Le^nsmiddeienvourzienrng. SCHOL iiaesehdistribatie Haarlem. Katholiek Comité i falie BINNENLAND AARDAPPELEN. Ontheffing verbod Bakkers- nachtarbeid Gemeentelijke Centrale keuken Heemstede. Worden gevraagd morgenochtend, Vrijdag, tien uur en morgenmiddag, twee uur in „SINT BAVO" nette R« K. Meisjes boven 15 Jaar en eenëge fó. £C. O am es vouwweipk. Komt alten, 't is voor de goede zaak, DQNDERDAQ 1? &FKIL 1919 42*te JAAR&Afi G 609 De Directeur van het Gemeentelijk Levens- middelenbedrijf te HAARLEM brengt ter kennis, dat verkrijgbaar wordt gesteld: in verband met de Paaschdagen met ingang van Vrijdag 18 April 1919 op BON C. No. 88: 3 K G. Zesuwsche Kieiaardappelen, tegen 8'/2 cent Per K.G.; dat voor deze verstrekking voor de feestdagen uitsluitend uitgezochte blanke kieiaardappelen zullen worden afgeleverd. Bon C. No. 88 is geldig tot en met Woensdag 23 April 1919. op Vrijdag 18 April 1919 van 9 uur v.m. tot 1 uur n.m. per persoon 9243 @£si pond ZetsctsoS a 20 cent per pond of een pond h 18 cent per pond, op vertoon van VISCHKAART NO. OOI—1300 in de Gemeentelijke Vischhal; op vertoon van VISCHKAART NO. 1301-1900 in het Pand, ingang Koningstraat. De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. Verkrijgbaar vanaj Woensdag 16 April bij alle slagers, 9242 Gevroren Rundvleesch, Maximumprijs: Lappen Gehakt Poulet Roastbeaf Rib Beafsteak f 1.30 per pond f 1.50 f 1.70 BURGEMEESTER- en WETHOUDERS van HAARLEM; overwegende, dat ontheffing van het ver bod tot het verrichten van bakkersnacht- arbeid in verband met de bereiding brood voor de a.s. Paaschdagen wensche- lij'lc is; Gelet op art. 7 der verordening tot af schaffing van den bakkersnachtarbeid; Besluiten: Ten aanzien van alle broodbakkerijen in do gemeente, voor zoover betreft het ver richten van bakkersarbeid IN DEN NACHT VAN VIUJIXAG 18 OP. ZATERDAG 19 APRIL 1919 ontheffing- to verleenem van het verbod bepaald bij art. 2 eerste alinea der aangehaalde verordening. Burgemeester en Weth, JOH. de breuk, De Secretaris, fVVATEMA. voornoemd- L.R 9259 Het Menu bestaat voor Dinsdag en volgende dagen uit: BRUINE BOONENSOEP - SNIJBOONEN - ERWTENSOEP - ZUURKOOL - RIJSTEBRIJ De Directeur der Gem. Centrale Keuken fe Heemstede. 9207 j. A. GELDORP, Uit den Gemeenteraad. Wanneer de schrijver van deze en naar hij hoopt nog vele volgende nabetrachtingen van den Haarlemse!)«n Gemeenteraad, bij zijn intrede in een nieuw milieu uitteraard de clementie van zijn lezeressen en lezers inroept, dan moet hij dit al dadelijk ditmaal in het bijzonder, doen voor een opmerking, welke ietwat onbescheiden mocht lijken. Waartoe dient eigenlijk een Gemeenteraad, vroegen wij ons af, toen wij ha een stichte lijke zitting van circa acht uren gisteravond het Prinsenhof verlieten? Een ijverig discipel in de wetenschap der staatsinrichting zou wellicht geneigd zijn te antwoorden: een Gemeenteraad dient ter be hartiging der belangen dpr burgerij. Maar wij, afgaande slechts op de practijk van vele jaren luistere» naar de beraadslagingen van de vroede vaderen van verschillende Nederlandsche gemeenten, waren, gesterkt door de nieuwe ervaring bij Ü,e kennismaking met den Haarlemschen Raad, gis terenmiddag opgedaan, geneigd, de vraag aldus to be antwoorden: een gemeenteraad is §en instel ling tet behartiging des gemeen en belongs, doch van partybelang in het bijzonder, ge rende Vaak gelegenheid tot het sjoelen van politieke comedie. Gij zult vragen bewijs te leveren van deze stoute stelling. Leest dan deze regelen tot het einde en wij maken ons sterk; u, te heb ben overtuigd. Twee punten, vormende de hoofdschotel van den disch, ons gisteren in de Statenzaal aangericht, willen wij voornamelijk bespre ken en daarbij voorop zetten, dat onze bo venstaande bemerking voornamelijk slaat op het tweedo deel. De Raad behandelde allereerst het voor stel van B. en ,W. tot invoering van een ver ordening op de heffing eener straatbelasting. In beginsel behoefde daarover niet meer te worden gepraat, al liet de voorzitter toe, dat in den rooden hoek nog eens uitvoerig over de onwenschelij kheid; het wezen en karakter eener straatbelasting; werd gedis cussieerd. Feitelijk was alleen aan de orde de brief van Minister de Vries, uitgelokt door een motie-Nagtzaam in een vorige ver gadering. Toen immers wist deze bedacht zame heer op een oogenblik, dat de Raad strijdensmoode was, do behandeling te ver dagen met een verzoek, om het antwerp- straatbelasting maar liever in te trekken en de daaruit verwachte f 135.000 te vinden in verhooging van de inkomstenbelasting'. Werd deze motie aangenomen, dan bestond er kaas, dat de voorstemmers do gemeente Haarlem een flinken strop bezorgden. Im mers ook Haarlem hoopt zijn deel te krijgen in do buit va» de O. ,W. belasting, maar daar- is geen denken aan, wanneer de ge meente zelf niet eerst aiie belastingbronnen hoeft uitgeput, welke de gemeentewet haar toestaat ,&au to boren. Dies diende gevraagd, of het invoeren van een straatbelasting gold als conditio sine qua non voor deelgerech- tigheid in de opbrengst der oorlogswinst- belasting, i En dat deden B. en W. in een schrijven aam Minister de Vries, waarop zij welwillend antwoord ontvingen. Tot goed begrip moeten wij uit dit antwoord nog eens cite-eren, dat de Minister als zijn opvatting kenbaar maak te, dat do gemeenten alle br o nne.n zullen dienen aan te spreken, die de gemeentewet aangeeft, om in de stijgende uitgaven te voorzien, alvorens voor een uitkeering uit de opbrengst in de O. W.-belasting in aan merking to komen. De gemeente aldus de Minister dient zelf uit to maken of het! heffen van straatbelasting praetisch uitvoer baar is. Mocht dit niet het geval zijn, zoo wenscht de minister in kennis te worden gesteld; met de motieven, welke geleid hebben tot het niet heffen eener zoodanige belasting. Nu zou men zeggen, dat de tegenstanders .van de straatbelasting niets ander.s te doen hadden da» aa» te toonen, dat het hef fen van een straatbelasting voor Haarlem praetisch niet uitvoerbaar was. Immers deze dingen stonden vast: er moet eon bedrag van f 135.000 uit gewone middelen worden gevonden om de begrooting sluitend; te ma ken. Dit moet op zoodanige manier gebeu ren, dat een eventueele uitkeering uit de O. W.-belasting hierdoor niet in gevaar komt. Ook do heer Nagtzaam kwam dit laatste nog eens naar voren brengen. Welnu, straatbelasting is een bron van inkomsten, welke de gemeente Haarlem nog niet heeft aangeboord en die tot de normale phéffingein behoort, in de Gemeentewet be doeld. Ergo: was alleen aan de orde de vraag: kan in Haarlem een straatbelasting worden geheven. Geen speld tusschen te krijgen, zult ge zeggen? Jawel, maar dan kent ge zekere colleges niet, die maling hebben aan alle logica en met de breedsprakigheid van de bezoeksters van een wekelijksch theekrans je over alles kunnen praten behalte over de zaak, waarom het gaat. Men vercoriove ons intusschen dat wij voor al de betoogen, die niet tot den kern der zaak behoorden, verwijzen naar hetgeen onze raadsverslaggever waardig heeft keurd te vereeuwigen. Wij bepalên ons tot het hart der kwestie en zien dan o.a. do heer Poppe als allot van een lang betoog, dat drie kwart om de eigenlijke zaak heendraaide, deze redenee ring opzetten: wij kunnen geen straatbelas ting gebruiken, omdat wij den laatste» tijd al reeds een half dozijn nieuwe belastingen hebben ingevoerd en een ander aantal heb ben verhoogd en bovendien omdat de straat belasting op de huurders zou worden ver haald en dus onbillijk zou werken. Men ziet aanstonds, dat dit -geen argumenten zijn om de onnit.voer.b.aa.r,k1e.i,d van een straat belasting aan te toonen. Maar Üe heer Poppe had nog, iets: van den facef va» een raadslid die de vriend; is van een Kamerlid, welks naam niet genoemd mocht worden, had: de heer Poppe vernomen, dat gezegd Kamerlid Minister do Aries had hooren zeggen, dat het zoo'n vaart niet zou- loopen, wanneer een Gemeenteraad geen straatbeLasting invoerde. En .verder putte zijn vindingrijkheid; zich uit om aan te toonen, dat de missive van Minister de Mries yoor allerlei uitleg vat baar .was. Mr. Heerkens Thijsse-n trok' zich' van het verzet niet veel na». Terecht wees hij' al de franje, opnieuw, aan het ontwerp, gehangen, van do hand en bepaalde zich hoofdzakelijk tot den brief van. Minister de Vries, waarvan hij zeide: die ia zoo helder, als glas ent ik' bewonder de virtuositeit der heeren Poppe en Nagtzaam om tiaar, iets onduidelijks te lezen. En dan de derde-hands-zegsman van den heer P.oppe? Wel, mr. Thijssen had' daar iets tegenover. Hij kent zijn Haarlemsche Pappenheimers en was voor alle zekerheid even bij Minsiter de Vries in den Haag aangewipt, die hom ten overvloede van over duidelijkheid; nog eens gezegd had, dat de straatbelasting tofc de bronnen van gemeen telijke inkomsten behoorde, wil men voor een deel der .O. W.-belasting in aanmerking ko men. En wat dan die onuitvoerbaarheid be^ treft? Natuurlijk voor plattelandsgemeenten waar de eeno boer tien minuten van den ander afwoont. iWaar geen straat is, hef je' geen straatbelasting. Maar zeg nu eens, dat cr in Haarlem geen straten zijnl In Rotter dam, Arnhem, Apeldoorn enz. enz. had men dan ook zonder eenig noemenswaardig ver zet do straatbelasting ingevoerd. Maar in Haarlem alleen schijnt men het beter te weten. Ziedaar ongeveer de hoofdzaak van 'de debatten. Het gaat er dus niet om, of men iets voelt vo-or straatbelasting; al is men do grootste tegenstander, men moest er wel voorstemmen, wilde men zijn aandeel in de O. W.-belasting niet zeker verspelen. Zoo althans zagen wij de zaak in. En ook de meerderheid van den Raad, al was liet dan ook een kleina meerderheid, die de aanne ming van het ontwerp verzekerde. Voor aüo verdere details moeten wij ver wijzen naar liet verslag. Een uitzondering zij gemftakt voor do bemerking, dat B. en W. allo amendementen afwezen en do Raad ze verwierp, die voor bepaalde categorieën ver zachtingen beoogden, B. en W;. hadden zelf daartoe de deur op een kier gezet, door in deze uiterst zakelijke belasting een persoon lijk element te voegen, n.m. een soort pro gressie voor hooger en lagfere huurwaarde. En dit is nu eenmaal volgens den Duit- schen dichter het gevolg van iedere booze daad, dat zij steeds nieuwe zonden na zich sleept. Waar B. en Wj.. op ëén punt voor gingen, was hét wonder dat de Raad op vele andere volgden, al was het dan niét met succes? i Het tweede bedrijf van de zitting van gisteren middag hebben wij met min of meer stijgende verbazing bijgewoond. Aan de orde was de behandeling van B. en W. tot regeling van de salarissen der ambtena ren en beambten der gemeente. Nu is het vaststellen van loonregelingen en dienstvoorwaarden van personeel in openbare bedrijven steeds een voorwerp van klein-politiek getwist geweest. Hoe langer hoe meer rees on der ernstige mannen de vraag: hoe komen wij er af, dat het salarisvraagstuk van b.v. gemeen- tepersoneel publiek behandeld wordt, zóó dat iedere genieentedienaar, tevens kiezer voor den Raad, precies weet, welk lid hem het meeste wil toekennen. Hoe ontkomen wij aan het onge- wenschte element m deze wijze van behande ling? Daar kwam nog 'ets mj. Met ontwerpen van loonschalen en dienstregelingen is over 't alge meen een technisch zeer ingewikkelde zaak. Her haaldelijk bleek, dat een - laten wij zeggen ijverig raadslid in;_een betreffend voorstel van B'. en W. een wijziging trachtte te brengen, welke achteraf onmogelijk bleek, omdat daar door een geheel systeem in de war zou worden gestuurd. Het bleek nog onlangs in de Tweede Kamer bij de behandeling van de dienstvoorwaarden van het spoorwegpersoneel, dat dit hooge col lege niet bij machte was over het onderwerp met vrucht te debatte-ren, wat een ernstig en bevoegd man uit de katholieke arbeiderswereld, den heer Henri Hermans de bekentenis ontlokte: de Tweede Kamer is wel het minst geschikte lichaam om over loonregelingen en dienstvoor waarden van personeel té debatteeren. En daar om kome er zoo spoedig mogelijk een loonraad. Zoo staan wij er m Haarlem ook voor. Een vroeger wel eens gegeven advies, om alle regelin gen omtrent loon- en arbeidsvoorwaarden van gemeentepersoneel aan B. en W. over te laten of om zulke zaken in besloten vergaderingen te behandelen, was wel goed bedoeld, maar kon toch nooit, als stujdig met (jen geest van dezen tijd, in aanmerking komen, totdat men er op vond in te stellen commissies van georga niseerd overleg, wat zeggen wil, dat de organi saties van ambtenaren, beambten en werklieden, hun vertrouwensmannen aanwijzen, die met B. en W. de dienstvoorwaarden bespreken en wijzi gingen opstellen. Nu zou men zeggen, dat een verstandige ge meenteraad, wanneer er de mededeeling van B. en W. kwam: ziehier een nieuwe loonregeling, die in overleg met de oommissie uit hef personeel tot aller tevredenheid is tot stand gekomen, dat dan zoo'n gemeenteraad zou verzuchten oef! wat een uitkomst; van al dien ouden last zijn we nu af! Maar hebt ge dan nooit vermoed, dat er ach ter vroegere voorstellen om wat meer te geven dan B. en W. voorstelden, ook iets meer zat dan het dienen van personeelbelangen alleen? Wel- DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f2,35; PER WEEK 18 CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,70 BIJ VOORUITBETALING BUREAUX: NASSAULAAN 49, HAARLEM-- TELEFOON I42S EN 2741 -- ADVERTENT1EN 25 CENTS PER REGEL. BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORT/Ng EERSTE BLAD Dit nummer bestaat uit 2 bladenI nu, dat „meerdere" schakelt ge uit, wanneer ge u neerlegt bij de commissie van georganiseerd overleg Gisterenmiddag kwam er een voorstel in den Raad als bovengenoemd; de eerste vrucht van de nieuwe richting. En het resultaat? Verzet, hevig verzet aan den. kant der S. D. A. P. Wat dachten B. en W. nu wel! Vijf dagen hadden de heeren het stuk pas in huis. Hoe hadden zij dit nu kunnen bestudeeren? Was alles wel billijk en rechtvaardig? Kreeg de een niet te veel en de ander niet te weinig? Waarvoor zoo'n haast? Laten wij nog een paar weken wachten. En dan mocht Mr.- Bomans er met een klem mend betoog op wijzen, dat uitstel slechts tot nadeel van de ambtenaren kon zijn en ook geheel overbodig, daar de menschen met de voorgestel de regeling in overleg met hun eigen ver trouw ensmenschen opgesteld volmaakt tevre den zijndan mocht Mr. Bruch in een geestig speechje vragen: waarom verwijten de heeren thans aan B, en W. hun voortvarendheid, terwijl zij anders zoo gaarne klagen over traagheid van het dagelijksch bestuur het hielp alles niets: de zaak zou worden uitgesteld! Waarom? Ja, wie durft het zeggen! De heer Poppe gaf in een kvvasi bcozen bui misschien wei"eenige aanwijzing voor de juiste reden, toen hij uitriep: dat haasten van B. en W. verwekt bij mij wan- rtouwen. Maar aan welke zijde bleek eigenlijk nu wan trouwen? Gaat het niet tegen de gemeenteraads verkiezingen en zou het ook kunnen zijn, dat 't in zekere politieke sferen ongewenscht werd ge acht, dat de katholieke wethouder Bomans als voorzitter van de Commissie van Georganiseerd overleg, zulk een mooi succes behaalde en m'et een salarisregeling kwam zóó royaal, dat zij op menig punt uitging boven hetgeen belangheb benden zelf hadden gevraagd? Wij vragen maar; doch als deze politieke mo tieven. niet gelden, waaraan moeten wij dan de malle vertooning toeschrijven, dat de heeren Nagtzaam en Gerritzs zich uit de raadzaal terugtrokken en op de publieke trbune de be raadslagingen gingen volgen; dat hun collega's naar de koffiekamer vluchtten, oin toch maar geen deel te nemen aan de behandeling van het ontwerp van de Commissie van Geprganiseerd overleg? Welk een comedie; wat doorzichtelijke ver tooning! En het resultaat? Dat bij afwezigheid der dissidenten de regeling met algemeene stemmen werd goedgekeurd Op één punt kwam een kleine aanvulling. De heeren v. ti. Velat, Klein en anderen stelden voor om de boden ter secretarie f 100 extra»te geven voor hun kleeding, omdat deze menschen steeds in 't zwart moeten loopen. B. en W. namen als college het amendement niet over; maar de beide Roomsche wethouders stemden toch vóór. Zoodat we voortaan kunnen spieken van den Roomschen jas van de gemeenteboden, wat in de lijn ligt, immers deze "functionarissen dragen een zwarten jas! Zwart was trouwens gisterenmiddag troef; en het rechtsche deel van den Raad won het pan doer schitterend, ten spijt van de roode heeren. Te half zeven is do Raad nog aan het ge ruchtmakende voorstel-Klein over de 200 begonnen. Het spijt ons te moeten zeggen, dat wij van het debat tien indruk van gelijkkebbe- rjj door-dik-en-aun van de zijde der voor stellers hebben meegenomen. Wie het ver slag der discussies in dit blad leest (met op zet is het zoo uitvoerig en volledig mogeijk weergegeven), zal moeten erkennen, dat mr. Bomans niet enkel door de stemmen van een meerderheid in den Raad, maar ook objectief gesproken, het pleit schitterend gewonnen heeft. Aan alles komt een grens, ook aan een loonregeling. En wanneer nu met de stukken bewezen wordt, dat Haarlem als gemeentelij ke werkgeefster van heel het land boven aan staat, dan moet men zich daar bij neerleggen; dan moet men van iemand, die als mr. Bo mans, de loonschaal voor het gemeenteperso neel zóó hoog heeft weten op te voeren, niet vergen, dat hij zich zelf een klap in het ge zicht geeft. Er zit aan de zaak van de motie-Klein nog een algeemenen kant, welke wij dezer dagen nog eens wat nauwkeuriger willen be kijken. De heer Klein zal het met ons eens zijn, dat ook in de politiek slechts zakelijke redenen moeten gelden en dat het algemeen belang altijd hoven alles moet praedominee- ren. In dat licht, beschouwd was zijn voorstel o.i. vooral in dezen tijd (wat wij nog nader zullen aantoonen) zacht ge sproken, zeer ongewenscht. Daarentegen zij de karaktervastheid bewon derd van mr. Bomans, die tot het laatste oogenblik vast hield aan zijn zeer juisten op zet: Wij hebben onzen plicht als werkgeef ster ten volle gedaan. Welnu, dan vermijdo men ook allen schijn zelfs alsof wij nojg meer hadden moeten doen. Een weinig verheffend slot voor dezen zwaren middag was de mededeeling van den heer Poppe over de schunnige bioscoopver- tooningen in de Kleine Houtstraat. Zoo iets moet Haarlem zich als oen schande aanrer kenen en wij hopen, dat het onderzoek, het welk de waarnemende burgemeester toezegde, deze schandalen onmogelijk zal maken. Nederland en België. Het traotaat van 1839. De „Temps" meldt, dat de „Raad van Vier." die gisteren bijeen was. zich bezighield met de grensrege ling tusseben België en Duitschland. Hijmans, le Belgische minister van Buitenlandsclio Zaken, gehoord door den Raad. behandelde teevens de revisie van het tractaat van 1889, welk© het vraagstuk opwerpt van eventueelo compensaties, die Nederland van Duiteohland xt^i ,nneM Jci'iigen in ruil van verschillende jSederlandscho districten aan België. Minister Carton de Wiart. - Naar de w 'f®0,'1 verneemt, aal minister Carton de als buitengewoon Belgisch gezant naar Nederland gaan. Zijn zending naa- Den Haag is slechts tijdelijk an aal duren zoo lang de onderhandelingen. die eerstdaags go- opend worden, zullen gevoerd worden. Dit bericht wordt- door de „Soir" bevestigd. Het blad voegt er aan toe. dat zijn tijdelijke zending slechts zoolang zal duren, als d9 No- derlandschBelgische onderhandelingen. VRIJWILLIGE LANDSTORM EN BURGERWACHT. Ter wegneming van twijfel, die in sommige streken nog schijnt te bestaan, wordt omtren' de verhouding tusschen vrijwilligen landstorm en burgerwacht het volgende medegedeeld" De regeering heeft reeds geruimen tijd' als haar zienswijze kenbaar gemaakt, dat oudge dienden, zoo eemgszins mogelijk, zich ben ooien aan te sluiten bij den vrijwilligen landstorm Daar dwang nochtans uitgesloten is, ligt hei voor de hand, dat als een oudgediende bepaal delijk de voorkeur mocht geven aan de burger wacht, de toegang daartoe natuurlijk niet voor hem afgesloten moet zijn. NOG 40,000, Wij knippen uit het „Kath. Volk": „Op het congres van het N. V. V. (Sociaal democratisch Vakverbond) werd beweerd, dat nog 40,000 katholieke arbeiders bij dat Verbond zijn aangesloten. Hoe weet men dat zoo precies? Houdt het N. V. V., dat neutraal zegt te staan tegenover den godsdienst, geregeld eene enquete, waaruit de godsdienstige gezindheid z(jner leden blijkt? Zoo ja, dan blijkt weer hoe „godsdienst is privaatzaak", moet worden opgevat; zoo neen dan is het cijfer 40,000 eenvoudig uit den duim gezogen. Wij nemen het eerste aan, maar willen dan vragen welke waarde die enquete neeft? Zij die zicli opgeven als katholiek gedoopt zijn daarom nog niet allen katholieken. Om katholiek te zijn moet men gehoorzaamheid toonen aan het ker kelijk gezag, dat het lidmaatschap van „moder ne" vakvereenigingen aan zijne onderhoorigen heeft verboden. Over dit laatste is wel hard geschreeuwd op genoemd Congres, maar de schreeuwers wisten wel dat de S. D. A. P. precies hetzelfde doet. Ook deze wil niet, dat hare leden zich b.v. aan sluiten bij de onafhankelijke of anarchistische vakbeweging. Dat er thans nog 40,000 katholieke arbeiders, die op dezen naam aanspraak mogen maken, zouden zijn aangesloten bij het N. V. V. en hierdoor deel uitmaken van het revolutionnair Verbond met de S. D. A. P., dat gelooven wij beslist niet. Dat is onwaar." „WAAROM BEN IK LED VAN DE BUR- GEll WACHT GEWORDEN?" Een lezer schrijft aan de „Nieuwe Crt.": „Ik ben toegetreden tot de burgerwacht, hoe wel ik over de vijftig ben en drukke werkzaam heden heb. Ik heb het tot nu toe niét gedaan, omdat ik ceu hekel heb aan donquichotisme en men dat toch in zich moet hebben om zich op te offeren voor anderen, die hun eigen belangen liever niet zelf verdedigen. Want daarop komt het neer! Er zijn heel wat menschen, die' vrij wat meer te verliezen hebben dan ik en er zijn er nog veel meer, die'jonger en krachtiger zijn dan ik en er zijn er nog eens velen, die minder te doen hebben dan ik en nu ga ik voor al die menschen, die het niet willen doen, mij oefen om hen te beschermen. Is dat donquichotisme of is het dat niet? Goed beschouwd kom ik er met het communisme, dat ons bedreigt, niet eens zoo slecht af, want ik ben een intellectueel arbeider en heb dus kans, om in de voedings klasse geplaatst te worden: ik krijg dan mis schien wel vijf haringen, dat is meer dan ik op een dag verdragen kan. Maar waarom grijp ik dan naar het geweer? Eenvoudig omdat ik het niet kan verdragen, dat een of ander huur ling van den heer Wijnkoop of zijn vrienden mij' in mijn huis de wet zou komen voorschrijven en ik daar ook al niet meer de baas zou zijn; dan wil daarover nog wel eens eerst een ko geltje wisselen. Dat is dunkt mij een goed Hollandsch beginsel en daar heb ik wel wat voor over. Misschien ben ik dus nog niet zoo'n erge Don Quichot als het wel lijkt in de oogen van mijn vrienden en buurlui, die maar liever eerst eens afwachten of een an/b»r n» niet zal doen. De tijd zal het leeren I" Wij nemen dit stukje over, ter waarschu wing Want het is maar al te waar: het aantal 'deelnemers aan de burgerwacht is nog veel te gering! Wie al maar wacht, totdat ook zijn buurman zich opgeeft, komt vast te laat. En men stelle zich toch niet gerust, dat de burger wacht hier te lande niet noodig is. Niet voor niets dringt de regeering aan op waakzaamheid. De gebeurtenissen vlak aan onze. grenzen spre ken maar al te duidelijke taal, De bourt is aan Nederland. Uit do „Standaard" i,De Nederlandsche communisten verzwijgen niet langer, dat thans de beurt aan Nederland is voor liet uitroepen der sovjet-republiek. Hei bestuur der afdcelinar Utrecht van do Commu nistische Partii hoeft bü de partiisouoolen een circulaire laten rondbezorsren. waarin rij wor den uitgenoocfigd tot een namiddagvergaderina: in Oafé „Do Luifel," NeudOi te Utrecht. Wij citeeren letterlijk uit dezen oproep „I'artijgenootenl Do vloedgolf der Revolutie stort zich uit over Europa, van het Oosten naar het Westen, al meer en meor. Thans heelt zij over Hongarije heem Beieren overspoel en ook daar de Soviet-Renubliek te voorscnyn ge- NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT 4244 ff ff K, Ca Va Aa 55~

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 1