Km IlilL SNUIT
Wat de pers zegt
BINNENLAND
Vergiffenis en Liefde.
BIJBELCURSUS.
FEUILLETON
Zaterdag 39 Augustus Tweede Blad
r
EINDE,
TWAALFDU zondag na pinksteren.
De barmhartige Samaritaan.
'Janscu: Een prachtig Evangelie, Pastoer,
dat van dien bormhar.igen Samaritan, even
diepzinnig van leering- am bekoorlijk van eo-
loriet. Een memento, wel waard om bij 't
eindigen van den wereldoorlog aan de ze
ventien bakkeleiende mogendheden te w'or-
ien opgezonden, met een onderschrift als
lit:
Der Mensen-soil nicht liassen, demi kitrz
(1st das Leben,
Er soil,* wenn er gekraakt wird, von
.(Herzen vergèbsB,
,Wie vie ie liaben auf Er den den Krleg
(sicli erklart,
üncl machen erst Fr:eden tief unter der
.(Erd
Pastoor: Doe dat, mijn zoon, en cte hemel
Kegeue je poging met een gunstig bescheid.
Maar aangezien we r.Lt op antwoord wach
ten kunnen, gaan we ondertusschen gesta-
iag. onzen gang 13e zaak is wel de moeite
waard. We hebben hier een gesprek met
Christus over een gewetensvraag-, waarom
trent het voor ons 'allen van bet grootste
Sewicht is, goed ingelicht 'te worden en hoe
wel de vragen met geen goéde bedoeling
godaan zijn, wordt de inlichting niettemin
gegeven. Secretaris, hét woerd is aan U.
Secretaris: Evangelie volgens den H.
Lucas: X, 2337.
In dien tijde zeide Jesus tot zijne leer
lingen: Zalig zijn de dogen, die zien hetgeen
gij ziet; want Ik zeg u dat vele profeten eh
koningen gewenscht hebben te zien, het
geen gij liocrt, en zij hebben het niet gezien;
en te hoeren; hetgene gij lioort, en zij heb
ben liet niet gehoord. En ziet, een wetge
leerde stond op en zeid,e om Hem te beproe
ven: Meester, wat moet ik doen om 't eeuwig
leven te bézitten? En Hij zei de tot hem: Wat
staat er in de Wet geschreven? Hoe leest
gij daar? Hij antwoordde en zeide: Gij zult
don Heer uwen God beminnen uit geheel
uw hart, uit geheel uw ziel, uit a-1 uw krach
ten en uit al uw verstand; en uwen naaste
gelijk u zeiven. En Hij zeide liem: Gij hebt
welgeantwoord, doe dit en jij zult leven.
Maar om zich te rechtvaardigen zeide hij'
tot Jesus: Wie i3 toch mijn naaste? Er.
Jesus nam het woerd en zeide: Zeker mensch:
ging van Jeruzalem naar Jericho en viel
ui de handen van moordenaars, die na hem
uitgeschud en wonden toegebracht te lieb
ben, benen gingen en hem half dood lieten
liggen. Het gebeurde nu, dat een priester
langs 'dien weg kwam en hem1 gezien beb
oerde, voorbij' ging. Ook kwam er een leviet'
omtrent die plaats, hij zag hem en ging voor
bij, Maar een Samaritaan, die een reis de-eljj,
kwam omtrent hem, zeg hem en. werd door.
medelijden bewogen. En hij ging tot hem.
'verbond zijn wonden, goot er olie en wijn
in en hem op zijn jukbeest leggende, braclit
nij hem in eene herberg en droeg zorg voor.
hem. Des anderen daags nu nam hl] twee
tienlrngen, die hij den waai;J gaf en zeide:
Draag zorg voor hem en alles wat gij rneer
rnoogt uitgegeven hebben, zal ik u bij mijn
terugkomst wedergeven. ,Wie van deze d;rie
dunkt u, dat de naaste-geweest is van hem,
lie onder de moordenaars gevallen was? En
lij zeide: Die hem barmhartigheid bewezen
reeft. En Jesus zeide liem: Ga henen en
doe ook zoo. i
Peeters: 't Klinkt misschien wei wat naïef
maar.had men toentijds al advocaten
procureurs? 'k Dacht zoo, dat die een pró
dukt onzer moderne beschaving waren.
Pastoor: In het Joodsche land, waar lang
niet ieder lezen kon en maar een enkele no<
tabele den Bijbel rijk was, vond men zoo
genaamde schrijvers of wetgeleerden, waar-,
van de knapsten deel uitmaakten van het'
Sanhedrin, een wetgevend lichaam, dat oven
ie zuiverheid van het Geloof te waken had;
Die leeraars der .Wet hadiden de functie de
Schriften voor te lezen en ze aan de geJoo-.
vigen te verklaren. Zulk' een wetgeleerde
nu stond op; waaruit we opmaken, dat Jesus
als toen in een particulier huis of in de
synagoge het woord voerde, en ze id© om
Hem te beproeven: Meester, wat moet ik
doen om liet eeuwig leven te bezitten?
Willems: Maar, Pastoor, indien Jesus zich'
als de Messias uitgaf, wat lag dan meer
voor de liand, dan dat men Hem ondervroeg
omtrent iets wat men zijn zending zoo nauw
1) De mensch moet niet haten, want kort
(is het leven.
Moet, als Jiij' gekrenkt wr.r-'t.
r-
verband hield? E>a hoe moet ik het dan ver
staan, dat die vraag gedaan werd om Hem
te beproeven?
Pastoer: Omdat het er blijkbaar om te doen
was Jesus in een strikvraag te vangen, en
de interpellant Hem met zichzelf of met de
Wet in tegenspraak zocht te brengen: dó
gebruikelijke iabtiek der Pharizieën tijdens
desus' laats!e levensjaren. Maar Jesus door
ziet bet listig spel, dat hier gespoeld wordt
en legt op zijn beurt zijn kwelgeest het. vuur
aan de schenen met alierhaadigst d,e rollen
om te keeren: Wat staat er, o Wetgeleerde,
in.de .>¥et? Hce leest ge daar? .Waarop den
man om zijn houding ié redden, ui ts over
bleef dan zelf een antwoord te bedenken, om
zich uit zijn eigen valstrik los te werken.
Broers: En hij met een souverein gebaar
naar huis gezonden werd: Doe dit en gij"
zult leven
Jansen: Deden ze er dan niet naar? Ik
dacht, dat juist die Pharizeën zoo vurige,
dienstdoen'ers waren.
Paste.r: Wat uiterlijk ceromo; i.el betreff,'
niets vaster, alleen maar, hun liarc was verre.
'Secretaris: •Ge;l i.derde graven!
Pastoer: Tegen wier op,a.,i.g van Góds-
vcreeriug Jesus het volk waarschuwde met
de beteekcnisvplle woorden: De Wetgeleer
den eh Pnafizeën zijn gezeten op üèu steel
van iviozes; indernoudi wat z!ij u leercn,'maar-
doet niet wat zij doen! Ui.z: man U -r schijnt
daarop geen uitzondering te maken, wel
sprak hij als ten boek, doch zijn manier van
doen was minder moei.
Peeters: 'Maar' hij gaf hot nog niet op en
poogde zich le recht vaart igen.
Het gebod van God om den naaste
Pastoor: donder mankeeren, maar de prieeG
ters droegSJn de eigenlijke offers op en leid:-,
den de godsdienstige plechtigheden, terwijl
de Levieten daarbij hand- en spandienst ver
leenden. Ü-ok het verzorgen van een gewonde
vieII zeker onder, hun functie, alleen maar,
deze man liet het nóg treuriger liggen dan
zijn voorganger, hij bespeudö hem niet
slechts, maar kwam ©n zag en ginlg, zijn deer
niswaard igen toestand gewaarwordend, zoo
koud als steen voorbij.
Hoe heerlijk op dien droef-donkeren achter
grond dc lichtend'e iigüur van onzen Samaï-
taan, een man uit het volk, dat door die
Joden boven alle andere natiën verfoeid!
werd en waarmee alle omgang uit den bo-o-
ze werd geacht. Zonder vieren en vijven
ging hij recht op den kermenden Joo;cl af,
en begon bij gebrek aan geneeskundige
hulp dien zoo goed hij kon te behandelen.
Uit de kleine provisie, die elk reizend; .Oos
terling bij zich pleegt te dragen, nam hij
•gezuiverden wijn om diéns wonden te wai-
sehen en pijnstillende olie cm ze te ver
zachten en te .doen sluiten. Nog op heden
is deze ,,Satnai'i:aocnbalsem" in-onze apothe
ken bekend. Zelf te voet gaande, hief hij
hen! op zijii jukbeest en s.oeg den mo-ci-
zahifea -wcj'in naar de herbeg, het ecnig
enderdak, dat in. Judea -voor de- Samai:-ar.en
openstond. In de herberg verzorgde hij hem,
bracht hem te bed, voorzag'hem van voedsel
en toen hij 's morgens vertokken moest-,
heeft liij, alsof het zijn kind ware, geld ach
tergelaten bij den waard.
Jansen: Twee treülitigen, naar enze vo
rige berekend ig een waarde vertegenwoor
digend van plus nrinfts vijftien sbui-vers. In
Pastoor. D- - jk
lief tb hebben, was zonneklaar, maar, vroegde „Tweedepiepeni-s het duurder vandaag,
hij, wat heb ik zoo ai" onder mijn naaste tel Pastoor: Volgens diezelfde berekening van
verstaan? Op dit stuk don ineerd.en onder I vroeger het loon van twee dagen arbeid',
de Joudsche leeraars ;d.e meest bizarre ideeën, jhetgeen naar de waardij die dingen van dien
Hun schriftverklaring luidde aldus: „Waan tijd ver kon strekken. Evenwel, liet was
God zegt: Gij zult uw naasten liefhebben, slechts als een a conto voor bedrag: waf
zander. Hij alle Heidenen uit, want z'j zijn gij meer aan hem ten koste zult leggen, zal
Onze naasten n:et, maar alleen ciijgonon z n ik wedergeven. Li alles was vriendelijk en
hét, die van onze eigen, natie en gvedsdjen».,edelmoedig zooveel als men van een vriend
Maar voor pleiziervraagt men.
Ik gun een ieder zijin genoegen.
Mijn pleizier zou het nooit zijn! Mijn
maag reageerde in m'n jeugd reeds raar
op de bewegingen van den schommel
en 't vliegtuig naar ze zeggen, moet toch
dltijd nog wel erger manoeuvres kunnen
uithalen
Maar plezier mag men zoeken.
Ook in 'n zeilbootje, in 'n rijtuig en in
'n auto.
Aan alle welke eveneens gevaren ver
honden zijn."
Hier geldt het dus, dat een ieder in z'n
eigen gemoed ten volle verzekerd zij. Wie
bezwaar voelt, dat hij zich voor z'n pleizier
onnoodig in gevaar begeeft, ga niet vliegen,
evenmin als hij in 't zelfde geval zeilen of
schaatsenrijden mag.
Maar hii cf zij, die géén bezwaar voelt, en
de luehtkriewel krijgt, en naar hoven moet.,
die stijge, en niemand onzer heeft, dukt,
me, het recht liem te veroordeeleu wie
weet, of niet met 'n halve eeuw de lucht heir
baan is bij uitnemendheid.
(te vergeven,
Hoevelen hebben op aarde den oorlog
(verklaard,
Eu maken eerst vrede, diep onder 'de
i i. i j i.i (aard.
zijn.Wegens moord op een Heiden wilden
zij géén Israëliet ter dood brengen; wel was
he: verkeerd een Heiden te d,ooden, mot wien
zij niet ia oorlog waren, maar wederkoerig
achtten zij zich niet verplicht een Heiden
in doodsgevaar te helpen en diens leven te
redden. Vooral ten aanzien van d.e Samarita
nen rustte op elk Israëliet de dure plicht
?ze iüët Heft' e hebben, maar te haten. Van-
'Vdaar om. zich te rechtvaardigen de sluw
overlegde vraag van den Wetgeleerde tot clen
jongen leeraar: .Wie i.' dan mijn naasts?
Maak Gij dit nu eens voer ons ui;?...
Jansen: En'op die vraag sloeg, ais de-haan
op de pan, het antwoord van „den barmhar-
hartigen Samaritaan." Moeten we hier aan
een verdichtsel denken of aan een, werke
lijk gepasseerd feit?
Pastoer: Hét heeft al den schijn van het'
laatste. De rol, die aan den Samaritaan .wcrJ;t
toegekend, is zoo aangrijpend schoon, d.a-t
ging het hier om een verzonnen fabel
de toehoorders in hun haat tegen dje mem
selien de fictie nauwelijks had'd.en kunnen ge-
looven. Overigens had „een man, die in d©
handen van moordenaars gevallen was" toem
tijds om den dood niets van een bakersprook
je. De weg van Jeruzalem naar Jericho liep
door een woestenij, met holen en spelonken'
te kust en te keur, ©en uitermate geschikt
terrein voor eon re is dad igen overval. .Nog
wordt een deel van dien weg vandaag d©
„Bloedberg" genaamd en dat juist niet om
zijn gegarandeerde veiligheid.
Of het nu Arabieren waren, dié van rooi
leefden, of Eomeinsche soldaten, die aan 't
muiten geslagen waren, blijkt ui; niets, doch
hun optreden jegens den Joodschen reizi
gers was onmensehelijk barbaarsch. Niet'
slechts zijn geld, maar ook zijn kleederen
namen zij hem af; brachten hem wonden toe,
opdat hij niet in staat zou zijn hen te ver
volgen en lieten hem halt' dood liggen.
Peeters: Het gebeurde nu, dat een pries
ter langs dien weg kwam. Ook toevallig!....
Pastoer: Jericho was een heerlijk gelegen
en alleraangenaamst verblijf, een echte tuin
stad, zouden wij zeggen. Geen wonder dus,
dat veel priesters daar hun woonplaats had
den en van Levieten vergezeld vandaar
opgingen naar Jeruzalem, dat zeven uur
gaans was, als het hun beurt was om in den
tempel dienst te doen. Deze Joodsche pries
ter heeft waarschijnlijk het gekerm gehloord
en begrepen, dat de man moest omkomen,
zoo hij hem hulpeloos liggen liét. Maar waf
raakte hem datl De Wet, die hij op zijn
duimpje kende, verplichte alléén tot hulp-
verléening, wanneer, een os of ezel op den
weg was neergestort. Dit hiér betrof maar
een mensch, waar de .Wet van zweeg. Wat
deerde hem dien lamenteerenden Jood, hij'
ging voorbij.
Broers: Die Leviet, wat was dat voor een
landsman?
Pastoer: Een lid van den stam van Levi,
die uitsluitend, voor ;d.en tempeldienst te zor
gen bad.
Broers: Uit welken stam insgelijks dc
priesters gekozen werden?
had kunnen verwachten; het wordt li,ier ge
daan door een vreemde, een buitenlander.
Hiermee is de parabel lot een eind; maar
evenzeer als b:j de eerste kwestie j-eeft
Jesus antwoord op de vraag: Wie is mijn
naaste? niet een handige tegenvraag: Wie
dan van deze drie dunkt u de naasts ge
weest te zijn desgenen, die onder de moorde
naars gevallen was. Wat met ander© woer
den zeggen wil: Wi; van de drie heeft zijn
plicht als evenmenseh tegenover den hulpbe
hoevenden breeder begrepen en volbracht?
En wederom wordt de uit het veld .geslagen
interpellant gedwongen zijn luu ineuze strik
vraag zelf te beantwoorden, wat deze. nood
gedwongen doet, zonder nochtans den ge-
vloekten naam van Samaritaan te. willen uit
spreken: Hij, die barmhartigheid aan hém
gedaan heeft.
Ga henen, sprak Jesus, en liet zou
een lust geweest zijn den Pharizeër als een
geslagen lvond te zi-en aftrekkeu, ga henen
en dos gij -desgelijks! MAX.
Mag een. Christen vliegen?
Het „Friesehe Dag-blad" heeft een artikel-
„Mag een Christen vliegen?"
Nagewezen te hebben cjp het gevaar, dat
het vliegen meebrengt en, do mogelijkheid
van ongelukken, stelt de redactie de vraag:
„Waar nu die mogelijkheid steeds blijft be
staan, mag dan J e mensoh, de christen, zich
opzettelijk in een weg begeven, waar dat ge
vaar ook hém treffen kan?"
En ze beantwoordt ze a.ls volgt;
„Stellen we in de eerste plaats vast, dat
elk vervoermiddel, welke bet ook zjj, zijn
gevaren meebrengt gevaar ock voor
het leven.
Do statistiek beeft bewezen, dat van 't
aantal personen, die van paard en wa
gen gebruik maken, Proeentsgewijze er
meer verongelukken dan van hen,'die met
den trein gaan.
In gevaar zijn vVe ten a"e tijde.
Zullen we alleen van een absoluut ge
vaarloos vervoermiddel gebruik maken,
dan kunnen we ten allen tijd wel op de
zelfde plaats vastgenageld blijven staan,
want zulk een vervoermiddel is er niet.
En 't vliegtuig wordt steeds meer ver
beterd,
't Gevaren-proeent is reeds betrekkelijk
laag.
Men kan waarlijk het vliegen riiet
meer gelijkstellen met het roekeloos be
drijf van den man, die zich in een ton
met den Niagafïi-veerval naar beneden
stortte!
Zoodra dus het vliegtuig ceu meetel
lend vervoermiddel wordt voor post, goe
deren en mensehen, en dan verreweg het
snelst© vervoermiddel zal zijn, zien we
geen enkele reden, waarom men er geen
gebruik van zou mogen maken.
De eerste die heengaal.
Dezer dagen is, onder dagteckening van 19
(Augustus, bij de Tweede Kamer een wets
ontwerp ingediend tot intrekking van de
„Oorlogsmolestverzekeringswet" Deze wet zal
dus, van de.veie noodwetten uit den crisistijd
do eerste zijn, die verdwijnt.
In de Memorie van Toelichting tot deze In-
Jrekkingswet merkt de Minister van Land
bouw cp, dat het mijnengevaar nog wei niet
geheel is geweken, doch thans niet meer zoo
groot- is dat daartegen geen dekking "togen
redelijke premie zou kunuen worden gevon
den op da particuliere markt. Verzoeken tot
het sluiten van een verzekering hij den Staat
komen dan ook nog slechts sporadisch in.
Tegen dit. eerste intrekken van een nood
wet, zal dan ook wel bij niemand bezwaar
bestaan, schrijft het „Handelsblad":
„Wij merken hierbij echter op, dat de
He geering en dit verheugt ons vol
strekt niet alle noodwetten c-ver één kam
scheert ten aanzien van den term „buiten
gewone omstandigheden", die in de mees
te van die wetten als conditio sine qua
non voor hun voortbestaan is opgenomen.
„Met de buitengewone omstandigheden,"
zoo schrijft de Minister, „in dat wetsar
tikel bedeeld" (namelijk in Art. G van de
Oorlogsre olestverzcikeri c-gswet vojgtóru
welke een voorstel tot intrekking moet
worden gedaan zoodra de „tegenwoordi
ge buitengewone omstandigheden" zouden
hebben opgehouden te bestaan) „werden
bedoeld de verschillende maatregelen ter
zee door de oorlogvoerenden genomen
ten opzichte van de scheepvaart."
De Kegeeiing geeft dus aa.n hef. begrip
„tegenwoordige buitengewone omstandig
heden", dat in verscheidene noodwetten
voorkomt, geen generale maar speciale
uitlegging. Zij wil het geëindigd achten
dier omstandigheden blijkbaar verschil
lend heoorcleslen naar gelang van de toe
standen die nog bestaan binnen de ver
schillend© sferen, welk® de noodwetten
beheersclien. Dit lijkt.-ons alleszins juist;
men kan op het eene gebied reeds ta
melijk normale verhoudingen hebben te
ruggekregen en op andere gebieden nog
lang niet. Zelfs is het zeer waarschijn
lijk, diat men over niet te lang tijd, in 't
algemeen, niet meer van „buitengewone
omstandigheden" zal kunnen spreken, en
dat er toch hier of daar nog een aardig
hoekje zal zijn waar een nood,wetgeving
moet worden gehandhaafd. Wij denken
o.a. aan de Hiuurcom,missie- cu de Huur-
opz e gg i n gs w etge v i n.g."
Maar dat wordt dan ook door de differen-
tieerende, niet-generaliseerende, opvatting
mogelijk gemaakt, waarmee de Begeering 't
begrip, „buitengewone omstandigheden"
blijkt te interpreteeren.
Dc woekerzucht van den tu3sch©uliandólaar.
Wij lezen in „De Limb. Koerier":
Algemeen wordt geklaagd over de ontzet
tende duurte. Men benoemt commissies tot
opsporing van de oorzaken enz.
Eén der oorzaken en niet de minste, kan
worden opgediept ui; ide ter inzage liggende
kohieren van den hoofdelijken omslag van
Maastricht.
Daar ziet men: een fabrikant'van een voe
dingsmiddel aangeslagen naar een inkomen
van honderdduizend gulden; een kruidenier
f 50.000, sigarenwinkeliers voor 1' 10.000.—
f 12.000; handelaars in stoffen en mantels
voor f 12.000 -f 15.000 en f 30.000, één zelfs
voor f 5S.OOO, diverge kruideniers, hande
laars in knoopjes en boordjes ui; één straat
voor r IO.000—f 15.000; drogisten voor
f 10.000 en f 15.000; slagers voor f 7000—
enz. enz., een greep in de ruimte. Al deze
inkomsten sprui en louter voort uit een on.
gewettigd overvragen van het publiek.
Een der middelen tot bestrijding van d£
ongehoorde en afkeurenswaardige prijsop
drijving bestaat in een krachtige opbloeiende
coöperatie, dfe niet zoozeer ten doel heeft
de üitkeering van hooge percenten aan liaro
leden, als wel de winstmarges tot het nor
male terug te brengen;
Zeker, er zijn oorzaken van duurte sen ui.
lende in de algemeene wereldtekort'en op elk
gebied, maar de bijkomstige oorzaken, m.
de woekerzucht van den tusscheiihandelaar
kan en moet worden bestreden, tot allen
prijs en met alle kracht.
Het vleesch-vraagstuk.
De vraag, koe het vtaat met onze viecscli-
voorraad en wat men er van verwacht, wordt
besproken in het „Slagersvakblad". De mede
werker S. L. v. d. Geest schrijft erover:
Amsterdam met een volle markt gaf eenige
flauwe prijzen, doordat er niet zooveel zware
beesten aangevoerd waren en er minder bui-
tenslagers ter markt waren. Te Rotterdam,
P urm erena en Sneek daarentegen waren do
prijzen niet lager. De varkensprü^en bleven o;,
hetzelfde niveau. Schapen daarentegen waren
hooger in prijs vooral in Rotterdam bedong
nen zeer hoog© prijzen. -Het is een vréémd
ve-rbchi.fcsel alhoewel Augustus retds daar
is, de maand, waarin altijd de v'eeprijzen dalen,
1 blijven dit jaar de vt-cprijzen maar abnor
maal hoog en wei bij zeer ruimen aanvoer op
alle markten. En daar ieder verschijnsel een
oorzaak moet hebben en de oorzaak in dezen
niet een tekort aan vee is, er is ook geen uit
voer van slachtvee plaats heeft naar het bui
tenland en do slagers klagen over een niet te
grooter. afzet, moet toch de oorzaak elders ge
vonden worden. Wanneer men nu een blik op
de veemarkten slaat, dan ik de oorzaak wgl te
vinden, n.l. er worden geen zware koeien ge
noeg ter markt aangevoerd. Enkele exem
plaren van (00 a oO pond ziet men er, maa^
veel van GOO a 650 pond en d© meest aange
voerde koeien belmoren alle tot de veel licht-re
'oftewel uitschot. Dit komt doordat de beesten
in de eerste maanden van den weidetijd niet
genoegzaam zijn gegroeid en de boer, verlek
kerd door de hooge prijzen aan den eenen kant
en aan den auderen kant bevreesd voor do heer-
schende tongblaar, heeft geregeld zijn half
slachtrijpe beesten afgezet. .Zag men jn normale
jaren in deze maand de markten vol exem
plaren van 800 a Ü00 pond en tal van koppels
zware weide-ossen, dit alles zoekt men thans
to vergeefs. En juist in dat meerdere grot-ion
van gewicht, zit de oorzaak, dat de vraag naar
vleesch niet genoeg voldaan kan worden, jaj
zelfs een overcompleet moest geleverd hebben.
Want een overcompleet, boven de vraag, zou
het aanbod zoo ruim gemaakt hebben, dat,
evenals vorige jaren, de prijzen gedaald zouden
zijn.
Wanneer men maar bedenkt, dat die duizen
den en duizenden boesten, die in de wei loopen,
bij een gunstigen grasgroei ieder minstens 100
a 150 pond aan vleesch en vet meer hadden
kunnen groeien, dan geeft dat verscheidene
ïuiillioeuen K.G. En deze verscheidene miliioe'
nen K.G. missen wij nu ter markt oftewe] in
aanbod. Het is een onomstootbaar bewijs, dat
vraag en aanbod den prijs regelt van elk arti
kei, dus ook van het vee.' Wij hopen, dat Sep-
tember, October en November ons dalende
prijzen zullen geven, daar de beesten in de
maand Augustus door een uitstekenden gras-
groei thans buitengewoon groeien
wicht toenemen.
De varkensprijzeu vér wachten wij niet, dat
die aanmerkelijk zullen dalen (misschien wc]
eenigszins) daar er nog lang niet genoeg
kracht voeder in ons land is en ook niet genoeg
aangevoerd kan worden in de eerste maanden,
daar wii nog veel te weinig scheepraruimte heb.
ben, om kraehtvoedër uit Amerika te kunnen
betrekken.
De vette kalveren blijven ook zeer hoog in
prijs en zullen den eersten tiid wel niet be
langrijk dalen, daar de zuiivel ('boter en kaas)
nog met exorbitauten prijs betaald wordt. De
boter J 1.50 en kaas, de beste soorten verre
boven den gulden, gaat de boer zich neg liever
meer en meer op da zuivelbereiding toeleggen,
met^ hooge winstresultaten, dan zich te be
moeien met liet te veel riskante kalvermesten,
waarin hii altijd lang niet zeker is van gun
stige finaneieele uitkomsten, te meer nu de
nuchtere kalveren, het eerst product voor de
kalvermesting, ook nog zoo hoog in prijs zijn.
Ook de jonge biggen zijn nog niet ;aan een
prijsdaling onderhevig. I'k zag deze week 12
acht-weeksche biggen, die gekocht waren
voor..., J 900. Het waren mooie exemplaren
met brec-de schoften en dikke achtervoetjes
juist geschikt voor de vestmesting, maar 900!
Wat moet die boer niet hebben voor deze
exemplaren, als zij eenmaal vette varkens zijn,
met het dure kracht voeder?
Als nu de a.y. winter, .met de stalperiode.
ons maar voldoenden aanvoer geeft voor voe
der voor onzen rundvee- en, varkensstapel? Dat
kan, als men oi^zo gcrequireerde schepen alle
maar weer loslaat, dan kan er. wederom eeii
geregelde vaart op Amerika geopend worden.
en in ge-
2.)
Waar zou vacWt- -
vernamen ze niets mf zvn 'J ^e<^ert weken
zijn Wellicht ia» X.an hem' /ou hlJ dood
het doorweekte slagveld, J'™ &ewo"d °P
vrouw en kind, en smachte zim u" n,ep ?liJ,on!
naar een teug frisch water. 'jU ^ndende keel
Plots wordt zij opgeschrikt d0or een h,„ic
de deur. Verschrikt springt zij op en kle^Thaar
lieveling in de armen.
Behoedzaam opend zij de deur. Voor haar
voeten plompt een lichaam neer, de kleeren ge
havend en besriieurd, het bloed gutsende uit
de gapende wonden.
Water.vrouwtje.och een teug
water.
Dan knielt zij bij het schijnsel eener kaars
neder om den zwaar gewonde het lijden te ver
zachten.
't Is een Duitscher..Ontzet springt zij op
Als bij tooverslag roept het zien van dat unifotm
*lle herinneringen aan het droeve leed, dat zij
de laatste maanden had doorstaan, voor den
geest. Ook hij hief immers het moordende wa
pen op tegen de mannen, die haar vaderland
verdedigden, ook hij liep met een brandenden
fakkel rond om steden en dorpen in puin te leggen
ook hij verjoeg onschuldige vrouwen en weenen-
de kinderen
.Haar Fransche bloed kookte.de ellende
ling hem water gevennooit.
Dan schopte ze met den voet tegen de vleesch-
massa en sloot de deur.
Haar kind lag neergeknield voor het kindeke
Jezus, dat in dezen nacht geboren was in een
kouden spelonk.
En werktuigelijk bad ze met den kleine
„Geheiligd zij Uw naam, ons toekome Uw
Rijk, Uw wil geschiedde op aarde als in den
Hemel. Geef ons heden ons dagelijksch brood
en vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven
°nze schuldenaren"
zoo Cr§af zb darc schuldenaren Had ze nog
CVen niet een man weggestompt, die sme kte
Vei\,te,ug fl'^h water
as aat verg[ffen;s aan haar schuldenaren,
die zij aan God in het Onze Vader beloofde te
zullen schenken
Moest zij juist in deze nacht, waarin de Ver
losser der menschheid ter wereld kwam. een
handeling doen, die zoo volkomen iu str ijdwas
met de leer van den Goddehjken Zaligmaker
Zeide Hij nietWat gij aan de minsten der
Mijnen hebt gedaan, dat hebt ge aanMij ge
daan Dan strompelde zij naar de deur, om
dat het gebed van haar kind baar overtuigd had,
dat haar plicht haar Katholiek-zijn haar gebood
dien ongelukkigen evenaaste te helpen.
Het lichaam lag er nog, maar het leven scheen
geweken. Met alle inspanning trok ze den vleesch-
klomp in haar woning, om alsnog te beproeven
goed te maken wat ze d'en stervenden
krijger had misdaan. E enige blokjes hout gooide
ze op den haard, waarbij ze d?n Duitscher had
neergelegd. Door hare teerdere zorgen gesterkt,
opende de zwaar gewonde de oogen, waarin een
blik lag van innige dankbaarheid en waar
deering. Geleidelijk name1) zÜne krachten toe en
hij zag kans zich op te richten. Dan greep hij
het kind, dat hij als waanzinnig aan zijn hart
drukte en overlaadde met kussen.
Ook hij had kinderen.Ook zijne kinderen
baden in dezen Kerstnacht voor vader, ook zijne
vrouw wist niet waar en hoe haar echtgenoot
zich bevond. Dan vertelde hij hoe hij door den
oorlog werd weggerukt van de zijnen, hoe hij
gedwongen werd een ander grondgebied te be
treden, hoe hem gelast werd mensehen te dooden.
Nog gisterennacht bracht liet noodlot hem te
genover een argloozen Belgischen krijger, de
eenige die vóór zijn dood vriendschap met den
vijand sloot.
Het was een man met edele karaktertrekken,
een liefhebbend echtgenoot en een zorgzaam
vader. Mijn kogel was de oorzaak van zijn dood.
Toen ik bij hem nederknielde drukte hij mij
de hand en gaf mij dit souvenir na er een laat
sten kus op te hebben gedrukt.
„Zeg mijne trouwe levensgezellin, aldus zeide
hij, dat mijne laatste groet, mijn laatste gedach
ten aan haar waren gewijd zeg aan mijn lieven
jongen dat vadertje dood is, gevallen in een
st ijd voor liet welzijn van zijn lieveling. Zeg
mijne vrouw dat ik sterf met den vrede des
harten, zeg hen dat vadertje straks zal toeven in
het Rijk, waar geen wapengekletter meer zijn
geluk zal verstoren
De diepbedroefde moeder schreide warme tra
nen.
Haar man was dus dood.... nimmer zou
zij hem wederzien, nooit meer zou zijn trouwe
hand de lokken van haar lieveling streelen.
En deze man, dien zij hier zoo zorg vuldig ver
pleegde', was de moordenaar. Een ontzettend'
tweestrijd kwam in haar op. Zou ze hem de dein
wijzen, zou ze hem blootstellen aan de koud
nachtlucht, zou ze zijn leven offeren aan has
zucht om wraak
Maar neen, door zulk een schanddaad zo,
zij den laatsten wil van haar zoo roemrijk ge
storven echtgenoot niet eerbiedigen. Deze mai
was immers zijn vriend. Was hij dan ook nie'
de hare
Vergeef mij vrouwtje, het was mijn plicht.
Vergeven Was het nu geen tijd om te ver
geven Kwam op dit oogenblik de Christus nie:
ter wereld, moest er thans geen vrede zijn i>
aller harten
En terwijl in alle kerken ter wereld een lees
gezang schalt, terwijl millioenen en millioencn
gebeden opstijgen tot Hem, die in dezen blijden
nacht tot Zijne kinderen kwam, lagen in het
kleine huisje te Dixmuiden twee mensehen voor
Zijne kribbe neergeknield.
„Geheiligd zij Uw naam, ons toekome Uw
rijk, Uw wil geschiede op aarde als in den Hemel
Geef ons heden ons dagelijksch broo d en ver
geef ons onze schulden, gelijk wij vergevea onze
schuldenaren...."