Km IlilL SNUIT Wat de pers zegt BINNENLAND Vergiffenis en Liefde. BIJBELCURSUS. FEUILLETON Zaterdag 39 Augustus Tweede Blad r EINDE, TWAALFDU zondag na pinksteren. De barmhartige Samaritaan. 'Janscu: Een prachtig Evangelie, Pastoer, dat van dien bormhar.igen Samaritan, even diepzinnig van leering- am bekoorlijk van eo- loriet. Een memento, wel waard om bij 't eindigen van den wereldoorlog aan de ze ventien bakkeleiende mogendheden te w'or- ien opgezonden, met een onderschrift als lit: Der Mensen-soil nicht liassen, demi kitrz (1st das Leben, Er soil,* wenn er gekraakt wird, von .(Herzen vergèbsB, ,Wie vie ie liaben auf Er den den Krleg (sicli erklart, üncl machen erst Fr:eden tief unter der .(Erd Pastoor: Doe dat, mijn zoon, en cte hemel Kegeue je poging met een gunstig bescheid. Maar aangezien we r.Lt op antwoord wach ten kunnen, gaan we ondertusschen gesta- iag. onzen gang 13e zaak is wel de moeite waard. We hebben hier een gesprek met Christus over een gewetensvraag-, waarom trent het voor ons 'allen van bet grootste Sewicht is, goed ingelicht 'te worden en hoe wel de vragen met geen goéde bedoeling godaan zijn, wordt de inlichting niettemin gegeven. Secretaris, hét woerd is aan U. Secretaris: Evangelie volgens den H. Lucas: X, 2337. In dien tijde zeide Jesus tot zijne leer lingen: Zalig zijn de dogen, die zien hetgeen gij ziet; want Ik zeg u dat vele profeten eh koningen gewenscht hebben te zien, het geen gij liocrt, en zij hebben het niet gezien; en te hoeren; hetgene gij lioort, en zij heb ben liet niet gehoord. En ziet, een wetge leerde stond op en zeid,e om Hem te beproe ven: Meester, wat moet ik doen om 't eeuwig leven te bézitten? En Hij zei de tot hem: Wat staat er in de Wet geschreven? Hoe leest gij daar? Hij antwoordde en zeide: Gij zult don Heer uwen God beminnen uit geheel uw hart, uit geheel uw ziel, uit a-1 uw krach ten en uit al uw verstand; en uwen naaste gelijk u zeiven. En Hij zeide liem: Gij hebt welgeantwoord, doe dit en jij zult leven. Maar om zich te rechtvaardigen zeide hij' tot Jesus: Wie i3 toch mijn naaste? Er. Jesus nam het woerd en zeide: Zeker mensch: ging van Jeruzalem naar Jericho en viel ui de handen van moordenaars, die na hem uitgeschud en wonden toegebracht te lieb ben, benen gingen en hem half dood lieten liggen. Het gebeurde nu, dat een priester langs 'dien weg kwam en hem1 gezien beb oerde, voorbij' ging. Ook kwam er een leviet' omtrent die plaats, hij zag hem en ging voor bij, Maar een Samaritaan, die een reis de-eljj, kwam omtrent hem, zeg hem en. werd door. medelijden bewogen. En hij ging tot hem. 'verbond zijn wonden, goot er olie en wijn in en hem op zijn jukbeest leggende, braclit nij hem in eene herberg en droeg zorg voor. hem. Des anderen daags nu nam hl] twee tienlrngen, die hij den waai;J gaf en zeide: Draag zorg voor hem en alles wat gij rneer rnoogt uitgegeven hebben, zal ik u bij mijn terugkomst wedergeven. ,Wie van deze d;rie dunkt u, dat de naaste-geweest is van hem, lie onder de moordenaars gevallen was? En lij zeide: Die hem barmhartigheid bewezen reeft. En Jesus zeide liem: Ga henen en doe ook zoo. i Peeters: 't Klinkt misschien wei wat naïef maar.had men toentijds al advocaten procureurs? 'k Dacht zoo, dat die een pró dukt onzer moderne beschaving waren. Pastoor: In het Joodsche land, waar lang niet ieder lezen kon en maar een enkele no< tabele den Bijbel rijk was, vond men zoo genaamde schrijvers of wetgeleerden, waar-, van de knapsten deel uitmaakten van het' Sanhedrin, een wetgevend lichaam, dat oven ie zuiverheid van het Geloof te waken had; Die leeraars der .Wet hadiden de functie de Schriften voor te lezen en ze aan de geJoo-. vigen te verklaren. Zulk' een wetgeleerde nu stond op; waaruit we opmaken, dat Jesus als toen in een particulier huis of in de synagoge het woord voerde, en ze id© om Hem te beproeven: Meester, wat moet ik doen om liet eeuwig leven te bezitten? Willems: Maar, Pastoor, indien Jesus zich' als de Messias uitgaf, wat lag dan meer voor de liand, dan dat men Hem ondervroeg omtrent iets wat men zijn zending zoo nauw 1) De mensch moet niet haten, want kort (is het leven. Moet, als Jiij' gekrenkt wr.r-'t. r- verband hield? E>a hoe moet ik het dan ver staan, dat die vraag gedaan werd om Hem te beproeven? Pastoer: Omdat het er blijkbaar om te doen was Jesus in een strikvraag te vangen, en de interpellant Hem met zichzelf of met de Wet in tegenspraak zocht te brengen: dó gebruikelijke iabtiek der Pharizieën tijdens desus' laats!e levensjaren. Maar Jesus door ziet bet listig spel, dat hier gespoeld wordt en legt op zijn beurt zijn kwelgeest het. vuur aan de schenen met alierhaadigst d,e rollen om te keeren: Wat staat er, o Wetgeleerde, in.de .>¥et? Hce leest ge daar? .Waarop den man om zijn houding ié redden, ui ts over bleef dan zelf een antwoord te bedenken, om zich uit zijn eigen valstrik los te werken. Broers: En hij met een souverein gebaar naar huis gezonden werd: Doe dit en gij" zult leven Jansen: Deden ze er dan niet naar? Ik dacht, dat juist die Pharizeën zoo vurige, dienstdoen'ers waren. Paste.r: Wat uiterlijk ceromo; i.el betreff,' niets vaster, alleen maar, hun liarc was verre. 'Secretaris: •Ge;l i.derde graven! Pastoer: Tegen wier op,a.,i.g van Góds- vcreeriug Jesus het volk waarschuwde met de beteekcnisvplle woorden: De Wetgeleer den eh Pnafizeën zijn gezeten op üèu steel van iviozes; indernoudi wat z!ij u leercn,'maar- doet niet wat zij doen! Ui.z: man U -r schijnt daarop geen uitzondering te maken, wel sprak hij als ten boek, doch zijn manier van doen was minder moei. Peeters: 'Maar' hij gaf hot nog niet op en poogde zich le recht vaart igen. Het gebod van God om den naaste Pastoor: donder mankeeren, maar de prieeG ters droegSJn de eigenlijke offers op en leid:-, den de godsdienstige plechtigheden, terwijl de Levieten daarbij hand- en spandienst ver leenden. Ü-ok het verzorgen van een gewonde vieII zeker onder, hun functie, alleen maar, deze man liet het nóg treuriger liggen dan zijn voorganger, hij bespeudö hem niet slechts, maar kwam ©n zag en ginlg, zijn deer niswaard igen toestand gewaarwordend, zoo koud als steen voorbij. Hoe heerlijk op dien droef-donkeren achter grond dc lichtend'e iigüur van onzen Samaï- taan, een man uit het volk, dat door die Joden boven alle andere natiën verfoeid! werd en waarmee alle omgang uit den bo-o- ze werd geacht. Zonder vieren en vijven ging hij recht op den kermenden Joo;cl af, en begon bij gebrek aan geneeskundige hulp dien zoo goed hij kon te behandelen. Uit de kleine provisie, die elk reizend; .Oos terling bij zich pleegt te dragen, nam hij •gezuiverden wijn om diéns wonden te wai- sehen en pijnstillende olie cm ze te ver zachten en te .doen sluiten. Nog op heden is deze ,,Satnai'i:aocnbalsem" in-onze apothe ken bekend. Zelf te voet gaande, hief hij hen! op zijii jukbeest en s.oeg den mo-ci- zahifea -wcj'in naar de herbeg, het ecnig enderdak, dat in. Judea -voor de- Samai:-ar.en openstond. In de herberg verzorgde hij hem, bracht hem te bed, voorzag'hem van voedsel en toen hij 's morgens vertokken moest-, heeft liij, alsof het zijn kind ware, geld ach tergelaten bij den waard. Jansen: Twee treülitigen, naar enze vo rige berekend ig een waarde vertegenwoor digend van plus nrinfts vijftien sbui-vers. In Pastoor. D- - jk lief tb hebben, was zonneklaar, maar, vroegde „Tweedepiepeni-s het duurder vandaag, hij, wat heb ik zoo ai" onder mijn naaste tel Pastoor: Volgens diezelfde berekening van verstaan? Op dit stuk don ineerd.en onder I vroeger het loon van twee dagen arbeid', de Joudsche leeraars ;d.e meest bizarre ideeën, jhetgeen naar de waardij die dingen van dien Hun schriftverklaring luidde aldus: „Waan tijd ver kon strekken. Evenwel, liet was God zegt: Gij zult uw naasten liefhebben, slechts als een a conto voor bedrag: waf zander. Hij alle Heidenen uit, want z'j zijn gij meer aan hem ten koste zult leggen, zal Onze naasten n:et, maar alleen ciijgonon z n ik wedergeven. Li alles was vriendelijk en hét, die van onze eigen, natie en gvedsdjen».,edelmoedig zooveel als men van een vriend Maar voor pleiziervraagt men. Ik gun een ieder zijin genoegen. Mijn pleizier zou het nooit zijn! Mijn maag reageerde in m'n jeugd reeds raar op de bewegingen van den schommel en 't vliegtuig naar ze zeggen, moet toch dltijd nog wel erger manoeuvres kunnen uithalen Maar plezier mag men zoeken. Ook in 'n zeilbootje, in 'n rijtuig en in 'n auto. Aan alle welke eveneens gevaren ver honden zijn." Hier geldt het dus, dat een ieder in z'n eigen gemoed ten volle verzekerd zij. Wie bezwaar voelt, dat hij zich voor z'n pleizier onnoodig in gevaar begeeft, ga niet vliegen, evenmin als hij in 't zelfde geval zeilen of schaatsenrijden mag. Maar hii cf zij, die géén bezwaar voelt, en de luehtkriewel krijgt, en naar hoven moet., die stijge, en niemand onzer heeft, dukt, me, het recht liem te veroordeeleu wie weet, of niet met 'n halve eeuw de lucht heir baan is bij uitnemendheid. (te vergeven, Hoevelen hebben op aarde den oorlog (verklaard, Eu maken eerst vrede, diep onder 'de i i. i j i.i (aard. zijn.Wegens moord op een Heiden wilden zij géén Israëliet ter dood brengen; wel was he: verkeerd een Heiden te d,ooden, mot wien zij niet ia oorlog waren, maar wederkoerig achtten zij zich niet verplicht een Heiden in doodsgevaar te helpen en diens leven te redden. Vooral ten aanzien van d.e Samarita nen rustte op elk Israëliet de dure plicht ?ze iüët Heft' e hebben, maar te haten. Van- 'Vdaar om. zich te rechtvaardigen de sluw overlegde vraag van den Wetgeleerde tot clen jongen leeraar: .Wie i.' dan mijn naasts? Maak Gij dit nu eens voer ons ui;?... Jansen: En'op die vraag sloeg, ais de-haan op de pan, het antwoord van „den barmhar- hartigen Samaritaan." Moeten we hier aan een verdichtsel denken of aan een, werke lijk gepasseerd feit? Pastoer: Hét heeft al den schijn van het' laatste. De rol, die aan den Samaritaan .wcrJ;t toegekend, is zoo aangrijpend schoon, d.a-t ging het hier om een verzonnen fabel de toehoorders in hun haat tegen dje mem selien de fictie nauwelijks had'd.en kunnen ge- looven. Overigens had „een man, die in d© handen van moordenaars gevallen was" toem tijds om den dood niets van een bakersprook je. De weg van Jeruzalem naar Jericho liep door een woestenij, met holen en spelonken' te kust en te keur, ©en uitermate geschikt terrein voor eon re is dad igen overval. .Nog wordt een deel van dien weg vandaag d© „Bloedberg" genaamd en dat juist niet om zijn gegarandeerde veiligheid. Of het nu Arabieren waren, dié van rooi leefden, of Eomeinsche soldaten, die aan 't muiten geslagen waren, blijkt ui; niets, doch hun optreden jegens den Joodschen reizi gers was onmensehelijk barbaarsch. Niet' slechts zijn geld, maar ook zijn kleederen namen zij hem af; brachten hem wonden toe, opdat hij niet in staat zou zijn hen te ver volgen en lieten hem halt' dood liggen. Peeters: Het gebeurde nu, dat een pries ter langs dien weg kwam. Ook toevallig!.... Pastoer: Jericho was een heerlijk gelegen en alleraangenaamst verblijf, een echte tuin stad, zouden wij zeggen. Geen wonder dus, dat veel priesters daar hun woonplaats had den en van Levieten vergezeld vandaar opgingen naar Jeruzalem, dat zeven uur gaans was, als het hun beurt was om in den tempel dienst te doen. Deze Joodsche pries ter heeft waarschijnlijk het gekerm gehloord en begrepen, dat de man moest omkomen, zoo hij hem hulpeloos liggen liét. Maar waf raakte hem datl De Wet, die hij op zijn duimpje kende, verplichte alléén tot hulp- verléening, wanneer, een os of ezel op den weg was neergestort. Dit hiér betrof maar een mensch, waar de .Wet van zweeg. Wat deerde hem dien lamenteerenden Jood, hij' ging voorbij. Broers: Die Leviet, wat was dat voor een landsman? Pastoer: Een lid van den stam van Levi, die uitsluitend, voor ;d.en tempeldienst te zor gen bad. Broers: Uit welken stam insgelijks dc priesters gekozen werden? had kunnen verwachten; het wordt li,ier ge daan door een vreemde, een buitenlander. Hiermee is de parabel lot een eind; maar evenzeer als b:j de eerste kwestie j-eeft Jesus antwoord op de vraag: Wie is mijn naaste? niet een handige tegenvraag: Wie dan van deze drie dunkt u de naasts ge weest te zijn desgenen, die onder de moorde naars gevallen was. Wat met ander© woer den zeggen wil: Wi; van de drie heeft zijn plicht als evenmenseh tegenover den hulpbe hoevenden breeder begrepen en volbracht? En wederom wordt de uit het veld .geslagen interpellant gedwongen zijn luu ineuze strik vraag zelf te beantwoorden, wat deze. nood gedwongen doet, zonder nochtans den ge- vloekten naam van Samaritaan te. willen uit spreken: Hij, die barmhartigheid aan hém gedaan heeft. Ga henen, sprak Jesus, en liet zou een lust geweest zijn den Pharizeër als een geslagen lvond te zi-en aftrekkeu, ga henen en dos gij -desgelijks! MAX. Mag een. Christen vliegen? Het „Friesehe Dag-blad" heeft een artikel- „Mag een Christen vliegen?" Nagewezen te hebben cjp het gevaar, dat het vliegen meebrengt en, do mogelijkheid van ongelukken, stelt de redactie de vraag: „Waar nu die mogelijkheid steeds blijft be staan, mag dan J e mensoh, de christen, zich opzettelijk in een weg begeven, waar dat ge vaar ook hém treffen kan?" En ze beantwoordt ze a.ls volgt; „Stellen we in de eerste plaats vast, dat elk vervoermiddel, welke bet ook zjj, zijn gevaren meebrengt gevaar ock voor het leven. Do statistiek beeft bewezen, dat van 't aantal personen, die van paard en wa gen gebruik maken, Proeentsgewijze er meer verongelukken dan van hen,'die met den trein gaan. In gevaar zijn vVe ten a"e tijde. Zullen we alleen van een absoluut ge vaarloos vervoermiddel gebruik maken, dan kunnen we ten allen tijd wel op de zelfde plaats vastgenageld blijven staan, want zulk een vervoermiddel is er niet. En 't vliegtuig wordt steeds meer ver beterd, 't Gevaren-proeent is reeds betrekkelijk laag. Men kan waarlijk het vliegen riiet meer gelijkstellen met het roekeloos be drijf van den man, die zich in een ton met den Niagafïi-veerval naar beneden stortte! Zoodra dus het vliegtuig ceu meetel lend vervoermiddel wordt voor post, goe deren en mensehen, en dan verreweg het snelst© vervoermiddel zal zijn, zien we geen enkele reden, waarom men er geen gebruik van zou mogen maken. De eerste die heengaal. Dezer dagen is, onder dagteckening van 19 (Augustus, bij de Tweede Kamer een wets ontwerp ingediend tot intrekking van de „Oorlogsmolestverzekeringswet" Deze wet zal dus, van de.veie noodwetten uit den crisistijd do eerste zijn, die verdwijnt. In de Memorie van Toelichting tot deze In- Jrekkingswet merkt de Minister van Land bouw cp, dat het mijnengevaar nog wei niet geheel is geweken, doch thans niet meer zoo groot- is dat daartegen geen dekking "togen redelijke premie zou kunuen worden gevon den op da particuliere markt. Verzoeken tot het sluiten van een verzekering hij den Staat komen dan ook nog slechts sporadisch in. Tegen dit. eerste intrekken van een nood wet, zal dan ook wel bij niemand bezwaar bestaan, schrijft het „Handelsblad": „Wij merken hierbij echter op, dat de He geering en dit verheugt ons vol strekt niet alle noodwetten c-ver één kam scheert ten aanzien van den term „buiten gewone omstandigheden", die in de mees te van die wetten als conditio sine qua non voor hun voortbestaan is opgenomen. „Met de buitengewone omstandigheden," zoo schrijft de Minister, „in dat wetsar tikel bedeeld" (namelijk in Art. G van de Oorlogsre olestverzcikeri c-gswet vojgtóru welke een voorstel tot intrekking moet worden gedaan zoodra de „tegenwoordi ge buitengewone omstandigheden" zouden hebben opgehouden te bestaan) „werden bedoeld de verschillende maatregelen ter zee door de oorlogvoerenden genomen ten opzichte van de scheepvaart." De Kegeeiing geeft dus aa.n hef. begrip „tegenwoordige buitengewone omstandig heden", dat in verscheidene noodwetten voorkomt, geen generale maar speciale uitlegging. Zij wil het geëindigd achten dier omstandigheden blijkbaar verschil lend heoorcleslen naar gelang van de toe standen die nog bestaan binnen de ver schillend© sferen, welk® de noodwetten beheersclien. Dit lijkt.-ons alleszins juist; men kan op het eene gebied reeds ta melijk normale verhoudingen hebben te ruggekregen en op andere gebieden nog lang niet. Zelfs is het zeer waarschijn lijk, diat men over niet te lang tijd, in 't algemeen, niet meer van „buitengewone omstandigheden" zal kunnen spreken, en dat er toch hier of daar nog een aardig hoekje zal zijn waar een nood,wetgeving moet worden gehandhaafd. Wij denken o.a. aan de Hiuurcom,missie- cu de Huur- opz e gg i n gs w etge v i n.g." Maar dat wordt dan ook door de differen- tieerende, niet-generaliseerende, opvatting mogelijk gemaakt, waarmee de Begeering 't begrip, „buitengewone omstandigheden" blijkt te interpreteeren. Dc woekerzucht van den tu3sch©uliandólaar. Wij lezen in „De Limb. Koerier": Algemeen wordt geklaagd over de ontzet tende duurte. Men benoemt commissies tot opsporing van de oorzaken enz. Eén der oorzaken en niet de minste, kan worden opgediept ui; ide ter inzage liggende kohieren van den hoofdelijken omslag van Maastricht. Daar ziet men: een fabrikant'van een voe dingsmiddel aangeslagen naar een inkomen van honderdduizend gulden; een kruidenier f 50.000, sigarenwinkeliers voor 1' 10.000.— f 12.000; handelaars in stoffen en mantels voor f 12.000 -f 15.000 en f 30.000, één zelfs voor f 5S.OOO, diverge kruideniers, hande laars in knoopjes en boordjes ui; één straat voor r IO.000—f 15.000; drogisten voor f 10.000 en f 15.000; slagers voor f 7000— enz. enz., een greep in de ruimte. Al deze inkomsten sprui en louter voort uit een on. gewettigd overvragen van het publiek. Een der middelen tot bestrijding van d£ ongehoorde en afkeurenswaardige prijsop drijving bestaat in een krachtige opbloeiende coöperatie, dfe niet zoozeer ten doel heeft de üitkeering van hooge percenten aan liaro leden, als wel de winstmarges tot het nor male terug te brengen; Zeker, er zijn oorzaken van duurte sen ui. lende in de algemeene wereldtekort'en op elk gebied, maar de bijkomstige oorzaken, m. de woekerzucht van den tusscheiihandelaar kan en moet worden bestreden, tot allen prijs en met alle kracht. Het vleesch-vraagstuk. De vraag, koe het vtaat met onze viecscli- voorraad en wat men er van verwacht, wordt besproken in het „Slagersvakblad". De mede werker S. L. v. d. Geest schrijft erover: Amsterdam met een volle markt gaf eenige flauwe prijzen, doordat er niet zooveel zware beesten aangevoerd waren en er minder bui- tenslagers ter markt waren. Te Rotterdam, P urm erena en Sneek daarentegen waren do prijzen niet lager. De varkensprü^en bleven o;, hetzelfde niveau. Schapen daarentegen waren hooger in prijs vooral in Rotterdam bedong nen zeer hoog© prijzen. -Het is een vréémd ve-rbchi.fcsel alhoewel Augustus retds daar is, de maand, waarin altijd de v'eeprijzen dalen, 1 blijven dit jaar de vt-cprijzen maar abnor maal hoog en wei bij zeer ruimen aanvoer op alle markten. En daar ieder verschijnsel een oorzaak moet hebben en de oorzaak in dezen niet een tekort aan vee is, er is ook geen uit voer van slachtvee plaats heeft naar het bui tenland en do slagers klagen over een niet te grooter. afzet, moet toch de oorzaak elders ge vonden worden. Wanneer men nu een blik op de veemarkten slaat, dan ik de oorzaak wgl te vinden, n.l. er worden geen zware koeien ge noeg ter markt aangevoerd. Enkele exem plaren van (00 a oO pond ziet men er, maa^ veel van GOO a 650 pond en d© meest aange voerde koeien belmoren alle tot de veel licht-re 'oftewel uitschot. Dit komt doordat de beesten in de eerste maanden van den weidetijd niet genoegzaam zijn gegroeid en de boer, verlek kerd door de hooge prijzen aan den eenen kant en aan den auderen kant bevreesd voor do heer- schende tongblaar, heeft geregeld zijn half slachtrijpe beesten afgezet. .Zag men jn normale jaren in deze maand de markten vol exem plaren van 800 a Ü00 pond en tal van koppels zware weide-ossen, dit alles zoekt men thans to vergeefs. En juist in dat meerdere grot-ion van gewicht, zit de oorzaak, dat de vraag naar vleesch niet genoeg voldaan kan worden, jaj zelfs een overcompleet moest geleverd hebben. Want een overcompleet, boven de vraag, zou het aanbod zoo ruim gemaakt hebben, dat, evenals vorige jaren, de prijzen gedaald zouden zijn. Wanneer men maar bedenkt, dat die duizen den en duizenden boesten, die in de wei loopen, bij een gunstigen grasgroei ieder minstens 100 a 150 pond aan vleesch en vet meer hadden kunnen groeien, dan geeft dat verscheidene ïuiillioeuen K.G. En deze verscheidene miliioe' nen K.G. missen wij nu ter markt oftewe] in aanbod. Het is een onomstootbaar bewijs, dat vraag en aanbod den prijs regelt van elk arti kei, dus ook van het vee.' Wij hopen, dat Sep- tember, October en November ons dalende prijzen zullen geven, daar de beesten in de maand Augustus door een uitstekenden gras- groei thans buitengewoon groeien wicht toenemen. De varkensprijzeu vér wachten wij niet, dat die aanmerkelijk zullen dalen (misschien wc] eenigszins) daar er nog lang niet genoeg kracht voeder in ons land is en ook niet genoeg aangevoerd kan worden in de eerste maanden, daar wii nog veel te weinig scheepraruimte heb. ben, om kraehtvoedër uit Amerika te kunnen betrekken. De vette kalveren blijven ook zeer hoog in prijs en zullen den eersten tiid wel niet be langrijk dalen, daar de zuiivel ('boter en kaas) nog met exorbitauten prijs betaald wordt. De boter J 1.50 en kaas, de beste soorten verre boven den gulden, gaat de boer zich neg liever meer en meer op da zuivelbereiding toeleggen, met^ hooge winstresultaten, dan zich te be moeien met liet te veel riskante kalvermesten, waarin hii altijd lang niet zeker is van gun stige finaneieele uitkomsten, te meer nu de nuchtere kalveren, het eerst product voor de kalvermesting, ook nog zoo hoog in prijs zijn. Ook de jonge biggen zijn nog niet ;aan een prijsdaling onderhevig. I'k zag deze week 12 acht-weeksche biggen, die gekocht waren voor..., J 900. Het waren mooie exemplaren met brec-de schoften en dikke achtervoetjes juist geschikt voor de vestmesting, maar 900! Wat moet die boer niet hebben voor deze exemplaren, als zij eenmaal vette varkens zijn, met het dure kracht voeder? Als nu de a.y. winter, .met de stalperiode. ons maar voldoenden aanvoer geeft voor voe der voor onzen rundvee- en, varkensstapel? Dat kan, als men oi^zo gcrequireerde schepen alle maar weer loslaat, dan kan er. wederom eeii geregelde vaart op Amerika geopend worden. en in ge- 2.) Waar zou vacWt- - vernamen ze niets mf zvn 'J ^e<^ert weken zijn Wellicht ia» X.an hem' /ou hlJ dood het doorweekte slagveld, J'™ &ewo"d °P vrouw en kind, en smachte zim u" n,ep ?liJ,on! naar een teug frisch water. 'jU ^ndende keel Plots wordt zij opgeschrikt d0or een h,„ic de deur. Verschrikt springt zij op en kle^Thaar lieveling in de armen. Behoedzaam opend zij de deur. Voor haar voeten plompt een lichaam neer, de kleeren ge havend en besriieurd, het bloed gutsende uit de gapende wonden. Water.vrouwtje.och een teug water. Dan knielt zij bij het schijnsel eener kaars neder om den zwaar gewonde het lijden te ver zachten. 't Is een Duitscher..Ontzet springt zij op Als bij tooverslag roept het zien van dat unifotm *lle herinneringen aan het droeve leed, dat zij de laatste maanden had doorstaan, voor den geest. Ook hij hief immers het moordende wa pen op tegen de mannen, die haar vaderland verdedigden, ook hij liep met een brandenden fakkel rond om steden en dorpen in puin te leggen ook hij verjoeg onschuldige vrouwen en weenen- de kinderen .Haar Fransche bloed kookte.de ellende ling hem water gevennooit. Dan schopte ze met den voet tegen de vleesch- massa en sloot de deur. Haar kind lag neergeknield voor het kindeke Jezus, dat in dezen nacht geboren was in een kouden spelonk. En werktuigelijk bad ze met den kleine „Geheiligd zij Uw naam, ons toekome Uw Rijk, Uw wil geschiedde op aarde als in den Hemel. Geef ons heden ons dagelijksch brood en vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven °nze schuldenaren" zoo Cr§af zb darc schuldenaren Had ze nog CVen niet een man weggestompt, die sme kte Vei\,te,ug fl'^h water as aat verg[ffen;s aan haar schuldenaren, die zij aan God in het Onze Vader beloofde te zullen schenken Moest zij juist in deze nacht, waarin de Ver losser der menschheid ter wereld kwam. een handeling doen, die zoo volkomen iu str ijdwas met de leer van den Goddehjken Zaligmaker Zeide Hij nietWat gij aan de minsten der Mijnen hebt gedaan, dat hebt ge aanMij ge daan Dan strompelde zij naar de deur, om dat het gebed van haar kind baar overtuigd had, dat haar plicht haar Katholiek-zijn haar gebood dien ongelukkigen evenaaste te helpen. Het lichaam lag er nog, maar het leven scheen geweken. Met alle inspanning trok ze den vleesch- klomp in haar woning, om alsnog te beproeven goed te maken wat ze d'en stervenden krijger had misdaan. E enige blokjes hout gooide ze op den haard, waarbij ze d?n Duitscher had neergelegd. Door hare teerdere zorgen gesterkt, opende de zwaar gewonde de oogen, waarin een blik lag van innige dankbaarheid en waar deering. Geleidelijk name1) zÜne krachten toe en hij zag kans zich op te richten. Dan greep hij het kind, dat hij als waanzinnig aan zijn hart drukte en overlaadde met kussen. Ook hij had kinderen.Ook zijne kinderen baden in dezen Kerstnacht voor vader, ook zijne vrouw wist niet waar en hoe haar echtgenoot zich bevond. Dan vertelde hij hoe hij door den oorlog werd weggerukt van de zijnen, hoe hij gedwongen werd een ander grondgebied te be treden, hoe hem gelast werd mensehen te dooden. Nog gisterennacht bracht liet noodlot hem te genover een argloozen Belgischen krijger, de eenige die vóór zijn dood vriendschap met den vijand sloot. Het was een man met edele karaktertrekken, een liefhebbend echtgenoot en een zorgzaam vader. Mijn kogel was de oorzaak van zijn dood. Toen ik bij hem nederknielde drukte hij mij de hand en gaf mij dit souvenir na er een laat sten kus op te hebben gedrukt. „Zeg mijne trouwe levensgezellin, aldus zeide hij, dat mijne laatste groet, mijn laatste gedach ten aan haar waren gewijd zeg aan mijn lieven jongen dat vadertje dood is, gevallen in een st ijd voor liet welzijn van zijn lieveling. Zeg mijne vrouw dat ik sterf met den vrede des harten, zeg hen dat vadertje straks zal toeven in het Rijk, waar geen wapengekletter meer zijn geluk zal verstoren De diepbedroefde moeder schreide warme tra nen. Haar man was dus dood.... nimmer zou zij hem wederzien, nooit meer zou zijn trouwe hand de lokken van haar lieveling streelen. En deze man, dien zij hier zoo zorg vuldig ver pleegde', was de moordenaar. Een ontzettend' tweestrijd kwam in haar op. Zou ze hem de dein wijzen, zou ze hem blootstellen aan de koud nachtlucht, zou ze zijn leven offeren aan has zucht om wraak Maar neen, door zulk een schanddaad zo, zij den laatsten wil van haar zoo roemrijk ge storven echtgenoot niet eerbiedigen. Deze mai was immers zijn vriend. Was hij dan ook nie' de hare Vergeef mij vrouwtje, het was mijn plicht. Vergeven Was het nu geen tijd om te ver geven Kwam op dit oogenblik de Christus nie: ter wereld, moest er thans geen vrede zijn i> aller harten En terwijl in alle kerken ter wereld een lees gezang schalt, terwijl millioenen en millioencn gebeden opstijgen tot Hem, die in dezen blijden nacht tot Zijne kinderen kwam, lagen in het kleine huisje te Dixmuiden twee mensehen voor Zijne kribbe neergeknield. „Geheiligd zij Uw naam, ons toekome Uw rijk, Uw wil geschiede op aarde als in den Hemel Geef ons heden ons dagelijksch broo d en ver geef ons onze schulden, gelijk wij vergevea onze schuldenaren...."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 5