ImiE IUIL (MUI
HET WITTE HUIS.
Eerste Nederi Katholiekendag.
FEUILLETON
Woensdag 24 September—Tweede Blad
aSHBBtóticSilBBSfe
(Vervolg eersten dag).
Utrecht, 23 September.
Omtrent den dag Tan gisteren meldt men
tas nog nit Utrecht:
's-Morgens kwamen do hooge gasten in de
bisschopsstad aan.
Omstreeks 10 uur arriveerden de katholie
ke Ministers Z. Ex. Jhr. Mr. Ch. Rhys de
Beerenbrouck, Minister van Binnenlandsche
Zaken, Z.Exc. Jhr. O. A. A. Alting von Geu-
sau, Minister van Oorlog, Z.Ex. A. A. H. W,
König, Minister van Waterstaat. Z.Ex- Mr.
B.J.M. Aalberse, Minister v. Arbeid, alsmede
Z.Ex. J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst,
vocrzitte-r van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal, aan het station, alwaar zij door de
Commissie van Ontvangst nit de Regelings-
Comissie, werden verwelkomd en in gereed
8taande auto's naar de Kathedraal werden
gebracht.
De trein om 11 uur uit het Zuiden bracht
de Hoogwaardige Bisschoppen Mgr. L.
Schrijnen, Bisschop van Roermond, Mgr. P.
Hopmans, Bisschop van Breda, Mgr. A. F.
Diepen, titulair-bissebop van Danaba en
coadjutor van Den Bosch en Mgr. W. Roos
malen. Apostolisch Vicaris yan Suriname,
terwi.il met de trein van 11.15 nit Amster
dam, Mgr. A J. Gallier, Bisschop van Haar
lem, arriveerde.
Ook deze Prinsen der Kerk werden door de
Commissie van Ontvangst uit de Regelings-
Commissie op het perron verwelkomd.
Per auto werden zii naar het paleis van
den Aartsbisschop geleid.
Te half drie begon In de groote Tivolizaal,
die er in uiterlijk door een kortelings nitge
Voerde verbouwing en nieuwe beschildering,
viet weinig op is vooruitgegaan, de éerste
?rr>ote algemeene vergadering.
Telegrammen werden gezonden aan Z. H,
den Paus en aan H. M. de Koningin.
Na de rede van den voorzitter, mr. A. ba
rton van Wijnbergen, sprak Mgr. v. d. Wete-
Ting een woord van dank aan hen, die dezen
Eersten Nederlandsoben Katholiekendag
hebben voorbereid en zeide daarbij o.a.: „Ons
Vaderland, dat van de ramp van den oorlog
1« verlost gebleven door Gods goedheid, mag
aan de volkeren ten voorbeeld zijn, dat rust
ca orde slechts daar kunnen bestaan, waar
dn nndsdienst wordt hooggehouden en geëer
biedigd.
Hedenmorgen, zeide Mgr., heb ik het voor
echt gehad door het H. Misoffer Gods zegen
cv er dezen Katholiekendag af te smeeken.
Moge mijn gebed verhooring vinden.
Daarna verzocht Mgr. aan de andere Bis-
shoppen om gezamenlijk met hem aan de
Vergadering den zegen te willen geven.
Het was een plechtig en indrukwekkend
talm ent, toen de zes prelaten der Kerk zege
nend hunne handen verhieven over do aan
wezigen.
Na de redo van dr. Pools wilde de voor
zitter de vergadering sluiten doch meende
jjc, aanwezigen teleur te zullen stellen, als
rif niet even het woord verleende aati Z.
Hc Minister Ruys de .Beerenbrouck.
Rede Minister Euys de Bee
renbrouck
Onder donderend applaus stond |die Minis
ta' op en zeide dat verstand en hart hem
Gebood op dit oogenblik te spreken.
Mijn ambtgenooten en ik zijn gaarne naar
"exen Eersten Katholiekendag gekomen.
Banden van Katholieke geschiedenis ver
binden ons NederLandsch Ministerie aan de
Neder'andsche Katholiekendagen., Gaarne
djn wij hierheen gekomen, omdat volk' er
re gee ring bij elkaar beboeren. Als in het
^jet.gemakkelijk jaar, dat achter ons ligt,
^'et naast het vertrouwen op God de weten
skap, dat Katholiek Nederland achter ons
®iond, ons was ten steun geweest, dan zou
den wij' niets hebben bereikt. Het vertrou
wen op G-cd en op de meerderheid van het
Katholieke volksdeel in de eerste plaats
beeft ons in die dagen geleid. Als wij' onze
bedachten laten gaan, dan zien wij in. den
Söest die duizenden mannen en vrouwen,
georganiseerd in de Katholieke vereenigin-
gen, dje ons in dien tijd tot stut zijn ge-
Wecst. Dan gaan onze gedachten naar dje
bonde'rdtallen rechtzinnige protestanten, die
^bonder aan schouder door hun vertegen
woordigers het Katholieke volksdeel mee
tabben gesteund en gestut. Ook andere groo-
scharen, die wel op ander principieel
landpunt staan dan wij' hebben het ^regee-
rcn mede gemaakt tot een betrekkelijk ge-
■takke'ijko taak. En mag ik' het zeggen,
tan gaan die gedachten van ons vieren naar
ambtgenooten, die met ons hebben ge
kerkt en gebeden, gewerkt en gebeden in(
\n. dienst van H. M. onze geëerbjedgide
Koningin en het Nederland,scha Volk1. '(Ap
plaus.)
Dames en Idee ren, wat de toekomst bren
gen zal, weten wij' niet. Ziij is in Gods hand.
Maar zoover wij er iets aan kunnen doen
wij' Christelijk Mmsiiterie,, niet elf losiloo-
pende Christelijke Ministers, en gij, niet los-.
Loopend© Katholieken maar Katholieke
Volkspartij' zullen wij' de eendracht bewa
ren, want dit is het' behoud van Nederland:
eendracht tusschen het' Kathpliek© voik' en
het Christelijk ministerie. Daarvoor moge
God' mijnen ambtgenooten en mij' de kracht
schenken. Moge Hij' ook' het Neüeriandsche
volk de kracht geven en het licht' om te zijn
eendrachtig. De zaal bracht de Minister een
ovatie.
Ziedaar de oorzaken, van den klassenstrijd,
zoo vaak reeds breedvoerig besproken en be
schreven, in kort betoog samengevat.
De alles beheersdiende vraag van dezen tijd
is: op welke wijze, met welke middelen kunnèn
wij dien strijd, valsch in zijn beginsel, verderfe
lijk in zijn doel en rampzalig in zijne gevolgen
voor het menschdom, doen verdwijnen en ver
vangen door den weldadigen invloed der christe
lijke liefde?
De onderdrukking dei- arbeidersklasse
door het kapitalisme is voorafgegaan door
de hebzucht en het egoisme in de harten der
kapitalisten.
De Titanic is met zijn groote schatten en
1400 menschen in de diepte der zee gezonken
niet omdat het reuzen schip van slechte con
structie was, maar het verongelukte, on
danks zijn voorbeeldige constructie, omdat
I de mensehen hun plicht niet deden.
In den Utrechtschen Stadsschouwburg,
sprak op de 2de algemeens vergadering de
heer H. G. M. Hermans, lid der Tweede Ka
mer, met het onderwerp: „De Katholieke ge
lijkheidsidee".
Rede van den lieer Henri Her
mans over: ,J>e Katholieke
G eljikheidsi dee".
De hooge beteekenis van den vrede, aldus be
gon spr., kan door het menschdom nooit zoo
diep gevoeld zijn als tijdens den wereldoorlog,
waarvan de gevolgen, ook in hunne nawerking,
zoo verschrikkelijk zijn, dat het beperkt men-
schenverstand ze niet in vollen omvang omvat
ten kan.
•Wapenstilstand!Vrede!Het klonk na
langen, hangen nacht van oorlogswee als een
verlossingskreet over de wereld
Eindelijk dan het einde! het einde van al die
ontzettende ellende, geleden op de slagveiden en
geleden daarbuiten; het einde van den massa
moord, van het onmenschelijk lijden door hon
ger en zielenwee!
Helaas! het einde was er niet. Wel kwam er
wapenstilstand en zouden vredes onderhandelin
gen worden gevoerd, maar vrede?Als een
prairieband verspreidde zich de revolutie over
Europa; het zwaard, dat geen overwinning
bracht op de slagvelden, werd opnieuw getrok
ken en gedoopt in broederbloed. Konings- en
keizerstronen vielen omver en het op verkeerde
grondslagen steunende gezag moest verdwijnen
voor een ander, dat zichzelven had ondermijnd
en ten trCon steeg toen het volk zijine consequen
ties trok uit de leer van den klassenstrijd.
Valsche beginselen hebben geleid tot de ca
tastrophe van den wereldoorlogbloedige wraak
van de volkeren was het natuurlijke gevolg.
Nieuwe grondslagen werden geëischt voor pri
vaat- en wereldrecht, nu veel geprezen en veel
belovende wetenschap op de terreinen vap volks
huishouding en staatkunde bankroet had gesla
gen bij den afgrond, waartoe zij de wereld
bracht. Maar nog vóór die nieuwe grondslagen
door de machthebbers in Versailles waren ge
legd, werden hunne gruwelijke consequenties al
in praktische daden getoond in Petrograd en
Boedapest.
Wanhopig vraagt men zich af, wat er worden
moet uit den chaos, waarin thans de wereld
verkeert en waarin alle menschelijk vernuft geen
orde schijnt te kunnen brengen. Bedriegen de
teekenen niet, dan dreigen de bestaande maat
schappelijke verhoudingen in geweldige beroe
ringen ten gronde te gaan.
Maar wat er ook gebeure, wij, katholieken,
blijven ondanks alles vertrouwen op onze eeu-
wenoude beginselen, en wdj zifn in dit vertrou-
wen nog versterkt, nu zoo duidelijkgebleken is,
dat verloochening daarvan de wereld met ramp
en rouw vervult.
In Zijn Encycliek over den vrede wijst de scherp
ziende Paus Benedictus XV met groote zekerheid
vier punten, die „even zoovele redenen zijn,
waarom de menschelijke maatschappij thans in
zoo heftige beroering is geraakt."
Tot deze vier punten behoort ook de noodlot
tige klassenstrijd!, waarvan Werner Sombart
mag zeggen, dat hij niet behoeft te leiden tot
onderlingen haat onder de mensdien, maar die
dit rampzalig gevolg dan toch met afschrikwek
kende duidelijkheid heeft gemanifesteerd, overal
waar het socialisme invloed verkreeg of in den
laatsten tijd zijne praktische toepassing na
derde.
Het moderne kapitalisme, vrucht van liberale
economie en liberale staatkunde, bracht schrille
egenstelling tusschen arm en rijk;opeenhooping
van rijkdommen onder een klein aantal personen
en gebrek bij de menigteongekende macht van
het bezit en ongekende afhankelijkheid van den
arbeidniet alleen onnatuurlijke ongelijkjieid in
de verdeding der stoffelijke, maar eveneens on
redelijke ongelijkheid van bezit der geestelijke
goederen in één woord geheel onchristelijke ver
houdingen in de menschelijke samenievig.
En bij dit alles voegde zich de ongeloovige
wetenschap, die den godsdienst uit dé maat
schappij trachtte te verbannen door den geest
van het materialisme wakker te roepen. Geen
wonder derhalve, dat men kwam tot excessen,
eenerzijds door een nimmer gekende,.brutaal tot
uiting komende zucht naar welde en genot, an
derzijds tot den leer van den klassenstrijd, die
de begeerlijkheid prikelde; die eene onmogelijk,
maar onder zulke omstandigheden steeds meer
aanlokklijike gelijkheid der klassen predikte en
die in het gedrag der zoogenaamde kapitalisten
een rechtsgrond scheen' te vinden.
Met deze vraag zitten wij niet verlegenwij Zoo gaat het met de maatschappij.
en het in de oneindige iieftle van Zijn Qótfi
de lijk Hart als één grootte broed ersohap om*
vat.
hebben in den harden strijd onzer dagen het
wachtwoord der christelijke solidariteit. Dit heer
lijike, levenskrachtige beginsel, dat wij bij 't bid-
denvan het „Onze Vader", van de wieg tot het
graf, eiken dag opnieuw belijden en in zijn
schoonsten vorm vertolken, is van ons maat
schappelijk werken de zedelijke grondslag, diep
geworteld in het hoofdgebod der naastenliefde.
Wij willen de verwezenlijking van het solida
riteitsbeginsel op elk gebied en daarom en daar
door staan wij lijnrecht tegenover het socialisme.
Heeft men over de hoogere beteekenis en die
peren oorsprong van hief solidariteitsbeginsel
wel eens nagedacht De Godheid en het land
schap Gods, die wij allen gemeen hebbende
gemeenschappelijke afstamming van een Oude-
renpaar; ons aller gemeenschapppelijke Verlos
ser, Die voor ons Zijn leven gaf: ons gemeen
schappelijk levensdoel en de voor al'len bestemde
Kerk, als leermeesteres, bemiddelaarster en leid
ster op het levenspad', zijn even zoovele redenen,
die bewijzen, hoe echte, ware, warme solidariteit
haar oorsprong vindt in het Christendom.
Solidarisme is geen tegenstelling, maar ge
meenschap van belangen; geen revoiutionnaire
omwenteling, maar vorming en ordening van de
gemeenschap door den staat; geen internationale
klassenstrijd, maar algemeene menschenliefde en
broederlijkheid in gezindheid, rede en hande
ling; geen overheersching van de eene klasse bo
ven de andere en geen onmogelijke gelijkheid,
maar sociale rechtvaardigheid en erkenning van
wederzijdsche economische afhankelijkheid. Soli
dariteit is het evenwicht in staat en volkshuis
houden tusschen individuen, groepen en maat-
schapelijke eenheid1het is de eenheid van het
volk in den staat voor het heden en de toekomst.
God geve, dat, wanneer straks de grondsla
gen, worden gelegd voor dep vrede op het gebied1
van den arbeid, geen copie wordt geleverd van
het peuterwerk in Versailles; want dan zal de
wereld evenmin van het moderne kapitalisme als
van zijn aanhangsel, het imperialisme worden
verlost. Dan zal er geen vrede zijn, maar strijd
dan zullen onder de donderslagen van Gods oer
deel onze fouten worden gewroken; dan zal het
monster der revolutie niet te keeren zijn én de
wereld ondergaan in tranen en bloed.
Er is slechts eene keuze, men heeft het begin
sel der solidariteit te aanvaarden; ten volle en
op elk terrein der samenleving of men is over
geleverd aan den klassenstrijd en de wereldre
volutie.
Het beginsel der solidariteit, dat patroons en
arbeiders niet als naturlijke vijanden tegenover
elkander plaatst, maar hen in dén gemeen
schapsband van het bedrijf als belanghebbenden
bij eenzelfde doel omsluit, vindt zijn uitdruk
king in de collectieve arbeidsovereenkomst
straks uitgegroeid tot publiekrechterlijke
bedrijfsorganisatie, en in de vredelievende
beslechting van geschillen door seheidsrech-
erlijke uitspraak. Dit zijn de middelen, die
den rampzaligen strijd tusschen kapitaal en
arbeid moeten vervangen door den heilza
mer, vrede, en het zifn vooral dé katfiolSPfre
vereenigingen van patroons en arbeiders, die
geroepen werden om deze middelen toe te
passen en die Paus Benedictus wenseht te
zien groeien en bloeien onder bescherming en
stenn van het kerkelijk gezag, wiens voor
schriften zij standvastig en getrouw moeten
opvolgen.
Om echter tot dezen toestand van vrede
te geraken, is meer noodig dan gewaarborg
de rechten, meer dan organisatiemacht en
wettige overeenkomst: meer dan dat; want
dat alles is afhankelijk van en moet steunen
op do persoonlijke deugd.
Solidarisme is liefde en offervaardigheid
en moet dus leven door ieders persoonlijke
daad.
Hooger loon en korter arbeidstijd, hetere
•organisatie van het bedrijf en meer rechts
zekerheid zullen den toestand niet verbeteren
wanneer dat hoogere loon en die vrije tijd
niet goed worden besteed; wanneer de geest
van orde en tneht niet leeft hij patroons en
arbeiders, wanneer bet rechtsgevoel ont
breekt hij het individu, kortom, wanneer wij
niet vervullen de plichten, waarop onze rech
ten moeten steunen.
Na aan de hand van Pausen Encycliek
over den Vrede, in- 't licht te hebben gesteld,
dat de wortel van alle kwaad de begeerlijk
heid is, vervolgde spr.:
Noblesse oblige, het voorbeeld moet komen
van boven, maar dit ontslaat niemand yan
den'plicht, om het zelve te geven.
Tot de arbeiders, die door het socialisme
worden bekoord met de leer van het histo
risch materialisme, den klassenstrijd en den
kreet van gelijkheid', zou ik dit willen zeg-
gen: -
Hot historisch materialisme is de meest
oppervlakkige verklaring der sociale toe
standen. De menschen en niet de maatschap
pelijke verhoudingen -mokert die toestanden.
Wij kennen het woord van Prof. Schmoller
„De voornaamste oorzaak van alle sociaal
gevaar ligt niet in de wanverhouding van
het bezit, maar in die tegenstelling der be
schaving. Elke sociale hervorming moet
daarvan uitgaan. Zii moet de levensoms tan
digheden, het zedelijk karakter opheffen, de
kennis en bekwaamheden der lagere standen
vermeerderen
De tegenstelling der beschaving is zóó
groot geworden, dat de menschen elkander
niet meer begrijpen; dat het werkelijk schoo
ne in schepping, kunst en wetenschap
een middel tot verheffing van den gods
dienst aan de groote massa ontgaat, ter
wijl de meer ontwikkelde zich niet kan in
denken in het leven van den hedendaagschen
werkman van wien hii in zeden en gewoonten
in denken en dóen al te ver verwijderd staat.
Dit wekt ontevredenheid!, wantrouwen en
klassenhaat.
Nooit was de arbeider zoo arm aan ontwik
keling, aan kennis en kunstgevoel, aan hoo
gere idealen als in onzen hoogstbeséhaafden
tijd, die hierdoor reeds de totale mislnkkimg
van alle sociale leerstellingen huiten den
godsdients bewijst. Uit den arbeid der chris
telijke middeleeuwen, voor zooverre hij ge
spaard bleef van het vandalisme der vorige
geslachten, stralen ons tegen de kennis, de
godsdienstzin en het kunstgevoel van den
wérkman nit den ouden tijd; die 'van onzen
tijd ziet zijn leven vaak ondergaan in de een
tonigheid en eenvormigheid van het machi-
newerk.
Gezonde ontwikkeling in den geest van
den godsdienst omsluit het „kennis is macht"
maar wor.dt van hooger beteekenis door haar
rein genot, nu iu onze dagen te weinig zon
neschijn in het arbeidersleven is te hespeu
ren en onbevredigende harten getrokken
worden naar een verderfeliike genotzucht.
Een dom volk is voor het Christendom
verloren; het begrijpt er de schoonheid niet
van en werpt er de smetten op van zijn
armzalig leven.
Door den 8-urendag heeft de christelijke
wetgever wat afgenomen van den werk-
mensch, gesneden naar het patroon, afgetee-
kend door het humaan, verlicht, anti-chris
telijk liberalisme en de vrijmetselarij, om aan
dien mensoh iets'meer te geven van den
christen, den huisvader en den staatsburger.
Heerlijke gelegenheid voor allen, die volop
genieten van de rijkdommen van kennis,
kunst en wetenschap, om hunne christelijke
solidariteit te toonen door de veel te groote
ongelijkheid op dit gebied weg te nemen, zon
der armer te worden, met de zekerheid zelfs,
dat men van zijn bezit meer zal genieten
naarmate anderen er meer ln doelen. Heer
lijke gelegenheid voor ons Roomsch intellect
om den vollen rijkdom van ons geloof en zijn
sociale beginselen ten toon te spreiden voor
de verbaasde oogen van het neergedrukte
proletariaat, gewoon aan de naakte armoede
van hel BOGialisme, d&t in de duisternis van
den tijd zoovelen van onzen rijken disch ge
lokt heeft door de droge broodkorst van zijn
armzalige levensbeschouwing.
Schrille tegenstelling, te groote ongelijk
heid is er ook in hét bezit der stoffelijke
goederen. Armoede is er altijd geweest en
armoede zal er altijd blijven, maar nooit
was er een pauperisme, zooals in onzen tijd.
Bij 'de vernieuwing, bij de hervorming van
onze maatschappij in Christus, waaraan wij
werken, om met Dr. Schaepman te spreken,
met het 'glorieuze zweet van den heetten
arbeid en den harden strijd op ons voor
hoofd, moet dit vooral nog duidelijker wor
den 'door 'de teekenende daad', dat het ei
gendomsrecht, volgens onze beginselen be
perkt is in dezen zin, dat wij allojn don
plicht hebben van het onze mede te doe
len aan onze broedters in Ohrjstusu
Treedt naar voren, kapitalisten met Room-
schen zin en laat zien uw kapitaal aan lief
de, zoo riep spr. aan 't einde zijner rede;
want zonder dat zij't gij arm met al uw
rijkdom. Treedt naar voren; wij willen de
groote tegenstelling tusschen arm en rijk'
niet opheffen dteor wat goud te strooien on
der de menigte, maar door de armen in
staat te stellen een bescheiden deel van dén
maatschappeüjken rijkdom, een zekere mate
van welstand, noodig voor het hooger leven,
docr eigen kracht te verwerven. Treedt' naar
voren, en steunlt onze sociale instellingen;
de kreet van „vrijheid gelijkheid en broe
derschap" klinkt het scherpst uit de koel
van den socialist, maar vindt zijn diepsten
weerklank in het hart van den rechtgeaar
den Christen, levend in de volle overtui-
tuiging, dat zij'n Goddelijke Meester het
menschdom heeft vrij gekocht door Zijn bloed.-,
een gelijk levensdoel, gelijke genademiddé
Hierna was nog het woord aan pater Bor.
romaeus de Groeve om te spreken over: „De
Katholieke Broederschapsidee".
Rede Borromaeus de Greeve.
Spr. verontschuldigde zich dat hii Mer het
woord ginig voeren. Het moest rijm oen politi
cus, grooter dan Wilson* maar toch. zegt sipr.,
h mijn taak van d'en anderen kant geróakke-<
lijk, want ik behoef Mer slechts de duidelijke
taal van P-aus Benedictus XV te herhalen.
Spr. ,gaat d'an de vier -gebreker na. waaraan
de wereld lijdt n.l. de verkeerde vrijheidsidee,
de broederschapsidee en die al te groote zuehf-
naar aardscho goederen en aardtech genot. Spe
ciaal behandelt spr. daarna de broederschap®,
idtee en vindt daarbij gelegenheid hulde te
brengen an dr. H. Poels. den, weisprekenden, en
geleerden priester, maar die niettemin gehoor
zaam is als een kind aan het over hem gestelde
ge-zag. (Applaus).
Spr. schertst den toestand dar wereld' tijdens
hert o-uJde Romeinsohe rijk en het slavendom
om er op te kunnen wifeen hoe het Christen
dom het eerst de broederschap heeft gebracht,
Spr. komt dan -tot de middeleeuwen en schil
dert in een heerlijk beeld' dé liefde en christe-
liike broederschap uit die tijden. Dan komt de
tijd der encyclopedisten en zie. terstond ver
kwijnt de liefde. Men tracht de keTk rt-erutg te
dringen van het openbaar terrein en als gevolg
daarvan triomfeert het ego-isme. Toen hebben
wij gewacht tot den tijd-, dat de debacle komen
zou. De oorlog breekt nit. en zegt spr.. was
de oorlog niet gekofa-en, dan hadden wii toch
de revolutie gekregen.
En nu. zegt spreker, htebben wii katholieken,
den plicht om de liefde en broederschap weer
te brengen in het leven.
Mot een prachtige uiteenzetting van het
Katholiek solidarisme besloot spr. zijn luid
toegejuichte redte.
Tegelijkertijd werd in „Tivoli" een verga
dering gehouden, waar als eerste spreker op
trad het lid der Tweede Kamer, de heer
A. H. Engels, om hetzelfde onderwerp als de
heer Hermans te behandelen.
Rede van den heer A. H. J. Engels over do
Katholieke Gelijkheidsidee.
Sri. zeide eveneens als uitgangspunt zijner
rede de Encycliek over den Vrede van Z. H.
Paus Benedictus XV te kiezen.
De keuzo van dit uitgangspunt, we zul'eu
het al-leu gaarne toestemmen, is een zeer ge
lukkiggeweest. Want in deze Encycliek wordt
niet a-lleen de Oorlog veroordeeld en de Vra
aangeprezen, doch de middelen worden ook at
de hand gedaan om Oorlogen te voorkonieu a
den Vrede in de wereld te herstellen en t
handhaven. Aan de verwerkelijking daarvai
zal zeker iedere Nederiandsche Katholiek val
harte gaarne willen medewerken.
In breede kringen v-oelt men het in Katho
liek Nederi and, dat het noodig is om met
bracht te arbeiden, teneinde het Pauselii'k ver
langen te verwerkelijken en alles te doen, wat
mogelijk is. om in de toekomst Oorlog te voor
komen en dén Vrede te handhaven. In dit ver
band memoreer ik el-echts even. wat in den
laatsten tijd in ons land zooal over dit onder
werp is gezegd en geschreven. Hoe talrijk
bleken in ons land de voorstanders van den
Vrede door Recht, hoe talrijk die voorstanders
van Arbitrage, van ontwapeoin« of in ieder
geval van een groote beperking deT bewape
ningen!
Dat dit alles niet zal kun-nen worden ver
wezenlijkt, dat de Vredesgedachte van Paus
Benedictus geen werkelijkheid zal kunnen
worden zo-ndter de kraehtdladige, doelbewuste
medewerking der Kathoileken in de g-eheele
wereld, men bleek dit in ons land sterk te ge
voelen. Getuige- hiervoor is de actie, welke
•iin woord en geschrift door verschillenden is
gevoerd om de gedachte eener Katholieke In
ternationale, een wereld-organisatie voor den
Vrede dus, te verwezenlijken.
Als steeds is het Katholieke Nederlandsehe
Volk ook hier ziin ouden roep jretrouw geble
ven: hot heeft deze als het ware getracht te
voorkomen.
Dit ter inleiding.
Intueschen bepaalt de Encycliek over den
Vrede zich niet alleen tot een veroordeeling
van den Oorlog en -een aanprijzing van den
Vrede.
De Paus leigt ook de oorzaken der heden-
daagsohe maatschappelijke wanorde bloot en
wijst dan op de gevaren, welk© daaruit voor do
samenleving ontstaan.
Spr. bracht hier in herinnering de gedenk
waardig© woordten tot Nederi. bede vaar tganges
in 1894 gericht: „Gii' ziit als de bloem de-zer
pelgrimage, maar gedenkt, „dat bloemen, zul
len zii weelderig bloeien, geplant moeten zijn
in vette aarde."
ZH. bedoelde dioar ongetwijfeld mede, d,at,
zoo ooit de Nederlandse!'e R.. K. arbeiders
beweging1 tot volle ontwikkeling en to-t de
volle ontplooiing van al hare krachten zou
com en, zij zich dan vast verbinden en vast
hechten moest aan de Kerk, als aan den'
vruchtbaren, levenwekktenden bodem voor
alle instellingen, die de waarachtige ver-
len en een gelijk recht op den Hemel gaf, heffing des volks beoogen,
II
17
„Neen, ik denk er in de verste ver' i niet
lan, dat gij igts verkrijgen zultmaar wanneer
je voor mij bidt, weet ik datgij aan mij denkt,
die gedachte is mij lang niet onverschillig."
j --Zóó, het is u dus aangenaam dat ik aan u
taknu, dan kan ik u verzekeren dat dit
I tarmalen ook buiten het gebed plaats vind,
f,tah ik moet er bijvoegen, zelden zonder de
Herste droefheid in mijne ziel op te wekken."
dokter zag haar met verwondering aan,
h de vraag ontvloeide met gejaagdheid zijne
"Pen
'-Als gij aan mij denkt, maakt n dit bedroefd
^elk opzicht, als ik vragen mag
'Wru-tadat ik meen te weten dat gij diep onge-
^dg 2jjt," klonk haar antwoord.
tan vergist ge u zeker, want ik zon niet
t^ta wat mij ontbreekt, buiten iets wat ik
jjytaaal hoop te verkrijgenwees verzekerd,
fcevoel mif tamelijk gelukkig,".
„Het kan niet zonder geloof het is onmoge
lijk, buiten God."
„Geloof bezit ik niet veel, dat is waar,"
zeide hii, „maar om nu te zeggen dat ik ge eel
buiten God leef, 'ri is toch wel wat al te kras.
Beiden zwegen en wandelden, ieder met zijn
eigen gedachten bezig, langzaam voort. Einde
lijk bleven zij, als het ware op een gegeven
teeken, plotseling stilstaan. Eduard plaatste
zich voor het meisje en haar goedig in de oogen
ziende welke vochtig waren, zeide "hij
„Beste Laura, maak u toch om mijne zaken
niet noodeloos bedroefd. Is het geloof nood
zakelijk tot het geluk van een volgend leven-
dan zal God het mij schenken, want mij zeiven
kan ik het niet geven, en ik verdien het dan
toch wel te ontvangen, daar ik vermeen zoo
veel mogelijk goed te handelen."
„Waarom verwerpt gij het gebed Daarvan
alleen is een goede uitkomst voor u te hopen."
„Wie zegt u dat sprak hij fluisterend,
„gisteravond, of liever dezen nacht heb ik nog
gebeden." Hij wendde het gelaat af, waarop
hij gevoelde dat een valsche blos zich vertoonde.
„Ik zou u zeer gaarne gelukkig zien," ging
zij voort, „ik heb zooveel aan u te danken. O,
ware het in mijn vermogen, zooals gij mij het
gezicht hebt teruggegeven, u van uwe ziels
blindheid te genezen
,-Gij zjit mij al te dankbaar voor bemoeiingen
die tot mijn werkkring behooren en daaren
boven geldelijk beloond zijn geworden. Laat ons
daar niet meer over spreken. Zoo gij in waar
heid een goeden uitslag van het gebed verwacht,
dan beveel ik mij in uwe gebeden ook ik wil
voortaan beproeven om te bidden."
„Is het waar dat gij dezen nacht hebt gebe
den viel zij hem in de rede.
„Zeker, het is waar," antwoordde hij met een
bevestigenden hoofdknik „Een treurige ge
beurtenis of verschijning, zooals gij het noemen
wilt, had mij dezen nacht dermate ontroerd,
dat al wat ik vroeger heb misdreven, geleden en
ondervonden, mij voor den geest terugkwam,
en ik mij zoo ontstemd gevoelde, dat ik als een
middel tot vertroosting het gebed beproefde."
„En gij hebt er zeker baat bij gevonden
vroeg zij haastig.
„Het spijt mij u te moeten zeggen, dat 't mij
weinig verlichting bracht."
„Laat n daar niet door ontmoedigen, ga voort
zooals gij begonnen zift, en er zullen weldra
oogenblikken van genoegdoening voor u komen.
Gij spraakt daar," ging zij voort, „over eene
verschijning. Helaas ook ik heb er weder een
gehad. Dokter, ik heb een nacht doorgebracht
zoo verschrikkelijk, dat ik geen kans zie hem
naar waarheid te beschrijven."
„Ik wil het gelooven," zeide hij, „wij beiden
zijn, meen ik, hedennacht van hetzelfde treurige
voorval getuige geweest."
„Inderdaad," vroeg zij verwonderd, „hoe
bedoelt gij dat
Hierop volgde eene verklaring des dokters,
op welke wijze hij zich het afgrijslijk nacht
gezicht had verschaft, en Laura huiverde toen
zij aan die vreeselijke oogenblikken dacht.
„Uwe moeder is het slachtoffer van een idéé
fixe, dit schijnt mij zeker," hernam hij met
een treurigen klank in zijn stem en op den toon
van overtuiging.
„Helaas, wanneer zullen die treurige too-
neelen een einde nemen 1" zeide zij bedroefd.
„Houd goeden moed, wij zullen ons best
doen, mijne medicijnen zullen toch wel eens
een goede uitwerking hebben vooral verwacht
ilc veel goeds van de koude baden haar zenuwen
moeten versterkt worden."
„Neen, dokter, geloof mij," sprak zij, treurig
het hoofd schuddende, „het is de wetenschap
ifiet waarvan wij redding kunnen hopen haar
ziel is ziek, en God weet door welke oorzaken 1"
„Heeft uw moeder nooit gezinspeeld op een
of ander voorval uit haar vroeger leven Hebt
gij nooit iets. aan haar kunnen bemerken
vroeg hij nadenkend, terwijl hij zich met de
rechterhand over het voorhoofd streek.
„Geen enkel oogenblik," antwoordde zij, „en
hoeveel, angst zii mii dezen nacht ook heeft i
aangejaagd, hedenmorgen is zij zoo wel alsof
er niets gebeurd is."
„Ja, dat heeft men met zulke lijders meer,"
ging de dokter voori, „intnsschen zijn het de
lastigste kwalen waarvoor men onze hulp
vraagt.... Wees vooral voorzichtig dat gij
haar niet toespreekt wanneer zij in zulk een
toestand als dezen nacht verkeerthet kon een
plotselingen dood ten gevolge hebben. Ook
moet ge haar naderhand niet om ophelderingen
vragen, want dit zou haar geest nog meer in
verwarring kunnen brengen, en de vrees bij
haar wakker schudden dat zij op weg is om
krankzinnig te worden. Ik houd vol dat in haar
vroeger leven eene gebeurtenis heeft plaats ge
vonden, welke haar een hevige schrik heeft
veroorzaakt, en deze schijnt haar denkver
mogen verward te hebben. Bespeurt ge over
dag nooit iets aan haar
„Zeldzaam," antwoordde Laura, „enkele ma
len is het gebeurd, dat zij na eenige oogenblik
ken zwijgend tegenover mij te hebben gezeten,
plotseling een zucht slaakteals ik haar dan
aanzag, was haar gelaat door een lijkkleur
overtogen, en uit hare wezenstrekken, akelig
verwrongen, sprak het diepste zielelijden
Dokter, ik ben zoo bangdat
(Wordt vervolgd)-
F