NIEUWE lUIL HIlilT BINNENLAND een iAmi^rdai huu WAT DE PERS ZEGT Parlementaire Kroniek. De Ondergang van Wereldmacht. ORDE EN ARBEID Van Overal LANDBOUW EN^VisscHËRii Handel en Nijverheid FEUILLETON ■■"■T ~W Kunst en Kennis Maandag 23 Juni Tweede Blad DEN -HAAG, 22 Juni. Het is gewenscht en ook mijn doel om in een kroniek van de week eenige voorname onderwer pen min oi' meer critisch te bespreken. Maar wil de ik mij ten opzichte der parlementaire werk zaamheden der Kamer gedurende de afgeloopen week, aan dezen stelregel houden, dan kon ik dikwijls en zeker ditmaal volstaan met dezen eeiien regel: heden niets te melden! Behalve, dat de Kamer vaak den tijd verprutst met allerlei onbenullige debatten, zijn ei* ook tal van kleine re wetsontwerpen, die moeten worden afgedaan en waai bij geen groote beginselen te pas komen. Zulk werk hebben wij deze week achter den rug. Jk bui zoo vrij te veronderstellen, dat de b-hang- steï.ende lezer in parlementaire zaken de veraia- gen gevcigd heeft en van de verscheidenheid der talrijke behandelde wetsontwerpen en amende menten heeft kennis genomen. Op enkele zaken niet ven mm of meer algemeenen kant zal ik dan nog de aandacht vestigen. En dan is daar allereerst het debuut vau ou- 2en nieuwen Minister van Marine, mr. Bijleveln. Ik wil ronduit zeggen, dat ik mij dit anders had voorgesteld. Was mr. Bijleveld niet de compag- uon op het Amsterdamsche advocatenkantoor van den ervaren en slagvaardigen politicus mr. de Viies, onzen tegenwoordigen Minister van •"'«ancien? Mocht niet met eenigen grond wor den verwacht, dat er ook in politicis een geeste lijke verwantschap tusschen beiden zou bestaan? jn politicis; en daarmee bedoel ik niet zoozeer m politieke beginselen, want op dat stuk heeft mr. Bijleveld zijn christelijke geloofbelijdenis ap meer dan voldoende wijze beledenmaar in de manier om met een lichaam als de Tweede Ka mer om te gaan. Die kunst bleek mr. Bijleveld uog in 't geheel niet te verstaan, al wil ik niet zeggen, dat hij ze niet zal aanleeren. In zijn re- P'iek toonde hij al reeds op verrassende manier aanpassingsvermogen te bezitten en een vlot spie kCi te zijn. Zoodat het meer dan voorbarig zou 21)11 uit de eerste rede van den nieuwen bewinds- ma" af te leiden, dat hij zich in deze omgeving le) zal acclimatiseeren. Ke fout van mr. Bijleveld was, dat hij bij zijn -'Urste optreden te weinig rekening hield zoowel IIlet het verleden van het delicate departement, daarvan hij zoo plotseling het hoofd geworden 1®» als wel met de geestesgesteldheid van deze Kamer. Het verleden van „Marine" had den Minis ter moeten afhouden van uitvoerige verklarin gen omtrent een te volgen gedragslijn. Daarvoor *s „Marine" een te groot wespennest en is de nieuwe functionaris zoowel door zijn verleden 3ls door zijn kort optreden nog te weinig met ^5 zaken vertrouwd. Hier had zich zeker „in der ^eachrankung den Meister" moeten toouen. Vervolgens had de Minister een betere gele genheid moeten afwachten om in den breede zijn Opvattingen van de taak der overheid in de Landsverdediging uiteen te zetten. Wanneer een Kamer, die voor bijna de helft uit moderne heidenen bestaat op een Vrijdagmiddag van een heeten dag in een overprikkelde en overwerkte stemming verkeert, dan is het voor zulke begin selverklaringen niet de juiste tijd. Het is goed niet uit den weg te gaan voor spotzucht en bru taliteit maar men moet daaraan niet onnoodig Voet geven; daardoor doet men afbreuk aan «gen autoriteit, 't Eerste contact met de Kamer zal aan mr. Bijleveld zelf meer geleerd hebben dan aan zijn gehoor en ik twijfel er niet aan. of zijn in de politieke kunst volleerde vrienden ambtgenoot, mr. de Vries, zal den nieuwen Ma- rineminister wel speodig weg-wijs maken op het glibberige pad, dat hij gewaagd heeft te betre den. Zoodat ik mijn oordeel over dezen bewinds man nog eenigen tijd zal opschorten. Op enkelc losse besprekingen in de Kamer wil ft nog het licht laten vallen. Zoo wilde de heer Otto openbaarmaking van de notulen der bevre- Iigingscommissie. Zooals men weet, hebben in dertijd op aanstichting van mr. Cort v. d. Lin den voormannen van alle politieke partijen in een commissie samengewerkt tot beslechting: van den schoolstrijd "en kwamen toen tot het bekende Severed ig ingsrapport". Sommige palstaanders der openbare school zijn van den, aanvang af wantrouwend tegenover deze werkzaamheden ge weest en ventileerden de meening, dat de belan gen van het openbaar onderwijs voor algemeen kiesrecht waren verkwanseld. De bewijzen hiervoor meenen zij in de notulen der bevredigingscommissie te kunnen vinden. Jhr. de Savornin Lohman zei: de heeren zien poken en daarom ben ik voor openbaarmaking; au kunnen zij van htm dwaasheden worden overtuigd. Dat is een standpunt. Dr. Nolens echter had ernstige principieele "Odenkingenwanneer men ditmaal toegeeft, zal de geneigdheid om lid eener commissie te wor den in het vervolg afnemen, zei hij. Dat is ook *en standpunt, hetwelk alle Katholieke en anti- tevolutionaire leden bleken te deelen. Toch was Or een meerderheid voor het voorstel-Otto, zoo dat deze zijn zin zal krijigen. ROMAN UIT HET POOLSOH. Een minder fraai relletje heeft zich' nog voor gedaan bij de verdere behandeling van de Wa renwet. Er kwam in behandeling een amende ment van den sociaal-democraat Van dei- Waer- den om aan gemeenteraden de bevoegdheid te verleenen in 't belang der volksgezondheid den invoer van 'n bepaald artikel slechts voorwaar delijk toe te staan en tevens de bevoegdheid om te verbieden, dat andere dan de door B. en W. daarvoor aangewezen personen die waar binnen de gemeente verkoopen, afleveren of ter afleve ring voorhanden hebben. Men kan zich met eenige verbazing afvragen wat zulk een bepaling in een wet op de keuring van waren te maken had. Niet minder dan zes sprekers kwamen er legen op en toen bleek gedu rende het debat, dat dit onnoozele muisje 'n gif tig staartje had. Met die bevoegdheid voor ge meentebesturen om invoer van waren te weige ren was niet minder bedoeld, dan om in Amster dam den melkoorlog opnieuw fe ontketenen. Wan neer de melk bij één slijter ondeugdelijk werd bevonden, zou de gemeente Amsterdam eischen, dat slechts aan één centrale inrichting werd ge leverd. Heel het melkbedrijf was in weinig tijds gesocialiseerd, alle boeren en slijters tot g teambtenaren gemaakt. Behalve een aantal leden van allerlei politie ke richting wees Minister Aalberse deze proef neming cordaat af. Wil men een redelijke be voegdheid, om zich te vrijwaren tegen onge- wenschten invoer, dan verschaft artikel 136 der Gemeentewet deze reeds, zei de Minister. Maar aan deze socialisatie beginnen we zoo maar niet bij wijze van amendement Toen gaf de heer Schaper die het voorstel bij afwezigheid van dr. v. d. Waerden verdedig de zich bloot. In een giftig speechje viel hij uit te^en „de bourgeoisie", die liever de typhus op de arme bevolking loslaat, dan aan socialisa- tie gaai doen! En deze demagogie heeft „het Volk" verder doorgezet. Den volgenden dag had het roode hoofdorgaan artikelen met het paikkende opschrift „liever typhus dan socialisatie" en werden de le zers opgezweept tegen „de burgerlijke partijen", die liever 't volk vergiftigen, dan dé nieuwe leus der S.D.A.P. volgen! Dit ellendige bedrog wilde ik toch ssg eens aan den kaak stellen. Zou men denken, dat er een bewindsman in stedelijk, gewestelijk of Rijks bestuur gevonden wordt, die er dergelijke cyni sche begrippen van: „liever typhus dan sociali satie" op na houdt? Maai ziet men dan met in, dat het niet mogelijk is om eens den lieflij ken gedachtengang van Schaper te volgen om op de anne bevolking de typhuskoorts door bedorven melk los te laten en tegelijkertijd' „de bourgeoisie" te sparen? Maar als de leugenach tigheid der voorstelling dan zóó zonneklaar is, dan is het ook misdadig op dergelijke wijze het eene deel van het volk tegen bet andere óp te zetten. De S.D.A.P. heeft zich weer eens van naar allersleditsten kant laten zien! Uit de verslagen zal de lezer gezien hebben, dat de Minister van financiën nog eens wat meer gaat pompen uit de pereoneele belastingen. Ik zal de uiteenzetting nie herhalenaan zulke dingen heeft men één keer genoeg 1 g HAGENAAR. Het Unie-liberale „Vaderland" schrijft naar aanleiding der aanneming van het ontwerp-on- derwijzerssalarissen van Minister De Visser: „Tevredenheid zal er door dit ontwerp niet of weinig worden geschapen, want die is in de eerste plaats helaas niet meer van onzen tijd, en dan, er zijn billijke eischen waaraan niet is voldaan. Maar bezonkenheid des oor deels, die alleen de juiste kennis van zaken kan verstrekken, zal toch het bewustzijn ge ven, dat thans werkelijk iets van veel belang voor den onderwijzer is verkregen. En wie met ons begrijpt, dat thans door de financieele ge lijkstelling de eerste steen is gelegd van een gebouw, dat niets anders dan het woord: On- derwijsbelang, op de frontespiece draagt, zal met ons den Minister nazeggen, dat het een noodlottige dag was, toen nu 62 jaar gele den de richtingen van het lager onderwijs uit eengingen dat dit tot beider schade was, en dat het een zegen zal zijn als zij elkaar terug vinden." SODOMA HERLEEFD, Hoe brutaal de publieke onzedelijkheid ook hier te lande den kop durft opsteken, blijkt tel kens. Nog vorige week bij het „HeP'-debat kwam het in schril licht. Toch zijn er teekenen van nog ernstiger aard. We zijn hier te lande rijk een „Ned. Weten- schappelijk Humanitair Komitee", dat het aan durft publieke reclame te maken voor hetzelfde tegennatuurlijke kwaad, dat ook reeds door de Socialisten vergoelijkt wordt, blijkens het toen in de „Socialistische Gids" verschenen artikel. Dat Comité heeft vóór eenigen tijd een uitvoe rige brochure verspreid, waarin de gruwel weer verdedigd wordt. Het vieze ding is onderteekend door een zestal namen. „Mag dat zoo maar! vraagt „De Resb." En zoo ja, wórdt het dan geen tijd, dat de wét met den meesten spoed verscherpt wordt? „Eenige jaren geleden heeft de Tweede Ka mer met verontwaardiging het soort lectuur, zooals het Comité die verspreidt, uit haar bi bliotheek geweerd. Dat was een schoon gebaar. Maar kan de overheid daarmee volstaan? Neen, duizendmaal neen, zij dient het publiek te beschermen tegen een gruwel, die ons volk dreigt te besmetten zooals het in Duitsch- land een groot deel der jongelui (men herin nert zich de polemieken over de „Wandervö- gel") besmet heeft. De Oveilheid trede op voor het te laat Is, en vege met kracht de vuilnis, die zich ais „wetenschappelijk" (j) aandient, voor goed weg. Dat het hoog tijd is, dat hier wordt ingegre pen, blijkt ons meermalen, als we klachten hooien van huisvaders die ons meedeelen, dat bovenbedoelde brochure vrijuit wordt toegezon den aan hun minderjarige zoons. Is het reeds zoover in onze maatschappij, dat onze kinderen, die op straat niet veilig zijn, ook thuis niet meer met iuat gelaten wor den?" Onze tijd dreigt aan de gruwelen van het hei dendom ten onder te gaan Dat een christelijke overheid tijdig ingrijp i Een geharnaste open brief. Door een aantal Limlburgecho onderoffi cieren is een open brief aan Mir- Troelstra ge richt, die op pooten staat Daarin komt o.m. het volgende roori „Als vooruitstrevencte katholieken, die ma terialisme en revolutie verfoeien en mede werken aan den modernen socialen opbloei der maatschappij, organiflp.eren wij ons in af- deolingen van ordelievende, weerbare man nen, die evenmin, terugschrikken om uwe benden te Rotterdam of Amsterdam over den kling te jagen als bnitenlandeche Spar- tacisten uit ons Limburg te drijven. Indien gij met den corumunlgt "Wijnkoop, „die uw fangmaker is", begin* milieu wij u en uwe enden weten te vinden. Wil zullen dan niet strijden zooals de Uwen, behebt op plundering en omverwerping Va^ staats-instellingen, maar voor ona goed recht: „ons ordelievend beginsel. Dat beginfiel houdt ons saamlhoo- rlg en is door uw gedriof toch" niet te ver woesten. Indien gij, Mr. Troelstra, mót uw gangma ker Wijnkoop, uwe benden van de straat houdt, blijven wij ook van de straat. Waagt gij een staategreep, Hnn vliegen wij in 't ge weer. Daarom zullen -wdj blijven werken aan do Instituten, welke het Wettige Gezag be schermen en deee in weerbaarheldskr anh t blijven vierstetrken. Dan. zijn uwe plannen onuitvoerbaar. Wij snijden u den pas af. Dat vreest gij en daarom scheldt gij." Evolutie en Revolutie. £a het boekje, dat onder bovenstaan-den ti tel verscheen, zegt Mr. Bonger, de bekende, bezadigde en nuohter-denkende soolaal-demo- kraat, eenige waarbeden, waarmee zijn leider bet voorloop!® doen kan. Troelstra weet maar niet nauwkeurig te „Onze conclusie ls dus," zegt de schrijver, „dat van het begrip „revolutie" drie kenmer ken genoemd kunnen worden: fundamenteel, plotseling en gewelddadig. Het eerste ken merk is essentieel, de volgende zijn acciden teel, het tweede echter minder dan het der de." Of „zijn" revolutie plotseling en geweld dadig zal zijn, laat Mr. Troelstra al maar ln het midden. Zijn volgeBug geeft hem te ver staan, dat het geen revolutie ls, wanneer het niet plotseling en gewelddadig komt. Zoodat wij dus wel op onze hoede moge zijn: want Troelstra weet ook meer dan hij zegt En hij weet ook ^el» dat „stakingen" ln dezen tijd niet zelden een politieke beteeke- nis hebben, al wil de moderne vakbeweging ons ook het tegenovergestelde doen gelooven. Mr. Bonger weet het ook wel. HU zegt: „Gaat men nu tot de kern van het „nieu we" socialisme over, dan blijkt deze uit niet veel anders dan sta1"11® te bestaan. Massa- staking voor en massa-staking na, vooral ge richt tegen het onpersoonlik groot-kapitaal! In deze massa-actie «roelt de emotie, de zui ver verstandelijke vermogens van kritiek en redeneering onderga»11 een verzwakking, de activiteit stijgt boven net normale, een ze kere exaltatie" word* bereikt" Ordelievende arbeiders en burgers van Ne derland: houdt reken1»® met deze waarschu wing van onverdachte ®0e. De voorbereiding tot de revolutie gaat door! UIT ONZE OOST Het werk «■uiufernlu. Dat de Loge in Indië machtig is, weet leder. Dat echter de ea»te ambtenaren der OErlstelijke Begeering iets aandurven ais hieronder wordt vermeld, was nog minder bekend, schrijft de „Resflb.": Vorig jaar, 4 Mei 1918, verzond de Loge Prins Frederik to Kotta Radja een schrijven, onderteekend door de heeren A. G. van Sluys en J. O. van der Lely, waarin gewaarschuwd werd tegen het toenemenvan het aantal Katholieke onderwijzers ln Indië. In dat be faamde stuk is o.a. het volgende te lezen: „Deze (katholieke onderwijzers) toch effe nen haar het pad, waarlangs ze kan gaan voor de uitbreiding van de Kerk. Van deze onderwijzers behoeft ze niet te vreezen, dat zij zullen medewerken aan de •vrije ontwik keling van het volk, of leeringen zullen ver spreiden, welke tegèn de kerkelijke dogma ta ingaan. Integendeel, zij weet, dat zij zoo krachtig mogelijk zullen werken om de room- sehe idee ingang te doen vinden in hun om geving en op de school alles zullen vermij den, wat het kind later minder gunstige ge dachten zou kunnen geven van de Kerk, of het zou kunnen aansporen tot onderzoek van datgene, wat de Kerk ongewenscht acht te onderzoeken. In het „Kath. Schoolbl. van Ned.-Indlë" wordt dit epistel nu krawhtig onderhanden gent men, als het o.a. schrijft: „Willen de Broeders daarmee zeggen: de R.-K. onderwijzers geven geen neutraal on derwijs op de openbare school, zij staan daar te werken als geheime propagandisten voor de Kerkt Zoo ja, dan signaleeren we dien laster slechts. Doch dan ls de logische con sequentie van deze bewering gelegen in deze oppeneerende stelling: De onderwijzers, die de Loge in de school wenscht en dus in de eerste plaats de leden der Órde, die zij recht streeks kan instrueeren doen het tegen overgestelde en brengen het kind wel minder gunstige gedachten bij van de Kerk. Zij zijn in de school dus niet neutraal? Zij geven geen neutraal onderwijst Maar don wordt het hoog tijd, dat de Re geering, dat het Departement van O. en E., eens een minitieus onderzoek Instelt De Loge moge het goedvinden, dat het Gouvemements-onderwljs in zeker opzicht niet neutraal ls, de katholieken eischen het wel, geheel en volledig, ten aanzien van ei ken godsdienst, ook ten opzichte der Loge, al is ze geen godsdienstig genootschap. We moeten echter nog iets zeggen over de onder teekenin, moeilijkheden, doordat de rook in dikke wol ken opsteeg;. Intusschen werd de vloer met £,nPJ^-7kooI™ursi)uiten nat gehouden, in dn tsM onWekte men, dat een partij turf l/nn f vVe,r<iiePi[1S' smeulde. Met 4 stra- te blLchen. Wist mea den brand Kou een man, 'die zulke lasterlijke epistels over den Oceaan zendt, ten nadeele van amb tenaren, van wien hij niets» niets kan zeggen, Bezit hl} den onbevangen blik, vo<xr zoo*n ambt allereerst vereiseht? Kan hem het prae dlcaat onbevooroordeeld worden toegekend?" One dunkt, dat hier reden aanwezig is om dezen heer eens aan den tand te voelen, no pens zijn plichten. Brand in hot gebouw deqr Huuroommkede. In het gtebouw van het vroegere Sfc. Bemuv dusigeeticht aan het Rok in te Amsterdam, waar thans de bureaux der Huurcommisaie zijn ondergebracht, is Vrijdagmiddag onder den vloer van de eerste verdieping, hrand ontstaan, De brandweer, die onmiddellijk ter plaatse was, trachtte door het openmaken van den vloer den haard van den brand te ontdekken, doch zij ondervond hierbij groote UIT BOEK EN BLAD De Volksmi&sionarii 15 Mei en 15 Juni, van de gracht den wal beklommen, weerklonk een bevel, dat van den eenen aanvoerder tot den anderen overgebracht werd. Met de snelheid des bliksems liet (Wordt vervolgd.) 138 boogschutters en de slingeraars terug Alles watcr1; de «amen der legerplaats. Lood smelten 1 De mna bev^aWm<ler °Pbouden doen koken 1 luidden k-irij geen stormrammen en ander teethm wor tuigen mede-roerden, zouden tij de nooit binnenkomen. v 1)0 *e der barbaren opende zich en uit ■81 Woud kvam «-wam een lange rij wagens met stormramme bootd, sloot de oogen en bad vurig straf dezen verrader I Ina ochter, dien hij too even verrader genoemd Werd op dit oogen blik door de Germanen met een j^S^wekligen vreugdekreet begroet, dat de lucht er yan daverde. Te paard bevond bil zich op een Pt JOE ONöEKWIJZEIKSSAIaABISSlDN. gflgyonr wnt h'tf eigrenlUk mot de revolutie wil. Mr. Bonger geeft hem daarom duidelijk Jee. Dan zullen de z.g. niet-vrijdenkende ouders de Katholieke, de Protestautsehe, de Moham- medaansche ouders eens hetere waarborgen moeten eischen Inzake de neutraliteit van het Gouvernementsonderwijs, vooral waar bet geen geheftn is, dat onder het corps on derwijzers en dat der Inspecteurs zich meer dere leden der Loge bevinden. ver- ze op ea van hét document en wel over den eerst ondergeteekende. Deze toch is niet de eerste de beste. De In dische Regeering heeft dezen man belast met het hoogste burgerlijke gezag In Atjeh. A. G. H. van der Sluys is Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden. Ook een regeering kan zioh vergissen ln de karaktereigenschappen barer ambtenaren en met den heer van Sluys heeft ze het dan ze ker gedaan. dan dat oe trouwe opvolgers deer landswetten en, als hun XZolIandaohe geloofegenooten, mo de tot de steunpilaren bebooren der maat schappelijke orde, zou zulk een man de aan gewezen persoon zijn om «nik een hoogen post, met Zooveel beslissingsrecht, in te ne- menT Internationaal Metaal verbond. Onze Bterko Katholieke Metaalbewerkerabond beeft de eerste etappen gezet om te komen tot een internationaal verbond tusschen de Katholieke len Christelijke Metaalbewerkersbahden. Een conferentie ven vertetgenwoordigere is aanstaande. LL'-JJU Bosohbessen. Men meldt ons uit het Riik yan Nijmegen, dat de boschbeeseï JS bitter tegenvallen. Door de droogte zijn de vruoMen klein en yereciirompel^ Kruisbessen. De kruisbessen leveren öït jaar oen flink beschot. Toch ziin de prijzen bazend hoog; in enkele uren tiids liepen' ?>- van 22 tot 28 cent de kiio. De jamfabriekeu zitten geheel zander voorraad en daaraan zal de prusstuging wel te wijten ziin. Pr(jsverhooging van Viectuikum. De Mi nister van D., N. en H. is naar de „Visscherii- courant" verneemt, voornemens, den priis der yischakten te verhoogen, en te bepalen op f 25 voor groote akten; f 10 voor kleine akten; f 1 voor hengelakten. Het mond en klauwzeer. In de „Vee- en Vleesokkaudel" geeft de heer Hoefnagel, uit recht, ter verzorging van de zieke dieren de Volgende wenken: „Het spreekt van zelf. <fat een dier, aan mond- en klauwzeer lijdende, dikwijle ndn 0f meer koortsig is, vooraf in den aanvang der ziekte en verder zeer pünliik in de mondholte, mis schien ook tueschen de klauwen. Welnu, als de nachten guur en koud zijn, zooals dikwijls het geval ie. spreekt het toch van zelf. dat derge lijk vee ten minste 's naohte onder dak dient te worden gebracht. Verder heeft het dier bij het grazen pijn in de mondholte en ie het dus zeer aangeraden wat gras te maaien, zoodat de dieren dit zelf niet behoeven af te scheuren. Het toedienen van vloeibaar voedsel verdient natuurlijk ook alle aanbeveling. V erder zijn ex in de apotheek van den veearts allerlei geneesmiddelen, waar mee het zieke slijmvlies der mondholte met auccos kan worden behandeld. Denk maar zelfs eens goed na hoe verkwikkend een inondspoe- ling kan werken, wanneer een menscli zelf blaren op het slijmvlies van lippen, tong of wang heeft. Even aangenaam ie het voor het zieke rund, wanneer met oen zachte kwast der gelijke geneesmiddelen worden gestreken óver het slijmvlies der mondholte. Indien zich op den neusspiegel, rondom de neusgaten korsten vormen, dienen deze met een spons en met warm water, waarin een beetje creoline is ge daan. te worden gereinigd. Evenzoo dient de huid tusschen de klauwen, dus in de tusechenklauwBPleet. zorgvuldig te worden 'behandeld. De veehouders moeten be grijpen, dat een ziek dier. evenals een ziek mensoh> des te eerder kan herstellen, hoe zorg vuldiger de behandeling." De «ierstmelde. De directeur van het Kjjiksproefstatian voor zaadcontrölo te Wage- uingen heeft in ..Cultura" een overzicht gege ven. van de uitkomsten der in 1918 genome cultuurproeven met de gierstmelde (chenopv dium quino). De schrijver deele mede den i druk te hébben gekregen,dat de giaretmelde ui alleen een vortmdnnend, doch ook een zon minnend uotvau i». Zoowel do voor- als de na doelen aan den verbouw van h-et «ewas verbon den. zullen vooral zich in de grootcultuur doen gevoelen. Zóóveel ervaring heeft men thans zeker wel opgedaan, dat men het gewas voor opneming in de groote cultuur van den land bouw niet mag aanbevelen» daarvoor is er te veel risico aan verbonden. Andes worden de omstandigheden echter, wanneer men te doen heeft miet mislukking van het eigenlijke ge was, en den grond, toch nog zooveel mogelijk productief wil maken, of wanneer het gronden betreft van overigens weinig waarde, indien zij behooirliik vochthoudend ziin en niet al te arm. De nadeelen zullen echter des te kleiner af metingen aannemen, naarmate de cultuur op kleiner schaal plaats vindt, en er naar ver houding meer zorg aan besteed kan worden. Koninklijke belangstelling. Door H. M. de Koningin is een groote bronzen medaille be schikbaar gesteld voor de tentoonstelling ver konden aan de te Epe op de Veluwe op 19 en BO Aug. ei. [te houden Tweede Nederl. Klom, penbeura. n>' 'i n i_._ .a Deze twee afleveringen beginnen met twee allernuttigste ascetische stukjes „Doet alle^ kleinen heuvel, omgeven door de hoofden der geslachten Hij was geheel bekleed met een zilveren geschubd pant ser, de adelaarsvleugelen op zijn blinkenden helm waren in zwaaiende bewegingeen witte mantel golfde van zijn schouders. Toen het weder stil geworden was, wees Servius met zijn lang zwaard naar do legerplaats der Bataven. Op dit teeken weerklonken hoon.signalen en de Jasigers stortten zich het eerst in den Donau. Daarop volgden de Ouaden en de Markomannen en vervolgens volksstam men, die Publius onbekend waren. Eenige dier afdeelin- gen sleepten de belegeringswerktuigen op houtvlotten over den stroom. De overtoch over den Donau geschiedde op zoovele plaatsen tegelijk, dat er aan een tegenhouden der bar baren niet te denken was door de voorden gingen zulke massa's menschen, dat het water der rver begon te rijzen. Meer verbaasd dan bevreesd, beschouwde het Ro me nsche leger deze ontelbare menigte van hoofden in schuinsch-benedenwaartsche richting gezieu, den ge- heeler Donau scheen op te vullen. De legioensoldaat aan de grenzen, aan gemakkelijke overwinningen op de naburige barbaarsche stammen gewend, had tot dus- vorre hun aantal geringschattend beschouwd. Reeds stonden zij bij duizenden op den rechteroever der rivier. Spoedig waren zij weder in troepeo afge deeld en marcheerden m goede orde niet rechtstreeks od het leger aan, doch vormde aan de zuideliike ziidc een reusachtige halven cirkel dieTangzaam nauwer werd hoe meer nieuwe krachten ™den aangevoerd. - Zij sluiten ons I J?* der tabunen °P' Servius voert hen aan 1 antwoordde Publius kort, maar veelbeteekenend. Inderdaad was de [e.dende ^and ^c van een er varen veldheer. Gewoonlijk stort^ d» Germanen zich dade lijk met groot geschreeuw op den vijand om na een „intselifB ietug te trekken. Thans korten strijd weer plo»c was dat niet het geval- j. drie zijden ingesloten was. Nadat het leger van stonden de massrts stil en wachtten geduldig op de signalen. Voormalige Fonische centurio's rede. af voor het front om de be vele voortdurend op en ai yw vao Servius over te brengen- Reeds had de zon de helft van hare dagelijksche reis volbracht, toen op vele plaatsen tegelijk de hoornen werdeu gebiazen. De Jasigers, een aage Ueten vormend, wonnen de strijd. In gestrekteo galop renden ze naar de muren, schoten hunne pijlen al tegen de ver dedigers en trokken weder even snel terug. Dit spelletje herhaalde zich verscheidene male waardoor zij den Romeinsche boogschutters en süngeraars, die zich op de muren moesten blootgeven om hun werktuigen op t. Stellen tegen een hoofdaanval, groote verliezen toe brachten.- ouder de dekkmg dier ruiters rukten nu in marsck- orde twee rijen Germanen te voet op, die borstharnassen en lederen broeken droegen. Voor hen uit liepen de vaandeldragers, die een standaard, waarop een draak met wijd geopenden muil stond, voortdroegen. D t was het vcldteeken der Ouaden. Tegen alle Germaansche gebruiken iu gingen zij zonder eenig geluid voorwaarts. Toen zij binnen het bereik der Romeinsche schiet werktuigen kwamen, dekte zich de voorste rij met do schilden, terwijl de achterste ril <1° schilden boven het hoofd verhief, om zich voor pijlen en stoenen te beschutten. Te vergeefs waren do pogingen der Romeinsche süngeraars, om dezo. levenden muur te doorbreken. De Quaden schreden zoo vast aaneengesloten vooruit, dat hun schilden geen opening voor het indringen der vijandelijke werptuigen bood. Met een dof geraas vielen de tamelijk zware steenen op bet dak der schilden, waaronder de krijgers veilig beschut waren. Vlak achter dit voetvolk knarste de belegerings werktuigen, die op raderen door onzichtbare handen vooruit werden bewogen. Daar kwamen stormbokken, torens, reuzenslakkea, wagens met ladders en takken bossen, houten hutten met kijkgaten aangerold, door vau binnen verborgen mannen voortbewogen. Ook dit belegeringswerk bewoog zich tot groote verbazing der Romeinen in de beste orde, «onder het gewone ge schreeuw der Germanen. Op het oogenblik, dat de Quaden na het overtrekken da eerste rij van het voetvolk haar schilden zakken en deed hare werpsperen over den muur suizen. Dit gebeurde zoo plotseling dat, voor de Romeinen het gewaar werden, da Germanen reeds weder door hunne schilden waren gedekt Dadelijk daarop volgde een i tweede wolk van speren u t de andere rij der Ouaden. Een luid geschreeuw van de muren af beantwoordde de behendigheid der barbaren. De Romeinsche soldaat kwam thans tot de ontdekk ng, dat hij een vyand voor sch had. die vreeswekkend worden kon. On het juiste oogenblik schalde de tuba van de tinnen doe hoofdtorens om den Romeinschen slinge- aan. te bevelen hun arbeid te beginnen, want de storm rammen der vijanden bewogen zich techtetseeks naar do hoofdpoort. De werpmachines werden in beweging gezet en een hagel van ateeuen kletterdo tegen de bo- legeringswerktn gen der barbaren. Doch nu kwamen nieuwe rijen Quaden de bedreig de stormrammen te hulphen volgde een menigte haü- „aakte reuzen met roodbruin haai, die slechts met een schild en een in het vuur spits gebranden stang gewa pend waren. Thans eerst verhieven de Germanen hun oorlogs kreet. Onder hun schilden brulden ontzetting bren gende geluiden naar boven ea schalden over de leger- j plaats als een dreigende donder.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 11