BUITENLAND HET WITTE HUIS. tn en om Haarlem Wat de pers zegt Hef Ouurtevraagstuk. De vredesonderhandelingen, FEUILLETON Donderdag II September Tweede Blad Op naar den eersten Nederl. Katholiekendag te Utrecht De Raad van Arbeid. geriïg'ïbo~ Stand werd als van zelve de wei' LTJTZ" Eduard geld voor zijne Stu- iiEuiE-iuifcniuir De voorbereidende werkzaamheden voor den Katholiekendag te Utrecht, op 23, 24 en 25 September zijn in vollen gang. Het be looft een heerlijk succes te worden, vooral omdat de leden van het eere-comitéHunne Doorluchtige Hoogwaardigheden dé Aarts bisschop en de Bisschoppen van Nederland, de Voorzitter van de Eerste Kamer der Sta- ten-Genaraal en Hunne Excellenties onze vier katholieke Ministers hebben toegezegd te zullen kernen, terwijl door de meest eminente sprekers zal behandeld worden „de taak der katholieken in den komenden tijd." Ook de kerkmuzikale uitvoeringen, onder leiding van het bestuur der St. Gregoriusver- eeniging en de liturgische plechtigheden on der leiding van het bestuur van de Federatie der liturgische vereenigingen, beloven te zul len zijn een heerlijke uiting van Koomsch leven. Op dan. Katholieken van Nederland, naar deze eerste nationale betooging van Boomsch openbaar leven in ons vaderland, Waar wij elkander zullen sterken voor de moeilijke dagen van den komenden tijd, en vaar wij elkander met nieuw enthousiasme /oor onze heilige zaak zullen begeesteren! Wie geen drie dagen kan komen, kome één lag en wie niet een vollen dag kan missen, kome althans op één vergadering. Ten einde aan allen een goede regeling te kunnen verzekeren, verzoeken wij dringend niet te wachten met het bestellen van toe gangskaarten, doch deze aan te vragen vóór 16 September. Het adres is: Secretariaat van den Eersten Nederlandschen Katholiekendag, Janskerk- bof, Utrecht. A. VAN WIJNBERGEN, Voorzitter. J. D, J. AENGENENT, Secretaris. (Ingezonden). I. (Wij willen aan het ons gedane verzoek tot plaatsing van onderstaand artikel voldoen, ofschoon wij het met verschillende onder deden van de beschouwing niet eens zijn. Het duurtevraagstuk komt echter met zoo veel kracht zich opdringen, dat wij rneenen goetd te doen aan alle zakelijke beschouwin gen gelegenheid te geven zich te uiten. biechts nit den eerlijken strjjd der meeningen "O de iioogaoodige Ol>loesiïigr kunnen voort komen. - Red) Toen de vrede of liever de wapenstilstand gesloten werd, dacht men algemeen dat bin nen heell korten tijd de prijzen belangrijk zouden dalen. Men nam bij den aankoop van allerlei een afwachtende houding aan, de handel klaagde «teen en been. Er verliepen maanden en langzamerhand begreep men dat die prijsdaling uitbleef, de natste maanden blijkt zelfs dat van enkele artikelen de markt oploopt. We hooren voor verschillende levensbehoeften hoogere prij zen vragen en voorzien in. den as. winter nóg hoogere prijzen. Het gevolg is, dat op vele plaatsen in ons land de consumenten de hoofden bij elkan der steken om middeden te heramen om die *«oge prijzen te drukken. Wij verbruikers hebben ons af te vragen: I. Hoe ontstaan die hooge prijzen? II. Wat zal de overheid doen tegen de voortdurende prijsstijging? III. Wat kunnen wij verbruikers er tegen «oen? BehiP>r een d®el de Prijsstijging van ver- set;' ende artikelen een internationaal ver- on^s^aan door allerlei omstanidig- .1 en> wo kunnen volstaan met te zeggen, vr,, ^et gevolg js van de verminderde waarde van het geld. Voor een ander deel is ze bet gevolg van e winst die allerlei schakels tusschen pro- cent en consument moeten maken om te «unnen bleven bestaan. Het is daórtegen dat uïpi ul^.geno™®n moet werden. Men zegge Wet: „dre schakels waren er vroeger ook", SLf 2U? IangZamTh!?d te veel van die gekomen en daarbij, ze hebben door de verhoogde levensstandaard te veel winst moedig om ieder voor zich te kunnen blij ven bestaan! Dat is het! Wat de Regeering in de toekomst zal doen tegen prijsopdrijving is moeilijk te zeggen, wat ze na den oorlog deed is heel gemakke lijk te zeggen. Er is een groot percentage Nederlanders dat aldus red.eneert: Als do tijd,en weer „nor maal" zijn, kan alle bemoeiing der Overheid met de voedselvoorziening achterwege blij ven en kunnen we alles weer in handen geven van den vrijen handel. Ik sta persoonlijk niet op dat standi-, in de eerste plaats omdat d;e ervaring heeft geleerd dat aan den vrijen handel, djat zijd fabrikanten, groothandelaars, tusschenhande-: laarsen kleinhandelaars, die taak niet kan worden toevertrouwd;, immers in de crisis^ tijd hebben zij voortdurend,! hjaast zonder, "uit zondering getracht (ipor het maken van alp normaal hooge winsten h)un slag te slaan. Alle gemeenschapszin, alle sociaalgevoel verdwenen, zoodra eigenbelang, d.i. winst, te voorschijn trad. Maar in de tweede plaats omdat die Ne derlanders zich geen voldpende rekenscbpp geven van het begrip „normaal," Wat is nor maal? Het begrip „normale toestand" heeft wij ziging ondergaan, het normaal van thans is anders dan het normaal van voor, den oorlog: ie. omdat de handelsverhioudingen zijn ver anderd, 2e. omdat d,e maatschappelijke verhoudin gen zijn veranderd, 3e. omdat de economische verhoudingen zijn veranderd tengevolge daar tan. De Regeering, bij het uitbreken van den. oor log genoodzaakt in den vrijen handel in te grij pen, kon niét met alle producenten, niet met alle groothandelaren onderhandelen, ze had noodig organisaties en stuurde zóó zelf den handel in de richting der Amerikaansche Trusts welke in 't algemeen geen ander doel hebben dan om onder beheer van invloedrijke trusttees de concurrentie te breidelen, zoo mogelijk op te heffen. Er hebben zich in ons land reeds ge vormd machtige bonden van fabrikanten, van groothandelaars en van tusschenhandelaars, waarmede in de toekomst rekening moet worden gehouden.. We hebben het gezien hoe de typografenbond met de Drukkerspatroonsvereeniging, met de Vereeniging van Papierfabriekanten, de zaak zóó goed in mekaar hebben gezet dat w: druk werk thans tweemaal zoo duur betalen als vroe ger. We zien de machtige vereenigingen van zui velproducten, we zien de machtige Boerenbon den, en zoo meer. Ik zie daarachter de onaf wijsbare noodzaak voor de Overheid in de toe komst om in te grijpen, om zich te mengen in het vaststellen der prijzen van levensbehoeften, want die kunnen we niet net als de boeken de helft te duur betalen. Het gerucht liep eenigen tijd geleden dat de „Wester'' had aangekocht voor 5 jaar de pro ductie van alle suikerfabrieken in Nederland (enkele kleine coöperatieve uitgezonderd1). Als dat zoo is, (en waarom niet), dan zou de „Wes ter" gedurende 5 jaren kunnen vaststellen hoe veel het Nederlandsche volk voor een pond sui ker zal hebben te betalen. Uit de mededeel ing- van den Minister dat ons volk dezen winter suiker voor 30 ct. zal kun nen koopea, leid ik af dat hier de Overheid reeds heeft ingegrepen. Toch voorspellen deze feiten ons dat we voor grooter dingen zullen komen te staan ze blazen „verzamelen" in de ooren der consumenten. F. d. I. (Slot volgt). Het vlot nog niet erg met de inschrijving van verzekeringsplichtigen in dé registers van den Raad van Arbeid. Wij wisten het al wel uit particuliere gesprek ken met ambtenaren van den Raad van Arbeid en ook zooals iedereen dat heeft kunnen mer ken uit de aanhoudende oproepen, aansporin gen, smeekbeden haast, van den voorzitter van den R. v. A. om zich toch vooral te laten in schrijven, maar toen wij een dezer dagen den heer v. Seggelen, chef der controleurs, er over spraken, werd het ons duidelijk dat velen hun eigen belang niet begrijpen. Het wekt den schijn alsof men met opzet aan de inschrijving tracht te ontkomen, die pensioen bij ouderbdj ouderdom en ziekte moet waarbor gen en dat nog wel ofschoon iedereen verplicht is zich te laten inschrijven. Daarover echter straks. De heer v. Seggelen vertelde ons van zijn er varingen als chef-controleur. Het is ongeloofelijk, zeide hij, zooveel moeite als het kost allen ingeschreven te krijgen. Wij veronderstellen dat in den geheelen kring rond de 40.000 formulieren moeten binnenko men. Daarvan zijn er nu ongeveer 20.000 bin nen. Dat is niet kwaad, maar u vergete daarbij nliet dat deze 20.000 afkomstig! zijn van de goedwillende verzekeringsplichtigen,van hen, die medewerken om zich te laten inschrijven. Moei lijker werk zal de tweede helft der formulieren opleveren, omdat daarin begrepen zijn degenen, die wij moeten zoeken, de onwilligen, de ach terblijvers. Om de inschrijving te bevorderen is in elke gemeente, waarover de Raad van Arbeid zich uitsreekt een ambtenaar aangesteld, plus twee controleurs, terwijl alleen in Haarlem werkzaam zijn zeven controleurs, waaronder begrepen1 één chef-controleur. Bovendien zijn overal kennisge vingen en aansporingen aangeplakt om zich in te laten schrijven. De reclame voor de zaak wordt zoo modem mogelijk aangepakt want gis termiddag vloog er zelfs een vliegmachine die circulaires uitstrooide om voor de Raden van Arbeid reclame te maken. Door de stadi, vooral in de buitenwijken, rijdt een reclamewagen. En trots dit alles, ondervind en weet ik dat er niet voldoende medewerking wordt betracht om de formulieren in te vullen. En dan het groote aantal verkeerd ingevulde biljetten! Bij het inzien van die groote vragenlijst kon den wij ons wel voorstellen dat in de beantwoor ding daarvan door dezenof genen fouten worden gemaakt, hoewel op verzoek gaarne geholpen wordt bij de invulling van de vragenlijst. Wij willen echter nog gaarne op verzoek de aan dacht vestigen op eenige fouten, die veel ge maakt worden. „Zijt gij invalide?" zoo luidt de eerste vraag en vele atwoordem daarop met een grapje, alsof zij zeggen willen „nou, ook 'n vraag; alsof je dat niet weet!" en toch kunnen de heeren van den R. v. A. het antwoord op die vraag niet we tenwaarvan echter de wetenschap noodzakelijk is om te weten of iemand in aanmerking komt voor de Invaliditeitswet. Verder beijveren de meesten zich ook d'e' vol gende vragen te beantwoorden: „Zoo gij in werkelijken dienst mocht zijn, zijt gij dan als vrijwilliger of als dienstplichtige on der de wapenen?" „Wanneer zijt gij in militairen dienst getre den „Wanneer .zult gij uit militairen dienst tre den?" Deze zijn noodig voor militairen, niet voor anderen. Menschen, die een 20. 30 'jaar uit dienst zijn behoeven die niet te beantwoorden, wat ook uit den aard der vragen blijkt. Dan de vraag: „Hoeveel toedraagt uw loon?" en de daarmede in verband staande vraag of men meer dan f 1200, tusschen 1200 en f 2000 of meer dan f 2000 per jaar verdient Wie precies vertelt hoeveel hij verdient, be antwoordt alleen de eerste vraag. Alleen zij, die niet precies weten hoeveel zij verdienen, weten allicht of zij minder dan f 1200, tusschen f 1200 en f 2000 of meer dan f 2000 verdie nen, en beantwoorden dan gemakshalve de twee de vraag. En zoo zijn er meer vragen. Men leze het for mulier aandachtig over en heeft men moeilijk heden, men yrage hulp. De heer van Seggelen klaagde nog over de weinige medewerking. Bet is mij overkomen ver leden week dat wij in een straat te Haarlem 26 adressen bezochten. Wij gaven de formulieren! af en verzochten die tegen een bepaalden datum gereed te maken en te houden om ze terug te halen. Ik geef u te raden op hoeveel adressen wij eucces hadden toen wij precies op den be paalden dag terugkwamen. U raadt het niet? Ik zal het zeggen: twee formulieren waren klaar. De anderen waren nog niet gereed of men jokte dat ze reeds ingezonden waren. En dan is het mooiste dat er personen zijn*, waarbij men drie en meermalen terug moet ko men en die dan durven zeggen, als zij weer zoo'n „meneer met 'n boord om" zien: „Wat zal me die wet weer een geld kosten maar zijn zij het niet juist, die door hun laksheid de duurte aan de uitvoering van zulk een wet brengen? De onnoodige kosten voor de tallooze vergeefsche reizen gemaakt, zijn niet te berekenen. Anderen zijn er die de controleurs voor be lastingambtenaren aanzien. Ook die veronder stelling is onjuist. Wij zorgen alleen dat zij, die het noodig hebben hun aandeel krijgen uit de opbrengst der belasting- en premiepenningen Overigens controleeren wij alleen of men in aan merking komt voor pensioen doordat men bene den een bepaald loon verdient. Met een aanslag in de belasting hebben we niets te maken. In Haarlem zijn de controleurs nu overal ge weest. Zij die in Haarlem wonen en nog geen formulier invulden, worden nu verzocht zoo'n ding aan den Raad van Arbeid aan te vragen en dat in te vullen. Men kan dat b.v. doen door een briefkaartje te zenden. Tot zoover wat de ^e®rtv' Seggelen ons zeide. Wij zijn geneigd te gelooven dat voor een1 deel de weinige medewerking. ondervonden bij de inschrijving voor den Raad van Arbeid, is te wijten aan de hier gevolgde methode. Van het begin af is door de ambtenaren van den R. v. A. daarin voorgegaan door den voorzitter, op het gemoed' van de verzekeringsplichtigen gewerkt en werden zij „beleefd" verzocht zich te laten inschrijven. Het blijkt wel dat een groot deel van het publ'iek, in dit geval de helft der belangheb- benden deze vriendelijke bejegening niet op prijs weet te stellen. Het wil liever en moet op z'n Pruisisch „gemaszregelt" worden. Als men hen zegt: „Kom hier-" dan zijn zij als hondjes zoo gedwee, maar vraagt men „Wilt u als 't u belieft komen?" dan lachen zij de verzoekers uit. En toch, en toch! de heer Michielsen, de voor zitter van den R. v. A., had rustig kunnen af wachten tot de heeren verzekeringsplichtigen zich zouden hebben aangemeld, ze b.v. netjes in de rij hebben laten staan met behulp van eenige politieagenten, ze door eenige ambtenaren voor een loketje laten afsnauwen met: „wat mot jij?" en wie weet of de onwilligen van nu, dan niet het eerst voor de deur hadden gestaan. Wij herhalen: do heer Michielsen had dat. bij wijze van spreken kunnen doen. want de verzeke- ringsplichigeni zijn verplicht zich aan te geven. Luistert slechts naar de betreffende wetsartike len: Art. 313 bepaalt, dat iedereen verplicht is om aan het Bestuur van de Rijksverzekeringsbank of aan den Raad! van Arbeid, binnen wiens ge bied hij werkt, verblijf houdt of woont, (of aan den Voorzitter, aan het Bestuur of aan de amb tenaren van zulk een Raad) alle verlangde in lichtingen omtrent zaken en feiten, de naleving van de Invaliditeitswet betreffende, te geven ten opzichte van hem zelf, ten opzichte van hem in wiens dienst hij werkt of gewerkt heeft, en ten opzichte van hem, die in zijn dienst werkt of gewerkt heeft. Desverlangd moeten de inlichtingen schrifte lijk worden gegeven binnen den gestelden ter mijn. Art. 389 dreigt met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste hon derd gulden, ingeval de verplichting door art. 313 opgelegd, niet zou worden nageleefd. Art. 395. Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste drie hon derd gulden wordt gestraft elke opzetelijk onvol ledige of onware opgave of inlichting, ten aan zien van zaken of feiten de naleving, de uit voering of de al of niet toepasselijkheid van deze wet of van een krachtens deze wet geno men besluit betreffende, mondeling of schriftelijk gedaan of verstrekt aan ambtenaren, beambten, commissiën of leden van oommissiën, belast met d'e uitvoering of met het toezicht op de naleving dezer wet. De heer Michielsen had dus b.v. kunnen vol staan met een kennisgeving in de bladen en rustig af te wachten met de wet in de hand, op de gebeurende dingen. Wie weet of de voorzitter nietevenveel en meer succes zou hebben gehad als nu. Hij heeft dat niet gedaan, maar liet zijn ambtenaren naar de belanghebbenden zelf gaan. Maar laten zij, die nu nog in gebreke bleven dat dan ook nu op prijs weten te stellen door een loyale medewerking! DE VER MOOENi&AiANW ASBELASTIN G. In ©en driestar in „De Standaard" ovor de vermogensaan/wasbelasting, lezen wii: „Doch de storm van bezwaren tegen dit ontwer® is bijzonder breed, en de minister zal moeten erkennen, dat vel® bedenkingen gegrond zijn. Het is natuurlijk wenedhelijk, dat de belastingdruk niet zwaar ziidoch al erkennen we allen die w-enec-helbklheid, we geven óók ailen toe. dat zware belastingdruk belaas onvermijdelijk is geworden. Alleen wordt van bot nieuwe ontwenp. en niet zon der grond gevreesd, dat de druk in vele ge vallen noodlottig worden zal. Dat men niet met de eieren tevreden is en de kip slachten gaat. En dat zeu ons nog verder achteruit helpen. Intusscben, bet ontwerp ie nog geen wet. Laat de oritieik er op maar van alle karaten loskomende minister is er do man niet naar. om voor gegronde aanmerkingen bet oor te sluitenhir zal ze ongetwijfeld in nauwgezette overweging nemen en. zoo mo gelijk, zijn ontwerp nog wel wijzigen. 13och éécn ding staat vast, dat iu de be hoefte van de schatkist moet worden voor zien en dat we er met klein© middeltjes niet komen. De nood is van dien aard, dat men zelfs orver ernstige bezwaTen zal moeten heenstappen." Het verdrag met Oostenrijk. Renner beeft te kwart over tien gisteren- ochtend lipt Vredesverdrag onderteekend,- Alle gedelegeerden teekenden, béhalvé dié van Roemenië en Joegoslavië, die niet aan wezig waren. Roemenië en ld© Entente. Volgens bet „Petit Journal" heeft de Roe- meensche delegatie gisteren aan den opper sten raad een nota overhandigd, waarin Roe menië de redenen aangeeft waarom het niet Min IBIIIH1 1 wrm rnawm a—t het verdrag met Oostenrijk kan teekenen. De weigering berust hojO-Mzakélijk op de aanwezigheid in het verdrag van d,e clausule der minderheden, verder van de bepaling, welke Roemenië het recht ontneemt zelf standig over zijn handelsverdragen te beslis sen en sommige van zijn spoorwegtarieven vast te stellen. Volgens de „Homme Libre" zette de op perste raad gisteren het onderzoek voort Vai de verdragen met d,e nieuwe staten, voor, zien in de vredesvoorwaarden, aan Oosten- rijk overhandigd-. Deze verdragen zullen de maatregelen vaststellen ter bescherming van de minderheden inzonderheid in .Roemenië en Joeg.o-Slavië, evenals die voor het han delsverkeer en de scheepvaart. Volgens een telegram uit Genève, heeft sir George Clark in opdracht, van de Roe- aneenache regeering een definitief antwoord te eischen. op vier vragen, n.l. het terugf trekken der Roemeensche troepen uit Hon garije staking der requisilies, uitlevering van den reeds gemaakten buit, onderwerping der Roemeniërs in Hongarije aan de poli tieke voorschriften van den oppersten raad!. Het verdrag met Bulgarije. Het verdrag met Bulgarije is gereed. Een afschrift zal hpden worden toegezonden aan de vertegenwoordigers d,er aangrenzende lan den. In d en Loop van d,e week zal het ver drag overhandigd worden. De koloniale conventies. De opperste raad heeft den tekst goedge keurd van de koloniale conventies betref fende dea hand,el in wapens en drank. .Waar schijnlijk worden de conventies heden gen teekend UIT DUl'JL'ocukiAr-jj. Tegen de stakingen in open bare bedrijven. De Januari- en Maart-opstanden, de ont wrichting van het economische leven in Juli, hebben de autoriteiten op middelen tegen de politieke stakingen aan de openbare bedrij ven doen zinnen. Maatregelen tot afweer werden beraamd en ais gevolg daarvan ont stond binnen het kader der thans ontbonden Garde-KavalerieriScliiitaen-Diviiion, een technische huipafdeeling, die tot tank had, waar in zulke bedrijven stakingen uitbraken on middellijk in te grijpen en het bedrijf op gang te houden. Nu de xnogeiijkhei-d zich voordoet, dat in den naiherfst door de uiterste limksche radi calen pogingen zuilen gedaan worden om in het geheele rijk op hetzelfde oogenlblik sta kingen te doen uitbreken in de electriciteits- werkeu, gas- en waterleidingsbedrijven enz., is één zoo'n technische afueeling niet vol- 'doende. Deze economische vrijwiiiigersuroe- pen hebben dienst gedaan iu Berlijn en voorsteden, in de provincie en zjjm de laatste maanden bijna voortdurend, onderweg ge weest, nu eens naar het oosten, aan weer naar de bedreigde steden in het westen. Op den duur kan deze eene afdeeling aan de haar gestelde eischen niet meer voldoen. Vandaar dat het plan gerezen is. dezen maat regel voor het geheele rijk in toepassing te brengen. De „Vossische Zeitung" verneemt dienaangaande de volgende bijzonderheden? Den organisatie is gevormd van technische hulptroepen, die over het geheele rijk verdeeld zullen worden en den naam dra gen van „Werkstatigen Aitbeitsschutz". De leiding dezer organisatie berust bij de cen trale in Berlijn. Het rijk is verdeeld in 19 districten. In elk district wordt een 'bijzon dere technische huipafdeeling gevormd, be staande uit vrijwillig zich aanmeldende tech nici, ingenieurs, vaklieden en ongeschoold personeel. Deze troepen zullen alleen aan op treden, indien belangrijke bedrijven ten ge volge van politieke stakingen met stopzet ting bedreigd worden. De voorbereidende maat regelen zijn zoo getroffen, dat ieder onmid dellijk weet wat hij te doen hee|i. Naar schatting zijn er ongeveer voor het geheele rijk 80.000 vrijwilligers noodig, waarvan al leen voor Berlijn 6000. Een aanzienlijk per centage daarvan heeft zich reeds opgegeven. Men verwacht dat binnen eenige weken deze organisatie zoo ver gevorderd zal zijn, dat politieke stakingen in gas-, electrieitcits en waterleidingsbedrijven al van te voren tot mislukking gedoemd zullen zijn. Monarchistische popaganda. Minister Haenisch heeft aan de stakende gymnasiasten, die verbolgen waren over het feit, dat de beöltemis van den ex-keizer en diens familie uit de scholen verwijderd zijn. een brief geschreven, dat hij hun overtui ging eerbiedigde, maar dat hij aan hun ver zoek, om de borstbeelden weer terug te bren gen, niet kon voldoen. Indien de scholieren hun oude idealen trouw willen blijven, schrijft de Minister, dan ben ik de laatste, die hun dit zal be letten. Doch deze trouw is ook mogelijk zon der uiterlijke kenteekenen. Men moet zich vaak in het onvermijdelijke schikken en zidh niet begiftmddcr' d*e zeer aantrekkelijk was en beid, werd ten*]6* een a* te krachtige gezonde die ontaard genoegtste zeer lijdende;ende zoon gevolgen zijne uitsn^tr01n' terwÜlhij zaS welke hadden, in geenen deems-n °P den ouden man leefwijze te laten varen Zsj!ne ,ruwe en kostbare graf van hem, aan wien hii wtddya aan ^et God het leven verschuldigd wa«et naast altijd de ondubbelzinnigste bewiizi!?aaF f™ gegeven en hem als met weldadeazijaer }iel bad. Ternauwernood bleef er genoeg ^laden moeder over om te kunnen Tevende kfü°e *om welke zijn vader naliet, moest met t overleg en omzichtigheid worden uitgezet !xAe g°ede vrouw op haar ouden dag geen u. bjden. Uit dezen ongelukkigen fi- twee kwade zaken^ had •tudiën te i„+ de beste te kiezen of zijne aten varen, of dooreen licht examen het recht te verkrijgen van zich als plattelands heelmeester te vestigen Hii koos het laatste, en, glansrijk door zijn examen gekomen, maakte hij het voornemen zich door zelfonderricht voor een hoogeren graad te bekwamen. Thans rees er een andere moeie- lijkheid voor hem opom zich op het land te vestigen was de aankoop van meubelen en vele andere zaken zeer noodzakelijk, en daar zijn moeder geen penning missen kon, en er zicli ook niet aan wilde wagen om met hem samen te wonen, geraakte hij in een verlegen heid waaruit ook zijn studeerende vrienden, die zijn geld medehielpen opmaken, hem evenmin konden helpen. Goede raad was duur. Na eenige onaangename dagen, in welk tijdsverloop hij door zijn sombere overpeinzingen wel eens tot bet uiterste gebracht werd, kwam hij eindelijk tot een besluit. Er zat niets anders op dan een paar reizen als scheepsdokter te maken en, zuinig levende van het in die betrekking verdiende geld, zich naderhand een en ander aan te schaf fen. Lang dacht hij over dien stap niet na en weldra volvoerde hij wat hij zich had voorgeno men. Hij nam een uitgezochte bibliotheek mede, die uit vele wetenschappelijke werken, op zijn vak betrekking hebbende, bestpnd, en waarvan hij sedert lang in 't bezit was. Nu had hij opeens den tijd om te studeeren, terwijl hij de gelegen heid miste om uit te spatten. Er kwamen echter oogenblikken voor, dat hij zich voor de studie ongeschikt gevoelde. waren meestal dezulke welke hem in een zeer onaangename stemming brachten, daar zij hem tot een overspanning voerden, die het woord wroeging en, nog half in een nevel verborgen, het angstwekkende woord wanhoop in haai' devies voerden. Er ging en soms eenige minuten voorbij dat hij spijt gevoelde met geloof en godsdienst gebroken heb ben, en een paar keeren had een geduchte storm welke schip en- equipage dreigde te verdedigen hem de almacht van een hooger wezen voor oogen gesteld, aan welks bestaan hij in zijn afdwalingen niet meer geloofde. Maar wat 'te doen Hij kon niet met den kapitein noch met de matrozen over zijn ongelukkigen zielstoestand spreken en was niet bij machte zich zeiven het geloof te schenken daartoe is Gods genade nood zakelijk. Het gebeurde dikwijls dat hij, toen men de linie was gepasseerd, des nachts zich, afgezon derd van de mannen aan het roer, op het dek vond. Urenlang kon hij in het heldere maan licht zitten peinzen, en voorzeker waren in die oogenblikken zijd beschouwingen niet van de aangenaamste soort. Om het terrien wat hij verloren had te her winnen, zich namelijk tot een geloovig Christen te hervornen, was het gebed noodzakelijk, maar wanneer de neiging hiertoe in zijn ziel oukwam, werd zij door de wroeging onderdrukt, en een geheime stem, hem tot wanhoop voerende, fluis terde in zijn ooren, dat hij te veel kwaad had bedreven om ooit'vergeving te vonden daarbij waren de vraagstukken, voor hem ontstaan door liet lezen van 'óngeloovige schrijvers, zoo ineens niet op te lossen. Mogelijk zou 't voor hem in die oogenblikken beter geweest zijn, hoe helder zijn verstand ook mocht wezen, zoo hij een minder gevoelig hart liadde bezeten want hoe krachtig zijn geest zich ook gevoelde, hij kon dat lastige hart, dat hem dagelijks met grievende verwijten overlaadde, maar niet beheerschen en leed daardoor veel. Hadde hij het geluk gehad, inplaats van wroeging een grondig berouw te gevoelen over zijn vroeger ergerlijk leven, dan zou hem dit zeker tot het gebed gevoerd en bij vertroostingen in zijne ziel ontwaard hebben, die baar sedert lang waxen vreemd gebleven. Het meest van alles pijnigde hem de gedachte dat hij de oorzaak van de vroegtijdige dood zijns vaders was en de aanleiding dat zijn brave moeder op haar ouden dag gebrek moest lijden. Het bleek echter niet meer te verhelpen, en de slotsom was, dat de wroeging met Verdubbelde woede oprees. Wroeging is een gevoel van spijt, veelal met de wanhopige gedachte vermengd, dat het voor een terugkeer te laat en er geen vergeving te hopen isberouw is insgelijks een gevoel van spijt, gevolgd door het vertroostende denkbeeld dat bij God genade is voor den bcetvaardigen zondaar. .De eerstgenoemde had onwrikbaar in zijn boe zem post gevatzijn hoogmoed stootte het op stijgend gebed van zijne lippen, en hij verviel ten laatste, uitgeput van geest na zooveel ho peloos lijden, in dien ongelukkigen toestand van onverschilligheid, waarin het wanhopig onge loof ons de woorden in den mond legt: „Dan maar genieten wat te genieten en lijden wat t« lijden is." De gewetensknagingen welke hem onophou- houdelijk folterden, hadden echter ook haar goe de zijde. Was hij eenmaal in de schromelijkste buitensporigheden vervallen, hij had overvloed van tijd om na te denken, en het gevoel van ei genwaarde, dat hem van jongs af bezielde, ge durende de dagen van losbandigheid door den niet beteugelden hartstocht onderdrukt, kwam in oogenblikken van afzondering boven en deed hem inzien dat, mocht al hetgeen er was ge beurd, niet meer te verhelpen zijn, de achting welke hij zich zeiven als mensch verschuldigd was, hem dwong zich boven het redeloos dier te verheffen en voortaan paal en perk te stellen aan iedere opkomende neiging der zinnen, wel ke hem in zijn vorige misstappen kon doen her vallen. Zoo werd hij geheel en al een natuur- liik menaeh. (.Wordt vervolgd!, j,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 5