LevsnemidiiglBMOorziening.
SCHOL
BUITENLAND
BINNENLAND
Gemeentelijke Centrale Keuken
De gebeurtenissen van den dag.
P@ Wiedes voorwaarden.
DONDERDAG BSEi 1913
42«t« JAARGANG 99R9
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f2,35; PER WEEK-18 CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,70 BIJ VOORUITBETALING
BUREAUX: NASSAULAAN 49, HAARLEM TELEFOON 1426 EN 2741 ADVEBTEh11EN 2j CENTS PER REGEL. BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING
EERSTE BLAD
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
een ponü groote schol
fe HEEMSTEDE
belgkle.
elzas-lotha hinden.
Duitsohland ziet teu gunste van China af
en munitie.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
it
tl
De Directeur van het Gemeentelijk Levensmid-
uelenbureau te HAARLEM brengt ter kennis:
dat verkrijgbaar wordt gesteld:
op Vrijdag 9 Mei 1919 van 10 uur v.m. tot
1 uur u.m, per persoon 1393
a 1G cent per pond,
op vertoon van
VISOHKAAET No. 22501-24000
en 1600
m de Gemeentelijke Viscnnal;
op vertoon van
VISCHKAART No. 601—2000
in het Pand, ingang Koningstraat.
De Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
Het Menu bestaat voor Maandag en vol
gende dagen uit: Bruine boonensoep - Zuur
kool Spinazie - Erwtensoep - Snijbo-onen -
Rijstebrij 1374
Tevens wordt medegedeeld, dat de Centrale
Keuken met ingang van 18 Mei gesloten zal
worden.
De Directeur der Gem. Centrale
Keuken te Heemstede.
J. A. GELDORP.
Een oud Stokpaardje.
Het is een oud stokpaardje van bet antl-
Jlerlcalisino in 't algemeen en van het meer
Gegrensde anti-papisme in 't bijzonder, dat de
Onderwijzer-kloosterling geen recht zou heb-
°P een even groot salaris als de onder
wijzer, die in de wereld Leeft.
.Ook in de Staatscommissie is dit anti-cle-
ricalisme uun 't woord geweest.
Natuurlijk waren de Katholieken geenszins
bereid een uitzonderingswet voor de onder
wijzers-kloosterlingen te aanvaarden.
Er kwam toen een compromis tot stand,
waarbij de onderwijzers-kloosterlingen als
°ngehuwden minder zouden verdienen dan de
gehuwden, met het gevolg, dat de onderwij
zeressen de dupe van het anti-clericalisme
berden.
En nu valt het van een zoo vrijzinnig man
als het Kamerlid Ketelaar te verwonderen,
'Jat, al wil hij wel gelijke salarieering voor
onderwijzers en onderwijzeressen, hij toch de
uitzonderingen voor de kloosterlingen wil
laten bestaan.
Immers, echt vrijzinnige staatslieden dienen
de eersten te zijn om te erkennen, dat een
onderwijzer-kloosterling of kloosterlinge, als
Nederlandseh burger(esse) juist dezelfde
vochten heeft als ieder ander.
Wel placht de anti-clericale heer Tydeman
in do Tweede Kamer zijn geliefd koosde stel
ling nog al eens in allerlei vormen te herha
len, een stelling, die als volgt kan samenge
vat worden: Die kloosterlingen hebben het
volle salaris niet noodig door hunne wijze
n?1* leven; integendeel zij houden nog een
O,?,onbelangrij,k gedeelte van dat salaris
jj'en forten dat in de kloosterkas.
j r dit argument heeft voor goed bank-
"t geslagen, nu het Openbaar en Bijzonder
Ouderwijs van ons volk, financieel gelijk ge
steld. wordt. De mindere salarieering van den
onderwijzer-kloosterling zou dan principieel
onjuist zijn. "Want de Staat heeft dan niet
anders te vragen dan naar hetgeen in dienst
an het onderwijs gepresteerd wordt. De wijze
-waarop iemand zijn salaris wil besteden,
bluft dan geheel aam bfem zelf
overgelaten, al zou hij zich dan ook tevreden
willen stellen met sprinkhanen en wilde ho
ning, ZOoals bet unie-liberale „Vaderland"
"len heèr Ketelaar niet onaardig te verstaan
geeft.
is- d?n °°k slechts een offer aan zijn
pnti- lericalisme, dat de heer Ketelaar brengt
met zijn handhaving der aparte (lees: min-
idere) salarieering der klooster-broeders.
Daarom zij dit vrijzinnig Kamerlid ter le
zing aanbevolen, de bespreking door een nlet-
katholiek enkele dagen geleden in het „Vad."
gewijd aan het onlangs verschenen werk van
Dr. Jos Witlox: de Katholieke Staatsparty
(n haar oorsprong en ontwikkeling.
In die bespreking wordt o.m. gezegd:
„Kort nadat Koning Willem I door de
van vreugde dronken bevolking met ge
juich was ingehaald, had hij de hulde in
ontvangst te nemen van de Katholieken
bu monde van hun Aarts-priester Cramer.
Diens huldebetuiging werd ijzig door den
Koning beantwoord. De idealen van den
soiiveremen vorst, den lateren Koning
waren vajn een vorige eouW.
Voor hem gold nog altijd de kerk van
Rome de gevaarlijke macht der duis
ternis, do heersckzuchtige vijandin van
alle verlichting. Roomschen zijn achterlijk.
gehooizatnen bovendien aan een
.vreemde souverein den Paus. Volgens den
almachtigen minister van Maanen zijn de
broeders der christelijke (katholieke!)
scholen niemendal te vertrouwen; de
priesterlijke euvelmoed moet beteugeld
worden, de geheimzinnige broeders moe
ten ontsluierd worden. Het spookt eigen
lijk een beetje in bet verlichte Nederland;
met fermeteit moet er opgetreden worden
tegen de z war to revenants."
Ook den heer Ketelaar kan het bekend zijn
„hoe noodlottig dat hekrompen idee voor Ne
derland geweest is. De Katholieken zijn en
blijven 1/3 deel der natie, en tusschen volko
men gelijkberechtiging van hen met allo Ne
derlanders of hunne positie als buiten do wet
gestelden, is geeue keus, en het laatste zou
zoo souverein belachelijk wezen, dat alleen
het eerste overblijft voor hen, van wie ook
weer de Limburgers en de Zeeuwen zoo pas
getoond hebben echt Nederlandseh te voelen."
Duitschland verliest Elzas-Lotharingen
aan Frankrijk; Frankrijk krijgt rechten
op den Rijn. Frankrijk zal het Saar-
Kobiod behoeren om het over 15 jaar ge
heel te annexeeren. Het grootste deel
Opper-silezië, Posen en West-Pruisen
komt aan Polen. Dantzig wordt vrij
staat. Duitsch-Oostenriik onafhanke
lijk. Buiten Europa verliest Duitsch
land alle rechter en bezittingen.
Directe schadevergoeding van 20 mil
liard en vorder onmetelijke bedragen en
Vergoedingen. Alle vernielde schepen
tuO' en ton voor ton worden vergoed.
Het leger tot 100.000 was terugge
bracht; uitlevering van bijna de gebeele
vloot. Wilhelm voor een internatio
nale rechtbank gedaagd.
Gisternamiddag is hot voorloopig vredes
verdrag aan de Duitsche delegatie overhan
digd, en in verband daarmee heeft een com
missie van redactie te Parijs voor de pers een
uittreksel gereed gemaakt, waarvan wij een
zoo beknopt mogelijk resumé zullen laten
volgen.
De voorwaarden lijken op het eerste oog
buitengewoon zwaar, sommige ochtendbladep
betwijfelen reeds of ze wel aannemelijk zijn
voor Duitschland. De Rijngrens wordt ge
durende 15 jaar bezet; Elzas Lotharingen
komt aan Frankrijk; de Franschen zullen het
Saargebied op zoodanige wijze „bewerken"
dat men voorloop ven annexatie kan spreken
Het leger moet tot 100.000 man worden terug
gebracht; Duitschland zelf wordt aanmerke
lijk verkleind en verliest al zijn rechten bui
ten Europa; een directe schadevergoeding
van 20 milliard wordt geëiseht; overige kwi
tanties zullen later worden gepresenteerd.
Ongeveer de geheele vloot moet worden uit
geleverd.
En gesteld Duitschland zou gedwongen
zijn de voorwaarden te aanvaarden, dan lijkt
het ontwerp toch weinig te strooken met Wil
son's oorspronkelijk VolkerenbondspLau en
met de 14 punten van het program, waarop
hij Duitschland indertijd den vrede beloofde.
Het voorliggende ontwerp immers, schept
allerlei internationale verwikkelingen, aan
den Rijnkant, in het Saargebied, dooh vooral
in liet Oosten, waar aan Polen een zeer uit
gestrekt en belangrijk Pruisisch gebied ge
geven wordt. Tevens wordt aan Duitsch-Oos
tenriik het zelfbeschikkingsrecht ontnomen.
Nogmaals gesteld Duitschland ziet zich
verplicht deze voorwaarden te teekenen
dan worden op den dag zelf v an het „vredes
verdrag" evenveel nieuwe kwesties van in
ternationale politiek geboren, als Europa er
de laatste twee eeuwen gekend heeft: de re
vanche-gedachte zal blijven spoken van Keu
len tot Dantzig.
Of mogen wij vertrouwen, dat het ontwerp
volkorenhond, hetwelk aan Duitschland. ge
lijk met de vredesvoorwaarden wordt aange
boden, algemeena ontwapening en verzoening
der volkeren zal brengen? De weinige maan
den, gedurende welke de overwinnaars te Pa
rijs samenwoonden, heeft al zoo weinig een
stemmigheid en bereidwilligheid tot zelfver
loochening getoond, dat wij vreezen met
groote vreesze voor wat er gebeuren gaat,
wanneer de leiders der groote volkeren weer
van elkander af, aan hef hoofd hunner na
ties hestudeeren gaan hoe de vorkregen oor
logsbuit het best rendabel is te maken voor
hun volk, wat meestal beteekent ten koste
van anderen.
Ziedaar in 't kort onzen eersten indruk van
de vredesvoorwaarden.
Een feestdag kunnen wii het vandaag niet
noemen, want zelfs de meest felle anti-Duit-
echer, die aan onze Oostelijke huren dc hard
ste voorwaarden zou gunnen, zal moeten er
kennen, dat het thans voorliggend ontwerp
de grondslag vormt voor nieuwe oorlogen en
de veiligheid van heel Europa, van heel de
wereld, dus ook de onze bedreigt.
Hieronder volgt een uittreksel van hict
concept-vredesverdrag. Een inleiding zet in
het kort den oorsprong van den oorlog uiteen
waarna het contract aldus aanvangt:
De hooge contracteer en de partijen, vertegen
woordigd door de vijf groote mogendheden, de
Ver Staten van Amerika, het Britsche rijk,
Frankrijk, Italië en Japan, 6amen met België,
Bolivia, Brazilië, Ghina, Cuba. Ecuador, Grie
kenland, Guatamala. Haïti, de Hedzjae. Hon
duras, Liberia, Nicaragua, Panama, P.eru,
Polen, Portugal, Roemenië, Servië, Siam,
Tsjecho-Slowaküo en Uruguay ter eene, eu
Duitschland ter andere zijde (volgt een lijst der
gevolmachtigden welke deze mogendheden ver
tegenwoordigen on die hun volmachten, welke
geheel in orde bevonden ziin, hebben overge
legd) zijn het volgende overeengekomen; Van
het van kracht worden van dit verdrag af zal
de oorlogstoestand eindigen en van dat oogen-
blik af zullen met inachtneming der voorzie-
ningen van dit verdrag de officeele betrek
kingen met Duitschland en elk der Duiteehe
staten door de geallieerde en geassocieerde re
geeringen worden hervat.
"Vervolgens worden de statuten van den
V olkerenbond opgesomd, zooals die in laatste
wijziging zyn aangenomen en waarvan wij
vroeger een overzicht gaven. Dan volgen de
eigenliiko voorwaarden:
POLITIEKE BEPALINGEN IN EUROPA.
Duitschland moet de opheffing goedkeuren
van de verdragen van 1839 (waarbij "België ge
vestigd werd als neutrale staat en waarvan de
grenzen enz. werden bepaald) en bii voorbaat
instemmen met elke conventie waardoor de
geallieerden deze verdragen mochten vervan
gen. Duitsohland moot de volledige souvereini-
teit van België erkennen voor het betwiste ge
bied van Moresnet en over een deel van
Pruisisch Moresnet 6n moet ten gunste van
België afstand doen van alle rechten op Eupen
en Malmeay, waarvan de bewoners gerechtigd
zijn binnen 6 maanden tegen deze wijziging
hetzij geheel of gedeeltelijk te protesteeren,
waarbii de eindbeslissing berust bii den Volke
renbond.
Een commissie zal de bijzonderheden van de
grens regelen en verschillende bepalingen
maken voor individueele wisseling van nationa
liteit. Het door België verkregen arsbied zal
vrii ziin van alie verplichtingen.
LUXEMBURG.
Duitschland doet afstand van do verschillen
de verdragen en conventies met het groother
togdom Luxemburg en erkent «Jat het ophoudt
deel uit te maken van de Duitsche toluuie met
ingang van 1 Januari 1919. doet afstand van
alls rechten op exploitatio der spoorwegen,
keurt de opheffing hunner neutraliteit goed en
aanvaardt bii voorbaat alle internationale over
eenkomsten waartoe do geallieerden en geasso-
ci eer a en ten dezen mochten besluiten.
LINKER RIJNOEVER,
Xooals voorzien in het militaire hoofdstuk
mag Duitschland geen versterkingen behouden
of aanleggen op minder dan 50 K.M. ten oosten
van den Rijn. In het genoemde gebied mag
Duitschland geen gewapende macht onderhou
den hetzij permanent of tijdelijk, noch- manoeu-,
vres houden, noch «enige werken kobben tor
vergemakkelijking der mobilisatie. Indien de
bepalingen van dit artikel overtreden worden,
zal Duitschland worden geacht een viiandeliiko'
daad te bedrijven tegen de onderteekenaars van
het verdrag en voornemens te zijn den wereld
vrede te verstoren.
HET SAARGEBIED.
Ter vergoeding voor de vernieling van kolen
mijnen in Noord-Frankrijk en als betaling nn
rekening van het herstel staat Duitschland aan
Frankrijk 't voU^endom af der SSjnen
m het Saar-bekken ind hUn hulpmiddelen en
uitrustingen. Hun waaide zai worden geschat
door de commissie voor het herstel en op reke
ning worden gecrediteerd.
De Fransche rechten zullen worden geregeld
door de Duitsche wet, van kracht bij den wapen
stilstand, behalve wat aangaat de oorlogswet
geving: Frankrijk treedt in de plaats der tegen
woordige eigenaars, wmue Duitschland scha
deloos zullen stelled- zal voortgaan
de tegenwoordige hoeveelheid kolen te leveren
voor plaatselijke behoeften en in de juiste ver
houding bijdragen m ae Plaatselijke belastin-
gen.
Het gebied zal worden bestuurd door een
commissie, benoemd door den volkerenbond be
staande uit 5 leden, een rranschman, een' ge
boren inwoner van het Saargebied en 3 ver
tegenwoordigers «Velschillende staten
builen Frankrijk en Duitschland. De bond zal
een der leden van comnilssie tot voorzitter
benoemen om als uitvoerder namens de com
missie op te treden. De commissie zal de volle
regeerende macht bezitten, vroeger ressorteeren-
de bij het Duitsche ruk, Pruisen en Beiereu.
-Na 15 jaar zal een volksstemming gehou
den worden door de gemeenten, om zich te
vergewissen van de wensehen der bevolking
ten aanzien van den voortduur van het be
staande stelsel onder oen volkerenbond ver-
eeniging met Frankrnk of vereeniging met
Duitschland. Het recht om mede st6mmen
zal toekomen aan alie^ lnwon,ers boven 20
jaar. Na de onderteekemng Van de aldus uifc_
gesproken meening zal de bond ten slotte
over de souvereiniteit oesliSSen_ Indien eenig
gedeelte dan aan Dnitsculan^ wordt terug
gegeven, moet de Duitsche regeering de
Fransche mijnen koopen tegen een geschatte
waarde. Indien do p°epprijs binnen zes
maanden daarna niet is betaald, vervalt zulk
een gedeelte voorgoed aari Frankrijk. Indien
Duitschland de mijnen rdrngkoopt, zal de
bond beslissen, hoeveel van je kolen naar
Frankrijk moeten gaan.
Na erkenning van de zedelijke verplichting
tot horstel van het onrecht in 1871 door
Duitschland gedaan ten aanzien van Frank
rijk en de bevolking van Elzas-Lotharingen
worden de gebieden, aan Duitschland afge
staan bij het verdrag van Frankfort, aan
Frankrijk teruggegeven met hun grenzen als
voor 1871, te rekenen van de onderteekening
van den wapenstilstand en wel vrij van open
bare schuld. Het burgerschap wordt geregeld
door bijzondere voorzieningen waarbij onder
scheiden worden, zij die dadelijk ln het volle
dige Fransche burgerschap worden hersteld,
zij die daartoe een formeel verzoek moeten
doen en zij voor wie naturalisatie openstaat
na drie jaar-. Do laatstgenoemde catagorie
omvat de Duitsche inwoners in Elzas-Lotha
ringen ter onderscheiding van hen die de po
sitie van Elzas-Lotharingen krijgen zooals in
het verdrag bepaald. Alle openbare' eigen
dom. en alle privaateigendom van de gewezen
Duitsche souv erein en gaat aan Frankrijk
over zonder betaling of crediet. Frankr!jk
treedt in de plaats van Duitschland ten
aanzien van den eigendom der spoorwegen en
rechten op concessies van tramwegen. De
Rijnbruggen gaan over aan Frankrijk met
verplichting tot hun onderhoud. Voor vijf
jaar gefabriceerde producten uit Elzas-Lo
tharingen zullen aan Duitsohland vrij vau
rechten worden toegewezen tot een totaal
in eenig jaar niet boven gaande het gemid
delde van de drie jaren aan den oorlog voor
afgegaan, terwijl textielmaterialen kunnen
worden uitgevoerd uit Duitschland naar El
zas-Lotharingen en zonder belasting opnieuw
worden uitgevoerd. Contracten voor electri-
sehen stroom van den rechteroever moeten
gedurende tien jaar worden voortgezet.
Volgen nog enkele bepalingen van minder
belang.
Duitschland moet verder de onafhankelijk
heid van DUITSCH-OOSTENRIJK en
TSJEOHO-SLOWAKIJE erkennen.
POLEN.
Duitschland staat aan Polen het grootste
gedeelte van Opper-Silezië, Posen en de pro
vincie West-Pruisen op den linker-oever van
den Weichsel af. Een veldgrens-oommissle
van zeven leden voor Polen en vijf voor
Duitschland zal worden gevormd binnen 14
dagen na den vrede om deze grens te bepar
len. Bijzondere voorzieningen welke noodig
zijn om de godsdienstige rei&minderheden to
beschermen, zullen het onderwerp worden
van een volgend verdrag tusschen de gealli
eerde en geassocieerde mogendheden en Po
len.
OOST-PRUISEN.
De zuidelijke, en oostelijke grens van Oost-
Pruisen, tegenover Polen liggend, moet bij
volksstemming worden bepaald, de eerste in
het regentschap Allenstein tusschen de zuide
lijke grens van Oost-Pruisen en de noorde
lijke grens van het regeeringsdistrict Al
lenstein, waar die de grenslijn ontmoet tus
schen Oost en West-Pruisen tot aan den sa
menloop met de grenslijn tusschen den cir
kel van Oletsko en Angersburg; van daar de
Noordelijke grens van Oletsko tot den samen
loop van de tegenwoordige grens en de twee
de in het gebied omvattende de cirkels van
Stuhm, Rosenburg en gedeelten der cirkels
van Marienburg en Marienwerder ten Oos
ten dor Weichsel.
Later zal nog een conventie worden ge
sloten ter verzekering van een goed «rehratf-
der spoorwegen.
DANTZIG.
Dantzig en het omliggend district moet ge
constitueerd worden als „vrije staat Dantzig"
onder waarborg van den volkerenbond. Te
Dantzig zal een constitutie ontworpen wor
den in overeenstemming met de benoemde
vertegenwoordigers der stad en deze zal in
eerste instantie alle geschillen behandelen
ontstaande tusschen de stad en Polen.
Later volgt nog een conventie tusschen
Polen en Dantzig.
DENEMARKEN.
De grens tusschen Duitschland en Dene
marken moet bepaald worden in overeenstem
ming met de wensehen dor bevolking, waar-
too een stemming zal gehouden worden in
Noord-Sleeswijk als een geheel en in gedeel
ten van Midden-Sleeswiik in elke gemeente.
Tien dagen na den vrede moeten Duitsche
treepen en overheden het gebied ontruimen.
De arb. en sold, raden in de zono moeten
worden ontbonden. Gedurende de stemming
zal er eén bestuurscommissie zijn van 5 le
den, waarvan Noorwegen en Zweden er twee
mogen benoemen.
HELGOLAND.
Do versterkingen, militaire inrichtingen
en havens van de eilanden Helgoland en Dn-
eno moeten geslecht, worden onder toezicht
der geallieerden met Duitsche arbeidskrach
ten en op Duitsche kosten. Zij mogen niet
herbouwd worden en in de toekomst mogon
geen soortgelijke werken worden aangelegd.
RUSLAND
Duitschland moet erkennen en eerbiedigen
do volkomen onafhankelijkheid van alle ge
bieden, welke deel uitmaakten van het vroe
gere Russische keizerrijk. Duitschland moet
de definitieve annuleering aanvaarden van 't
verdrag van Brest-Litofsk en van alle ver
dragen of ovai-eenkomsten van elke soort
door Duitschland gesloten sedert de revolutie
van November 1917 met alle regeeringén of
politieke groepen op het gebied van het vroe
gere Russische rijk. De geallieerden behou
den zich alle rechten voor aan de zijde van
Rusland om teruggave en voldoening van
Duitschland te verlangen, volgens de begin
selen van hot tegenwoordige verdrag.
POLITIEKE BEPALINGEN BUITEN
EUROPA.
Buiten Europa doet Duitschland afstand
van alle rechten, titels en voorrechten, zoo
wel voor zichzelve als voor zijn, bondgenooten
ten voordeele van alte geallieerde en geasso-
cieerdo mogendheden en verklaart alle maat
regelen te aanvaarden, genomen door de vijf
geallieerde mogendheden in betrekking daar
toe.
Hiermede gaan alle Duitsche koloniën en
Duitsche bezettingen buiten Europa voor het
land verloren.
CHINA.
van alle voorrechten en schadevergoedingen
als gevolg van het Bokserprotocol van 1901
en van alle gebouwen, werven, kazernes, forv
tfn)T„<+?rlogmu!litie' schepen, draadlooze in
i i 'i f8,®1! andere openbare eigendommen,
™talfctieke of insulaire instellin-
ie c°ncesstes van Tientsin en
Hankou en in ander Chineesch gebied, behal
ve Kiantsjou en verplicht zich aan China oi>
haar eigen kosten al de astronomische instru'
menten, in. 1900 en 1901 in beslag genomen,
terug te geven. Ghina zal echter geen maat
regelen nemen om te beschikken over
Duitsch eigendom in de gezantschapswijik U
Peking, zonder toestemming der Mogendhe
den, die het Bokserprotocol onderteekenden.
Duitschland aanvaardt de opheffing der con
cessies te Tientsin en Hankau, terwijl China
zich verplicht deze voor internationaal ge
bruik open te stellen. Duitschland ziet af
van alle vorderingen tegen China of eenig6
Geallieerde of Geassocieerde regeering, we
gens 't interneeren of huiswaarts zenden zij
ner onderdanen in China en voor het in be-
slagnemen of likwideeren van Duitsche be.
langen aldaar sedert 14 Augustus 1914.
Het doet afstand ten gunste van Groot-
Brittaimië van het staatseigendom in de
Britsche concessie te Kanton en ten gunst*
van Frankrijk en China gezamenlijk, van het
eigendom der Duitsche school in de Fran
sche concessie te Sjanghai.
Voorts wordt bepaald, dat alle Duitsche
privileges in MAROKKO vervallen en dat
Duitschland afziet van zijn vorderingen op
LIBERIA en Siam.
Duitschland moet het Britsche protectoraat
over Egypte rkennen en ziet af van alle
verdragen sinds 4 Augustus 1914 met Egyp
te gesloten.
Duitschland aanvaardt alle regelingen wel
ke de Geallieerde en Geassocieerde Mogend
heden maken met Turkije en Bulgarije met
betrekking tot eenige rechten, voorrechten
of belangen bedongen in deze landen door
Duitschland of zijn onderdanen en waarin el
ders niet is voorzien.
Duitschland staat aan Japan alle rechten,
titels en voorrechten af met name betreffende
Kiautsjau en de spoorwegen, mijnen en ka
bels, verkregen bü het verdrag met China
van 6 Maart 1898 en andere overeenkomsten.
MILITAIRE-, MARINE. EN LUCHT
VAARTBEPALINGEN.
Alle verplichte militaire dienst op Duitsch
gebied moet "worden afgeschaft en recrutee-
ringsbepalingen op een basis van vrijwillige
dienstneming moeten worden opgenomen in
de Duitsche militaire wetten, welke voorzien
in de dienstneming van onderofficieren- en
manschappen voor een periode niet korter
dan 12 achtereenvolgende jaren en bepalende,
dat officieoren moeten dienen gedurende 25
jaar en niet zullen ontslagen worden, voor
den 45-jarigen leeftijd.
Geen reserves van officieren met oorlogs-
dienst zal geoorloofd ziin. Het totale aantal
van het Duitsche effectief wordt bepaald
op 100.000 man, met inbegrip van niet meer
dan 4000 officieren, terwijl bepaald wordt,
dat er buiten dit cijfer geen andere militaire
macht zal gevormd worden.
De taak van het Duitsche leger bestaat in
het bewaren van binnenlandsehe orde en de
grenscontrole. De wapenprodnetie wordt b»
porkt tot een sehaal noodig voor een legei,
van 100.000 man.
De maritieme bepalingen voorzien, dat bin
nen twee maanden de Duitsche active maritie
me macht niet zal te boven gaan zes slagsche
pen van het type „Deutschland" of „Lothrin-
gen", zes lichte kruisers, twaalf torpedojagers
en twaalf torpedobooten of een aantal schepen
om deze te vervangen. Geen duikbooten mogen
zijn inbegrepen en alle overige oorlogsschepen
moeten in reserve geplaatst oi gebruikt worden
voor handelsdoeleinden. Duitschland mag een
bepaald aantal mijnenvegers in dienst hou
den, opdat de mijnen binnen zekere bepaalde
zones in de Noordzee en Oostzee opgevischt zijn.
Na verloop van twee maanden mag het perso
neel der vloot het aantal van 15.000 man, waar-
onder een maximum van 1500 officieren en dek-
officieren niet te boven gaan. Alle Duitsche ge-
wone oorlogsschepen, geïnterneerd in Geallieer-
de of onzijdige havens moeten ten slotte worden
teruggegeven" Binen twee maanden zullen nog
zekere oorlogsschepen opgenoemd in het verdrag
en thans in Duitsche havens liggende, in de Ge
allieerde havens worden uitgeleverd. De Duit
sche regeering moet zich verbinden tot afbreker
van alle boven water varende Duitsche oorlogs
schepen in aanbouw.
De luchtvaartbepalingen voorzien dat de ge
wapende macht van Duitschland niet zal be
schikken over militaire of mariöe-luchtkrachten.
Aan Duitschland is evenwel toegestaan eer
maximum van honderd ongewapende watervlieg.
tuigen te houden tot 1 October 1919, welke uit
sluitend gebruikt mogen worden voor het zoe
ken van zeemijnen. Het volledige personeel der
luchtstrijdmacht in Duitschland moet gedemobi
liseerd worden binnen twee maanden, behalvf
een totaal van duizend man, met inbegrip van
officieren, welke tot October mogen worden
aangehouden,.
De luchtmacht der geallieerden moet volledi-
gev rijheid van beweging boven en op het Duit
sche gebied hebben totdat Duitschland is toe
gelaten als lid van den Volkerenbond.
(Wordt vervólgd.)
TWEEDE KAMEIl.
Vuurwapenen en munitie-
Verschenen is het Voorloopig Verslag om
trent het wetsontwerp, houdende nadere
voorzieningen, op het stuk van vuurwapenen