewering in onderhoud te laten
bij een aantal onafhankelijk van elkander, optre
dende, toch altijd nog betrekkelijk kleine, water
schappen, die, ook al waren zij ten deele onder
een gemeenschappelijk toezicht vereenigd, daar-
cfoor nog niet werden gevormd tot een nauw
verbonden belangengemeenschap, die op alle
punten der zeewering krachtig en uit één hand
het dijksonderhoud behartigen kon. Meer centra
lisatie werd gewenscht, waarbij het onderhoud
zou worden opgedragen aan enkele groote licha
men, die elk geacht konden worden alle recht
streeks bij eene bepaalde reeks zeeweringen be
langhebbende gronden als één complex te om
vatten, zoodat bij het dijksbeheer ook steeds op
ruimé wijze met aller belangen zou worden
rekening gehouden.
De bedoeling is twee waterschappen in te
stellen. Gedep. hebben nu voor het waterschap,
dat de noordelijkste der belangensferen- zal om
vatten, een reglement van bestuur ontworpen,
terwijl zij omtrent de inrichting van een derge
lijk lichaam, waarin de bij de zeeweringen ten
zuiden en oosten van Amsterdam belangheb
bende eigendommen zullen worden vereenigd,
mei hun ambtgenooten van Utrecht en Zuid
holland in overleg getréden zijn.
In een uitvoerige nota behandelen Gedep. de
ingekomen bezwaren, bezwaren, die hen echter
geen aanleiding geven in hun aanvankelijk voor
stel wijziging tebrengen.
In het reglement wordt eene bepaling opge
nomen, welke inhoudt, dat het Hoogheemraad
schap geen bijdrage verschuldigd zal zijn in de
rente en aflossing van het bedrag, waarmede de
gezamenlijke provinciale leeningen de som, die
noodig is om f 20,000,000.te verkrijgen, zul
len overschrijden.
Dientengevolge zal de Provincie echter, be
halve haar aandeel in de rente en aflossing der
leeningen tot een bedrag van f 20,000,000.de
rente en aflossing van het meer noodige bedrag
van vermoedelijk f 1,500,000.geheel voor
hare rekening moeten nemen.-Weliswaar bestaat
de kans, dat het Rijk daarbij het gewest te hulp
zal komen, aangezien wij gegronde reden heb
ben om aan te nemen, dat omtrent het verléencn
eener niet-onbelangrijke tegemoetkoming met den
Minister van Waterstaat, overeenstemming zal
worden verkregen, maar de geldelijke opofferin
gen, weke de Provincie zich tengevolge van den
watersnood zal hebben te getroosten, beperken
kende voorstellen zal kunnen vereemgén, ook de
gelden, die ingevolge uwe besluiten van 1 Fe
bruari 1916, no. VII, 27 April 1910, no. II,
en 24 October 1916, no. VIJ, ten behoeve van
den aanleg der provinciale en andere nocdwa-
terkeeiingen en van de drooglegging der over
stroomde gebieden voorloopig uit de provinciale
kas zijn betaald, niet behoeven te worden geres
titueerd en met de daarvoor over.de jaren 1917
en 1918 betaalde rente definitief voor. rekening
der Provincie worden genomen. Ten slotte zal
ook waarschijnlijk nog een gedeelte der aan de
dijken op Wieringen en Terschelling verwerkte
bedragen op de provinciale begroeting blijven
drukken.
Uit een ander-vloeit voort, dat de Provincie,
indien men aanneemt, dat de nog niet opgeno
men gelden tegen parikoeis en 5 rente zullen,
kunnen worden geleend, in het eerste jaar aan
rente en aflossing uit hoofde van de bovenge
noemde verplichtingen eene som van niet minuer
dan ongeveer 846,000— verschuldigd zal
zijn, waarop de dan alles der eveniueele Rijks
bijdrage in mindering zal kunnen worden ge
bracht.
Art. 1 van het ontwerp-reglement geeft- als
taak van het Hoogheemraadscaap
Het Hoogheemraadschap Noordhollands Noor
derkwartier heeft tot taak de verdediging, voor
zooverre die niet aan anderen is opgedragen,
van het vaste land van Noordhalland ten noor
den van. den Noorder IJ-dijk en den St. Aagten-
dijk tegen de Noordzee en de Zuiderzee.
2. Het is belast met:
L de zorg voor het onderhoud en de instand
houding overeenkomstig hunne bestemming van
a. de zeewering van het vaste land van Noord
holland ten noorden van den Noorder IJ-dijk
en den St. Aagtendijk, met uitzondering van die
gedeelten, welke door het Rijk of de Provincie
worden onderhouden en van de in die zeewering
gelegen sluizenb. de navolgende binnenwater-
keeringen: de Hondsbossche Slaperdijk met de
daarin liggende duikersluis nabij den Schoorl-
schen zeedijkde Schoorlsche zeedijk tusschen de
Hondsbossche zeewering en Krabbendam; de
Droomerdijk mét de daarin liggende sluis nabij
den Leihoek; en voorts, met uitzondering van
de daarin liggende sluizen: de Hazedwarsdijk,
de Zijperzeedijk, de Zuid-Schinkeldijk, de Noord-
Schinkeldijk, de Heimdijk, de Voordijk, de Slik-
kerdijk, dc ISoordwesierdijk van den polder Wie-
ringerwaard, de Noorderdijk" van den polder
Wieringerwaard; de Oosterdijk van den polder
Wieringerwaard, de Westfriesche dijk achter den
Nespolder onder Wervershoof, de Westfriesche
binnendijk van Aartswoud over Krabbendam en
Oudorp tot den Klamdijk, de St. Aagtendijk met
den Nieuwendijk, de Assendelver zeedijk, de
Westzaner zeedijk, de Hoogendam, de Oostzaner
zeedijk, de Waterlandsche zeedijk tusschen den
Oostzaner overtoom en Schellingwoude.
Tot behoorlijke vervulling zijner taak is het
Hoogheemraadschap verplicht te trachten zoo
spoedig mogelijk, desnoods langs den weg van
gerechtelijke onteigening, den eigendom van de
in artikel 1 genoemde zeewering en binnenwa-
terkeeringen en van de daarbij gelegen dijkput-
ten te verwerven.
De zetel van het bestuur is gevestigd in de
gemeente Alkmaar.
Het bestuur bestaat uit een dijkgraaf en zes
hoogheemraden, uitmakende het college van da-
gelijksch bestuur en twaalf hoofdingelanden.
Er zijn bovendien twaalf hoofdingelanden
plaatsvervangers, op wie, tenzij het tegendeel
uitdrukkelijk blijkt, van toepassing is al hetgeen
in de volgende artikelen van dit hoofdstuk en
van de hoofdstukken III tot en met V omtrent
de hoofdingelanden wordt bepaald.
v Het bestuur wordt bijgestaan door een secre
taris, een penningmeester en een ingenieur. Zij
hebben in de vergaderingen eene adviseerende
stem, voor zooveel betreft onderwerpen, die tot
hun specialen werkkring behooren.
„Wanneer de armoede de deur binnen
komt, vliegt de liefde het venster uit." z,oo
leggen de menscheu gewoonlijk. Maar üc
kan het niet gelooven, ik zal het nooit ge-
looven. Wat mij ergert, is niet zoozeer de
breedheid van het spreekwoord als wel de
naarheid ervan. Want, niet waar, wanneer
he armoede de deur binnentreedt, dan krijgt
he liefde opeens nieuwe en goddelijke kracht
°m den vijand weerstand te bieden, dan wor
den onze zwaar beproefde harten nauwer en
inniger venbonden dan to voren door een
Ugenaardigen en schoonen band.
Zoo was het met Philip en mij. Armoede
had de klink opgelicht, do deur opengedaan,
eerst zachtjes en daarna ruwer, en met meer
geweld; de armoede keek naai' binnen en
staarde ons vlak in 't gelaat.
Ik zat alleen bij don haard in onze armoe
dige kamer. Het was laat op den namiddag
van een kouden, buiïgen herfstdag. De ra-
tfien ratelden onophoudelijk; de wind huilde
■«oef klagend in den schoorsteen, de doode
bladeren dwarrelden door. de lucht, maak-
'en den grauwen hemel zoo mogelijk nog
'ombcTder. li
ik^trachtto mijne magere handen te war-
hhm boven het vuur, terwijl ik gedachtenloos
"Oin trouwring, die in den laatsten tijd zoo
ruim was geworden, om mijn vinger heen en
weer bewoog. Ja, ik was heel, heel mager
en daarbij had ik een leelijke blauwe striem
om eeu van mijn polsen.
Klein Kareltje lag te slapen in zijn kribje.
Flora was naar de markt 'gegaan om eenigè
dnkoopen te doen; het kind deed dat gaarne
en had er slag» van en haar lief en treurig
gezichtje bewoog den winkelier óm ons lan
ger ere diet te verleenen, dan ik op mijn
meest dringend verzoek zou kunnen verkrij
gen.
Onze kamer zag er armoedig, ellendig ar
moedig uit, de vloer was oud en zonder óén
enkel kleedje, overal vertoonden zich de spo
ren van onze bekrompen omstandigheden,
en de weinige meubelen zagen er verwaar
loosd en verveloos uit. Bij liet* venster, op
een ezel, stond een half afgewerkte schilderij
terwijl op de tafel een palet lag, waarop de
kleuren verdroogd waren en enkele schil-
derspenseelen lagen hier en daar verspreid.
De-gereedschappen waren er wel, maar niet
de man, die ze hanteeren moest.
Mijn man was uit; hij probeerde niet lan
ger om £e werken, en door ziju voortduren-
den tegenspoed in geldelijke zaken, liet hij,
wanneer hij toevallig thuis was, altijd weer
hetzelfde refrein hooren:
Werken! Wat geeft het om te werken?
O, omGodB wil, zanik toch niet langer, Suze!
Sommige menschew ziin ,voor 'het ongeluk
geboren. Wat ter wereld helpt het om te
werken?
Terwijl ik daar zoo alleen zat, keek 1 |na.ar
mijn trouwring en zuchtte. Ik zuchtte, want
ik daclit aan de eerste weinige jaren van
ons huwelijk, toen werken voor Philip niet
alleen eene kostwinning) maar tevens genot
was, toen hij mij op Te warme zomeravonden
in zijne armen hield gesloten en mij vertelde
van zijne idealen' voor de toekomst onze
toekomst. Ik zuchtte,'zooals de meeste vrou
wen zuchten, denk ik; wier verwachtingen
zijn teleurgesteld en wier illusiën zijn vernie-
tfgd. En toen herkende ik het geluid van
een welbekenden zwaren voetstap op de trap
en Philip kwam binnen.
Dij sloeg de deur achter zich dicht, terwijl
hij binnentrad; hij zag ar bleek en vermoeid
en verstoord uit. Ik behoefde slechts een
vluchtigen blik op zijn gelaat te werpen om
daarop den uitslag te lezen van zijn zoeken
op dien namiddag; wanhoop en teleurstel
ling waren daarop duidelijk zichtbaar. En
terwijl hij driftig zijn laarzen uitschopte en
ze naar het andere eind van de kamer
wierp, bromde hij
Niets meer te verdienen, altijd weer
dezelfde geschiedenis
Niet, Philip?
Niet? Ilc zeg je Immers, dat er hiets
meer te verdienen is. Vervloekt, ^ls ik weer
naar een van die beroerde handelaars ga.
De volgende week vertrek fk naar Amerika
en ga mijn geluk beproeven in de mijnen of
pak aan, wat werk voor de hand komt. Pre
cies gelijk wat, als ik maar een ander leven
krijg.
Ik zweeg. Philip was in een booze luim,
maar dit was hélaas niets nieuws. Bij de
gedachte aan zijn Vertrek naar Amerika
kromp mij het hart ineen. "Wat zou er van
mij en de kinderen worden? Wij hadden
niets om van te leven. En toch baarde dit
mij nog niet de grootste zorg, maar het
denkbeeld, om van Philip te moeten schei
den, kon 'ik niet verdragen.
Wat een akelig hok 'is dat, zei hij:
Hebt gij geen avondmaal voor mij, niet te
eten na mijn sjouwén den lieelen dag?
Er is brood en kaas in de kast,beste
man, niets anders, en ik ben bang, dat ook
dit niet ruim is.
Ik stond op, haalde het brood en zette het
voor hem neer. .Werktuiglijk at liij er van
terwijl hij zijne oogen somber naar den
grond gericht hield.
-Hebt gij *t verstaan? vroeg hij na een
poos.
Wat verstaan, Pliilip?
Dat ik de volgende week naar Amerika
ga.
O neen, neen!
Maar ik zeg je van ja. Wat zou. mij
beletten om to gaan? Dit leven verveelt mij,
alles walgt wij.
Ik zal het je beletten, beste man, zei
ik bevend. Neen, ik wil je niet laten gaan,
ik wil niet, dat je ons verlaat.
Jij wilt het niet? vroeg Philip met een
spottenden lach en een vloek. Maar ik bleef
dicht bij hem staan.
Ik wil het niet. Och, Philip, luister naar
mij, luister 1
Efnsklaps stond hij toornig op en duwde
mij weg, en terwijl ik trachtte hem té volgen,
greep liij mij ruw bij den arm'en wierpmij
van zich, zoo heftig, dat ik waggelde eri bijna
viel.
Ik voelde my zwak en ziek, tengevolge
van gebrek aan voedsel, denk ik, want de
heele kamer scheen met mij te draaien. Ik
bracht mijn hand aan mijn voorhoofd, en
terwijl ik dit deed, viel het oog van Philip
op de blauwe striem van mijn pols do
striem, die hij er op gemaakt had, toen hij
mij pas gisteren zoo woest had aangegrepen.
En daarop wendde hij zich plotseling af met
een blik, waarin diepe smart te lezen stond,
en wierp zich weer op zijn stoel bij de tafel
en verborg het gelaat in zijne handen.
Er was een oogenblik van stilzwijgen tus
schen ons. Ik kon de zware ademhaling van
Philip hooren; ik kon zien, dat zijne schou
ders op cn neer gingen; ik wist, dat hij
weende.
- O God! Miin man. mijn beste man!
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT