hul
VAN OVERAL.
Kerk en School
BIJBELCURSUS.
C
Missie-Actie.
WAT DE PERS ZEGT
Je Ondergang van een
Wereldmacht
FEUILLETON
Zaterdag 5 April
Tweede Blad
KORTE BERICHTEN
r
PASttJÜONDiAG.
^aaitolw volgen» Jm H. Joannes VIII. 46—59
In dien tijdo zeid® Jezus tot do scharen dor
Ittden: Wie van aal Mij van zonde overtui-
Se«! indien lk n d® waarheid zeg. waarom ge-
°UR ge Ai ij niet I Ui® uit Uod is, lioort Uods
*'°orden. Daarom hoort gij zo niet. omdat ge
ttlt~Uod niet ztijt. Toen antwoordden de Joden
Kt zeiden liaan:Z«g*en wij niet te recht, dat
i>ü 6en Samaritaan ziit en den duivel in hebt?
Jezus anttvoordda: ik heb den duivel niet in>
'■naar ik eer mijnrat Vader en gii onteert My.
Ik echter zoek mijn® oor niet. daar is er een,
di» zal oeken en recht doen. oorwaar, voor
waar lk zeg u. indien iemand mijn woord on-
demoudt. hij zal in eeuwigheid den dood niet
Daarop zeiden de Joden: Ka weten wij
dat Ue den duivel in hebt. Abranam 13 ge
storven en ook d® profeten, en Gij zegt, zoo
wiaana ii ii» woord onderhoudt, hij zal in
Eeuwigheid den dood niet smaken. Zijt Gii
krooicr dan onz® vader Abraham die gestor
ven i»i uok zi,|ü d® Profeten gestorven. Mien
'naakt Lij u t®iven'. Jezus antwoordde: Indien
Uó z«i\en verneerlyk, is mijne eer niets;
die a-u »®iye*rlijkt is Miine Vader, van iVihü
<ii zegt. dat U-ii uwe Uod is en gii kent Hem
üict, maar rk k®n ldein. Ln zoo lk zeide» dat Ik
U«a uiut kende, ware Ik een leugenaar, go-
iijk gij klaar Ik ken ilem en onderhoud zyn
woord. Abraham, uw vader, heeft verlangd
ttiyuen zlag to cira; bii heeft dien gezien en 1»
verneugd gow®®sl. 13® Joden ze.den Hem dan.
Gij rut nog geoa vijftig jaren oud en hebt Gij
Abraham gezien t Jorua zeide hun: Voorwaar»
'oor v. aar lk zes u. ®or Abraham er was. ben
lk. 'i oen namen zij steenen op om op Hem te
werpen maar beau® verborg zich en ging uit
Jen tam pel.
Jansen: Wat ik allereerst wef eens weten
w ido.waarom wordt deze-Zondag Passie-
Zondag genoemd t 't Huurt, meen ik. nog Pen
dag oi wat eer we den gooden Vrijdag hebben.
I ,oor; Z.oer juist, maar tot het vieren van
tco toutelijk® «ebesrteuis kan een enkele ge*
Icukuag niet v®l»tara. Zeker' ia heel de vasten
*«n b®ili*® tijd- dada naarmate we don verja'ar-
u&g van 's Heorea «torven naderen, wordt de
1,!*tat.o der lyd®**wftked gansoh biaonder ge-
1 oru en „x a»**tig<i" genaamd, waarvan de
da* da» gato- .slijk Passie-Zondag heet.
hot oog hierop ia hc-t Evangelie ook met
*>ïjj g kozen, 't Levat ais bet ware do ouver-
1uro van 's Heecea aanstaande lijden. Mot
r^trva«*en<ie snelheid wint Satan op het oogen-
b;ik der besüsaiim al meer terrein. De schare,
die i,em in Jerusalem® noorte het .,Hosan-
uaii" had toegezongen, druipt af. en een andere
hoop volk® zal wtrak» het .Kruis Hem! Kruis
•'temaanhef fan. De priesters zullen welhaast
bun kleoren ech«uion, om Jeaus al» Gódsla»to-
taar te verdoom Oil. Die Hém sarren, hoor® en
tergen zuilen aan het kruis, voelen zich het
boozu bloed reeds naar het aangezicht stijgen.
S®cretariSWaar greep dit spannend samen
treffen plaats?
J*»s«n Hn op walken tijd van Jezus' open
baar leven I
- Peoters: En wat was de bedoel, ug, di® bjj
de intiigeerende partijen vooixati?
Pastoor: Te dien tijde was Jozns in bet derde
jktar van zijn omwandeling op aarde. Hst wa®
ra8in October on in April van het volgend
jt&r zou Hij ter dood gebracht worden. Na
^ijn wondorhare Gedaante-Verwisseling wa®
Jezu3 met Zijn discipelen opgegaan naar Jerur
Zalem om er het Loofhuttenfeest te vieren.
Janeen: Wat bij de Joden tot op heden g®-
Herd wordt, ter gedachtenis aan.... wat?
Pastoor: Ter gedachtenis aan de veertig
ia-i'en door het Hebreeuwsche volk in woestün-
tp»ten gesleten: tot heugenis aan dat merk-
v'»ardi* tijdvak uit hun historie verbleven de
ork a aolit dagen in rustieke tenten of loof-
'i ut if ii. Dlo week llop nu op het einde en de
"Oodsc'ie polgrims. uit alle deelen des lands
'o Jerusalem saatngeiomen. üin nog niet hui«r
K^keerd. doch vertoeven voor een deel
"unsaa den TempëL Onder hen hebben zioh
1 "ariwcón, do. Wetgeleerden en Overpriee-
tvrn «cmsnga biet zonder resultaat hebben zdi
c za harstochten dor menigte geprikkeld.
pr6d'king voor zulk 8en gehoor
sreoft ons Evangelie de rumoerige en oproerige
slotpassage.
Jatten Ien minste die preek wordt zoo vaak
q?1'' vijanden onderbroken, dat het meer
een. samenspraak gelükt.
- 1 'otters: En meer nog op een debat in het
v J- weg met dreigende handta&tolükhed'on oip
het treurspel zijner Passie, dat) nti volgen gaat.
Welliaast zal Jezus als misdadiger gevat wor
den en als booswicht doodibloedon aan het kruis,
maar zelfs zijn heftigste vijanden hebben niets
om Hem van aangezicht tot aangezicht te ver
wijten.
Jansen: Ik meende anders, dat de Phariseën.
Hem nog al van een en ander te beschuldigen
hadden, van Sabbath schennis en overtreding
hunner overleveringen 5
Pastoor: Zeker, maar hier wordt niet naar
laster en achterklap gevraagd, maar Hij som
meert ze om in Zijn tegenwoordigheid dit nu
oens waar to maken. Wie van u. zal Mij van.
zonde overtuigen? En hoe het ook woolde in
hun booze harten, allen deden er kefc zwijgen
toe. Na het stellen van deze kwestie zrweeg ook
Jezus een oogenlblik om hen gelegenheid! tot
antiwoorden te geven. Doch toen zii in oen
spijtig stilzwijgen volhardden, nam Jezus we
derom het woord. Kunnen de Joden Hem van
gieen enkele zonde overtuigen, dan hebben zü
Hem ook nooit op een leugen betrapt; waarom
dan weigeren ze Hem te gelooven: Indien Ik
u de waarheid zeg. waarom gelooft ge Mij
niet?
SecretarisOmdat ze tegen Hem ingenomen
,°ind.
!lsto0r: Op die allerbelangrijkste bladzijde
k st-aan vier verklaringen van Ons Heer ge-
ft°e'u met op elk dier verklaringen het &nt-
°ord, dat Zijn vijanden er op gaven. Eerate
erklajLnj{.
Secretaris; Wie van u zal Mii van zonde
Vertui gen?
asloor: Welk aangrijpende inleiding tot
waren.
Pastoor: Juist en tot die bevinding van hun
tegenstrijdig gedrag was ook Jiezua gekomen:
verplioht ale zii zijn te erkennen, dat Hij niet
liegt terwijl zii niettemin volstandig weigeren
Hem te gelooven. Waarom! Ornaat 'Ij. ko
mond uit God van Godswegie «preekt^tot hen,
die niet uit God zijn.
Secretaris: Die uit God is, hoort Gods woor
den, daarom hoort ffij zo niet, omdat gii fiot
uit God zyt.
PastoorWaarop de Joden Mj mangel van
een pasgievend antwoord hun toevlucht namen
tot beleedigingen: zeggen wij niet te recht,
dat Gij oen Samaritaan zijt en den duivel in
hebt!
Jansen: Waarom geeft Jezus enkel antwoord
op de tweede beschuldiging en laat Hij de eer
ste rusten?
Pastoor: Buiten kijf om de Samaritanen, die
Hij insgelijks redden kwam, niet te grieven of
te ontstemmen. Doch n» die onderbreking
wendt Jezus zich van de Phariseën af* en richt
zich tot het volk om het iet» belkngrijks aan
to zeggen: Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u. in
dien iemand mijn woord onderhoudt, hij zal
in eeuwigheid den dood niet zien. De zin is
overduidelijk: Wie in Jezus gelooft en loeft
naar dit geloof, zal ingaan in Zijn hemelsch
Rijk. Maar zijn vijanden wilden Hem misver»
staan en namen dit pp als sprak Hij van den
natuurlijken dood. N» wisten zij, dat Hij een
duivel inkad, want alleen een bezetene kon zoo
godslasterlijk spreken. Immers Abraham dè
groote Vader en de Profeten, Gods gezanten,
waren gestorven; was Hij dan meerder dan'die
uitverkoren vrienden Gods? Wien maakt Gij u
zeiven? Op die aantijging moet Jezus openlijk
zeggen wie Hij is. Dat doet Hij, doch als ger
woonliik door te verwiizen naar Zijn werken.
Het was gemakkelijk zich, voor den Messias uit
te geven, maar liet viel niet zoo lioht <Ut te
bewiiz-en. Ale Ik u zeg. wie ban. zult go MÜ
voor do voeten werpen, dat het gemakkelijk
valt zich zelven te verheerlijken. Zoo ga Ik dan
ook niet te werk, het i« mijn Vader, die Mij
verheerlijkt met Zijn macht in mijn handen te
stellen en u aldus te toonen. wie Ik ben. Mijn
getuigenis verkiest ge niet te gelooven. geloof
dan ten minst® de getuigenis, van Hem, dien
ge Uw God noemt, maai dien niet kent.
Jansen: Het uitverkoren volk. het bondsvolk
der Hebreën kende den waren God toch?
Pastoor: Maar het volstaat niet God t® ken
nen, ook moet men. Hem erkennen. Geloof zon
derde werken ia als een doode boom. Een boom
te hebben, die geen vrucht voortbrengt, i»,
alsof men geen boom beaat. D® godsdienst der
Phariseën wordt door Jezus alzoo voor niets
geacht. Alsnu komt Hij met zijn derde verkla
ring: Maar Ik ken Hem en zoo Ik zeide, dat
lk Hem niet kend®, ware Ik een leugenaar
gelijk gii. Maar Ik ken Hem en onderhoud zijn
woord.
Ziet uu hoe Jezus hier zijn vijanden de baas
bljjft. Eerst heeft Hij hij uitgedaagd Hem van
zonde en leugen te overtuigen, daarop verwijt
Hij hen de leugen van hun eigen leven.
Jansen: En in beide gevallen hebben zij niets
te antwoorden.
Pastoor: Dan beschuldigt Hij.hen God niet
te kennen, aangezien zii weigeren Hem te g&-
hoor/.an ien, maar vordert voor zioh op. dat TTH
zijn God wel kent en Zijn woord bewaart, dat
wil hier zeggen, spreekt en handelt in Zijn
-naam.
Jansen: En wederom kunnen zii Hem niet
tegenspreken.
Pastoor: Nu gaat Hij hen den laatsten slag
toebrengen. Zij stelden er roem in kinderen
van Abraham te zijn. welnu, zegt Jezus. Abra
ham. uw vader staat aan miin ziide en niet
aan de'«we, immer® Mi verlangde mijn, dag t®
zien.
Jansen: Jawel, dat ziet, os Abraham's ver
wachting van den Messias, die uit ziin bloed'
moest voorkomen, maar hoe kan Jezus zeggen
hij heeft dien gezien en is verheugd geweest.
Tusschen Abraham's dood en Ohristus' komst
liggen, meen ik. enkele eeuwen.
Pastoor: Doch de ziel van den Aartsvader
•waa in liet Voorgeborchte en heeft 'daar door
een biaondere openbaring den dag van den
(Messias en zyn komst in de wereld kunnen
'aansohouwen en zich kunnen verheugen over
die gebeurtenis, die op zijn nabije verlossing
wees. Maar ge begrijpt hoe dit beroep op
Abraham de hartstochten der Phariseën prik
kelde. Wederom verstaan zij 's Heeren woord
in een vleeschelijken zin en antwoorden met
spotternij: „Gii ziit nog geen vijftig jaren en
Gij hebt Abraham gezien! Hier geeft de Mees
ter zijn vierde plechtige verklaring: Voorwaar
Th zeg u, eer Abraham er was, ben Ik. Als
mensch immers was Hij den eersten Kerstnacht
•geboren, maar als Zoon ygn God bestond Hij
van eeuwigheid. Verstaat uu nog het voor
geven der ongeloovigën. dat Jezus nooit be--
weerd heeft de Zoon van God te zijn?
Jansen: De. Pharisi^§a verstonden den zin
van Jezus* woorden blijkbaar beter, zii toch
namen steenen op om den vermeenden Gods
lasteraar testeenigen. Maar Jezus' uur was nog
niet gekomen. Hij verberg Zioh en ging uit den
Tempel. Gebeurde dit door een mirakel?
i Pastoor: Niemand, die dit weet! In elk gov al
bleef Hij meester van bét terrein en vervolgde
onbevreesd zijn Prediktooht alsof er niets aan
de hand ware. En dit ia wel do les, die hier
liet meest in het oog springt: «een spotternij,
bedreiging of beleediging mag in staat zijn den
'Ohristen af te houden van ziin plicht. Zooals
Jezus Zijn Vader diende, trouw en sterk., zoo
knoeten wii zonder blikken of blozen achter
Jezus gaan. De nauwe doornige weg mag vol
Wnvafftlin cron TiHl. m n n i a
worstelingen zijn, maar aan het einde schittert
ons de overwinning tegen ®n het honderdvou
dig Apostelloon,
MAX,
(Naar aanleiding van een brief va* Pastoor
Mei tens, Overste dar Javanen-Missie.)
Dat Katholiek Nederland de miaslo lief
heeft, is een feit, boven allen twijfel verhe
ven. Anders zouden niet zoovele zijner zon^n
en dochteren edelmoedig vaderland, familie
en vrienden verlaten, om vergeten te gaan. Ie-"
ven te midden van vreemde, vaak onbe
schaafde volken. Anders zouden ook de
ouders niet zoo gewillig» van. hunne dierbare
kinderen scheiden, om hen blij te offeren
voor het zielenheil. En heeft men niet in on
zen tijd bijna overal ijverig en ernstig ge
luisterd naar de stem der ver jeugdlede mla-
sle-actie.
Het is, alsof onze natie het zioh ton plicht
rekent, om daar, waar de andere Europeö-
sdbo landen tengevolge van den oorlog ln de
zc.rg voor de missie te kort schieten, het ont
brekende aan te vullen, zooveel mogelijk den
nood te lenigen en te verzachten. Nooit werd
er meer gebeden en weggeschonken voor de
arme heidenen dan thans.
Waarom zou ik du® verlegen ziin en sohuoh
ter en niet durven .eg&en, wet mijn linart yor-
lai.gtf Waarom zou ik niet een aalmoes dur
ven vragen aan hen, <He ten aanzien van de
missietaak in zoo'n gelukkige stemming ver-
keerent Bovendien, ik weet, dat wie gehoor
geeft aan mijn bede, zijn loon, een eeuwltg, niet
missen zal.
Ik zal dharom ze Icar vreeze spreuken en
vrijmoedig mij nader verklaren. Vóór mij
ligt een schrijven van pastoor M er tens, den
overste der Javanen-missie. Gedurende de
laatste droeve jaren ontving hij van rnjj voofl?
zijne arme geestelijke kinderen zoo goed als
niets. Het gevolg is dan ook geweest, dat de
voorraad zijner religieuze artikelen feeheel is
uitgeput En toch «deze zaken zijn voor den
bloei der missie van_heel groot gewicht men
kan er_ niet buiten. Redenen, waarom hij mij
allerdringendst toeeen ding vraagt van bijbel
tjes, kerkboeken, rozenkransen, scapfilierme-
dailies, enz., te veel om op noemen. Nu ben
ik van goeden wil "Wenseh niets vuriger
dan aan zijn verzoek zoo gpj ais ^et kan te
voldoen,
Maar alles Is 2°° dupr, misschien wel de«p
helft duurder dan vroeger. Voor den inkoop
van (het gevraagde zal ik werkelijk veel, zeer
veel geld noodig hebben. Zelfg verzendings
kosten zullen een nieT onbeduidend sommetje
bedragen. En wat bet ergste is, met mijn
spaarpotje, dat hier steun moest brengen, is
het zeer treurig gesteld.
Reeds heb lk enkel0 malen, wanneer de ge
legenheid zich daarto0 aanbood, mijn moeilij
ke omstandigheden bloot gelegd, maar tot nu
toe is mijn pogen zon er resultaat gebleven.
Natuurlijk mag den moed niet opgeven,
veel minder den axbei a staken. Zoo dringe
thans langs dezen tzd? tot de harten onzer
missiovrienden miifl alarmkroM door: Wie
geeft uitkomst, wie r€ mij uit do verlegen-
beidt
Hoe ik dan gehblp011 kai worden!
Vooreerst door elk0» netzjj groote of kleine
geldelijke bijdrage.
Maar welkom zijn Noderlandsche lees-
eu kerkboeken in go0»611 staat, welke moge
lijk op zolder of old018 ^''gebruikt neerliggen.
Vóór den oorlog yer<i. 60n groote hoeveel
heid van dergelüké bogen te Moentilan ont
vangen. Pastoor Mertens 'draagt mij op, den
weldoeners hidrvoor andermaal zijn innigea
dank te brengen met dien der jongens, die er
van genoten hebben. Ik ben er zeker van in
zijn geest te handelen, wanneer ik hierbij ook
voorspal den dank van O, L. Heer, want dat
werk is inderdaad werk voor God geweest.
Het is mij bekend, met hoe groote liefde die
boeken zijn afgestaan, met hoe groot vuör en
geestdrift zo zijn verzameld en ingepakt. Wel
belangeloos offer: het ging zoo ver weg, de
gevers bleven verborgen, men zag het nut
niet, dat volgen zou; ook de gewone mensche-
lijke voldoening, die men heeft, wanneor men
den naaste bijstaat in eigen land, gaf men
grootmoedig prijs.
Ik herinner mij nog levendig, die schatten
van Neerlands vrijgevigheid te hebben door
snuffeld en gesorteerd. Hoe stondeu de leer
lingen met gretige blikken den rijkdom aan
te zien! Dagen zijn we ermee bezig geweest:
zoo goed hadden de katholieken van het moe
derland ons bedacht. Toen liet Pater Groene-
wegen, die aan zijne landgenooten het schoone
idéé had ingegeven, boekenkasten makeu en
weldra was eon heelo kamerwand bedekt en
van het witte van den inuur niets meer te
zion. Daar was veel moois bjj en wat hebben
die hoeken in de handen der Javaansehe Ka
tholieken veel heil gesticht! Als zij de school
verlieten kregen zii ze mee naar de dessa in
eigendom. Ze dienden als tegengift, als voor
behoedmiddelen, werkten veredelend en be
schavend, kortom, stichtte het nut der goede
ketuur.
Evenwel is sinds lang het blanke van de
kamermuur weer zichtbaar geworden; van
daar dat, wio een schapje bezet, in een be
hoefte voorziet.
Eens smeekte St. Paulas de Kerk van Co-
rinthe om bijstand voor de Kerk van Jeru
salem. Ik weet niet of die beide Kerken ten
opzichte van elkander andere verplichtingen
hadden dan die van christenen jegens chris
tenen.
Wel weet ik, dat Java en Nederland ten
nauwste met elkaar ziin verbonden, dat Java
ons schenkt, om voor het overige te zwijgen,
bet-beste dat zijn bodem biedt. Is bet daar-
pjli niet b k,«d&t wij, Nederlanders, aan de
Javifnen rewj mededeelen van het onze? Een
motief te meer dus, waarom ik met groot ver
trouwen hoop, dat mijn bede niet zal worden
yenmu®. 0. LDCAa 3. j.
Tongersohestraat 53, Maastricht.
EEN VERGISSING.
Ia de benoeming van Mr. Troelstra in de
'Oommissie voor Buitenlandscho Zaken vea
Vergissing? vraagt de "R°tterda^feU^
w gedaan,
i ww« de president hem aan als één der leden
van de pa» ingestelde commissie voor buiten-
londsohe aangelegenheden.
Ons schijnt dit toe een presidiale vergis
sing, welke niet zonder bedenking is.
Het is verstaanbaar, dat, waar do instel
ling van de oommissie een vrucht i» van Mar.
Troelatra'» initiatief, in normale geval-
i Ien op hem de aandacht zou worden gevea-
tigd.
Echter gold het than® geen normaal ge-
Val.
Mr. Troelstra is de man. die in November
1618 de revolutie predikte, zioh buiten de
huidige staatsorde stelde.
Mr. Troelstra ia de man. die bloed en
tranen wilde storten voor een onheilige
i zaak.
Mr. Txoelstra is de volksmenner, die de
menigte opwindt tot dol worden» toe, haar
brengt aan den rand des afgronds en dan
in onwaarachtige draaierij halt houdt, als
het spel verloren is.
i Mr. Troelstra is de man van „misverstand"
en vergissing."
Mr. Troelstra is de man, die nog altijd
blijft dreigen: „Wat vandaag is, behoeft
morgen niet te zijn."
Is dan de aanwijzing van dezen man op
een verantwoordelijken oost. die als een
soort eerherstel kan worden, opgevat. ni«t
een vergissing?
Een vergissing, omdat het eerste woora
van schuld en boete nog uit ziin mond moet
worden gehoord."
werden tii door middel van den geneeskundi
gen dienst van Amsterdam, naar hst Wilhel-
minagasthuk vervoerd. De vrouw, dio in de
stad woonachtig is, kon geen red'en opgeven
voor haar wanhoopsdaad.
Van een burgemeester cn van vrucht».
boompjes. On&ovaer een maand g ei eden
heeft de gemeente Harderwijk van haar ge
meen teopzich ter, di® inmiddels overleden is,
het hui3 met fxaaien tuin, vol dierlijke vrucht-
boomen aangekocht. De burgemeester van
Harderwijk, en tevens eenigo gemeente-ambte
naren, di® ook tuinen bii huna» huizen hebben,
hadden bij het bezichtigen van den bewunten
tuin reeds een begeerig oog geslagen op die
mooie vruchtboompjes en in gedachten
^agen zij deze al in hunne tuinen staan, en
konden, zjj rioh hot genot voorstellen de üeer-
UPre appels en peren, die or aan zouden
groe/en, 18 kunnen plukken en er in to smul
len.
Da prachtigs boompjes ziin blijkbaar ouder
nypnoss van iiunn® biikdcen en verlangen® ge
raakt, want oen paar weken geleden waren ze
overgeloopen naar do tuinen van ourgeiuees-
ster, gemeente-secretari» on gemeen te-archi
tect. Zelfs de directeur der bouyvmaa.sqjja^y,
die geheel met gemeenie-Kapitaai workt, vond
tot zyn groots verwondering op oen goeden
morgen ook praciitboompjes in zijn iuiQ
plaatst.
Of er nu jaloezie in 't spel was. is ou» ni
bokend, maar ai spoedig kreeg dit zaagje
zooveel ruchibaarheid. dat, zoo i-zen wo in
bet „libl.", in do laa.st» r*ad®vor„ ader tug oen
-der leden den voorzitter ao vraag stalde, oi
het waar was. dat uit den tuin van hst aange
kochte perceel van don u»meent®-opcicn t©r
Verhagen vruehtboomen waren wogg®ü*ald, ®u
'bij anderen g®bracht, waardoor dio tu-n dan
toch aan huurwaard® zou verlieten. De burge
meester erkende do waarheid hiervan, doon
deelde daarbii mede, dat een 'JO-tal vruchtboo
men vóór den dood van Verhagen waren uit-
bedongen en door do weduwo waren verkocht.
Hij had verzuimd aan den Raad dit moe te
doelen, toen het besluit tot verkoop zou pl»*t«>
hebben.
In cüo vergadering van de kieevereeniging
„Burgerplicht" bracht de heer Koster Henke
oud-commissaris van politio in Amsterdam,
thans aldaar gevestgd. deze zaak ter sprake.
Uit goede bron had hli vernomen, dat verschei
dene boomen waren overgeplaatst naar den
tuin van burgem®ee1®r eh den gemesnie-arcai-
tect wier huizen hun eigendom zijn en ook naar
de tuinen van andere róm'erute-i»' ibien*;- o
bovengenoemd en ais er sprake wat geweest
van uitbedinging, dan mowit dat in do koop-
acte staan.
Maar aannemende, dat do zaak zich heeft
'toegedragen zooals de bur£?eniaesler in d/n
Kaad verteld had. dan verdiende* liet vo'gcns
spreker toch hoogo afkeuring, dat do bur i-
meestor er. zioh toe heeft geleend. boomeïTte
koopen. die' uitbedongen ziin. zonder dat de
Raad daarvan iet» heeit geweten, en teven®
dat de Raad daarvan iets beeft geweten, en
tevens dat bij beeft toegelaten, dat zyae amb
tenaren daarvan ook hebben geprofiteerd. En
groot® afkeuring verdient het ook, dat de ge-
heole Raad. toen doze zaak werd besproken,
b^eft nagelaten over dien wantoestand van
zijne afkeuring blyk te geven, ln dien geest
tnans bii den Raad een motie in t® dienen,
aehtt® spr. overbodig, daar de Raad derge
lijke motie® meestal voor kennisgeving aan
neemt.
TVanneer een lager gemeente-ambtenaar bo
vengenoemd feit had bedreven, zou hii worden
ontslagen; thans nu de burgemeester dit heeft
gedaan, wordt or niets van gezegd. Spreker
vond het zeer noodzakelyk. dat osns publiciteit
aan dergelijk® wantowtanden. die bier iy de
gemeente plaats vinden, wordt gegeven, opdat
men wet®, hoe d® gemeente wordt geregeerd.
Een daverend applaus van de in groeten go-
tal® aanwezigen volgde al® instemming met
bet gesprokene.
In de laatste nachten vriest het in Fries
land zóó erg, dat kievitseieren blijken bevro
ren t® zijn, en du® "waardeloos geworden.
De vxouw B. t® St. Oedenrode, die aicb
'a avonds naar da achter haar hui® gelogen
schuur begaf, werd door eenige onbekend ge
bleven dader» aangorand. Op baar hulpge
schrei kwam haar man aanloopen. die zijn
•vrouw badende in haar bloed bij de achter
deur vond liggen. Haar waren verscheiden®
messteken in hoofd en hals toegebracht. De
politie stelt een. ernstig onderzoek in.
Te water geraakt. Maandagavond pas
seerden een tweetal wielrijders uit Landsmeer
lang» den Waterlandschen dijk nabij Buik
sloot en zageh aan den onderdijk nabij de sloot
een kinderwagen. Bij onderzoek bleek, dat
vrouw en 2 kinderen in het water lagen. Ter
stond werden de drenkelingen op het droge
gehaald en op een der kinderen, dat al bewus
teloos was, de kunstmatig® ademhaling toege
past met gunetig resultaat. Nadat vrouw en
kinderen van droge kleeren waren voorzien.
'oOLtóCH.
82
UOM
'VA lili
itKi
In'den beginne bood de strijd weinig op-
ekkeuda. Aoolang de Secutoren een ge
in j". 11J. vormden, konden de Retuarier®
'n bet net lokken. Na hun eersten
d<M8a ^eken zij voortdurend naar achter,
ïenokkm de Secutorea tot den strijd te
^bti"a' deela om hun tweeden aanval
.eUvt„?*r te kunnen
,jp te kunnen uitvoeren.
r?« 'S':, uuilval gelukte het eindelijk de rij
at»:,ren door te breken. >T to
Bij een
d
begpn
atl'iia d001- te breken. Nu
ipf o'611 mari teg011 man» de jacht
ff utor®a mensch op den anderen,
strijdend, we^ tha^ 0p zich zeiven
Vervolgers, het voor de aanvallen hunner
ni gedekt door oogenblik afwachtend
'net zijn zwaard t schild, den aanValler
daarentegen vnU trefl'en. De Retuariërs
3ok0n om do i hen behoedzaam; zij
?°tgaan of h °eQ met het zwaard te
tuiü ne'der zkh bliksemsnel oi>
Rv,
aaien.
bliksemsnel op een
oia het net beter Ite kunnen
Hoe levendiger de^e strijd werd, hoe meer
de belangstelling van het publiek werd gaan
de gemaakt. In den beginne hoorde men
slecht» van de bovenste zitplaatsen nu en
dan oomerkingen én toeroepen. Nu riep ie
mands „Val hem van rechts aanl". dan oen
ander: „Stoot toel" een derde schreeuwde:
„houw van boven ,afl" Met elk oogenblik
vermeerderden de toeroepen. Ten slotte brul
de het geheele gepeupel: „Grijp hem!... Sla
hem neerl... Houw toe!.... Spies hem... Sla
hem dood!"
Door dat wilde geschreeuw aangespoord
of geprikkeld, drongen de gladiatoren woe
dend op elkander het^zweet gutste van
hun voorhoofd; hunne oogen fomcelden ais
die van wilde dieren; een schor geluid ont
snapte aan hun keel. En deze woede werd
nu van alle zijden aangewakkerd; want ook
de beneden gezeten senatpren en ridders
geraakten in vuur en hun vrouwen en doch
ters vermengden hun a'anhitsingen met die
van het gewone volk. Zelfs de imperator
Lucius Verus buigt zich over de balustrade
der loge naar Voren, schreeuwt eh zwaait
met de handen als de gemeenste plebejer.
Slechts drie toeschouwera bewaarden hun
rust in de algemeene opgewondenheid. Mar
cus Aurelius zat met het gelaat vaat de
Arena afgewend en schreef op wastafels zijn
beschikkingen omtrent kleinere regeerings-
zaken. De praetor Rublius leunde het hoofd
op de hand en ®taaj^ s°mber .voor zich
uit. Mucia Cornelia had de oog&n gesloten
en verwijlde met har® gedachten verre van
dit ruwe toonoel. D® 'osofeerende keizer
walgde van dit volk3Vennaak; de dappere
soldaat erkende het, recht van den eenen
mensch om den arL] ,eferi to dooden, dpch
alleen op het sLagve ea om staats redenen;
de jonge patriciscko, m wier ziel de zacht
moedige leer van het christendom een sir ij d
te voorschijn had g®r®epen, betreurde de
wreedheid barer medeburgers. Rij zou de
spelen niet hebben bijgewoond, indien het
lot'van hare slavin Mtmut haar er niet had
heengevoerd; zij wilde er zelve getuige van
zijn, dat Fubiius zijn belofte jegens haar
vervulde.
In het Amphitheater weerklonk de eer-
sto vreugderoep.
Die heeft zijn .bekomst!.. Die is ge
vallen!Een prachtige houw!.... Deze en
dergelijke uitroepen spiaken de veirukking
der menigte uit.
Een jonge Gérmaansche Retuariëï lag op
het witte zand; het zwaard vau eeu Se-
cutor had hem nedcrgeveld. Uit een groote
wonde aan de linkerzijde stroomde zijn
bloed, een genadeslag was niet meer noodig.
Handgeklap beloonde den overwinnaar en
eischte tegelijk, de voortzetting van het bloe
dige tooneel. De Secutoren heulden thans de
overmacht. Snel «ia elkander volgden nu de
jubelende uitroepen:*~zeven menschen wen
telden in hun bloed; slechts een enkele Rs-
tuariër stond tegenover 'twee Secutoren.
Alle drie richtten hun blikken naar het.
publiek, als om te vragen of het nu genoeg
had van het w re ede spel. Ieder der overge
blevenen had genoeg gedaan. Ja, de hoog-
gebouwde breedgeschouderde Slave, die zy
blauwe oogen zoo zacht stralen liet als kon
hij de pijn van een ander niet verdragen,
had reed3 drie Secutoren op zijn geweten.
Hij hief het hoofd in de hoogte, wierp het
lang,o blonde haar naar achteren on liet zijp
vi agenden blik rechts en links over de toe
schouwers glijden, waarbij zijn treurend lach
je .duidelijk vleide: Hebt erbarmen met ons.
Niet daarvoor had hem zijn vader aan den
oever van den Theiss leeren rijden en met
de wapens omgaan! Hij had'hein onderwijs
gegeven onr het plekje grond zijner vaderen
to verdedigen tegen aanvallers; doch de Ro
meinen kwamen, ovorwonnen en voerden
hem, in ketenen geklonken, naar Rome om
te dienen tot moordend speeltuig, der ver
wijfde Romeinen.
Het Eomeinscke gepeupel ontstak in woe
de, omdat een barbaar liet waagde, strijdens-
moede te schijnen. Zulk een hond proest
vroolijk en prachtig sterven om de oogen der
beheerscliers van de wereld te streeieu. Dat
moest zijn dank wezen; want slechts de
moedigste en schoonst®^ krijgsgevangenen
Öud-Deken en Pastoor J. A. W. Harbers. f
In het St. Vincentiu»«astliuis te Groenlo
overleed. 61 jaren oud. de ^eerEerw. hoer J.
A. W. Harber». rustend pastoor van Kreuke
len en deken van Naaraeu. Z.Eerw. oütvina de
H. Priesterwijding iu 1883 en was van 1910
tot het vorig jaar deken en pastoor te Kreu
kelen.
werden voor de gladiatoren-solvden aange
kocht. Het verweekelykte on dwergachtige
volk van Rome wilde in het Ampiinneater
slechts prachtige reuzengestalten zien.
Vergramd over het weigerend en woe
dend geschreeuw stortte de Slave zich met
zulk een kracht op een zijner tegenstanders,
dat deze viel; terzelfder tijd ontving hij
echter van zijn tweeden tegenstander oen
zwaardslag op het hoofd. Met bloed over
stroomd wankelde hij, liet zich op oen knie
neder en hief de hand op om de genade van
de toeschouwers in te roepen.
Het ware plicht geweest der 3^om®inon,
te nminste het laven van dezen ongelukkige
to sparen, die het reeds bijna ecu uur had
laten genieten van dezen moordenden strijd.
Doch het Romeintche volk kende geen ge
nade voor een barbaar, die zoo brutaal v.as
het te willen berooven vpn den aanblik zij
ner in doodsangst trillende ledematen. Ondpr
woedend geschreeuw balden zich de vuis
ten van de vele duizenden, de d'uimen wer
den naar buiten gestrekt, ten tee kon dat
de onderliggende sterven moest.
tWordt verv
olftd.)