ÏIOTE lAARL COOIAIT
HET WITTE HUIS.
BUITENLAND
Wat de pers zegt
Gemengd Nieuws
FEUILLETON
Donderdag 18 September Tweede Blad
De vredesonderhandelingen.
VROOLIJK ALLERLEI
ia)
■flW féiÊnm, mg veel meew t# doen over
blijft, dat „de polsslag van dezen tijd" niet
•leohts zoolang moest kloppen tot de vrees
Voor een herhaling van do Novemberda
gen tot een minimum was teruggebracht,
maar dat bet thans de vraag is. hoe wij,
juist als in 1848, op den bodem van wet
en reobt aan de wereld kunnen toonen,
dat een vrij volk geen revolutie behoeft,
om tot den uitbouw van zijn reeds op ge
zonde diemocratisohe fundamenten opge-1
bouwde staatsinstellingen te komen.
- -v.- >4i
i. 1
V in i n
DE TROONREDE.
'Aan de persstemmen oyer de Troonrede
Intleenen wij nog het volgende:
Het „Dagbl. v. N.-B." schrijft o. m.:
„Uit heel het stuk spreekt een kalme
beradenheid, waarin geen beloften wor
den gedaan, welke toch niet zouden kun
nen worden nagekomen. De regeering
gaat doelbewust voort op den ingeslagen
weg van practischen arbeid' te leveren, en
niet meer op zich te nemen dan zou kun
nen worden verwezenlijkt. En toch is, wat
zij bereiken wil van groote omvangrijk
heid. In het komende zittingsjaar stelt de
Regeering zich krachtens de Troonrede
voor, het nieuwe fundament te leggen
voor den nieuwen tijd, in voortzetting van
wat reeds mocht worden bereikt.
In dien zin is het een waardig staats
stuk, in overeenstemming met den geest
des tijds, hetwelk tot heel het Nedterland-
sehe volk spreekt, dat vertrouwen mag op
de arbeidzaamheid der regeering.
Moge het parlement daaraan beant
woorden."
De „N. Tilb. Crt." vindt, dat de geheele
troonrede de onvermoeide- werkkracht toont,
waarvan deze Regeering blijk geeft.
„Waar in de troonrede terecht gezegd
wordt, dat liet met het oog op den finan-
cieelen druk, dien de belastingen reeds op
ons volk leggen en nog zullen leggen,
noodzakelijk is, dat het doen van nieuiwe
uitgaven, tot het uiterste beperkt worde,
komt het ons toch voor, dat door de Re
geering zelf bij vele nieuwe inrichtingen
en instellingen allerminst de zuinigheid
in aeht wordt genomen."
i
Uit de „Leidsche Courant"'
„De Troonrede typeert ten voeten ons
huidig ministerie die kort-krachtige
aanduiding van den toestand en die be
sliste beloften van veelzijdigen arbeid in
het komende jaar. Geen conventioneel e
vormen, geen vage plannen 't staat er
klaar en duidelijk, wat moet en zal ge
beuren. 't Is een program van arbeid, niet
voor een langere toekomst, doeh voor het
volgende jaar."
Van de niet-Katholieke bladen geven wij
de volgende beschouwingen
i Het „Handelsblad":
V.
„De ernst dezer tijden heeft zijn. invloed
op geest en toon van de troonrede gehad.
De- wil om te doen, om moeilijkheden te
overwinnen, om in onze Nederlandsche ge
meenschap samenwerking mogelijk te ma
ken, blijkt in de eerste plaats. Ernst en
yastberad enheid.
De regeering wil veel doen, wil wel heel
veel tot stand brengen. En al weten wij hij
ervaring, dat lang niet alles wat de regee
ring op den derden Dinsdag in September
voornemens is te doen, ook inderdaad'
wordt uitgevoerd toch kan ook de
goede wil, die uit bet opsommen van al de
goede voornemens blijkt, gewaardeerd
worden."
De „N. R. Ot." noemt de troonrede in menig
ïpzicht een goed stuk.
„Het program, dat er in ontwikkeld
wordt, schrijft bet blad, is groot, maar
de Staten-Generaal hebben in de tweede
helft van de afgeloopen zitting bewezen,
dat zij den moed en de kracht bezitten, om
onder een omvangrijk werk hunne schou
ders te zetten. Men mag dus hopen, dat
het program, dat in de Troonrede voor
het komende jaar aangegeven is, niet te
groot zal blijken, en dat de regeering niet
te vergeefs haar vertrouwen in de mede
werking der volksvertegenwoordiging zal
blijken te hebben gesteld.
De algemeene lijn van het Btaatsstuk
toont daarenboven aan, dat de regeering
de teeltenen der tijden verstaat"
Het „Vaderland":
„Het eenvoudige karakter van Ruys,
over wiens jeugd thans alle stemmen ver
stomd zijn, en die telkens meer de rechte
man op de rechte plaats blijkt te wezen,
komt in de Troonrede geheel naar voren.
Ze laat duidelijk zien, djat het miinsterie
zich bewust is, dat er, al werd er reeds
Tot Innige voldoening stond het niet zoo
kalm als hij verwacht had en het deed hem
goed dat het angstwekkend tooneel ook den
geleerden heer had aangegrepen.
liet verschijnsel dat zich voor de oogen des
dokters opdeed, behoorde inderdaad ook niet
tot de alledaagsche dingen, en deelde hij ook
al de kinderachtige vrees des kleppermans niet,
er bestonden andere en gewichtiger redenen,
waarom hij 't betreurde zoo iets te moeten aan
schouwen. Een oogenblik had de geopperde vraag
Van den nachtwacht, of het wel geoorloofd was,
althans des nachts, bij dames steelsgewijze in
bet vertrek te zien, hem beziggehouden, en hij
dacht er over na of hij zijn gedrag zou kunnen
Verdedigen zoo iemand hem in dezen toestand
bad gezien, of wanneer de nachtwacht zijn toeleg
verriediets waartoe hij zeker niet in gebreke
^u blijven maar het denkbeeld dat een dokter
vele vrijheden zijn geschonken, welke men aan
gewone lieden piet toestaat, en ook de balang-
Moge de Regeering daarbij gedragen
worden en gesteund, door allen, en die vor
men .gelukkig de overgroots meerderheid1
van onze natie."
De „Nieuwe Crt." resumeert: A
.ie-: i--
UI tff'i -
„Alles bijeen versterkt deze troonrede
het vertrouwen» dat het Nederlandsche
volk kan koesteren ten aanzien van de
buitenlandsohe politiek geeft zij daarente
gen aan ieder, die hecht aan de economi
sche vrijheid en aan de weerbaarheid in
staathuishoudkundigen zin van ons volk,
aan allen, die prijs stellen op die gezonde
financiën, zonder welke nn eenmaal éen
gezonde politiek niet mogelijk is, alle re
den om critisch de daden en voornemens
der regeering te blijven volgen. Met name
bet financieel beleid zal voortdurende
aandacht eisehen, oindat de regeering niet
den indruk weet te vestigen, dat zij een
beider denkbeeld heeft van de lijnen,
waarlangs een vooruitziende politiek onze
financiën zal moeten leiden."
„De Nederlander" concludeert:
„Een troonrede, waarop het stempel van
den zwaren tijd welken wij doormaken,
diep ingedrukt staat; een ernstig vermaan
aan ons volk om zuinig te wezen, waar
nevens wij gaarne een Koninklijke aan
sporing tot onvermoeiden arbeid hadden
vernomen; niettemin een Troonrede die
geen slagboomen voor de toekomst legt,
maar die heenwijst naar mogelijkheden
van ontwikkeling en herstel van het ge
broken evenwicht. Althans wanneer Re
geering en volk eendrachtig samenwer
ken, en de afwikkeling der internationale
verhoudingen de moeilijkheden niet ver
groot, maar steeds meer wegnemen zal.
Daarop blijven wij hopen."
Het artikel in „Het Volk" is niets dan
een afbreken van do huidige regeering, het
geen niemand die dit blad' en zijn aspiraties
kent, zal verwonderen.
voor
Het vredesverdrag
Bulgarije.
De Opperste Raad kwam Woensdagmorgen
aan de'Quai d'Orsay biieen. Aanwezig waren
C-lemeneeau, Picfcom. Polk, Sir Eyre Crowe,
S°De°tekst""d^wedesvoorwaarden met
xiie werd definitief goedgekeurd. Do werhan-
diging van het verdrag zal waarschijnlijk Vrj-
dg plaats hebben aan de Quai dOr&ay, w„.u
de Buigaarsehe delegatie zal worden bueenger
r°Thracië zal aan Griekenland worden toege
wezen, maar Bulgarije ontvangt de verzekering,
dat bet een vriien uitgang naar de Egeisclie
Zee zal krijgen, ondier voorwaarden. weJke latex
zullen worden vastgesteld.
De Opperste Raad.
Waarschijnlijk zal de opperste raad nog een
tiental dagen vergaderen, om daarna voor om
bepaalden tiid verdaagd te worden. De „Temps
protesteert daartegen, en noemt alle belang
rijke quaestiies op. welke neg geregeld moeten
worden. Zoolang de Volkenbond nog met func
tioneert. meent het blad, moet er perse een
internationaal lichaam zijn, dat beraadslaagt
en bestuurt.
De geallieerden en de Uost-
zeegebieden.
Het wordt bevestigd, dat de Opperste Raad,
met betrekking tot het vraagstuk bereffende
die Oo&zeegebieden aan maarschalk Poch heelt
gelast zoo krachtig mogelijk tegenover de
Duiteeihe regeering op te treden,
Ren ultimatum aan Duitsch-
land.
Gemeld wordt, dat de opperste raad een ulti
matum aan Duitsohland zal zenden, waarin ge-
eischt wordt, dat generaal v. d. Goltz onmid
dellijk het Baltische gebied zal ontruimen.
Vertegenwoordiger van Ame
rika in Duitschland.
De New-Yorksche correspondent van de
„Evening News" verneemt uit diplomatieke
stelling welke hij moest gevoelen voor de be
woners van het witte huis, over wie hij tal van
jaren praktizeerde, maakten, zoo hij dacht, elke
redeneering op dat punt overbodig, en ofschoon
hij zich in zijn "gekozen lastige stelling op de
schel al zeer moeielijk kon handhaven, spande
hij alle krachten in, om een tafereel té aanschou
wen, dat voor ieder ander dan hem schrikaan
jagend, ja verpletterend zou geweest zijn.
Toen hij de eerste maal door het raampje zag,
stuitten zijne oogen tegen de duisternis als tegen
een dam, en teleurgesteld mompelde hij eenige
woorden van wreveldoch na een paar seconden
straalde eensklaps een helder licht uit de achter
kamer in de gang, en een lange, bleeke gedaante
trad recht op hem toe. Zij had een langen, dik
ken, gladgeschaafden stok in de hand, waar
mede zij al de militaire exercitiën ten uitvoer
bracht, echter zoo onbestemd, zoo onbepaald,
alsof zij er zelve geen begrip van had dat zij
deze handeling ten uitvoer legde.
Haar gelaat was lijkkleurig als dat van een
doode, hare oogen stonden fletsch en hare han
den toonden de dorheid van een mummie. Haar
gang was langzaam en zwevend en een lang wit
morgengewaad, dat stijf geleek als karton,
sleepte over den grond en het ruischend geluid
daardoor veroorzaakt, maakte het geheel nog
angstwekkender en spookachtiger. Het was een
JufaSgsen', j&SC wafeöffl 'thSEti Keteïöïen .Geiro-ge
MxsAmensy, Ttoeigetr burgemeester vain New-
York, te benoemen tot ambassadeur, in: Duiteahr
larad, zoodra hot Vredesverdrag is geratif iceerd.
UIT DUITSCHLAND.
Het mcordproccs te Miinohen.
Na' een bethSandelina! van meer dan 14 diagen
is gisteren hot proces tegien de moordenaars der
Münohiener gijzelaars (tijdens het oomrmwiig-
tiadhi bewind) geëindigd. Nadat nog de verde-
digere der overige beklaagden de vrijspraak
hunner cliënten hadden voorgesteld, diaar het
hier ten hoogste om hoogverraad kon hande
len. sloten zich eenig® beklaagden bij de voor
stellen hunner verdedigers aan. Als laatste
verkaard© Frit© Seddel het wel te kunnen be
grijpen indien hü als hoogverrader tegen, den
muur zou worden geplaatst, doch niet als moor
denaar. Hij is niet schuldig aan den mooxd op
de gijzelaars: hii heeft er geen deel aan geno
men. Integendeel, hii heeft het bevel tot dood
schieten aanstonds afgewezen.
Hulp voor kraamvrouwen.
Tijdens den oorlog is in Duitschlandi aan
kraamvrouwen finameieele ondersteuning ge
geven. die voor het grootste gedeelte betaald
werd door het rijk, voor het kleinste door de
ziekenfondsen. Reeds lang is er sprake van ge
weest deze subsidie in vredestijd te houden,
doch. de kosten achtte men te hoog. De zieken
fondsen. die tijdens dien oorlog toch al zooveel
te betalen hadden, verzetten zich tegen de ver
lenging en öischten dat het rijk alle kosten ziou
dlragen. Maar het rijk ging al onder do lasten
.gebukt. En de zaak bleef rusten. Tot. kort
voor het recès, die beide regeerdniggpartijBu
in de nationale vergadering een wetsontwerp
aannamen, dat deze materie regelt. In de kos
ten voor de financieel© hulp aan. zwangere
vrouiwen en kraamrouwen zal nu gedeeld wor
den door hot rijk en de ziekenfondsen. De kos
ten voor. het rijk worden .geraamd op 100 mil-
lioen mark per jaar.
Treedt Erzberger af?
,.Das Ereie Wort," het orgaan der meerder-
heidasocialisten te Essen, deelt mede uit abso
luut betrouwbare bron vernomen te hebben,
dat de leden van het rijks minis ter ie het er
over eens zijn dat de minister van financiën
Erzberger zal moeten aftreden. Hem zal nog
een korten tijd gegund worden, opdat men zijn
heengaan niet in verband brengt met de jong
ste aanvallen van Helferich en anderen.
UIT FRANKRIJK.
De verdeeling der Duitsehe
sc-hepen.
Dezer dagen heeft de minister v,an weder
opbouw Louoheur in. een rede in de Kamer
o.m. aandacht gewijd aan de quaestie van hot
door Duitschland verschuldigde herstel. Naar
men weet schrijft h©t verdrag van .Versailles
levering van Duitsehe schepen voor.
Daaromtrent heeft da minister het volgende
gezegd
Hoe zal die verdeeling van Duitsehe schepen
plaats hebben. Naar gelang der verliezen? Dat
zou een oplossing zijn, maar de Fransche regee
ring is van oordeel, dat de zaak niet zoo een
voudig is. Vóór den oorlóg was de Fransche
koopvaardijvloot 2.400.000 ton. Wij hebben.
950.000 t. verloren. Wij zouden dus nog de be-
»clji,kikn«: hebben over 1.460.000 t. Maar dank
zii enfk-ele aaxbkoopeu en aanbouwen is de vloot
op heden 1.800.000 ton» zoodat het deficit
600.000 t. bedraagt.
Engeland had voor den oorlog een vloot van
21 m-illioen ton. Gij kent de diensten, aan de
zaak der geallieerden door Engeland bewezen,
niettegenstaande ziin eigen behoeften, in
grondstoffen en levensmiddelen. Maar tevens
moet geconstateerd' werden, dat terwijl wij
kanonnen en munitie maakten voor do geal
lieerden, anderen schepen bouwden, met het
gevolg, dat Engeland binnenkort ziin 21 mil-
lioen t. weer zal bezitten. Rekende men nu de
verdeeling. naar gelang, der verliezen, dan zou
do Em-geisehe vloot vermeerderd- worden met
drie en een half millioen t., terwijl Frankrijk
nauwelijks dien toestand van vóór den oorlog
zou terugkrijgen.
Dat nu zou onreehtvoardig zijn. En daarom
zullen wij do commissie van herstel voorspellen:
eerst het herstel van onze vloot en daarna ver
deeling van het surplus.
Het vredesverdrag in de Kamer.
In het debat over de ratificatie van het
vredesverdrag heeft Viviani een grootech op
gezette rede gehouden, welke de kamer besloot
te doen aanplakken. Niettegenstaande allo te
kortkomingen en gebreken van het verdrag,
heeft hii de uiterste linkerzijde toch bezworen
ervoor te stemmen, daar haar verantwoordelijk
heid bii een verwerping zeer groot zou zijn.
Hii verklaarde overtuigd te ziin, dat de geal
lieerden Frankrijk niet alleen zouden laten
staan op bet economisch slagveld. De rede werd
gedragen door een gr0° vertrouwen in de toe
komst van Famkrijk.
Het aantal dergenen, die tenslotte tegen de
ratificatie zullen stemmen, zal zeer gering zijn.
Caillaux.
Caiilaux ia naar het Hoog Gerechtshof ver-
'weteen 'onder beschuldiging een aanslag te heb
ben gepleegd tegen de veiligheid v'an den staat,
en van verstandhouding met den vijand.
UIT AMERIKA.
d'Annunzio's avontuur.
Dinsdagavond .werd nog uit Rome gemeld:
Generaal Badagliio heeft dadelijk na aan
komst te Triest de noodige maatregelen geno-
Imen. Hij heeft een manifest gepubliceerd,
1 waarbij, hii db soldaten, die zich te Fiume be
vinden, uihgenoodagt binnen een bepaalden tijd
zich bii hun onderdeel te melden. Hun aantal
bedraagt geen 2600 man, zooala gemold is.
Evenmin, is juist, diait geheele afdeelingen naar
Fiume zijn opgerukt; het ziin groepjes mili
tairen geweest, uit verschillende deelen van de
wapenstilstandgaone. Uit de eerste inlichtingen
blijkt, dat talrijke soldaten werden overge
haald naaT Fiume te «aan, omdat tendentieuze
varhalen hen hadden doen «elooven, dat de
regeering een dergelijke onderneming zou be
gunstigen. Vele groepen soldaten, foehoorende
tot de brigade Oelabxu, en die inzagen erin ge-
loopen te zijn, hebben in den afgeloopen nacht
Fiume verlaten. De brigade, te Fiume in garni
zoen, heeft zich gisteren kranig gedragen. Om
de onrust te doen voortduren, ziin te Fiume
allerlei manifesten verspreidt, waarin verteld
werd, dlat de regeering zich verplicht had: ge
zien af te treden.
Te Sussah hebben verschillende groepjes sol
daten de vijandelijke redacti ©bureaux ver
nield.
De Amerikaansehe en Emgelsehe poiitie-
troepen hebben zich ingescheepthet Fransche
contingent is diieht bh de haven samengetrok
ken.
DE SYRISCHE QUAESTIE.
Ll'oyd George en Clemeneeau ziin het eens
geworden ever de militaire bezetting van Syrië.
Besloten werd', dat de Britsche troepen op 1
Nov. alle gebieden ten N. van de grens tus-
schen Syrië en Palestina zouden ontruimen,
waarvan echter het verloop nog niet definitief
is vastgesteld, hetgeen later zal geschiedien. Le
on trui min g zal gevolgd' worden door een Fran
sche bezetting behalve wat betreft Damascus,
Horns, Hamah en Aleppo, welke liggen in de
zóne, waarvan de Fran&eli-Britsche verdragen
van 1916 de instelling v-an een Arabisehen staat
voorzien. De tegenwoordige verdeeling der be
zettingstroepen loopt trouwens allerminst voor
uit op- -de a.s. besprekingen tusschen de Fran
sche en Engelscbe regeeringen over de quaes-
tie8 der Syrische politiek, noch op de besluiten,
welke de vredesconferentie zal nemen.
Een Ludendorff in Indischen legerdienst.
Wij lezen in het „Hbld.":
Hii werdi in het militair hospitaal te Djokja
opgenomen. Ko.rten tijd daarna diroegen eenige
koelies hem weg naar z'n laatste rustplaats.
Een kameraad uit vroeger dagen, die met hem
in het leger gediend ha-d, hoorde van z'n doodt
en spande er zich voor, om het lijk to doen
overbrengen in een eigen graf. Duitsehe inge
zetenen droegen daartoe zooveel bij, dat een
grafkelder kon worden gekocht, om er het stof
felijk overschot bii te zetten van den broeder
Van.... ex-veldmaarschalk Ludendorff.
Onder die nagelaten papieren van den over-
Jedene was er een. waaruit bleek diat hii 6
Maart 1861 geboren was uit het huwelijk van
den riddergoed-bezitter A. W. Ludendorff en
Klara Henrietta Ja net te von Tempelhof f,
ouders van den bekenden Lui lachen generaal.
Dan was er nog een stuk, waarin A. W.
Ludendorff, „ltitmeister aD", zijn zoon T. W.
A. R. Ludendorff vergunning gaf om in Ho'.-
iandschen kolonialen dienst te tredenbet was
gedagteokend 22 November 1879. In 1893
keerde Ludendorff naar Europa terug. Deck
het leven in Duitschland schijnt hem niet meer
te hebben bevallen.
Hij was vóór zijn vertrek als militair naar
Indië. officier bii de Uhlanen geweest; de
hemel mag weten welk drama hem het verblijf
■in bet vaderland onaangenaam maakte. En
dus nam hii opnieuw dienst, om tenslotte in
1906 als adjudant-onderofficier definitief met
pensioen te gaan en zich te Djokja te vestigen.
ZÜ smeedden het ijzer toen het heet was.
Uit den hooiberg op bet erf van den vee
houder A. Hoeve te Oud-Diemen sloeg dezer
dagen plotseling de vla-m en dikke rookwolken
waarschuwden de spuitgasten dat hun hulp ver-
eisebt werd. Tengevolge van den vrii horigen
wind vielen stukjes brandend hooi op den hooi
berg van den naburigen veehouder v. O. Door
het vlug ter plaatse ziin van de brandspuit Oud-
Diemen kon voorkomen worden dat ook laatst
genoemde hooiberg verbrandde. De eerste ging
goeddeels verloren doch was verzekerd. De
spuitgasten maakten van de gelegenheid ge
bruik, den burgemeester van Diemen loonever-
hooging te verzoeken, waarna overeengekomen
werd, dat tot 's avonds 6 uur 60 cents per uur
betaald zou worden. Daar bet smeulend© vuur
in het hooi ook den geheelen nacht brandspuit-
arbeid eisebte, zou voor den tiid van 's avonds
6 tot 's morgens 6 per uur_75 cents betaald
de YOORZIOHTIGSTE weg.
Rosegger verhaalde eens van een touristi
misschien was hij het zelf die aan den
oever van het Wörthermeer stond en. met
luider stem riep:
„Hei daar, wie van jullie kan zwemmen!"
Dadelijk omringden de schippers hem en,
riepen:
„Ik meneer, ik!"
Slechts één bleef op den achtergrond staan.
„Zeg, jij daar," riep do toerist, „kan jij niet
zwemmen?"
„Neen, meneer." v
„Goed, zet jij me dan over."
EEN WONDERDOKTER.
„Onze dorpsdokter," zei een kastelein, „i*
een ware wonderdokter. Onlangs was mijn
vrouw ziek; hij schreef een reoept voor onze
dienstmeid, onze knecht heeft het Ingenomen
en ik ben er door genezen."
EEN MEESTER IN HET VAK.
Bedelaar: „Och, mijnheer, geef me asje
blieft een kleinigheid, ik word aanhoudend
door het ongeluk vervolgd."
Heer: „Maar, hoe heb ik het nu; heb ik j«
niet onlangs als stomme ontmoet!"
Bedelaar; „Daar ziet u nu, wat voor een
ongelukskind ik ben, dat ik dan zoo in uwe
handen kom te vallen."
worden, waarmede Diemea's brandweer de loon.
kwestie geregeld achtte.
Een bedrieger mishandeld.
Een. veehandelaar, zeker© K., uit 's-Hertogen,
bosch, bad een melkkoe als „eerlijk" verkocht.
Later bleek, dat het beest verborgen gebreken
had. Op de jongste veemarkt te Gorinchen?
werd K. gesommeerd de koe terug te nemen.
Toen hü <Ji-t weigerde is hii door een aantal
kooplieden en boeren met hun stokken vreese-
lii'k mishandeld. Zwaar aan het hoofd verwond,
werd hij door de politie ontzet en in beseher,
ming genomen.
Een> nachtelijke schietpartij.
In den afgeloopen nacht ontdekten sur-
veilleerende politieagenten op den Amsteldljk,
dat aan de overzijde van de Aanstel, gemeente
Ouderkerk, drie mannen een koe uit de weidfé
ontvreemden. Om hunne verschijning gaven do
mannen niet», daar zii voor de agenten veilig
meenden te zijn. Toen echter op de sommatie
„halt" geen acht werd geslagen, schoot de
politie op de dieven, zonder echter te treffen
Hierna ontstond een race per fiets om op dit
wijze de daders te achterhalen. Toen deze zagen,
dat zii ht moesten afleggen, zetten zii het op
een loopen en lieten de koe in den steek. Het
dier werd in beslag genomen. De politie is
daders vermoedelijk reeds op het spoor.
Een interpellatie.
De heer J. J. Verburg, lid van den Haag!
scben gemeenteraad interpelleerde dezer dagen
in d'en Raad, over het volgende, hem overkomen,
voorval:
„Hedennacht werd te mijnen huize een heer
ernstig ongesteld (hevige zenuwaandoening.)
Daar de toestand het dringend noodig maak
te dlat er geneeskundige hulp werd ingeroe
pen, was ik zoo vtü gebruik te ma-ken van den
Eersten Hulpdienst, welke door mii tegen circa
12 uur middernacht werd opgebeld. Ik doelde
aan den persoon, die het toestel bediende in.
het kort mede, waarvoor ik de hulp verlangde
en kreeg ale toen ten antwoord: Wie is de
huisdokter van dien mijnheer? Ik antwoordde
toen, dat ik zulks niet wist, en het ook niet
kou vragen, daar d© patiënt zich in een toe
stand bevond, waarin hü niet in staat was mij
op een dergelijke vraag t-e kunnen antwoorden.
Op de vraag van den E. H. hoe de persoon in
een dergelijten toestand kwam, antwoordde:
„dat kan i-k moeilijk door de teli'oon opgeven,''
en kreeg alstoen ten antwoord van den E. H.:
„dan kunnen wij ook niet bii u komen."
Op mijn vraag» welke dokter er dienst had,
ontging ik ten antwoord: „Daar heeft u niets
mede te maken," waarna het toestel werd uit
geschakeld.
Ik belde vervolgens een anderen dokter op,
welken ik een auto zond en die onmiddellijk
aanwezig was, die direct een slaapmiddel voor
schreef, een apotheker opbelde om het recept
klaar te maken en vervolgens zijn best deed',
bii de Eerw. broeders van St. Joannes d© Deo
assistentie te verkrijgen.
Wrii hebben vervolgens den geheelen nacbt
bii den patiënt moeten waken, die daarna naar
een ziekenhuis werd overgebracht.
Deze klacht omtrent het optreden van den
E. H. staat niet alleen, minder prettige erva
ring zou ik gemakkelijk kunnen aantoonen.
Het komt den heer VerbuTg voor, dat het
in het algemeen belang is, hierop te wijzen.
Hij zal, moobt de Raad. dit niet met hem wil
len beamen, met alle geoorloofde middelen
trachten een betere toestand in het leven tg
roepen.
tooneel dat zenuwachtige lieden de haren had
doen te berge rijzen, cn zelfs dokter Roestel
greep het aan.
Toen de onheilspellende verschijning het einde
harer militaire evolutiën was genaderd, legde zij
het geweer aan, en maakte een beweging alsof zij
vuur gafkort daarop ontviel haar de stok en
sloeg met een dreunenden slag tegen den grond.
Toen deed zich weder datzelfde akelige gekreun
hooren nijpende zuchten ontvluchten den boe
zem der spookachtige gestalte en weder klon
ken de woorden „Verrader verrader moord
moord moordGij hebt mijn geluk verwoest,
mijn ziel is verloren, zij is d°or u vermoord I"
Toen keerde zij zich om en ging met denzelfden
schuifelenden tred weder de kamer binnen, en
het scherpziend oog van den dokter zag haar
water in een lampetkom schenken, waarin zij
een zeker gedeelte van haar ochtendgewaad ging
wasschen, en met verheffing van stem riep zij
op klagenden toon Bloed 1 bloed o God wees
mijn ziel genadig
Dokter Roestel had er thans genoeg van ge
zien om zich tot in zijn ziel bewogen te gevoelen,
en de enkele woorden welke hem met eenige
zuchten de borst ontsnapten, waren vlijmend
als de smart waardoor zij ontstonden.
„Arme, arme Laura, uw lot is niet benijdens
waardig o ware 't mij gegeven het te verbe-
Helaas, waarom onttrekt gij u mijner 1"-
De maan trad van achter de wolken te voor
schijn en bescheen het bleek gelaat van den klep
perman, die, vermoeid van inspanning waar
mede hij den dokter had ten dienste gestaan,
het oogenblik zegende dat de zaak haar beslag
kreeg.
„Kan 'k nou heengaan, meneer vroeg hij,
kruipend onderdanig.
„ja, nu kunt ge heengaan, maar je vertelt er
maar aan niemand iets van, hoor je
„Ik beloof 't u dokter, als u dan maar njet
aan den burgemeester over me klaagt."
„Neen, dat zal ik nietmocht ik over je
hooren spreken, dan zal ik vertellen, dat je een
held bentVind je dat goed.?"
„Asjeblieft, meneer."
„Daar, vergeet je klepper niet, en maak nu
maar zoo gauw mogelijk, dat je wegkomt.
Gezwegen hoor, heb je 't begrepen?" riep hij
hem na; en de nachtwacht snelde het pad ten
einde en klepperde het vijfde uur, dat kort te
voren van den dorpstoren had weerklonken.
Zwaarmoediger dan hij zich ooit had gevoeld
rvolgde Eduard Roestel zijn weg. Hij had in
zijn leven met menige moeielijkheid te kampen
gehad, maar onder alle omstandigheden goeden
moed gehouden, en hoewel soms wel eens aan
ee noed ten prooi, haar niet, zooals sommige
1 .en zeer verkeerdelijk, gesterkt, maar altijd
met kracht bestreden. Ér waren echter drie aan
gelegenheden, welke opophoudelijk zijn denkver
mogen in beslag namen en het hem op den duur
zeer lastig maakten. De eerste was de oude ge
schiedenis van zijn vroeger lichtzinnig leven en
het daaruit voortvloeiend zelfverwijt dat hij de
oorzaak was van den vroegtijdigen dood zijns
vaders. Menigeen zal het bevreemding baren,
dat iemand van 's jongelings anders nog al
vroolijke en opgewekte inborst een gebeurtenis
niet kon vergeten, welke niet meer te verhelpen
wasdoch men moet in het oog houden, dat
de arts een overgevoelig hart bezat, dat zich
zoo gemakkelijk niet door zijn verstand, al was
dit dan ook nog zoo sterk en helder, liet beheer-
schen daarbij kwam dat hij zijn vader waarlijk
oprecht bemind had, al mocht zijn vroegere on
bezonnenheid den schijn van het tegendeel op
hem laden.
Had hij met geloof en godsdienst niet ge
broken, dan zou hij in het berouw zijn toe
vlucht hebben gevonden in den ongelukkigen
toestand, waarin hij zich nu bevond, wekte zijn
ongeloof wroeging en zijn wroeging het onge
loof, zoodat er geen uitkomst voor hem was
te hopen zonder Gods buitengewone hulp.
(Wordt vervolgd)»