«Kilt HUSI. COURANT
BUITENLAND.
Parlementaire Kroniek.
Van Overal
De Ondergang van een
Wereldmacht.
FEUILLETON
Iflaandag 14 April
Tweede Blad
De gebeurteniseen van den dag.
met 13.085 stemmen tegen 3434 op den libera
len 'candidaat.
KORTE BUITENLANDSCHE BERICHTEN.
DEN HAAG, 13 APRIL.
De Tweede Kamer heeft het dan klaar
weten to spelen, j.l. Vrijdagmiddag huistoe
te gaan met Paaschvaeantie en met het ver
lichtend gevoel, de begrootingen te hebben
afgedaan. Als altijd kwam de Indische be
grooting het laatst en ditmaal daarom zeer
laat aan de beurt. Deze rangorde teekent
wel zeer. juist de mate van belangstelling,
welke in het moederland vóór do koloniën
'bestaat. Dit gebrek aan meeleven met de be
volking van onze Oostersche gewesten valt
niet alleen to constateeren bij de groote mas
sa der Nederlandsche burgers die het al
heel ver in de Indische sympathie hebben ge
bracht, wanneer zij de namen van de groot
ste eilanden van onzen archipel kennen
maar ook in het parlement heerscht een be
treurenswaardig gebrek aan kennis en waar
deering van Indische zaken. Van hoe gering
belang is vaak het onderwerp van binhen-
landseho politiek, dat de Kamer dikwijls
uren, zelfs dagen lang bezig houdt en waar
bij de boeren elkaar rondom het spreekge
stoelte verdringen. De debatten over de. In
dische begrooting daarentegen bewijzen
doorgaans gewoonlijk ten eerste, dat de
sprekers meerendeels dilettanten zijn in ko
loniale politiek en ten tweede, dat hot over-
groote deel der Kamer zich maar matig voor
Indische zaken interesseert. Zoo ken men in
do afgeloopeu week weer een paar maal in
de vergaderzaal der Tweede Kamer een Mi
nister, den voorzitter en twee, zegge twee
afgevaardigden, aantreffen, die met 'hun
vieren of vijven voorstelden: „het debat
der Tweede Kamer over de Indische be
grooting!"
Toch was dit jaar het Koloniale debat be
langrijk en wist vooral de nieuwe Minister
de discussies op hoog peil te brengen.
Door den Kamervoorzitter, inr. Fock, wa
ren de besprekingen goed ingezet. Deze ko
loniale specialiteit had zich tot groote lij
nen weten te beperken en in een knap be
toog Nederland's taak als koloniale mogend
heid en de wijze van ontplooiing der volks
ontwikkeling en welvaart in onze Oostersche
jewesten uiteengezet.
Daarop volgde weer een van die ellendi
ge momenten, welke het parlementaire leven
zoo ongenietelijk maken. Een parlement is
nu eenmaal een verzameling van tegenstrij
dige meeningen; dat is bekend en tot zekere
hoogte interessant. Zoolang wij daar een
itrijd tusschen beginselen zien voeren of af
wijkende opinies tegen elkaar zien botsen,
kan onze belangstelling levendig blijven.
Maar zoodra het parlementaire spreekge
stoelte wordt misbruikt als tribune, om. er
een meetingsspeeck te honden, enkel bere
kend op liet effect naar buiten, de politieke
propaganda en dergelijke motieven, vreemd
aan de eigenlijke, groote politiek, bekruipt
ons steeds een gevoel van walging en on
voldaanheid. Zulke momenten leverde de In
dische .begrooting ditmaal weer op in de
knetterende speeches van de bolsjowikf
Kruyt en van Wijnkoop, voor wie bet aan
de orde stellen van koloniale onderwerpen
niets dan een aanleiding was om te schipapen
op de „kapitalistische" maatschappij, om
propaganda te maken voor zelfbestuur van
Javaan en Deliaan, voor Indische tsövjets
enz terwijl rij bet minste bewijs gaven
bevoegd te zijn om over zulke belangrijke
zaken een oordeel te verkondigen.
.De Vrijzinnig-Democratische leider, mr.
Marchant, ofschoon minder revolutionair en
minder heftig dan onze Communisten, praat-
Ie toch ook met een slordige vrijheid over
reorganisatie in de koloniale politiek* diA
veel van dilettantisme had. Als leider van
jen politieke groep toch had mr. Marchant
zich wel eerst eens heter van de plannen de
zer regeering op de hoogte mogen stellen, al
vorens hü zijn phrasen over particuliere ex
ploitatie en Bnitenzorgsohe bureaucratie
afstak.
Hoog boven al dat klein gedoe stond Mi
nister Idenbuig, in wien men aanstonds den
bevoegde hoorde. Deze staatsman, die als
vertegenwoordiger van het (hoogste
in Indië zooveel voor de bruine bevolking
heeft gedaan, en het verre eilandenrijk in
zijn «eesteilijke en maatschappelijke behoef
ten kent als weinigen, sprak met een gezag
en deskundigheid over de verhouding van
moederland tot de overzeesche bezittingen,
over koloniale politiek in bet algemeen en
de politieke en sociale ontwikkeling onzer
eigen koloniën in het bijzonder, dat zijn schit
terende uiteenzetting aan het filot luide tee
kenen van instemming van het grootste deel
der Kamer, ook der linkerzijde, uitlokte.
Ik kan niet ingaan op al de rake opmerkin
gen, welke Z.Exc, ten beste gaf over al de
details, door de verschillende sprekers naar
voren gebracht» Maar de groote lijn van Ne
derland's taak op koloniaal gebied, zij tochi
nog even aangestipt. Men wil Indië zelfbe
stuur geven, zei de heer Idenburg. Maar men
begrijpt niet, dat, wanneer men Indië plotse
ling op eigen been en liet staan, dat voor de
bevolking zou beteekenen een economische
ramp. Als het Nederlandsche gezag zich te
rugtrekt, stort de Indische maatschappij in
een tenzij een andere mogendheid onze taak
overneemt en die zou toohi zeker niet meer
voor de volksontwikkeling en fle gelei
delijke vrijmaking kunnen doen dan wij.
Hieruit volgt alreeds, dat deze bewindsman
en deze regeering niet vast houdt aan de
oude taktiek van overheersching der kolo
niën zonder meer. Ook tegenover het tot
nog toe gevolgde kapitalistisch systeem van
particuliere exploitatie der, rijke bronnen
van het eilandenrijk, staat de Minister niet
als bewonderaar. Dat systeem heeft zijn be
zwaren, maar ook zijn goede zijden. En de
taak der overheid is de nadeelen zoovc'el
mogelijk weg te semen en de voor deel en. zqp
groot mogelijk te maken ten bate der bevol
king van Indië zelf, op de eerste plaats.
Met de Katholieke en Anti-Revolutionaire
woordvoerders bij dezfJ""begrooting, ziet de
Minister echter deze taak van Nederland nojf
in een geheel ander lieht. Het is niet op de
eerste plaats de vraag, of en hoeveel mate
rieel voordeel Nederland en de Indische be
volking van een bepaald bestuurssysteem
zullen trekken, maar welke verantwoorde
lijkheid de Nederlandsche Overheid tegen
over God heeft als beschermster en bestuur
ster van gindsohe nog half beschaafde vol
keren. En dan meent de Minister, dat wij
aan onzen plicht zouden verzaken, wanneer
wij Indië in den steek lieten. Wij hebben te
zorgen voor een harmonische ontwikkeling
der Indische bevolking, wij bieb ben dus te
leiden en goede voorwaarden te scheppen;
maar daarbij doen zi<A telkens factoren op,
welke de Overheid niet in haar band beeft.
Met de instelling van een Volksraad is
reeds aan Indië zelf belangrijk meer invloed
in bet bestuur toegekend. Wie nu verder wil
gaan en opeens aan do eilandbewoners een
eigen parlement gev en, die gaat een Wester-
sciien deeoratieveu gevel voor een Oostersch
gebouw plaatsen; een dwaasheid dus. Wil
men in de koloniale politiek een democrati
sche lijn volgen, dan heeft men wel toe te
zien, dat men niet enkel de macht, maar ook
de verantwoordelijkheid verplaatst en wel
in gelijke mate. Op deze twee onmishere
peilers nu kap de Volksraad nog niet steu
nen.
In een treffende peroratie schilderde mi
nister Idenburg Neêrland's taak als een
schoone, "maar zware en verantwoordelijke,
schoon, wanneer wij hef volledig vertrouwen
der bevolking weten te winnen en te be
houden, zwaar, maar niet onoverkomelijk
wanneer wij er offers voor over hebben.
Geen betere hulde kon ons r echts dh
Ministerie in den Minister van Kolo
niën gebracht worden, dan door de ver
klaring van den Vrij-Liberalen heer
Dresselhuys, die de rede van dit depar
tementshoofd een van de meest belangrijke
noemde, welke de laatste jaren over Indi
sche aangelegenheden is gehouden.
De be£r Idenburg heet met zijn optreden
in de Kftmer, het prestige van onze christe
lijke regae^ing zoo mogelijk nog verhoogd.
Naast den kracktigen premier, aan wiens
handen do teugels van het bewind zoo goed
zijn toevertrouwd; naast den voortvarenden
Minister van sociale aangelegenheden; naast
den democratisch en Minister van Oorlog,
die zijn moeilijk werk zoo uitnemend blijft
beheerschen; naast den oud-parlementarier
Heemskerk en een kundigen Minister van
Financiën; naast een fijnzinnig beheerder
der Onderwijsportefeuille, man met eigen
inzicht en breeden blik, staat Z. Exc. Iden
burg als een der beste dragers van de por
tefeuille van Koloniën, welke men maar
wensehen kan. En in een tijdsgewricht als
Wij thans beleven, stemt dit voorzeker zoo
wel voor het kabinet als voor heel het land,
tot blijde voldoening.
De Eerste Kamer heeft de vorige week
een groot aantal wetsontwerpen, do begroe
tingen van Marine, Oorlog en Arbeid afge
handeld met een snelheid, waarover men in
deze Kamer van „oude heeren" verbluft
staat. Geen spoor van tegenhouden of rem
men, eer het tegendeel is daar merkbaar.
Zou onze Senaat missohien van karakter
'veranderen en een prikkel tot voortvarend
heid voor de Tweede Kamer worden! Dat
zou gedurende den strijd voor afschaffing en
behoud der Eerste Kamer, wel een merk
waardig verschijnsel zijn!
HAGENAAR.
De Engelsche coalitie-regeering! heelt op
nieuw een ernstige nederlaag geleden, die van
veel verder strekkende beteekenis is dan voor de
Engelsche binnenlandsche politiek alleen.
Te Huil werd n.m. bij een tusschentijdsche
verkiezing de kapitein ter zee Kenworthy geko
zen met 8616 stemmen tegen 7699, uitgebracht
op lord Eustace Percy, den umonistischen can-
didaat der coalitie. Dit is een buitengewoon
treffend succes voor de onafhankelijke liberalen
want sir Mark Sikes de bekende unionist was in
December 1.1. door hetzelfde district gekozen
Nog kort geleden, leed" de tegenwoordige re
geering een gelijksoortig fiasco Bii eën tus-
schenttijdsche verkiezing in West Leyton.
De bladen wijzen er op, dat het ,>om" gaan
van 11,000 stemmen in zóó korten tijd, en twee
dusdanig sensationeels tusschentiidsche verkie
zingsnederlagen, zóó kort na de algemeens ver
kiezingen, in ae politieke geschiedenis van
Engeland zonder weerga is.
Kenworthy zelf hoeft in een redevoering de
beteekenis van dezen stembusuiitslag geschetst
door o.m. te verklaren; ,,Mijn overwinning be"
teekent, dat als Lloyd George president Wilson
steunt en tegen de chauvinisten verzet biedt
in hun eischen nopens een halven vrede van de
oude soort, deze uitslag hem zeer zal versterken
en van meer waarde voor hem zal zijn, dan de
telegrammen om hem bang te maken, die door
twee of driehonderd reactionairen verstuurd
zijn. Zn belmoren meerendeels tot de unionis
tische partii, die niets vergeten schijnt te siin
en niets geleerd schijnt te hebben, in de laatst e
vier en half jaar."
Zoo is dus in Engeland ondanks do tegen
gestelde uitingen, van een groot deel der pers
onder het volk een sterke stTOoming merk
baar, die wars en beu van alle oorlogagedoe,
tegen, dienstplicht en alles ingaat, wat nog op
oorlog lijkt. Daaronder moet ook begrepen
worden een al te stramme houding tegenover
Duitsohland bh het opleggen van zware vredee-
v oor waarden.
Hoe do geest in Duitgchland ten deze op
zichte i». bleek opnieuw, hieruit-, dat alleen met
de stemmen der oaafhankelijken tegen, de Prui
sische regeering besloten heeft er bij' de rijks-
regeering op *an te dringen, geen vrede te
teekenen, tenEu hij waarborgt, dat ten eerste:
een wezenlijke vrede van verzoening zal intre
den, ten tweede: geen tekort gedaan wordt aan
het tweede beginsel van Wilson, ten derde:
de blokkade dadelijk opgeheven wordt, ten
vierde: de krijgsgevangenen terugkeeren, en
tenviifde: onverwijld'het bezette gebied worde
ontruimd.
Lang eohbnt men in Duitsohland niet meer
behoeven te wachten.
Het Journal oeelt n.m. mede. dat de raad
wan Vier verwacht heden 14 April de grens
kwesties af te doen «n <Jq Duitscho gedelegeer
den in den loop van deze week te Versailles
te kunnen bii eenroepen.
Ook het nieuwe ontwerp-Volkerenbond
sehjjnt thans in zijn laatste stadium te verkee-
ren.
De desbetreffende commissie heeft n.m. Za
terdag vergaderd en een nieuwe tekst van 26
artikelen vastgesteld. De publicatie wordt bin
nen enkele dagen verwacht.
Lloyd george vertrekt vandaag luit Patrijs
naar Londen en zal daar. ongevesr oen week
blijven.
Omstreeks Paschen mogen wh de resultaten
van het werk der groote heeren verwachten.
In Frankrijk h in parlementaire kringen een
zekere onrust te kespeuren. of Clemenooau wel
voor Frankrijk allee uit do Conferentie haalt,
wet erjiit te kalen is.
Men heeft nu een - verzoek aan den Minister
president gericht om inlichtingen omtrent den
met Duitsohland te sluiten vrede, Zaterdag
heeft Clemenceau in antwoord op een ver
toog van Peret, voorzitter der begroohingscom-
missie, in een brief met leedwezen vastgesteld
dat de commissie, zonder- rekening te houden
met da verplichtingen, welke de regeering door
art. 8 van de grondwet worden opgelegd, voort
gaat op een mededeeling aan te dringen, welke
da regeering onmogelijk kan doen. Clemen
ceau voegde hier aan toe; Wanneer een parle
ment niet tevreden is over de reeering heeft
het een middel om zün ontevredenheid te uiten:
haar "te interpelleeren en haar ten val te bren
gen.
Deze brief heeft in de cofnmissie een pijn
lijken indruk gemaakt. Men besloot hem niet
openbaar te maken, doch de afgevaardigde
Piou verklaarde dat de in ,jen brlef vervattc
[beweegredenen niet aannemelijk zijn en dat
de commissie nogmaals hij óen eersten minister
aandringen moet.
De commissie besloot vandaag bijeen te
komen om over de kwe8tie te beraadslagen.
Olemenceau zou gisteren een afvaardiging van
de radicaal socialistische Kamergroep ontvan-
gen. De af^evaardiRcio Debey ig voornemens
Dinsdag aan de Kamer, voor „te stellen zich ia
geheime zitting te véreenigen om <j6 uiteenzet
tingen der regeering aan te hooren.
DE ONGEREGELDHEDEN IN DUITSCH-
De Saksische Minister van Oorlog vermoord.
Te Dresden had Zaterdag 10 uur een groote
betooging plaats van mvalieden, zieken en
hispitaal-personeel. Ongeveer 8000 deelnemers
waren op het Theaterplein bijeen. Een soldaat
voerde het woord en stelde een motie voor,
die aangenomen werd.
Toen wilde de stoet door den minister van
oorlog, Neuring, ontvangen worden: 500 inva-
lieden op stokken en krukken gingen vooraan.
De minister, die beweerde, óat er Spartaciërs
meeliepen, wilde ben niet ontvangen. Daarop
probeerden de betoogers het ministerie binnen
te dringen. Temidden van de beweging hoorde
men plotseling twee ontploffingen. Er werd
beweerd, dat er in et_ ha nug r a na ten geworpen
was en alles vluchtte. Vóór het gebouw ver-
zamelede de menigta zich echter weer en ge
raakte nu in ae hevigste woede. De wachtzaal
werd bestormd en de wacht ontwapend. Een
aafaeeling soldaten ging over de Elbebrug en
werd ook door de invalieden ontwapend. Deze
hielden eveneens alle trams aan en dJoorzoohten
ze naar militairen, d'ien ze allen de wapens
afnamen. De woede van de menigte steeg
voortdurend. Ze gingen weer naar het minis
terie terug, i om daar den minister op te
wachten.
Om kwart voor vier drongen zii binnen. Ze
sleepten den minister op straat. Tot vier uur
werd er door elkaar geschreeuwd en gepraat.
Toen was de woede zoo hoog gestegen, dat de
betoogers den minister in de Elbe wierpen. D«
minister bleek een goed zwemmer en hield zich
boven water. Degenen ecifter. die aan den kant.
stonden, schoten zoolang op hem tot hij onder
ging en verdronk.
Omtrent de aanleiding tot het oPioer meldt
het Wolff-bureau:
Tegen 2 uur drongen eenige gewapende
soldaten het ministerie binnen. Een aldaar
als ördonnance aangestelde onbezonnen jong
soldaat wierp in zijn verbouwereerdheid op dit
oogenblik twee oefeningshandgranaten in den
lichtkoker. die echter niemand kwetsten of
kwetsen konden. Op straat ontstond daarop het
gerucht, dat minister Neuring bevel gegeven
had tot het werpen van handgranaten. Dit is
een absc ite onwaarheid. De minister en zün
omgeviii:. werden veeleer door de knallen ver
rast en moest zelf een onderzoek naar de oor
zaak doen instellen. Niemand heeft den soldaat
bevel gegeven tot^het werj>en der granaten.
Minister Neuring is' dus naar aanleiding van
een valsch gerucht op beestachtige wiize ver
moord.
De regeering zend spoedig troepen, om de
orde te herstellen.
De woedende menigte trok deze tegemoet,
Spoedig waren de troepen ontwapend en in
triomph werden drie machinegeweren met bii-
behoorende munitie naar de Neustadter Markt
gebracht. Hier werden de machinegeweren in
stelling gebracht. Buitengemaakte geweren
werden vernield en onder de menigte verdeeld.
Telkens weer klonk de. uit de revolutiedagen
zoo beruchte roep „Straat vrij" en wanneer de
verschrikte voorbijgangers zich uit de voeten
hadden gemaakt ratelden de machinegeweren.
Vip. de vensters van het ministerie van Oorlog
was geen enkele ruit meer heel.
DE REVOLUTIE IN BEIEREN.
Het opperbevel van dtet derde legercorps
meldt:
Te Muenohen hebben de communisten be
proefd de onafhankelüken ten val te brengen.
Thans rijn er te Muenchen twee centrale raden
naast elkaar, die elkander bestrijden. De mili
tairen staan aan de zijde van de regeering-
Hoffmann. Muenohen is geïsoleerd. In de beele
stad is geen droppel melk en geen pond vleeseh.
De kolepvoorraad kan niet lan/r meer «trekken.
Goederenvervoer heeft niet meer plaat», het
verkeer van personen gaat voort.
ONDERZOEK NAAR DE VERANTWOOR-
PElifJKHBIP VOOR DEN OORLOG.
De vraag naait de schuld voor de ramp, die
over Duitsohland gekomen is, houdt het Duit-
sohe volk, naar de meeding der Duitsche re
geering, ten zeerste bezig. Het volk eiacht dat
opgehelderd wordt door "wiens schuld de oorlog
uitgebroken is, waarom hij niet eerder werd
beëindigd en of zijn verderfelijke gevolgen niet
geheel of ten deel© afgewend hadden kunnen
worden. De rijksregeering heeft daarom be
proefd, die instelling van een internationale
oommissie van onderzoek met vérstrekkende
bevoegdheden tot constateering van de feiten
te bewerkstelligen. Het plan is echter bij de
vijanden op een besliste weigering afgestuit.
De rijksregeering acht het haar plicht om
alles te doen ten einde de waarheid aan het
licht te brengen.
Daarom werd bii de. wetgevende nationale
vergadering een wetsontwerp ingediend en
atfhgenomen betreffende de instelling van een
staatsgereohtshof. Daarin wordt o.m. gezegd:
De Nationale Vergadering vormt uit haar
midden een commissie van 15 leden tot het in
stellen van een onderzoek naar de gebeurtenis
sen in de poliieke en militaire-politieke leiding
van het rijk, die tot het uitbreken, tot de ver
lenging of tot het verliezen van den. oorlog
hebben bijgedragen. De rijksregeering heeft de
oommissie de door haar verlangde oorkonden en
achten ter beschikking te stellen. De bespre
kingen van de oommissie zijn niet openbaar.
Verdenkt de commissie een persoon ervan tot
het uitbreken, de verlenging of heit verliezen,
van den oorlog te hebben bijgedragen, dan
opent zij tegen deze een procedure voor het
staatsgereohtshof. Iedere Duiteoher kan bii de
oommissie van onderzoek het instellen van een
procedure tegen zichzelf voorstellen.
Het staatsgereohtshof bestaat uit vijtien
leden met inbegrip van den voorzitter,
Geen zomertijd. In de Vrijdag gehouden
bijeenkomet van de Duitsche Nationale Verga
dering is het wetsontwerp tot invoering van
den zomertijd met groote meerderheid van
stemmen, waartoe die van afgevaardigden van
alle partijen behoorden, verworpen.
Onlusten in Kaïro. Ernstige onlusten heb
ben drie dagen lang te Cairo plaats gehad.
Het grauw viel vooral de Armeniërs aan, waar
van er 38 gedood en 100 gewond werden. Bii
een botsing tusschen. de troepen en. de menigte
leden de oproerlingen groote verliezen. Vijf
Biutaohe soldaten werden vermoord,
le AlexanciS viel het grauw de troepen aan.
Dezen gaven vuur. Zeventien Ppr oer linger,
weTden gedood er velen gewond.
Ten slotte werd de orde hersteld.
Dernburg opvolger van Schiffer? De
Duitsch-democratische fractie der Nationale
Vergadering heeft breedvoerig het aftreden
van haar partijgenoot, den minister van Finan
ciën Schiffer, die zelf ziin houding toelichtte,
besproken. Na een levendig debat werd besloten
den vroegeren «taats-secretaris Dernburg als
opvolger van Schiffer voor te stellen.
Proces wegens landverraad. Te Berlijn
begon Donderdag het prooes wegens landver
raad tegen den ritmeester graaf von Nayhaus-
,ormon. die .terecht moet staan OP beschuldi-
ging, dat hü berichten van groot militair ge-
wm t aan den Fransehen gezant te Bern in
handen heeft gespeeld, tijdens den oorlog.
ROMAN UIT HET POOLSCH.
Do vroolijke ex-praetor knikte onmerk
baar met het hoofd, waarmede hij te ken
nen gaf, dat hij den stadsprefect niet zou
hinderen in zijn maatregelen.
Een kolossale, met honderdjarigen Faler-
n«r gevulden beker opheffend, riep nu Lu
cius Verus uit: v
Servius, ter eere van uw liefste 1"
Hjj zette den. beker aan do lippen en
dronk.—. Hij dronk lang, met tusschen-
poozen, en werd steeds rooder in het ge-
zic,ht, de aderen op zijn voorhoofd en zijn
jhals zwollen op, alsof zij zouden bersten,
en zijn oogen puilden uit. Maar hij ledigde
den beker tot op het laatste dropje. Daarop
alingerde hij dan kostbaren beker, een sie
raad der keizerlijke schatkamer, qp den
mozaiekvloer en vjel op zijn rustbed ach
terover.
Drinkt.... drinkt! stamelde hij, zijn gas
ten aansporend.
Zijn lijfarts, een oude Egyptenaar ,die
naast hem stond, boog zich bezorgd over
hem heen.
De bekers werden opnieuw ingeschonken
en uitgedronken.
Met wezenlooze blikken staarde de Im
perator zijn gasten aan; een verachtelijke
lach krulde zijn lippen. Hij lichtte het hoofd
op, liet het leunen op zijn hand en riep:
Uw zoete, toegeeflijke wijsjheid is be-
driegelijk, Aristomedesl.... Ja, Aristomedes,
u gaat het aanl
De filosoof, een jonge, elegante Griek,
gekleed in een mantel van de fijnste stof,
metpracht% gefriseerd hoofdhaar, sterk ge
parfumeerd. scfiitterend van ringen en arm
banden, hief zich een weinig yam zijn mist
bed op.
Mijn wijsheid neemt de VTees voor het
„niets" na den dood weg en leert, dén ho
ning uit de bloem des levens tot het laatste
dropje te genieten. De jongeren yan Aris»
tippus zoeken een ander genot, wanneer zij
zat zijn van .vroegere genietingen.
Maar buitengewone genietingen vermo
gen zij niet aan te bieden. Uwe vreugden
zijn al te spoedig uitgeput. Eu daarom be
driegt uw wijsheid, Aristomedes, want men
verveelt zich daai'b'.
Omdat men geen maat weet te hou
den in de jacht naar genot, voerde een an
der filosoof, de aanhanger van Epicurus Fy-
th,.an, aan. Niet dat wat prikkelt vervult
met vreugde, maai" dat .wat bevredigt en
kalmeert.
Mij kalmeert en bevredigt op .dit oogen
blik de uitstekende Faleruerwijn, antwoordde
Aristomedes, den beker aan de lippenzet-
tend.
En morgen zult gij hem vloeken, her-
nam Pythias.
De zorgen voor morgen laat ik aan
u over, riep de eerste.
De twee filosofen wierpen elkander blik
ken toe als twee hanen, die elkander tot
den strijd uitdagen. Een spotachtig lachen
liep nu over het moede gezicht van den
Imperator. Hij wierp Marcus Quinctilius een
blik yan verstandhouding toe en liet zich
een verschen beker wijn halen.
Eere zij u, stralende zonnen van het
keizerrijk der Amtoniërs. Uw glans heeft de
goden in de schaduw gesteld. Gij hebt de
bewoners van den Olympus met uwe tongen
vermoord, want deze oude kreupele goden
waren geen ander wapen waard. Gij hebt
het beangstigende duister, dat ons omgai,
verlicht en ons de volle vrijheid van den
ken en handelen» geschonken. Drinkt uit!
hooggeëerde wijzen, ik drink U ter eerel
Hif zette den beker aan de lippen en
deed, alsof hij dronk, doch monsterde daar
bij alle aanwezige filosofen.
Slechts Aristomedes en Pythias deden be
scheid: de overigen maten de groote be
kers met mistrouwende oojg.en. De oude Fa-,
lemer was rfeeds begonnen te werken, en
zij wisten ook niet, wat die. dubbelzinnige
lofrede beteekenen moest.
De Imperator wacht van u bescheid 1
yoer Lucius Verus voort.
Na een "zoo nadrukkelijke uitnoodigdng
moesten de filosofen wel drinken. De mees
ten van hen vielen daarop met het hoofd
op de leuning, van hun rustbed. Maai- dit
wilde de Imperator niet.
De plunderingen te Amsterdam. Het be
stuur der Algemeene V'inkeliersvereeniKin*
te Amsterdam, heeft aan den minister vt
Justitie een telegram gezonden, waarin het
naar aanleiding van het z.g. ruitentikken met
den daaraan gepaar<Lgaanden roof der geëtal-
leerde goederen, waarvan de daders wegens
gebrek aan ruimte, in het huis van bewaring,
niet werden vastgehouden, met klem bü dev
minister aandringt op het nemen van maat
regelen. opdat de voor de geordende samen-
leving ongewenschte elementen, direct na hei
plegen der misdaad preventief kunnen worden
opgeborgen, tot zii hun vonnis ondergaan, en
waarbij het voor dit doel de aandacht vestigt
op de gevangenkampen te Bergen of elders
Sabotage op torpedobooten. Aan boord
van eenige torpedobooten heeft, naar de ..Tel."
meldt, ernstige sabotage plaats gehad, door het
wegnemen en overboord werpen van onderdee-
len van kanonnen. Enkele ondeTdeelen zün
opgeyisobt. Een matroos is aangehouden en na
eenige dagen op het politiebureau te hebben
vertoefd, weder aan het maritiem gezag over
geleverd.
Beruchte inbrekers gearresteerd. De poli
tie heeft bii Den Ham (Ov.) zekere de R. en
in Averee^t (Ov.) Zekere A. B. en diens zoon
gearresteerd, qn hen tot bekentenis weten te
brengen, dat eerstgenoemde in Bornerbroek
en de drie gezamenlyk in een villa t0 Klaren-
beek bij Voorst hebben ingebroken, terwijl
vader en zoon bij een winkelier in Haarle,
gom. Hellendoorn, diefstal hebben gepleegd
Verschillende goederen ziin uit de woonwagen:)
van de gearresteerden in beslag genomen welke
alle van diefstal afkomstig bleken t© zü'n. Men
denkt hiermede berucht© inbrekers te hebben
aangehouden die de omstreken in den laatster
tijd onveilig hebben gemaakt.
Een heel karwei. Het gebeurde op een der
stembureaus te Deventer
Kiezer komt aarzelend binnen, geeft voor de
groene tafel aangeland, schroomvallig zijn
oproepingskaart. luistert verbijsterd naar het
noemen van naam en voornamen, aanvaardt
dankbaar, ietwat schuchter, zün stembiljet,
knikt verlegen en verdwijnt in stemhokje. Tien
minuten later. Zelfde kiezer nog steen-
zelfde stemhokje, houding gebogen, ine-nge
zakt, onheilspellend. Voorzitter, ongerust, in
formeert tenslotte belangstellend, reeds vree-
zend voor lichamelijk© complicaties, voor de
noodzakelijkheid van medische hulp: „Schoe'It
er wat aan. vrindlief?" En 't antwoord van den
kiezer, opluchting gevend: luidt: Welneenik.
meneer, maar 't is 'n heele karwei, al die holes
kes zwart te moake."
Cursus in de practijk van het Bolsjewisme.
In een buitenlatfdsch tijdschrift lezen wij
het volgend© epotiberioht van iemand, die met
zijn tijd meegaat: s
Op veelvuldig verlangen heb ik besloten een
cursus aan te leggen tot opleiding van het
nieuwe beroep van Arbeidscliuwenik ben er
reeds in geslaagd eerste capaciteiten op dit gn-
bied als leerkrachten aan myn inrichting te
verbinden.
Het leergeld is zeor matig! do lesuien zün
zoodanig vastgesteld, dat het bijwonen zonder
beroepsstooxnis kan plaats hebben'.
Uitstekende opleiding voor een Spartacisti-
schen, oommunistisohen en bolschewistisehen
levenswandel.
Afzonderlijke klassen in plunderen, ruiten
tikken, het arrangeeren van werkelooze- en
trekkersoptochten, van relletjes en opstootjoor
uitspattingen op allerlei gebied, reuzenheibels
en revoluties; practische oefeningen in aan
randingen. postdiefstallen, zakkenrollen van
trampassagiers enz., enz.
Prima referenties over resultaten verkregen
met straatroof, inbraak en socialisatie van
goudsmidswinkels door jatters en jongens van
de vlakte in geheel Europa: duizenden dankbe
tuigingen. dat zii aan min inrichting hun for
tuin te danken hebben.
Zün broertje gewurgd. Te 's-Graveland
bi' Hilversum, heeft de 15-jarige V. ziin 6-jarig,
broertje gewurgd. Iu verband met deze moord
is, behalve de dader, ook diens vader door de
politie gearresteerd, daar deze verdacht wordt-'
de hand in dit drama te hebbep gehad. Hü zou'
zich n.l. de uitkeering van db" levensverzeke
ring, welke op bet knaapje gesloten was, heb-
ben, willen toeeigen en. (Tel.)
wijshedd van Aristo.-
Moede van de
medee van Pythias, eprak de Imperator
verder, wier raadgevingen ik zoo ijverig op
gevolgd heb, dat ik als een vermolmde boom
begin te wankelen, iheb ik besloten, een an
dere levenswijze aan te nemen. ,\Via anders
zou mij nieuwe aanwijzingen geven dan gij.,
wier hoofden buigen onder den laat der al-
wetenschap, opdat ik, hoewel dan uit de
verte, mijn goddelijkea broeder nabij kome.
Begin, Philippus; zeg mij wat. gij weet.
Hij gaf den hofmeester een teeken, en
nauwelijks had Philippus een poging ge
daan om zich van zijn zetel op te heffen,
of hij werd door vier slaven opgenomen en;
tot algemeene vroolijkheid boven op de taf et
gezet.
Men klapte in do handen en begon luide
te lachen. De arme filosoof keek met ver«
legen blik om zich heen.
Ik wil weten wat het wezen van af
het bestaande is, zeide Lucius .Verus op be
velenden toon.
(TV.ordt verro-lgt.) jn