KIK- IUII CHillT VAN OVERAL. Kerk en School BIJBELCURSUS. Missie-Actie. De Ondergang van een Wereldmacht. WAT DE PERS ZEGT FEUILLETON Zaterdag 5 April - Tweede Blad KORTE BERICHTEN PASftlS&ONDiAG. volgen* do* H. Joannes VIII, 4659 T alen tijda seid» Jez.ua tot de scharen der J°denVv ie van «i sol Mij van zonde overtui Jt«0? indien Ik u waarheid z-eg;, waarom Re volt c.0 jiy niet! l)ia uit God is, hoort Gods *°orden. Daarom hoort srü ze niet, omdat ge "it God niet zijt. 'loan antwoordden do Joden *h zeiden Ham-Z*B*en wij niet te recht, dat Li ij eon Samaritaan iht en den duivel in hebt? "6iu* antwoordde: ik heb den duivel niet in» *üaar Ik eer mijn*n Vader en KÜ onieert Mij. Ik echter/zoek mijn# eer niet. daar is er een, die,zal ::.;ekeu en recht doen. Voorwaar, voor gaar lk zog u, indien i#mand mijn woord on- dernoudt, hü zal in eeuwigheid den dood niet trien. Daarop zeiden do Joden: Nu weten wij - dat Gij den dui\ei in bobt. Abraham ia ge storven en ook de profeton, en Gü zegt, zoo iemand mijn woord onderhoudt, hij zal in •euwigheid den dood niet smaken. Ziit Gij krooter dan oaz# vader Abraham dio gestor ven ia? Gok zijn da Profeten Bestorven. Wien ^aal^t Gü u uheni Jezus antwoordde: Indien Ik Dij zalven verheerlijk, is mijne eer niets; die kiü veruoerlijkt is M-iine yader, van Wien tij zégt. d*t üii uwe God is en KÜ kent Hem liet, maar ik ken Hem. Dn zoo lk zeido, dat Ik Hen niet kende, ware Ik een leugenaar, ge lijk gij. Maar Ik ken liem en onderhoud zijn ftoord. Abraham, uw vader, heeft verlangd mijnen dag .o *i#a; hij heeft dien gezien en is vHiieugd rewtol. Do Joden zeiden Hem dan: Hij rijt nog geen vüftig jaren oud en hebt Gij Abraham gezien! Jozu» zeide hun: Voo-rwaar, Voorwaar Ik ze» u. oeg Abraham er was, ben lk. Toen namen zij stoenen op om op Hem te herpen maar Jocua verborg zich en ging uit Jen J an*enWat ik alleroeTst wel eens weten wildewaarom wordt dese Zondag Passie- Aondag gopoomd! 't Duurt, nnjeu ik. nog ©en o. wat eer we den goeden Vrijdag hebben. i .utoor: Zeer juist, maar tot het Vieren van 'oo .heugelijk» «ebearteuia kan een enkele ge- ieakdag niot volstaan. Zeker is heel.de vasten •sn haiiig# tüd. dook nanrxnato we den verjaar dag van 's*fi»ore« störven. n&dweu, wordt'de laatste der lijdenawsion gansch biaonder ge- V.ord en ,,i'assistiji" genaamd, waarvan ide »-;»:• dag daö gavelgolijk Passie-Zondag heet. last hot oog hierop is het Evangelie Ook met zorg gekozen, 't Dovat als het wave de ouver-' turo van 's Iles-ca aanstaande lijden. Met vcrraeeenoe sneLiaid wint Satan op het oogun- olik dor beslissing al meer terrein. De schare, die Hem in Jerusalem's poorte het „Hosain nah" had'lbegwzongen, druipt af. en een andere hoop volks zal etrsfas het „Kruis Heml Kruis Heml" aanheffen. De priasters zullen welhaast hun kleeren echouren-, om Jezus als Godelasto- raar t-o verdofluucm. Oio Iiom sarren» Jioonea en tergen zullen aan hot kfcttie. voelen zich het boozo bloed reeds naar het aangezioht stijgen. Secretaris: Waar greep dit spannend samen treffen pl&atal .Jansen: En op wolken tijd van Jezus' open baar leven J Footers; En wat was de bedoeling, die by de intrigeerende partijen voorzat? Pastoor: Te dien tijde was Jezus in het derde jaar van zijn omwandeling op aarde. Het was bogin October en in April van het volgend jaar zou Hij ter dood gebracht worden. Na ..Zijn wohdorbare Gedaante-Verwisseling was Jezus tuet Zijn discipelen opgegaan naar Jeru zalem om er het Loofhuttenfeest te vieren, Jansen: Wat bij de Joden tot op heden ge- »vierd wordt, ter gedachtenis aan.... wat? Pastoor: Ter gedachtenis aan de veertig jaren door het Hebreeuwse!o volk in woo3iSjn- tenten gesleten; tet heugenis aan dat merk- wssrdig tijdvak uit hun historie verbleven de J o 1 aoht^dagèa in rustieke tenten of loof hutten. Die week liep nu op het einde en de JooUcho pelgrims, uit alle deel en des lands to Jerusalem saamgefcomen, zijn nog niet huis waarts gekeerd, doch vertoeven' voor een deel althans in den Tempel. Onder hen hebben zich do i'huriseën. de Wetgeleerden en Overprice- tars HcmefaRd ihiiet zonder resultaat hebben zü de boo-,- Urstoohten der menigte geprikkeld. Van Jozua prediking voor zulk een gehoor Seeft ons Evangelie de rumoerige en oproerige slotpassage. Jat senTen minste die preek wordt zoo vaak door ozua vijanden onderbroken, dat het meer op een t.vmenspraak gelijkt. Peet ars: En meer nog op een. debat in het wilde weg nflft dreigende handtastelijkheden op het ejnd. Pastoor: Op die allerbelangrijkste bladzijde nu staan vier verklaringen van Ons Heer ge- boe:: t met: op elk dier verklaringen het ant woord, dat Zün vijanden er op gaven. Eerste verklaring, Secretaris: Wie van u zal Mij van zonde overtuigen? Pastoor: Welk aangrijpende inleiding tot gW"**'-"-r'-LLJ. 0 H' vu miui— het treurspel zünsr Passie, dab nu volgen gaat. Welhaast zal Jezus als misdadiger gevat wor den en als booswicht doodbloeden aan het kruis, maar zelfs zijn heftigste vijanden bobben niets om Hem va» aangezicht tot aangezicht te ver wijten. Jansen: Ik meende anders, dat de Phariseën Hem nog al van een en ander te beschuldigen hadklen, van Sabtoathsehennis en -overtreding hunner overleveringen Pastoor: Zeker, maar hier wordt niet naar laster en achterklap gevraagd, maar Hij som meert ze om in Zijn tegenwoordigheid dit nu eens wik te maken. Wie van u zal Mij van zonde overtuigen? E-n hoe het ook woelde in hun booze harten, allen deden er het awjjgen toe. Na het stellen van deze kwestie zweeg ook Jez.ua een oogeniblik om hen gelegenheid tot antwoorden te geven. Doch toen zii in een spijtig stilzwijgen volhardden, nam Jezus we derom het woord. Kunnen de Joden Hem van geen enkele zonde overtuigen, dan hebben zij Iletn ook nooit op een leugen betrapt; waarom dan weigeren ze Hem te gelooven; In-dien Ik u de waarheid zeg. waarom gelooft ge Mjj niet SecretarisOmdat ze tegen Hem ingenomen waren. Pastoor Juist en tot die bevinding van hun tegenstrijdig gedrag was ook Jezus gekomen verplioht al-s zij zijn te erkennen, dat Hü niet liegt terwijl zij niettemin volstandig weigeren Hem te gelooven. Waarom? Omdat Hij. ko mend uit God van Godswege spreekt tot hen, die niet uit God zün. SecretarisDie uit God ie, hoort Gods woor den, daarom hoort gij ze niet, omdat gij niet uit God zü-t. P astoorW aarop de Joden bij mangel van een pasgevend antwoord hun toevlucht namen tot beleedigingen; zeggen wij niet te recht, dat Gij een Samaritaan zijt en den duivel in hebt? Jansen: Waarom geeft Jezus enkel antwoord op de tweede besehuldiging en laat Hü de eer ste rusten! PastoorBuiten küf om de Samaritanen, die Hp insgelijks redden kwam, niet te grieven of te ontstemmen. Doch na die onderbreking wendt Jezus zich van de Phariseën af en richt zich tot het volk om het iets belangrijks aan te zeggen: Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u> in dien iemand mijn woord onderhoudt, hij zal in eeuwigheid den dood niet zien. De zin ia overduidelijk: Wie in Jezus gelooft en ..leeft naar uit geloof, zal ingaan in Zün hemelscth Kijk. Maar zijn vijanden wilden Hem misver staan en namen dit op als sprak Hij van dan natuurlijken dood. N» wisten zij, dat Hij een duivel inhad, want alleen een bezetene kon zoo godslasterlijk spreken. Immers Abraham de groots Vader en de Profeten, Gods 'gezanten, waren gestorven; was Hü dan meerder dan die uitverkoren vrienden Gods? Wien maakt Qii u zelven? Op die aantijging moet Jezus openlijk zeggen wie Hij is. Dat doet Hü, doch als ge woonlijk door te verwijzen naar Zün werken. Het was gemakkelük zieh voor den Messias uit te geven, maar het viel niet zoo licht dit te bewijzen. Al» ïk n zejr. wlo Ik ben. zult Mij Voor de voeten werven, dat het gemakkelijk valt zich zelven te verheerlijken. Zoo ga Ik dan ook niet- te werk, het is mijn Vader, die Mij verheerlijkt met Zijn macht in mün handen te stellen en u aldus te toonen, wie Ik ben. Mijn getuigenis verkiest ae niet te gelooven, geloof dan ten minste de getuigenis, van Hem, dien ge Uw God noemt, maar dien ge niet kent. Jansen: Het uitverkoren volk, het bondsvolk der Habreën kende den waren God toch? Pastoor: Maar het volstaat niet God te ken nen, ook moet men Hem erkennen. Geloof zon der de werken is als een doode boom. Een boom te hebben, die geen vrucht voortbrengt, is, alsof men geen boom beaat. De godsdienst der Phariseën wordt door Jezus alzoo voor niets geacht. Alsnu komt Hü met zün derde verkla ring: Maar Ik ken Hem en zoo Ik zeide, dat lk Hem niet kende, ware Ik een leugenaar gelijk gij. Maar Ik ken Hem en onderhoud zijn woord. Ziet nu hoe Jezus hier zün vijanden de baas blüft. Eerst heeft Hü hü uitgedaagd Hem van zonae en leugen te overtuigen, daarop verwijt Hy hen de leugen van hun eigen leven. Jansen: En in beide gevallen hebben zü nieta te antwoorden.. Pastoor: Dan beschuldigt Hü hen God niet te kennen, aangezien zü weiaeren Hem te ge hoorzamen, maar vordert voor zioh on. dat Hii* zijn God wel kent en Zijn woord bewaart, dat wil hier zeggen, spreekt en handelt in Zün naam. Jansen: En wederom kunnen zij Hem niet tegenspreken. Pastoor: Nu gaat Hü hen den laatsten alag toebrengen. -Zü stelden er roem in kindoren van Abraham te zün. welnu, zegt Jezus. Abra. hpm, uw vader staat aan mün ziide en niet aan de -uwe. immer» hii verlangde miin dag te zien. Jansen: Jawel, dat ziet od Abraham's ver wachting van den Messias, dis uit Hin bloed moest voorkomen, maar hoe kan Jezus zeggen: hü heeft dien gezien en is verheugd geweest. Tusschen Abraham's dood en Christus' komst liggen, meen ik, enkele eeuwen. Pastoor: Doch de ziel van den Aartsvader Kvas in het Voorgeborchte en heeft daar door een LD,oudere openbaring den dag van den Messias en zijn komst in de wereld kunnen 'aanschouwen en zich kunnen verheugen over dio gebeurtenis, die op zijn nabije verl-ossing wees. Maar ge begrüpt hoe dit beroep op Abraham do hartstochten der Phariseën prik kelde. Wederom verstaan zü 's Heeren woord in een vleeschelüken zin en antwoorden met 'spotternij: „GÜ züt nog geen vüftig jaren en Gü hebt Abraham gezien? Hier geeft de Mees ter ziin vierde pleohtige verklaring: Voorwaar Ik zeg u, eer Abraham er was, ben Ik, Als mensch immers was Hü den eersten Kerstnacht geboren, maar als Zoon van God bestond Hü van eeuwigheid. Verstaat nu noa bat voor geven der ongeloovigen, dat Jezus nooit be weerd heeft de >Zoon van q0(j te zijn? Jansen: De Pharisieën verstonden den zin van Jezus* woorden blükibaar beter, zii toah karnen steenen op om den vermeenden Gods lasteraar te steenigen. Maar Jezus' uur was nog niet gekomen, Hü verborg Zioh en ging uit den Tempel. Gebeurde dit door een mirakel t Pastoor: Niemand, die dit weetl In elk geval bleetf Hü meester van het terrein en vervolgde onbevreesd zun Prediktocht alsof er niets aan de hand ware. En dit is wel ds les, die hier het meest in het oog swingt: geen spotterruj, bedreiging of beleed^Png mag in staat zün den uhristen af te houden van zün plicht. Zooals Jezus Zijn Vader diende, trouw en sterk,, zoo Tnoeten wij zonder blikken of blozen achter Jezus gaan. De nauwe doornige weg mag vol Vorstelingen züm maar aan het einde Bchittort ons de overwinning tegen en het honderdvou dig Apoetelloon, MAX (Maar aanleiding van een brief van Pastoor Mertens, Overste dar Javanen-Missie.) Dat Katholiek Nederland de miasio lief heeft, is een feit, boven allen twijfel verhe ven. Anders zonden niet zoovele züner zonen en doch teren edelmoedig vaderland, familie, en vrienden verlaten, om vergeten te gaan le ven te midden van vreemde, vaak onbe schaafde volken. Anders zouden ook de ouders uiet zoo go willig- van hunne dierbare kinderen scheiden, om hen blü te offeren voor het zielenheil. En heeft men niet in on zen tijd bijna overal ijverig en ernstig ge luisterd naar de stem dear verjeugdfede mis sie-actie. Het is, alsof onze natie het zioh ten plicht rekent, om daar, waar de andere Europee- sdhie landen tengevolge van den oorlog in de zerg voor de missie te kort scfkieten, het ont brekende aan te vullen, zooveel mogelük den nood te lenigen en te verzachten. Nooit werd er meer gebeden en weggesohonken voor de arme heidenen sdan thans. Waarom zon ik dus verlegen saj'n en sohuch ter en niet durven wisfcen, wat mijn ihiart ver- Iai,gtf Waarom zou ik niet een aalmoes dur ven vragen aan hen. die ten aanzien van de missietaak in zoo'n gelukkige stemming veï- beerent Bovendien, ik weet, dat wie gehoor geelt aan mijn hede, zijn loon, een eeuwig, niet missen zal. Ik zal daarom zóndar vreeze spreken en vrijmoedig mij nader verklaren. Vóór mij ligt een schrijven van pastoor Mertens, den overste der Javanen-missie. Gedurende de laatste droeve jaren ontving hij van mij voor zijne arme geestelijke kinderen zoo goed als niets. Het gevolg is dan ook geweest, dat de voorraad zijner religieuze artikelen geheel is uitgeput En tocto .deza zaten zün voor den bloei der missie van keel groot gewicht men kan er niet buiten, "wenen, waarom hü mij allerdringendst toezending vraagt van bijbel tjes, kerkboeken, rozenkransen, scapulierme dailles, enz., te veel om op te noemen. Nu ben i'k van goeden wil en Wensch niets vuriger dan aan zün verzoek zoo gul als het kan te voldoen. Maar alles Is zoo duur, misschien wel de helft duurder dan vroefeer. Voor den Inkoop van bet gevraagde zftl ik werkelijk veel-, zeer veel geld noodig hebben. Zelfg verzendings kosten zullen een niet onbeduidend sommetje bedragen. En wat b0t ergste ie, met mün spaarpotje, dat hier ®tenn moest brengen, is het z'eer treurig geste'"- Reeds heb lk enkel0 malen, wanneer de ge legenheid zich daarto0 aanbood, mijn moeilü- be omstandigheden ble°t gelegd, maar tót nn toe is mijn pogen zonder resultaat gebleven. Natüurlük mag ik Jnoed niet opgeven, veel minder den arbeid staken. Zoo dring© thans langs dezen wd* t°t de harten onzer missievrienden mün arir|kreet door: Wie geeft uitkomst, wie redt my nit de verlegen- heidf Hoe ik dan geholpen kanWorden! Vooreerst door elk0, betzy groote of kleine geldelijke bijdrage. Maar welkom zijn öderlandsche lees- en kerkboeken in goeden staat, welke moge lijk op zolder of elder® ongebruikt neerliggen. Vóór den oorlog een groote hoeveel heid van dergelijke boeden te Moontilan ont vangen. Pastoor Mertens 'draagt mij op, den weldoeners hiervoor andermaal zijn innigen dank te brengen met dien der jongens, die er van genoten hebben. Ik ben er zeker van in zijn geest te handelen, wanneer ik hierbij ook voorspel den dank van O. L. Heer, want dat werk is inderdaad werk voor God geweest. Het is mij hekend, met hoe groote liefde die boeken zijn afgestaan, met hoe groot vunr en geestdrift ze zijn verzameld en ingepakt. Wel belangeloos offer: het ging zoo ver weg, de geverB hieven verborgen, men z.&g het nut niet, dat volgen zou; ook de gewone mensclle lijke voldoening, die men heeft, wanneer men den naaste bijstaat in eigen land, gaf men grootmoedig prijs. Ik herinner mij nóg levendig, die schatten van Neerlands vrijgevigheid te hebben door snuffeld en gesorteerd. Hoe stonden de leer lingen met gretige blikken den rijkdom aan te zien! Dagen zijn we ermee bezig geweest: zoo goed hadden de katholieken van het moe derland ons bedacht. Toen liet Pater Groene- wegen, die aan zijne landgenooten het schoone idéé had ingegeven, boekenkasten maken en weldra was een heelo kamerwand bedekt en van het witte van den muur iiiets meer te zien. Daar was veel moois bij en wat hebben die boeken in de banden der Javaansebe Ka tholieken veel heil gesticht! Als zij "de school verlieten kregen zli ze mee naar de dessa in eigendom. Ze dienden als tegengift, als voor behoedmiddelen, werkten veredelend en be- suhavend, kortom stichtte het nut der goede lectuur. Evenwel la sinds lang lielT blanke van de kamermuur weer zichtbaar geworden; van daar dat, wie een schap je bezet, in een be hoefte voorziet. - Eens smeekte St. Paulus de Kerk van Co- rinthe om bijstand voor de Kerk van Jeru salem. Ik weet niet of die beide Kerken ten opzichte van elkander andere verplichtingen hadden dan die van christenen jegens chris tenen. Wel weet ik, dat Java en Nederland ten nauwste met elkaar zijn verbonden, dat Java ons schenkt, om voor .het overige te zwijgen, het beste dat zün bodem biedt. Is bet daar om niet billijk, dat wij, Nederlanders, aan de Javanen iets mededeelen van bet onze? Een motief te meer dus, waarom ik met groot ver trouwen hoop, dat mün bede niet zal worden versmaad, 0. LUCAS S. J. Tongerschestraat 53, Maastricht. EEN VERGISSING.-. Is de benoeming van Mr, Troelstra in d© 'Oommissie voor Buitenlandsche Zaken niet een Vergissing? vraagt de „Rotterdammer Nadat hii daze week weer opnieuw zijn intrede m de Tweede Kamer had gedaan, rweee de preeident hem aan als een der leden van de pas ingestelde commissie voor buiten landsche aangelegenheden. Ons Bchijnt dit toe een presidiale vergis- sing, welke niet zonder bedenking is. Het is verstaanbaar, dat. waar de instel ling van de commissie een vrucht is van Mr. Troelstra's initiatief, in normale geval len op hem de aandacht zou worden geves tigd. Eóhter gold het than# geen normaal ge val. Mr. Troelstra is de man. die in November 1018 de revolutie predikte, zioh buiten de huidige staatsorde stelde. Mr. Troektra is de man, die bloed en tranen wilde storten voor een onheilige zaak. 1 Mr. Troelstra is de volkemenner, die de menigte opwindt tot dol wordens toe, haar brengt aan den rand des afgrond» en dan in onwaarachtige draaierü halt houdt, als het spel verloren is. Mr, Troelstra is de man van „misverstand" en vergissing." Mr. Troektra is de man. die nog altpd blijft dreigen: „Wat vandaag is, beWoeft morgen niet te zijn." Is dan de aanwijzing van dezen man op een verantwoordelüken post. die ak een soort eerherstel kan worden opgevat, niet een vergissing? Een vergissing, omdat het eerate woord van schuld en boete nog uit ziju mond moet worden gehoord." Te water geraakt, Maandagavond pas seerden een tweetal wielrüders uit Landsmeer langs den Waterlandachen dijk nabij Buik sloot en zagen aan den ondertiijk nabü de sloot een kinderwagen. Bij onderzoek bleek, dat een vrouw en 2 kinderen in het water lagen. Ter stond werden de drenkelingen op het droge gehaald en op een der kinderen, dat al bewus teloos was, de kunstmatige ademhaling toege past met gunstig resultaat. Nadat vrouw en kinderen van droge kleeren waren voorzien, weraen. Hi door middel van den genoeskuiuH- gon dienst van Amsterdam, naar het Wilhek minagasthuLs vervoerd. De vrouw, die in de stad woonao.it; p« ia, k0n gieen red'ea opgeven vcor haar wanhoopsdaad. Van een burgemeester en van vracht-, boompjes. - Ongeveer een maand geleden heeft de gemeente Harderwijk van haar ge meenteopzichter, die inmiddels overleden is, het huis met fraaien tuin, vol sierlijke vrucht- boomen aangekocht. De burgemeester van Harderwijk; en tevens eenigo gemeente-ambte naren, dia ook tuinen bij hunne huizen hebbon, hadden bii het bezichtigen van den bewusten tuin reeds een begeerig oog geslagen op die mooie vruchtboompjes en in gedachten fagen zü deze, al in hunne tuinen Aaan, en -orvdea zy zich het genot voorstellen de keer- u "-PPsls en peren, .die er aan zouden groeien, t» kunnen plukken en er in to smul len. De prachtige boompjes zjjn blijkbaar ouder hypnose van hunm, bWen ea verlangens ge raakt, want een paar weken geleden waren ze overgeloopen naar da tuinen van ourgeiuecs- ster, gemeente-secretaris en gemeente-archi tect. Zelfs de d±rêcteur der bouwmaa.scjiappü, die geheel met gemeente-kapitaal werkt, vond tot zijn groot» verwondering op eejj goeden morgen ook prachfcboompies in zijn iuia ge plaatst. Of er nu jaloezie in 't spel was, is ons nA.t bekend, maar ai spoedig kreeg dit zaakje zooveel ruchtbaarheid, dat, zoo lizen we m het .„Ubl.", in de iaater.» raadsvergadering c#n der leden den voorzitter de vraag »t*iue. 0i hewaar was, dal- uit den tuin van het aanj^,. koohto perceel van den gemeente-optjehter Verhagen vruchtboomen waien weggsuaaJd, Bu 'bij andereu gvbracht, waardoor die turn 'dan toch aan huurwaard» zou verlieten. De burge meester erkende de waarheid hiorvan. aooii deelde daarbij mede, dat een 2ü-ial vruchtboo men vóór den dood van Verhagen waren ui't- bedongen en door de weduwe, waren verkocht. Hii had verzuimd aan den Raad. dit mee te deelen, toen het besluit tot verkoop zou plssts bobben. In de vergadering van de kieeveroeniging „Burgerplicht" bracht de heer Koster Henke oud-eemmiseaiTs van politie in Amsterdam, thans aldaar gevestgd. deze zaak ter sprake. Dit goede bron had hü vernomen, dat verschei dene boomen waren overgeplaatst naar den tuin van burgem»B#l,»r cn den Bemeents-archi- teo„ wier hdizen hun eigendom ziin en ook naar de tuinen van andere gemeente-ambtenaren bovengenoemd en ais er sprak» was geweest van uitbedinging, dan moest dat in de koop- acte staan. Maar aannemende, dat de zaak zich heeft toegedragen zooals Q0 burgemeester in d::n liaad verteld had, dan verdiende het volgens spreker toch hooge afkeuring, dat. do bur o- meesler er zioh toe heeft geleend, boomen te koopen die uubeüongen zün. raider dat de Raad-daarvan iets hoeft geweten, 0!1 tovenI "at de Raad daarvan iet3 heeft geweten, en tevens dat hij hoeft toegelaten, dat zijne amb tenaren daarvan ook hebben geprofiteerd. En groote afkeuring verdient het "ook, dat de ge heels Raad. toen doze zaak werd besproken heeft nagelaten over dien wantoestand van zijne afkeuring blijk te geven. In dien geest thans 'bij den Raad een jnotio in t» dienen, achtte spr. overbodig, daar de Raad derge lijke moties meestal voor kennisgeving aan neemt. Wanneer een lager gemeente-ambten aar bo- n^5^QOeiII^e''t bedreven, zou hü worden nk, ,r^en L i!™ nu de burgemeester dit heeft vnnrT h w, nf8f.® vau gezegd. Spreker vona hetaeer noockakeipk. dat een3 publiciteit aan dergelijke wantoestanden, die hier in da gemeente plaats vinden, wordt gegeven, opdat men wete, hoe de gemeente wordt geregeerd. Een daverend applaus van do in grooten ge- tale aanwezigen volgde als instemming met het gesprokene. In de laatste nachten vriest het in Fries land zóó erg, dat kievitseieren blijken bevro ren te zün, en dus waardeloos geworden. - De vrouw R. te St. Oedenrode, die zich avonds naar de achter haar hui» gelegen schuur begaf, werd door eenige onbekend ge bleven daders aangerand. Op haar hulpgow schrei kwam haar man aanloopen, die zijn vrouw badende in haar bloed bü de achter deur vcma liggen. Haar waren verscheidene messteken in hoofd en hals toegebracht. De politie stelt een ernstig onderzoek in. Ito Ma .si t;u HE: ittOLSCBL 82 In den beginne bood de strijd weinig op wekkends. Zoolang de Secutoren een ge- elolcn rij vormden, kondon de Retuariërs hen niet in hot net lokken. Na hun eersten aanya vveiiea zjj voortdurend naar achter, 1, d® Secutoren tot den strijd te krachtiger üm huQ tweedea aanval k'iiwen an kunnea uitvoeren. Bij een jer Secutoren ,jgelUkte het eiadeiiJk d<* rfj fj atrüd door te breken. Nu begon Ln den ee^ man tegen man, de jacht Secutoren „fflensch °P den anderen. Jtrijdond, Weken d e,Ik °p felvenJ i VvoLkers, hef °or de aanvallen hunner .o-cdekt doof hStl8: °°Seablik afwachtend Tet ^n zwaJd. den aanvaller ila»1'011 tegen volgden 1 fen' De lletuaners Ltcen om de J-, n behoedzaam; zij jL^aan, of lieton i Glot het zwaard te f jo neder om. flck bliksemsnel op een net beter te kunnen Hoe levendiger de^e strijd werd, hoe meer da belangstelling van het publiek werd gaan- do gemaakt. In den beginne hoorde men' slecht» van de bovenste zitplaateen nu en dan opmerkingen en- toeroepen. Nu riep ie mand: „Val hem^van rechts aanl" dan een ander: „Stoot toe!" een derde schreeuwde: „houw van boven ,afl" Met elk oogenblik vermeerderden de toeroepen. Ten slotte brul de het geheele gepeupel: „Grijp heml... Sla hem neer!... Houw toe!.... Spiea hem.., Sla hem doodl" Door dat wilde geschreeuw aangespoord of geprikkeld, drongen de gladiatoren woe dend op elkander jnj het zweet jutste van liun voorhoofd: hunno oogen fonkelden als die van wilde dieren; een Jch'or geluid ont snapte aan lijm keel. En deze woede weid nu van alle zijden aangewakkerd; want ook de beneden gezeten senatoren en ridders geraakten in vuur én hun vrouwen en doch ters vermengden hun aanhitsingen met die van het gewone volk. Zelfs de* imperator Lucius Verus buigt zich over de balustrade der logp naar voren, schreeuwt en zwhait met de kanden als de gemeenste plebejer. Slechts drie toeschouwers bewaarden hun rust in de algemeene opgewondenheid. Mar cus Aurelius zat met het gelaat van de Arena afgewend en schreef op wastafels zijn beschikkingen omtrent kleinere regeerings- zaken. De praetor Publius leunde het hoofd op da hand en s'taarde somber voor zich uit. Mucia Cornelia had de oogen gesloten ►en verwijlde met h»rö dachten verre van dit ruwe tooneel. D0 dos"feerende keizer walgde van dit volksveroiaak; de dappere soldaat erkende h0t recht van den eenen mensch' om den anJcrcn te dooden, dpch alleen op het slagveld en om etaatsredencn; de jonge patricische, ia wier ziel de zacht moedige leer van het LhriStendom een strijd te voorschijn had gör0epen, betreurde de wreedheid harer incüe[Jurg-erg. Zij zou de spelen niet hebben bijgewoond, indien het lot van hare slavin Mhnut haar er niet had heengevoerd; zij wiW0 0r zelve getuige van zijn, dat Publius zijd belofte jegens haar vervulde. In het. Amphitheater weerklonk de eer- sto vreugderoep. 1 Die heeft zijn bekomst!... Die is ge vallen 1Een prachtig** houw!.... Deze en dergelijke uitroepen spraken de verrukking der menigte uit. Een jonge Germaa-nscke Retuariër lag op het .witte zand; het zwaard' van een Se- cutor had hem netieigeveld. Uit een groote wondo aan de linkerzijde stroomde zijn bloed, een genadeslag was niet meer noodig. Handgeklap beloonde den overwinnaar en eischte tegelijk de voortzetting van het bloe dige tooneel. De Secutoren hadden thans (de overmacht. Sne? na elkander volgden nu de jubelende uitroepen: zeven menschen wen teldein in hun bloed; slechts een enkele Re tuariër stond tegenover twee Secutoren. Alle drie richtten hun blikken naar het publiek, -als om te vragen of het nu genoeg had van- het wreede spel. Ieder dor overge blevenen had genoeg gedaan. Ja, de hoog gebouwde breedgeschouderde Slave, dio zyn blauwe oogen zoo zacht stralen liet als kon bij de pijn van een ander niet ver dragen, had reeds drie Secutoren op zjju geweicu. Hij hief het hoofd in de hoogte, wierp het lange bionde haar naar achteren en liet ziju vragenden blik rechts en links over do toe schouwers glijden, waarbij zidn treurend lach je duidelijk vleide: Hebt erbarmen met ons Niet daarvoor had hem zijn vader aan den oever van den Iheiss leeren rijden en met de wapens omgaaul fiij had hem onderwijs gegeven om het plekje grond zijner vaderen te verdedigen tegen aanvallers; doch de Ro meinen kwamen, overwonnen en voerden hem, in ketenen geklonken, naar Rome om te dienen tot moordend speeltuig, der .ver wijfde Romeinen. Het Romeinsche gepeupel ontstak in woe de, omdat een barbaar het waagde, strijdens- moede te schijnen. Zulk een hond moest vroolijk e* prachtig sterven om de oogen der beheerschers van de wereld te streelen. Dat moest zijn dank wezen; want slechts de moedigste en schoonste krijgsgevangenen Oud-Deken en Pastoor J. A. W. Ilurbers. f In het St. VincentiusgaeilmG te Groenlf) overleed, 61 jaren oud, de -ZeerEerw. heer J. A. W. Harbere. rustend pastoor van Breuke- len on deken van Naardon. Z.Eerw. oUtviag da H. Priesterwding in 1883 en was vau 1910 tot het voria jaar deken sen -pastoor te Bre-u- kelen. werden voor de gladiatoren-scholen aange kocht. Het verweekelijkte en dwergachtige volk van Rome'wilde in het Amphitheater slechts prachtige reuzengestalten zien. Vergramd over het weigerend en woe dend geschreeuw stortte de Slave zich met zulk een kracht op een zijner tegenstanders, dat deze Viel; terzelfder tijd ontving hij echter van zijn tweeden tegenstander een zwaardslag op het hoofd. Met bloed over stroomd wankelde hij, liet zich op een knia neder en hief de hand op om de genade van de toeschouwers in te roepen. Het ware plicht geweest der 'Romeinen, te nminste het leven van dezen ongelukkige to sparen, die het reeds bijna een uur had laten genieten van dozen moordenden strijd. Doch het Romeinsche volk kende geen ge nade voor een bar baai', die zoo brutaal was het te willen berooven van den aanblik zij ner in doodsangst trillende ledematen. Ondpr woedend geschreeuw balden zich de vuis ten van de vele duizenden, de duimen wer den naar buiten gestrekt, ten toeken dat de onderliggende sterven moest. (Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 5