WIK HMK. CHIUT
STADlNfEÜWS
De Ondergang van een
Wereldmacht.
BIJBELCURSUS.
FEUILLETON
WAT DE PERS ZEGT
ORDE EN ARBEID
X.
Zaterdag 28 Juni Tweede Blad
zijn, ziin hart is bü zijn verloren schaap. ,,Her»
der, dia wart. ia.._mnailiik ta
schildersgezellen te Sneek in staking ge
gaan voor een, looneisch van 45 ct. per uur.
De staking is algemeen. Slechts twee ge
zellen zijn werkzaam gebleven. Verder trach
ten de patroons door elkander te helpen, het
meest dringende werk af te doen.
Maandagmorgen gaa,t de staking der. tim
merlieden aanvangen, wanneer vóór dien
tijd geen overeenstemming is bereikt.
Hier 'is de eisch 60 ct. per uur, ziekteuit-
keering, doorbetaling van Chr. feestdagen,
etc. Bijna alle timmerknecht» zijn georga
niseerd.
CHRIST. BOND VAN HUISPERSONEEL
Beginselverklaring, De Christelijke Bond
van Huispersoneel gaat uit van het beginsel
dat samenwerking iQ het maatschappelijk
loven alléén kan worden verkregen door
wcderzijdsch vertrouwen en waardeeren.
Overtuigd van de noodzakelijkheid djat er
in de maatschappij verdeelinig van arbeid
moet plaats hebben, verlangt de Bond van
zijn Inden, dat zij. met toewijding en nauw
gezetheid eerlijk en trcuw hun arbeid zullen
verrtehten, en in handel en wandel in woord
en daad zich als Christenen zullen gedra
gen, naar het woord van den apostel, ,niet
als oügendienaans, maar doende den wil Go<d|s
van harte".
Daarnaast wil de Bond ook het huisper
soneel beschermen tegen slechte of vernede
rende handelingen, tegen Je lage belooning
en te lange arbeidsdagen, en streeft de Bond
er naar het leven van allen, die in huise-
lijfcen dienst zijn, zoo goed mogelijk te ma-
ken. Vooral de wjj'ze van behhn'döling is
naar het oordeel van den" Bond van groot
belang en moet medewerken om de ver
houding! tusschen werkgever(geefster) en
werknemer(neemster) te verbeteren, in aan
sluiting van het evangelisch beginsel, dat
voor ieder mensch gelijk is.
Het ideaal van den Bond is dit djoel te
bereiken door samenwerking en overleg van
de beide partijen, óf afzonderlijk of door
de organisaties.
De Bond zou niet gaarne zien, dat de goede
verhouding, welke nu tusschen verschillen
de werkgeversfgeefsters) en hun personeel
bestaat, vooral daar, waar het personeel
wordt beschouwd als leden van het gezin,,
door de organisatie van het huispersoneel
zou worden bedorven.
De Bond wil daarom niet optreden met
„eischen" daar naar zijn meening do ver
houding dan n-oodetoos wordt verscherpt.
Wel meent de Bond te moeten vastfetetleu
verschillende arbeidsvoorwaarden, met do be
doeling dat ook de werkgevers(g»«fsfcers) er
naar zullen staan deze voorwaarden als de-
minima aan te nemen.
2 of half 3 tot half 6 of 6 uur).
6. Vacantie. Per jaar worde minstens 14
dagen vacantie gegeven, of ineen» of 2 maal
7 dagen met behoud van loon en minimum
kostgeld van f 1 per dag. Aan degenen,
wier tehuis niet in do naaste omgevTng is,
worde 2 maal per jaar vrij reizen gegeven.
No-odig; is het, dat voor degenen, die in
't geheel geen familie hebben, de vergoeding
van het "kostgeld zooveel mogelijk wordt
verhoogd als de losieprijs (bv. in 't .Vrou
wentehuis-) bedraagt.
7. Kleeding], iWordt bijzondere kleeding
verlangd, dan moet deze doorIdjö werkgeef
ster worden verstrekt; en- eens per jaar
b.v. na de schoonmaak een katoenen japon
8. (Werktijden. Do arbeidstijd worde zoo
geregeld, dat er niet meer dan 10 uur per
dag wordt gewerkt, zooveel mogelijk van
77 uur> met 2 uur rusttijd' .voor ontbijt,
koffiedrinken en middageten.
Gedurende de rusttijden moet het oello.ot-
pen tot het uiterste beperkt. Na 8 uur des
avonds wordt &ct meer gewerkt, mot uit
zondering zoo noodig van enkele lyyidrei-
kingeU. i i i i i t i -J iuü HllS
9. Opzeggingstermyh en' loonbetaling. De
opzeggingstermijn blijve zoo-als het „nu is
geregeld, doch, desgowensclit, worde aan. d!a
werkneemster, die het wenscht, maandelijks
het derde deel van het kwartaalloon uitge
keerd. i 1
De Nieuwjaar» en najaarsfooi worden als
vrijwillige giften beschouwd1 en "behoeven
bij vertrok niet teruggegeven te w.orden
B. Dagmeisjes voor heele dagen.
Loon. Voor meisjes bóven de 18 jaar, f 4.50
per week, tot 18 jaar f 3.60,
Werktijden. Evenals het inwonend pers-Or
neel.
.Vacantie. Per jaar 14 dagen met DcJioud
van loon en vergoeding van kostgeld f 0.83
per dag. Bij nitatedigheid der familie moei
dit kostgeld, ook' worden betaald.
Opzegging. De termijn van opzegging
worde wederzijds- bepaald pp 14 d.agen.
Ziekte. Bij ziekte 4 weken vol loon.
O. Dagmeisjes voor halve dagen
Loon. Voor meisjes boven 18 jaar minimum
f 2.50 per week, tot 18 ja,ar f 2.
Werktijden. Van 's morgens 8 tot 's mid
dags 2 uur. Arbeid verricht na den over
eengekomen tijd worde extra vergoed.
•Vacantie. Per jaar. minstens 8 dagen met
behoud van loon en vergoeding koslrgeijd
f 0.50 per dag.
Ziekte. Bij ziekte 14 dagen vol loon.
Opzegging. De termijn van opzegging wor
de wederzijds bepaald op 14 dpgen.
Tramkosten. Voor de onder A. R en 0.
genoemde categorieën worden tramkosten
neer de werkgever(geefster) buiten Haar-
vergoed, ook voor de vrije avonden, wan-
)lem, doch in de önmiddelijke omgeving,
woont. 1
wil sterven, zooals mü mijne afkomst gebiedtik wil
DElt-DE 20NÜ>AG ]S<-A PINKSTEREN.
Evangelie volgens den H. Lucas X\, 110.
lu dien tijcts kwamen er-tollenaars en zon
daars tot Jezus om Hem to hooren. En de
Schriftgeleerden en Phariseën morden en zei-
tn: Hij ontvangt de zondaars en eet met hen.
1 Hij zeide hun deze gelijkenis: Wat mensch
is er onder u> die honderd schapen hoeft en
als hii ot een yan verliest, de negen en negen
tig niet in de woestijn laat. en gaat naar het
geen verloren i». totdat hii het vinde. En als hii
het gevonden heeft, neemt hii het met vreugde
op zijne schouders en tehuis komende, roept hij
al zijne vrienden en buren bijeen en zegt:
Verheugt u mot mü. want ik heb mijn schaap,
dat verloren was, weder gevonden." Ik zeg u,
dat evenzoo in den hemel meerdere vreugde zal
zijn over één zondaar, die boetvaardigheid doét
dan over negen en negentig rechtvaardigen,
•die geen boetvaardigheid noodig hebben. Of
welk eene vrouw, die tien drachmen heeft en
er een van verliest, zal geen licht ontsteken,
het huis vegen, nauwkeurig'zoeken tot zij die
Avedervinde. En als zii die gevonden heeft,
roept zii hare vrienden en gebaren bijeen en
zegt: Verheugt u met mii. want ik heb mijn
drachme die ik verloren had, teruggevonden."
Aldus zeg Ik u zal er bii de engelen Gods
yrcugde ziin over eenen zondaar, die boetvaar
digheid pleegt.
Pastoor: Het'groote werk, waarom de Zooui
van'God op aarde neerdaalde, was het zoeken
eu opsporen van verdoolde zielen. Hij was ge
komen om wille der verlorene-schapen Israels".
Hij wachtte niet af, dat zij bii toeval tot Hem
kwamen, maar nam de moeite om daarheen te
gaan, waar Hij zeker was hen te ontmoeten
tun zoo groote vriendelijkheid,
•oat zii in - menigten tot Hem stroomden, My
dunkt, het meet wel een een vreemdsoortige
vergadering geweest ziin. een beruchte bende,
•die zich rond onzen Heer Jezus verzameld had.
Het verbaast mii niet, dat een Fhariseeër. die
menigte van slecht allooi ziende, smalend op-
sterkte: Hij verzamelt het uitschot der maat-
sohs-vpij om zich heen, de ellendelingen, die tol
en beiasting innen voor den vreemdeling, de
verdrukkers van Gods vriie volk. Gevallen vrou
wen uit de steden en al zulk gespuis vormt zijn
gehoor. Zelfs eet Hii met hen- Ging Hij mict
tn het huis van Zacheus en het huis van Levi
om aan den den maltjjd aan te zitten, dien
deze lage lieden hadden aangericht?
In twee gelijkenissen van eenzelfde strekking
en uitgangspunt verdedigt Jezus zich tegen
over de Phariseënniet, wiil Hij zich bekom-
tnerdo om hetgeen zij dachten maar om hen
«een verontschuldiging te laten voor hun vij
andig optreden jegens Hem. Hij, die gekomen
was om het verlorene te zoeken, waar anders
nicest wezen dan onder hen, die Hü zocht.
Moet e n arts de kranken mijden? Een herder
het verloren schaap uit den weg gaan? Was Hij
niet op de rechte plaats, daar. waar tollenaars
en publicatie» naderden om Hem te hooren?
.Te-zus verdedigt zich door hetgeén men noemt
feu argumentum ad hominem, dat is, dpor een
Ti'gum ent o-p den man af- Wat miQnaoh ond«r u
vraagt Hii, hebbende honderd schapen en een
Br van verliezende, verlaat niet do negen en ne
gentig in de woestijn, totdat Hij het vinde?
iet was oen bijzonder krachtig argument, omdat
hii hen slechts sprake was van een schaap, dat
moest teruggebracht, terwijl hetgeen Hii zooht
van oneindig grooter waarde was dan alle
kudden van schapen, die ooit op Saron of
Har mei geweid hadden; een mensohenziel, die
schittert boven alle goud en diamant. De her
der volgdo een weg, dien hii nooit gaan zou,
indien hij alleen met ziin eigen genoegen te
fade ging. Hii volgt het spoor in berg en vallei,
ter weg in de woestijn of in het donker dal,
om do eenvoudige raden, dat het schaap dien
weg was afgedwaald. Voor zijn genoegen zou; de
Heilige Zoon van God nooit in gezelschap van
tollenaren en zondaars gozienziin, noch in «e-
zcl%ehap van iemand anders uit ons minder
waardig geslacht.
Alleen met do reïno en heilige engelen
zou Hii zich verzelsehapt hebben en met den
groeten Vader daarboven. Maar Hii daoht niet
aan ziehzelven, ziin hart was met de verlorenen,
daarom ging Hij waar de verloren schapen te
vinden waren.
.Allereerst toont ons dezegelijkenis, wat «r
hii Jezus omgaat, als Hij een mensch. wegge-
dwaald in qo zonde, ziet verloien gaan. De
herder zijn kleine kudde van honderd schapen
overziende, kan er slechte negen en negentig
tellen- Hii telt ze nog een3 en bemerkt, dat één
schaap weg is. Hii weet alles van dat schaap,
want „de Heer kent de zijnen" en nu denkt hij
maar weinig aan de negen en negentig, die'Ln
de weiden van de woestijn grazen, maar zijn
hart is onrustig over dat ééne verloren schaap.
Hü kan geen stuk brood meer eten. kan niet
naar huis keeren, kan geen rust vinden, ter
wijl er een schaap verloren is.
Voor een medelijdend gemoed is een verloren.
schaap ook iets pijnlijks om aan te denken.
Het is een schaap en bijgevolg volkomen weer
loos. zoodra het ziin beschermer verlaten heeft.
Indien de wolf liet bespeurt, indien leeuw of
beer het ontmoeten, zal het staandevoet ver
scheurd worden. Een schaap kon niet vechten
en zelfs voor de vlucht bezit bet de snelheid
niet van ziin vijand. Als wii een hond verloren
hebben, kan die zelf wel dén weg naar huis
vinden, maai een schaap zal blijven voort-
dwalen, totdat het als in een doolhof gansoh-en
a!" verloren is. In landen, waar de weiden niet
omheind en de vlakten grenzeloos ziin. is een
verdoold schaap in waarheid verloren.Vermoeid
en afgemat zal het bezwijken, van honger om
komen te midden van kale rotsen of dor zand.
Het heeft er niet het minste begrip van om
zelf in ziin behoeften te'voorzien. Een kameel
kan op verren afstand reeds water ruiken, de
gier krijgt op ontzettende hoogte ziin voedsel
in den kijker, maar een schaap kan niets voor
ziohzelven vinden-
Hoe komt het. dat de goede Herder het ver-
JJ s van een schaap zijner kuddo zoo ter harte
r-e-cmt? Ik denk ten eerste* omdat het zijn
eigendom is. De gelijkenis spreekt niet van een
gehuurden herder, maar van een. die eigenaar
is der kudde. ,,Wat mensch onder u, hebbende
honderd schapen." De parabel heeft betrekking
op hen, die Jezus met zijn dierbaar bloed ge
kocht heeft, maar die zich van Hem losge
maakt hebben om te gaaD een eigen weg. Dat
zal niet gebeuren. .,Ik zet mijn leven voor mijne
schapen," zegt Hii. Het is voor Hem geen
nieuwe liefde, het is ook geen liefde, die bij
Hem oud kan worden. Hij heeft de ziinen lief
gehad en moet ze tot het einde lief hebben.
Ten tweede heeft Hii nog een roden voor die
alles beheersehende gedachte: Zijn. diep mede
lijden met ziin verloren schaap. De liefde en
teederheid van Jezus' hart zijn zoo groot, dat
Hii de gedachte niet verdragen kan. dat een
der zijnen in gevaar zou zijn. Hij kent de
smart, die door de zonde wordt teweegge
bracht: de schrikkeliike verwonding, die het
gevolg is eener afdwaling zelfs in dit leven
reeds; het treurige hart en het gebroken leven,
dat hier welhaast uit geboren wordt, en daar
om treurt de Heiland, want Hii weet, welk een
ellende or ligt opgesloten in het -feit van ver
loren ziin. Indien gii ooit in een huis waart op
het oogenblik dat epn klein kind verloren
bleek, zult ga de ontroering van elk lid der
familie niet licht vergeten. De vader, die door
straten en stegen en langs den waterkant snelt
en ieder voorbijganger vastklampt, want hü
moet ziin kind vindende diepe neerslachtig
heid en angst der moeder, die van haar zinnen
jcroofd schijnt, zoo lang er geen tijding is van
daar lieveling. Nu beginnen we te begrijpen,
wat Jezus voelt voor een ziel. die Hii lief
heeft, die Hij met ziin goddelijke voorkennis
gezien heeft, toen ziin leven langzaam tyeg-
bloedde aan het kruis. Hii kent rust noch duur
vooraleer Hij wat verloren was gevonden heeft.
Hü denkt aan niets dan aan bet verdoolde
schaap. De negen en negentig worden wel in
veiligheid verlaten, maar verlaten worden Hi.
Als wii lezen, dat Hii zo achterlaat in de
woestijn, dan. denken wij allioht aan een dorre,
onvruchtbare vlakte, maar erat beteekent een
voudig een op ene weide, de steppe, d prairie.
.Herder. die wm i» zeer rotsachtig 1" Hij
schijnt niet te weten wat het voor een weg zal
niet op küox vermoeienis, zun bezorarah.oi
angst geven hem de voeten eener klimgeit. hij
loopt met vasten tred, waar op andera tijden
zün voet. zou uitgljjden. „Herder, het is een
sohrikkelüke weg. waarlangs gij naar gindsche
sombere vallei moet afdalen." Hü is niet
schrikkelük voor hem, van klip noch afgrond
■sehünt hü iets te merken, de eenige vrees die
hem beklemt is, dat zün schaap zal omkomen.
Als het zoeken geëindigd ia. volgt het redden.
„En als Hü het gevonden heeft, neemt Hü het
met vreugde op ziin schouders." Heerlüke daadl
Hoe schoon wordt door deze gelijkenis het werk
'onzer verlossing voorgesteld- Sommige oude
schrüvera hebben het aldus uitgedrukti-In zyna
mensohwotrding ia Hü uitgegaan naar het ver
loren schaap; in ziin leven ia Hii voortgegaan
met het te zoeken; in zün dood heeft Hü het
op ziin schouders gelegd: in ziin opstanding
heeft Hij het weggedragen; en in zijn hemel
vaart heeft Hü het juichend thuis gebraoht.
Het was een daad van opheffing, want het is
alsof Hü het schaap opnam uit het moeras of
uit de doornen, zonder aarzeling, zonder ©on
enkel woord van bestraffing om het in veilig
heid te stellen. Het was een daad van toeëige-
ning. want men draagt geen schaap weg. .waar
op men geen reoht heeft. Het was een daad
van dienstbetoon, want met züii ganeohe ge
wicht rustte het eohaap op den herder. Let op
de vermelding van blü-dschap. „met vreugde,"
staat er, legt Hü het op zijne schouders, .dier
der, dit ie een zware-last voor u om te torsenI
Vroolük antwoordt Hü: „Ik ben er blüde mee!"
Den groote smart was over Ohristus, toen de
last onzer zonden op Hem gelegd werd. maar
een nog grootere blijdschap vervulde ziin hart
toen Hij kon denken, dat wil daardoor uit onze
verlorenheid gered waren.
De eenige gedachte, die ik in uw hant
woiisch te laten, ia, hoe onze Heiland zich voor
verlosten volkomen schünt te vergeten.
Hoe volslagen gaat Iedere gedachte van zün.
hart, iedere werking ziiner macht naar de
nooddruftige, schuldige, verlorene ziel uitl Hij
legt alles wat Hii heêft ten koste om zün bal
lingen wedeT te brengen. De arme zielen, die
in Hem gelooven, hebben al zün kracht en
mogendheid te hunner beschikking. Laat nu
ook ons hart uitgaan tot Hem, die ziehzelven
gegbven heeft om onze verlossing te bewer
ken* Hem in gelük© mate liefhebben, als Hii
het ons gedaan heeft, kunnen wü niet, doch laat
ons Hem liefhebben- op dezelfde edelmoedige
wüzo. Met ons gansche hart en met geheel onze
ziel- Laat het ons wezen, alsof wij niet zagen,
niets wisten, niets liefhadden dan Jezus en
Dien gekruisigd. En als schapen züner kudde
zün stem hooren en tTouw en teeder volgen den
weg, dien Hü gaat.
MAX.
BELGIE'S' aanspraken.
Telkens opnieuw treffen we in Belgische
bladen de bewering aan, dat het verdrag van
1839 nietmeer bestaat, daar het door de
rechtsscbending van Pruisen, een der garan
ten, in 1914 uiteraard vervallen is.
Eenzelfde bewering heeft men ook meer
dan eens uit den mond van den Belgischen
Minister van Buitenlandse!)© Zaken, den heer
Hijmans, kunnen vernemen.
Hoe komt men toch aan een dergelijke
rechtsopvatting, vraagt „D° IH&b. Koerier."
„Onder de Staten, die onafhanke
lijkheid, de onzijdigheid en de grensrege
ling van België indertüd waarborgden,
waren Pruisen, Nederland, Frankrijk en
Engeland,
Als nu één onderteiekenaar het vei'drag
schendt, is-dan daarmee het geheële con
tract vervallen?
Stel, vüf Personen stellen zich borg by
den aankoop van een terrein door een
zesde. Op een kwaden dag weigert een
der borgen zyn verpliehHngen na te ko
men. Is nu daardoor bet obligo voor do
anderen verdwenen?
In geenen deelel Het contract blijft de
overigen binden als voorbeen. Het is
■geenszins „een vodje papier" geworden.
We onderstellen, dat onze re.geering
zich by de onderhandelingen met België
van meet af op dit standpunt plaatsen
zal. Wenscht contractant ter eenre wijzi
ging van de overeenkomst en blyken
contractanten ter andere alle behalve
dan degene, die door zün contractscben-
uls ipso facto uit de rü detr borgen trad
daartoe bereid, dan is er geen bezwaar
tegen de herziening."
Dfe bewering echter, dat het contract niet
meee bestaat, en de begunstigde nu rechten
kan d-oen gelden tegen een der borgen, die
aan zijne verplichtingen trouw bleef, is zóó
evident onrechtmatig, dat het zonderling is,
hoe niet alleen persorganen, maar zelfs een
officieele en juridi&ch-ontwikkelde persoon
lijkheid in België zich op dat onhoudbare
standpunt kon plaatsen.
J5 C0i'iïkloiT^ <)-•«. ïvJjigL X> oatlej-da^ zijn' Ho
Arbeidsvoorwaarden. A. Meisjes boven
18 jaar (voor dag en nacht). 1. Loon. Mini
mum f 150. Periodieke verhooging elk jaar
met f 10.
2. Waschgeld. Minimum f 40 per jaar. iVan-
neef de werkneemster er genoegen mede
neemt mag hiervan worden afgeweken en
op andere wijze de wascli verzorgd.
3. Zondagsrust. De arbeid op Zondag worde
beperkt tot het allernoodupste. Des Zater
dags' worden alle voorbereidingen getroffen
om den Zondag tot rustdag te maken.
Het geven van diners- of feesten op. Zon
dag worde liefst vermeden. SUanneer het
geschiedt en de werkneemster moet haar
vrijen Zondag opofferen, dan moet zij in
diezelfde week daarvoor een vrijen dag .op
een werkdag als- vergoeding ontvangen.
4. Uitgaan Zondag, Het uitgaan op Zon
dag worde zoo geregeld, dat men of eiken
Zondag de halve dag vrij is- of om de andere
week den geheelen Zondag vrij. Halve da
gen worden gerekend van uiterlijk half 10
tot half 2 of 2 uur, of van half 2
uur tot half 11 des avonds. Heele dagen w.or
den gerekend van uiterlijk half 10 'smor
gens tot half 11 des avonds.
Als het mogelijk is worde iederen Zon
dagavond vrij gegeven om pok het perso
neel in do gelegenheid te stellen aan het
huiselijk le\*en van haar familie te blijven
deelnemen.
Voor personeel, wier ouderlijk huis bui
ten Haarlem is-, doch in de omgeving, worde
het mogelijk gemaakt eens per maand van
's- Zaterdaeavonds tot Maandagmorgens „(eer
ste reisgelegenheicy uit tè b'ljjven. Tram cf
treinkosten worden vergoed.
Aan personeel dat in Haarlem geen tehuis,
heeft, worde gelegenheid gegeven op 'de
vrije Zondagen of vrije dagen in hun betrek
king te komen eten.
Vrije avonden. Twee maal per week
worde een vrije avond gegeven van half
8 tot half 11 en gelegenheid om het gods
dienstonderwijs bij te wonen. Voor bijzon
dere gelog-iHiheden worde in onderling over
leg, extra vrijgegeven. Eens per maand een
.rije middag op een werkdag, bij voorkeur
Hiunenv,aüend inet een vi-yun avond fdus van
■J ot li air 3 tot. thair 11 of tinders, wnn
D'. Werksters.
Loon. Voor heele dagen van 9—7 uur mi«
nimum f 1.50 met de kostj f 2 zonder de
kost. Voor halve dagen van 9—2 uur, mini
mum f 1.
Vacantie. Bij uitstedigheid der familie wor
de liet loon doorbetaald.
Opzeggingstermijn. De termijn van opeeg-
ging worde wederzijds- bepaald op, 14 -.lagen
Algemeene bepaling.
Iedere werkgever(ster) geeft aan degene,
die den dienst verlaat, een eclirirtelijk ge
tuigenis, waarin inlichtingen omtrent ar-
beidsbekwaamheid, eerlijkheid en trouw.
De vlicffenplaag. Mevrouw 11. Savry
Post Zuider-Buitenspaarne> klaagt in het
.Maandblad" van -de Vereenieing tort bestrij
ding dor Tuberculose haar nood over de ver-
sehrikkelüke vliegenplaag in haar buurt. Do
inzendster wüt deze aan do concessie, dia
voortdurend stilzwijgend verlengd wordt, aan
eenige personen tot het drüven van een mest
handel aan het Zuidor Buitenspaarno. mits de
mest niet langer aan drie weken daar blijft
opgeslagen.
Om aan haar gerechtvaardigd» mierTen moer
kracht bü te zetten, geeft mevrouw Savrü da
volgende lezenswaardige beschrijving van de
plaag.
.Hierdoor hebben do omwonendenacn
grootsten overlast van duizenden bü duizen
den vliegen.
Itequesten van do geplaagden en van eie
Gezondheidscommissie helpen niet.
Zoolang, aan de verordening van om de due
weken verhandelen de hand wordt gehouden,
zyn er volgens B. en W. geen termen aanwezig
om de concessie in te trekken. Maar ik zeg G
die verordening ia een wassen neus. Laat liet
waar zijn. dat aan de naleving er van streng
de hand' wordt gehouden, dan nog is de grond
rondom die mesthoopen één groote, vruchtbare
broedplaats voor vliegen. De heele omgeving
daar is doortrokken van mest en mestwater.
De practük wiist uit. dat ik ge uk heb.
B. en W. het kan met anaers of Ge weet
niet. hoe erg het is met de vliegen I Ik zal een.
paar staaltjes opnoemen. Vooraf zii gezegd, dat
wij in ieder raam een hor hebben, dat iedere
openslaande deur 'a zomer» voorzien is van een
doiu-. <no v*xxzclt weer dichtvaltNiöt-
tegenstaande dat rizzelt het hier van de vlie
gen. Wij hebben ze van Mei tot October; in
Augustus vieren ze hoogtij.
Ala je 'a avonds zit te lezen, vallen er op ja
boek en je handen voortdurend zwart® drupje»
van -de lieve beestjes van da zoldering.
Allo ramen, spiegels, enz., ziin niettegen
staande geregeld onderhoud ontoonbaar van
het vliegenvuil.
By 't jonge te kind. dat 'a middags op d«
meest vliegvrüe kamer haar middagdutje»
doet. kruipen er toch altijd nog zoo'n stuk of
drie, vier monsters vlak om haar. mondje.
Het oudste kind ontbüt om kwart voor acht.
Al» je om acht uur bü da broodplank komt-
denk je. da-t zs vol roggebroodkruimel» zH
Maar neen. de roggebroodkruimels vliegen it
om je oor en!
Vliegen in alle mogelijke dranken vinden wil
niets erg meer. Vooral, als zij er in zün ver
dronken, dat scheelt al weer een oaar.
Een tijdelijk hier inwonend familielid mepte
eens een zomer iederen morgen vóór 't ontbüt
200 vliegen. Tijden» 't ontbüt gaf 't merkbar®'
verlichting» na tien minuten niot meer.
Ziet ge. dat is vliegenplaag. En als dr.
Ktienen. die zoo dikwüls langs komt. bü nat
weer eens de poelen en plassen bekijkt rondom
onze dierbare mesthoopen. die geen kwaad
kunnen, omdat de mest om de drie weken
wordt opgeruimd (en vernieuwd), dan vindt
hy misschien meteen de malariamym van het
Rozenpriëel. (Ik heb eens op een zomeravond-
in een grimmige bui 268 muggen doodgedrukt;
of er malaria-exemplaren bü waren, .weet ik
Sohrüf nu alstublieft nooit meer m uw blad.
dat een zindelijke huisvrouw geen vliegen
hoeft te hebben. Want dan worden wy ver
drietig. Deze regel geldt niet voor de gemeente
aarlem."
"'OMAN UIT HET POOLSCH,
43
\V ie is daar riep hij een tweed» maal, nog luider.
Pubiius 1Publius riep nu door de
nachtelijke stilte een stem, die zilverhelder in lijn
ooren klonk, zilverhelder en zoo blijde juigend, dat Pu-
blius over zijn geheele lichaam sidderde.
!A1 zijn bloed ^troomde naar zijn hart, om zich warm
flóor zijn aderen te storten.
Zou zij het zijn Z(j hier
JEen der beide ruiters deed het paard over een hoop
lijken springen, de andere volgde. Ook Publius Var.
haastte nu zijne schreden. Toen zij te samen kwamen
liet do eerste ruiter zich van het paard glijden eu wierp
zich in Publius' armen.
Publius Publius snikte Muci» aan de borst
van den geliefden man.
En hij vergat dat hij een Romeinsch patriot en een
strengo pretor, haar rechter geweest was. Hij dacht
•het aan het harde pautserr dat hom omsloot en drukte
haar aan do borst. De goden hadden haar gezonden op
het moeielijkste uur z(jns levens als da dierbaarste en
zoestste troost. Op een oogenblik, waarop hij ook een
wilde, barbaarsche met vreugde zou begroet hebben,
verscheen aan zijn zijde het geliefto wezen dat met hem
lief en leed het leven lang zou hebben willen deelen, de
maagd, eens door hem uit alle Romeinsch» vrouwen
uitverkoren, doch echter ook de door hem ten doode
gewijde. En trouw hing zij hem aan, want niet het toe
val had deze ontmoeting bewerkt.
Publius vroeg niet meer vanwaar zij geko
men was; daartoe was het geluk, dat hem door
stroomde. te groot. De stalen man, even onverbidde
lijk voor zich zeiven als voor anderen, voelde nu de
de zaligheid van ware liefde, de macht van den band
van twee harten.
Zij gevoelde zich over geukkig en achtte de hard
heid en de koude van het ijzeren pantser niet. Haar
snikken had spoedig opgehouden zij was in een soort
van zalige bewusteloosheid geraakt,waaruit zij niet ont
waken kon. De gemoetsbewegiug was te heftig ge
weest. Eindelijk deed zij een poging tot spreken,
doch gaf aan hare verwarde gedachten slechts in af
gebroken zinnen uiting.
Het heimwee verteerde mijnaar Rome I
naar Rome 1In den nacht verschrikten mij de
schimmen der Corneliers,overdag kwelde mij het wa-
pengodruisch der barbarenEr waren er zooveel,
o-zoo veel!..,. Mijn hart dreef mii voort naar u. ik
wilde u daarmede in kennis stellen.... Maar Servius
bewaakte voortdurend mijr\.e schreden, ik kon niet
tot uw komen.... Toen zij optrokken volgde ik hun
spoor I.... Deze 'slaaf begeleidde mij... hij behoort
aan Servius, doch is een der ónzenRadbout heeft
hem krijgsgevangen gemaa'lt-«-» Gij zult hem beloo-
nen, niet waar
Zij kon niet verder spreken; wederom snikte zij,
heftiger en langer dan vroeger.
Publius trachte haar te kalmeeren, maar zij bleef
weenen. Toen hij merkte dat zijn woorden de tegenge
stelde uitwerking hadden, hield hij op haar toe te
sprelWb en streelde slechts liefdevol haar wangen.
PubUus I stiet zij eindelijk weder uit. Van de ber
gen af heb ik u en uw nederlaag gezien.... Neen,
u heb ik niet gezien, ik heb het mij slechts verbeeld.
Ik heb voor uw leven gesidderdik heb tot mijn
God gebeden als vroeger op het Forum, toen ik Hem
zelfs nog niet goed kende en gij u in groot gevaar be-
vondt.... Ik heb na den elag naar u gezochtI....
k heb u dood gewaand, nu echter vind ik u levend
wederPublius, mijn Publius 1
Weder liet zij den vrijen loop aan hare tranen. Heel
wat rustiger ging zij daarna voort„Wij blijven thans
bijeen, niet waar Publius?.... Gij zult mij niet meer
aan den scherprechter overleverenNiet alsof ik
den dood vreesde.... neen, doch schimp en schande
verdraagt een afstammelinge der Comclicrs niet. Ik
den dood van een Römeinsche vrouw in dienst des va-
derlandsch sterven.... Gij keert zeker tot het hand
werk van den krijg teruglaat mij het met n deelen.
Gij weet dat ik in de geneeskunst bedreven ben en zieke
slaven verpleegd heb. Ik wil u als geneesheer op uwe
krijgstochten vergezellen ik zal stervenden troosten
en'gewonden verplegen. Misschien zal Rome mij ver
geven, dat ik mij afgewend heb van zijn goden ik
kon niet anders, PubUus, en gij hebt mij reeds in den
Marmertijnschen kerkér toegestaan, mijn God te die
nen misschien ook zal op het slagveld, waar zoovelo
pijlen door do lucht suizen, een pijl Mucia CorneUa
vinden. Zoovelen mijner voorvaderen hebben op het
veld van eer hun dood gevonden. Hun aandenken en
hun roem ware bevlekt, als ik het veld der schande
betreden zou.Zonder u en Rome zou het leven mij
een kwelling zijn.
Publius omving liefdevol haar hals, alsof hij dezen
beschutten wilde voor het zwaard des gerechts en
sprak
Wij zuUen te zamen het vaderland dienen, Mucia.
Ik koester geen haat meer tegen de beUjders van
hét Oostersche bijgeloof, maar kan ook een God niet
liefhebben, die een nieuwe voor ons vaderland gevaar
lijke orde wil doen ontstaan. Ik heb hier het zwaard
van een Christelijk legioeDsoldaat, dio zoo dapper en
trouw aan zijn plicht was dat ik hem Uefgekregen heb
als een broeder, ofschoon hij van barbaarsche herkomst
was. Zijn zwaard zal ik als een heilig® herinnering
h den tempel van Mars een plaats geven. Hij Ugt niet
verre van hier.
Ja, Rufius was een Christen.
PubUus I sprak Mucia en drukte hem do hand.
Dooden begraven i» een werk van naastenliefde. Ru
fius was voor onzen God mijn broeder, en ge hebt
hem als een broeder Uefgekregen. Laat ods zjjn lijtr
niet overgeven aan de gieren en ravendoch vertrou
wen Wij het aan den schoot der aarde toe.
Ook do heidenschen Romeinen hadden voor de ma
jesteit des doods zulk een eerbied, dat zelfs d» lyken
van christen-martelaren, die in de Arena door leeuwet
en tijgers verscheurd waren, volgens de wet aan d«
verwanten en bekenden ter begravenis overgeleverd
moesten worden.
EubUus had dan ook geen enkel bezwaar tegen Mu-
cïa'ï Verzoek en zeido zelfs
Mucia, gij hebt my al» uit de ziel SMP"^9v
AUo drio schreden naar d» plaat», waar Kufiu»
den laatstea adem had uitgeblazen. l>l0 T?
gens een grooten boomstronk m de nabijheid, gemak
kelyk wedor te vinden.
Met de zwaarden van gevallen legioensoldatea maak
ten zij een graf en legden bet lichaam daarin.