NIEUWE lUIL HIlilT
BINNENLAND
een
iAmi^rdai huu
WAT DE PERS ZEGT
Parlementaire Kroniek.
De
Ondergang van
Wereldmacht.
ORDE EN ARBEID
Van Overal
LANDBOUW EN^VisscHËRii
Handel en Nijverheid
FEUILLETON
■■"■T ~W
Kunst en Kennis
Maandag 23 Juni Tweede Blad
DEN -HAAG, 22 Juni.
Het is gewenscht en ook mijn doel om in een
kroniek van de week eenige voorname onderwer
pen min oi' meer critisch te bespreken. Maar wil
de ik mij ten opzichte der parlementaire werk
zaamheden der Kamer gedurende de afgeloopen
week, aan dezen stelregel houden, dan kon ik
dikwijls en zeker ditmaal volstaan met dezen
eeiien regel: heden niets te melden! Behalve, dat
de Kamer vaak den tijd verprutst met allerlei
onbenullige debatten, zijn ei* ook tal van kleine
re wetsontwerpen, die moeten worden afgedaan
en waai bij geen groote beginselen te pas komen.
Zulk werk hebben wij deze week achter den rug.
Jk bui zoo vrij te veronderstellen, dat de b-hang-
steï.ende lezer in parlementaire zaken de veraia-
gen gevcigd heeft en van de verscheidenheid der
talrijke behandelde wetsontwerpen en amende
menten heeft kennis genomen. Op enkele zaken
niet ven mm of meer algemeenen kant zal ik
dan nog de aandacht vestigen.
En dan is daar allereerst het debuut vau ou-
2en nieuwen Minister van Marine, mr. Bijleveln.
Ik wil ronduit zeggen, dat ik mij dit anders had
voorgesteld. Was mr. Bijleveld niet de compag-
uon op het Amsterdamsche advocatenkantoor
van den ervaren en slagvaardigen politicus mr.
de Viies, onzen tegenwoordigen Minister van
•"'«ancien? Mocht niet met eenigen grond wor
den verwacht, dat er ook in politicis een geeste
lijke verwantschap tusschen beiden zou bestaan?
jn politicis; en daarmee bedoel ik niet zoozeer
m politieke beginselen, want op dat stuk heeft
mr. Bijleveld zijn christelijke geloofbelijdenis
ap meer dan voldoende wijze beledenmaar in de
manier om met een lichaam als de Tweede Ka
mer om te gaan. Die kunst bleek mr. Bijleveld
uog in 't geheel niet te verstaan, al wil ik niet
zeggen, dat hij ze niet zal aanleeren. In zijn re-
P'iek toonde hij al reeds op verrassende manier
aanpassingsvermogen te bezitten en een vlot spie
kCi te zijn. Zoodat het meer dan voorbarig zou
21)11 uit de eerste rede van den nieuwen bewinds-
ma" af te leiden, dat hij zich in deze omgeving
le) zal acclimatiseeren.
Ke fout van mr. Bijleveld was, dat hij bij zijn
-'Urste optreden te weinig rekening hield zoowel
IIlet het verleden van het delicate departement,
daarvan hij zoo plotseling het hoofd geworden
1®» als wel met de geestesgesteldheid van deze
Kamer.
Het verleden van „Marine" had den Minis
ter moeten afhouden van uitvoerige verklarin
gen omtrent een te volgen gedragslijn. Daarvoor
*s „Marine" een te groot wespennest en is de
nieuwe functionaris zoowel door zijn verleden
3ls door zijn kort optreden nog te weinig met
^5 zaken vertrouwd. Hier had zich zeker „in der
^eachrankung den Meister" moeten toouen.
Vervolgens had de Minister een betere gele
genheid moeten afwachten om in den breede zijn
Opvattingen van de taak der overheid in de
Landsverdediging uiteen te zetten. Wanneer
een Kamer, die voor bijna de helft uit moderne
heidenen bestaat op een Vrijdagmiddag van een
heeten dag in een overprikkelde en overwerkte
stemming verkeert, dan is het voor zulke begin
selverklaringen niet de juiste tijd. Het is goed
niet uit den weg te gaan voor spotzucht en bru
taliteit maar men moet daaraan niet onnoodig
Voet geven; daardoor doet men afbreuk aan
«gen autoriteit, 't Eerste contact met de Kamer
zal aan mr. Bijleveld zelf meer geleerd hebben
dan aan zijn gehoor en ik twijfel er niet aan. of
zijn in de politieke kunst volleerde vrienden
ambtgenoot, mr. de Vries, zal den nieuwen Ma-
rineminister wel speodig weg-wijs maken op het
glibberige pad, dat hij gewaagd heeft te betre
den. Zoodat ik mijn oordeel over dezen bewinds
man nog eenigen tijd zal opschorten.
Op enkelc losse besprekingen in de Kamer wil
ft nog het licht laten vallen. Zoo wilde de heer
Otto openbaarmaking van de notulen der bevre-
Iigingscommissie. Zooals men weet, hebben in
dertijd op aanstichting van mr. Cort v. d. Lin
den voormannen van alle politieke partijen in
een commissie samengewerkt tot beslechting: van
den schoolstrijd "en kwamen toen tot het bekende
Severed ig ingsrapport". Sommige palstaanders
der openbare school zijn van den, aanvang af
wantrouwend tegenover deze werkzaamheden ge
weest en ventileerden de meening, dat de belan
gen van het openbaar onderwijs voor algemeen
kiesrecht waren verkwanseld.
De bewijzen hiervoor meenen zij in de notulen
der bevredigingscommissie te kunnen vinden.
Jhr. de Savornin Lohman zei: de heeren zien
poken en daarom ben ik voor openbaarmaking;
au kunnen zij van htm dwaasheden worden
overtuigd. Dat is een standpunt.
Dr. Nolens echter had ernstige principieele
"Odenkingenwanneer men ditmaal toegeeft, zal
de geneigdheid om lid eener commissie te wor
den in het vervolg afnemen, zei hij. Dat is ook
*en standpunt, hetwelk alle Katholieke en anti-
tevolutionaire leden bleken te deelen. Toch was
Or een meerderheid voor het voorstel-Otto, zoo
dat deze zijn zin zal krijigen.
ROMAN UIT HET POOLSOH.
Een minder fraai relletje heeft zich' nog voor
gedaan bij de verdere behandeling van de Wa
renwet. Er kwam in behandeling een amende
ment van den sociaal-democraat Van dei- Waer-
den om aan gemeenteraden de bevoegdheid te
verleenen in 't belang der volksgezondheid den
invoer van 'n bepaald artikel slechts voorwaar
delijk toe te staan en tevens de bevoegdheid om
te verbieden, dat andere dan de door B. en W.
daarvoor aangewezen personen die waar binnen
de gemeente verkoopen, afleveren of ter afleve
ring voorhanden hebben.
Men kan zich met eenige verbazing afvragen
wat zulk een bepaling in een wet op de keuring
van waren te maken had. Niet minder dan zes
sprekers kwamen er legen op en toen bleek gedu
rende het debat, dat dit onnoozele muisje 'n gif
tig staartje had. Met die bevoegdheid voor ge
meentebesturen om invoer van waren te weige
ren was niet minder bedoeld, dan om in Amster
dam den melkoorlog opnieuw fe ontketenen. Wan
neer de melk bij één slijter ondeugdelijk werd
bevonden, zou de gemeente Amsterdam eischen,
dat slechts aan één centrale inrichting werd ge
leverd. Heel het melkbedrijf was in weinig tijds
gesocialiseerd, alle boeren en slijters tot g
teambtenaren gemaakt.
Behalve een aantal leden van allerlei politie
ke richting wees Minister Aalberse deze proef
neming cordaat af. Wil men een redelijke be
voegdheid, om zich te vrijwaren tegen onge-
wenschten invoer, dan verschaft artikel 136 der
Gemeentewet deze reeds, zei de Minister. Maar
aan deze socialisatie beginnen we zoo maar niet
bij wijze van amendement
Toen gaf de heer Schaper die het voorstel
bij afwezigheid van dr. v. d. Waerden verdedig
de zich bloot. In een giftig speechje viel hij
uit te^en „de bourgeoisie", die liever de typhus
op de arme bevolking loslaat, dan aan socialisa-
tie gaai doen!
En deze demagogie heeft „het Volk" verder
doorgezet. Den volgenden dag had het roode
hoofdorgaan artikelen met het paikkende opschrift
„liever typhus dan socialisatie" en werden de le
zers opgezweept tegen „de burgerlijke partijen",
die liever 't volk vergiftigen, dan dé nieuwe leus
der S.D.A.P. volgen!
Dit ellendige bedrog wilde ik toch ssg eens
aan den kaak stellen. Zou men denken, dat er
een bewindsman in stedelijk, gewestelijk of Rijks
bestuur gevonden wordt, die er dergelijke cyni
sche begrippen van: „liever typhus dan sociali
satie" op na houdt? Maai ziet men dan met in,
dat het niet mogelijk is om eens den lieflij
ken gedachtengang van Schaper te volgen
om op de anne bevolking de typhuskoorts door
bedorven melk los te laten en tegelijkertijd' „de
bourgeoisie" te sparen? Maar als de leugenach
tigheid der voorstelling dan zóó zonneklaar is,
dan is het ook misdadig op dergelijke wijze het
eene deel van het volk tegen bet andere óp te
zetten.
De S.D.A.P. heeft zich weer eens van naar
allersleditsten kant laten zien!
Uit de verslagen zal de lezer gezien hebben,
dat de Minister van financiën nog eens wat
meer gaat pompen uit de pereoneele belastingen.
Ik zal de uiteenzetting nie herhalenaan zulke
dingen heeft men één keer genoeg 1
g HAGENAAR.
Het Unie-liberale „Vaderland" schrijft naar
aanleiding der aanneming van het ontwerp-on-
derwijzerssalarissen van Minister De Visser:
„Tevredenheid zal er door dit ontwerp niet
of weinig worden geschapen, want die is in
de eerste plaats helaas niet meer van onzen
tijd, en dan, er zijn billijke eischen waaraan
niet is voldaan. Maar bezonkenheid des oor
deels, die alleen de juiste kennis van zaken
kan verstrekken, zal toch het bewustzijn ge
ven, dat thans werkelijk iets van veel belang
voor den onderwijzer is verkregen. En wie met
ons begrijpt, dat thans door de financieele ge
lijkstelling de eerste steen is gelegd van een
gebouw, dat niets anders dan het woord: On-
derwijsbelang, op de frontespiece draagt, zal
met ons den Minister nazeggen, dat het een
noodlottige dag was, toen nu 62 jaar gele
den de richtingen van het lager onderwijs uit
eengingen dat dit tot beider schade was, en
dat het een zegen zal zijn als zij elkaar terug
vinden."
SODOMA HERLEEFD,
Hoe brutaal de publieke onzedelijkheid ook
hier te lande den kop durft opsteken, blijkt tel
kens. Nog vorige week bij het „HeP'-debat kwam
het in schril licht.
Toch zijn er teekenen van nog ernstiger aard.
We zijn hier te lande rijk een „Ned. Weten-
schappelijk Humanitair Komitee", dat het aan
durft publieke reclame te maken voor hetzelfde
tegennatuurlijke kwaad, dat ook reeds door de
Socialisten vergoelijkt wordt, blijkens het toen
in de „Socialistische Gids" verschenen artikel.
Dat Comité heeft vóór eenigen tijd een uitvoe
rige brochure verspreid, waarin de gruwel weer
verdedigd wordt. Het vieze ding is onderteekend
door een zestal namen.
„Mag dat zoo maar! vraagt „De Resb." En
zoo ja, wórdt het dan geen tijd, dat de wét met
den meesten spoed verscherpt wordt?
„Eenige jaren geleden heeft de Tweede Ka
mer met verontwaardiging het soort lectuur,
zooals het Comité die verspreidt, uit haar bi
bliotheek geweerd. Dat was een schoon gebaar.
Maar kan de overheid daarmee volstaan?
Neen, duizendmaal neen, zij dient het publiek
te beschermen tegen een gruwel, die ons volk
dreigt te besmetten zooals het in Duitsch-
land een groot deel der jongelui (men herin
nert zich de polemieken over de „Wandervö-
gel") besmet heeft.
De Oveilheid trede op voor het te laat Is,
en vege met kracht de vuilnis, die zich ais
„wetenschappelijk" (j) aandient, voor goed
weg.
Dat het hoog tijd is, dat hier wordt ingegre
pen, blijkt ons meermalen, als we klachten
hooien van huisvaders die ons meedeelen, dat
bovenbedoelde brochure vrijuit wordt toegezon
den aan hun minderjarige zoons.
Is het reeds zoover in onze maatschappij,
dat onze kinderen, die op straat niet veilig
zijn, ook thuis niet meer met iuat gelaten wor
den?"
Onze tijd dreigt aan de gruwelen van het hei
dendom ten onder te gaan Dat een christelijke
overheid tijdig ingrijp i
Een geharnaste open brief.
Door een aantal Limlburgecho onderoffi
cieren is een open brief aan Mir- Troelstra ge
richt, die op pooten staat Daarin komt o.m.
het volgende roori
„Als vooruitstrevencte katholieken, die ma
terialisme en revolutie verfoeien en mede
werken aan den modernen socialen opbloei
der maatschappij, organiflp.eren wij ons in af-
deolingen van ordelievende, weerbare man
nen, die evenmin, terugschrikken om uwe
benden te Rotterdam of Amsterdam over
den kling te jagen als bnitenlandeche Spar-
tacisten uit ons Limburg te drijven. Indien
gij met den corumunlgt "Wijnkoop, „die uw
fangmaker is", begin* milieu wij u en uwe
enden weten te vinden. Wil zullen dan niet
strijden zooals de Uwen, behebt op plundering
en omverwerping Va^ staats-instellingen,
maar voor ona goed recht: „ons ordelievend
beginsel. Dat beginfiel houdt ons saamlhoo-
rlg en is door uw gedriof toch" niet te ver
woesten.
Indien gij, Mr. Troelstra, mót uw gangma
ker Wijnkoop, uwe benden van de straat
houdt, blijven wij ook van de straat. Waagt
gij een staategreep, Hnn vliegen wij in 't ge
weer. Daarom zullen -wdj blijven werken aan
do Instituten, welke het Wettige Gezag be
schermen en deee in weerbaarheldskr anh t
blijven vierstetrken. Dan. zijn uwe plannen
onuitvoerbaar. Wij snijden u den pas af. Dat
vreest gij en daarom scheldt gij."
Evolutie en Revolutie.
£a het boekje, dat onder bovenstaan-den ti
tel verscheen, zegt Mr. Bonger, de bekende,
bezadigde en nuohter-denkende soolaal-demo-
kraat, eenige waarbeden, waarmee zijn leider
bet voorloop!® doen kan.
Troelstra weet maar niet nauwkeurig te
„Onze conclusie ls dus," zegt de schrijver,
„dat van het begrip „revolutie" drie kenmer
ken genoemd kunnen worden: fundamenteel,
plotseling en gewelddadig. Het eerste ken
merk is essentieel, de volgende zijn acciden
teel, het tweede echter minder dan het der
de."
Of „zijn" revolutie plotseling en geweld
dadig zal zijn, laat Mr. Troelstra al maar ln
het midden. Zijn volgeBug geeft hem te ver
staan, dat het geen revolutie ls, wanneer het
niet plotseling en gewelddadig komt.
Zoodat wij dus wel op onze hoede moge zijn:
want Troelstra weet ook meer dan hij zegt
En hij weet ook ^el» dat „stakingen" ln
dezen tijd niet zelden een politieke beteeke-
nis hebben, al wil de moderne vakbeweging
ons ook het tegenovergestelde doen gelooven.
Mr. Bonger weet het ook wel. HU zegt:
„Gaat men nu tot de kern van het „nieu
we" socialisme over, dan blijkt deze uit niet
veel anders dan sta1"11® te bestaan. Massa-
staking voor en massa-staking na, vooral ge
richt tegen het onpersoonlik groot-kapitaal!
In deze massa-actie «roelt de emotie, de zui
ver verstandelijke vermogens van kritiek en
redeneering onderga»11 een verzwakking, de
activiteit stijgt boven net normale, een ze
kere exaltatie" word* bereikt"
Ordelievende arbeiders en burgers van Ne
derland: houdt reken1»® met deze waarschu
wing van onverdachte ®0e.
De voorbereiding tot de revolutie gaat door!
UIT ONZE OOST
Het werk «■uiufernlu.
Dat de Loge in Indië machtig is, weet
leder. Dat echter de ea»te ambtenaren der
OErlstelijke Begeering iets aandurven ais
hieronder wordt vermeld, was nog minder
bekend, schrijft de „Resflb.":
Vorig jaar, 4 Mei 1918, verzond de Loge
Prins Frederik to Kotta Radja een schrijven,
onderteekend door de heeren A. G. van Sluys
en J. O. van der Lely, waarin gewaarschuwd
werd tegen het toenemenvan het aantal
Katholieke onderwijzers ln Indië. In dat be
faamde stuk is o.a. het volgende te lezen:
„Deze (katholieke onderwijzers) toch effe
nen haar het pad, waarlangs ze kan gaan
voor de uitbreiding van de Kerk. Van deze
onderwijzers behoeft ze niet te vreezen, dat
zij zullen medewerken aan de •vrije ontwik
keling van het volk, of leeringen zullen ver
spreiden, welke tegèn de kerkelijke dogma
ta ingaan. Integendeel, zij weet, dat zij zoo
krachtig mogelijk zullen werken om de room-
sehe idee ingang te doen vinden in hun om
geving en op de school alles zullen vermij
den, wat het kind later minder gunstige ge
dachten zou kunnen geven van de Kerk, of
het zou kunnen aansporen tot onderzoek van
datgene, wat de Kerk ongewenscht acht te
onderzoeken.
In het „Kath. Schoolbl. van Ned.-Indlë"
wordt dit epistel nu krawhtig onderhanden
gent men, als het o.a. schrijft:
„Willen de Broeders daarmee zeggen: de
R.-K. onderwijzers geven geen neutraal on
derwijs op de openbare school, zij staan daar
te werken als geheime propagandisten voor
de Kerkt Zoo ja, dan signaleeren we dien
laster slechts. Doch dan ls de logische con
sequentie van deze bewering gelegen in deze
oppeneerende stelling: De onderwijzers, die
de Loge in de school wenscht en dus in de
eerste plaats de leden der Órde, die zij recht
streeks kan instrueeren doen het tegen
overgestelde en brengen het kind wel minder
gunstige gedachten bij van de Kerk.
Zij zijn in de school dus niet neutraal?
Zij geven geen neutraal onderwijst
Maar don wordt het hoog tijd, dat de Re
geering, dat het Departement van O. en E.,
eens een minitieus onderzoek Instelt
De Loge moge het goedvinden, dat het
Gouvemements-onderwljs in zeker opzicht
niet neutraal ls, de katholieken eischen het
wel, geheel en volledig, ten aanzien van ei
ken godsdienst, ook ten opzichte der Loge,
al is ze geen godsdienstig genootschap.
We moeten echter nog iets zeggen over de
onder teekenin,
moeilijkheden, doordat de rook in dikke wol
ken opsteeg;. Intusschen werd de vloer met
£,nPJ^-7kooI™ursi)uiten nat gehouden,
in dn tsM onWekte men, dat een partij turf
l/nn f vVe,r<iiePi[1S' smeulde. Met 4 stra-
te blLchen. Wist mea den brand
Kou een man, 'die zulke lasterlijke epistels
over den Oceaan zendt, ten nadeele van amb
tenaren, van wien hij niets» niets kan zeggen,
Bezit hl} den onbevangen blik, vo<xr zoo*n
ambt allereerst vereiseht? Kan hem het prae
dlcaat onbevooroordeeld worden toegekend?"
One dunkt, dat hier reden aanwezig is om
dezen heer eens aan den tand te voelen, no
pens zijn plichten.
Brand in hot gebouw deqr Huuroommkede.
In het gtebouw van het vroegere Sfc. Bemuv
dusigeeticht aan het Rok in te Amsterdam,
waar thans de bureaux der Huurcommisaie
zijn ondergebracht, is Vrijdagmiddag onder
den vloer van de eerste verdieping, hrand
ontstaan, De brandweer, die onmiddellijk ter
plaatse was, trachtte door het openmaken
van den vloer den haard van den brand te
ontdekken, doch zij ondervond hierbij groote
UIT BOEK EN BLAD
De Volksmi&sionarii
15 Mei en 15 Juni,
van de gracht den wal beklommen, weerklonk een
bevel, dat van den eenen aanvoerder tot den anderen
overgebracht werd. Met de snelheid des bliksems liet
(Wordt vervolgd.)
138
boogschutters en de slingeraars terug Alles
watcr1; de «amen der legerplaats. Lood smelten 1 De
mna bev^aWm<ler °Pbouden doen koken 1 luidden
k-irij geen stormrammen en ander
teethm wor tuigen mede-roerden, zouden tij de
nooit binnenkomen.
v 1)0 *e der barbaren opende zich en uit
■81 Woud kvam
«-wam een lange rij wagens met stormramme
bootd, sloot de oogen en bad vurig
straf dezen verrader I
Ina ochter, dien hij too even verrader genoemd
Werd op dit oogen blik door de Germanen met een
j^S^wekligen vreugdekreet begroet, dat de lucht er
yan daverde. Te paard bevond bil zich op een
Pt
JOE ONöEKWIJZEIKSSAIaABISSlDN.
gflgyonr wnt h'tf eigrenlUk mot de revolutie wil.
Mr. Bonger geeft hem daarom duidelijk Jee.
Dan zullen de z.g. niet-vrijdenkende ouders
de Katholieke, de Protestautsehe, de Moham-
medaansche ouders eens hetere waarborgen
moeten eischen Inzake de neutraliteit van
het Gouvernementsonderwijs, vooral waar
bet geen geheftn is, dat onder het corps on
derwijzers en dat der Inspecteurs zich meer
dere leden der Loge bevinden.
ver-
ze op
ea
van hét document en wel
over den eerst ondergeteekende.
Deze toch is niet de eerste de beste. De In
dische Regeering heeft dezen man belast met
het hoogste burgerlijke gezag In Atjeh. A. G.
H. van der Sluys is Gouverneur van Atjeh
en Onderhoorigheden.
Ook een regeering kan zioh vergissen ln de
karaktereigenschappen barer ambtenaren en
met den heer van Sluys heeft ze het dan ze
ker gedaan.
dan dat oe trouwe opvolgers deer landswetten
en, als hun XZolIandaohe geloofegenooten, mo
de tot de steunpilaren bebooren der maat
schappelijke orde, zou zulk een man de aan
gewezen persoon zijn om «nik een hoogen
post, met Zooveel beslissingsrecht, in te ne-
menT
Internationaal Metaal verbond. Onze
Bterko Katholieke Metaalbewerkerabond beeft
de eerste etappen gezet om te komen tot een
internationaal verbond tusschen de Katholieke
len Christelijke Metaalbewerkersbahden.
Een conferentie ven vertetgenwoordigere is
aanstaande.
LL'-JJU
Bosohbessen. Men meldt ons uit het Riik
yan Nijmegen, dat de boschbeeseï JS
bitter tegenvallen. Door de droogte zijn de
vruoMen klein en yereciirompel^
Kruisbessen. De kruisbessen leveren öït
jaar oen flink beschot. Toch ziin de prijzen
bazend hoog; in enkele uren tiids liepen' ?>-
van 22 tot 28 cent de kiio. De jamfabriekeu
zitten geheel zander voorraad en daaraan zal
de prusstuging wel te wijten ziin.
Pr(jsverhooging van Viectuikum. De Mi
nister van D., N. en H. is naar de „Visscherii-
courant" verneemt, voornemens, den priis
der yischakten te verhoogen, en te bepalen
op f 25 voor groote akten; f 10 voor kleine
akten; f 1 voor hengelakten.
Het mond en klauwzeer. In de „Vee- en
Vleesokkaudel" geeft de heer Hoefnagel, uit
recht, ter verzorging van de zieke dieren de
Volgende wenken:
„Het spreekt van zelf. <fat een dier, aan mond-
en klauwzeer lijdende, dikwijle ndn 0f meer
koortsig is, vooraf in den aanvang der ziekte
en verder zeer pünliik in de mondholte, mis
schien ook tueschen de klauwen. Welnu, als de
nachten guur en koud zijn, zooals dikwijls het
geval ie. spreekt het toch van zelf. dat derge
lijk vee ten minste 's naohte onder dak dient te
worden gebracht.
Verder heeft het dier bij het grazen pijn in
de mondholte en ie het dus zeer aangeraden
wat gras te maaien, zoodat de dieren dit zelf
niet behoeven af te scheuren. Het toedienen
van vloeibaar voedsel verdient natuurlijk ook
alle aanbeveling. V erder zijn ex in de apotheek
van den veearts allerlei geneesmiddelen, waar
mee het zieke slijmvlies der mondholte met
auccos kan worden behandeld. Denk maar zelfs
eens goed na hoe verkwikkend een inondspoe-
ling kan werken, wanneer een menscli zelf
blaren op het slijmvlies van lippen, tong of
wang heeft. Even aangenaam ie het voor het
zieke rund, wanneer met oen zachte kwast der
gelijke geneesmiddelen worden gestreken óver
het slijmvlies der mondholte. Indien zich op
den neusspiegel, rondom de neusgaten korsten
vormen, dienen deze met een spons en met
warm water, waarin een beetje creoline is ge
daan. te worden gereinigd.
Evenzoo dient de huid tusschen de klauwen,
dus in de tusechenklauwBPleet. zorgvuldig te
worden 'behandeld. De veehouders moeten be
grijpen, dat een ziek dier. evenals een ziek
mensoh> des te eerder kan herstellen, hoe zorg
vuldiger de behandeling."
De «ierstmelde. De directeur van het
Kjjiksproefstatian voor zaadcontrölo te Wage-
uingen heeft in ..Cultura" een overzicht gege
ven. van de uitkomsten der in 1918 genome
cultuurproeven met de gierstmelde (chenopv
dium quino). De schrijver deele mede den i
druk te hébben gekregen,dat de giaretmelde ui
alleen een vortmdnnend, doch ook een zon
minnend uotvau i». Zoowel do voor- als de na
doelen aan den verbouw van h-et «ewas verbon
den. zullen vooral zich in de grootcultuur doen
gevoelen. Zóóveel ervaring heeft men thans
zeker wel opgedaan, dat men het gewas voor
opneming in de groote cultuur van den land
bouw niet mag aanbevelen» daarvoor is er te
veel risico aan verbonden. Andes worden de
omstandigheden echter, wanneer men te doen
heeft miet mislukking van het eigenlijke ge
was, en den grond, toch nog zooveel mogelijk
productief wil maken, of wanneer het gronden
betreft van overigens weinig waarde, indien
zij behooirliik vochthoudend ziin en niet al te
arm.
De nadeelen zullen echter des te kleiner af
metingen aannemen, naarmate de cultuur op
kleiner schaal plaats vindt, en er naar ver
houding meer zorg aan besteed kan worden.
Koninklijke belangstelling. Door H. M. de
Koningin is een groote bronzen medaille be
schikbaar gesteld voor de tentoonstelling ver
konden aan de te Epe op de Veluwe op 19 en
BO Aug. ei. [te houden Tweede Nederl. Klom,
penbeura.
n>' 'i n i_._ .a
Deze twee afleveringen beginnen met twee
allernuttigste ascetische stukjes „Doet alle^
kleinen heuvel, omgeven door de hoofden der geslachten
Hij was geheel bekleed met een zilveren geschubd pant
ser, de adelaarsvleugelen op zijn blinkenden helm
waren in zwaaiende bewegingeen witte mantel golfde
van zijn schouders.
Toen het weder stil geworden was, wees Servius met
zijn lang zwaard naar do legerplaats der Bataven.
Op dit teeken weerklonken hoon.signalen en de Jasigers
stortten zich het eerst in den Donau. Daarop volgden de
Ouaden en de Markomannen en vervolgens volksstam
men, die Publius onbekend waren. Eenige dier afdeelin-
gen sleepten de belegeringswerktuigen op houtvlotten
over den stroom.
De overtoch over den Donau geschiedde op zoovele
plaatsen tegelijk, dat er aan een tegenhouden der bar
baren niet te denken was door de voorden gingen zulke
massa's menschen, dat het water der rver begon te
rijzen.
Meer verbaasd dan bevreesd, beschouwde het Ro
me nsche leger deze ontelbare menigte van hoofden in
schuinsch-benedenwaartsche richting gezieu, den ge-
heeler Donau scheen op te vullen. De legioensoldaat aan
de grenzen, aan gemakkelijke overwinningen op de
naburige barbaarsche stammen gewend, had tot dus-
vorre hun aantal geringschattend beschouwd.
Reeds stonden zij bij duizenden op den rechteroever
der rivier. Spoedig waren zij weder in troepeo afge
deeld en marcheerden m goede orde niet rechtstreeks
od het leger aan, doch vormde aan de zuideliike ziidc
een reusachtige halven cirkel dieTangzaam nauwer werd
hoe meer nieuwe krachten ™den aangevoerd.
- Zij sluiten ons I J?* der tabunen °P'
Servius voert hen aan 1 antwoordde Publius kort,
maar veelbeteekenend.
Inderdaad was de [e.dende ^and ^c van een er varen
veldheer. Gewoonlijk stort^ d» Germanen zich dade
lijk met groot geschreeuw op den vijand om na een
„intselifB ietug te trekken. Thans
korten strijd weer plo»c
was dat niet het geval-
j. drie zijden ingesloten was.
Nadat het leger van
stonden de massrts stil en wachtten geduldig op de
signalen. Voormalige Fonische centurio's rede.
af voor het front om de be vele
voortdurend op en ai yw
vao Servius over te brengen-
Reeds had de zon de helft van hare dagelijksche
reis volbracht, toen op vele plaatsen tegelijk de hoornen
werdeu gebiazen. De Jasigers, een aage Ueten vormend,
wonnen de strijd. In gestrekteo galop renden ze
naar de muren, schoten hunne pijlen al tegen de ver
dedigers en trokken weder even snel terug. Dit spelletje
herhaalde zich verscheidene male waardoor zij den
Romeinsche boogschutters en süngeraars, die zich op
de muren moesten blootgeven om hun werktuigen op
t. Stellen tegen een hoofdaanval, groote verliezen toe
brachten.-
ouder de dekkmg dier ruiters rukten nu in marsck-
orde twee rijen Germanen te voet op, die borstharnassen
en lederen broeken droegen. Voor hen uit liepen de
vaandeldragers, die een standaard, waarop een draak
met wijd geopenden muil stond, voortdroegen. D t
was het vcldteeken der Ouaden. Tegen alle Germaansche
gebruiken iu gingen zij zonder eenig geluid voorwaarts.
Toen zij binnen het bereik der Romeinsche schiet
werktuigen kwamen, dekte zich de voorste rij met do
schilden, terwijl de achterste ril <1° schilden boven
het hoofd verhief, om zich voor pijlen en stoenen te
beschutten.
Te vergeefs waren do pogingen der Romeinsche
süngeraars, om dezo. levenden muur te doorbreken.
De Quaden schreden zoo vast aaneengesloten vooruit,
dat hun schilden geen opening voor het indringen der
vijandelijke werptuigen bood. Met een dof geraas vielen
de tamelijk zware steenen op bet dak der schilden,
waaronder de krijgers veilig beschut waren.
Vlak achter dit voetvolk knarste de belegerings
werktuigen, die op raderen door onzichtbare handen
vooruit werden bewogen. Daar kwamen stormbokken,
torens, reuzenslakkea, wagens met ladders en takken
bossen, houten hutten met kijkgaten aangerold, door
vau binnen verborgen mannen voortbewogen. Ook dit
belegeringswerk bewoog zich tot groote verbazing der
Romeinen in de beste orde, «onder het gewone ge
schreeuw der Germanen.
Op het oogenblik, dat de Quaden na het overtrekken
da eerste rij van het voetvolk haar schilden zakken
en deed hare werpsperen over den muur suizen. Dit
gebeurde zoo plotseling dat, voor de Romeinen het
gewaar werden, da Germanen reeds weder door hunne
schilden waren gedekt Dadelijk daarop volgde een i
tweede wolk van speren u t de andere rij der Ouaden.
Een luid geschreeuw van de muren af beantwoordde
de behendigheid der barbaren. De Romeinsche soldaat
kwam thans tot de ontdekk ng, dat hij een vyand voor
sch had. die vreeswekkend worden kon.
On het juiste oogenblik schalde de tuba van de
tinnen doe hoofdtorens om den Romeinschen slinge-
aan. te bevelen hun arbeid te beginnen, want de storm
rammen der vijanden bewogen zich techtetseeks naar
do hoofdpoort. De werpmachines werden in beweging
gezet en een hagel van ateeuen kletterdo tegen de bo-
legeringswerktn gen der barbaren.
Doch nu kwamen nieuwe rijen Quaden de bedreig
de stormrammen te hulphen volgde een menigte haü-
„aakte reuzen met roodbruin haai, die slechts met een
schild en een in het vuur spits gebranden stang gewa
pend waren.
Thans eerst verhieven de Germanen hun oorlogs
kreet. Onder hun schilden brulden ontzetting bren
gende geluiden naar boven ea schalden over de leger-
j plaats als een dreigende donder.