WIK HMK. CHIUT STADlNfEÜWS De Ondergang van een Wereldmacht. BIJBELCURSUS. FEUILLETON WAT DE PERS ZEGT ORDE EN ARBEID X. Zaterdag 28 Juni Tweede Blad zijn, ziin hart is bü zijn verloren schaap. ,,Her» der, dia wart. ia.._mnailiik ta schildersgezellen te Sneek in staking ge gaan voor een, looneisch van 45 ct. per uur. De staking is algemeen. Slechts twee ge zellen zijn werkzaam gebleven. Verder trach ten de patroons door elkander te helpen, het meest dringende werk af te doen. Maandagmorgen gaa,t de staking der. tim merlieden aanvangen, wanneer vóór dien tijd geen overeenstemming is bereikt. Hier 'is de eisch 60 ct. per uur, ziekteuit- keering, doorbetaling van Chr. feestdagen, etc. Bijna alle timmerknecht» zijn georga niseerd. CHRIST. BOND VAN HUISPERSONEEL Beginselverklaring, De Christelijke Bond van Huispersoneel gaat uit van het beginsel dat samenwerking iQ het maatschappelijk loven alléén kan worden verkregen door wcderzijdsch vertrouwen en waardeeren. Overtuigd van de noodzakelijkheid djat er in de maatschappij verdeelinig van arbeid moet plaats hebben, verlangt de Bond van zijn Inden, dat zij. met toewijding en nauw gezetheid eerlijk en trcuw hun arbeid zullen verrtehten, en in handel en wandel in woord en daad zich als Christenen zullen gedra gen, naar het woord van den apostel, ,niet als oügendienaans, maar doende den wil Go<d|s van harte". Daarnaast wil de Bond ook het huisper soneel beschermen tegen slechte of vernede rende handelingen, tegen Je lage belooning en te lange arbeidsdagen, en streeft de Bond er naar het leven van allen, die in huise- lijfcen dienst zijn, zoo goed mogelijk te ma- ken. Vooral de wjj'ze van behhn'döling is naar het oordeel van den" Bond van groot belang en moet medewerken om de ver houding! tusschen werkgever(geefster) en werknemer(neemster) te verbeteren, in aan sluiting van het evangelisch beginsel, dat voor ieder mensch gelijk is. Het ideaal van den Bond is dit djoel te bereiken door samenwerking en overleg van de beide partijen, óf afzonderlijk of door de organisaties. De Bond zou niet gaarne zien, dat de goede verhouding, welke nu tusschen verschillen de werkgeversfgeefsters) en hun personeel bestaat, vooral daar, waar het personeel wordt beschouwd als leden van het gezin,, door de organisatie van het huispersoneel zou worden bedorven. De Bond wil daarom niet optreden met „eischen" daar naar zijn meening do ver houding dan n-oodetoos wordt verscherpt. Wel meent de Bond te moeten vastfetetleu verschillende arbeidsvoorwaarden, met do be doeling dat ook de werkgevers(g»«fsfcers) er naar zullen staan deze voorwaarden als de- minima aan te nemen. 2 of half 3 tot half 6 of 6 uur). 6. Vacantie. Per jaar worde minstens 14 dagen vacantie gegeven, of ineen» of 2 maal 7 dagen met behoud van loon en minimum kostgeld van f 1 per dag. Aan degenen, wier tehuis niet in do naaste omgevTng is, worde 2 maal per jaar vrij reizen gegeven. No-odig; is het, dat voor degenen, die in 't geheel geen familie hebben, de vergoeding van het "kostgeld zooveel mogelijk wordt verhoogd als de losieprijs (bv. in 't .Vrou wentehuis-) bedraagt. 7. Kleeding], iWordt bijzondere kleeding verlangd, dan moet deze doorIdjö werkgeef ster worden verstrekt; en- eens per jaar b.v. na de schoonmaak een katoenen japon 8. (Werktijden. Do arbeidstijd worde zoo geregeld, dat er niet meer dan 10 uur per dag wordt gewerkt, zooveel mogelijk van 77 uur> met 2 uur rusttijd' .voor ontbijt, koffiedrinken en middageten. Gedurende de rusttijden moet het oello.ot- pen tot het uiterste beperkt. Na 8 uur des avonds wordt &ct meer gewerkt, mot uit zondering zoo noodig van enkele lyyidrei- kingeU. i i i i i t i -J iuü HllS 9. Opzeggingstermyh en' loonbetaling. De opzeggingstermijn blijve zoo-als het „nu is geregeld, doch, desgowensclit, worde aan. d!a werkneemster, die het wenscht, maandelijks het derde deel van het kwartaalloon uitge keerd. i 1 De Nieuwjaar» en najaarsfooi worden als vrijwillige giften beschouwd1 en "behoeven bij vertrok niet teruggegeven te w.orden B. Dagmeisjes voor heele dagen. Loon. Voor meisjes bóven de 18 jaar, f 4.50 per week, tot 18 jaar f 3.60, Werktijden. Evenals het inwonend pers-Or neel. .Vacantie. Per jaar 14 dagen met DcJioud van loon en vergoeding van kostgeld f 0.83 per dag. Bij nitatedigheid der familie moei dit kostgeld, ook' worden betaald. Opzegging. De termijn van opzegging worde wederzijds- bepaald pp 14 d.agen. Ziekte. Bij ziekte 4 weken vol loon. O. Dagmeisjes voor halve dagen Loon. Voor meisjes boven 18 jaar minimum f 2.50 per week, tot 18 ja,ar f 2. Werktijden. Van 's morgens 8 tot 's mid dags 2 uur. Arbeid verricht na den over eengekomen tijd worde extra vergoed. •Vacantie. Per jaar. minstens 8 dagen met behoud van loon en vergoeding koslrgeijd f 0.50 per dag. Ziekte. Bij ziekte 14 dagen vol loon. Opzegging. De termijn van opzegging wor de wederzijds bepaald op 14 dpgen. Tramkosten. Voor de onder A. R en 0. genoemde categorieën worden tramkosten neer de werkgever(geefster) buiten Haar- vergoed, ook voor de vrije avonden, wan- )lem, doch in de önmiddelijke omgeving, woont. 1 wil sterven, zooals mü mijne afkomst gebiedtik wil DElt-DE 20NÜ>AG ]S<-A PINKSTEREN. Evangelie volgens den H. Lucas X\, 110. lu dien tijcts kwamen er-tollenaars en zon daars tot Jezus om Hem to hooren. En de Schriftgeleerden en Phariseën morden en zei- tn: Hij ontvangt de zondaars en eet met hen. 1 Hij zeide hun deze gelijkenis: Wat mensch is er onder u> die honderd schapen hoeft en als hii ot een yan verliest, de negen en negen tig niet in de woestijn laat. en gaat naar het geen verloren i». totdat hii het vinde. En als hii het gevonden heeft, neemt hii het met vreugde op zijne schouders en tehuis komende, roept hij al zijne vrienden en buren bijeen en zegt: Verheugt u mot mü. want ik heb mijn schaap, dat verloren was, weder gevonden." Ik zeg u, dat evenzoo in den hemel meerdere vreugde zal zijn over één zondaar, die boetvaardigheid doét dan over negen en negentig rechtvaardigen, •die geen boetvaardigheid noodig hebben. Of welk eene vrouw, die tien drachmen heeft en er een van verliest, zal geen licht ontsteken, het huis vegen, nauwkeurig'zoeken tot zij die Avedervinde. En als zii die gevonden heeft, roept zii hare vrienden en gebaren bijeen en zegt: Verheugt u met mii. want ik heb mijn drachme die ik verloren had, teruggevonden." Aldus zeg Ik u zal er bii de engelen Gods yrcugde ziin over eenen zondaar, die boetvaar digheid pleegt. Pastoor: Het'groote werk, waarom de Zooui van'God op aarde neerdaalde, was het zoeken eu opsporen van verdoolde zielen. Hij was ge komen om wille der verlorene-schapen Israels". Hij wachtte niet af, dat zij bii toeval tot Hem kwamen, maar nam de moeite om daarheen te gaan, waar Hij zeker was hen te ontmoeten tun zoo groote vriendelijkheid, •oat zii in - menigten tot Hem stroomden, My dunkt, het meet wel een een vreemdsoortige vergadering geweest ziin. een beruchte bende, •die zich rond onzen Heer Jezus verzameld had. Het verbaast mii niet, dat een Fhariseeër. die menigte van slecht allooi ziende, smalend op- sterkte: Hij verzamelt het uitschot der maat- sohs-vpij om zich heen, de ellendelingen, die tol en beiasting innen voor den vreemdeling, de verdrukkers van Gods vriie volk. Gevallen vrou wen uit de steden en al zulk gespuis vormt zijn gehoor. Zelfs eet Hii met hen- Ging Hij mict tn het huis van Zacheus en het huis van Levi om aan den den maltjjd aan te zitten, dien deze lage lieden hadden aangericht? In twee gelijkenissen van eenzelfde strekking en uitgangspunt verdedigt Jezus zich tegen over de Phariseënniet, wiil Hij zich bekom- tnerdo om hetgeen zij dachten maar om hen «een verontschuldiging te laten voor hun vij andig optreden jegens Hem. Hij, die gekomen was om het verlorene te zoeken, waar anders nicest wezen dan onder hen, die Hü zocht. Moet e n arts de kranken mijden? Een herder het verloren schaap uit den weg gaan? Was Hij niet op de rechte plaats, daar. waar tollenaars en publicatie» naderden om Hem te hooren? .Te-zus verdedigt zich door hetgeén men noemt feu argumentum ad hominem, dat is, dpor een Ti'gum ent o-p den man af- Wat miQnaoh ond«r u vraagt Hii, hebbende honderd schapen en een Br van verliezende, verlaat niet do negen en ne gentig in de woestijn, totdat Hij het vinde? iet was oen bijzonder krachtig argument, omdat hii hen slechts sprake was van een schaap, dat moest teruggebracht, terwijl hetgeen Hii zooht van oneindig grooter waarde was dan alle kudden van schapen, die ooit op Saron of Har mei geweid hadden; een mensohenziel, die schittert boven alle goud en diamant. De her der volgdo een weg, dien hii nooit gaan zou, indien hij alleen met ziin eigen genoegen te fade ging. Hii volgt het spoor in berg en vallei, ter weg in de woestijn of in het donker dal, om do eenvoudige raden, dat het schaap dien weg was afgedwaald. Voor zijn genoegen zou; de Heilige Zoon van God nooit in gezelschap van tollenaren en zondaars gozienziin, noch in «e- zcl%ehap van iemand anders uit ons minder waardig geslacht. Alleen met do reïno en heilige engelen zou Hii zich verzelsehapt hebben en met den groeten Vader daarboven. Maar Hii daoht niet aan ziehzelven, ziin hart was met de verlorenen, daarom ging Hij waar de verloren schapen te vinden waren. .Allereerst toont ons dezegelijkenis, wat «r hii Jezus omgaat, als Hij een mensch. wegge- dwaald in qo zonde, ziet verloien gaan. De herder zijn kleine kudde van honderd schapen overziende, kan er slechte negen en negentig tellen- Hii telt ze nog een3 en bemerkt, dat één schaap weg is. Hii weet alles van dat schaap, want „de Heer kent de zijnen" en nu denkt hij maar weinig aan de negen en negentig, die'Ln de weiden van de woestijn grazen, maar zijn hart is onrustig over dat ééne verloren schaap. Hü kan geen stuk brood meer eten. kan niet naar huis keeren, kan geen rust vinden, ter wijl er een schaap verloren is. Voor een medelijdend gemoed is een verloren. schaap ook iets pijnlijks om aan te denken. Het is een schaap en bijgevolg volkomen weer loos. zoodra het ziin beschermer verlaten heeft. Indien de wolf liet bespeurt, indien leeuw of beer het ontmoeten, zal het staandevoet ver scheurd worden. Een schaap kon niet vechten en zelfs voor de vlucht bezit bet de snelheid niet van ziin vijand. Als wii een hond verloren hebben, kan die zelf wel dén weg naar huis vinden, maai een schaap zal blijven voort- dwalen, totdat het als in een doolhof gansoh-en a!" verloren is. In landen, waar de weiden niet omheind en de vlakten grenzeloos ziin. is een verdoold schaap in waarheid verloren.Vermoeid en afgemat zal het bezwijken, van honger om komen te midden van kale rotsen of dor zand. Het heeft er niet het minste begrip van om zelf in ziin behoeften te'voorzien. Een kameel kan op verren afstand reeds water ruiken, de gier krijgt op ontzettende hoogte ziin voedsel in den kijker, maar een schaap kan niets voor ziohzelven vinden- Hoe komt het. dat de goede Herder het ver- JJ s van een schaap zijner kuddo zoo ter harte r-e-cmt? Ik denk ten eerste* omdat het zijn eigendom is. De gelijkenis spreekt niet van een gehuurden herder, maar van een. die eigenaar is der kudde. ,,Wat mensch onder u, hebbende honderd schapen." De parabel heeft betrekking op hen, die Jezus met zijn dierbaar bloed ge kocht heeft, maar die zich van Hem losge maakt hebben om te gaaD een eigen weg. Dat zal niet gebeuren. .,Ik zet mijn leven voor mijne schapen," zegt Hii. Het is voor Hem geen nieuwe liefde, het is ook geen liefde, die bij Hem oud kan worden. Hij heeft de ziinen lief gehad en moet ze tot het einde lief hebben. Ten tweede heeft Hii nog een roden voor die alles beheersehende gedachte: Zijn. diep mede lijden met ziin verloren schaap. De liefde en teederheid van Jezus' hart zijn zoo groot, dat Hii de gedachte niet verdragen kan. dat een der zijnen in gevaar zou zijn. Hij kent de smart, die door de zonde wordt teweegge bracht: de schrikkeliike verwonding, die het gevolg is eener afdwaling zelfs in dit leven reeds; het treurige hart en het gebroken leven, dat hier welhaast uit geboren wordt, en daar om treurt de Heiland, want Hii weet, welk een ellende or ligt opgesloten in het -feit van ver loren ziin. Indien gii ooit in een huis waart op het oogenblik dat epn klein kind verloren bleek, zult ga de ontroering van elk lid der familie niet licht vergeten. De vader, die door straten en stegen en langs den waterkant snelt en ieder voorbijganger vastklampt, want hü moet ziin kind vindende diepe neerslachtig heid en angst der moeder, die van haar zinnen jcroofd schijnt, zoo lang er geen tijding is van daar lieveling. Nu beginnen we te begrijpen, wat Jezus voelt voor een ziel. die Hii lief heeft, die Hij met ziin goddelijke voorkennis gezien heeft, toen ziin leven langzaam tyeg- bloedde aan het kruis. Hii kent rust noch duur vooraleer Hij wat verloren was gevonden heeft. Hü denkt aan niets dan aan bet verdoolde schaap. De negen en negentig worden wel in veiligheid verlaten, maar verlaten worden Hi. Als wii lezen, dat Hii zo achterlaat in de woestijn, dan. denken wij allioht aan een dorre, onvruchtbare vlakte, maar erat beteekent een voudig een op ene weide, de steppe, d prairie. .Herder. die wm i» zeer rotsachtig 1" Hij schijnt niet te weten wat het voor een weg zal niet op küox vermoeienis, zun bezorarah.oi angst geven hem de voeten eener klimgeit. hij loopt met vasten tred, waar op andera tijden zün voet. zou uitgljjden. „Herder, het is een sohrikkelüke weg. waarlangs gij naar gindsche sombere vallei moet afdalen." Hü is niet schrikkelük voor hem, van klip noch afgrond ■sehünt hü iets te merken, de eenige vrees die hem beklemt is, dat zün schaap zal omkomen. Als het zoeken geëindigd ia. volgt het redden. „En als Hü het gevonden heeft, neemt Hü het met vreugde op ziin schouders." Heerlüke daadl Hoe schoon wordt door deze gelijkenis het werk 'onzer verlossing voorgesteld- Sommige oude schrüvera hebben het aldus uitgedrukti-In zyna mensohwotrding ia Hü uitgegaan naar het ver loren schaap; in ziin leven ia Hii voortgegaan met het te zoeken; in zün dood heeft Hü het op ziin schouders gelegd: in ziin opstanding heeft Hij het weggedragen; en in zijn hemel vaart heeft Hü het juichend thuis gebraoht. Het was een daad van opheffing, want het is alsof Hü het schaap opnam uit het moeras of uit de doornen, zonder aarzeling, zonder ©on enkel woord van bestraffing om het in veilig heid te stellen. Het was een daad van toeëige- ning. want men draagt geen schaap weg. .waar op men geen reoht heeft. Het was een daad van dienstbetoon, want met züii ganeohe ge wicht rustte het eohaap op den herder. Let op de vermelding van blü-dschap. „met vreugde," staat er, legt Hü het op zijne schouders, .dier der, dit ie een zware-last voor u om te torsenI Vroolük antwoordt Hü: „Ik ben er blüde mee!" Den groote smart was over Ohristus, toen de last onzer zonden op Hem gelegd werd. maar een nog grootere blijdschap vervulde ziin hart toen Hij kon denken, dat wil daardoor uit onze verlorenheid gered waren. De eenige gedachte, die ik in uw hant woiisch te laten, ia, hoe onze Heiland zich voor verlosten volkomen schünt te vergeten. Hoe volslagen gaat Iedere gedachte van zün. hart, iedere werking ziiner macht naar de nooddruftige, schuldige, verlorene ziel uitl Hij legt alles wat Hii heêft ten koste om zün bal lingen wedeT te brengen. De arme zielen, die in Hem gelooven, hebben al zün kracht en mogendheid te hunner beschikking. Laat nu ook ons hart uitgaan tot Hem, die ziehzelven gegbven heeft om onze verlossing te bewer ken* Hem in gelük© mate liefhebben, als Hii het ons gedaan heeft, kunnen wü niet, doch laat ons Hem liefhebben- op dezelfde edelmoedige wüzo. Met ons gansche hart en met geheel onze ziel- Laat het ons wezen, alsof wij niet zagen, niets wisten, niets liefhadden dan Jezus en Dien gekruisigd. En als schapen züner kudde zün stem hooren en tTouw en teeder volgen den weg, dien Hü gaat. MAX. BELGIE'S' aanspraken. Telkens opnieuw treffen we in Belgische bladen de bewering aan, dat het verdrag van 1839 nietmeer bestaat, daar het door de rechtsscbending van Pruisen, een der garan ten, in 1914 uiteraard vervallen is. Eenzelfde bewering heeft men ook meer dan eens uit den mond van den Belgischen Minister van Buitenlandse!)© Zaken, den heer Hijmans, kunnen vernemen. Hoe komt men toch aan een dergelijke rechtsopvatting, vraagt „D° IH&b. Koerier." „Onder de Staten, die onafhanke lijkheid, de onzijdigheid en de grensrege ling van België indertüd waarborgden, waren Pruisen, Nederland, Frankrijk en Engeland, Als nu één onderteiekenaar het vei'drag schendt, is-dan daarmee het geheële con tract vervallen? Stel, vüf Personen stellen zich borg by den aankoop van een terrein door een zesde. Op een kwaden dag weigert een der borgen zyn verpliehHngen na te ko men. Is nu daardoor bet obligo voor do anderen verdwenen? In geenen deelel Het contract blijft de overigen binden als voorbeen. Het is ■geenszins „een vodje papier" geworden. We onderstellen, dat onze re.geering zich by de onderhandelingen met België van meet af op dit standpunt plaatsen zal. Wenscht contractant ter eenre wijzi ging van de overeenkomst en blyken contractanten ter andere alle behalve dan degene, die door zün contractscben- uls ipso facto uit de rü detr borgen trad daartoe bereid, dan is er geen bezwaar tegen de herziening." Dfe bewering echter, dat het contract niet meee bestaat, en de begunstigde nu rechten kan d-oen gelden tegen een der borgen, die aan zijne verplichtingen trouw bleef, is zóó evident onrechtmatig, dat het zonderling is, hoe niet alleen persorganen, maar zelfs een officieele en juridi&ch-ontwikkelde persoon lijkheid in België zich op dat onhoudbare standpunt kon plaatsen. J5 C0i'iïkloiT^ <)-•«. ïvJjigL X> oatlej-da^ zijn' Ho Arbeidsvoorwaarden. A. Meisjes boven 18 jaar (voor dag en nacht). 1. Loon. Mini mum f 150. Periodieke verhooging elk jaar met f 10. 2. Waschgeld. Minimum f 40 per jaar. iVan- neef de werkneemster er genoegen mede neemt mag hiervan worden afgeweken en op andere wijze de wascli verzorgd. 3. Zondagsrust. De arbeid op Zondag worde beperkt tot het allernoodupste. Des Zater dags' worden alle voorbereidingen getroffen om den Zondag tot rustdag te maken. Het geven van diners- of feesten op. Zon dag worde liefst vermeden. SUanneer het geschiedt en de werkneemster moet haar vrijen Zondag opofferen, dan moet zij in diezelfde week daarvoor een vrijen dag .op een werkdag als- vergoeding ontvangen. 4. Uitgaan Zondag, Het uitgaan op Zon dag worde zoo geregeld, dat men of eiken Zondag de halve dag vrij is- of om de andere week den geheelen Zondag vrij. Halve da gen worden gerekend van uiterlijk half 10 tot half 2 of 2 uur, of van half 2 uur tot half 11 des avonds. Heele dagen w.or den gerekend van uiterlijk half 10 'smor gens tot half 11 des avonds. Als het mogelijk is worde iederen Zon dagavond vrij gegeven om pok het perso neel in do gelegenheid te stellen aan het huiselijk le\*en van haar familie te blijven deelnemen. Voor personeel, wier ouderlijk huis bui ten Haarlem is-, doch in de omgeving, worde het mogelijk gemaakt eens per maand van 's- Zaterdaeavonds tot Maandagmorgens „(eer ste reisgelegenheicy uit tè b'ljjven. Tram cf treinkosten worden vergoed. Aan personeel dat in Haarlem geen tehuis, heeft, worde gelegenheid gegeven op 'de vrije Zondagen of vrije dagen in hun betrek king te komen eten. Vrije avonden. Twee maal per week worde een vrije avond gegeven van half 8 tot half 11 en gelegenheid om het gods dienstonderwijs bij te wonen. Voor bijzon dere gelog-iHiheden worde in onderling over leg, extra vrijgegeven. Eens per maand een .rije middag op een werkdag, bij voorkeur Hiunenv,aüend inet een vi-yun avond fdus van ■J ot li air 3 tot. thair 11 of tinders, wnn D'. Werksters. Loon. Voor heele dagen van 9—7 uur mi« nimum f 1.50 met de kostj f 2 zonder de kost. Voor halve dagen van 9—2 uur, mini mum f 1. Vacantie. Bij uitstedigheid der familie wor de liet loon doorbetaald. Opzeggingstermijn. De termijn van opeeg- ging worde wederzijds- bepaald op, 14 -.lagen Algemeene bepaling. Iedere werkgever(ster) geeft aan degene, die den dienst verlaat, een eclirirtelijk ge tuigenis, waarin inlichtingen omtrent ar- beidsbekwaamheid, eerlijkheid en trouw. De vlicffenplaag. Mevrouw 11. Savry Post Zuider-Buitenspaarne> klaagt in het .Maandblad" van -de Vereenieing tort bestrij ding dor Tuberculose haar nood over de ver- sehrikkelüke vliegenplaag in haar buurt. Do inzendster wüt deze aan do concessie, dia voortdurend stilzwijgend verlengd wordt, aan eenige personen tot het drüven van een mest handel aan het Zuidor Buitenspaarno. mits de mest niet langer aan drie weken daar blijft opgeslagen. Om aan haar gerechtvaardigd» mierTen moer kracht bü te zetten, geeft mevrouw Savrü da volgende lezenswaardige beschrijving van de plaag. .Hierdoor hebben do omwonendenacn grootsten overlast van duizenden bü duizen den vliegen. Itequesten van do geplaagden en van eie Gezondheidscommissie helpen niet. Zoolang, aan de verordening van om de due weken verhandelen de hand wordt gehouden, zyn er volgens B. en W. geen termen aanwezig om de concessie in te trekken. Maar ik zeg G die verordening ia een wassen neus. Laat liet waar zijn. dat aan de naleving er van streng de hand' wordt gehouden, dan nog is de grond rondom die mesthoopen één groote, vruchtbare broedplaats voor vliegen. De heele omgeving daar is doortrokken van mest en mestwater. De practük wiist uit. dat ik ge uk heb. B. en W. het kan met anaers of Ge weet niet. hoe erg het is met de vliegen I Ik zal een. paar staaltjes opnoemen. Vooraf zii gezegd, dat wij in ieder raam een hor hebben, dat iedere openslaande deur 'a zomer» voorzien is van een doiu-. <no v*xxzclt weer dichtvaltNiöt- tegenstaande dat rizzelt het hier van de vlie gen. Wij hebben ze van Mei tot October; in Augustus vieren ze hoogtij. Ala je 'a avonds zit te lezen, vallen er op ja boek en je handen voortdurend zwart® drupje» van -de lieve beestjes van da zoldering. Allo ramen, spiegels, enz., ziin niettegen staande geregeld onderhoud ontoonbaar van het vliegenvuil. By 't jonge te kind. dat 'a middags op d« meest vliegvrüe kamer haar middagdutje» doet. kruipen er toch altijd nog zoo'n stuk of drie, vier monsters vlak om haar. mondje. Het oudste kind ontbüt om kwart voor acht. Al» je om acht uur bü da broodplank komt- denk je. da-t zs vol roggebroodkruimel» zH Maar neen. de roggebroodkruimels vliegen it om je oor en! Vliegen in alle mogelijke dranken vinden wil niets erg meer. Vooral, als zij er in zün ver dronken, dat scheelt al weer een oaar. Een tijdelijk hier inwonend familielid mepte eens een zomer iederen morgen vóór 't ontbüt 200 vliegen. Tijden» 't ontbüt gaf 't merkbar®' verlichting» na tien minuten niot meer. Ziet ge. dat is vliegenplaag. En als dr. Ktienen. die zoo dikwüls langs komt. bü nat weer eens de poelen en plassen bekijkt rondom onze dierbare mesthoopen. die geen kwaad kunnen, omdat de mest om de drie weken wordt opgeruimd (en vernieuwd), dan vindt hy misschien meteen de malariamym van het Rozenpriëel. (Ik heb eens op een zomeravond- in een grimmige bui 268 muggen doodgedrukt; of er malaria-exemplaren bü waren, .weet ik Sohrüf nu alstublieft nooit meer m uw blad. dat een zindelijke huisvrouw geen vliegen hoeft te hebben. Want dan worden wy ver drietig. Deze regel geldt niet voor de gemeente aarlem." "'OMAN UIT HET POOLSCH, 43 \V ie is daar riep hij een tweed» maal, nog luider. Pubiius 1Publius riep nu door de nachtelijke stilte een stem, die zilverhelder in lijn ooren klonk, zilverhelder en zoo blijde juigend, dat Pu- blius over zijn geheele lichaam sidderde. !A1 zijn bloed ^troomde naar zijn hart, om zich warm flóor zijn aderen te storten. Zou zij het zijn Z(j hier JEen der beide ruiters deed het paard over een hoop lijken springen, de andere volgde. Ook Publius Var. haastte nu zijne schreden. Toen zij te samen kwamen liet do eerste ruiter zich van het paard glijden eu wierp zich in Publius' armen. Publius Publius snikte Muci» aan de borst van den geliefden man. En hij vergat dat hij een Romeinsch patriot en een strengo pretor, haar rechter geweest was. Hij dacht •het aan het harde pautserr dat hom omsloot en drukte haar aan do borst. De goden hadden haar gezonden op het moeielijkste uur z(jns levens als da dierbaarste en zoestste troost. Op een oogenblik, waarop hij ook een wilde, barbaarsche met vreugde zou begroet hebben, verscheen aan zijn zijde het geliefto wezen dat met hem lief en leed het leven lang zou hebben willen deelen, de maagd, eens door hem uit alle Romeinsch» vrouwen uitverkoren, doch echter ook de door hem ten doode gewijde. En trouw hing zij hem aan, want niet het toe val had deze ontmoeting bewerkt. Publius vroeg niet meer vanwaar zij geko men was; daartoe was het geluk, dat hem door stroomde. te groot. De stalen man, even onverbidde lijk voor zich zeiven als voor anderen, voelde nu de de zaligheid van ware liefde, de macht van den band van twee harten. Zij gevoelde zich over geukkig en achtte de hard heid en de koude van het ijzeren pantser niet. Haar snikken had spoedig opgehouden zij was in een soort van zalige bewusteloosheid geraakt,waaruit zij niet ont waken kon. De gemoetsbewegiug was te heftig ge weest. Eindelijk deed zij een poging tot spreken, doch gaf aan hare verwarde gedachten slechts in af gebroken zinnen uiting. Het heimwee verteerde mijnaar Rome I naar Rome 1In den nacht verschrikten mij de schimmen der Corneliers,overdag kwelde mij het wa- pengodruisch der barbarenEr waren er zooveel, o-zoo veel!..,. Mijn hart dreef mii voort naar u. ik wilde u daarmede in kennis stellen.... Maar Servius bewaakte voortdurend mijr\.e schreden, ik kon niet tot uw komen.... Toen zij optrokken volgde ik hun spoor I.... Deze 'slaaf begeleidde mij... hij behoort aan Servius, doch is een der ónzenRadbout heeft hem krijgsgevangen gemaa'lt-«-» Gij zult hem beloo- nen, niet waar Zij kon niet verder spreken; wederom snikte zij, heftiger en langer dan vroeger. Publius trachte haar te kalmeeren, maar zij bleef weenen. Toen hij merkte dat zijn woorden de tegenge stelde uitwerking hadden, hield hij op haar toe te sprelWb en streelde slechts liefdevol haar wangen. PubUus I stiet zij eindelijk weder uit. Van de ber gen af heb ik u en uw nederlaag gezien.... Neen, u heb ik niet gezien, ik heb het mij slechts verbeeld. Ik heb voor uw leven gesidderdik heb tot mijn God gebeden als vroeger op het Forum, toen ik Hem zelfs nog niet goed kende en gij u in groot gevaar be- vondt.... Ik heb na den elag naar u gezochtI.... k heb u dood gewaand, nu echter vind ik u levend wederPublius, mijn Publius 1 Weder liet zij den vrijen loop aan hare tranen. Heel wat rustiger ging zij daarna voort„Wij blijven thans bijeen, niet waar Publius?.... Gij zult mij niet meer aan den scherprechter overleverenNiet alsof ik den dood vreesde.... neen, doch schimp en schande verdraagt een afstammelinge der Comclicrs niet. Ik den dood van een Römeinsche vrouw in dienst des va- derlandsch sterven.... Gij keert zeker tot het hand werk van den krijg teruglaat mij het met n deelen. Gij weet dat ik in de geneeskunst bedreven ben en zieke slaven verpleegd heb. Ik wil u als geneesheer op uwe krijgstochten vergezellen ik zal stervenden troosten en'gewonden verplegen. Misschien zal Rome mij ver geven, dat ik mij afgewend heb van zijn goden ik kon niet anders, PubUus, en gij hebt mij reeds in den Marmertijnschen kerkér toegestaan, mijn God te die nen misschien ook zal op het slagveld, waar zoovelo pijlen door do lucht suizen, een pijl Mucia CorneUa vinden. Zoovelen mijner voorvaderen hebben op het veld van eer hun dood gevonden. Hun aandenken en hun roem ware bevlekt, als ik het veld der schande betreden zou.Zonder u en Rome zou het leven mij een kwelling zijn. Publius omving liefdevol haar hals, alsof hij dezen beschutten wilde voor het zwaard des gerechts en sprak Wij zuUen te zamen het vaderland dienen, Mucia. Ik koester geen haat meer tegen de beUjders van hét Oostersche bijgeloof, maar kan ook een God niet liefhebben, die een nieuwe voor ons vaderland gevaar lijke orde wil doen ontstaan. Ik heb hier het zwaard van een Christelijk legioeDsoldaat, dio zoo dapper en trouw aan zijn plicht was dat ik hem Uefgekregen heb als een broeder, ofschoon hij van barbaarsche herkomst was. Zijn zwaard zal ik als een heilig® herinnering h den tempel van Mars een plaats geven. Hij Ugt niet verre van hier. Ja, Rufius was een Christen. PubUus I sprak Mucia en drukte hem do hand. Dooden begraven i» een werk van naastenliefde. Ru fius was voor onzen God mijn broeder, en ge hebt hem als een broeder Uefgekregen. Laat ods zjjn lijtr niet overgeven aan de gieren en ravendoch vertrou wen Wij het aan den schoot der aarde toe. Ook do heidenschen Romeinen hadden voor de ma jesteit des doods zulk een eerbied, dat zelfs d» lyken van christen-martelaren, die in de Arena door leeuwet en tijgers verscheurd waren, volgens de wet aan d« verwanten en bekenden ter begravenis overgeleverd moesten worden. EubUus had dan ook geen enkel bezwaar tegen Mu- cïa'ï Verzoek en zeido zelfs Mucia, gij hebt my al» uit de ziel SMP"^9v AUo drio schreden naar d» plaat», waar Kufiu» den laatstea adem had uitgeblazen. l>l0 T? gens een grooten boomstronk m de nabijheid, gemak kelyk wedor te vinden. Met de zwaarden van gevallen legioensoldatea maak ten zij een graf en legden bet lichaam daarin.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 13