hul VAN OVERAL. Kerk en School BIJBELCURSUS. C Missie-Actie. WAT DE PERS ZEGT Je Ondergang van een Wereldmacht FEUILLETON Zaterdag 5 April Tweede Blad KORTE BERICHTEN r PASttJÜONDiAG. ^aaitolw volgen» Jm H. Joannes VIII. 46—59 In dien tijdo zeid® Jezus tot do scharen dor Ittden: Wie van aal Mij van zonde overtui- Se«! indien lk n d® waarheid zeg. waarom ge- °UR ge Ai ij niet I Ui® uit Uod is, lioort Uods *'°orden. Daarom hoort gij zo niet. omdat ge ttlt~Uod niet ztijt. Toen antwoordden de Joden Kt zeiden liaan:Z«g*en wij niet te recht, dat i>ü 6en Samaritaan ziit en den duivel in hebt? Jezus anttvoordda: ik heb den duivel niet in> '■naar ik eer mijnrat Vader en gii onteert My. Ik echter zoek mijn® oor niet. daar is er een, di» zal oeken en recht doen. oorwaar, voor waar lk zeg u. indien iemand mijn woord on- demoudt. hij zal in eeuwigheid den dood niet Daarop zeiden de Joden: Ka weten wij dat Ue den duivel in hebt. Abranam 13 ge storven en ook d® profeten, en Gij zegt, zoo wiaana ii ii» woord onderhoudt, hij zal in Eeuwigheid den dood niet smaken. Zijt Gii krooicr dan onz® vader Abraham die gestor ven i»i uok zi,|ü d® Profeten gestorven. Mien 'naakt Lij u t®iven'. Jezus antwoordde: Indien Uó z«i\en verneerlyk, is mijne eer niets; die a-u »®iye*rlijkt is Miine Vader, van iVihü <ii zegt. dat U-ii uwe Uod is en gii kent Hem üict, maar rk k®n ldein. Ln zoo lk zeide» dat Ik U«a uiut kende, ware Ik een leugenaar, go- iijk gij klaar Ik ken ilem en onderhoud zyn woord. Abraham, uw vader, heeft verlangd ttiyuen zlag to cira; bii heeft dien gezien en 1» verneugd gow®®sl. 13® Joden ze.den Hem dan. Gij rut nog geoa vijftig jaren oud en hebt Gij Abraham gezien t Jorua zeide hun: Voorwaar» 'oor v. aar lk zes u. ®or Abraham er was. ben lk. 'i oen namen zij steenen op om op Hem te werpen maar beau® verborg zich en ging uit Jen tam pel. Jansen: Wat ik allereerst wef eens weten w ido.waarom wordt deze-Zondag Passie- Zondag genoemd t 't Huurt, meen ik. nog Pen dag oi wat eer we den gooden Vrijdag hebben. I ,oor; Z.oer juist, maar tot het vieren van tco toutelijk® «ebesrteuis kan een enkele ge* Icukuag niet v®l»tara. Zeker' ia heel de vasten *«n b®ili*® tijd- dada naarmate we don verja'ar- u&g van 's Heorea «torven naderen, wordt de 1,!*tat.o der lyd®**wftked gansoh biaonder ge- 1 oru en „x a»**tig<i" genaamd, waarvan de da* da» gato- .slijk Passie-Zondag heet. hot oog hierop ia hc-t Evangelie ook met *>ïjj g kozen, 't Levat ais bet ware do ouver- 1uro van 's Heecea aanstaande lijden. Mot r^trva«*en<ie snelheid wint Satan op het oogen- b;ik der besüsaiim al meer terrein. De schare, die i,em in Jerusalem® noorte het .,Hosan- uaii" had toegezongen, druipt af. en een andere hoop volk® zal wtrak» het .Kruis Hem! Kruis •'temaanhef fan. De priesters zullen welhaast bun kleoren ech«uion, om Jeaus al» Gódsla»to- taar te verdoom Oil. Die Hém sarren, hoor® en tergen zuilen aan het kruis, voelen zich het boozu bloed reeds naar het aangezicht stijgen. S®cretariSWaar greep dit spannend samen treffen plaats? J*»s«n Hn op walken tijd van Jezus' open baar leven I - Peoters: En wat was de bedoel, ug, di® bjj de intiigeerende partijen vooixati? Pastoor: Te dien tijde was Jozns in bet derde jktar van zijn omwandeling op aarde. Hst wa® ra8in October on in April van het volgend jt&r zou Hij ter dood gebracht worden. Na ^ijn wondorhare Gedaante-Verwisseling wa® Jezu3 met Zijn discipelen opgegaan naar Jerur Zalem om er het Loofhuttenfeest te vieren. Janeen: Wat bij de Joden tot op heden g®- Herd wordt, ter gedachtenis aan.... wat? Pastoor: Ter gedachtenis aan de veertig ia-i'en door het Hebreeuwsche volk in woestün- tp»ten gesleten: tot heugenis aan dat merk- v'»ardi* tijdvak uit hun historie verbleven de ork a aolit dagen in rustieke tenten of loof- 'i ut if ii. Dlo week llop nu op het einde en de "Oodsc'ie polgrims. uit alle deelen des lands 'o Jerusalem saatngeiomen. üin nog niet hui«r K^keerd. doch vertoeven voor een deel "unsaa den TempëL Onder hen hebben zioh 1 "ariwcón, do. Wetgeleerden en Overpriee- tvrn «cmsnga biet zonder resultaat hebben zdi c za harstochten dor menigte geprikkeld. pr6d'king voor zulk 8en gehoor sreoft ons Evangelie de rumoerige en oproerige slotpassage. Jatten Ien minste die preek wordt zoo vaak q?1'' vijanden onderbroken, dat het meer een. samenspraak gelükt. - 1 'otters: En meer nog op een debat in het v J- weg met dreigende handta&tolükhed'on oip het treurspel zijner Passie, dat) nti volgen gaat. Welliaast zal Jezus als misdadiger gevat wor den en als booswicht doodibloedon aan het kruis, maar zelfs zijn heftigste vijanden hebben niets om Hem van aangezicht tot aangezicht te ver wijten. Jansen: Ik meende anders, dat de Phariseën. Hem nog al van een en ander te beschuldigen hadden, van Sabbath schennis en overtreding hunner overleveringen 5 Pastoor: Zeker, maar hier wordt niet naar laster en achterklap gevraagd, maar Hij som meert ze om in Zijn tegenwoordigheid dit nu oens waar to maken. Wie van u. zal Mij van. zonde overtuigen? En hoe het ook woolde in hun booze harten, allen deden er kefc zwijgen toe. Na het stellen van deze kwestie zrweeg ook Jezus een oogenlblik om hen gelegenheid! tot antiwoorden te geven. Doch toen zii in oen spijtig stilzwijgen volhardden, nam Jezus we derom het woord. Kunnen de Joden Hem van gieen enkele zonde overtuigen, dan hebben zü Hem ook nooit op een leugen betrapt; waarom dan weigeren ze Hem te gelooven: Indien Ik u de waarheid zeg. waarom gelooft ge Mij niet? SecretarisOmdat ze tegen Hem ingenomen ,°ind. !lsto0r: Op die allerbelangrijkste bladzijde k st-aan vier verklaringen van Ons Heer ge- ft°e'u met op elk dier verklaringen het &nt- °ord, dat Zijn vijanden er op gaven. Eerate erklajLnj{. Secretaris; Wie van u zal Mii van zonde Vertui gen? asloor: Welk aangrijpende inleiding tot waren. Pastoor: Juist en tot die bevinding van hun tegenstrijdig gedrag was ook Jiezua gekomen: verplioht ale zii zijn te erkennen, dat Hij niet liegt terwijl zii niettemin volstandig weigeren Hem te gelooven. Waarom! Ornaat 'Ij. ko mond uit God van Godswegie «preekt^tot hen, die niet uit God zijn. Secretaris: Die uit God is, hoort Gods woor den, daarom hoort ffij zo niet, omdat gii fiot uit God zyt. PastoorWaarop de Joden Mj mangel van een pasgievend antwoord hun toevlucht namen tot beleedigingen: zeggen wij niet te recht, dat Gij oen Samaritaan zijt en den duivel in hebt! Jansen: Waarom geeft Jezus enkel antwoord op de tweede beschuldiging en laat Hij de eer ste rusten? Pastoor: Buiten kijf om de Samaritanen, die Hij insgelijks redden kwam, niet te grieven of te ontstemmen. Doch n» die onderbreking wendt Jezus zich van de Phariseën af* en richt zich tot het volk om het iet» belkngrijks aan to zeggen: Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u. in dien iemand mijn woord onderhoudt, hij zal in eeuwigheid den dood niet zien. De zin is overduidelijk: Wie in Jezus gelooft en loeft naar dit geloof, zal ingaan in Zijn hemelsch Rijk. Maar zijn vijanden wilden Hem misver» staan en namen dit pp als sprak Hij van den natuurlijken dood. N» wisten zij, dat Hij een duivel inkad, want alleen een bezetene kon zoo godslasterlijk spreken. Immers Abraham dè groote Vader en de Profeten, Gods gezanten, waren gestorven; was Hij dan meerder dan'die uitverkoren vrienden Gods? Wien maakt Gij u zeiven? Op die aantijging moet Jezus openlijk zeggen wie Hij is. Dat doet Hij, doch als ger woonliik door te verwiizen naar Zijn werken. Het was gemakkelijk zich, voor den Messias uit te geven, maar liet viel niet zoo lioht <Ut te bewiiz-en. Ale Ik u zeg. wie ban. zult go MÜ voor do voeten werpen, dat het gemakkelijk valt zich zelven te verheerlijken. Zoo ga Ik dan ook niet te werk, het i« mijn Vader, die Mij verheerlijkt met Zijn macht in mijn handen te stellen en u aldus te toonen. wie Ik ben. Mijn getuigenis verkiest ge niet te gelooven. geloof dan ten minst® de getuigenis, van Hem, dien ge Uw God noemt, maai dien niet kent. Jansen: Het uitverkoren volk. het bondsvolk der Hebreën kende den waren God toch? Pastoor: Maar het volstaat niet God t® ken nen, ook moet men. Hem erkennen. Geloof zon derde werken ia als een doode boom. Een boom te hebben, die geen vrucht voortbrengt, i», alsof men geen boom beaat. D® godsdienst der Phariseën wordt door Jezus alzoo voor niets geacht. Alsnu komt Hij met zijn derde verkla ring: Maar Ik ken Hem en zoo Ik zeide, dat lk Hem niet kend®, ware Ik een leugenaar gelijk gii. Maar Ik ken Hem en onderhoud zijn woord. Ziet uu hoe Jezus hier zijn vijanden de baas bljjft. Eerst heeft Hij hij uitgedaagd Hem van zonde en leugen te overtuigen, daarop verwijt Hij hen de leugen van hun eigen leven. Jansen: En in beide gevallen hebben zij niets te antwoorden. Pastoor: Dan beschuldigt Hij.hen God niet te kennen, aangezien zii weigeren Hem te g&- hoor/.an ien, maar vordert voor zioh op. dat TTH zijn God wel kent en Zijn woord bewaart, dat wil hier zeggen, spreekt en handelt in Zijn -naam. Jansen: En wederom kunnen zii Hem niet tegenspreken. Pastoor: Nu gaat Hij hen den laatsten slag toebrengen. Zij stelden er roem in kinderen van Abraham te zijn. welnu, zegt Jezus. Abra ham. uw vader staat aan miin ziide en niet aan de'«we, immer® Mi verlangde mijn, dag t® zien. Jansen: Jawel, dat ziet, os Abraham's ver wachting van den Messias, die uit ziin bloed' moest voorkomen, maar hoe kan Jezus zeggen hij heeft dien gezien en is verheugd geweest. Tusschen Abraham's dood en Ohristus' komst liggen, meen ik. enkele eeuwen. Pastoor: Doch de ziel van den Aartsvader •waa in liet Voorgeborchte en heeft 'daar door een biaondere openbaring den dag van den (Messias en zyn komst in de wereld kunnen 'aansohouwen en zich kunnen verheugen over die gebeurtenis, die op zijn nabije verlossing wees. Maar ge begrijpt hoe dit beroep op Abraham de hartstochten der Phariseën prik kelde. Wederom verstaan zij 's Heeren woord in een vleeschelijken zin en antwoorden met spotternij: „Gii ziit nog geen vijftig jaren en Gij hebt Abraham gezien! Hier geeft de Mees ter zijn vierde plechtige verklaring: Voorwaar Th zeg u, eer Abraham er was, ben Ik. Als mensch immers was Hij den eersten Kerstnacht •geboren, maar als Zoon ygn God bestond Hij van eeuwigheid. Verstaat uu nog het voor geven der ongeloovigën. dat Jezus nooit be-- weerd heeft de Zoon van God te zijn? Jansen: De. Pharisi^§a verstonden den zin van Jezus* woorden blijkbaar beter, zii toch namen steenen op om den vermeenden Gods lasteraar testeenigen. Maar Jezus' uur was nog niet gekomen. Hij verberg Zioh en ging uit den Tempel. Gebeurde dit door een mirakel? i Pastoor: Niemand, die dit weet! In elk gov al bleef Hij meester van bét terrein en vervolgde onbevreesd zijn Prediktooht alsof er niets aan de hand ware. En dit ia wel do les, die hier liet meest in het oog springt: «een spotternij, bedreiging of beleediging mag in staat zijn den 'Ohristen af te houden van ziin plicht. Zooals Jezus Zijn Vader diende, trouw en sterk., zoo knoeten wii zonder blikken of blozen achter Jezus gaan. De nauwe doornige weg mag vol Wnvafftlin cron TiHl. m n n i a worstelingen zijn, maar aan het einde schittert ons de overwinning tegen ®n het honderdvou dig Apostelloon, MAX, (Naar aanleiding van een brief va* Pastoor Mei tens, Overste dar Javanen-Missie.) Dat Katholiek Nederland de miaslo lief heeft, is een feit, boven allen twijfel verhe ven. Anders zouden niet zoovele zijner zon^n en dochteren edelmoedig vaderland, familie en vrienden verlaten, om vergeten te gaan. Ie-" ven te midden van vreemde, vaak onbe schaafde volken. Anders zouden ook de ouders niet zoo gewillig» van. hunne dierbare kinderen scheiden, om hen blij te offeren voor het zielenheil. En heeft men niet in on zen tijd bijna overal ijverig en ernstig ge luisterd naar de stem der ver jeugdlede mla- sle-actie. Het is, alsof onze natie het zioh ton plicht rekent, om daar, waar de andere Europeö- sdbo landen tengevolge van den oorlog ln de zc.rg voor de missie te kort schieten, het ont brekende aan te vullen, zooveel mogelijk den nood te lenigen en te verzachten. Nooit werd er meer gebeden en weggeschonken voor de arme heidenen dan thans. Waarom zou ik du® verlegen ziin en sohuoh ter en niet durven .eg&en, wet mijn linart yor- lai.gtf Waarom zou ik niet een aalmoes dur ven vragen aan hen, <He ten aanzien van de missietaak in zoo'n gelukkige stemming ver- keerent Bovendien, ik weet, dat wie gehoor geeft aan mijn bede, zijn loon, een eeuwltg, niet missen zal. Ik zal dharom ze Icar vreeze spreuken en vrijmoedig mij nader verklaren. Vóór mij ligt een schrijven van pastoor M er tens, den overste der Javanen-missie. Gedurende de laatste droeve jaren ontving hij van rnjj voofl? zijne arme geestelijke kinderen zoo goed als niets. Het gevolg is dan ook geweest, dat de voorraad zijner religieuze artikelen feeheel is uitgeput En toch «deze zaken zijn voor den bloei der missie van_heel groot gewicht men kan er_ niet buiten. Redenen, waarom hij mij allerdringendst toeeen ding vraagt van bijbel tjes, kerkboeken, rozenkransen, scapfilierme- dailies, enz., te veel om op noemen. Nu ben ik van goeden wil "Wenseh niets vuriger dan aan zijn verzoek zoo gpj ais ^et kan te voldoen, Maar alles Is 2°° dupr, misschien wel de«p helft duurder dan vroeger. Voor den inkoop van (het gevraagde zal ik werkelijk veel, zeer veel geld noodig hebben. Zelfg verzendings kosten zullen een nieT onbeduidend sommetje bedragen. En wat bet ergste is, met mijn spaarpotje, dat hier steun moest brengen, is het zeer treurig gesteld. Reeds heb lk enkel0 malen, wanneer de ge legenheid zich daarto0 aanbood, mijn moeilij ke omstandigheden bloot gelegd, maar tot nu toe is mijn pogen zon er resultaat gebleven. Natuurlijk mag den moed niet opgeven, veel minder den axbei a staken. Zoo dringe thans langs dezen tzd? tot de harten onzer missiovrienden miifl alarmkroM door: Wie geeft uitkomst, wie r€ mij uit do verlegen- beidt Hoe ik dan gehblp011 kai worden! Vooreerst door elk0» netzjj groote of kleine geldelijke bijdrage. Maar welkom zijn Noderlandsche lees- eu kerkboeken in go0»611 staat, welke moge lijk op zolder of old018 ^''gebruikt neerliggen. Vóór den oorlog yer<i. 60n groote hoeveel heid van dergelüké bogen te Moentilan ont vangen. Pastoor Mertens 'draagt mij op, den weldoeners hidrvoor andermaal zijn innigea dank te brengen met dien der jongens, die er van genoten hebben. Ik ben er zeker van in zijn geest te handelen, wanneer ik hierbij ook voorspal den dank van O, L. Heer, want dat werk is inderdaad werk voor God geweest. Het is mij bekend, met hoe groote liefde die boeken zijn afgestaan, met hoe groot vuör en geestdrift zo zijn verzameld en ingepakt. Wel belangeloos offer: het ging zoo ver weg, de gevers bleven verborgen, men zag het nut niet, dat volgen zou; ook de gewone mensche- lijke voldoening, die men heeft, wanneor men den naaste bijstaat in eigen land, gaf men grootmoedig prijs. Ik herinner mij nog levendig, die schatten van Neerlands vrijgevigheid te hebben door snuffeld en gesorteerd. Hoe stondeu de leer lingen met gretige blikken den rijkdom aan te zien! Dagen zijn we ermee bezig geweest: zoo goed hadden de katholieken van het moe derland ons bedacht. Toen liet Pater Groene- wegen, die aan zijne landgenooten het schoone idéé had ingegeven, boekenkasten makeu en weldra was eon heelo kamerwand bedekt en van het witte van den inuur niets meer te zion. Daar was veel moois bjj en wat hebben die hoeken in de handen der Javaansehe Ka tholieken veel heil gesticht! Als zij de school verlieten kregen zii ze mee naar de dessa in eigendom. Ze dienden als tegengift, als voor behoedmiddelen, werkten veredelend en be schavend, kortom, stichtte het nut der goede ketuur. Evenwel is sinds lang het blanke van de kamermuur weer zichtbaar geworden; van daar dat, wio een schapje bezet, in een be hoefte voorziet. Eens smeekte St. Paulas de Kerk van Co- rinthe om bijstand voor de Kerk van Jeru salem. Ik weet niet of die beide Kerken ten opzichte van elkander andere verplichtingen hadden dan die van christenen jegens chris tenen. Wel weet ik, dat Java en Nederland ten nauwste met elkaar ziin verbonden, dat Java ons schenkt, om voor het overige te zwijgen, bet-beste dat zijn bodem biedt. Is bet daar- pjli niet b k,«d&t wij, Nederlanders, aan de Javifnen rewj mededeelen van het onze? Een motief te meer dus, waarom ik met groot ver trouwen hoop, dat mijn bede niet zal worden yenmu®. 0. LDCAa 3. j. Tongersohestraat 53, Maastricht. EEN VERGISSING. Ia de benoeming van Mr. Troelstra in de 'Oommissie voor Buitenlandscho Zaken vea Vergissing? vraagt de "R°tterda^feU^ w gedaan, i ww« de president hem aan als één der leden van de pa» ingestelde commissie voor buiten- londsohe aangelegenheden. Ons schijnt dit toe een presidiale vergis sing, welke niet zonder bedenking is. Het is verstaanbaar, dat, waar do instel ling van de oommissie een vrucht i» van Mar. Troelatra'» initiatief, in normale geval- i Ien op hem de aandacht zou worden gevea- tigd. Echter gold het than® geen normaal ge- Val. Mr. Troelstra is de man. die in November 1618 de revolutie predikte, zioh buiten de huidige staatsorde stelde. Mr. Troelstra ia de man. die bloed en tranen wilde storten voor een onheilige i zaak. Mr. Txoelstra is de volksmenner, die de menigte opwindt tot dol worden» toe, haar brengt aan den rand des afgronds en dan in onwaarachtige draaierij halt houdt, als het spel verloren is. i Mr. Troelstra is de man van „misverstand" en vergissing." Mr. Troelstra is de man, die nog altijd blijft dreigen: „Wat vandaag is, behoeft morgen niet te zijn." Is dan de aanwijzing van dezen man op een verantwoordelijken oost. die als een soort eerherstel kan worden, opgevat. ni«t een vergissing? Een vergissing, omdat het eerste woora van schuld en boete nog uit ziin mond moet worden gehoord." werden tii door middel van den geneeskundi gen dienst van Amsterdam, naar hst Wilhel- minagasthuk vervoerd. De vrouw, dio in de stad woonachtig is, kon geen red'en opgeven voor haar wanhoopsdaad. Van een burgemeester cn van vrucht». boompjes. On&ovaer een maand g ei eden heeft de gemeente Harderwijk van haar ge meen teopzich ter, di® inmiddels overleden is, het hui3 met fxaaien tuin, vol dierlijke vrucht- boomen aangekocht. De burgemeester van Harderwijk, en tevens eenigo gemeente-ambte naren, di® ook tuinen bii huna» huizen hebben, hadden bij het bezichtigen van den bewunten tuin reeds een begeerig oog geslagen op die mooie vruchtboompjes en in gedachten ^agen zij deze al in hunne tuinen staan, en konden, zjj rioh hot genot voorstellen de üeer- UPre appels en peren, die or aan zouden groe/en, 18 kunnen plukken en er in to smul len. Da prachtigs boompjes ziin blijkbaar ouder nypnoss van iiunn® biikdcen en verlangen® ge raakt, want oen paar weken geleden waren ze overgeloopen naar do tuinen van ourgeiuees- ster, gemeente-secretari» on gemeen te-archi tect. Zelfs de directeur der bouyvmaa.sqjja^y, die geheel met gemeenie-Kapitaai workt, vond tot zyn groots verwondering op oen goeden morgen ook praciitboompjes in zijn iuiQ plaatst. Of er nu jaloezie in 't spel was. is ou» ni bokend, maar ai spoedig kreeg dit zaagje zooveel ruchibaarheid. dat, zoo i-zen wo in bet „libl.", in do laa.st» r*ad®vor„ ader tug oen -der leden den voorzitter ao vraag stalde, oi het waar was. dat uit den tuin van hst aange kochte perceel van don u»meent®-opcicn t©r Verhagen vruehtboomen waren wogg®ü*ald, ®u 'bij anderen g®bracht, waardoor dio tu-n dan toch aan huurwaard® zou verlieten. De burge meester erkende do waarheid hiervan, doon deelde daarbii mede, dat een 'JO-tal vruchtboo men vóór den dood van Verhagen waren uit- bedongen en door do weduwo waren verkocht. Hij had verzuimd aan den Raad dit moe te doelen, toen het besluit tot verkoop zou pl»*t«> hebben. In cüo vergadering van de kieevereeniging „Burgerplicht" bracht de heer Koster Henke oud-commissaris van politio in Amsterdam, thans aldaar gevestgd. deze zaak ter sprake. Uit goede bron had hli vernomen, dat verschei dene boomen waren overgeplaatst naar den tuin van burgem®ee1®r eh den gemesnie-arcai- tect wier huizen hun eigendom zijn en ook naar de tuinen van andere róm'erute-i»' ibien*;- o bovengenoemd en ais er sprake wat geweest van uitbedinging, dan mowit dat in do koop- acte staan. Maar aannemende, dat do zaak zich heeft 'toegedragen zooals de bur£?eniaesler in d/n Kaad verteld had. dan verdiende* liet vo'gcns spreker toch hoogo afkeuring, dat do bur i- meestor er. zioh toe heeft geleend. boomeïTte koopen. die' uitbedongen ziin. zonder dat de Raad daarvan iet» heeit geweten, en teven® dat de Raad daarvan iets beeft geweten, en tevens dat bij beeft toegelaten, dat zyae amb tenaren daarvan ook hebben geprofiteerd. En groot® afkeuring verdient het ook, dat de ge- heole Raad. toen doze zaak werd besproken, b^eft nagelaten over dien wantoestand van zijne afkeuring blyk te geven, ln dien geest tnans bii den Raad een motie in t® dienen, aehtt® spr. overbodig, daar de Raad derge lijke motie® meestal voor kennisgeving aan neemt. TVanneer een lager gemeente-ambtenaar bo vengenoemd feit had bedreven, zou hii worden ontslagen; thans nu de burgemeester dit heeft gedaan, wordt or niets van gezegd. Spreker vond het zeer noodzakelyk. dat osns publiciteit aan dergelijk® wantowtanden. die bier iy de gemeente plaats vinden, wordt gegeven, opdat men wet®, hoe d® gemeente wordt geregeerd. Een daverend applaus van de in groeten go- tal® aanwezigen volgde al® instemming met bet gesprokene. In de laatste nachten vriest het in Fries land zóó erg, dat kievitseieren blijken bevro ren t® zijn, en du® "waardeloos geworden. De vxouw B. t® St. Oedenrode, die aicb 'a avonds naar da achter haar hui® gelogen schuur begaf, werd door eenige onbekend ge bleven dader» aangorand. Op baar hulpge schrei kwam haar man aanloopen. die zijn •vrouw badende in haar bloed bij de achter deur vond liggen. Haar waren verscheiden® messteken in hoofd en hals toegebracht. De politie stelt een. ernstig onderzoek in. Te water geraakt. Maandagavond pas seerden een tweetal wielrijders uit Landsmeer lang» den Waterlandschen dijk nabij Buik sloot en zageh aan den onderdijk nabij de sloot een kinderwagen. Bij onderzoek bleek, dat vrouw en 2 kinderen in het water lagen. Ter stond werden de drenkelingen op het droge gehaald en op een der kinderen, dat al bewus teloos was, de kunstmatig® ademhaling toege past met gunetig resultaat. Nadat vrouw en kinderen van droge kleeren waren voorzien. 'oOLtóCH. 82 UOM 'VA lili itKi In'den beginne bood de strijd weinig op- ekkeuda. Aoolang de Secutoren een ge in j". 11J. vormden, konden de Retuarier® 'n bet net lokken. Na hun eersten d<M8a ^eken zij voortdurend naar achter, ïenokkm de Secutorea tot den strijd te ^bti"a' deela om hun tweeden aanval .eUvt„?*r te kunnen ,jp te kunnen uitvoeren. r?« 'S':, uuilval gelukte het eindelijk de rij at»:,ren door te breken. >T to Bij een d begpn atl'iia d001- te breken. Nu ipf o'611 mari teg011 man» de jacht ff utor®a mensch op den anderen, strijdend, we^ tha^ 0p zich zeiven Vervolgers, het voor de aanvallen hunner ni gedekt door oogenblik afwachtend 'net zijn zwaard t schild, den aanValler daarentegen vnU trefl'en. De Retuariërs 3ok0n om do i hen behoedzaam; zij ?°tgaan of h °eQ met het zwaard te tuiü ne'der zkh bliksemsnel oi> Rv, aaien. bliksemsnel op een oia het net beter Ite kunnen Hoe levendiger de^e strijd werd, hoe meer de belangstelling van het publiek werd gaan de gemaakt. In den beginne hoorde men slecht» van de bovenste zitplaatsen nu en dan oomerkingen én toeroepen. Nu riep ie mands „Val hem van rechts aanl". dan oen ander: „Stoot toel" een derde schreeuwde: „houw van boven ,afl" Met elk oogenblik vermeerderden de toeroepen. Ten slotte brul de het geheele gepeupel: „Grijp hem!... Sla hem neerl... Houw toe!.... Spies hem... Sla hem dood!" Door dat wilde geschreeuw aangespoord of geprikkeld, drongen de gladiatoren woe dend op elkander het^zweet gutste van hun voorhoofd; hunne oogen fomcelden ais die van wilde dieren; een schor geluid ont snapte aan hun keel. En deze woede werd nu van alle zijden aangewakkerd; want ook de beneden gezeten senatpren en ridders geraakten in vuur en hun vrouwen en doch ters vermengden hun a'anhitsingen met die van het gewone volk. Zelfs de imperator Lucius Verus buigt zich over de balustrade der loge naar Voren, schreeuwt eh zwaait met de handen als de gemeenste plebejer. Slechts drie toeschouwera bewaarden hun rust in de algemeene opgewondenheid. Mar cus Aurelius zat met het gelaat vaat de Arena afgewend en schreef op wastafels zijn beschikkingen omtrent kleinere regeerings- zaken. De praetor Rublius leunde het hoofd op de hand en ®taaj^ s°mber .voor zich uit. Mucia Cornelia had de oog&n gesloten en verwijlde met har® gedachten verre van dit ruwe toonoel. D® 'osofeerende keizer walgde van dit volk3Vennaak; de dappere soldaat erkende het, recht van den eenen mensch om den arL] ,eferi to dooden, dpch alleen op het sLagve ea om staats redenen; de jonge patriciscko, m wier ziel de zacht moedige leer van het christendom een sir ij d te voorschijn had g®r®epen, betreurde de wreedheid barer medeburgers. Rij zou de spelen niet hebben bijgewoond, indien het lot'van hare slavin Mtmut haar er niet had heengevoerd; zij wilde er zelve getuige van zijn, dat Fubiius zijn belofte jegens haar vervulde. In het Amphitheater weerklonk de eer- sto vreugderoep. Die heeft zijn .bekomst!.. Die is ge vallen!Een prachtige houw!.... Deze en dergelijke uitroepen spiaken de veirukking der menigte uit. Een jonge Gérmaansche Retuariëï lag op het witte zand; het zwaard vau eeu Se- cutor had hem nedcrgeveld. Uit een groote wonde aan de linkerzijde stroomde zijn bloed, een genadeslag was niet meer noodig. Handgeklap beloonde den overwinnaar en eischte tegelijk, de voortzetting van het bloe dige tooneel. De Secutoren heulden thans de overmacht. Snel «ia elkander volgden nu de jubelende uitroepen:*~zeven menschen wen telden in hun bloed; slechts een enkele Rs- tuariër stond tegenover 'twee Secutoren. Alle drie richtten hun blikken naar het. publiek, als om te vragen of het nu genoeg had van het w re ede spel. Ieder der overge blevenen had genoeg gedaan. Ja, de hoog- gebouwde breedgeschouderde Slave, die zy blauwe oogen zoo zacht stralen liet als kon hij de pijn van een ander niet verdragen, had reed3 drie Secutoren op zijn geweten. Hij hief het hoofd in de hoogte, wierp het lang,o blonde haar naar achteren on liet zijp vi agenden blik rechts en links over de toe schouwers glijden, waarbij zijn treurend lach je .duidelijk vleide: Hebt erbarmen met ons. Niet daarvoor had hem zijn vader aan den oever van den Theiss leeren rijden en met de wapens omgaan! Hij had'hein onderwijs gegeven onr het plekje grond zijner vaderen to verdedigen tegen aanvallers; doch de Ro meinen kwamen, ovorwonnen en voerden hem, in ketenen geklonken, naar Rome om te dienen tot moordend speeltuig, der ver wijfde Romeinen. Het Eomeinscke gepeupel ontstak in woe de, omdat een barbaar liet waagde, strijdens- moede te schijnen. Zulk een hond proest vroolijk en prachtig sterven om de oogen der beheerscliers van de wereld te streeieu. Dat moest zijn dank wezen; want slechts de moedigste en schoonst®^ krijgsgevangenen Öud-Deken en Pastoor J. A. W. Harbers. f In het St. Vincentiu»«astliuis te Groenlo overleed. 61 jaren oud. de ^eerEerw. hoer J. A. W. Harber». rustend pastoor van Kreuke len en deken van Naaraeu. Z.Eerw. oütvina de H. Priesterwijding iu 1883 en was van 1910 tot het vorig jaar deken en pastoor te Kreu kelen. werden voor de gladiatoren-solvden aange kocht. Het verweekelykte on dwergachtige volk van Rome wilde in het Ampiinneater slechts prachtige reuzengestalten zien. Vergramd over het weigerend en woe dend geschreeuw stortte de Slave zich met zulk een kracht op een zijner tegenstanders, dat deze viel; terzelfder tijd ontving hij echter van zijn tweeden tegenstander oen zwaardslag op het hoofd. Met bloed over stroomd wankelde hij, liet zich op oen knie neder en hief de hand op om de genade van de toeschouwers in te roepen. Het ware plicht geweest der 3^om®inon, te nminste het laven van dezen ongelukkige to sparen, die het reeds bijna ecu uur had laten genieten van dezen moordenden strijd. Doch het Romeintche volk kende geen ge nade voor een barbaar, die zoo brutaal v.as het te willen berooven vpn den aanblik zij ner in doodsangst trillende ledematen. Ondpr woedend geschreeuw balden zich de vuis ten van de vele duizenden, de d'uimen wer den naar buiten gestrekt, ten tee kon dat de onderliggende sterven moest. tWordt verv olftd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 29