VAN OVERAL. De Ondergang van een Wereldmacht. Kerk en School BIJBELCURSUS. FEUILLETON Missie-Actie. WAT DE PERS ZEGT Zaterdag 5 April Tw03ti8 Blad '°L cl»d. KORTE BERICHTEN um uiti uiuii PASSIEZONDAG. ^Bltelie volgons den H. Joannes VIII, 46—59 t In dien tiide zei do Jezus tot de scharen der °d'uWie van u zal Ali.i van -zonde overtui- Indien Ik u de waarheid zeg. waarom ge- °°d ue niet i Die uit God is, hoort Gods don. Daarom hoort trii ze niet, omdat ge ait God niet zijt. toen antwoordden de Joden eh zeiden Il&m:Zeggen wij niet te recht, dat t>ij een Samaritaan zijt en den duivel in hebt? •iözus antwoordde: Ik heb den duivel niet in» "»aar lk eer mijnen Vader en »ii omeert Mij. ik echter zoek miine êer niet. daar is er een, die zal zookeu en recht doen. Voorwaar, voor tvaar la zeg u, indien icmanü mijn woord oïl- deruoudt, hij zal m eeuwigheid den dood niet- zien. Daarop zeiden do Joden: Nu weten wij dat Gden uuiiei in hebt, Abranam ia ge storven en ook de proleten, en Gil zegt, zoo iemand mijn woord onderhoudt, hij zal in e-tvurigheid den dood "niet smaken. Zijt Gij krootcr dan onze vader Abraham die gestor- y«n is? Ook zijn de Profeten gestorven. VVien •kaakt Gij u neiven? Jezus antwoordde: Indien -..ij /.vi\eh verheerliik, is mijne eer niets; die —y veruevrlijkt ia Miine Vader, van ien Sii zegt. dat ikii uwe God is en gii kenRlIem kiet, maar tk ken Plem. En zoo Ik zeide» uat lk Gen niet kende!", ware Ik een leugenaar, ge- Ui k gij. klaar lk ken Hem en onderhoud .zijn v»"ourd. Abraham, uw vader, heeft verlangd •hij:!en dag te zien; hij heeft dien gezien en is toi'.ieugd geweest. De Joden zeiden Hem dan, Gü zijt nog geen vijftig jaren oud en hebt Gii -Wri. ara gezien? Jezus zeide hun: Voo-rwaar» voor agr lk zeg u, eer Abraham er was, ben lk. 'toen namen zij steenen op om op Hem te werpen maar Jezus verborg zich en ging uit Jen tempel. oaascn: Wat ik allereerst wel eens weten •'■(Q- waarom wordt deze .Zondag Passie- Zondag genoemd? 't Duurt, meen ik. fog een dag o, wat eer we den goeden Vrijdag hebben. x ioor: Zeer juist, maar tot het vieren van 'co heugelijke gebeurtenis kan een enkele ge- •u' k Ia niet volstaan. Zeker is heel de vasten •Da heilige tijd» doch naarmate Ve dsn verjaar dag. van 's He oren sterven naderen, wordt de Matste der lijdensweken gansoli bizonder ge- v-vrd en „>- as-etijd" genaamd, waarvan de - i-o.e dag dan gevolgelijk Passie-Zondag heet. '-et Lot oog hierop is h,et Evangelie ook met ''••Tg gekozen, 't Devat als bet ware de ouver- (,'ie van 's Heeren aanstaande lilden. Met G- 'i».ode snelheid wint Satan op liet oogen- Gik der beslissing al meer terrein. De schare, die hem. in Jerusalem's poorte het „Hesan. ke'i'' had toegezongen, druiipt af, en een. andere •"vip volks zal straks het Kruis Hem! Kruis Hemaanjjoff en. De priesters zullen welliaast hun kleeren 60lieureu, om Jes&us als Godslaste raar t« ver-doemen. Die Hem sarren, hootien en tergen zullen aan het kruis, voelen zich het boozo bloed reeds naar het aangezicht stijgen. Secretaris: Waar greep dit spannend samen- Geilen plaats? •liü s'n: En op welken tijd van Jezus' open baar leven? h Peoters: En wat tvas de bedoeling, die bij .Je intrigeerende partijen voorzat'? Hastoor; Te dien tijde was Jezus in het dewTe •Dar van zijn omwandeling op aarde. Het was begin October en in April van het volgend jaar zou Hij ter dood gebracht worden. Na ^Üu wonderbare Gedaante-Verwisseling was •'"zus met Zijn discipelen opgegaan naar Jeru- 2®lem om er het Loofhuttenfeest te vieren. Jansen: Wat hij de Joden tót op heden ge- Derd wordt, t.er gedachtenis aan.wat? Pastoor: Ter gedachtenis aan de veertig Hren door het Hebreeuwsche volk in woestijn- 1'uten gesloten; tot heugenis aan dat merk- v» aanlig tijdvak uit hun historie verbleven de ooc-u aolit dagen in rustieke tenten of loof- ''iition. Die week liep nu op het einde en de MscKe pelgrims, uit alle doelen des lands ,1( rnsalem saamgekomen, z-ün nog niet htiis- 1 gekoerd, doch vertoeven voor een deel Dn a us in den Tempel. Onder hen hebben zich x® yet8c;leer<ïen en Overpries- kot it ons Evangelie de rumoerige en oproerige «lotpassage. •vu s';a ™inste die preek wordt zoo vaak (»or Je .;s vijanden onderbroken, dat bet meer 1 een samenspraak geliikt. 'vters: En meer nog op een debat in het j 'Ho weg met. dreigende handtastelijkheden op j 'Eto0rOp die allerbelangrijkste bladzijde 1 staan vier verklaringen van Ons Heer ge jokt mot op elk dier verklaringen het ant woord, dat Zijn vijanden er op gaven. Eerste ^'klaring... k»c.''otaris; Wie van u zal Mjj -van zonde °'.'Crtuigen 1 1 loorWelk aangrijpende inleiding tot 82 RoMa.n li 1,10, i-uoizSOJEE wS, beginue bood de strijd weinig ot>- okkends. Zoolang, de Secutoren een ge- liw, 11nj. vormden, konden de Retuariërs ;'un\' iöt ne' U>kken. Na hun eersten d,.,.ls;u weken zij voortdurend naai' achter, r'1 'ukk'n dö Secutorea tot den strijd te deels om hun tweeden aanval i u,von e kuüQen uitvoeren. «Bij een H r D.vu^ival gelukte liet eindelijk de rij 0 door te breken. Nu begon Van den e man tegen man, de jaeht He Secutoren mensch op den anderen, strijd end, Weketllans e'k °P zicb zelvenj vervolgers liet Vo°r de aanvallen hunner Dl» gedekt door ?3tio °°genbkk afwachtend inet ziin 7wu>rW »Un schild, den aanvaller flaarente Jn i Geilen. De Retuariërs Soken nleV0l?dea hen behoedzaam; zij O^gn nm i_ i *1611 DGilOGCLZacilllz<ij Git "aan met het zwaard te tnio néder o1™ k Zlc]x hliksemsnel op een Eva;»;, het net beter te kunnen het treurspel ziiner Passie, dat nu volgen gaat. Welhaast zal Jezus als misdadiger gevut wor den en als booswicht doodbloeden aan het kruis, maar zelfs ziin iheftigsto vijanden hebben niets om Hem van aangezicht tot aangezicht te ver wijten. Janf enIk meende anders, dat de Phariseën Hem nog al van een en ander te beschuldigen hadden, van Salbbathscbënnis en overtreding hunner overleveringen PastoorZeker, maar hier wordt niet naaT laster en achterklap gevraagd, ma&r Hii som-' meert ze om.in Zijn tegenwoordigheid dit nu eens waar te maken. Wie van u zal Mü van zonde overtuigen? En hoe het ook woelde in hun boo/.e harten, allen deden er het zwijgen toe. Na het stellen van deze kwestië zweeg ook Jezus een oogenblik om hen gelegenheid tot antwoorden te geven. Doch rtoen zij in een spijtig stilzwijgen volhardden, nam Jezus we derom het woord. Kunnen de Joden Hem van gioen enkele zonde overtuigen» dan hebben zij Hem ook nooit op een leugen betrapt; waarom dan weigeren ze Hem te gelooven: Indien Ik u de waarheid zeg. waarom gelooft ge Mij niet? iSecretaris: Omdat ze tegen Hem ingenomen waren. Pastoor: Juist en tot die bevinding van hun tegenstrijdig gedrag was ook Jiezus gekomen: verplicht als zij zijn te erkennen, dat Hij niet liegt terwijl zij niettemin volstandig weigeren Hem te gelooven. Waarom? ömdat Hii. ko mend uit God van Godswege spreekt tot hen, die niet uit God zijn. Secretaris: Die uit God is, hoort Gods woor den, daarom hoort gij ze niet, omdat gii niet uit God zijt. Pastoor: Waarop de Joden bij mangel van een pasgevend antwoord hun toevlucht namen tot beleedigingen: zeggen wij niet te recht, dat Gij een Samaritaan zijt en den duivel in hebt Jansen:.Waarom geeft Jezus enkel antwoord op de tweede besehuldiging en laat Hij de eer ste rusten? Pastoor: Buiten kijf om de Samaritanen, die H« insgelijks redden kwam, niet te grieven of te ontstemmen. Doch na die onderbreking wendt Jezus zich van de Phariseën af en richt zich tot het volk om het iets belangrijks aan te zeggen: Voorwaa voorwaar. Ik zeg u> in dien iemand mijn woord onderhoudt, hii zal in eeuwigheid den dood niet zien. De zin is overduidelijk: Wie in Jezus gelooft en leeft naar dit geloof, zal ingaan in Zijn hemelseh Rijk. Maar zijn vijanden wilden Hem misver staan en namen dit op als sprak Hij van den natuurlijken dood. N" wisten zij, dat Hij een duivel inhad, want alleen een bezetene kon zoo godslasterlijk spreken. Immers Abraham de grooto Vader en de Profeten. Gods gezanten, waren gestorven; was Hij dan meerder dan die uitverkoren vrienden Gods? Wien -maakt GiiTx zeiven? Op dio aantijging moet Jezus openlijk zeggen wie Hii is. Dat doet Hii, doch als ge woonlijk door te verwijzen naar üiin werken. Het was gemakkelijk zich voor den Messias uit te f*ev©n, maar liet viel niet zoo licht Uit to bewijzen. Als Ik u zcff, wio Ik ben, zult go Mij voor de voeten werpen, dat het gemakkelijk valt zich zeiven te verheerlijken. Zoo ga Ik dan ook niet te werk, het ia miin Vader, dio Mij verheerlijkt met Zijn macht in mijn handen te stellen en u aldus te toonen, wie Ik ben. Mijn getuigenis verkiest ge niet te gelooven» geloof dan ten. minst© de getuigenis, van Hem, dien ge Uw God noèmt, maar dien ge niet kent.... Jansen: Het uitverkoren volk, het hondsvolk der Hobreën kende den waren God toch? Pastoor: Maar het volstaat niot God te ken nen, ook moet men Hem erkennen. Geloof zon der de werken is als een doode boom. Een boom te hebben» die geen vrucht voortbrengt, is, alsof men geen boom bezat. De godsdienst der Phariseën wordt door Jezus alzoo voor niets geacht. Alsnu komt Hij met ziin derde verkla ring: Maar Ik ken Hem en zoo Ik zeide, -dat lk Hem niet kende, war© Ik een leugenaar gelijk gii. Maar Ik ken Hem en onderhoud zijn woord. Ziet nu hoe Jezus hier zijn vijanden de baas blijft. Eerst heeft Hii hii uitgedaagd Hem van zonae en leugen te overtuigen, daarop verwijt Hij hen de lengen van hun eigen leven. Jansen; En in beide gevallen hebben zij niets te antwoorden. I astoor: Dan beschuldigt Hii hen God niet te kennen, aangezien zii weiaeren Hem te se- aoorzanieh» maar vordert voor zich op. dat Hii zijn God wel kent en Zijn woord bewaart, dat wil hier zeggen, spreekt en handelt, in Ziin naam. Jansen: En wederom kunnen zii Hem niet tegenspreken. Pastoor: Nu gaat Hii hen den laatste® si air toebrengen. Zij stelden er roem in kinderen van Abraham te ziin. welnu, zegt Jezus. Abra ham, uw vader- staat aan miin ziide en niet. aan de uwo, immers hii verlangde miin dag te zien. Jansen: Jawel, dat ziet, op Abraham's ver wachting van den Messias, die uit ziin bloed moest voorkomen, maar hoe kan Jezus zoggen; hii h-eoft dien gezien en is verheugd geweest. Tussohen Abraham's dood en Christus' komst liggen, meen ik» enkele eeuwen. Pastoor: Doch de ziel van den Aartsvader Hoe levendiger deze strijd werd, hoe mee? de belangstelling van het publiek werd gaan de gemaakt. In^ den beginne hoorde men slechts' van de bovenste zitplaatsen nu en dan oomerkingen en toeroepen. Nu riep- ie mand; „Val hem van rechts aanl" dan een ander: „Stoot toe!" een derde schreeuwde: „houw van boven af!" Met elk oogenblik vermeerderden de loeraepcn. Ten slotte brul de het gekeele gepeupel: „Grijp hem!... Sla hem neerl... Houw toel.... Spies hem... Sla heni doodt" Door dat wilde geschreeuw aangespoord ot geprikkeld, drongen de gladiatoren woe dend op elkander iijj het zweet .rutste van hun voorhoofd: hunne oogen fonkelden als die van wilde dieren; een schor geluid ont snapte aan hun keel. En dezo woede werd nu van alle zijden aangewakkerd; want ook de beneden gezeten senatoren en. ridders geraakten in vuur en hun vrouwen en doch ters vermengden hun aanhitsingen met die van het gewone volk. Zelfs de imperator Lucius Vcrus buigt zich over de balustrade der loge naar voren, schreeuwt en zwaait met de handen als de gemeenste plebejer. Slechts drie toeschouwers bewaarden hun rust in de algemeene opgewondenheid. Mar cus Aurelius zat met het gelaat van de Arena, afgewend en schreef op wastafels zijn beschikkingen omtrent kleinere regeerings- zaken. He praetor Publius leunde het hoofd •waa in het Voorgeborchte en heeft daar door een bizondere openbaring den dag- van den Messias en zijn komst in de wereld kunnen aanschouwen en zich kunnen verheugen over die gebeurtenis, dio op z-jjn nabije verlossing wee,». Maar ge begrijpt hoe dit beroep op Abraham de hartstochten der Phariseën prik kelde. Wederom verstaan zii 's Heeren woord in een vleeseheliiken zin en antwoorden met •spotternij: „Gü ziit nog geen vijftig jaren en Gij hebt Abraham gezien? Hier geeft de Mees ter zifn vierde plechtige verklaring; Voorwaar Ik zeg u, eer Abraham er was, ben Ik. Als mensch immers was Hij den eersten Kerstnacht ge-boren, maar als Zoon. van God bestond Hij van eeuwigheid. Verstaat ge nu nog het voor geven der ongeloovigen. dat Jezus nooit be weerd heeft de Zoon yan God te zijn? Jansen: De Pkarisieëa verstonden den zin van Jezus? woorden blijkbaar beter, zn toch namen steenen ojp om den vermeenden Gods lasteraar te steenigen. Maar Jezus' uur was nog niet gekomen, Hii verborg Zich en ging uit den Tempel. Gebeurde dit door een mirakel? - Pastoor: Niemand, die dit weet! In elk geval bleef Hij meester van bet terrein en vervolgde onbevreesd ziin prediktoeht alsof er niets aan de hand ware. En dit is wei de les. die hier liet meest in het oog springt: geen spotternij, bedreiging of brieeaiging mag in staat zijin'den Christen af to houden van ziin plicht. Zooals 'Jezus Zijn V ader diende, trouw en sterk,, zoo moeten wii zonder blikken of blozen achter Jezus gaan. De nauwe doornige we» mag v-ol Vorstelingen zijn, maar aan het einde schittert ons de overwinning tegen en het honderdvou dig Apostelloon. MAX. (Naar aanleiding van een brief van Pastoor Mertens, Overste der Javanen-Missie.) Dat Katholiek Nederland de missie lief heeft, is een feit, boven allen twijfel verhe ven. Anders zouden niet'zoovele zijner zonen en dochteren edelmoedig vaderland, familie en vrienden verlaten, om vergeten te gaan le ven te midden van vreemde, vaak onbe schaafde volken. Anders zouden ook de ouders niet zoo gewillig van hunne dierbare kinderen scheiden, om hen blij te offeren voor het zielenheil. En heeft men niet in on zen tijd bijna overal ijverig en ernstig ge luisterd naar do stem der verjeugdijgde mis sie-actie. Het is, alsof onze natie liet zich ten plicht rekent, om 'daar, waar de andere Europee- sotie landen tengevolge van den oorlog in de zorg voor de missie te kort scMeten, het ont brekende aan te vullen, zooveel mogelijk den nood te lenigen en ie verzachten. Nooit werd er meer gebeden ei weggeschonken voor de arme heidenen dan thans. Waarom zou ik dos verlegen zijn en sehticli ter en niet durven segtron, wat niijn -Jlr•- vor- langtWaarom zot ik niet een aalmoes dur ven vragen aan he die ton aanzien van de missietaak in zoo'n gelukkige stemming ver- keerenï Bovendien^ ik weet, dat wie geho-or geeft aan mijn bede. zijn loon, een eeuwig, niet missen zal. Ik zal dnarnr»- «mier vreeze spreken en vrijmoedig mij mad.er verklaren. Vóór mij ligt een schrijven van pastoor Mertens, den overste der Javanen-missie. Gedurende de laatste droeve jaren ontving hij van mij voor zijne arme geestelijke kinderen zoo goed als niets. Het'-gevolg is dan ook geweest, dat de voorraad zijner religieuze artikelen (geheel is uitgeput. En tocto ,deze za]ceil zjjn Toor den bloei der. missie van h6ei groot gewicht, men kan er niet huiten. Redenen, waarom hij mij allerdringendst toezending vraagt van bijhei- tjes, kerkboeken, rozenkransen, scapulierme- dailies, enz., te veel om op te noemen. Nu ben ik van goeden wil en Mensch niets vuriger dan aan zijn verzoek zoo gvd als het kan te voldoen. Maar alles is zoo uur, misschien wel de helft duurder dan vroeger. Voor den inkoop van hot gevraagde zal ik-Werkelijk veel, zeer veel geld noodig h£bm'11- Zelfs de verzendings kosten zullen een niet onbeduidend, sommetje, bedragen. En wat net ergste is, met mijn spaarpotje, dat hier steun moefit brengen, is het zeer treurig gestem. Reeds heb ik enkel0 naaien, wanneer de. (ge legenheid zich daartoe aanbood, mijn moeilij ke omstandigheden bl°ot gelegd, maar tot nu toe is mijn pogen zon er resultaat gebleven. Natuurlijk mag ik de.n meed niet opgeven, veel minder den arbeid staken. Zoo- dringe thans langs dezen tot de harten onzer missievrienden miin alarmkreet door: Wie geeft uitkomst, wie v<ltt mij uit de verlegen heid? Hoe ik dan gehol-Pen kan worden? Vooreerst door elke» hetzij groot© of kleine geldelijke bijdrage. Maar welkom zijn v Noderlandsche less en kerkboeken in goeden staat, welke moge- Hik op zolder of eldei's gebruikt neerliggen. Vóór den oorlog CIr_ een groot© hoeveel heid van dergelijkeboeaen te Moentilan ont vangen. Pastoor Mertens draagt mij op, den weldoeners hiervoor andermaal zijn mnigen dank te brengen met dien der jongens, die er van genoten hebben. Ik ben er zeker van in zijn geest te handelen, wanneer ik hierbij ook voorspel den dank van O. L. Heer, want dat werk is inderdaad werk voor God gewee»st. Het is mij bekend, met hoe groote liefde die boeken zijn afgestaan, met »hoe groot vuur en geestdrift ze zijn verzameld en ingepakt. Wel belangeloos offer: het ging zoo ver weg, do gevers hieven verborgen, men zag het nut niet, dat volgen zou; ook de gewone mensche- lijke voldoening, die men heeft, wanneer men den naaste bijstaat in eigen land, gaf men grootmoedig prijs. Ik herinner mij nog levendig, die schatten van Neerlands vrijgevigheid te 'hebben door snuffeld en gesorteerd. Hoe stonden de leer lingen met gretige blikken den rijkdom aan te zien! Dagen zijn we ermee bezig geweest: zoo goed hadden de katholieken van het moe derland ons bedacht. Toen liet Pater Groene- wegen, die aan zijne landgenooten het sch,oone idéé bad ingegeven, boekenkasten maken en weldra was een heele kamerwand bedekt en van het witte van den muur niets meer te zien. Daar was veel moois bij en wat hebben die boeken in de handen der Javaansehe Ka tholieken veel heil gesticht! Als zij de school verlieten kregen zii ze mee naar de dessa in eigendom. Ze dienden als tegengift, als voor behoedmiddelen, werkten veredelend en be schavend, kortom stichtte het nut der goede lectuur. Evenwel is sinds lang het blanke van de kamermuur weer zichtbaar geworden; van daar dat, wie een schap je bezet, in een be hoefte voorziet. Eens smeekte St. Paulus de Kerk van Co- rintbe om bijstand voor de Kerk van Jeru salem. Ik weet niet of die beide Kerken ten opzichte van elkander andere verplichtingen hadden dan die van christenen jegens chris tenen. Wel weet ik, dat Java en Nederland ten nauwste met elkaar ziin verbonden, dat Java ons schenkt, om voor het overige te zwijgen, h-et beste dat zijn bodem biedt. Is bet daar om niet billijk, dat wij, Nederlanders, aan de Javanen iets mededeelen van het onzë? Een motief te meer dus, waarom ikjnet groot ver trouwen hoop, dat mijn bede niet zal worden versmaad. O. LUCAS S. J. Tongerschestraat 53, Maastricht. EEN VERGISSING. Is de benoeming van Mr, Troelstra in d° Oommissie voor Buitenlandsche Zalcon een 'verffissinirvr&ftfüt dö .,.Kott©rcifini-iii0i Nadat hi JtX week weer oemeuw «m intree», in do Tweede Kamer had gedaan, rweos de president hem aan als een der leden van de pas ingestelde commissie voor buiten- landsche aangelegenheden. Ons schijnt, dit toe een presidiale vergis sing, welke niet zonder bedenking is. Het is verstaanbaar, dat. waar de instel ling van de commissie een vrucht is van Mr. Troelstra's -initiatief, in normale geval len op hem de aandacht zou worden geves- tiftd. Echter gold het'thans geen normaal ge val. Mr. Troelstra is de man. die in November 1918 de revolutie predikte, zich buiten do huidige staatsorde stelde. Mr. Troelfit-ra is de man, die bloed en tranen wilde storten voor een onheilige zaak. Mr. Troelstra is de volksmenner, die de menigte opwindt tót dol wordens toe, haar brengt aan den rand des afgronda en dan in onwaarachtige draaierij halt houdt, als het spel verloren is. Mr. Troelstra is de man van „misverstand" en vergissing." Mr. Troelstra is de man, die nog altijd blijft dreigen: „Wat vandaag is, beh/oeft morgen niet te ziin." Is dan de aanwijzing van dezen man op een verantwoordeliiken post. die als een soort eerherstel kan worden opgevat» niet een vergissing? Een vergissing, omdat het'eerste woord van schuld en boete nog uit ziin mond moet worden gehoord." T_ Te water geraakt. Maandagavond pas seerden een tweetal wielrijders uit Landsmeer langs den Waterlandsohen dijk nabij Buik sloot en zagen aan den onderdijk nabij de sloot een kinderwagen. Bij onderzoek bleek, dat een vrouw en 2 kinderen in het water lagen. Ter stond werden de drenkelingen op het droge gehaald en op oen der kinderen, dat al bewus teloos was, de kunstmatige ademhaling toege past met gunstig resultaat. Nadat vrouw en kinderen van droge kleeren waren voorzien werüen zij door middel van den geneeskundi gen dienst van Amsterdam, naar het Wilhel- minagasthuia vervoerd. De vrouw, die in d stad woonachtig is, kon geen reden opgeven voor haar wanhoopsdaad. Van een burgemeester en van vrucht- boompjes. Ongeveer een' maand geleden heeft de gemeente Harderwijk van haar ge meenteopzichter, die inmiddels overleden is, het- huis met fraaien tuin, vol sierlijke vrueht- bco-l^n aangekocht. De burgemeester van Harderwijk, en tevens eemco gemeente-ambte naren» die ook tuinen bij hunne huizen hebben, hadden bij het" .bezichtigen van den bewusten tuin reeds een begeerig oog geslagen op die mooio vruchtboompjes en in gedachten fugen zjj deze al in hunne tuinen staan, en Konden zij zich het genotvoorstellen de heer lijke appols en peren, die er aan zouden groeien, to kunnen plukken en er in te smul len. De prachtige boompjes zxin blijkbaar onder hypnose van hunuB 'blikken en verlangens ge raakt, want een paar weken geleden waren ze overgeloopen naar de tui^m van burg emoes- ster, gemeente-secretaris en gemeen te-archi tect, Zeli's de directeur der bouvvmaa.schappij, dio geheel met gemeente-kapitaal werkt, vond tot zijn groots verwondering op oen goeden morgen ook prachbboömpjes in ziin tuia ge_ plaatst. Of er nu jaloezie in 't spel was» is ons ni. t. bekend, maar al spoedig kreeg dit zaakje zooveel ruchtbaarheid, dat, zoo lezen we in net „Jnbl,". in üe iaais-te raadsvergadering een der leden den voorzitter ue vraag stelde» of het waar was» dal- uit den turn vuu bet aange kochte perceel van den gemeente-opziciuer Verhagen vruentboomen v. aren weggehaald, tu 'bij anderen gebracht, waardoor aib turn dau toch aan huurwaarde zou verliezen. De burge meester erkende de waarheid hiervan, doch deelde daarbij mede» dat een 2U-tal vruehtboo- men vóór den dood van V eraagen waren uit- bedongen en door de weduwe waren verkocht. Hii had verzuimd aan den Raad dit mee te deeleu, toen het besluit toe veraoop zou plaats hebben. In de vergadering van de kiesvereeniging „Burgerplicht" bracht de heer ivoster Henke, oud-commissaris van politie in Amsterdam, thans aldaar gevostgd. dezo zaak ter sprake. Uit goede bron bad hii vernomen, dat verschei dene boomen waren overgeplaatst naar den tuin van burgemeester en den gemeente-archi tect wier huizen hun eigendom ziin en ook naai de tuinen van andere gemeente-ambtenaren bovengenoemd en als er sprake \yaa geweest van uitbedinging, dan moest dat in de koop- acte staan. Maar aannemende, dat de zaak zich heeft toegedragen zooais d'e burgemeester in den liaad vertold had, dan verdiende het volgens spreker toch_ hoogo afkeuring, dat de bui o- meester er zich toe beeft geleend. boomen°te koopen. die uitbedongen ziiu, zonder dat de Raad daarvan iets heeft geweten, crL teven8 dat de Raad daarvan iets heeft geweter, en tevens dat hij heeft toegelaten, dat zijne amb tenaren daarvan ook hebben geprofiteerd. En groot© afkeuring verdient het ook, dat de go- heelo Raad. toen deze zaak werd besproken heeft nagelaten over dien wantoestand van zijne afkeuring, blijk te geven. In die.n geest thans bij den Raad een motie in te dienen, achtte spr. overbodig, daar de Raad derge lijke moties meestal voor kennisgeving aan- nhomt. Manneer een lager gemeente-ambtenaar bo- vengenoomd fei-t had bedreven, zou hii word n ontslagen; thans nu de burgemeester dit heeft gedaan wordt er niets van gezegd. Spreker vono het zeer noodzakelijk, dat ©ons publiciteit aan dergelijke wantoestanden, die bier iu da gemeente plaats vinden, wordt gegeven, opdat men. wete. hoe de gemeente wordt geregeerd. Een daverend applaus van de in grooten ge tale aanwezigen volgde alg instemming met het gesprokene. In de laatste nachten vriest het in Fries land zóó erg, dat kievitseieren blijken bevro- -Ten to zijn, en dus waardcfloos Rreworacn. Do vrouw R. to St. Oedenrode, die «aicb 's avonds naar de achter haar huis gelegen schuur begaf, werd door eeuige onbekend! ge bleven daders aangerand. Op haar hulpge schrei kwam haar man aanloopen» die zijn ivrouw badende in haar bloed bij de achter deur vouq liggen. Haar waren verscheidene messteken in hoofd en hals toegebracht. Do politie stelt een ernstig onderzoek in. Oud-Deken en Pastoor J. A. VV. HarbérsN 1' In het St. Vincenliusgastbuis to Groenlo overleed, 61 jaren oud. de .ZeerEerw. heer J. A. W. Harbers. rustend pastoor van Breuke- len eu deben van Naaroen. Z.Eervv. ontving de H. Priesterwijding in 1883 en was van 1910 tot het vorig jaar deken en pastoor to Breu- kelen. op de hand en staai'do somber ,voor zich uit. Mucia Cornelia» - de oogen gesloten en verwijlde met hare gedachten verre van dit ruwe tconeel. Da *llos.ofeerende keizer walgde van dit volkSA ennaak; de dappere soldaat erkende he' recnt van den eenen mensch om den anderen te dooden, dpch alleen op liet slagvei en 9m staatsreden-en; do jonge patricische, wier ziel de zacht moedige leer van '^ten-dom een el rijd te voorschijn had g0r°epen, betreurde de wreedheid barer medeburgers. Zij zou de spelen niet hebben bijgewoond, indien hef- lot van hare slavin Mimut haar er niet had heengevoerd; zij W»We er zelve getuige van zijn, dat. Publius zy11 belofte jegens haar vervulde. In het Amphitheater weerklonk de eer st© vreugderoep. Die Heeft zijn bekomst!... Die is ge vallen Ecu prachtige houw!.... Deze en dergelijk© uitroepen spraken de verrukking der menigte uit. Een jonge Germaansche Retuariër lag op het witte zand; het zwaard van een Se- cutor had hem nedergeveld. Uit een grooto wonde aan de linkerzijde stroomde zijn bloed, een genadeslag was niet meer noodig. Handgeklap beloonde den overwinnaar en eischte tegelijk de voortzetting van het bloe dige tooneel. De Secutoren hadden thans de overmacht. Snol na elkander volgden nu de jubelende uitroepen: zeven mensclien wen telden in hun bloed; slechts een enkele Re tuariër stond tegenover 'twee Secutoren. Alle drie richtten hun blikken naax het publiek, als om te vragen of het nu genoeg had van het wreede spel. Ieder .der overge blevenen had genoeg gedaan. Ja, de hoog gebouwde breedgeschouderde Slave, die zijn blauwe oogen zoo zacht stralen liet als kon hij de pijn van een ander niet verdragen, had reeds drie Secutoren op zijn geweten. Hij hief het hoofd in do hoogte, wierp het lange blonde haar naar achteren en liet zijp vragenden blik rechts en links over de toe schouwers glijden, waarbij zijn treurend lach je duidelijk vleide: Hebt erbarmen met ons. Niet daatvoor had hem zijn vader aan den oever van den Theiss leeren rijden en met de wapens omgaan! Hjj had liem onderwijs gegeven om het plekje grond zijner vaderen to verdedigen tegen aanvallers; doch de Ro meinen kwamen, overwonnen en voerden hem, in ketenen geklonken, naar Rome om te dienen tot moordend speeltuig, der ver wijfde Romeinen. Het Romeinsche gepeupel ontstak in woe de, omdat een barbaar het waagde, strijdens- moedo te schijnen. Zulk eert hond moest vroolijk en prachtig sterven om do oogen dei' beheerschera van do wereld te stree.en. Dat moest zijn dank wezen; want slechts- de moedigste en sohoonste krijgsgevangenon werden voor de gladiatoren-scholen aange kocht. Het verweekelijkta en dwergachtige volk van Rome wilde in het Amphitheater slechts prachtig© reuzengestalten zien. Vergramd over het weigerend en woe dend geschreeuw stortte de Slave zich met zulk oen kracht op een zijner tegenstandei's, dat deze viel; terzelfder tijd ontving, hij echter van zijn tweeden tegenstander een zwaardslag op het hoofd. Met bloed over stroomd wankelde-hij, liet zich op een knie neder en hief de hand op om de genaio van de toeschouwers iu te roepen. Het ware plicht geweest der Romeinen, te nminste het leven van dezen ongelukkige to sparen, die het reeds bijna een uur had laten genieten van dezen moordenden strijd. Doch het Romeinsche volk kende geen ge nade voor een barbaar, dio zoo brutaal vas het te willen berooven van Üen aanblik zij ner in doodsangst trillende ledematen.' Onapr woedend geschreeuw baldeu zich de vuis ten van de vele duizenden, de duimen wer den naar buiten gestrekt, ten toeken dat 'do onderliggende sterven moest. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 19