BUITENLAND
STADSNIEUWS
Öe Ondergang van een
Wereldmacht.
Het Dienstbode-Vraagstuk.
FEUILLETON
Tweede Biad
Donderdag 8 Mei
Uit den Gemeenteraad
Een woord tot onze meisjes en alien
die belang in haar stellen.
Üaemeeniefaadi.
boman uit het
zoodat het vee gebrek aan voedsel begint te
krijgen^ De beloofde grootere boterdistribu-
tio kan niet doorgaan. Do koeien worden ge
voed met dennetakken en in Freiburg ster
ven ze van honger.
b'. BETER VOEDSEL.
Ook dit is geen gering voorueei »oot cueusir
boden. Fabrieksmeisjes en dergelijke moeten
zvvaren arbeid verrichten en het voedsel, wat
zij juist op haar leeftijd zoo noodig hebben,
ia vaak onvoldoende. Gewoonlijk immers krijgen
haar ouders daar geen voldoende vergoeding
voor.
o. GELDELIJK VOORDEEL.
Betere voeding en buisvesting moeten ter
dege meetellen bii de loonsbereking, vooral in
onze dagen nu alles zoo veel duurder is go"
worden.
Extra's voor fabrieksmeisjes bestaan er na
tuurlijk niet.
Wat niet vergeten mag worden: de dienst
meisjes genieten kosteloos onderricht voor haar
later leven.
Eerst zullen wij «enige beweegredenen aan
geven, welke u mogen aanzetten uw betrekking
te zoeken niet BUITEN maar IN het gezin;
een betrekking in bet gezin. DAT MET KIN
DEREN IS GF4ZEGEND, en eindelijk op do
voordeelen van een betrekking in GROOTE
gezinnen.
Vervolgens wilden wij de deugden noemen,
welke passen aan een dienstbode, nam. de twee
lievelinRsdeugden van het Goddelijk Hart van
onzen Dierbaren Zaligmaker, de zachtmoedig
heid en do ootmoedigheid.
(Vervolg.)
De heer NAGTZAAM komt terug op het
adres dér ambtenaren van het levensmidde-
lenbuxeau. Hij wil dit wel aan B. en W. over
laten, doch wenscht eerst te weten, wat B. en
W. van plan zijn.
Do heer HEER KENS THIJSSEN zet de
pcsitie der ambtenaren uiteen. Zij werden op
gezegd met twee maanden en gedurende
twee maanden genieten deze ambtenaren al-
lei.lei faciliteiten, om uit te zien naar een
andere betrekking. Ze hebben in dien tijd
zeer weinig werk te doen gehad. Daarna
kwam de rijksregeling, die iets beter was.
B. en W. overwogen, wat zij nu nog konden
doen. De ontslagen ambtenaren zullen nu nog
TSSSSSSSSSSSSSÊSSSSSSSj■wi.msfcWn.Bauww—lm 1
stiwf dit lachje weg bij het gezicht van
het treurgewaad van Publiu's.
Zij wilde hem tegemoet gaan en hem har
telijk begroeten.
Ik gevoel mij zeer verheugd..., zei zij-
Doch midden in hare begroeting verstom
de zjj, terneergeslagen door den blik van
haar bezoeker. Zooveel verachting lag er
in Pub Li us' oogen, dat Tullia verbleekte en
hare tegenwoordigheid van geast verloor.
.Waarom was hij tot haar gekomen? Zij
voeldo zich verstjjfd door de ijzige koude,
die zijn ganseiie wezen uitstraalde. Terwiji
zijn oogen onder samengetrokken wenkbrau
wen haar somber aanstaarden, stond hij zwij
gend voor haar, als een levende bedrei
ging. Hij beminde nog altijd de... Christin;
Tullia voelde het bloed in hare aderen ver
stijven. Een onuitsprekelijke angst maakte
zich van haar meester. Zij meende weder
het klagen van den stormwind te hoorea,
dat haar reeds eens mot zoo onverklaarbare
vrees vervuld had,
Publius, stiet' zij met moeite uifc, hem
beide handen toestekend,
Maar Publius trad niet nader.
POOJLSCH,
(Wordt vervolgd)