Km HUIL COHMIT BUITENLAND FEUILLETON een Be Ondergang van Wereldmacht. R. K. Standsorganisatie. Dinsdag 3 Juni Tweede Blad De gebeurtenissen van den dag. KORTE BUITENLANDSCHE BERICHTEN ft Waar is het einde? Nog geen twee maanden geleden is het ambtenaren-reglement door den Raad vast gesteld, met salarissen, waarvan men alge meen en ieüer ambtenaar in 't bijzonder ge- tuigue, dat zij mooi waren en die algetmeene tevredenheid wekten. En voor die tevredenheid van belangheb- benuen was alle grond, want de salaris sen zijn goed. Naar ons nu echter ter oore komt is men op ue gemeente-secretarie bezig plannen uit to broeuen, die niet anders zijn dan een ver kapte poging om uie mei zorg in elkaar ge- ze ne salaris ver houding weer te verknoeien. is hei juist wal ons worut verteld en wij hebben geen reuen uat te betwijfelen, dan zal oir de gemeentesecretarie een soort' nias- sa-promotie plaats nebben, waarvan bet re sultaat zul zijn,' dat hei salarispeil van bet setretark-pci soneei aigvmèén verhoogd voruk Zoo goeu ars alle tegenwoordige hoord cc t.liezen, zouden tieu pas uiigevonden ti- tei van rei eren-naris verwerven; zoo goed ais «ine coinnitezen zouden booiet-commiezen, a.le atij unet-oómani&zen, commiezen enz. en na- tuurhjk ie aan ore nieuwe titels verbonoen So.arisseu toucheer en, waaruoor bet salaris peil vau het secretarie-personeel dan alge- tu.un oe hoogte ingaat. Vv el uoet men het voorkomen aisoi' het per- •ouiiiyite proiuoiie-s geldt en wij zeggen 't U.ut uuurttk tegen persoonlijke promoties v. ij niet, tl oen wanneer er een massa-pro motie praats boeit ars bovendf tioieitr wekt het wei i.cu schuil arsof er wat anders ach ter steekt, te meer waar, wij turven net ge rust /.eggen oumat net een pnoiiek geheim is, hm seereutrie-pérsoneel in het a.gemeen er zon noer loüelijke uiizonücrlugeul nu juist nret ueu naam net.it van te ueuooren tot net moest uitblinkende deel van het ambte- aa i eucorps. iVien zou ons kunnen tegenwerpen, dat het geeu luussa-proinotie is, want dat er wel ld' personen zijn, die op üun oudeü rang «doven staan 7.^..,.., 'ten, als «taan zoowel van ue kool'u-eomniie- eommiezen en anj unct-commiezen, maar oooze tongen beu eren dat juist nier- iu ten iniudti gevonden wordt om zekere ambtenaren, uie met „geuipt" zyn te treffen. Zit laatste is natuurlijk te leeink om voor aar le woruen aanvaard. Wij schreven hierboven: waar is het einde? iuueruaau, wanneer juist is dat getracht wordt op deze wyze de verhoudingen in het ambtenarencorps weer te ontwrichten, nan is uit het begin van een heel nieuwe reeas van aeties by andere takken van dienst. Immers vraagt men zich af: wat uoet een reierenuaris, ten hoofdcommies, commies enz. ten stachuize voor ueze en die belooning en wat hrygen wij? Een vergelijking, die te recht gi-maakt mag worden, ban zullen de inspecteurs bjj politie, woningtoezicht enz., al zeer vlug komen met bun verzoek, aangesteld to v. or ueu toL booïdinspecteurs, de boekhou ders, tot boekhouders enz. met als vergoe ding tie daaraan verbonden salarissen. nis belastingbetalend burger protestearen wij tegen deze manier van doen en deae geld- Bmeltemj. De ambtenaren konden tevreden zijn en waren en zijn dat ook met hun salaris. Wij noemen het geldsmijterij als er dan nog eens J 300, 400, J 500 salaris per jaar bo venop worden gegooid. Nu is het simmende van het geval dat do Raad geen zeggenschap over promoties in het ambfcenaarseorps heeft. R. en W,i wisten deze aan zich te houden, op het zeer voor de hu id liggende motief dat dit aan hen wei is toevertrouwd. Waaneer ceu hoofdambtenaar daarvan echter profi teert om een algemeene loons verhoog in;., uoor t voeren, wordt het echter niets meer dan een misbruik en een gevaar. Do raad heeft evenwei het recht van inter pellatie en weigering der gelden op de Le grootiiiig. Wij vertrouwen dat, ais het noodig is, daarvan gebruik zal worden gemaakt, Be raad stelde een salurisvercrdemng vast. waarmede elk ambtenaar tevreden mocht zijD en was, net gaat aiet aaj, dat eenhooidamb- op^zijn"tdUeelindoor 6411 maSSa, mm-.u-ta san de door den Raad' KTSn fit'2 te °ntkomen en oji deze Wij Zö den Raad een sla h t tc geven en een ongeoonuoide green in do zakken der belastingbetalers te doen. Door het Doorluchtig Nederlandsch Epis copaat werd in zijn vergadering van 26 Sep- tember 1916 nauwkeurig omschreven, welke middel om aanhang te verwerven, wij daarte- Ken strijd tusschen voormannen van sociale actie, kreeg de kwestie over het al of niet nuttige en noodzakelijke van een tweevoudi ge organisatie een oplossing. De standsorga nisatie zag als hare taak aangewezen „recht streek© of onrechtstreeks alle belangen van den arbeidersstand te behartigen, voor zoo ver dit niet beter kan of moet worden over gelaten aan andere organisaties. Tot hare taak behoort de tijdige oprichting van noo dig blijkende speciale organisaties, waartoe in deze dagen op een der eerste plaatsen de vakorganisatie moet gerekend worden. Vervolgens gaf het Doorluchtig Episco paat nader omschreven aan, welke belangen door de standsorganisatie dienen behartigd te worden. Op de eerste plaats spreekt het bisschoppelijk communique over het gods dienstig en zedelijk welzijn en vervolgens over de stoffelijke belangen, als: een goede aanwending van ziin verdiend loon (de be hartiging van het loon zelf behoort tot de taak der vakorganisatie) om een goed huis gezin te vormen, dus een goed, goedkoop en gezond &huis ('bouwvereenigingen) voeding (verbruikscoöperaties, huishoudscholen voor toekomstige huisvrouwen) spaarkassen, alge meene verzekeringen, ziekenfondsen, brand- assnrantie, levensverzekeringen, bestrijding der tuberculose. De standsorganisatie heeft verder te zorgen voer de noodige ontwikke ling om de kennis van het ware stoffelijke belang den werkman bjj te brengen, Derhal ve moet zij oprichten bibliotheken, ontwik kelingsavonden houden, sociale cursussen ge ven, enz, enz. Volgens het bisschoppelijk communique be perkt de taak der vakorganisatie zich uit den aard der zaak tot het behartigen van die speciale belangen het bestrijden en wéren van die speciale gevaren, welke aan de ver schillende takken en bedrijven eigen zijn. Bij het vaststellen van de taak van beide organisaties is het Doorluchtig Episcopaat uitgegaan van de gedachte dat de arbeiden de stand, de klasse van arbeiders belangen heeft, voor gevaren staat, die voor allen, af gezien van het vak, hetwelk zij beoefenen, gemeen zijn. Deze gedachte was juist. In zoo veel immers verschilt de huidige toestand der arbeidende klasse met die der middel eeuwen. De ontwikkeling van het fabriekswezen, de huidige grootindustrie en groothandel ma ken het onmogelijk, dat de arbeider zieh tot „Meester" tot zelfstandigen patroon verheft en scheppen tour hem het groote gevaar door het groot kapitaal verdrukt te worden. De godsdienstige en zedelijike oelangen van den arbeidenden stand worden in de heden- daagsche maatschappij zooveel ifteer be dreigd dan in vroegere eeuwen, Denken wij slechts even aan de huidige werkplaatsen, fabrieken en kantoren, waar mensehen van allerlei pluimage in zulk een groot getal aan wezig zijn, aan de opeenhooping in arbeiders buurten, te dikwijls nog helaas in één-ka merwoningen, Vooral in de groote centra heeft men uitsluitend volksbuurten waar ka tholieken en ongeloovigen, goloovige protes tanten en vrijdenkers, socialisten en anar chisten, Nieuiw-Malthusianisten, enz, enz, naast elkander wonen en met elkander wo nen en met elkander veorkeeren. Hebben vroe gere eeuwen do gevaren gekend voortsprui tend uit de bioscopen, die overal te vinden zijn en die bijna alle zedenikwetsende voor stellingen geven? Welke groote gevaren dreigen niet door bet lezen van zoogenaam de neutrale en socialistische bladen, door brochures en vlugschriften, voor zulk een kittelen prijs te verkrijgen ja menigmaal ga-tis thuisbezorgd! Bestonden deze gevaren in vroegere eenwen? .Iedere tijd brengt zijn eigen gevaren mee. Op de leiders van bet volk rust de taak bij tijds op die gevaren te wijzen, ze op te hef fen of zooveel mogelijk te ueutralis. oren. Dwalingen zijn er altijd geweest en zullen er altijd blijven; door strijd moet ieder geslacht tot zegepraal zien te komen, maar hoi ge vaarlijker de dwaling is voor godsdienst goe de zeden en maatschappelijk welzijn, des te zwaarder de strijd, des te grooter bet gevaar cm meegesleurd te worden in den maal stroom des verderfs, maar van den anderen kant moet dan ook de tegenweer, de waak zaamheid, de krachtsontplooiing, de onder linge hulp, het gezamenlijk offensief des te krachtiger en des te intenser ziin. Wij kunnen het niet loochenen, dat er in de laatste halve eeuw door liberalisme en so cialisme een ontstellende afval van het chris telijk geloof heeft plaats gehad. Door het li beralisme in de hoogere standen, door het socialisme in de arbeidersklasse. De Katho lieke Kerk heeft een groot percentage in de verschillende landen hierdoor verloren. Ve len onder ons geven zich hiervan geen vol doende rekenschap. Maar Is het dan geen eisch van goede tactiek, dat, waar de tegen stander het vereenigingsleven aangrijpt als vakorganisatie te vervullen had, Ka langtiu- figen, somwijlen onverkwikkeliikeu, innerlij- «oman uit uer pOUKSCa 124 Reeds werden eenige armen uitgestrekt hem aan te grijpen en van de tribune al te'•sim? geren. Slechts een koene daad kon hem redden en met hem het legioen. Geheel onverwachts bukte hij zich snel, pakte den grootsten schreeuwer bij de schouders, trok hem op de tribune en wierp hem aan de achter de tribune staande lictoren toe, die hem dadelijk onschadelijk maakten. Bindt die honden I riep hij daarop een troepje legioensoldaten toe, wier trouw hij van vroeger kende, terwijl hij wees op de muiters die weder dicht op de tribune aanstormden. Voor de tribune ontstond thans een reuzen- kluwen, dat op een Amphitheater geleék, waar Wilde dieren elkander verscheuren. Onder de achterstaande goedgezinde troe pen ging het echter van mond tot mond „Het taak de algemeene uerkliedenvereeniging j genover onze vereeniging stellen om den genaamd Standsorganisatie, welke taak de j aanval af te slaan? Is het niet noodzakelijk, dat, waar één vereeniging niet voldoende is en niet hij machte is om in voldoende mate leven van Quinctilius wordt bedreigd.!" En van alle zijden drongen vrienden van de orde op om den afgezant Van den Imperator te beschutten. Zij vormden verreweg de meerder heid. Tevergeefs stelden zich de raddraaiers te weer. De verbitterde soldaten hieuwen op hun muitende kameraden in alsop vijanden en had den allen afgemaakt als niet de klank van de tuba stilstand geboden had. Nadat de rust was ingetreden, beval Publius dengene, dien hij aan de lictoren had overge geven, aan den rand der tribune te brengen en terwijl hij hem aan de soldaten Het zien, zeide hij Hier ziet gij iemand, die de standaarden van uw legioen onteerd heeft 1 Op een tijd, waarin pest en hongersnood zich als een lijkwade overhet Rijk uitbreidt, en de Vijand ons bedreigt heelt hij, de soldaat, de bewaker der orde en der veiligheid aan de Rijksgrenzen, den edelsten der Imperatoren diep bedroefd en zijn hand tegen zijn veldheer opgeheven Is hij schuldig aan hoogverraad. Spreekt zelve het vonnis Schuldig, schuldig 1 bruiste het van alle zijden. Voert dan uw vonnis uit, gelijk gij het ge veld hebt, riep Publius en stiet den belhamel van de tribune naar beneden. Hij viel op de punten van honderd zwaar den. Reeds voor hij als een lillende massa op èn godsdienstige ên zedelijke èn maatschappe lijke èn stoffelijke belangen te behartigen, gevaren te bestrijden op godsdienstig, zede lijk en stoffelijk gebied, dat men daar in het vereenigingsleven, mot behoud van de hoo gere eenheid; streeft naar meer decentralisa tie? Heeft de H. Kerk, die beschikt over een door vriend en vijand erkenden en bewonder den organisatiegeest, dezen maatregel niet altijd toegepast op zuiver godsdienstig ter rein? En altijd met hot beste succes. Denken wij eens aan de vorming van bisdommen, pa rochies, aan het ontstaan van de verschillen de kloosterorden en congregaties. Waar nu in onzen tijd voor de verschillen de standen zulke groote gevaren voor gods dienst en goed© zeden dreigen, waar de zorg voor het maatschappelijk en tijdelijk welzijn zulke hooge eischen stelt, vooral in den ar beidenden stand; zou men daar de beharti ging van al die belangen aan één organisa tie kunnen toevertrouwen? Dreigt er alsdan geen groot gevaar, dat waar do mensoh zoo getrokken wordt naar het materieel©, men daar het oog te veèl gericht lioudt op zuiver stoffelijke belangen en de godsdienstige te veel -verwaarloost? Ziet men dit reeds niet gebeuren in organisaties die nog geen zui vere standsvereeniging kennen? Zou dó stan- denvereeniging in (je toekomst ook niet ge roepen zijn om onder ons Katholieken den klassestrijd te voorkomen? (Slot volgt). p- a. ABELS, O.E.S.A. Gisteren dan rijn DE VREDESVOOR WAARDEN VOOR OOSTENRIJK aan de gedelegeerden to St. Germain overhandigd. In een deel onzer vorige oplage hebben wij er nog leen overzicht van kunnen geven. Het overhan digde concept-verdrag bevat nog niet de 'militaire bepalingen, die betreffende herstel 'en de financiën alsook zekere bepalingen om trent de grenzen aan de Ooatenrijkeche gedele geerden overhandigd. Voor zoover do bepalingen nog niet gereed zijn, zullen die zoo spoedig mogelijk worden 'toegezonden. Gemakshalve is Let Oostenriilksche verdrag precies zoo ingericht als bet Duitsdie en op ■vele plaatsen daaraangeliikluidend. Door het, verdra« wordt Oostenrijk een 'staat van ongeveer 6 millioen inwoners, be wonende een oppervlakte van 60 60 duizend vierkante mijlen. Oostenrijk erkent de vol ledige onafhankelijkheid van Hongarije, Tsjebho-Slow'akije en. den Zuid-Slavischen 'staat, en etaat andore streken» vroeger even ■eens tot de O 0s ten rijik&ch-H0n g aaracho monar chie Ibèhoorend, met een bevolking van ruim 60 millioen zielen en een oppervlakte van 261,000 vierkant© mijlen af. Hef, aanvaardt het volkerenbond verdrag en de arbeidswetgeving, doet afstand vau^ zyn 'rechten 'buiten Europa, verplicht zich tot como bilisatie van al zijn strijdkrachten, zoowel ter 'zee al» in de lucht. Verder erkent het het recht der geallieerdde en geassocieerde regeer in gen •zijn onderdanen, die zich schuldig gemaakt hébben aan schending der oorlogswetten en ge bruiken te doen terechtstaan en aanvaardt met betrekking tot do economische betrekkingen en vriiheiJ van doorvoer dezelfde bepalingen als die welke daaromtrent in het Duitsohe ver drag zijn vervat. Bij de aanbieding der vredesvoorwaarden sprak Clcaieneeau eenige hoffelijke woorden, waarin hij er op wees, dat er gelegenheid was voor schriftelijke doch niet voor mondelinge op merkingen. De voorzitter der Oostenrijksche delegatie antwoordde. Renner hield zijn1 rede in het Fransch en, an ders dan Brockdorfl, staande. In zijn waardige rede gaf hij toe, dat Oostenrijk verslagen was en trachtte geenszins den oorlog te rechtvaardigen, waarvan hij sprak als van de misdaad van 1914, maar hij veroordeelde den oorlog als een mis daad van het oude régime en niet van het Oos tenrijksche volk en vroeg, dat het nieuwe Oos tenrijk, dat slechts een der nieuwe staten was, geboren uit de ontbinding der dubbele monarchie niet zou gehouden zijn om alleen den last der oorlogsschulden te dragen. Als de vre de rechtvaardig en democratisch zou zijn, zou den de Oostrijkers toonen een machtig element te vormen in de stabiliteit en den vooruitgang van Europa. ij Alvorens de meeninsr van de direct betrok kenen over deze voorwaarden te hoofen. zal hot reeds interessant ziin te vernemen, hoe de gedelegeerden der omliggende landen» welke tloh allo ten koet© van de oude Donaumonar- cliie met -grondgebied willen verrijken, n.m. Tejecho-Slawakije. Polen. Servië en Roemenië en niet het minst Italië, over dit contract denken. De Raad van vier probeerde n.m. ver teden week de genoemde kleine Staten met een uittreksel uit bet vredesverdrag af te schoten, ■waartegen zy ten krachtigste protesteerden en kqteren,natairwetenschappen,geneeskunde enz' overhandiging reed» gisteren te geschied, vraagt men zich met twijfel af. of de heeren ■van 'de Vierschaar het zoo plotseling met de kleine Staten helblben kunnen klaar spelen. De moeilijkheden stapelen zich intussen en voor de Vredesconferentie op al naar mate zii tracht de Vredesaffaire te liquideeren. Zoo seint de gewoonlijk goed ingelichte Parijeche correspondent van de Manchester Guardian aan zijn blad: Ik moet no,g een verontrustend gerucht ver- mel'Qen over de behandeling van de zwakkere mogendheden. Ik hoop dat het niet m,eer dan een gerucht is maar ik vrees» dat het voel meer is. Men deelt hier als een feit mode. dat men Perzië niet toegestaan heeft, ziin wensch uit t© voeren om een aantal hoogteeraren in de letteren, nauurweenschappen. geneeskunde en?., aan te nemen voor ziin universiteiten. De mi nisters» die van de Perzische delegatie deel uitmaken, hadden opdracht gekregen, om die hooglceraren te Parijs te zoeken, maar tot hun verbazing werd deze opdracht plotseling van Pekeron uit afgelast, naar men zegt. door t cod oen van de Britsche regeering. Zullen het Britsche ministerie van buitenlaudscihe zaken en de Anglo-Persian Oil Company moeten uit maken, wat de cultuur van Perzië zal zijn' Als het gerucht niet juist is» moet het eg'en- g esp rok en worden. Ik heb nu een lang gesprek gehad met prof. Piep van de Eetlaudsche delegatie, hij en ziin collega's ziin verwoed over de erkenning: van Koltsjaik. Do E&then en andere volken aan de noordelijke en westliike grens van Rusland be strijden het bolsjewisme. Zij helblben geen lust om zich t© mengen in de regeeringsaange- legenheden te Petersburg of Moskou, en aller minst om de reactie in Rusland in te stellen. Koltsjak beschouwden zii echter als de verte genwoordiger van de reactie. Welke ook ziin persoonliiike overtuiging moge zijn, hij is een voudig een werktuig van duistere machten, achter hem en het werkelijke gevolg van den 'hem verleenden steun zal. naar zii vreezen. zijn, dat het bolsjewisme onvermijdelijk ver sterkt wordt. De democratie hooft er met den oorlog niet op gewonnen! Blijft verder de vraag, hoe de Raad van "Vier tegenover de Duitsehe tegenvoorstellen zal staan. Het antwoord wordt egen Vrijdag verwacht. Het Hollandsch Nieuwsbureau geeft de ©temming van het oogerublik te Parijs als volgt >weer: De Pransche pers te zeer opgewonden over het bericht van do „United Press," dat er in het vredesverdrag wijzigingen zouden worden 'gebracht over de quaesti© van de verantwoor delijkheid voor den oorlog. De „Figaro" schrijft: Wij hopen, dat hot onderzoek van de Duitscho tegenvoorstellen kort zal zijn, maar als wij de „United Press" moeten gelooven» te dit de vraag. Het schijnt, dat er reeds sprake is van eene nieuwe con ferentie. die een verdrag zou opstellen, dat meer met de wbnscken van Duitschland over eenkomt. He ..Gaulois" zegt. dat zii dit be richt, gezien de bron waaruit het voortvloeit» zelfs niet bespreken wil. De „Liiberté" schrijft: Wij ontkennen beslist dit Amerikann- selie bericht, volgens hetwelk de geallieerden bepaalde concessies zouden doen. De geallieer den zullen hunne houding niet veranderen, zooala is aangegeven in het antwoord, dat door Clemeneeau te onderteekend» maar dat door Wilson zelf werd opgesteld. Aan den anderen kant constateert de „Inr transig'eant" op eigen verantwoordelijkheid, dat Wilson geneigd zou ziin zekere concessies tegenover Duitschland te doen; een daarvan zou zijn, dat Duitschland een jaar na het on- derteekenen van het vredesverdrag in den vol kerenbond wordt opgenomen. Ook zou volgons dit blad, Wilson gaarne zien, dat de Raad van Vier terugkeerde tot ziine oorspronkelijke be sluiten betreffende de noordelijke grenzen van Duitschland. Ten slotte zou hü de geallieerden willen bewegen niet al te veel aan te dringen op de quaestie van de verantwoordelijkheid. In Duitschland zelf tracht men van boven af de openbare meening te streken en een even- tueele weigering der Vredesvoorwaarden kalm oip te nemen. Do riiksregeering heeft de door de opperste legeraanvoering geoipende enquête, hoe de be volking tegenover een eventueele hervatting van den oorlog staat, niet toegestaan.-zoadat, pij ia gestaakt. Do opperste legeraanvoering beoogde met deze enquête ten eerste zich eens en voer al v'asto grondslagen te verschaffen voor de be sluiten. waarvoor de riiksregeering haar zou kunnen plaatsen; ten tweede echter te maar schalk Hinden/burg na het békend worden der vredesvoorwaai'uen overstelpt geworden met allerlei raadgevingen protesten welke den in druk zouden kunnen maken alsof he volk en het leger ook tegen den wil der regei ug vast besloten tot den strijd zou ziin. De legeraan voering is zelfs gebrek aan vastberadenheid, nationale lak&chheid verweten. Daarom moest zij zich een iui&t beeld trachten te verschaffen, aan den eenen kant om de heethoofden gerust te stelten, aan den anderen kant can de stellig binnenkort te verwachten aanvallen der open- Zie verder onder Telegrammen. bare meening met treffende bewijzen t© k non afslaan. De opperste legeraanvoerin wiJde dus evenmin als de riiksregeering vredelievende rijkspolitiek door heethoofde laten benadeelen. De riiksregeering sten haar tegenvoorstellen op rechtmatigheid j? overtuigingskracht, en niet op een hor nieuw in van den strijd. In een artikel in het ..Berl. TagöbJatt spreekt Derulburg over den zedelii'keu plic van het Duiteethe volk en betoogt o.a. dat wa neer Duitschland dit vredesverdrag ouder kent, wetend, welke oonsequ©npiy3 de teg party daaruit zal trekken, het zich zelf geeft. Maar dat mag niet gebeuren. Wii wille eerlijk met opgeheven hoofd voer ons zelf onze kinderen en kindskinderen staan. W laten ons niet afschrikken door een opmarsd van den vijand eu zulleu zijn geweidheensdia pij met zedelijke hoogheid dragen; dat eisch de eer van het Duitsoh© volk eu deze te hand aven is onze eerste zedelijke plicht. DE RIJNLANDcUriE REPü BLIEK. In de proclamatie, waarvan wij gistere, melding maakten, wordt verder gezegd: De voorloopige regeering wordt gevorin uit afgevaaruigdea van ue onderteeuenend comité s. Met spoed zal vergunning wor den aangevraagd 0111 onmidde.l.jk veikiezm gen voor de li.jiilandsche voldsvergauerm op grond van „A kiesrecht voor ue .eui sche Nationale vergadering, te doen pla- hebbeu, en deze luuüs vergadering zoo spoc dig mogelijk bijeen te roepeu. ttL voor den zetel der regeering eu het b^e. komen van de landsvergadering is Coote bestemd. De regeering is veorioop.g i Wiesbaden gevestigd. Ho ianuci.jKe e.t meenteLijke autoriteiten ll.jveu tot nauu order hun luucties waarnemen, ui piaar van de Bruis ïsciie, Beierscne en uessici regeering treedt de voor.oepige reg er.u. van de Rijnrepubliek." Het stuk is gedateerd: Aken, Mainz, Spiers, Wiesbaden, 1 Juni. De oproep is onderteekend door: hei mijn landsclie arbeiders-comité, de Vereen.g de Nassausclie eu Rijnianusche Comité's eu het Faltzer arbeiders-comité. Opmerkelijk is daarbij, uat er geen per soonsnamen ate onderteekeuaars voorkom" De „Deutsche Aügein. Lig." verneemt iu- ttisschen van regeermgszijde, dat haar v-, deze uitroeping nog niets bekend is. He- blad wil daarom alvorens zieh over deze „landsverraderlijke daad" te uiten, ue 0..1 cieeie "bevestiging afwachten. De „Vorwara" merkt naar aanleiding vu,,i de uitroeping van de Republiek op: „Voor heden blijft ons alieen de pucüt, te zeggen dat wat thans in Huitschland l.nks van den Rijn beproefd wordt even misdaeng ais zin loos is, en om het gezond verstand en liet geweten der wereld op te roepen tegen dit Urij ven. ,Wjj prediken geen haat tegen a raitü- rijk, wij houden geen vrede voor zoo nood zakelijk als een eerlijken en duurzamea vrede tusschen de Duitsehe en de frun- sche republiek. Juist ter wille van dezen vrede echter zien wij ons genoodzaakt uit te spreken, dat tusschen Huitscniaud en het Frankrijk gelijk het zich thans aan ons ver toont, het Frankrijk, dat vergeten heeft dat het een republiek is en dat het 'tland vaa vrijheid, gelijkheid en broederschap zou zij 1, een werkelijke vrede onmogelijk is. Tege.i dat Frankrijk pantseren wij ons niet wan trouwen tot het uiterste. Met zij11 laffe en omkoopbare helpers, echter moet grondig af gerekend worden." De „Frankfurter Zeitung" noemt als» den raddraaier in Nassau den Berlijnschen advo caat dr. Dorsten, die sinds eenigeu tijd in Wjesbaden woont, echter niets met land en bevolking daar gemeen heeft, niemand ach ter zich heeft en alleen een handig zwende laar is, die de propagandisten voor de af scheuring heeft weten wijs te maken, lat hij de verantwoording voor de medewerk ng van Nassau op zich nam. De proclamatie vau de republiek Rijulaid heeft te Parijs algemeene belangstelling sti tevens voldoening gewekt. De bezettingstroe pen hebben niets gedaan om de beweging uit te lokken of te bevorderen; zij staan als tóeschouwers er tegenover zegt Havai „L'Oeuvre" wijst erop, dat het niet gaa om een onafhankelijken staat, maar om eer afzonderlijke republiek, welke blijft in het kader van het Duitsehe Rijk. uit niet© blijkt, dat zij Franschguzind zal zijn; maar reeds het feit dat zij bestaat en dai zij een soort buffer vormt tusschen Frankrijk en het overige Duitschland, is een jvaarborg voor Frankrijk. D© be teekenis van de kali bedden in d-.jn Eïzas. Met Elzas-Lotliaringen gaan voor Duitschland de rijke kalibeddingeu van den Elzas en daarmede het tot dusver te ver geefs aangevochten Duitsehe wereldmonopo lie voor kali verloren. De„Vossische Zei tung" van 26 Mei zet in het kort uiteen, wat dit verlies voor de Duitsehe staathuis- den grond viel, was hij afgemaakt. Brengt Virginius hier beval Publius. Het geschiedde en zoo werden de onruststo kers de een na den ander door de legioensoldaten 'op de tribune geheven. De keizerlijke legaat toonde elk hunner ddn het leger en stiet hen vervolgens met den voet weg. De soldaten stortten zich met ware woede op de muiters, als wilden zij met het bloed der raddraaiers hun eigen schuld delgen. Zelfs de muiters, verschrikt door de vreeselijke straf, n&cir voren ojn 3.3J1 de tercoiitstclling deel te nemen. Een half uur daarna verhief zich voor de tribune een lijkenhoop, die tot Publius' voeten reikte, Deze zag bij die slachting schijnbaar onverschillig toe slechts was hij zeer bleek en beefden zijne lippen. De veldheer voelde een diepen afkeer tegen het moorden buiten het slagveld, en toch kon hij niet anders fandelen daar hij wist dat in zulke gevallen slechts ijzeren gestrengheid tot het doel voert. Toen de laatste onruststoker was afgemaakt hief Publius de hand op. Dadelijk trad diepe stilte in. Morgen, als gij uitgerust zijt na den vree- selijken dag van heden, zult gij drie centurio's onder u uitkiezen, die mij bekend maken met de verzoeken, welke gij tot den goddelijken Impera tor richten wilt. En nu. naar de kazernen 1 Zonder een woord te spreken stelde zich het legioen in gelederen op. Onder de tonen van een marsch trok het leger in afdeelingen aan zijn veldheer voorbij. Deze ontblootte het hoofd en riep met krachtige stem - Zijt gegroet, kameraden 1 Eere zij u, Quinctilius, riep het verheugde legioen. Hij had de soldaten op de gebruikelijke wii?e begroet en zou derhalve waarschijnlijk niet meer straffen Rustig, alsof er niets was voorge- kazernen leSic>ensoldaten hunne Dur volgenden dag kozen zij geen afgevaar digden en zonden zij niemand naar het hoofd- kwaï tier. Zij kenden Quinctilius. Steeds had hij aan hun welzijn gedacht en deed hij voor hen wat in zijn macht was. Hij schonk den veteranen huis en akkers op zijn eigen bezittingen jonge voor den dienst ongeschikt geworden legioen soldaten gaf hij rijke geschenken als zij den dienst verlieten om naar hun geboorteplaats terug te keeren. De soldaten wisten, dat zij aangevoerd werden door een echt soldaat en dachten niet meer aan onverstandige eischen. Nadat de te- rechtgestelden waren begraven, gingen zij zonder morren aan den arbeid en trachtten den lof van hun veldheer te verdienen. En Publius legde hun dadelijk een zwaar werk op. Hij liet nieuwe schansen opwerpen, de grachten verbreeden en verdiepen en de oude versterkingen herstellen. Hij wist, dat de inval der Germanen onder Servius met geen vroegeren strijd te vergeliji n zou zijn. Menigmaal, als hij des morgens vroeg de wachtposten had nagegaan, steeg hij op de timier van een toren bij de hoofdpoort en turnde in di wazige verte, tot waar de omtrekken der mét bosch begroeide bergen den gezichteinder stelen. Diepe stilte heerschte aan de overzijde van den Donau, alsof alle leven daar had opgehouden te bestaan. Zelfs kooplieden, meestal Joden, Grie ken en Egyptanaren, die vroeger vaak aan de poorten van het leger klopten, schenen geheel verdwenen te zijn en het Romeinsche geld ie versmaden. Pubhus legde het voorhoofd tegen den kouden muur en luisterde. Niet hei ge ringste geruisch kwam uit het Quaden-land lot het leger. Zoo zwijgen mensehen en de natuur slechts.' als een geweldige storm op til is... HOOFDSTUK XX. Het onweder was reeds in aantocht... oi- schoon zoo ver, dat het door de grenswacht vai. het Rijk nog niet kon worden bemerkt. 4Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 5