KIEUWE HUIL COilllI
HET WITTE HUIS.
I
Eerste NederS. Katholiekendag.
FEUILLETON
Donderdag 25 September—Tweede Blad
(Vervolg van den tweeden dag)
Omtrent den dag van gisteren wor<3to ons no®
gemeld:
In de O. L. Vr. Kerk in de Biltstraat, die met
Tanen, guirlandes, groen en bloemen versierd
was, werd Z. D. H. Mgr. A. J. Gallier, Bisschop
Tan Haarlem, op plechtige wiiz® ingehaald.
Daarna droeg Z. D. het H, Misoffer op.
Als Presbyter-aeaistens fungeerde de Hoog
eer w. heer Deken van Amsterdam, Th. J. A.
Boeman. ïroondiaken» waren: Mr. H. J. M.
Taskin, President van het Groot-Seminarie te
Warmond en Th. F. Ebbinkhuizen. Regent van
IIageveld, Diaken en Subdiaken, respectieve
lijk Prof. J. D. J. Aengenent en Prof. P. Grc€-
nen, beiden te Warmond. De oiverige_ assisten-
ties werden verricht als bii gelegenheid van de
Pontificale Hoogmis in de kathedraal: als eere-
moniari de beide Eerw. secretarissen van het
Aarstbridoin en voorts eenige theologanten van
bet Grffbt>Seminarie.
Des namiddags te half drie vergaderden de
tes overige secties in het gebouw voor Kun-
iten en Wetenschappen. In de zesde sectie
vergadering was aan do orde het onderwerp:
MlSSIÈ-ACTIE waarbij de Z.E^Heer J. F.
C, Franssen als inleider optrad met het on
derwerp: „Missie-actie en priester-missie-
iond". In sectie VII, waar HET VROU
WENVRAAGSTUK aan de orde was, sprak
mevrouw Albertine gtieenhoff-Smulders over
„De godsdienstige ra sociale ontwikkeling
fan de Vrouw".
Uitgaande van de stelling, dat de vernede
ring van de vrouw komt doer de zonde en
de vrouwenkwestie dus als iedere kwestie ge-
horen is uit de zonde, betoogde spi\, dat de
ontwikkeling en vrijmaking der vrouw komt
?an Christus en dus geen, droeve noodzake
lijkheid is, ons opgedrongen door sociale en
economische stroomingen, maar dat we haar
Oorsprong in Christus vinden.
In tic geschiedenis der H. Kerk vinden wij
de bewijzen, dat zij dit werk van Haar Brui
degom steeds bleef voortzetten.
Waar de godsdienstige en sociale ontwik
teling der vrouw aan banden werd gelegd,
daar was het door onchristelijke stroomin
gen; en waar Katholieken mede het recht
der vrouw op onderwijs, ontwikkeling en be
schaving betwistten, daar handelden zij, on
bewust," onder den invloed van paganistische
overblijfselen.
Alleen in en door Christus, in en door de
U. Kerk, in en door den godsdienst kan de
Touw het ideaal bereiken van ontwikkeling
en. kan zij zich behoeden voor een strooming,
die onder de lens van vrijmaking haar tot
bet grootste verval brengt.
In do vierde sectie (Voor Eer en Deugd),
®erd na eenig debat, de volgende motie aan
genomen:
De sectievergadering: Voor Eer en Deugd
Van den Eersten Algemeenen Neder land-
«eben Katholiekendag, uit den weuseh: dat
tóö spoedig mogelijk in Den Haag in samen-
'"^rking met andere organisaties worde op
dicht een Centraal Bureau of Algemeen
■Secretariaat voor onze Roomsch-Katholieke
^delijkheidsorganisatie* waar onder leiding
^an een kundig en ervaren priester meer
dere personen het zedelijkheidsvraagstuk in
d zijn vertakkingen bestudeeren; waar eener-
rijds allerlei gegevens omtrent de zedelijk
heid in binnen- en buitenland worden verza
meld, anderzijds inlichtingen daaromtrent
bunnen worden verstrekt; waar de allerwege
bi ons land op zedelijkbeidsgebied gevoerde
se tie naar best vermogen gesteund worde;
Jaar vooral gewerkt worde voor de erken
ning en eerbiediging onzer R.K. zedelijkheids
beginselen door Kijk, provincie en gemeente
bij het geven van wetten en verordeningen;
®aar eindelijk eene gestadige controle der
^iet-katholieke pers plaats vinde om van tijd
b)t tijd in onze katholieke bladen en wellicht
°ok in vlugschriften met aangifte van bewij
zen 0p ^et gevaarlijke dei- niet-katholieke
beis te kunnen wijzen.
Eene reeds in uitzicht gestelde subsidie
Van regeringswege, eene jaarlijkse! e bijdra
ge van de mannen- en vrouwenafdeelingen
van „Voor Eer en Deugd" en eventueel van
lader meer beperkt ook nuttig werkende ze-
^ehjkheidsorganisaties, eene van de R.-K.
obandsorganisaties en wellicht van de Derde
Orde, H. Families, en Maria-Congregaties,
Alsmede van de R.-K. Pers te verwachten fi-
^cieelen sten* en verder niet weinig gif
ten van weldoeners en weldoensters mogen
bereikend zijn om de kosten van dat Cen
taal Bureau of Algemeen Secretariaat van
«Voor Eer en Deugd" te dragen.
De zevende sectie (het Vrouwen-vraagstuk)
"lelt Pater van den Tempel voor stelling 2
je lezen als volgt; De godsdienstige en zede-
'Üke vrijmaking der vrouw komt van Okris-
'ua en Zijn Kerk. Haar economische en in-
telleotuieele ontwikkeling- hangt samen mèt
die economische en intellectueele stroomingen
van de laatste halve eeuw, maar moet door
godsdienst en geloof wordlen geadeld. Ook in
conclusie IV «telt spr. een kleine wijziging
voor.
Mgr. Mutsaers meent, d!at in het dóenstbo-
dlenvraagstuk ook de economische kwestie
moet worden bezien. De Vrouwenbond mo«t
niet alleen meesteressen en dienstboden be
ter maken, maar ook den moed) hebben die
dienstverhoudingen onder het oog te zien,
loonkwestie,arbeidsduur en vooral die opvoe
ding van de dienstboden. Voor het laatste
zouden bijzondere scholen moeten worden op
gericht,
In de 8ste sectie sprak kapelaan Binck uit
Breda ovèr de ONTSPAJSTNINGiSVEREEiNI-
GINGEN VOOR DE JEUGD, Aan het slot
van zijn rede stelde deze spr. die volgende
eisehen:
le. eigen Roomsehe sport- en ontspanning*;
vereenigingen;
2e. één flink, eigen weekblad; dat alle tak
ken van sport en ontspanning omvat en dat
wekelijks artikelen levert onder deskundi
ge redactie over apologie, stand- en vak
organisatie, drankbestrijding enz.
3e. Het oprichten van Jugendheime, waar
wensckeüjk en mogelijk is.
De 9de sectie was aan het ONDERWIJS ge
wijd. Daar sprak dr. P. J. M. van Gils uit
Roermond over het onderwerp; Van de bewaar
school lot de universiteit. Spr. zete uiteen, dat
de opvoeding der jeugd., dat het onderwijs Ka
tholiek moest zijn van de bewaarschool tot en
met de Universiteit. Voor de lagere school
spreekt dit nu wei haast van zelf. Zeker, nu de
eglijkstelling er is, zorge meen,dat elke gemeente
of, parochie van eenige beteekenis haar katho
lieke school hebbe.
Maar ook het middelbaar, het vak- en gym
nasiaal onderwijs, zoowel voor jongens als
miesjes zij katholiek. Omtrent de katholieke uni
versiteit zie spr.;
Met volle kracht en heilige geestdrift streve
heel katholiek Nederland naar de totstandko
ming eener Kaholieke Universiteit. Dat vordert
het Kerkelijk recht en ook het Katholiek belang.
Zij vindt haar naturlijk uitgangspunt in de R-K.
Leergagen.
Had de mate van belangrijkheid de volgorde
der begeerde hervormingen bepaald, dan zou op
vrijmaking van het universitaire onderwijs het
eerst de strijd zijn gericht," is een stelling, die
niet zonder meer mag verworpen worden. Zoo-
lnag echter dit ideaal niet bereikt is, zij ona
streven gericht op aanstelling van meerdere bij
zonderdere hoogleeraren aan de openbare Uni
versiteiten en Hoogescholen.
Een allergewichtigste taak is de vorming van
toekomstige katholieke leeraren aan onze Gym
nasia, H. B. S.-scholen en Handelsscholen-.
Het oprichten van deze scholen is weldra niet
zoo moeilijk meer. Des te moeilijker echter wordt
het vinden van goede leerkrachten.
Tn de negende sectie (Onderwijs), bepleit
de heer Droste, praeses der R.-K. Studenten-
Unie den steun der R.-K. Studentenbeweging.
Vooral is die steun noodig voor het op te
richten Unie-secretariaat.
De heer van Alphen verzoekt voortaan een
Onderwijs-Congres te houden, waaraan de
onderwijsmannen kunnen deelnemen. Thans
kan zoo góed als niemand hier zijn, daar het
De heer Jnrgens vraagt de mogelijkheid
onder het oog te zien om een commissie in
het leven te roepen, die gelden verzameld
voor de katholieke universiteit.
In deae sectie-vergadering- vertoefde nog
eenigo oogenblikken Z. D. H. de Aartsbis
schop. Na de rede van dr. van Gils, sprak
Monseigneur een enkel woord en zeide d!at de
totstandkoming eener Roomsehe Universi
teit zijn vurigste wenseh en innigste bede is.
Ln de 10de seotie, waar „PERS EN LEC-
TUR" aan de orde was, was pater Hyacinth
Hermans de inleider. Omitrent de volkspers gaf
deze spr. de volgende frisschie gedachten ten
beste:
De Katholieke pers van de naaste toekomst
zal meer dan ooit een strijdbaar en militairis-
tisch karakter moeten dragen.
I verband hiermede mag wel eens ernstig
overwogen worden, hoe in de toekomst door de
Katohlieke pers de verderfelijke invloed kan ge
broken worden van de sociaal democratische
pers, met name Het Volk, dat zich meer en meer
specialiseert in het bestrijden van de Katholieke
Kerk en in bet kleineeren' van heit Katholieke
geloof.
Als wij spreken van Katholieke Volksbladen*
dan bedoelen wij daarmede niet één algemeen
dagblad voor de R.K. Arbeiders van Neder
land, Wij willen geen standajournalistiek. Wij,
wenschen ook niet een algemeen volksdagblad,
maar meerdere volksbladen. De groote atractie
van el'k waar volksdagblad is de locale kleur. Het
locale heeft juist de meeste charmle voor de ge
wone lezers.
Al heben de Roferdamsdhe sociaal-democraten
een zeer beduidende eigen rubriek in Heit Volk,
toch gaan ze zelve in Roterdam een eigen dag
blad uitgeven.
Wenschelijk zijn afzonderlijke Katholieke
volksdagbladen voor groote steden en gewesten.
Daarvoor behoeven geen nieuwe ktanüeni te
worden opgericht, maar vele van onze bestaande
Katholieke dagbladen kunnen, zooals zij, nu ge
redigeerd wordten, tot uitmuntende volksbladen
uitgroeien.
In die tiende sectie (Pers eni Leotcur) werd
door pastoor Jorna te *s Kage gepleit voor een
algemeen Katholiek Orgaan, omdat het zoo
kostbaar is op verschillende bladen geabonneerd
te zijp.
De heer Smulders njas bet hier met den in
leider niet eens voor wat betreft de uitgave van
een aibeidersdagblad. Spr. gaf als zijn oordeel
te kennen' diat zulks niet tot eenzijdigheid zou
leiden.
Pater Mollkenboer vindt in de Katholieke cou
ranten te veel theologische artikelen. Spr. wil
aan den inleider vragen of dat niet anders kan.
Een apologetisdhie rubriek in een blad noemt
spr.'uitstekend en verwij'st in dat verband naai
de wekelijksche artikelen van „Max" in „De
Maasbode".
Pastoor van Sdhaik acht een specifiek arbei-
dersblad niet onmogelijk en-zeker op zijn plaats
Het argument dat een blad een locale kleur
moet lubben, ia .voor spr. niet overtuigend; Ver
der brengt spr. hulde aan de Katholieke pers
voor debereidlwilligheid, waarmede zij steeds
iedere goede zaak steunt en doet een beroep op
hapr om de cltergé te hulp te komen ia den- fi-
nancieelen nood dezer dagen.
Dn P^ols dringt in krachtige woorden aan
op goede saiarieeriing der Roomsehe journalis
ten. Hlun taak is waarlijk zwaar en hun arbeid
voor de Katholieke zaak van het grootste ge
wicht. Hetgeen pastoor van Schaik over den
nood der geestelijkheid heeft gezegd, herfiaalt
«pr. hier nog eens in forsche taal en hij doet
een beroep op alien dim te steunen en comité's
te vormen, opdat de geestelijkheid zich de zorg
voor het dagelijks onderhoud ziet verlicht ,Ook
spr, acht een arbeidersdagblad niet onmogelijk.
Prof. Aengenent deelt namens Mgr. Callier
piede, dat een steunfonds behoort gevormd te
worden tot versterking der locale en gewestelijke
per». Reeds is een bedrag daartoe bijeen en aan
spr. kunnen bijdragen worden gezondlen.
De inleider beantwoordde de verschillende
sprekers en deed daarbij opnieuw de bezwaren
om een specifiek arbeidersdagblad op te richten,
duidelijk uitkomen.
ln de elfde sectie, welke in Hotel de l'Europe
vergaderde, hield dr. Alph. Arienis, Pastoor te
Maarssen, een fijngeestige rede over de noodza
kelijkheid der DRANKBESTRIJDING in de
naaste toekomst.
'a Avonds te acht uur had in Tivoli de
DERDE ALGEMEENS VERGADERING.
plaats. Daar sprak pastoor Hinsbergh uilt Bus-
sum over Godsdienstig leven.
Rede van pastoor E. van
Hinsbergh over: Godsdienstig
Leven.
Sinds maanden hoorden en lazen wij voortdu
rend van „het historisch moment", dat eerst
komen zou en nu er geweest is. Een moment
zoo beteekenisvol, zoo belangwekkend en albe-
slissend, zoo diep ingrijpend in het lot en leven
der volkeren, dat het eenvoudig wieg weergaloos
moest heeten in heel de historie van het mensch-
dom. Ik bedoel naturlijk het oogenblik dat ons
voorbijging, toen te Versaillqp het vredesverdrag
geteekend was. Had ooit een' oorlog zó» gewoed
had ooit een vrede meer te herstellen?
van de men aer afgevaardiigdm» die hetzij met
verslagenheid, hetzij met overwinningsvreugde
in het hart, het document kwamen teekenen, dat
de grondwet heette voor een nieuwe wereldorde.
Hing erboven de hoofden dier mannen wel een
Kruis, toch a'ltijd nog de hoogste school van
recht en liefde? Was daar wel vertegemvoor-
didg degene, diie als zichtbaar piaatsbekleeder
van den Koning des Vredies, Jezus Christus, de
Vredes vorst bij citstek heeten mag? Immers
neen! De 14 art. van Wilson zouden richtsnoer
zijn geeweest. Zou men niiet verder zijn gekomen
op de Vredesconferentie, wanneer men er de af
scheidsrede en het hoogepriesterlijk gebed eens
gelezen had van Jezus, toen Hij sterven ging en
zijn Apostelen zijn heerlijke lessen gaf? Wat al
licht en warmte; wat een diepte van onvergan
kelijke wijsheid en onweerstaanbare goedheid.
Dóén- kunt gij leeren, welke de ware vrede is.
Ik moet u onderhouden over het godsdienstig
leven als de tegenstelling van de zucht naar
genot. Het godsdienstig leven geeft u den eenig
waren vrede door een onafgebroken strijd. God
trouw dienen zult en kunt gij niet anders dan
Gods vijanden bestrijdend.
Daarom herinner ik u«aan een ander histo
risch moment, geen vredesconferentie, maar de
bevestiging van een oorlogsverklaring, die in
het aardsche paradijs reeds uitgesproken, in een
onafgebroken worsteling hoor de geschiedenis
van het menschdom gaat tot aan het eindgericht
dier wereld. Daar staat Christus ende duivel
vlak naast. Hem.
Is er grootea* tegenstelling denkbaar'?
Jezus, do eeuwige Zoon van God, die naar
die voorspelling des Vaders in 't aardlsch Pa-
radijsch gedaan, in de wereld komen zou, om
den strijd tussohen goed en kwaad te be
slechten, Hij, die als 't zaad der vrouw, die 't
hels eb 6erpent den kop verpletten moest, in
eeuwige vijandschap met den duivel en zijn
zaad zou wezen, opdat öe door Hém verloste
memselien het slavenjuk der zonden zouden
kunnen afschudden; Hij, de heiligheid zelf,
de zelfstandig heilige* die ook als mensok on
zondig was in dien zin, dat Hij niet alleen
nie^aoude zondigen, maar dat de zonde voor
Hem onmogelijk was en tegenspraak; Hij
ging zijn openbaar leven beginnen, door zijn
waarheid de duisternissen dezer wereld uit
eendrijven, :door zjjn genade de zwakken
sterken en tot helden maken, door zijn ge
boden de verdoolde menschen leiden op het
pad des Hemels en al moest het een voor
spel zijn van zijn strijd en overwinning zijn
Hij laat toe, dat Satan op Hem toetreedt,
Hem bekoort. Hij, wiens leven één strijd on
afgebroken tegen den duivel wezen zou, liet
toe dat hier, nu Hij zijn openbaar leven ging
beginnen, dé duivel Hem kwam bekoren tot
de drievoudige begeerlijkheid des vleesches
en der oogen. En volkomen overwonnen zien
wij den satan aftrekken, om nog eenmaal te
rug te keeren, op het eind van Jezus' leven,
als hij Ham komt overvallen met de ver
schrikkingen van zijn, lijden en dood, als Je
zus in zijne roerende troostrede zijn leerlin
gen toevoegt: „Niet veel meer zal Ik met U
spreken. Want de heerschar der wereld
komt, en in Mij behoort hem niets." (Joan.
XIV. 30).
Mijne toehoorders, ik zal u geen weten
schappelijke verhandeling, gaven over den
Christus door, Satan bekoord; maar ik zie op
het oogenblik voor mij Christus en den Sa
tan. Tussohen dio twee blijft de voortduren
de strijd, waarin wij betrokken moeten wor
den.
Hoe was 't in Jezus' dagen? Terwijl Jezus
zijn afscheidsrede hield vel liefde en vrede,
was het druk om het paleis van een Caiphas
en een Pilatus, waar de hooge Joden en de
gemeene soldaten samenrotten tegen den
koning der eeuwen, die hen wachtte als een
weerloos lam. Die menschen zouden de werk
tuigen worden in Gods hand, om den eenigen
Zoon des Vaders te zien sterven als .verlosser
der wereld.
Nog woedt men tegen Christus. Maar, als
thans de vijanden van Christus winnen, dan
zijn zij de werktuigen des duivels en de we
reld, door Jezus' kostbaar bloed vrijgekocht,
wordt opnieuw geknecht in Satans Slavernij.
Gij hebt te kiezen, Katholieken, het licht
der wereld volgen, het licht van 't licht
strijdvaardig en fier. God dienend en zijn
Rijk of den vorst der duisternis volgen en
in diens gelederen heimelijk of openlijk wer
ken voor diens rijk. Een midden is er niet;
twee hoeren dienen kunt gij niet en God treft
met den duivel geen vergelijk, ,.i,u
Zoo onverzoenlijk als Christus en Satan
zijn, zoo onverzoenlijk zullen altijd blijven
de christelijke godsdienst en de ongodsdien
stige wereld* waarin de duivel heerscht.
Hier kamen wij aan de groote kwestie; Waar
toe zijn wij op aarde? De kleine catechismus
geeft net antwoord op die eerste vraag. Wij zijn
op aarde om God te dienen en daardoor in den
Hemel te komen. Ons leven hier op aarde moei
dus zijn godsdienstig leven; het eeuwig leven
in den Hemel volgt dan vanzelf.
Spr. geeft vervolgens een eenvoudige uiteen
zeting van een en ander en vervolgit dan:
Arbeiders, als de duivel door het socialisme u
voor komt stellen van steenen brood te maken,
deukt daa aan de bolschewikidie van het
'maatschappelijk gebouw den éénen steen niet op
den ander laten, maar aan de hongerende mas
sa's geen brood hebben verschaft.
Jonge menstihen, die in ij;delen overmoed* uw.
jeugd dikwerf «igen, van dien boozen geest ver
neemt, dat gij moet genieten van uw jeugd en
wel eens een sprong kunt wiagen the midden eener
van God vervreemde wereld, zijt gii ernstig en
voorzichtig?
- Rijken, die terwijl gij te veel aan de goederen
dezer wereld hecht, de stem verneemt, „dit alles
zal ik u geven," denkt toch om Gods wil aan de
voorwaarde, die u daarbij wordt gesteld: „als
gij neervalt en mij aanbidt." En zegt dan met
den Christus„Er staat geschrevenGij zult den
Heer uwen God aanbidden en Hem alleen die
nen. Wij aanbidden en loven U, Christus, om
dat Gij idoor Uw heilig Kruis de wereld hebt
verlost! Zóó moet het zijn, 1
Is het zoo ook en zal 't zoo blijven? Op ééne
voorwaarde, die onafwijsbaar is, dat wij* Katho
lieken, toch niet mee gaan doen aan de onver
zadigbare zucht naar wereldsch genot, dlie onze
dagen kenmerkt i «tMfe i
Spr. roept ten slotte uit: Katholieken van Ne
derland, blijft paraat. Want onze vijand rust
nooit en wij kennen geen vrede met hem. Wij
moeten leven in een wereld, waarin wij moeten
blijven strijden, zoolang ons het leven is. De
dood alleen zal vrede brengen* als ons afgetobd
lichaam, het werktuig onzer deugd, onder de
schaduw ligit van 't kruis en het eeuwig licht is
opgegaan over onze ziel, die dan in vrede rust.
Die vrede van de eeuwige overwinning is wegge
legd voor ieder, die met Christus heeft gestre
den tot het eind. Christus blijve dus uw Koning.
Hii beeracfae in uw hart. Laat dan komen* wat
komen wil. Al slaat een wereldrevolutie de zuil
van graniet in gruizelementen, die voor de bt.
Pieter staat Wat nood! Voor ons zal Chrisius
toch de Koning blijven, die overwint, regeert en
heerscht in aller eeuwen eeuwigheid. Zoo moge
het zijn 1
I Rede van Dr. L. Deckers over;
„Godsdienstig leven".
Wie onzer zoo ving spr. aan heeft,
toen de rampen van den groeten oorlog de
wereld teisterden, niet altijd de stille hoop
gevoerd* dat, was de vrede slechts eenmaal
daar, aan al die ellend spoedig een einde zon
kómen! Was er een enkele, die heel voor
zichtig de mogelijkheid dorst te veronder
stellen, dat het oorlogswee zich nog lang zou
doen gevoelen, wij noemden hem een nurka
en een zwartkijker en wilden hem niet ge-
looven.
Al leerde do historie ons ook, dat in het
verleden geen enkele oorlog de menschen be- -
tea* maakte, wij hoopten zoo gaarne, dat die
regel ten aanzien van dezen wereklstrijd niet
zou gelden en wij wezen op de voorbeelden
van waaraohtigeu heldenmoed en edele zelf
opoffering, die ons bekend wei-den.
De droeve werkelijkheid echter, toonde aan
hoe ijdel onze hoop was. Wij moeten vaststel
len, dat van een verbetering, een zedelijke
opbeuring des volks wij wenschen ons hier
tot ons eigen volk te bepolen geen sprake
kan zijn. Een zedelijke opbeuring zagen wf
niet tijdens den oorlog, zien wij thans n-of
niet.
En daarom, Mijne Dames en Heeren, is on
der de oneen ook geen sprake van vrede»
vreugde. De vrede, die kwam, is niet di«
welken wij verwachten. Hij maakte een eind»
aan hot wapengeweld, maar buiten de slag
velden wordt de strijd met groote verbitte
ring voortgezet. De vrede is gekomen, maar
de mensehheid heeft niet gejuicht en geju
beld,' niet herademd, zooals men dat ver
wacht had na een bangen strijd van vier lan
ge jaren.
Hoe dit mogelijk was?
Och, het is gemakkelijk te verklaren!
De oorlog eindigde, maar de oorzaken, dk
hem deden ontstaan, werden niet nit den weg
geruimd.
Ik durf spreken over de oorzaken? Ja,
maar dan bedoel ik niet de gebeurtenissen
door diplomaten, politici en allerlei minder
of meer bevooroordeelde beoefenaars der he-
demdaagscbe geschiedenis als oorzaken aan
gewezen en later door anderen als zoodanig
verworpen. Ik bedoel de oorzaken, door Paus
Benedictus XV in zijn Encycliek van 1 No
vember 1914 aangeduid, toen Hij zeide: „Doch
„werkelijk, niet alleen de verwoede strijd
„van dezen bloedigen oorlog heeft de volke
ren zoo diep ongelukkig en ons zoo angstig
„en bekommerd gemaakt. Daar is een an-
„der verwoestend kwaad, dat in 't hart der
„mensehelijke samenleving is binnengedron-
„gen en dat allen, die er zich indenken, met
„schrik vervult, wijl het den staten reeds
„vele rampen heeft berokkend en nog be-
„rokkenen zal en met recht voor de diepere
„reden van diezen jammerlijken oorlog wordt
„gehouden. Immers, van het eerste oogen-
„blik af, dat de voorschriften en beginselen
„een noodzakelijke voorwaarde zijn tot de
„hechtheid en de rust der maatschappelijke
„orde wel noodzakelijk, dat de Btaten op
„hunne fundamenten gingen wankelen; eo
„nu reeds is er zoo groote geestesverwarring
„en zoo'n groot zedenbederf uit voortgeko-
„men, dat zoo God niet tijdig tussclien-
„béide komt de ondergang der in ease ho
„lijke samenleving nabij schijnt te zijn."
„Zoo nemen wij waar, dat tusschen de men-
„schen onderling alle naastenliefde verre is,
„dat het gezag van hen, die aan het hoofd
„staan, geminacht wordt, diat tegen alle recht
„in de versehilipnde klassen van burgers el
kander bestrijden, dat de vergankelijke en
„tijdelijke goederen zoo begeerig worden na
gejaagd, als waren er geen andere en veel
„betere goederen den menseh voorgehouden
„ter verkrijging."
Ziedaar, volgens den Paus, de vier feiten,
die alle oorzaken omvatten van de ellende,
waaronder de hedendaagsehe samenleving
gebukt gaat. In het programmaboek van de
zen Katholiekendag worden zij in het kort
genoemd
de verkeerde vrijheidsidee;
de verkeerde gelijkheidsidee;
de verkeerde broederschapsidee;
de al te groote zucht naar aardsehe goede-
.en en aardsoh genot.
Dr. Deckers trad dan in een uitvoerige be
schouwing dezer 4 punten, om vervolgens
allen op te wekken toch uiting te geven aan
Katholiek leven en Katholieke liefde.
Rede van Pater D. Van dar
Geest, O P., over de Katho
lieke Sociale Actie
Op, bladzijde 7 van ons Oificieeie Pro
grammaboek lees ik: „Bij velen leefde het
verlangen: om van tijd tot tijd een congres
van de Katholieken uit de verschillende dio
cesen en gewesten bijeen te zien, ten cindé
daar gezamenlijk de nationale Katholieke be
langen te bespreken en door wederzjjdsch
enthousiasme elkander tot hooger begeeste
ring voor het openbare Katholieke leven
op te voeren."i -
18
„Welnu voleindig, waar zijt gij bevrees
'oor f iieb toch, wat ik u bidden mag, althan
Jat deze zaak aanbelangt, voor mij geen ge-
^hnen," sprak de arts goedig. Laura bleef
vijgen en Eduard zag haar vragend aan. Ein-
zeide hij
m '«Heb ik dan zoo weinig vertrouwen bij u
had mij gevleid, in dit opzicht althans, eenige
ri^ohartigneid van u te nogen verwachten
9 Vreesdet
Lffat mijn moeder een vreeslijke misdaad
hol bedreven, waarvan ik den naam niet durf
hA'hen," sprak zij stamelend en bij tusschen
terwijl zij zich op haar teenen ophief
Ju hem deze woorden in het oor te fluisteren
peesde zij dat iemand ze zou opvangen,
geloof ik niet," sprak Eduard op dien
Oj 0 van zekerheid welke geen twijfel overlaat
zich vergist, ofschoon hij sedert der
QAcht haar gevoelen begon te deelen
k,dat geloof ik nietzoo iets zou immers niet
kunnen gebeurd zijn zonder dat zij in de handen
van den rechter ware gevallen."
Wie weetin 't geheim, fluisterde zij weder
met de oogen vol tranen, terwijl zij haar hand op
het hart legde als zocht zij daardoor het hevig
kloppen te bedwingen.
„Gij moogt zoo iets niét denken van uwe goede
moeder, die gij liefhebt boven ajGeloof mij, het
is niets anders dan hare verbeelding, welke door
een of andere gebeurtenis werd geschokt," troo-
te de dokter.
Intusschen waren zij, langzaam voortgewan-
deld/en het witte huis genaderd, juist 't oogen
blik dat de predikant door mevrouw Traumbach
uitgeleide werd gedaan. Na Laura en haar cava
lier vriendelijk te hebben gegroet, liep de leeraar
in alle haast voorbij, volstrekt niet tevreden over
zijn morgenbezoek, daar hij in de bewoonster van
het witte huis nooit zulk een hardnekkige tegen
standster had gevonden als hedenochtend. Zelfs
herinnerde hij zich niet bij iemand ooit een der-
gelijken tegenstand te hebben ondervonden.
„Als die hemeldragonder door zijn langdradig
gesteem iets van den ongelukkigen toestand uwer
moeder kan verbeteren, staat het mij gelijk
aan een wonder," sprak Eduard met een spotlach
om zijn lippen.
„Gij moet niet kwaad worden om hetgeen ik u
zeggen zah" hernam Laura. ..maar ik steJ nog
meer vertrouwen in zijn godsdienstige vertroos
tingen en opbeuringen dan rn uw medicijnen
wilt ge dat wel gelooven?"
„Met pleiziér wj ik het gelooven, maar het
klinkt anders niet heel aangenaam indien ik geen
zelfvertrouwen genoeg bezat, zoudt gij mij allen
moed benemen.Och, kom, dat gezeur van die
heeren geestelijken, die altijd over den hemel
spreken waarvan zij zeiven niets weten, is voor
iemand die lijdende is vervelend. Laten wij het
ons eerst aangenaam zien te maken op de plaats
waar wij zijn als er een hemel bestaat, is hij er
over honderd jaar nog."
„Dokter mag ik u herinneren dat uw cate
chismus zoowel als de mijne heeft geleerd, dat
dit leven een doortocht tot een. volmaakter is,
een oefenschool, begrijpt u En als wij ons daar
niet goed oefenen, dat wil zeggen Ons misdragen
blijft die volmaakte plaats voor ons gesloten."
„En komen we in een andere waar we zullen
braden," voegde de geleerde heer er zeer ironisch
bij, Laura veelbeteekend aanstarende, die eens
klaps gramstorig haar gelaat afwendde. De dok
ter zocht het echter weer op de ernst van Laura
bezweek voor den sportenden trek van zijn lip
pen, terwijl zij tot zijn niet geringe voldoening
met hem in een schaterlach uitbarstte.
„Gij zijt onverbeterlijk," zeide zij, ik hoop dat
Onze Lieve Heer 't je zoo kwalijk met zal nemen,
omdat ge 't niet kwaad bedoelt. Er is anders
met ons toekomstig geluk of ongeluk geen spot
ten."
Mevrouw Traumbach, die hen beiden zag nade
ren toen zij den predikant uitliet, was blijven
wachten tot de wandelaars de stoep opkwamen,
en verwelkomde hen toen met een van haar aan
genaamste glimlachjes, terwijl zij zeide
„Nu, nu, heb ik het niet gedacht dat de dok
ter weer in 't spel was het kwam mij eerst voor
dat de kerk van morgen zoolang duurde, maar
eAoogenblik later scheen 't mij toe dat men wel
eens een wandeling kon voorhebben.
Torii niet, moeder," sprak Laura, „daat be
stónden volstrekt geen voornemens toe ik heb
den dokter zeer toevallig bij de kerk ontmoet, en
hij heeft de goedheid gehad mij naar huis te
geleiden. Mogelijk hebben wij iets te langzaam
geloopen, omdat we gedurig wat te spreken had
den."
„Nu, mijn kind, 't is niets, gij moogt ook wel
wat wandelen, ik gun 't u van harte, antwoord
de mevrouw Traumbach, „gij weet, ik ben wei
wat lastig met altijd uw gezelschap te begeeren.
„Nu ik eenmaal hier ben,' spraK Eduam,
ik mijn visite maar eerst bij mevrouw Traum
bach afmaken. Hoe vaart u Hoe is t van nacht
gegaan Nog al goed gerust
Up deze vragen volgde van de andere zijde
geen spoedig antwoord. De dokter onderzocht,
toen hij binnen was gekomen, haar pols, en schoon
hij 't niet zeide, hij vond dien zeer gejaagd. Haar
oogen stonden verwilderd, en toen de dokter de
vraag hernieuwde of zij goed gerust had, was
haar antwoord kortaf„neen.
Eenige oogenblikken gingen zwijgend voorbij
gedurende welke de jonge dokter zijn patiënte
oplettend in oogenschouw nam. Hoe meer hij
haar aanzag, hoe meer hij een afgetrokkenheid
van geest bij haar waarnam, die de overtuiging,
dat zij aan zinsverbijstering onderhevig was, bij
hem bevestigde. Er gingen soms fenige minuter
gvoorbij dat zij van zijn nabijnen \olstreki
een kennis scheen te dragen en ha e ci re
verwijderd scheen van de plaat: v Z-j zicli
bevond. Wanneer bij haar eindelijk weer toe
sprak, schrikte zij plotseling op, zag hem met
een verwarden blik aan en verzuimde te ant
woorden op de vraag welke haar gedaan was,
terwijl hevige zuchten haar boezem ontsnapten.
Eduard was recht tegenover haar gezeten, en
boven zijn hoofd hing een klein portret van ljaar
echtgenoot waarop bijwijlen, als in stille aanbid
ding, haar blik bleef rusten. Eenmaal was het
gebeurd dat hij, om iets van haar vroeger leven
te ontdekken, uit deze beeltenis de stof vooi
een gesprek wilde putten, maar de poging welks
hij waagde had hem zoo berouwd, dathy voo.
altijd van eene hernieuwing daarvan afzag.
onderwijs woei* in vollen guug Xe.
Daar .zetelden <jte rechters der wereld, te xnidden