VAN OVERAL.
De Ondergang van een
Wereldmacht.
Kerk en School
BIJBELCURSUS.
FEUILLETON
Missie-Actie.
WAT DE PERS ZEGT
Zaterdag 5 April
Tw03ti8 Blad
'°L cl»d.
KORTE BERICHTEN
um uiti uiuii
PASSIEZONDAG.
^Bltelie volgons den H. Joannes VIII, 46—59
t In dien tiide zei do Jezus tot de scharen der
°d'uWie van u zal Ali.i van -zonde overtui-
Indien Ik u de waarheid zeg. waarom ge-
°°d ue niet i Die uit God is, hoort Gods
don. Daarom hoort trii ze niet, omdat ge
ait God niet zijt. toen antwoordden de Joden
eh zeiden Il&m:Zeggen wij niet te recht, dat
t>ij een Samaritaan zijt en den duivel in hebt?
•iözus antwoordde: Ik heb den duivel niet in»
"»aar lk eer mijnen Vader en »ii omeert Mij.
ik echter zoek miine êer niet. daar is er een,
die zal zookeu en recht doen. Voorwaar, voor
tvaar la zeg u, indien icmanü mijn woord oïl-
deruoudt, hij zal m eeuwigheid den dood niet-
zien. Daarop zeiden do Joden: Nu weten wij
dat Gden uuiiei in hebt, Abranam ia ge
storven en ook de proleten, en Gil zegt, zoo
iemand mijn woord onderhoudt, hij zal in
e-tvurigheid den dood "niet smaken. Zijt Gij
krootcr dan onze vader Abraham die gestor-
y«n is? Ook zijn de Profeten gestorven. VVien
•kaakt Gij u neiven? Jezus antwoordde: Indien
-..ij /.vi\eh verheerliik, is mijne eer niets;
die —y veruevrlijkt ia Miine Vader, van ien
Sii zegt. dat ikii uwe God is en gii kenRlIem
kiet, maar tk ken Plem. En zoo Ik zeide» uat lk
Gen niet kende!", ware Ik een leugenaar, ge-
Ui k gij. klaar lk ken Hem en onderhoud .zijn
v»"ourd. Abraham, uw vader, heeft verlangd
•hij:!en dag te zien; hij heeft dien gezien en is
toi'.ieugd geweest. De Joden zeiden Hem dan,
Gü zijt nog geen vijftig jaren oud en hebt Gii
-Wri. ara gezien? Jezus zeide hun: Voo-rwaar»
voor agr lk zeg u, eer Abraham er was, ben
lk. 'toen namen zij steenen op om op Hem te
werpen maar Jezus verborg zich en ging uit
Jen tempel.
oaascn: Wat ik allereerst wel eens weten
•'■(Q- waarom wordt deze .Zondag Passie-
Zondag genoemd? 't Duurt, meen ik. fog een
dag o, wat eer we den goeden Vrijdag hebben.
x ioor: Zeer juist, maar tot het vieren van
'co heugelijke gebeurtenis kan een enkele ge-
•u' k Ia niet volstaan. Zeker is heel de vasten
•Da heilige tijd» doch naarmate Ve dsn verjaar
dag. van 's He oren sterven naderen, wordt de
Matste der lijdensweken gansoli bizonder ge-
v-vrd en „>- as-etijd" genaamd, waarvan de
- i-o.e dag dan gevolgelijk Passie-Zondag heet.
'-et Lot oog hierop is h,et Evangelie ook met
''••Tg gekozen, 't Devat als bet ware de ouver-
(,'ie van 's Heeren aanstaande lilden. Met
G- 'i».ode snelheid wint Satan op liet oogen-
Gik der beslissing al meer terrein. De schare,
die hem. in Jerusalem's poorte het „Hesan.
ke'i'' had toegezongen, druiipt af, en een. andere
•"vip volks zal straks het Kruis Hem! Kruis
Hemaanjjoff en. De priesters zullen welliaast
hun kleeren 60lieureu, om Jes&us als Godslaste
raar t« ver-doemen. Die Hem sarren, hootien en
tergen zullen aan het kruis, voelen zich het
boozo bloed reeds naar het aangezicht stijgen.
Secretaris: Waar greep dit spannend samen-
Geilen plaats?
•liü s'n: En op welken tijd van Jezus' open
baar leven?
h Peoters: En wat tvas de bedoeling, die bij
.Je intrigeerende partijen voorzat'?
Hastoor; Te dien tijde was Jezus in het dewTe
•Dar van zijn omwandeling op aarde. Het was
begin October en in April van het volgend
jaar zou Hij ter dood gebracht worden. Na
^Üu wonderbare Gedaante-Verwisseling was
•'"zus met Zijn discipelen opgegaan naar Jeru-
2®lem om er het Loofhuttenfeest te vieren.
Jansen: Wat hij de Joden tót op heden ge-
Derd wordt, t.er gedachtenis aan.wat?
Pastoor: Ter gedachtenis aan de veertig
Hren door het Hebreeuwsche volk in woestijn-
1'uten gesloten; tot heugenis aan dat merk-
v» aanlig tijdvak uit hun historie verbleven de
ooc-u aolit dagen in rustieke tenten of loof-
''iition. Die week liep nu op het einde en de
MscKe pelgrims, uit alle doelen des lands
,1( rnsalem saamgekomen, z-ün nog niet htiis-
1 gekoerd, doch vertoeven voor een deel
Dn a us in den Tempel. Onder hen hebben zich
x® yet8c;leer<ïen en Overpries-
kot it ons Evangelie de rumoerige en oproerige
«lotpassage.
•vu s';a ™inste die preek wordt zoo vaak
(»or Je .;s vijanden onderbroken, dat bet meer
1 een samenspraak geliikt.
'vters: En meer nog op een debat in het
j 'Ho weg met. dreigende handtastelijkheden op
j 'Eto0rOp die allerbelangrijkste bladzijde
1 staan vier verklaringen van Ons Heer ge
jokt mot op elk dier verklaringen het ant
woord, dat Zijn vijanden er op gaven. Eerste
^'klaring...
k»c.''otaris; Wie van u zal Mjj -van zonde
°'.'Crtuigen 1
1 loorWelk aangrijpende inleiding tot
82
RoMa.n li 1,10, i-uoizSOJEE
wS, beginue bood de strijd weinig ot>-
okkends. Zoolang, de Secutoren een ge-
liw, 11nj. vormden, konden de Retuariërs
;'un\' iöt ne' U>kken. Na hun eersten
d,.,.ls;u weken zij voortdurend naai' achter,
r'1 'ukk'n dö Secutorea tot den strijd te
deels om hun tweeden aanval
i u,von e kuüQen uitvoeren. «Bij een
H r D.vu^ival gelukte liet eindelijk de rij
0 door te breken. Nu begon
Van den e man tegen man, de jaeht
He Secutoren mensch op den anderen,
strijd end, Weketllans e'k °P zicb zelvenj
vervolgers liet Vo°r de aanvallen hunner
Dl» gedekt door ?3tio °°genbkk afwachtend
inet ziin 7wu>rW »Un schild, den aanvaller
flaarente Jn i Geilen. De Retuariërs
Soken nleV0l?dea hen behoedzaam; zij
O^gn nm i_ i *1611 DGilOGCLZacilllz<ij
Git "aan met het zwaard te
tnio néder o1™ k Zlc]x hliksemsnel op een
Eva;»;, het net beter te kunnen
het treurspel ziiner Passie, dat nu volgen gaat.
Welhaast zal Jezus als misdadiger gevut wor
den en als booswicht doodbloeden aan het kruis,
maar zelfs ziin iheftigsto vijanden hebben niets
om Hem van aangezicht tot aangezicht te ver
wijten.
Janf enIk meende anders, dat de Phariseën
Hem nog al van een en ander te beschuldigen
hadden, van Salbbathscbënnis en overtreding
hunner overleveringen
PastoorZeker, maar hier wordt niet naaT
laster en achterklap gevraagd, ma&r Hii som-'
meert ze om.in Zijn tegenwoordigheid dit nu
eens waar te maken. Wie van u zal Mü van
zonde overtuigen? En hoe het ook woelde in
hun boo/.e harten, allen deden er het zwijgen
toe. Na het stellen van deze kwestië zweeg ook
Jezus een oogenblik om hen gelegenheid tot
antwoorden te geven. Doch rtoen zij in een
spijtig stilzwijgen volhardden, nam Jezus we
derom het woord. Kunnen de Joden Hem van
gioen enkele zonde overtuigen» dan hebben zij
Hem ook nooit op een leugen betrapt; waarom
dan weigeren ze Hem te gelooven: Indien Ik
u de waarheid zeg. waarom gelooft ge Mij
niet?
iSecretaris: Omdat ze tegen Hem ingenomen
waren.
Pastoor: Juist en tot die bevinding van hun
tegenstrijdig gedrag was ook Jiezus gekomen:
verplicht als zij zijn te erkennen, dat Hij niet
liegt terwijl zij niettemin volstandig weigeren
Hem te gelooven. Waarom? ömdat Hii. ko
mend uit God van Godswege spreekt tot hen,
die niet uit God zijn.
Secretaris: Die uit God is, hoort Gods woor
den, daarom hoort gij ze niet, omdat gii niet
uit God zijt.
Pastoor: Waarop de Joden bij mangel van
een pasgevend antwoord hun toevlucht namen
tot beleedigingen: zeggen wij niet te recht,
dat Gij een Samaritaan zijt en den duivel in
hebt
Jansen:.Waarom geeft Jezus enkel antwoord
op de tweede besehuldiging en laat Hij de eer
ste rusten?
Pastoor: Buiten kijf om de Samaritanen, die
H« insgelijks redden kwam, niet te grieven of
te ontstemmen. Doch na die onderbreking
wendt Jezus zich van de Phariseën af en richt
zich tot het volk om het iets belangrijks aan
te zeggen: Voorwaa voorwaar. Ik zeg u> in
dien iemand mijn woord onderhoudt, hii zal
in eeuwigheid den dood niet zien. De zin is
overduidelijk: Wie in Jezus gelooft en leeft
naar dit geloof, zal ingaan in Zijn hemelseh
Rijk. Maar zijn vijanden wilden Hem misver
staan en namen dit op als sprak Hij van den
natuurlijken dood. N" wisten zij, dat Hij een
duivel inhad, want alleen een bezetene kon zoo
godslasterlijk spreken. Immers Abraham de
grooto Vader en de Profeten. Gods gezanten,
waren gestorven; was Hij dan meerder dan die
uitverkoren vrienden Gods? Wien -maakt GiiTx
zeiven? Op dio aantijging moet Jezus openlijk
zeggen wie Hii is. Dat doet Hii, doch als ge
woonlijk door te verwijzen naar üiin werken.
Het was gemakkelijk zich voor den Messias uit
te f*ev©n, maar liet viel niet zoo licht Uit to
bewijzen. Als Ik u zcff, wio Ik ben, zult go Mij
voor de voeten werpen, dat het gemakkelijk
valt zich zeiven te verheerlijken. Zoo ga Ik dan
ook niet te werk, het ia miin Vader, dio Mij
verheerlijkt met Zijn macht in mijn handen te
stellen en u aldus te toonen, wie Ik ben. Mijn
getuigenis verkiest ge niet te gelooven» geloof
dan ten. minst© de getuigenis, van Hem, dien
ge Uw God noèmt, maar dien ge niet kent....
Jansen: Het uitverkoren volk, het hondsvolk
der Hobreën kende den waren God toch?
Pastoor: Maar het volstaat niot God te ken
nen, ook moet men Hem erkennen. Geloof zon
der de werken is als een doode boom. Een boom
te hebben» die geen vrucht voortbrengt, is,
alsof men geen boom bezat. De godsdienst der
Phariseën wordt door Jezus alzoo voor niets
geacht. Alsnu komt Hij met ziin derde verkla
ring: Maar Ik ken Hem en zoo Ik zeide, -dat
lk Hem niet kende, war© Ik een leugenaar
gelijk gii. Maar Ik ken Hem en onderhoud zijn
woord.
Ziet nu hoe Jezus hier zijn vijanden de baas
blijft. Eerst heeft Hii hii uitgedaagd Hem van
zonae en leugen te overtuigen, daarop verwijt
Hij hen de lengen van hun eigen leven.
Jansen; En in beide gevallen hebben zij niets
te antwoorden.
I astoor: Dan beschuldigt Hii hen God niet
te kennen, aangezien zii weiaeren Hem te se-
aoorzanieh» maar vordert voor zich op. dat Hii
zijn God wel kent en Zijn woord bewaart, dat
wil hier zeggen, spreekt en handelt, in Ziin
naam.
Jansen: En wederom kunnen zii Hem niet
tegenspreken.
Pastoor: Nu gaat Hii hen den laatste® si air
toebrengen. Zij stelden er roem in kinderen
van Abraham te ziin. welnu, zegt Jezus. Abra
ham, uw vader- staat aan miin ziide en niet.
aan de uwo, immers hii verlangde miin dag te
zien.
Jansen: Jawel, dat ziet, op Abraham's ver
wachting van den Messias, die uit ziin bloed
moest voorkomen, maar hoe kan Jezus zoggen;
hii h-eoft dien gezien en is verheugd geweest.
Tussohen Abraham's dood en Christus' komst
liggen, meen ik» enkele eeuwen.
Pastoor: Doch de ziel van den Aartsvader
Hoe levendiger deze strijd werd, hoe mee?
de belangstelling van het publiek werd gaan
de gemaakt. In^ den beginne hoorde men
slechts' van de bovenste zitplaatsen nu en
dan oomerkingen en toeroepen. Nu riep- ie
mand; „Val hem van rechts aanl" dan een
ander: „Stoot toe!" een derde schreeuwde:
„houw van boven af!" Met elk oogenblik
vermeerderden de loeraepcn. Ten slotte brul
de het gekeele gepeupel: „Grijp hem!... Sla
hem neerl... Houw toel.... Spies hem... Sla
heni doodt"
Door dat wilde geschreeuw aangespoord
ot geprikkeld, drongen de gladiatoren woe
dend op elkander iijj het zweet .rutste van
hun voorhoofd: hunne oogen fonkelden als
die van wilde dieren; een schor geluid ont
snapte aan hun keel. En dezo woede werd
nu van alle zijden aangewakkerd; want ook
de beneden gezeten senatoren en. ridders
geraakten in vuur en hun vrouwen en doch
ters vermengden hun aanhitsingen met die
van het gewone volk. Zelfs de imperator
Lucius Vcrus buigt zich over de balustrade
der loge naar voren, schreeuwt en zwaait
met de handen als de gemeenste plebejer.
Slechts drie toeschouwers bewaarden hun
rust in de algemeene opgewondenheid. Mar
cus Aurelius zat met het gelaat van de
Arena, afgewend en schreef op wastafels zijn
beschikkingen omtrent kleinere regeerings-
zaken. He praetor Publius leunde het hoofd
•waa in het Voorgeborchte en heeft daar door
een bizondere openbaring den dag- van den
Messias en zijn komst in de wereld kunnen
aanschouwen en zich kunnen verheugen over
die gebeurtenis, dio op z-jjn nabije verlossing
wee,». Maar ge begrijpt hoe dit beroep op
Abraham de hartstochten der Phariseën prik
kelde. Wederom verstaan zii 's Heeren woord
in een vleeseheliiken zin en antwoorden met
•spotternij: „Gü ziit nog geen vijftig jaren en
Gij hebt Abraham gezien? Hier geeft de Mees
ter zifn vierde plechtige verklaring; Voorwaar
Ik zeg u, eer Abraham er was, ben Ik. Als
mensch immers was Hij den eersten Kerstnacht
ge-boren, maar als Zoon. van God bestond Hij
van eeuwigheid. Verstaat ge nu nog het voor
geven der ongeloovigen. dat Jezus nooit be
weerd heeft de Zoon yan God te zijn?
Jansen: De Pkarisieëa verstonden den zin
van Jezus? woorden blijkbaar beter, zn toch
namen steenen ojp om den vermeenden Gods
lasteraar te steenigen. Maar Jezus' uur was nog
niet gekomen, Hii verborg Zich en ging uit den
Tempel. Gebeurde dit door een mirakel?
- Pastoor: Niemand, die dit weet! In elk geval
bleef Hij meester van bet terrein en vervolgde
onbevreesd ziin prediktoeht alsof er niets aan
de hand ware. En dit is wei de les. die hier
liet meest in het oog springt: geen spotternij,
bedreiging of brieeaiging mag in staat zijin'den
Christen af to houden van ziin plicht. Zooals
'Jezus Zijn V ader diende, trouw en sterk,, zoo
moeten wii zonder blikken of blozen achter
Jezus gaan. De nauwe doornige we» mag v-ol
Vorstelingen zijn, maar aan het einde schittert
ons de overwinning tegen en het honderdvou
dig Apostelloon.
MAX.
(Naar aanleiding van een brief van Pastoor
Mertens, Overste der Javanen-Missie.)
Dat Katholiek Nederland de missie lief
heeft, is een feit, boven allen twijfel verhe
ven. Anders zouden niet'zoovele zijner zonen
en dochteren edelmoedig vaderland, familie
en vrienden verlaten, om vergeten te gaan le
ven te midden van vreemde, vaak onbe
schaafde volken. Anders zouden ook de
ouders niet zoo gewillig van hunne dierbare
kinderen scheiden, om hen blij te offeren
voor het zielenheil. En heeft men niet in on
zen tijd bijna overal ijverig en ernstig ge
luisterd naar do stem der verjeugdijgde mis
sie-actie.
Het is, alsof onze natie liet zich ten plicht
rekent, om 'daar, waar de andere Europee-
sotie landen tengevolge van den oorlog in de
zorg voor de missie te kort scMeten, het ont
brekende aan te vullen, zooveel mogelijk den
nood te lenigen en ie verzachten. Nooit werd
er meer gebeden ei weggeschonken voor de
arme heidenen dan thans.
Waarom zou ik dos verlegen zijn en sehticli
ter en niet durven segtron, wat niijn -Jlr•- vor-
langtWaarom zot ik niet een aalmoes dur
ven vragen aan he die ton aanzien van de
missietaak in zoo'n gelukkige stemming ver-
keerenï Bovendien^ ik weet, dat wie geho-or
geeft aan mijn bede. zijn loon, een eeuwig, niet
missen zal.
Ik zal dnarnr»- «mier vreeze spreken en
vrijmoedig mij mad.er verklaren. Vóór mij
ligt een schrijven van pastoor Mertens, den
overste der Javanen-missie. Gedurende de
laatste droeve jaren ontving hij van mij voor
zijne arme geestelijke kinderen zoo goed als
niets. Het'-gevolg is dan ook geweest, dat de
voorraad zijner religieuze artikelen (geheel is
uitgeput. En tocto ,deze za]ceil zjjn Toor den
bloei der. missie van h6ei groot gewicht, men
kan er niet huiten. Redenen, waarom hij mij
allerdringendst toezending vraagt van bijhei-
tjes, kerkboeken, rozenkransen, scapulierme-
dailies, enz., te veel om op te noemen. Nu ben
ik van goeden wil en Mensch niets vuriger
dan aan zijn verzoek zoo gvd als het kan te
voldoen.
Maar alles is zoo uur, misschien wel de
helft duurder dan vroeger. Voor den inkoop
van hot gevraagde zal ik-Werkelijk veel, zeer
veel geld noodig h£bm'11- Zelfs de verzendings
kosten zullen een niet onbeduidend, sommetje,
bedragen. En wat net ergste is, met mijn
spaarpotje, dat hier steun moefit brengen, is
het zeer treurig gestem.
Reeds heb ik enkel0 naaien, wanneer de. (ge
legenheid zich daartoe aanbood, mijn moeilij
ke omstandigheden bl°ot gelegd, maar tot nu
toe is mijn pogen zon er resultaat gebleven.
Natuurlijk mag ik de.n meed niet opgeven,
veel minder den arbeid staken. Zoo- dringe
thans langs dezen tot de harten onzer
missievrienden miin alarmkreet door: Wie
geeft uitkomst, wie v<ltt mij uit de verlegen
heid?
Hoe ik dan gehol-Pen kan worden?
Vooreerst door elke» hetzij groot© of kleine
geldelijke bijdrage.
Maar welkom zijn v Noderlandsche less
en kerkboeken in goeden staat, welke moge-
Hik op zolder of eldei's gebruikt neerliggen.
Vóór den oorlog CIr_ een groot© hoeveel
heid van dergelijkeboeaen te Moentilan ont
vangen. Pastoor Mertens draagt mij op, den
weldoeners hiervoor andermaal zijn mnigen
dank te brengen met dien der jongens, die er
van genoten hebben. Ik ben er zeker van in
zijn geest te handelen, wanneer ik hierbij ook
voorspel den dank van O. L. Heer, want dat
werk is inderdaad werk voor God gewee»st.
Het is mij bekend, met hoe groote liefde die
boeken zijn afgestaan, met »hoe groot vuur en
geestdrift ze zijn verzameld en ingepakt. Wel
belangeloos offer: het ging zoo ver weg, do
gevers hieven verborgen, men zag het nut
niet, dat volgen zou; ook de gewone mensche-
lijke voldoening, die men heeft, wanneer men
den naaste bijstaat in eigen land, gaf men
grootmoedig prijs.
Ik herinner mij nog levendig, die schatten
van Neerlands vrijgevigheid te 'hebben door
snuffeld en gesorteerd. Hoe stonden de leer
lingen met gretige blikken den rijkdom aan
te zien! Dagen zijn we ermee bezig geweest:
zoo goed hadden de katholieken van het moe
derland ons bedacht. Toen liet Pater Groene-
wegen, die aan zijne landgenooten het sch,oone
idéé bad ingegeven, boekenkasten maken en
weldra was een heele kamerwand bedekt en
van het witte van den muur niets meer te
zien. Daar was veel moois bij en wat hebben
die boeken in de handen der Javaansehe Ka
tholieken veel heil gesticht! Als zij de school
verlieten kregen zii ze mee naar de dessa in
eigendom. Ze dienden als tegengift, als voor
behoedmiddelen, werkten veredelend en be
schavend, kortom stichtte het nut der goede
lectuur.
Evenwel is sinds lang het blanke van de
kamermuur weer zichtbaar geworden; van
daar dat, wie een schap je bezet, in een be
hoefte voorziet.
Eens smeekte St. Paulus de Kerk van Co-
rintbe om bijstand voor de Kerk van Jeru
salem. Ik weet niet of die beide Kerken ten
opzichte van elkander andere verplichtingen
hadden dan die van christenen jegens chris
tenen.
Wel weet ik, dat Java en Nederland ten
nauwste met elkaar ziin verbonden, dat Java
ons schenkt, om voor het overige te zwijgen,
h-et beste dat zijn bodem biedt. Is bet daar
om niet billijk, dat wij, Nederlanders, aan de
Javanen iets mededeelen van het onzë? Een
motief te meer dus, waarom ikjnet groot ver
trouwen hoop, dat mijn bede niet zal worden
versmaad.
O. LUCAS S. J.
Tongerschestraat 53, Maastricht.
EEN VERGISSING.
Is de benoeming van Mr, Troelstra in d°
Oommissie voor Buitenlandsche Zalcon een
'verffissinirvr&ftfüt dö .,.Kott©rcifini-iii0i
Nadat hi JtX week weer oemeuw «m
intree», in do Tweede Kamer had gedaan,
rweos de president hem aan als een der leden
van de pas ingestelde commissie voor buiten-
landsche aangelegenheden.
Ons schijnt, dit toe een presidiale vergis
sing, welke niet zonder bedenking is.
Het is verstaanbaar, dat. waar de instel
ling van de commissie een vrucht is van Mr.
Troelstra's -initiatief, in normale geval
len op hem de aandacht zou worden geves-
tiftd.
Echter gold het'thans geen normaal ge
val.
Mr. Troelstra is de man. die in November
1918 de revolutie predikte, zich buiten do
huidige staatsorde stelde.
Mr. Troelfit-ra is de man, die bloed en
tranen wilde storten voor een onheilige
zaak.
Mr. Troelstra is de volksmenner, die de
menigte opwindt tót dol wordens toe, haar
brengt aan den rand des afgronda en dan
in onwaarachtige draaierij halt houdt, als
het spel verloren is.
Mr. Troelstra is de man van „misverstand"
en vergissing."
Mr. Troelstra is de man, die nog altijd
blijft dreigen: „Wat vandaag is, beh/oeft
morgen niet te ziin."
Is dan de aanwijzing van dezen man op
een verantwoordeliiken post. die als een
soort eerherstel kan worden opgevat» niet
een vergissing?
Een vergissing, omdat het'eerste woord
van schuld en boete nog uit ziin mond moet
worden gehoord."
T_
Te water geraakt. Maandagavond pas
seerden een tweetal wielrijders uit Landsmeer
langs den Waterlandsohen dijk nabij Buik
sloot en zagen aan den onderdijk nabij de sloot
een kinderwagen. Bij onderzoek bleek, dat een
vrouw en 2 kinderen in het water lagen. Ter
stond werden de drenkelingen op het droge
gehaald en op oen der kinderen, dat al bewus
teloos was, de kunstmatige ademhaling toege
past met gunstig resultaat. Nadat vrouw en
kinderen van droge kleeren waren voorzien
werüen zij door middel van den geneeskundi
gen dienst van Amsterdam, naar het Wilhel-
minagasthuia vervoerd. De vrouw, die in d
stad woonachtig is, kon geen reden opgeven
voor haar wanhoopsdaad.
Van een burgemeester en van vrucht-
boompjes. Ongeveer een' maand geleden
heeft de gemeente Harderwijk van haar ge
meenteopzichter, die inmiddels overleden is,
het- huis met fraaien tuin, vol sierlijke vrueht-
bco-l^n aangekocht. De burgemeester van
Harderwijk, en tevens eemco gemeente-ambte
naren» die ook tuinen bij hunne huizen hebben,
hadden bij het" .bezichtigen van den bewusten
tuin reeds een begeerig oog geslagen op die
mooio vruchtboompjes en in gedachten
fugen zjj deze al in hunne tuinen staan, en
Konden zij zich het genotvoorstellen de heer
lijke appols en peren, die er aan zouden
groeien, to kunnen plukken en er in te smul
len.
De prachtige boompjes zxin blijkbaar onder
hypnose van hunuB 'blikken en verlangens ge
raakt, want een paar weken geleden waren ze
overgeloopen naar de tui^m van burg emoes-
ster, gemeente-secretaris en gemeen te-archi
tect, Zeli's de directeur der bouvvmaa.schappij,
dio geheel met gemeente-kapitaal werkt, vond
tot zijn groots verwondering op oen goeden
morgen ook prachbboömpjes in ziin tuia ge_
plaatst.
Of er nu jaloezie in 't spel was» is ons ni. t.
bekend, maar al spoedig kreeg dit zaakje
zooveel ruchtbaarheid, dat, zoo lezen we in
net „Jnbl,". in üe iaais-te raadsvergadering een
der leden den voorzitter ue vraag stelde» of
het waar was» dal- uit den turn vuu bet aange
kochte perceel van den gemeente-opziciuer
Verhagen vruentboomen v. aren weggehaald, tu
'bij anderen gebracht, waardoor aib turn dau
toch aan huurwaarde zou verliezen. De burge
meester erkende de waarheid hiervan, doch
deelde daarbij mede» dat een 2U-tal vruehtboo-
men vóór den dood van V eraagen waren uit-
bedongen en door de weduwe waren verkocht.
Hii had verzuimd aan den Raad dit mee te
deeleu, toen het besluit toe veraoop zou plaats
hebben.
In de vergadering van de kiesvereeniging
„Burgerplicht" bracht de heer ivoster Henke,
oud-commissaris van politie in Amsterdam,
thans aldaar gevostgd. dezo zaak ter sprake.
Uit goede bron bad hii vernomen, dat verschei
dene boomen waren overgeplaatst naar den
tuin van burgemeester en den gemeente-archi
tect wier huizen hun eigendom ziin en ook naai
de tuinen van andere gemeente-ambtenaren
bovengenoemd en als er sprake \yaa geweest
van uitbedinging, dan moest dat in de koop-
acte staan.
Maar aannemende, dat de zaak zich heeft
toegedragen zooais d'e burgemeester in den
liaad vertold had, dan verdiende het volgens
spreker toch_ hoogo afkeuring, dat de bui o-
meester er zich toe beeft geleend. boomen°te
koopen. die uitbedongen ziiu, zonder dat de
Raad daarvan iets heeft geweten, crL teven8
dat de Raad daarvan iets heeft geweter, en
tevens dat hij heeft toegelaten, dat zijne amb
tenaren daarvan ook hebben geprofiteerd. En
groot© afkeuring verdient het ook, dat de go-
heelo Raad. toen deze zaak werd besproken
heeft nagelaten over dien wantoestand van
zijne afkeuring, blijk te geven. In die.n geest
thans bij den Raad een motie in te dienen,
achtte spr. overbodig, daar de Raad derge
lijke moties meestal voor kennisgeving aan-
nhomt.
Manneer een lager gemeente-ambtenaar bo-
vengenoomd fei-t had bedreven, zou hii word n
ontslagen; thans nu de burgemeester dit heeft
gedaan wordt er niets van gezegd. Spreker
vono het zeer noodzakelijk, dat ©ons publiciteit
aan dergelijke wantoestanden, die bier iu da
gemeente plaats vinden, wordt gegeven, opdat
men. wete. hoe de gemeente wordt geregeerd.
Een daverend applaus van de in grooten ge
tale aanwezigen volgde alg instemming met
het gesprokene.
In de laatste nachten vriest het in Fries
land zóó erg, dat kievitseieren blijken bevro-
-Ten to zijn, en dus waardcfloos Rreworacn.
Do vrouw R. to St. Oedenrode, die «aicb
's avonds naar de achter haar huis gelegen
schuur begaf, werd door eeuige onbekend! ge
bleven daders aangerand. Op haar hulpge
schrei kwam haar man aanloopen» die zijn
ivrouw badende in haar bloed bij de achter
deur vouq liggen. Haar waren verscheidene
messteken in hoofd en hals toegebracht. Do
politie stelt een ernstig onderzoek in.
Oud-Deken en Pastoor J. A. VV. HarbérsN 1'
In het St. Vincenliusgastbuis to Groenlo
overleed, 61 jaren oud. de .ZeerEerw. heer J.
A. W. Harbers. rustend pastoor van Breuke-
len eu deben van Naaroen. Z.Eervv. ontving de
H. Priesterwijding in 1883 en was van 1910
tot het vorig jaar deken en pastoor to Breu-
kelen.
op de hand en staai'do somber ,voor zich
uit. Mucia Cornelia» - de oogen gesloten
en verwijlde met hare gedachten verre van
dit ruwe tconeel. Da *llos.ofeerende keizer
walgde van dit volkSA ennaak; de dappere
soldaat erkende he' recnt van den eenen
mensch om den anderen te dooden, dpch
alleen op liet slagvei en 9m staatsreden-en;
do jonge patricische, wier ziel de zacht
moedige leer van '^ten-dom een el rijd
te voorschijn had g0r°epen, betreurde de
wreedheid barer medeburgers. Zij zou de
spelen niet hebben bijgewoond, indien hef-
lot van hare slavin Mimut haar er niet had
heengevoerd; zij W»We er zelve getuige van
zijn, dat. Publius zy11 belofte jegens haar
vervulde.
In het Amphitheater weerklonk de eer
st© vreugderoep.
Die Heeft zijn bekomst!... Die is ge
vallen Ecu prachtige houw!.... Deze en
dergelijk© uitroepen spraken de verrukking
der menigte uit.
Een jonge Germaansche Retuariër lag op
het witte zand; het zwaard van een Se-
cutor had hem nedergeveld. Uit een grooto
wonde aan de linkerzijde stroomde zijn
bloed, een genadeslag was niet meer noodig.
Handgeklap beloonde den overwinnaar en
eischte tegelijk de voortzetting van het bloe
dige tooneel. De Secutoren hadden thans de
overmacht. Snol na elkander volgden nu de
jubelende uitroepen: zeven mensclien wen
telden in hun bloed; slechts een enkele Re
tuariër stond tegenover 'twee Secutoren.
Alle drie richtten hun blikken naax het
publiek, als om te vragen of het nu genoeg
had van het wreede spel. Ieder .der overge
blevenen had genoeg gedaan. Ja, de hoog
gebouwde breedgeschouderde Slave, die zijn
blauwe oogen zoo zacht stralen liet als kon
hij de pijn van een ander niet verdragen,
had reeds drie Secutoren op zijn geweten.
Hij hief het hoofd in do hoogte, wierp het
lange blonde haar naar achteren en liet zijp
vragenden blik rechts en links over de toe
schouwers glijden, waarbij zijn treurend lach
je duidelijk vleide: Hebt erbarmen met ons.
Niet daatvoor had hem zijn vader aan den
oever van den Theiss leeren rijden en met
de wapens omgaan! Hjj had liem onderwijs
gegeven om het plekje grond zijner vaderen
to verdedigen tegen aanvallers; doch de Ro
meinen kwamen, overwonnen en voerden
hem, in ketenen geklonken, naar Rome om
te dienen tot moordend speeltuig, der ver
wijfde Romeinen.
Het Romeinsche gepeupel ontstak in woe
de, omdat een barbaar het waagde, strijdens-
moedo te schijnen. Zulk eert hond moest
vroolijk en prachtig sterven om do oogen dei'
beheerschera van do wereld te stree.en. Dat
moest zijn dank wezen; want slechts- de
moedigste en sohoonste krijgsgevangenon
werden voor de gladiatoren-scholen aange
kocht. Het verweekelijkta en dwergachtige
volk van Rome wilde in het Amphitheater
slechts prachtig© reuzengestalten zien.
Vergramd over het weigerend en woe
dend geschreeuw stortte de Slave zich met
zulk oen kracht op een zijner tegenstandei's,
dat deze viel; terzelfder tijd ontving, hij
echter van zijn tweeden tegenstander een
zwaardslag op het hoofd. Met bloed over
stroomd wankelde-hij, liet zich op een knie
neder en hief de hand op om de genaio van
de toeschouwers iu te roepen.
Het ware plicht geweest der Romeinen,
te nminste het leven van dezen ongelukkige
to sparen, die het reeds bijna een uur had
laten genieten van dezen moordenden strijd.
Doch het Romeinsche volk kende geen ge
nade voor een barbaar, dio zoo brutaal vas
het te willen berooven van Üen aanblik zij
ner in doodsangst trillende ledematen.' Onapr
woedend geschreeuw baldeu zich de vuis
ten van de vele duizenden, de duimen wer
den naar buiten gestrekt, ten toeken dat
'do onderliggende sterven moest.
(Wordt vervolgd.)