KIK- IUII CHillT
VAN OVERAL.
Kerk en School
BIJBELCURSUS.
Missie-Actie.
De Ondergang van een
Wereldmacht.
WAT DE PERS ZEGT
FEUILLETON
Zaterdag 5 April - Tweede Blad
KORTE BERICHTEN
PASftlS&ONDiAG.
volgen* do* H. Joannes VIII, 4659
T alen tijda seid» Jez.ua tot de scharen der
J°denVv ie van «i sol Mij van zonde overtui
Jt«0? indien Ik u waarheid z-eg;, waarom Re
volt c.0 jiy niet! l)ia uit God is, hoort Gods
*°orden. Daarom hoort srü ze niet, omdat ge
"it God niet zijt. 'loan antwoordden do Joden
*h zeiden Ham-Z*B*en wij niet te recht, dat
Li ij eon Samaritaan iht en den duivel in hebt?
"6iu* antwoordde: ik heb den duivel niet in»
*üaar Ik eer mijn*n Vader en KÜ onieert Mij.
Ik echter/zoek mijn# eer niet. daar is er een,
die,zal ::.;ekeu en recht doen. Voorwaar, voor
gaar lk zog u, indien i#mand mijn woord on-
dernoudt, hü zal in eeuwigheid den dood niet
trien. Daarop zeiden do Joden: Nu weten wij
- dat Gij den dui\ei in bobt. Abraham ia ge
storven en ook de profeton, en Gü zegt, zoo
iemand mijn woord onderhoudt, hij zal in
•euwigheid den dood niet smaken. Ziit Gij
krooter dan oaz# vader Abraham dio gestor
ven ia? Gok zijn da Profeten Bestorven. Wien
^aal^t Gü u uheni Jezus antwoordde: Indien
Ik Dij zalven verheerlijk, is mijne eer niets;
die kiü veruoerlijkt is M-iine yader, van Wien
tij zégt. d*t üii uwe God is en KÜ kent Hem
liet, maar ik ken Hem. Dn zoo lk zeido, dat Ik
Hen niet kende, ware Ik een leugenaar, ge
lijk gij. Maar Ik ken liem en onderhoud zijn
ftoord. Abraham, uw vader, heeft verlangd
mijnen dag .o *i#a; hij heeft dien gezien en is
vHiieugd rewtol. Do Joden zeiden Hem dan:
Hij rijt nog geen vüftig jaren oud en hebt Gij
Abraham gezien! Jozu» zeide hun: Voo-rwaar,
Voorwaar Ik ze» u. oeg Abraham er was, ben
lk. Toen namen zij stoenen op om op Hem te
herpen maar Jocua verborg zich en ging uit
Jen
J an*enWat ik alleroeTst wel eens weten
wildewaarom wordt dese Zondag Passie-
Aondag gopoomd! 't Duurt, nnjeu ik. nog ©en
o. wat eer we den goeden Vrijdag hebben.
i .utoor: Zeer juist, maar tot het Vieren van
'oo .heugelijk» «ebearteuia kan een enkele ge-
ieakdag niot volstaan. Zeker is heel.de vasten
•sn haiiig# tüd. dook nanrxnato we den verjaar
dag van 's*fi»ore« störven. n&dweu, wordt'de
laatste der lijdenawsion gansch biaonder ge-
V.ord en ,,i'assistiji" genaamd, waarvan ide
»-;»:• dag daö gavelgolijk Passie-Zondag heet.
last hot oog hierop is het Evangelie Ook met
zorg gekozen, 't Dovat als het wave de ouver-'
turo van 's Iles-ca aanstaande lijden. Met
vcrraeeenoe sneLiaid wint Satan op het oogun-
olik dor beslissing al meer terrein. De schare,
die Hem in Jerusalem's poorte het „Hosain
nah" had'lbegwzongen, druipt af. en een andere
hoop volks zal etrsfas het „Kruis Heml Kruis
Heml" aanheffen. De priasters zullen welhaast
hun kleeren echouren-, om Jezus als Godelasto-
raar t-o verdofluucm. Oio Iiom sarren» Jioonea en
tergen zullen aan hot kfcttie. voelen zich het
boozo bloed reeds naar het aangezioht stijgen.
Secretaris: Waar greep dit spannend samen
treffen pl&atal
.Jansen: En op wolken tijd van Jezus' open
baar leven J
Footers; En wat was de bedoeling, die by
de intrigeerende partijen voorzat?
Pastoor: Te dien tijde was Jezus in het derde
jaar van zijn omwandeling op aarde. Het was
bogin October en in April van het volgend
jaar zou Hij ter dood gebracht worden. Na
..Zijn wohdorbare Gedaante-Verwisseling was
Jezus tuet Zijn discipelen opgegaan naar Jeru
zalem om er het Loofhuttenfeest te vieren,
Jansen: Wat bij de Joden tot op heden ge-
»vierd wordt, ter gedachtenis aan.... wat?
Pastoor: Ter gedachtenis aan de veertig
jaren door het Hebreeuwse!o volk in woo3iSjn-
tenten gesleten; tet heugenis aan dat merk-
wssrdig tijdvak uit hun historie verbleven de
J o 1 aoht^dagèa in rustieke tenten of loof
hutten. Die week liep nu op het einde en de
JooUcho pelgrims, uit alle deel en des lands
to Jerusalem saamgefcomen, zijn nog niet huis
waarts gekeerd, doch vertoeven' voor een deel
althans in den Tempel. Onder hen hebben zich
do i'huriseën. de Wetgeleerden en Overprice-
tars HcmefaRd ihiiet zonder resultaat hebben zü
de boo-,- Urstoohten der menigte geprikkeld.
Van Jozua prediking voor zulk een gehoor
Seeft ons Evangelie de rumoerige en oproerige
slotpassage.
Jat senTen minste die preek wordt zoo vaak
door ozua vijanden onderbroken, dat het meer
op een t.vmenspraak gelijkt.
Peet ars: En meer nog op een. debat in het
wilde weg nflft dreigende handtastelijkheden op
het ejnd.
Pastoor: Op die allerbelangrijkste bladzijde
nu staan vier verklaringen van Ons Heer ge-
boe:: t met: op elk dier verklaringen het ant
woord, dat Zün vijanden er op gaven. Eerste
verklaring,
Secretaris: Wie van u zal Mij van zonde
overtuigen?
Pastoor: Welk aangrijpende inleiding tot
gW"**'-"-r'-LLJ. 0 H' vu miui—
het treurspel zünsr Passie, dab nu volgen gaat.
Welhaast zal Jezus als misdadiger gevat wor
den en als booswicht doodbloeden aan het kruis,
maar zelfs zijn heftigste vijanden bobben niets
om Hem va» aangezicht tot aangezicht te ver
wijten.
Jansen: Ik meende anders, dat de Phariseën
Hem nog al van een en ander te beschuldigen
hadklen, van Sabtoathsehennis en -overtreding
hunner overleveringen
Pastoor: Zeker, maar hier wordt niet naar
laster en achterklap gevraagd, maar Hij som
meert ze om in Zijn tegenwoordigheid dit nu
eens wik te maken. Wie van u zal Mij van
zonde overtuigen? E-n hoe het ook woelde in
hun booze harten, allen deden er het awjjgen
toe. Na het stellen van deze kwestie zweeg ook
Jez.ua een oogeniblik om hen gelegenheid tot
antwoorden te geven. Doch toen zii in een
spijtig stilzwijgen volhardden, nam Jezus we
derom het woord. Kunnen de Joden Hem van
geen enkele zonde overtuigen, dan hebben zij
Iletn ook nooit op een leugen betrapt; waarom
dan weigeren ze Hem te gelooven; In-dien Ik
u de waarheid zeg. waarom gelooft ge Mjj
niet
SecretarisOmdat ze tegen Hem ingenomen
waren.
Pastoor Juist en tot die bevinding van hun
tegenstrijdig gedrag was ook Jezus gekomen
verplioht al-s zij zijn te erkennen, dat Hü niet
liegt terwijl zij niettemin volstandig weigeren
Hem te gelooven. Waarom? Omdat Hij. ko
mend uit God van Godswege spreekt tot hen,
die niet uit God zün.
SecretarisDie uit God ie, hoort Gods woor
den, daarom hoort gij ze niet, omdat gij niet
uit God zü-t.
P astoorW aarop de Joden bij mangel van
een pasgevend antwoord hun toevlucht namen
tot beleedigingen; zeggen wij niet te recht,
dat Gij een Samaritaan zijt en den duivel in
hebt?
Jansen: Waarom geeft Jezus enkel antwoord
op de tweede besehuldiging en laat Hü de eer
ste rusten!
PastoorBuiten küf om de Samaritanen, die
Hp insgelijks redden kwam, niet te grieven of
te ontstemmen. Doch na die onderbreking
wendt Jezus zich van de Phariseën af en richt
zich tot het volk om het iets belangrijks aan
te zeggen: Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u> in
dien iemand mijn woord onderhoudt, hij zal
in eeuwigheid den dood niet zien. De zin ia
overduidelijk: Wie in Jezus gelooft en ..leeft
naar uit geloof, zal ingaan in Zün hemelscth
Kijk. Maar zijn vijanden wilden Hem misver
staan en namen dit op als sprak Hij van dan
natuurlijken dood. N» wisten zij, dat Hij een
duivel inhad, want alleen een bezetene kon zoo
godslasterlijk spreken. Immers Abraham de
groots Vader en de Profeten, Gods 'gezanten,
waren gestorven; was Hü dan meerder dan die
uitverkoren vrienden Gods? Wien maakt Qii u
zelven? Op die aantijging moet Jezus openlijk
zeggen wie Hij is. Dat doet Hü, doch als ge
woonlijk door te verwijzen naar Zün werken.
Het was gemakkelük zieh voor den Messias uit
te geven, maar het viel niet zoo licht dit te
bewijzen. Al» ïk n zejr. wlo Ik ben. zult Mij
Voor de voeten werven, dat het gemakkelijk
valt zich zelven te verheerlijken. Zoo ga Ik dan
ook niet- te werk, het is mijn Vader, die Mij
verheerlijkt met Zijn macht in mün handen te
stellen en u aldus te toonen, wie Ik ben. Mijn
getuigenis verkiest ae niet te gelooven, geloof
dan ten minste de getuigenis, van Hem, dien
ge Uw God noemt, maar dien ge niet kent.
Jansen: Het uitverkoren volk, het bondsvolk
der Habreën kende den waren God toch?
Pastoor: Maar het volstaat niet God te ken
nen, ook moet men Hem erkennen. Geloof zon
der de werken is als een doode boom. Een boom
te hebben, die geen vrucht voortbrengt, is,
alsof men geen boom beaat. De godsdienst der
Phariseën wordt door Jezus alzoo voor niets
geacht. Alsnu komt Hü met zün derde verkla
ring: Maar Ik ken Hem en zoo Ik zeide, dat
lk Hem niet kende, ware Ik een leugenaar
gelijk gij. Maar Ik ken Hem en onderhoud zijn
woord.
Ziet nu hoe Jezus hier zün vijanden de baas
blüft. Eerst heeft Hü hü uitgedaagd Hem van
zonae en leugen te overtuigen, daarop verwijt
Hy hen de leugen van hun eigen leven.
Jansen: En in beide gevallen hebben zü nieta
te antwoorden..
Pastoor: Dan beschuldigt Hü hen God niet
te kennen, aangezien zü weiaeren Hem te ge
hoorzamen, maar vordert voor zioh on. dat Hii*
zijn God wel kent en Zijn woord bewaart, dat
wil hier zeggen, spreekt en handelt in Zün
naam.
Jansen: En wederom kunnen zij Hem niet
tegenspreken.
Pastoor: Nu gaat Hü hen den laatsten alag
toebrengen. -Zü stelden er roem in kindoren
van Abraham te zün. welnu, zegt Jezus. Abra.
hpm, uw vader staat aan mün ziide en niet
aan de -uwe. immer» hii verlangde miin dag te
zien.
Jansen: Jawel, dat ziet od Abraham's ver
wachting van den Messias, dis uit Hin bloed
moest voorkomen, maar hoe kan Jezus zeggen:
hü heeft dien gezien en is verheugd geweest.
Tusschen Abraham's dood en Christus' komst
liggen, meen ik, enkele eeuwen.
Pastoor: Doch de ziel van den Aartsvader
Kvas in het Voorgeborchte en heeft daar door
een LD,oudere openbaring den dag van den
Messias en zijn komst in de wereld kunnen
'aanschouwen en zich kunnen verheugen over
dio gebeurtenis, die op zijn nabije verl-ossing
wees. Maar ge begrüpt hoe dit beroep op
Abraham do hartstochten der Phariseën prik
kelde. Wederom verstaan zü 's Heeren woord
in een vleeschelüken zin en antwoorden met
'spotternij: „GÜ züt nog geen vüftig jaren en
Gü hebt Abraham gezien? Hier geeft de Mees
ter ziin vierde pleohtige verklaring: Voorwaar
Ik zeg u, eer Abraham er was, ben Ik, Als
mensch immers was Hü den eersten Kerstnacht
geboren, maar als Zoon van God bestond Hü
van eeuwigheid. Verstaat nu noa bat voor
geven der ongeloovigen, dat Jezus nooit be
weerd heeft de >Zoon van q0(j te zijn?
Jansen: De Pharisieën verstonden den zin
van Jezus* woorden blükibaar beter, zii toah
karnen steenen op om den vermeenden Gods
lasteraar te steenigen. Maar Jezus' uur was nog
niet gekomen, Hü verborg Zioh en ging uit den
Tempel. Gebeurde dit door een mirakel t
Pastoor: Niemand, die dit weetl In elk geval
bleetf Hü meester van het terrein en vervolgde
onbevreesd zun Prediktocht alsof er niets aan
de hand ware. En dit is wel ds les, die hier
het meest in het oog swingt: geen spotterruj,
bedreiging of beleed^Png mag in staat zün den
uhristen af te houden van zün plicht. Zooals
Jezus Zijn Vader diende, trouw en sterk,, zoo
Tnoeten wij zonder blikken of blozen achter
Jezus gaan. De nauwe doornige weg mag vol
Vorstelingen züm maar aan het einde Bchittort
ons de overwinning tegen en het honderdvou
dig Apoetelloon,
MAX
(Maar aanleiding van een brief van Pastoor
Mertens, Overste dar Javanen-Missie.)
Dat Katholiek Nederland de miasio lief
heeft, is een feit, boven allen twijfel verhe
ven. Anders zonden niet zoovele züner zonen
en doch teren edelmoedig vaderland, familie,
en vrienden verlaten, om vergeten te gaan le
ven te midden van vreemde, vaak onbe
schaafde volken. Anders zouden ook de
ouders uiet zoo go willig- van hunne dierbare
kinderen scheiden, om hen blü te offeren
voor het zielenheil. En heeft men niet in on
zen tijd bijna overal ijverig en ernstig ge
luisterd naar de stem dear verjeugdfede mis
sie-actie.
Het is, alsof onze natie het zioh ten plicht
rekent, om daar, waar de andere Europee-
sdhie landen tengevolge van den oorlog in de
zerg voor de missie te kort scfkieten, het ont
brekende aan te vullen, zooveel mogelük den
nood te lenigen en te verzachten. Nooit werd
er meer gebeden en weggesohonken voor de
arme heidenen sdan thans.
Waarom zon ik dus verlegen saj'n en sohuch
ter en niet durven wisfcen, wat mijn ihiart ver-
Iai,gtf Waarom zou ik niet een aalmoes dur
ven vragen aan hen. die ten aanzien van de
missietaak in zoo'n gelukkige stemming veï-
beerent Bovendien, ik weet, dat wie gehoor
geelt aan mijn hede, zijn loon, een eeuwig, niet
missen zal.
Ik zal daarom zóndar vreeze spreken en
vrijmoedig mij nader verklaren. Vóór mij
ligt een schrijven van pastoor Mertens, den
overste der Javanen-missie. Gedurende de
laatste droeve jaren ontving hij van mij voor
zijne arme geestelijke kinderen zoo goed als
niets. Het gevolg is dan ook geweest, dat de
voorraad zijner religieuze artikelen geheel is
uitgeput En tocto .deza zaten zün voor den
bloei der missie van keel groot gewicht men
kan er niet buiten, "wenen, waarom hü mij
allerdringendst toezending vraagt van bijbel
tjes, kerkboeken, rozenkransen, scapulierme
dailles, enz., te veel om op te noemen. Nu ben
i'k van goeden wil en Wensch niets vuriger
dan aan zün verzoek zoo gul als het kan te
voldoen.
Maar alles Is zoo duur, misschien wel de
helft duurder dan vroefeer. Voor den Inkoop
van bet gevraagde zftl ik werkelijk veel-, zeer
veel geld noodig hebben. Zelfg verzendings
kosten zullen een niet onbeduidend sommetje
bedragen. En wat b0t ergste ie, met mün
spaarpotje, dat hier ®tenn moest brengen, is
het z'eer treurig geste'"-
Reeds heb lk enkel0 malen,
wanneer de ge
legenheid zich daarto0 aanbood, mijn moeilü-
be omstandigheden ble°t gelegd, maar tót nn
toe is mijn pogen zonder resultaat gebleven.
Natüurlük mag ik Jnoed niet opgeven,
veel minder den arbeid staken. Zoo dring©
thans langs dezen wd* t°t de harten onzer
missievrienden mün arir|kreet door: Wie
geeft uitkomst, wie redt my nit de verlegen-
heidf
Hoe ik dan geholpen kanWorden!
Vooreerst door elk0, betzy groote of kleine
geldelijke bijdrage.
Maar welkom zijn öderlandsche lees-
en kerkboeken in goeden staat, welke moge
lijk op zolder of elder® ongebruikt neerliggen.
Vóór den oorlog een groote hoeveel
heid van dergelijke boeden te Moontilan ont
vangen. Pastoor Mertens 'draagt mij op, den
weldoeners hiervoor andermaal zijn innigen
dank te brengen met dien der jongens, die er
van genoten hebben. Ik ben er zeker van in
zijn geest te handelen, wanneer ik hierbij ook
voorspel den dank van O. L. Heer, want dat
werk is inderdaad werk voor God geweest.
Het is mij hekend, met hoe groote liefde die
boeken zijn afgestaan, met hoe groot vunr en
geestdrift ze zijn verzameld en ingepakt. Wel
belangeloos offer: het ging zoo ver weg, de
geverB hieven verborgen, men z.&g het nut
niet, dat volgen zou; ook de gewone mensclle
lijke voldoening, die men heeft, wanneer men
den naaste bijstaat in eigen land, gaf men
grootmoedig prijs.
Ik herinner mij nóg levendig, die schatten
van Neerlands vrijgevigheid te hebben door
snuffeld en gesorteerd. Hoe stonden de leer
lingen met gretige blikken den rijkdom aan
te zien! Dagen zijn we ermee bezig geweest:
zoo goed hadden de katholieken van het moe
derland ons bedacht. Toen liet Pater Groene-
wegen, die aan zijne landgenooten het schoone
idéé had ingegeven, boekenkasten maken en
weldra was een heelo kamerwand bedekt en
van het witte van den muur iiiets meer te
zien. Daar was veel moois bij en wat hebben
die boeken in de banden der Javaansebe Ka
tholieken veel heil gesticht! Als zij "de school
verlieten kregen zli ze mee naar de dessa in
eigendom. Ze dienden als tegengift, als voor
behoedmiddelen, werkten veredelend en be-
suhavend, kortom stichtte het nut der goede
lectuur.
Evenwel la sinds lang lielT blanke van de
kamermuur weer zichtbaar geworden; van
daar dat, wie een schap je bezet, in een be
hoefte voorziet. -
Eens smeekte St. Paulus de Kerk van Co-
rinthe om bijstand voor de Kerk van Jeru
salem. Ik weet niet of die beide Kerken ten
opzichte van elkander andere verplichtingen
hadden dan die van christenen jegens chris
tenen.
Wel weet ik, dat Java en Nederland ten
nauwste met elkaar zijn verbonden, dat Java
ons schenkt, om voor .het overige te zwijgen,
het beste dat zün bodem biedt. Is bet daar
om niet billijk, dat wij, Nederlanders, aan de
Javanen iets mededeelen van bet onze? Een
motief te meer dus, waarom ik met groot ver
trouwen hoop, dat mün bede niet zal worden
versmaad,
0. LUCAS S. J.
Tongerschestraat 53, Maastricht.
EEN VERGISSING.-.
Is de benoeming van Mr, Troelstra in d©
'Oommissie voor Buitenlandsche Zaken niet een
Vergissing? vraagt de „Rotterdammer
Nadat hii daze week weer opnieuw zijn
intrede m de Tweede Kamer had gedaan,
rweee de preeident hem aan als een der leden
van de pas ingestelde commissie voor buiten
landsche aangelegenheden.
Ons Bchijnt dit toe een presidiale vergis-
sing, welke niet zonder bedenking is.
Het is verstaanbaar, dat. waar de instel
ling van de commissie een vrucht is van Mr.
Troelstra's initiatief, in normale geval
len op hem de aandacht zou worden geves
tigd.
Eóhter gold het than# geen normaal ge
val.
Mr. Troelstra is de man. die in November
1018 de revolutie predikte, zioh buiten de
huidige staatsorde stelde.
Mr. Troektra is de man, die bloed en
tranen wilde storten voor een onheilige
zaak.
1 Mr. Troelstra is de volkemenner, die de
menigte opwindt tot dol wordens toe, haar
brengt aan den rand des afgrond» en dan
in onwaarachtige draaierü halt houdt, als
het spel verloren is.
Mr, Troelstra is de man van „misverstand"
en vergissing."
Mr. Troektra is de man. die nog altpd
blijft dreigen: „Wat vandaag is, beWoeft
morgen niet te zijn."
Is dan de aanwijzing van dezen man op
een verantwoordelüken post. die ak een
soort eerherstel kan worden opgevat, niet
een vergissing?
Een vergissing, omdat het eerate woord
van schuld en boete nog uit ziju mond moet
worden gehoord."
Te water geraakt, Maandagavond pas
seerden een tweetal wielrüders uit Landsmeer
langs den Waterlandachen dijk nabij Buik
sloot en zagen aan den ondertiijk nabü de sloot
een kinderwagen. Bij onderzoek bleek, dat een
vrouw en 2 kinderen in het water lagen. Ter
stond werden de drenkelingen op het droge
gehaald en op een der kinderen, dat al bewus
teloos was, de kunstmatige ademhaling toege
past met gunstig resultaat. Nadat vrouw en
kinderen van droge kleeren waren voorzien,
weraen. Hi door middel van den genoeskuiuH-
gon dienst van Amsterdam, naar het Wilhek
minagasthuLs vervoerd. De vrouw, die in de
stad woonao.it; p« ia, k0n gieen red'ea opgeven
vcor haar wanhoopsdaad.
Van een burgemeester en van vracht-,
boompjes. - Ongeveer een maand geleden
heeft de gemeente Harderwijk van haar ge
meenteopzichter, die inmiddels overleden is,
het huis met fraaien tuin, vol sierlijke vrucht-
boomen aangekocht. De burgemeester van
Harderwijk; en tevens eenigo gemeente-ambte
naren, dia ook tuinen bij hunne huizen hebbon,
hadden bii het bezichtigen van den bewusten
tuin reeds een begeerig oog geslagen op die
mooie vruchtboompjes en in gedachten
fagen zü deze, al in hunne tuinen Aaan, en
-orvdea zy zich het genot voorstellen de keer-
u "-PPsls en peren, .die er aan zouden
groeien, t» kunnen plukken en er in to smul
len.
De prachtige boompjes zjjn blijkbaar ouder
hypnose van hunm, bWen ea verlangens ge
raakt, want een paar weken geleden waren ze
overgeloopen naar da tuinen van ourgeiuecs-
ster, gemeente-secretaris en gemeente-archi
tect. Zelfs de d±rêcteur der bouwmaa.scjiappü,
die geheel met gemeente-kapitaal werkt, vond
tot zijn groot» verwondering op eejj goeden
morgen ook prachfcboompies in zijn iuia ge
plaatst.
Of er nu jaloezie in 't spel was, is ons nA.t
bekend, maar ai spoedig kreeg dit zaakje
zooveel ruchtbaarheid, dat, zoo lizen we m
het .„Ubl.", in de iaater.» raadsvergadering c#n
der leden den voorzitter de vraag »t*iue. 0i
hewaar was, dal- uit den tuin van het aanj^,.
koohto perceel van den gemeente-optjehter
Verhagen vruchtboomen waien weggsuaaJd, Bu
'bij andereu gvbracht, waardoor die turn 'dan
toch aan huurwaard» zou verlieten. De burge
meester erkende de waarheid hiorvan. aooii
deelde daarbij mede, dat een 2ü-ial vruchtboo
men vóór den dood van Verhagen waren ui't-
bedongen en door de weduwe, waren verkocht.
Hii had verzuimd aan den Raad. dit mee te
deelen, toen het besluit tot verkoop zou plssts
bobben.
In de vergadering van de kieeveroeniging
„Burgerplicht" bracht de heer Koster Henke
oud-eemmiseaiTs van politie in Amsterdam,
thans aldaar gevestgd. deze zaak ter sprake.
Dit goede bron had hü vernomen, dat verschei
dene boomen waren overgeplaatst naar den
tuin van burgem»B#l,»r cn den Bemeents-archi-
teo„ wier hdizen hun eigendom ziin en ook naar
de tuinen van andere gemeente-ambtenaren
bovengenoemd en ais er sprak» was geweest
van uitbedinging, dan moest dat in de koop-
acte staan.
Maar aannemende, dat de zaak zich heeft
toegedragen zooals Q0 burgemeester in d::n
liaad verteld had, dan verdiende het volgens
spreker toch hooge afkeuring, dat. do bur o-
meesler er zioh toe heeft geleend, boomen te
koopen die uubeüongen zün. raider dat de
Raad-daarvan iets hoeft geweten, 0!1 tovenI
"at de Raad daarvan iet3 heeft geweten, en
tevens dat hij hoeft toegelaten, dat zijne amb
tenaren daarvan ook hebben geprofiteerd. En
groote afkeuring verdient het "ook, dat de ge
heels Raad. toen doze zaak werd besproken
heeft nagelaten over dien wantoestand van
zijne afkeuring blijk te geven. In dien geest
thans 'bij den Raad een jnotio in t» dienen,
achtte spr. overbodig, daar de Raad derge
lijke moties meestal voor kennisgeving aan
neemt.
Wanneer een lager gemeente-ambten aar bo-
n^5^QOeiII^e''t bedreven, zou hü worden
nk, ,r^en L i!™ nu de burgemeester dit heeft
vnnrT h w, nf8f.® vau gezegd. Spreker
vona hetaeer noockakeipk. dat een3 publiciteit
aan dergelijke wantoestanden, die hier in da
gemeente plaats vinden, wordt gegeven, opdat
men wete, hoe de gemeente wordt geregeerd.
Een daverend applaus van do in grooten ge-
tale aanwezigen volgde als instemming met
het gesprokene.
In de laatste nachten vriest het in Fries
land zóó erg, dat kievitseieren blijken bevro
ren te zün, en dus waardeloos geworden.
- De vrouw R. te St. Oedenrode, die zich
avonds naar de achter haar hui» gelegen
schuur begaf, werd door eenige onbekend ge
bleven daders aangerand. Op haar hulpgow
schrei kwam haar man aanloopen, die zijn
vrouw badende in haar bloed bü de achter
deur vcma liggen. Haar waren verscheidene
messteken in hoofd en hals toegebracht. De
politie stelt een ernstig onderzoek in.
Ito Ma .si t;u HE: ittOLSCBL
82
In den beginne bood de strijd weinig op
wekkends. Zoolang de Secutoren een ge-
elolcn rij vormden, kondon de Retuariërs
hen niet in hot net lokken. Na hun eersten
aanya vveiiea zjj voortdurend naar achter,
1, d® Secutoren tot den strijd te
krachtiger üm huQ tweedea aanval
k'iiwen an kunnea uitvoeren. Bij een
jer Secutoren ,jgelUkte het eiadeiiJk d<* rfj
fj atrüd door te breken. Nu begon
Ln den ee^ man tegen man, de jacht
Secutoren „fflensch °P den anderen.
Jtrijdond, Weken d e,Ik °p felvenJ
i VvoLkers, hef °or de aanvallen hunner
.o-cdekt doof hStl8: °°Seablik afwachtend
Tet ^n zwaJd. den aanvaller
ila»1'011 tegen volgden 1 fen' De lletuaners
Ltcen om de J-, n behoedzaam; zij
jL^aan, of lieton i Glot het zwaard te
f jo neder om. flck bliksemsnel op een
net beter te kunnen
Hoe levendiger de^e strijd werd, hoe meer
da belangstelling van het publiek werd gaan-
do gemaakt. In den beginne hoorde men'
slecht» van de bovenste zitplaateen nu en
dan opmerkingen en- toeroepen. Nu riep ie
mand: „Val hem^van rechts aanl" dan een
ander: „Stoot toe!" een derde schreeuwde:
„houw van boven ,afl" Met elk oogenblik
vermeerderden de toeroepen. Ten slotte brul
de het geheele gepeupel: „Grijp heml... Sla
hem neer!... Houw toe!.... Spiea hem.., Sla
hem doodl"
Door dat wilde geschreeuw aangespoord
of geprikkeld, drongen de gladiatoren woe
dend op elkander jnj het zweet jutste van
liun voorhoofd: hunno oogen fonkelden als
die van wilde dieren; een Jch'or geluid ont
snapte aan lijm keel. En deze woede weid
nu van alle zijden aangewakkerd; want ook
de beneden gezeten senatoren en ridders
geraakten in vuur én hun vrouwen en doch
ters vermengden hun aanhitsingen met die
van het gewone volk. Zelfs de* imperator
Lucius Verus buigt zich over de balustrade
der logp naar voren, schreeuwt en zwhait
met de kanden als de gemeenste plebejer.
Slechts drie toeschouwers bewaarden hun
rust in de algemeene opgewondenheid. Mar
cus Aurelius zat met het gelaat van de
Arena afgewend en schreef op wastafels zijn
beschikkingen omtrent kleinere regeerings-
zaken. De praetor Publius leunde het hoofd
op da hand en s'taarde somber voor zich
uit. Mucia Cornelia had de oogen gesloten
►en verwijlde met h»rö dachten verre van
dit ruwe tooneel. D0 dos"feerende keizer
walgde van dit volksveroiaak; de dappere
soldaat erkende h0t recht van den eenen
mensch' om den anJcrcn te dooden, dpch
alleen op het slagveld en om etaatsredencn;
de jonge patricische, ia wier ziel de zacht
moedige leer van het LhriStendom een strijd
te voorschijn had gör0epen, betreurde de
wreedheid harer incüe[Jurg-erg. Zij zou de
spelen niet hebben bijgewoond, indien het
lot van hare slavin Mhnut haar er niet had
heengevoerd; zij wiW0 0r zelve getuige van
zijn, dat Publius zijd belofte jegens haar
vervulde.
In het. Amphitheater weerklonk de eer-
sto vreugderoep. 1
Die heeft zijn bekomst!... Die is ge
vallen 1Een prachtig** houw!.... Deze en
dergelijke uitroepen spraken de verrukking
der menigte uit.
Een jonge Germaa-nscke Retuariër lag op
het .witte zand; het zwaard' van een Se-
cutor had hem netieigeveld. Uit een groote
wondo aan de linkerzijde stroomde zijn
bloed, een genadeslag was niet meer noodig.
Handgeklap beloonde den overwinnaar en
eischte tegelijk de voortzetting van het bloe
dige tooneel. De Secutoren hadden thans (de
overmacht. Sne? na elkander volgden nu de
jubelende uitroepen: zeven menschen wen
teldein in hun bloed; slechts een enkele Re
tuariër stond tegenover twee Secutoren.
Alle drie richtten hun blikken naar het
publiek, -als om te vragen of het nu genoeg
had van- het wreede spel. Ieder dor overge
blevenen had genoeg gedaan. Ja, de hoog
gebouwde breedgeschouderde Slave, dio zyn
blauwe oogen zoo zacht stralen liet als kon
bij de pijn van een ander niet ver dragen,
had reeds drie Secutoren op zjju geweicu.
Hij hief het hoofd in de hoogte, wierp het
lange bionde haar naar achteren en liet ziju
vragenden blik rechts en links over do toe
schouwers glijden, waarbij zidn treurend lach
je duidelijk vleide: Hebt erbarmen met ons
Niet daarvoor had hem zijn vader aan den
oever van den Iheiss leeren rijden en met
de wapens omgaaul fiij had hem onderwijs
gegeven om het plekje grond zijner vaderen
te verdedigen tegen aanvallers; doch de Ro
meinen kwamen, overwonnen en voerden
hem, in ketenen geklonken, naar Rome om
te dienen tot moordend speeltuig, der .ver
wijfde Romeinen.
Het Romeinsche gepeupel ontstak in woe
de, omdat een barbaar het waagde, strijdens-
moede te schijnen. Zulk een hond moest
vroolijk e* prachtig sterven om de oogen der
beheerschers van de wereld te streelen. Dat
moest zijn dank wezen; want slechts de
moedigste en schoonste krijgsgevangenen
Oud-Deken en Pastoor J. A. W. Ilurbers. f
In het St. VincentiusgaeilmG te Groenlf)
overleed, 61 jaren oud, de -ZeerEerw. heer J.
A. W. Harbere. rustend pastoor van Breuke-
len on deken van Naardon. Z.Eerw. oUtviag da
H. Priesterwding in 1883 en was vau 1910
tot het voria jaar deken sen -pastoor te Bre-u-
kelen.
werden voor de gladiatoren-scholen aange
kocht. Het verweekelijkte en dwergachtige
volk van Rome'wilde in het Amphitheater
slechts prachtige reuzengestalten zien.
Vergramd over het weigerend en woe
dend geschreeuw stortte de Slave zich met
zulk een kracht op een zijner tegenstanders,
dat deze Viel; terzelfder tijd ontving hij
echter van zijn tweeden tegenstander een
zwaardslag op het hoofd. Met bloed over
stroomd wankelde hij, liet zich op een knia
neder en hief de hand op om de genade van
de toeschouwers in te roepen.
Het ware plicht geweest der 'Romeinen,
te nminste het leven van dezen ongelukkige
to sparen, die het reeds bijna een uur had
laten genieten van dozen moordenden strijd.
Doch het Romeinsche volk kende geen ge
nade voor een bar baai', die zoo brutaal was
het te willen berooven van den aanblik zij
ner in doodsangst trillende ledematen. Ondpr
woedend geschreeuw balden zich de vuis
ten van de vele duizenden, de duimen wer
den naar buiten gestrekt, ten toeken dat
de onderliggende sterven moest.
(Wordt vervolgd.