bïnnbnlajö) Kerk en School In en om Haarlem. rhc 5--a H Brandstoffeniiistributie. Steun aan Oedemobifiseerden te Heemstede. Lucht DOHQERDAGa 24 JüILl BSI3 £2st® JAARGANG I0G06 dFaBONNE^NTSPrITs "bedraagt VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f2,35; PER WEEK 18 CENTFRANCO PER POST PER KWARTAAL f2,70 BIJ VOORUITBETALING BUREAUX: NASSAULAAFJ 49, HAARLEM TELEFOON 1426 EN 2741 TELEFOON AFDEELINS „DRUKKERIJ No. 8743 ADVERTENTIEN 25 CENTS PER REGEL BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING EERSTE BLAD ;DJI nummer bestaat uit 2 bladen Uit den Gemeenteraad, wijken. E v. d. V. schrijft in de Maasbode: In het begin van db maand Juni werd de CONGRES OPVOEDING JEUGD BOVEN LEERPL. LEEFTIJD, De WexiioudeB*sk@usee. £"ÏÏ°S> Wethouders fair. Heerkens Thijssen, mr. Bpmans en mr. Brucii, die geacht kunnen worden een lei- dunde rol in de Ilaarlexiisckü gemeontopp* ii-tiek te blijven spelen. tl HMRLEMSCHE COURANT Het afhalen der brandstoffen van bet uak- luis van den handelaar kan vanaf heden uit fluitend geschieden iuuieu le. bij inlevering der aegelbons. tevens de daarop betrekking hebbende gele minimum- irantsoenkaart, en 2e. bü inlevering der toewijzingen, de be trekkelijke vervoervergunning. verkrijgbaar bij de Inlichtingendienst van het brandstoffen bureau aan den brand'stoffenhaudeiaar wordt vertoond. Tijdens hot vervoer der sub 1. bedoelde brandstoffen geldt de gele ininimumrantsoen- kaart als vervoervergunning. yervoer van onder de distributiebepalingen vallende brandstoffen zonder geldig vervoer- bewijs is behalve voor brands tof fentiande- laren .VERBODEN. Directeur Brandstoffen-Bureau, R. C. J. WILLINK. De Commissie tot steunvërleening aan gede- mobiliseerden maakt bekend, dat op Zaterdag 26 Juli a.s. des voormiddag® van 9 tot 10 uur zitting zal worden gehouden tot uitbetaling van steun aan gedemobiliseerden die daarvoor in aanmerking konten. Gelieve militair zakboekje mede te brengen. Onze nieuwe burgemeester laat zich thans gelden in den Raad. Proficiat, voorzitter! De :erste malen, dat hij presideerde, heeft hij de nimoerige sociëteit niet een vaderlijke wei-wil tendheid laten begaan. Maar nu hanteert hij den hamer, verzoekt stilte, geeft met allerlei hoofdbewegingen aan, dat de sprekers te lang dradig zijn, beperkt de debatten strikt tot het aanhangige onderwerp en jaagt er de agenda zoo snel mogelijk door. Met het oog op den nieuwen Raad een gelukkig teeken. Wij behoeven1 burgemeester Maarsohaik geen volharding in dit goede streven toe te wenschen, want hij ziet er niet naar uit van zijn standpunt al te Zoo zijn wij in een midag van een tamelijk lange agenda afgekomen. het voornaamste punt was het voorstel van B. en W. tot wijziging van de verordening op de heffing der Inkomstenbelasting. Onlangs hebben wij deze voorsteilen uitvoe rig gepubliceerd. Men kon er duidelijk uit zien, het streven van B, en W. om de lagere inko mens meer dan vroeger te ontlasten, wat alleen kon gaan ten koste van de hoogere, dus wat men noemt een democratisch voorstel. Ook en dat is niet de geringste verdienste van de voordracht wordt een zeer belangrijke aftrek voor kinderen toegestaan, zoodat in één woord naar een billijke verdeeling, naar een belasting naar draagkracht was gestreefd. Nu is het echter niet mogelijk een belasting- verordening zonder cijfers samen te stellen en alle getallen, geven een gemakkelijke gelegen heid om ze te veranderen. Van een 2 een 3, van een 3 een 4 maken is een kunstje, dat een kind van de lagere school al heel spoedig verstaat. Dat juist blijkt ons het buitengewoon gevaarlijke in alle pogingen, om in salaris- en belasting voorstellen vau bestuurscolleges met wijzigingen der cijfers aan te komen, dat men in een hand omdraai meent te kunnen verbeteren, wat vaak het resultaat is van maanden lange studie en overleg Zoo" b.v. thans weer deze belastingverorde ning. De samenstellers, het college van B. en W. en meer speciaal de wethouder voor de finan- •ciën, overzien beter dan wie ook de behoeften der gemeente; zijn met de gemeentehuishouding vertrouwd, -kennende eischen van 'n volgende be grooting, de draagkracht van de burgerij! enz. Bovendien zit in een belasting-verordening een groot stuk techniek en wetskennis. Daarom le ken ons ook hier weer de ingediende amende menten zeer gevaarlijk. Wij hadden het verstaan, wanneer er kritiek in den Raad was gekomen in dezen geest: gij voert geen progressie ingij houdt geen reke ning met gehuwden en ongehuwden; met kinder- looze en rijk met kinderen gezegende gezinnen. Dit zijn aigemeene beginselen van belastingpo- litiek, waarover de Raad verplicht is te spreken. Maar dusdanige beschouwingen konden hier niet te pas worden gebracht. De progressie is zeer scherp; C1' wordt een ruime aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud toegestaange huwden en vaders van groote gezinnen worden ter dege ontzien. Al wat dus aan critiek nog naar voren was te brengeni was een getwist over cijfers, wat meer of minder. En die critiek kwam natuurlijk van de zijde der S. D. a. P. En welk een critiek! In het voorstel van B. en W. deugde hoordet gij de heer Reinalda spreken zoo wat niets. Ook de S D. A. P. was voor de heffing van flinke belastingen, dat zou men toonen, wanneer men maar eens aan 't bewind was. (Zalige troost voor komende tijden!) Maar men zou het geld halen, daar, waar het zit. Een arbeider met een inkomen yan f. 1400 moet volgens de nieuwe verordening 22 betalen; dat mag niet. En hoe dachten de roode hoeren de voordracht nu te verbeteren Door de som, toegestaan als aftrek voor nood zakelijk levensonderhoud te verhoogen yan f 600 tot f 750 voor gehuwden en van f 500 tot f 600 voor ongehuwden. Is zulk een verbetering eigenlijk niet te sim pel om er over te praten Zeer terecht merkte dan ook de heer Klein op: als gij van noodzakelijk levensonderhoud spreekt, aan is f 600 even goed te weinig als 750. Dan zou ik er minstens f 1000 van maken. Dus doe ik aan lapmiddeltjes als deze' niet mee. En Wethouder mr. Heerkens Thijssen pakte het socialistische voorstel nog wat dieper aan. Wat het socialistische voorstel wil, zeide hij, is eigenlijk alleen een vraag over wat meer of minder, met een groot beginsel heeft het niets te maken. De fout in de critiek is, dat men geen rekening houdt met de Gemeentewet; maar die kunnen B. en W. niet op zij zetten. Die wet ver plicht den aftrek voor noodzakelijk levensonder houd voor allen gelijk te stellen en beperkt ver volgens het heffingspercentage tot een bepaald cijfer. Nu kan men, staande voor de vraag: wie moet van belastingbetalen worden vrijgesteld, deze na tuurlijk verschillend beantwoorden. De een zal beginnen beven een inkomen van f 600, een an der van f 7-00, weer een ander van f 800. Vóer de regeling van B. en W. pleitte zeer sterk, dat zij voor ieder kind een aftrek van f 100 wilden toestaan. Valt dus een kinderloos gezins hoofd met f 70-0 inkomen in de laagste beta lingsklasse, een huisvader van 8 kinderen met f 1400 inkomen, betaalt in het stelsel van B. en W. nog niets. En dat „vergaten" de be strijders maar eventjes onder het oog te zien! Wat nu het heffingspercentage betreft: het is gemakkelijk te zeggen-: haal het geld, waar het zit. Maar ook daarbij heeft men weer rekening te houden met de gemeentewet. Immers een be paald bedrag aan hoofdei ijken omslag moet er zijn, zeg 1 millioen. Nu zijn de zeèr hooge inkomens maar heel weinig in. getal. Kon men nu als gemeentelijke wetgever zeggen: ik hef daar van 25 of 30 procent, dan kon men ten minste aan het redeneeren gaan. Maar de uiterste grens, waartoe Haarlem komen mag is 9,2 pet. En B. en W. zijn reeds aan 8,5 gekomen. Met praatjes van „halen, waar het zit," komt men er dus niet; want dat verbiedt de Rijles- wetgever. Maar wat dan? Het geld moet er zijn; dus iedereen bijdragen naar draagkracht. En nu vinden wij; het een kinderachtige bestrijding van den lieer Reinalda om te zeggen: iemand met 1400 inko-men moet f 22 belasting betalen O en die f 140-0 zijn zooveel minder waard- dan vóór den oorlog- juist, maar dan is f 20 aan belastinggeld van thans, ook maar de helft van eenige jaren geleden. Zeer terecht wees de wethouder er op, dat de stijging van het belastbaar inkomen in Haar lem van 12 tot 25 millioen. voor een zeer groot deel te danken is aan het draagkrachliger wor den van den arbeidenden stand. Gunt men eener zijds den arbeider gaarne een hoog loon, men moet anderzijds niet tegenhouden, dat de gegoe de arbeider mede zijn bijdrage stort in de ai gemeene kosten. Ten slotte nog twee losse opmerkingen. De heer Reinalda maakte aan B. en W. het onbe grijpelijke verwijt, dat zij niet aan den Raad een overzicht hadden gegeven van de kosten der sociaal-democratische voorstellen. Dat is iets nieuws. Men gooit de voorstellen van het dage- lijksch bestuur ten onderste boven en eischt dan nog, dat dit de financieele gevolgen van zulke amendementen zal gaan becijferen. Terecht zei de Wethouder: maar gij vraagt toch wel wat veel, wanneer gij verlangt, dat ik bij uw voor stellen een memorie van toelichting ga schrij ven! Vervolgens legde do heer Reinalda er in het begin van zijn speech den nadruk op, dat B. en W. met een democratisch voorstel waren ge-, komen, waaraan de tijdgeest wel niet vreemd zou zijn. Mr. Heerkens Thijssen repliceerde daarop, dat natuurlijk de tijdsomstadigheden ep ieders opvattingen van invloed waren geweest en dat thans wellicht sommige dingen in een, sneller tempo geschiedden, die onder andere om standigheden wat trager zouden zijn gegaan. Maar spreker ontkende, dat de belastingvoor stellen door iets anders dan door het gemeen tebelang zouden zijn ingegeven. Hierbij had de heer Reinalda het moeten la ten. En het was zeker weinig kiescli, dat hij in repliek begon ie spreken van: den schijn van democratie welke de Wethouder tegenover de. kiezers zou hebben aangenomen! Mr. Heerkens Thijssen protesteerde met kracht, tegen deze verdachtmaking, welke op een 'be schuldiging van oneerlijkheid leek. Dat is mij in- heel mijn publieke loopbaan nog niet overko men, zei mi-. Heerkens Thijssen: ik ben altijd royaal voor mijn meening uitgekomen. De heer Reinalda voelde, dat hij verkeerd had gedaan; zelfs bij zijn eigen vrienden zagen wij teekenen van afkeuring. Hij trachtte te re- tireeren en zei, het anders bedoeld te hebben; de houding was niet fraai- Over de amendementen zullen we verder maar zwijgen; ze werden alle verworpen of ingetrok ken, hoofdzakelijk op de waarschuwing van den Wethouder, om in de verordening geen uitzon deringen vast te leggenwant daardoor maakt men allerlei ongelijkhedeneen belastingverorde- ning moet zoo soepel mogelijk blijven. De voorstellen van B. en W. zijn ten slotte zoo goed als ongewijzigd aangenomen en hier mee heeft dit scheidende college nog een vér strekkende goede daad verricht. 1) Een gehuwde zondier kinderen betaalt volgens 'het nieuwe stelsel f 43.20 bij een inko men van f 1500; een vader van 8 kinderen met hetzelfde inkomen betaalt f 4. s) Gerekend bij een gezin met drie kinderen. DE BELASTING OP VERMOGENS- AANWAS. rustige belastingbetaler opgeschrikt door 't plan van den Minister van Financiën cm eene belasting van 20 tot 30 pet. te heffen op den vermogensaanwas tussohen de data 1 Mei 1916 en 1 Mei 1919. Het was slechts een gerucht. Maar als het ongegrond was, dan zou het reeds officieus of officieel zijn tegengesproken. Een weinig later werd vernomen, dat zulk eene heffing om de drie jaren herhaald zou worden, een en ander lot dekking van de crisisschuld. Nog later verluidde het, dat de Minister zijn ontwerp zou omwerken op grond van adviezen van den Raad- van State. Het ontwerp is er dus. Pas heek de veel bestreden oorlogswinstbe- lasting uitgewerkt of een nieuw fiscaal martel tuig staat gereed om gebruikt te worden tegen eene bepaalde klasse van Staatsburgers. Door deze belasting zal getroffen worden de harde werker, tevens spaarzaam en sober in levenswijze. De man die werkte, slaagde, voor uitging en spaarde. Hij, die vóór 1 Mei 1916 een millioen- 'bezat en door zijn hoog opgevoer- den levensstaat niet in vermogen was vooruit gegaan op 1 Mei 1916 zal niets hebben te be talen; terwijl degene, die door eigen nijverheid en ondernemingsgeest, gepaard niet een zuinige levenswijze, zijn vermogen van f 100.0ÜO op 1 Mei 1916 zag toenemen tot het dubbele op 1 Mei 1919, globaal wellicht dertig duizend gul den zal hebben af te dragen aan den fiscus. Een industrieel, die in de oorlogsjaren in plaats van bij de pakken te gaan neerzitten met moed de toekomst insclïouwde en zijn bedrijf gaande hield ondanks N.O.T.-beslommering en N.U.M.-belemmering, heeft oorlogswinst kunnen maken. Zeer zeker ten eigen 'bate maar ook ten bate van de schatkist en het algemeen belang, immers 't was een eminent maatschappelijk belang, dat hij zijne arbeiders zoo lang moge lijk aan het werk hield en zoo de maatschappij bewaarde van de zoo gevaarlijke leegloopere, ge vaarlijk vooral in de achter ons liggende tijden. Hij betaalde reeds 30 pet. van zijn meerwinst aan den Staat. Dank zijne solide en sobere le venswijze kon hij 2/3 van die winst overleggen. Krachtens de nieuwe wet en hare terugwerkende kracht zal hij andermaal 30 pet. van de rest aan Vader Staat kunnen afdragen. Juist de bepaling dat de wet zal aanvangen te werken met 1 Mei 1916 maakt haar tot een uitzenderingsvvwet van de ergste soort. Eerst zal zij de spaarders tref fen en onder hen dubbel zwaar degenen, die door oorlogswinst zijn vooruitgegaan. Bijna zou men meenen, dat oorlogswinst iets ongeoor loofds is, dat zij gestraft moet worden, ook al ontstond ze niet door ongeoorloofd smokke len en onder min oorbare practijken. Terwijl van alle zijden wordt aangedrongen op eenvoud en zuinigheid in levenswijze komt onze minister van Financiën eerlang voor het voetlicht met een belastingontwerp, dat eene tegenovergestelde uitwerking zal kunnen hebben. Nog eens: Hij, die b.v. door koersdaling in Russische papieren vóór 1 Mei 1916 reeds zwaar getroffen werd en sedert dien een gedeelte van zijn verlies wist in te halen zal toch wederom. 3ü pet. van zijn ingehaald verlies hebben af te staan. Maar hij, die hoewel aanzienlijk rijker, op 1 Mei 1919 niet meer bezat dan 3 jaar te voren, blijft buiten schot. Waarlijk, het ware fraai! Het zal voorkomen, dat men om de drie jaren onroerend of roerend goed moet liquideeren. ver kregen uit bespaard inkomen, doch dat niet meer de aankoopsom opbrengt. De belasting zal dan meer dan 30 pet. van den vermogensaan was beloopen. Door deze belasting zal het mogelijk zijn, dat hij die niet van een weelderig feven- houdt om de 3 jaren zooveel belasting aan heffing in eens zal hebben te betalen als het tienvoud en meer van de jaarlijkse/ie uitgaven voor zijn gezin bedraagt. Van menigen kant is bezwaar gemaakt zelfs tegen eene matige heffing in eens tot delging van de crisisschuld. Maar deze dreigt er eene te worden van de ergste soort, en verre van ma tig! Men hoort de stelling verkondigen, dat de schroef der RijksinkomstenbeL-sting niet ster-' ker mag worden aangedraaid. Doch deze -belas-, 'ting zal werken ais eene uitgestelde inkomsten belasting, die den een lot 25 pet. per jaar aan Rijksinkomstenbelasling doet betalen,doch een ander met meer inkomen vrijlaat. Geld moet er zijn voor de Staatshuishouding. Betaald moet er worden. Een groote plicht is 'het voor den Staatsburger naar vermogen en billijkheid belasting te betalen. Daar tegenover staat echter voor Vader Staat de dure plicht om belasting heffen naar billijkheid en draag kracht. Aan deze voorwaarden kan de ontworpen belasting niet voldoen. Zij zal in sommige geval len esn nog hooger percentage vorderen aan lca- pitaalsafgave dan het nieuwe „Reichs notopfer" in het verarmde Duitscliland. Moet er eene heffing in eens zijp, men moge hieromtrent met den Minister van meening ver schillen, maar is zij nood-ig, soitDoch clan eene die alle bezitters treft. Zij moge dan de groote vermogens zwaarder aanslaan dan die der kleine renteniers, toegegeven, maar waar allen belan gen hebben zullen allen moeten betalen Van haite is het ie hopen, dat, mocht inder daad een wetsontwrep in bedoelden uitzonde- ringsgeest worden ingediend, door de getroffe nen daartegen een goed geordende strijd zal worden aangebonden iu bet belang van de so ciale rechtvaardigheid. Ik heb eens de opmerking gelezen: „Een ezel, die slaag krijgt, weet ten minste dat het is, om dat hij niet trekt, maar de belastingbetaler wordt geduwd, gestomt, geringeloord, geslagen en geschopt zonder ooit aan de weet te komen, waarvoor dat nu eigenlijk dient." Als die opmex- King juist was jwdi G nnzfi voeg er aan toe wat m.i jmsterj ]iardst Minister van Financien is voornc" die defïiden onde'bouw der maatschappij Vor men" De werkzamen en de spaarders- Hij straft hier de zuinigheid en wil elders de weelde door een belasting treffen. De consequentie is hier zoek Jhr. Mr. de Marces van Swihdercn. De Nederlandsehe gezant te Londen. Jhr. Mr. de Marees van Swinderen. is, alvorens dezer dagen naar Parijs te vertrekken, om met Staatsraad Mr. Struyoken Nederland te ver- egenwoordigen bij de besprekingen in ver- baad met de herziening van het tractaat v-an 1839, te 's-Gravenhage aangekomen en bracht een bezoek aan den Minister van Buitenland- sche Zaken. Britecho erkentelijkheid. Naar wij verne men heei't het Britsche gezantschap te 's-Gravenhage den Minister van Buitenland- sche Zaken incdedeeling gedaan van ver schillende dankbetuigingen van Engelsclie corporaties voor hetgeen door Nederland bij de repatrieering van de Britsche krijgsge vangenen werd gedaan. In deze dankbetui gingen sloten die corporaties zich aan bij de officieele erkeatelijkheidsbetuiging, die <le Britsche regeering in April j.l. aan de Ne- deriandscho regeer .ng dco-r tus-schenkomst van Sir .Waiter. Towniey, deed toekomen en waaraan destijds hier te lande bekendheid werd gegeven. üe nieuwe burgemeester van Schiedam. Bij K. B. van 21 Juli 1919 is, met ingang van 1 Augustus 1919, benoemd tot burgemeester der gemeente Schiedam, A. J. Gijsen, met toe kenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der gemeente Boxtel. Omtrent den uieuwbenoemden burgemees ter der gemeente Schiedam kunnen wij mee deden, dat de lieer A. J. Gijsen, gedurende 12 jaren burgemeester van Boxtel geweest is. Daarvóór was hij achtereenvolgens 5 jaren burgemeester van Didam en 7 jaren burge meester van Batenburg. In zijn drie stand plaatsen genoot hij de aigemeene achting, terwijl zijn bestuur zich kenmerkte door eene energiek-vooruitstrevende richting. Do hee-r Gijsen is oud-officier vau liet Ned.-Indische leger. Hij heeft thans den leeftijd van 59 ja ren bereikt en behoort tot de R.-K. partij. Do onveiligheid in Zeeuwseh-Vlaanderen. Het Tweede Kamerlid de lieer. De Muralt heeft aan den Minister van Justitie de vol-, gende vragen gericht: Is het den Minister bekend, dat in den laatsten tijd; de onveilig heid in Zeeuwsch-Vla.anderen hand over Ranld! toeneemt en de veiligheid van have en goed en leven van de bewoners veel minder ver zekerd schijnt te zijn dan vroeger? Is liet juist, dat deze onveiligheid o.m. ook is te wijten aan vermindering van het personeel van de Rijkspolitie en marechaus see ter plaatse? Is de Minister bereid aan de wenschen van de bewoners tegemoet te komen, door uitbreiding van Rijkspolitie en marechaus- sée„ waardoor de veiligheid weer meer zal kunnen worden verzekerd? s i CRISIS AANGELEGENHEDEN. Het vau Boord Imlcin der Mails. Naar liet Ned. Correspondentie-bureau uit goede bron verneemt kan worden aangenomen dat tege lijk met de opheffing der censuur, in Enge land een eind© is gekomen aan het van boord halen der, mails in Ëngelsche havens. Gesaceliarineerdc suiker voor hotelhouder^ De Minister van L., N. en H., maakt bekend dat zijn besluit betreffende het verplicht ver bruik van ge-saccha.ribeerde suiker door, hotel houders e.d. wordt ingetrokken. Dezen kunnen zich dus in het vervolg weder op dezelfde wiize van gewone suiker voorzien als vóór het oogenblik waarop het verbruik van „Dnbbelzoet" verplicht gesteld werd. De riistvoorziening. .Van onderscheidene zijden bereikten den Minister van L., N. en H. berichten, dat het publiek bii winkeliers geen rijst kan bekomen, niettegenstaande de Vereeni- ging. van Rijstpellers geregeld riist aan gros siers en winkeliers aflevert. In een circulaire aan de burgemeesters heeft nu de Minister medegedeeld dat hii het op prijs zou stellen, indien zij in hunne gemeenten zouden willen doen nagaan, of winkeliers rijst hebben bekomen en deze geregeld afleveren tegen den gestelden maximumprijs. Mocht bij de burgemeester geen afdoende zekerheid bestaan, dat de verstrekte hoeveel heden riist tegen de gestelde maximumprijzen worden afgeleverd, zoo draagt de Minister hen op', onverwijld ingevolge het eerste lid van art. 9 der Distributiewet 1916, bii grossiers en winkeliers ten hunnen schriftelijke opgave te vorderen van de hoeveelheden riist, die zich onder hunne berusting hebben of bii anderen voor hunne rekening hebben opgeslagen, en ingevolge liet tweede lid van bedoeld artikel tot gelijktijdige inbezitneming van de aange troffen voorraden over te gaan. De op deze wiize in bezit genomen riist kan, na schatting overeenkomstig de wettelijke be palingen, door de burgemeesters tegen de ge stelde maximumprijzen ter beschikking van de bevolking worden gesteld. HET VLIEGTUIG ZONDER MOTOR. Naar de lieer. /Fokker meldt,, is het be richt, dat de heer Kessner zou vliegen xnet het do,or den heer. Fokker geconstrueerde aanhang.vliegtuig volkomen bezijden de waarheid. .1 1 Voor «iet beproeven van dergelijke ex perimenten is het in de eerste pwate i iQ het vliegen met allerhande typen vliegtui gen De keer Kessner nu zoo zegt de heer Fokker. is nooit vlieger geweest e:n er kan derhalve in geen geval sprake van zijn dat hem do uitvoering van een dusda nig experiment 'kan worden opgedragen. De heer. Fokker, beschikt over voldoende ge routineerde vliegeniers om niet gedwongen te zijn een proefneming als do hier bedoelde aan iemand als den heer, Kessner t.oo té vertrouwen. V' De tweede Congresdag, gewijd aan de in- tellectueele opvoeding, werd ook bijgewoond door de vertegenwoordigster der Koningin, Baronesse mr. van Verschuur, den Eerevoor zitter van bet Congres, Minister De Visser en den Haagschen wethouder van onderwijs, den heer Aibarda. oorzifter was thans de heer R. A. vau Sandiek C. J., oud-wethouder van ouderwijs te s-Gravenhage, die de besprekingen open de met een korte rede, waarin hij, erkennende dat voorheen wel wat te veel uitsluitend het oog was gericht op de intellectueeie opvoe ding, me.t nadruk vaarscliuwrdc tegen over drijving in deze. De verstandelijke vorming is een allervoornaamst deel der opvoeding. Spr. meende voorts, dat de heer Aibarda, toen deze in zijn openingsrede op Maandag avond wees oji bet tekort aan onderwijs bij een zoo groot deel van onze rijpere jeugd, in zooverre overdreef, dat hij over het hoofd zag wat gedaan wordt door patronaten, Zon dagsscholen. kinderbibliotheken enz.; en ook door de opleiding op het ambacht. Het is ver keerd, ten aanzien van de verstandelijke vor ming uitsluitend te letten op schoolonder wijs. Niettemin is het waar, dat er een groot tqkort bestaat. Daarna stond de voorzitter stil bij verspil lende gebreken, welke ons schoolstelsel aan kleven, en gaf vervolgens het. woord aan dr. J. H. Gunning Wzn., privaat-docent in de paedagogiek te Hilversum, die 't onderwerp had in te leiden: „Over de plaats van de iu- tellectueele opvoeding in de vorming van den jeugdigen mensch." Inleider onwikkelde de reeds gepubliceerde stellingen. Bij het debat blijkt prof. Zwaardemaker de vraag naar de plaats der intellectueeie vor ming en de opvoeding niet moeilijk oplosibaai te achten. Bedoelde vorming moet de voor naamste plaats blijven behouden, doch daar naast moet de vorming van lichaam en ge moed wat 'beter dan tot dusver tot haar recht komen. Wat de puberteit betreft, wijst spr. er op, dat in die periode een nieuw afscheidings- pxoduct zich in de bloedvaten vormt» een prikkelende stof, die niet alleen op hot lichaam, maar ook op het psychische invloed oefent. Men moet nu het kind loeren zich ge leidelijk aan te passen en het tegelijk de rem ming verschaffen die het in deze periode noo- dig heeft. En daartoe komt men niet aileer met verstandelijke vorming. De heer Fondu acht met inleider en det voorzitter het gevaar, dat de intellectueel/ vorming in het gedrang zou kunnen komen, niet denkbeeldig. T-oen hij gister den wensc? hoorde uiten, dat naast iederen schooltijd, besteed aan ontwikkeling van het verstand, een schooltijd zou staan voor lichamelijk/ vorming, stond hij beduusd. De lichamelijke opvoedixig mag wel de gelijke worden van df vele andere vakken, doch mag deze niet gaan overheerschen; wel moeten alle overtollig heden en schadelijkheden uit het onderwijs worden opgeruimd. En die zijn er vele. Een opmerking van den voorzitter in diens openingswoord over het Fransch geeft spr. aanleiding te waarschuwen tegen het streven om het Fransch als leervak te doen verdwij nen. Hij acht de studie van deze taal onmis baar voor de aansluiting van het lager aan het middelbaar onderwijs. Inleider ziet in de opmerkingen van pro fessor Zwaardemaker een nieuw bewijs voor de stelling, dat paedagogen de voorlichting van medici niet kunnen missen, Spr. betreurt het dat de heer Fondu de ikwestie weer terug bracht tot kwantitatieve verhoudingen op 't oog had. Als men daarnaar zijn streven richt dan zal blijken dat het mogelijk is alle ver schillende vomingpn in de opvoeding tot haar recht te doen komen. Met een dankwoord van den voorzitter wordt het debat gesloten. Tweede inleider was dr. A. de Vletter, leer- aar aan het Nederlandsoh Lyceum te 's-Gra venhage. Deze had de vraag te beantwoor den: „Welke verbeteringen kunnen wordexr aangebracht in de intellectueeie opvoeding in en door middel van het algemeen ontwik keld onderwijs in de scholen?" Hij ontwikkelde daartoe een viertal stel lingen Een enierheuud met do af tredende wethouders. i Naar aanleiding van de gisteren in una, blad gepubliceerde resolutie der Uwicta* Mr. HEERKENS THIJSSEN was van mee- ning, dat deze resolutie der S. D. A. lEii eerst in de Katholieke raadsclub behandeldj diende to worden, alvorens ze voor open-*, bare besjireking in .aanmerking komt. i' Mr. BOMANS was bereid thans reeds zijn persoonlijke meeningte zeggen. Hij verwees: ons op de eerste plaats naar. een artikel van zijix hjand over LW c th oud e i's b c no em i n gc m in de Maasbode van hedenochtend!, waarvan wij elders in dit blad een uittreksel geven» Meer, speciaal over, de Haarlemsche be zetting. is dp meening van mr. Bomans als

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 1