«Kilt HUSI. COURANT BUITENLAND. Parlementaire Kroniek. Van Overal De Ondergang van een Wereldmacht. FEUILLETON Iflaandag 14 April Tweede Blad De gebeurteniseen van den dag. met 13.085 stemmen tegen 3434 op den libera len 'candidaat. KORTE BUITENLANDSCHE BERICHTEN. DEN HAAG, 13 APRIL. De Tweede Kamer heeft het dan klaar weten to spelen, j.l. Vrijdagmiddag huistoe te gaan met Paaschvaeantie en met het ver lichtend gevoel, de begrootingen te hebben afgedaan. Als altijd kwam de Indische be grooting het laatst en ditmaal daarom zeer laat aan de beurt. Deze rangorde teekent wel zeer. juist de mate van belangstelling, welke in het moederland vóór do koloniën 'bestaat. Dit gebrek aan meeleven met de be volking van onze Oostersche gewesten valt niet alleen to constateeren bij de groote mas sa der Nederlandsche burgers die het al heel ver in de Indische sympathie hebben ge bracht, wanneer zij de namen van de groot ste eilanden van onzen archipel kennen maar ook in het parlement heerscht een be treurenswaardig gebrek aan kennis en waar deering van Indische zaken. Van hoe gering belang is vaak het onderwerp van binhen- landseho politiek, dat de Kamer dikwijls uren, zelfs dagen lang bezig houdt en waar bij de boeren elkaar rondom het spreekge stoelte verdringen. De debatten over de. In dische begrooting daarentegen bewijzen doorgaans gewoonlijk ten eerste, dat de sprekers meerendeels dilettanten zijn in ko loniale politiek en ten tweede, dat hot over- groote deel der Kamer zich maar matig voor Indische zaken interesseert. Zoo ken men in do afgeloopeu week weer een paar maal in de vergaderzaal der Tweede Kamer een Mi nister, den voorzitter en twee, zegge twee afgevaardigden, aantreffen, die met 'hun vieren of vijven voorstelden: „het debat der Tweede Kamer over de Indische be grooting!" Toch was dit jaar het Koloniale debat be langrijk en wist vooral de nieuwe Minister de discussies op hoog peil te brengen. Door den Kamervoorzitter, inr. Fock, wa ren de besprekingen goed ingezet. Deze ko loniale specialiteit had zich tot groote lij nen weten te beperken en in een knap be toog Nederland's taak als koloniale mogend heid en de wijze van ontplooiing der volks ontwikkeling en welvaart in onze Oostersche jewesten uiteengezet. Daarop volgde weer een van die ellendi ge momenten, welke het parlementaire leven zoo ongenietelijk maken. Een parlement is nu eenmaal een verzameling van tegenstrij dige meeningen; dat is bekend en tot zekere hoogte interessant. Zoolang wij daar een itrijd tusschen beginselen zien voeren of af wijkende opinies tegen elkaar zien botsen, kan onze belangstelling levendig blijven. Maar zoodra het parlementaire spreekge stoelte wordt misbruikt als tribune, om. er een meetingsspeeck te honden, enkel bere kend op liet effect naar buiten, de politieke propaganda en dergelijke motieven, vreemd aan de eigenlijke, groote politiek, bekruipt ons steeds een gevoel van walging en on voldaanheid. Zulke momenten leverde de In dische .begrooting ditmaal weer op in de knetterende speeches van de bolsjowikf Kruyt en van Wijnkoop, voor wie bet aan de orde stellen van koloniale onderwerpen niets dan een aanleiding was om te schipapen op de „kapitalistische" maatschappij, om propaganda te maken voor zelfbestuur van Javaan en Deliaan, voor Indische tsövjets enz terwijl rij bet minste bewijs gaven bevoegd te zijn om over zulke belangrijke zaken een oordeel te verkondigen. .De Vrijzinnig-Democratische leider, mr. Marchant, ofschoon minder revolutionair en minder heftig dan onze Communisten, praat- Ie toch ook met een slordige vrijheid over reorganisatie in de koloniale politiek* diA veel van dilettantisme had. Als leider van jen politieke groep toch had mr. Marchant zich wel eerst eens heter van de plannen de zer regeering op de hoogte mogen stellen, al vorens hü zijn phrasen over particuliere ex ploitatie en Bnitenzorgsohe bureaucratie afstak. Hoog boven al dat klein gedoe stond Mi nister Idenbuig, in wien men aanstonds den bevoegde hoorde. Deze staatsman, die als vertegenwoordiger van het (hoogste in Indië zooveel voor de bruine bevolking heeft gedaan, en het verre eilandenrijk in zijn «eesteilijke en maatschappelijke behoef ten kent als weinigen, sprak met een gezag en deskundigheid over de verhouding van moederland tot de overzeesche bezittingen, over koloniale politiek in bet algemeen en de politieke en sociale ontwikkeling onzer eigen koloniën in het bijzonder, dat zijn schit terende uiteenzetting aan het filot luide tee kenen van instemming van het grootste deel der Kamer, ook der linkerzijde, uitlokte. Ik kan niet ingaan op al de rake opmerkin gen, welke Z.Exc, ten beste gaf over al de details, door de verschillende sprekers naar voren gebracht» Maar de groote lijn van Ne derland's taak op koloniaal gebied, zij tochi nog even aangestipt. Men wil Indië zelfbe stuur geven, zei de heer Idenburg. Maar men begrijpt niet, dat, wanneer men Indië plotse ling op eigen been en liet staan, dat voor de bevolking zou beteekenen een economische ramp. Als het Nederlandsche gezag zich te rugtrekt, stort de Indische maatschappij in een tenzij een andere mogendheid onze taak overneemt en die zou toohi zeker niet meer voor de volksontwikkeling en fle gelei delijke vrijmaking kunnen doen dan wij. Hieruit volgt alreeds, dat deze bewindsman en deze regeering niet vast houdt aan de oude taktiek van overheersching der kolo niën zonder meer. Ook tegenover het tot nog toe gevolgde kapitalistisch systeem van particuliere exploitatie der, rijke bronnen van het eilandenrijk, staat de Minister niet als bewonderaar. Dat systeem heeft zijn be zwaren, maar ook zijn goede zijden. En de taak der overheid is de nadeelen zoovc'el mogelijk weg te semen en de voor deel en. zqp groot mogelijk te maken ten bate der bevol king van Indië zelf, op de eerste plaats. Met de Katholieke en Anti-Revolutionaire woordvoerders bij dezfJ""begrooting, ziet de Minister echter deze taak van Nederland nojf in een geheel ander lieht. Het is niet op de eerste plaats de vraag, of en hoeveel mate rieel voordeel Nederland en de Indische be volking van een bepaald bestuurssysteem zullen trekken, maar welke verantwoorde lijkheid de Nederlandsche Overheid tegen over God heeft als beschermster en bestuur ster van gindsohe nog half beschaafde vol keren. En dan meent de Minister, dat wij aan onzen plicht zouden verzaken, wanneer wij Indië in den steek lieten. Wij hebben te zorgen voor een harmonische ontwikkeling der Indische bevolking, wij bieb ben dus te leiden en goede voorwaarden te scheppen; maar daarbij doen zi<A telkens factoren op, welke de Overheid niet in haar band beeft. Met de instelling van een Volksraad is reeds aan Indië zelf belangrijk meer invloed in bet bestuur toegekend. Wie nu verder wil gaan en opeens aan do eilandbewoners een eigen parlement gev en, die gaat een Wester- sciien deeoratieveu gevel voor een Oostersch gebouw plaatsen; een dwaasheid dus. Wil men in de koloniale politiek een democrati sche lijn volgen, dan heeft men wel toe te zien, dat men niet enkel de macht, maar ook de verantwoordelijkheid verplaatst en wel in gelijke mate. Op deze twee onmishere peilers nu kap de Volksraad nog niet steu nen. In een treffende peroratie schilderde mi nister Idenburg Neêrland's taak als een schoone, "maar zware en verantwoordelijke, schoon, wanneer wij hef volledig vertrouwen der bevolking weten te winnen en te be houden, zwaar, maar niet onoverkomelijk wanneer wij er offers voor over hebben. Geen betere hulde kon ons r echts dh Ministerie in den Minister van Kolo niën gebracht worden, dan door de ver klaring van den Vrij-Liberalen heer Dresselhuys, die de rede van dit depar tementshoofd een van de meest belangrijke noemde, welke de laatste jaren over Indi sche aangelegenheden is gehouden. De be£r Idenburg heet met zijn optreden in de Kftmer, het prestige van onze christe lijke regae^ing zoo mogelijk nog verhoogd. Naast den kracktigen premier, aan wiens handen do teugels van het bewind zoo goed zijn toevertrouwd; naast den voortvarenden Minister van sociale aangelegenheden; naast den democratisch en Minister van Oorlog, die zijn moeilijk werk zoo uitnemend blijft beheerschen; naast den oud-parlementarier Heemskerk en een kundigen Minister van Financiën; naast een fijnzinnig beheerder der Onderwijsportefeuille, man met eigen inzicht en breeden blik, staat Z. Exc. Iden burg als een der beste dragers van de por tefeuille van Koloniën, welke men maar wensehen kan. En in een tijdsgewricht als Wij thans beleven, stemt dit voorzeker zoo wel voor het kabinet als voor heel het land, tot blijde voldoening. De Eerste Kamer heeft de vorige week een groot aantal wetsontwerpen, do begroe tingen van Marine, Oorlog en Arbeid afge handeld met een snelheid, waarover men in deze Kamer van „oude heeren" verbluft staat. Geen spoor van tegenhouden of rem men, eer het tegendeel is daar merkbaar. Zou onze Senaat missohien van karakter 'veranderen en een prikkel tot voortvarend heid voor de Tweede Kamer worden! Dat zou gedurende den strijd voor afschaffing en behoud der Eerste Kamer, wel een merk waardig verschijnsel zijn! HAGENAAR. De Engelsche coalitie-regeering! heelt op nieuw een ernstige nederlaag geleden, die van veel verder strekkende beteekenis is dan voor de Engelsche binnenlandsche politiek alleen. Te Huil werd n.m. bij een tusschentijdsche verkiezing de kapitein ter zee Kenworthy geko zen met 8616 stemmen tegen 7699, uitgebracht op lord Eustace Percy, den umonistischen can- didaat der coalitie. Dit is een buitengewoon treffend succes voor de onafhankelijke liberalen want sir Mark Sikes de bekende unionist was in December 1.1. door hetzelfde district gekozen Nog kort geleden, leed" de tegenwoordige re geering een gelijksoortig fiasco Bii eën tus- schenttijdsche verkiezing in West Leyton. De bladen wijzen er op, dat het ,>om" gaan van 11,000 stemmen in zóó korten tijd, en twee dusdanig sensationeels tusschentiidsche verkie zingsnederlagen, zóó kort na de algemeens ver kiezingen, in ae politieke geschiedenis van Engeland zonder weerga is. Kenworthy zelf hoeft in een redevoering de beteekenis van dezen stembusuiitslag geschetst door o.m. te verklaren; ,,Mijn overwinning be" teekent, dat als Lloyd George president Wilson steunt en tegen de chauvinisten verzet biedt in hun eischen nopens een halven vrede van de oude soort, deze uitslag hem zeer zal versterken en van meer waarde voor hem zal zijn, dan de telegrammen om hem bang te maken, die door twee of driehonderd reactionairen verstuurd zijn. Zn belmoren meerendeels tot de unionis tische partii, die niets vergeten schijnt te siin en niets geleerd schijnt te hebben, in de laatst e vier en half jaar." Zoo is dus in Engeland ondanks do tegen gestelde uitingen, van een groot deel der pers onder het volk een sterke stTOoming merk baar, die wars en beu van alle oorlogagedoe, tegen, dienstplicht en alles ingaat, wat nog op oorlog lijkt. Daaronder moet ook begrepen worden een al te stramme houding tegenover Duitsohland bh het opleggen van zware vredee- v oor waarden. Hoe do geest in Duitgchland ten deze op zichte i». bleek opnieuw, hieruit-, dat alleen met de stemmen der oaafhankelijken tegen, de Prui sische regeering besloten heeft er bij' de rijks- regeering op *an te dringen, geen vrede te teekenen, tenEu hij waarborgt, dat ten eerste: een wezenlijke vrede van verzoening zal intre den, ten tweede: geen tekort gedaan wordt aan het tweede beginsel van Wilson, ten derde: de blokkade dadelijk opgeheven wordt, ten vierde: de krijgsgevangenen terugkeeren, en tenviifde: onverwijld'het bezette gebied worde ontruimd. Lang eohbnt men in Duitsohland niet meer behoeven te wachten. Het Journal oeelt n.m. mede. dat de raad wan Vier verwacht heden 14 April de grens kwesties af te doen «n <Jq Duitscho gedelegeer den in den loop van deze week te Versailles te kunnen bii eenroepen. Ook het nieuwe ontwerp-Volkerenbond sehjjnt thans in zijn laatste stadium te verkee- ren. De desbetreffende commissie heeft n.m. Za terdag vergaderd en een nieuwe tekst van 26 artikelen vastgesteld. De publicatie wordt bin nen enkele dagen verwacht. Lloyd george vertrekt vandaag luit Patrijs naar Londen en zal daar. ongevesr oen week blijven. Omstreeks Paschen mogen wh de resultaten van het werk der groote heeren verwachten. In Frankrijk h in parlementaire kringen een zekere onrust te kespeuren. of Clemenooau wel voor Frankrijk allee uit do Conferentie haalt, wet erjiit te kalen is. Men heeft nu een - verzoek aan den Minister president gericht om inlichtingen omtrent den met Duitsohland te sluiten vrede, Zaterdag heeft Clemenceau in antwoord op een ver toog van Peret, voorzitter der begroohingscom- missie, in een brief met leedwezen vastgesteld dat de commissie, zonder- rekening te houden met da verplichtingen, welke de regeering door art. 8 van de grondwet worden opgelegd, voort gaat op een mededeeling aan te dringen, welke da regeering onmogelijk kan doen. Clemen ceau voegde hier aan toe; Wanneer een parle ment niet tevreden is over de reeering heeft het een middel om zün ontevredenheid te uiten: haar "te interpelleeren en haar ten val te bren gen. Deze brief heeft in de cofnmissie een pijn lijken indruk gemaakt. Men besloot hem niet openbaar te maken, doch de afgevaardigde Piou verklaarde dat de in ,jen brlef vervattc [beweegredenen niet aannemelijk zijn en dat de commissie nogmaals hij óen eersten minister aandringen moet. De commissie besloot vandaag bijeen te komen om over de kwe8tie te beraadslagen. Olemenceau zou gisteren een afvaardiging van de radicaal socialistische Kamergroep ontvan- gen. De af^evaardiRcio Debey ig voornemens Dinsdag aan de Kamer, voor „te stellen zich ia geheime zitting te véreenigen om <j6 uiteenzet tingen der regeering aan te hooren. DE ONGEREGELDHEDEN IN DUITSCH- De Saksische Minister van Oorlog vermoord. Te Dresden had Zaterdag 10 uur een groote betooging plaats van mvalieden, zieken en hispitaal-personeel. Ongeveer 8000 deelnemers waren op het Theaterplein bijeen. Een soldaat voerde het woord en stelde een motie voor, die aangenomen werd. Toen wilde de stoet door den minister van oorlog, Neuring, ontvangen worden: 500 inva- lieden op stokken en krukken gingen vooraan. De minister, die beweerde, óat er Spartaciërs meeliepen, wilde ben niet ontvangen. Daarop probeerden de betoogers het ministerie binnen te dringen. Temidden van de beweging hoorde men plotseling twee ontploffingen. Er werd beweerd, dat er in et_ ha nug r a na ten geworpen was en alles vluchtte. Vóór het gebouw ver- zamelede de menigta zich echter weer en ge raakte nu in ae hevigste woede. De wachtzaal werd bestormd en de wacht ontwapend. Een aafaeeling soldaten ging over de Elbebrug en werd ook door de invalieden ontwapend. Deze hielden eveneens alle trams aan en dJoorzoohten ze naar militairen, d'ien ze allen de wapens afnamen. De woede van de menigte steeg voortdurend. Ze gingen weer naar het minis terie terug, i om daar den minister op te wachten. Om kwart voor vier drongen zii binnen. Ze sleepten den minister op straat. Tot vier uur werd er door elkaar geschreeuwd en gepraat. Toen was de woede zoo hoog gestegen, dat de betoogers den minister in de Elbe wierpen. D« minister bleek een goed zwemmer en hield zich boven water. Degenen ecifter. die aan den kant. stonden, schoten zoolang op hem tot hij onder ging en verdronk. Omtrent de aanleiding tot het oPioer meldt het Wolff-bureau: Tegen 2 uur drongen eenige gewapende soldaten het ministerie binnen. Een aldaar als ördonnance aangestelde onbezonnen jong soldaat wierp in zijn verbouwereerdheid op dit oogenblik twee oefeningshandgranaten in den lichtkoker. die echter niemand kwetsten of kwetsen konden. Op straat ontstond daarop het gerucht, dat minister Neuring bevel gegeven had tot het werpen van handgranaten. Dit is een absc ite onwaarheid. De minister en zün omgeviii:. werden veeleer door de knallen ver rast en moest zelf een onderzoek naar de oor zaak doen instellen. Niemand heeft den soldaat bevel gegeven tot^het werj>en der granaten. Minister Neuring is' dus naar aanleiding van een valsch gerucht op beestachtige wiize ver moord. De regeering zend spoedig troepen, om de orde te herstellen. De woedende menigte trok deze tegemoet, Spoedig waren de troepen ontwapend en in triomph werden drie machinegeweren met bii- behoorende munitie naar de Neustadter Markt gebracht. Hier werden de machinegeweren in stelling gebracht. Buitengemaakte geweren werden vernield en onder de menigte verdeeld. Telkens weer klonk de. uit de revolutiedagen zoo beruchte roep „Straat vrij" en wanneer de verschrikte voorbijgangers zich uit de voeten hadden gemaakt ratelden de machinegeweren. Vip. de vensters van het ministerie van Oorlog was geen enkele ruit meer heel. DE REVOLUTIE IN BEIEREN. Het opperbevel van dtet derde legercorps meldt: Te Muenohen hebben de communisten be proefd de onafhankelüken ten val te brengen. Thans rijn er te Muenchen twee centrale raden naast elkaar, die elkander bestrijden. De mili tairen staan aan de zijde van de regeering- Hoffmann. Muenohen is geïsoleerd. In de beele stad is geen droppel melk en geen pond vleeseh. De kolepvoorraad kan niet lan/r meer «trekken. Goederenvervoer heeft niet meer plaat», het verkeer van personen gaat voort. ONDERZOEK NAAR DE VERANTWOOR- PElifJKHBIP VOOR DEN OORLOG. De vraag naait de schuld voor de ramp, die over Duitsohland gekomen is, houdt het Duit- sohe volk, naar de meeding der Duitsche re geering, ten zeerste bezig. Het volk eiacht dat opgehelderd wordt door "wiens schuld de oorlog uitgebroken is, waarom hij niet eerder werd beëindigd en of zijn verderfelijke gevolgen niet geheel of ten deel© afgewend hadden kunnen worden. De rijksregeering heeft daarom be proefd, die instelling van een internationale oommissie van onderzoek met vérstrekkende bevoegdheden tot constateering van de feiten te bewerkstelligen. Het plan is echter bij de vijanden op een besliste weigering afgestuit. De rijksregeering acht het haar plicht om alles te doen ten einde de waarheid aan het licht te brengen. Daarom werd bii de. wetgevende nationale vergadering een wetsontwerp ingediend en atfhgenomen betreffende de instelling van een staatsgereohtshof. Daarin wordt o.m. gezegd: De Nationale Vergadering vormt uit haar midden een commissie van 15 leden tot het in stellen van een onderzoek naar de gebeurtenis sen in de poliieke en militaire-politieke leiding van het rijk, die tot het uitbreken, tot de ver lenging of tot het verliezen van den. oorlog hebben bijgedragen. De rijksregeering heeft de oommissie de door haar verlangde oorkonden en achten ter beschikking te stellen. De bespre kingen van de oommissie zijn niet openbaar. Verdenkt de commissie een persoon ervan tot het uitbreken, de verlenging of heit verliezen, van den oorlog te hebben bijgedragen, dan opent zij tegen deze een procedure voor het staatsgereohtshof. Iedere Duiteoher kan bii de oommissie van onderzoek het instellen van een procedure tegen zichzelf voorstellen. Het staatsgereohtshof bestaat uit vijtien leden met inbegrip van den voorzitter, Geen zomertijd. In de Vrijdag gehouden bijeenkomet van de Duitsche Nationale Verga dering is het wetsontwerp tot invoering van den zomertijd met groote meerderheid van stemmen, waartoe die van afgevaardigden van alle partijen behoorden, verworpen. Onlusten in Kaïro. Ernstige onlusten heb ben drie dagen lang te Cairo plaats gehad. Het grauw viel vooral de Armeniërs aan, waar van er 38 gedood en 100 gewond werden. Bii een botsing tusschen. de troepen en. de menigte leden de oproerlingen groote verliezen. Vijf Biutaohe soldaten werden vermoord, le AlexanciS viel het grauw de troepen aan. Dezen gaven vuur. Zeventien Ppr oer linger, weTden gedood er velen gewond. Ten slotte werd de orde hersteld. Dernburg opvolger van Schiffer? De Duitsch-democratische fractie der Nationale Vergadering heeft breedvoerig het aftreden van haar partijgenoot, den minister van Finan ciën Schiffer, die zelf ziin houding toelichtte, besproken. Na een levendig debat werd besloten den vroegeren «taats-secretaris Dernburg als opvolger van Schiffer voor te stellen. Proces wegens landverraad. Te Berlijn begon Donderdag het prooes wegens landver raad tegen den ritmeester graaf von Nayhaus- ,ormon. die .terecht moet staan OP beschuldi- ging, dat hü berichten van groot militair ge- wm t aan den Fransehen gezant te Bern in handen heeft gespeeld, tijdens den oorlog. ROMAN UIT HET POOLSCH. Do vroolijke ex-praetor knikte onmerk baar met het hoofd, waarmede hij te ken nen gaf, dat hij den stadsprefect niet zou hinderen in zijn maatregelen. Een kolossale, met honderdjarigen Faler- n«r gevulden beker opheffend, riep nu Lu cius Verus uit: v Servius, ter eere van uw liefste 1" Hjj zette den. beker aan do lippen en dronk.—. Hij dronk lang, met tusschen- poozen, en werd steeds rooder in het ge- zic,ht, de aderen op zijn voorhoofd en zijn jhals zwollen op, alsof zij zouden bersten, en zijn oogen puilden uit. Maar hij ledigde den beker tot op het laatste dropje. Daarop alingerde hij dan kostbaren beker, een sie raad der keizerlijke schatkamer, qp den mozaiekvloer en vjel op zijn rustbed ach terover. Drinkt.... drinkt! stamelde hij, zijn gas ten aansporend. Zijn lijfarts, een oude Egyptenaar ,die naast hem stond, boog zich bezorgd over hem heen. De bekers werden opnieuw ingeschonken en uitgedronken. Met wezenlooze blikken staarde de Im perator zijn gasten aan; een verachtelijke lach krulde zijn lippen. Hij lichtte het hoofd op, liet het leunen op zijn hand en riep: Uw zoete, toegeeflijke wijsjheid is be- driegelijk, Aristomedesl.... Ja, Aristomedes, u gaat het aanl De filosoof, een jonge, elegante Griek, gekleed in een mantel van de fijnste stof, metpracht% gefriseerd hoofdhaar, sterk ge parfumeerd. scfiitterend van ringen en arm banden, hief zich een weinig yam zijn mist bed op. Mijn wijsheid neemt de VTees voor het „niets" na den dood weg en leert, dén ho ning uit de bloem des levens tot het laatste dropje te genieten. De jongeren yan Aris» tippus zoeken een ander genot, wanneer zij zat zijn van .vroegere genietingen. Maar buitengewone genietingen vermo gen zij niet aan te bieden. Uwe vreugden zijn al te spoedig uitgeput. Eu daarom be driegt uw wijsheid, Aristomedes, want men verveelt zich daai'b'. Omdat men geen maat weet te hou den in de jacht naar genot, voerde een an der filosoof, de aanhanger van Epicurus Fy- th,.an, aan. Niet dat wat prikkelt vervult met vreugde, maai" dat .wat bevredigt en kalmeert. Mij kalmeert en bevredigt op .dit oogen blik de uitstekende Faleruerwijn, antwoordde Aristomedes, den beker aan de lippenzet- tend. En morgen zult gij hem vloeken, her- nam Pythias. De zorgen voor morgen laat ik aan u over, riep de eerste. De twee filosofen wierpen elkander blik ken toe als twee hanen, die elkander tot den strijd uitdagen. Een spotachtig lachen liep nu over het moede gezicht van den Imperator. Hij wierp Marcus Quinctilius een blik yan verstandhouding toe en liet zich een verschen beker wijn halen. Eere zij u, stralende zonnen van het keizerrijk der Amtoniërs. Uw glans heeft de goden in de schaduw gesteld. Gij hebt de bewoners van den Olympus met uwe tongen vermoord, want deze oude kreupele goden waren geen ander wapen waard. Gij hebt het beangstigende duister, dat ons omgai, verlicht en ons de volle vrijheid van den ken en handelen» geschonken. Drinkt uit! hooggeëerde wijzen, ik drink U ter eerel Hif zette den beker aan de lippen en deed, alsof hij dronk, doch monsterde daar bij alle aanwezige filosofen. Slechts Aristomedes en Pythias deden be scheid: de overigen maten de groote be kers met mistrouwende oojg.en. De oude Fa-, lemer was rfeeds begonnen te werken, en zij wisten ook niet, wat die. dubbelzinnige lofrede beteekenen moest. De Imperator wacht van u bescheid 1 yoer Lucius Verus voort. Na een "zoo nadrukkelijke uitnoodigdng moesten de filosofen wel drinken. De mees ten van hen vielen daarop met het hoofd op de leuning, van hun rustbed. Maai- dit wilde de Imperator niet. De plunderingen te Amsterdam. Het be stuur der Algemeene V'inkeliersvereeniKin* te Amsterdam, heeft aan den minister vt Justitie een telegram gezonden, waarin het naar aanleiding van het z.g. ruitentikken met den daaraan gepaar<Lgaanden roof der geëtal- leerde goederen, waarvan de daders wegens gebrek aan ruimte, in het huis van bewaring, niet werden vastgehouden, met klem bü dev minister aandringt op het nemen van maat regelen. opdat de voor de geordende samen- leving ongewenschte elementen, direct na hei plegen der misdaad preventief kunnen worden opgeborgen, tot zii hun vonnis ondergaan, en waarbij het voor dit doel de aandacht vestigt op de gevangenkampen te Bergen of elders Sabotage op torpedobooten. Aan boord van eenige torpedobooten heeft, naar de ..Tel." meldt, ernstige sabotage plaats gehad, door het wegnemen en overboord werpen van onderdee- len van kanonnen. Enkele ondeTdeelen zün opgeyisobt. Een matroos is aangehouden en na eenige dagen op het politiebureau te hebben vertoefd, weder aan het maritiem gezag over geleverd. Beruchte inbrekers gearresteerd. De poli tie heeft bii Den Ham (Ov.) zekere de R. en in Averee^t (Ov.) Zekere A. B. en diens zoon gearresteerd, qn hen tot bekentenis weten te brengen, dat eerstgenoemde in Bornerbroek en de drie gezamenlyk in een villa t0 Klaren- beek bij Voorst hebben ingebroken, terwijl vader en zoon bij een winkelier in Haarle, gom. Hellendoorn, diefstal hebben gepleegd Verschillende goederen ziin uit de woonwagen:) van de gearresteerden in beslag genomen welke alle van diefstal afkomstig bleken t© zü'n. Men denkt hiermede berucht© inbrekers te hebben aangehouden die de omstreken in den laatster tijd onveilig hebben gemaakt. Een heel karwei. Het gebeurde op een der stembureaus te Deventer Kiezer komt aarzelend binnen, geeft voor de groene tafel aangeland, schroomvallig zijn oproepingskaart. luistert verbijsterd naar het noemen van naam en voornamen, aanvaardt dankbaar, ietwat schuchter, zün stembiljet, knikt verlegen en verdwijnt in stemhokje. Tien minuten later. Zelfde kiezer nog steen- zelfde stemhokje, houding gebogen, ine-nge zakt, onheilspellend. Voorzitter, ongerust, in formeert tenslotte belangstellend, reeds vree- zend voor lichamelijk© complicaties, voor de noodzakelijkheid van medische hulp: „Schoe'It er wat aan. vrindlief?" En 't antwoord van den kiezer, opluchting gevend: luidt: Welneenik. meneer, maar 't is 'n heele karwei, al die holes kes zwart te moake." Cursus in de practijk van het Bolsjewisme. In een buitenlatfdsch tijdschrift lezen wij het volgend© epotiberioht van iemand, die met zijn tijd meegaat: s Op veelvuldig verlangen heb ik besloten een cursus aan te leggen tot opleiding van het nieuwe beroep van Arbeidscliuwenik ben er reeds in geslaagd eerste capaciteiten op dit gn- bied als leerkrachten aan myn inrichting te verbinden. Het leergeld is zeor matig! do lesuien zün zoodanig vastgesteld, dat het bijwonen zonder beroepsstooxnis kan plaats hebben'. Uitstekende opleiding voor een Spartacisti- schen, oommunistisohen en bolschewistisehen levenswandel. Afzonderlijke klassen in plunderen, ruiten tikken, het arrangeeren van werkelooze- en trekkersoptochten, van relletjes en opstootjoor uitspattingen op allerlei gebied, reuzenheibels en revoluties; practische oefeningen in aan randingen. postdiefstallen, zakkenrollen van trampassagiers enz., enz. Prima referenties over resultaten verkregen met straatroof, inbraak en socialisatie van goudsmidswinkels door jatters en jongens van de vlakte in geheel Europa: duizenden dankbe tuigingen. dat zii aan min inrichting hun for tuin te danken hebben. Zün broertje gewurgd. Te 's-Graveland bi' Hilversum, heeft de 15-jarige V. ziin 6-jarig, broertje gewurgd. Iu verband met deze moord is, behalve de dader, ook diens vader door de politie gearresteerd, daar deze verdacht wordt-' de hand in dit drama te hebbep gehad. Hü zou' zich n.l. de uitkeering van db" levensverzeke ring, welke op bet knaapje gesloten was, heb- ben, willen toeeigen en. (Tel.) wijshedd van Aristo.- Moede van de medee van Pythias, eprak de Imperator verder, wier raadgevingen ik zoo ijverig op gevolgd heb, dat ik als een vermolmde boom begin te wankelen, iheb ik besloten, een an dere levenswijze aan te nemen. ,\Via anders zou mij nieuwe aanwijzingen geven dan gij., wier hoofden buigen onder den laat der al- wetenschap, opdat ik, hoewel dan uit de verte, mijn goddelijkea broeder nabij kome. Begin, Philippus; zeg mij wat. gij weet. Hij gaf den hofmeester een teeken, en nauwelijks had Philippus een poging ge daan om zich van zijn zetel op te heffen, of hij werd door vier slaven opgenomen en; tot algemeene vroolijkheid boven op de taf et gezet. Men klapte in do handen en begon luide te lachen. De arme filosoof keek met ver« legen blik om zich heen. Ik wil weten wat het wezen van af het bestaande is, zeide Lucius .Verus op be velenden toon. (TV.ordt verro-lgt.) jn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 11