KIEUWE HUIL COilllI HET WITTE HUIS. I Eerste NederS. Katholiekendag. FEUILLETON Donderdag 25 September—Tweede Blad (Vervolg van den tweeden dag) Omtrent den dag van gisteren wor<3to ons no® gemeld: In de O. L. Vr. Kerk in de Biltstraat, die met Tanen, guirlandes, groen en bloemen versierd was, werd Z. D. H. Mgr. A. J. Gallier, Bisschop Tan Haarlem, op plechtige wiiz® ingehaald. Daarna droeg Z. D. het H, Misoffer op. Als Presbyter-aeaistens fungeerde de Hoog eer w. heer Deken van Amsterdam, Th. J. A. Boeman. ïroondiaken» waren: Mr. H. J. M. Taskin, President van het Groot-Seminarie te Warmond en Th. F. Ebbinkhuizen. Regent van IIageveld, Diaken en Subdiaken, respectieve lijk Prof. J. D. J. Aengenent en Prof. P. Grc€- nen, beiden te Warmond. De oiverige_ assisten- ties werden verricht als bii gelegenheid van de Pontificale Hoogmis in de kathedraal: als eere- moniari de beide Eerw. secretarissen van het Aarstbridoin en voorts eenige theologanten van bet Grffbt>Seminarie. Des namiddags te half drie vergaderden de tes overige secties in het gebouw voor Kun- iten en Wetenschappen. In de zesde sectie vergadering was aan do orde het onderwerp: MlSSIÈ-ACTIE waarbij de Z.E^Heer J. F. C, Franssen als inleider optrad met het on derwerp: „Missie-actie en priester-missie- iond". In sectie VII, waar HET VROU WENVRAAGSTUK aan de orde was, sprak mevrouw Albertine gtieenhoff-Smulders over „De godsdienstige ra sociale ontwikkeling fan de Vrouw". Uitgaande van de stelling, dat de vernede ring van de vrouw komt doer de zonde en de vrouwenkwestie dus als iedere kwestie ge- horen is uit de zonde, betoogde spi\, dat de ontwikkeling en vrijmaking der vrouw komt ?an Christus en dus geen, droeve noodzake lijkheid is, ons opgedrongen door sociale en economische stroomingen, maar dat we haar Oorsprong in Christus vinden. In tic geschiedenis der H. Kerk vinden wij de bewijzen, dat zij dit werk van Haar Brui degom steeds bleef voortzetten. Waar de godsdienstige en sociale ontwik teling der vrouw aan banden werd gelegd, daar was het door onchristelijke stroomin gen; en waar Katholieken mede het recht der vrouw op onderwijs, ontwikkeling en be schaving betwistten, daar handelden zij, on bewust," onder den invloed van paganistische overblijfselen. Alleen in en door Christus, in en door de U. Kerk, in en door den godsdienst kan de Touw het ideaal bereiken van ontwikkeling en. kan zij zich behoeden voor een strooming, die onder de lens van vrijmaking haar tot bet grootste verval brengt. In do vierde sectie (Voor Eer en Deugd), ®erd na eenig debat, de volgende motie aan genomen: De sectievergadering: Voor Eer en Deugd Van den Eersten Algemeenen Neder land- «eben Katholiekendag, uit den weuseh: dat tóö spoedig mogelijk in Den Haag in samen- '"^rking met andere organisaties worde op dicht een Centraal Bureau of Algemeen ■Secretariaat voor onze Roomsch-Katholieke ^delijkheidsorganisatie* waar onder leiding ^an een kundig en ervaren priester meer dere personen het zedelijkheidsvraagstuk in d zijn vertakkingen bestudeeren; waar eener- rijds allerlei gegevens omtrent de zedelijk heid in binnen- en buitenland worden verza meld, anderzijds inlichtingen daaromtrent bunnen worden verstrekt; waar de allerwege bi ons land op zedelijkbeidsgebied gevoerde se tie naar best vermogen gesteund worde; Jaar vooral gewerkt worde voor de erken ning en eerbiediging onzer R.K. zedelijkheids beginselen door Kijk, provincie en gemeente bij het geven van wetten en verordeningen; ®aar eindelijk eene gestadige controle der ^iet-katholieke pers plaats vinde om van tijd b)t tijd in onze katholieke bladen en wellicht °ok in vlugschriften met aangifte van bewij zen 0p ^et gevaarlijke dei- niet-katholieke beis te kunnen wijzen. Eene reeds in uitzicht gestelde subsidie Van regeringswege, eene jaarlijkse! e bijdra ge van de mannen- en vrouwenafdeelingen van „Voor Eer en Deugd" en eventueel van lader meer beperkt ook nuttig werkende ze- ^ehjkheidsorganisaties, eene van de R.-K. obandsorganisaties en wellicht van de Derde Orde, H. Families, en Maria-Congregaties, Alsmede van de R.-K. Pers te verwachten fi- ^cieelen sten* en verder niet weinig gif ten van weldoeners en weldoensters mogen bereikend zijn om de kosten van dat Cen taal Bureau of Algemeen Secretariaat van «Voor Eer en Deugd" te dragen. De zevende sectie (het Vrouwen-vraagstuk) "lelt Pater van den Tempel voor stelling 2 je lezen als volgt; De godsdienstige en zede- 'Üke vrijmaking der vrouw komt van Okris- 'ua en Zijn Kerk. Haar economische en in- telleotuieele ontwikkeling- hangt samen mèt die economische en intellectueele stroomingen van de laatste halve eeuw, maar moet door godsdienst en geloof wordlen geadeld. Ook in conclusie IV «telt spr. een kleine wijziging voor. Mgr. Mutsaers meent, d!at in het dóenstbo- dlenvraagstuk ook de economische kwestie moet worden bezien. De Vrouwenbond mo«t niet alleen meesteressen en dienstboden be ter maken, maar ook den moed) hebben die dienstverhoudingen onder het oog te zien, loonkwestie,arbeidsduur en vooral die opvoe ding van de dienstboden. Voor het laatste zouden bijzondere scholen moeten worden op gericht, In de 8ste sectie sprak kapelaan Binck uit Breda ovèr de ONTSPAJSTNINGiSVEREEiNI- GINGEN VOOR DE JEUGD, Aan het slot van zijn rede stelde deze spr. die volgende eisehen: le. eigen Roomsehe sport- en ontspanning*; vereenigingen; 2e. één flink, eigen weekblad; dat alle tak ken van sport en ontspanning omvat en dat wekelijks artikelen levert onder deskundi ge redactie over apologie, stand- en vak organisatie, drankbestrijding enz. 3e. Het oprichten van Jugendheime, waar wensckeüjk en mogelijk is. De 9de sectie was aan het ONDERWIJS ge wijd. Daar sprak dr. P. J. M. van Gils uit Roermond over het onderwerp; Van de bewaar school lot de universiteit. Spr. zete uiteen, dat de opvoeding der jeugd., dat het onderwijs Ka tholiek moest zijn van de bewaarschool tot en met de Universiteit. Voor de lagere school spreekt dit nu wei haast van zelf. Zeker, nu de eglijkstelling er is, zorge meen,dat elke gemeente of, parochie van eenige beteekenis haar katho lieke school hebbe. Maar ook het middelbaar, het vak- en gym nasiaal onderwijs, zoowel voor jongens als miesjes zij katholiek. Omtrent de katholieke uni versiteit zie spr.; Met volle kracht en heilige geestdrift streve heel katholiek Nederland naar de totstandko ming eener Kaholieke Universiteit. Dat vordert het Kerkelijk recht en ook het Katholiek belang. Zij vindt haar naturlijk uitgangspunt in de R-K. Leergagen. Had de mate van belangrijkheid de volgorde der begeerde hervormingen bepaald, dan zou op vrijmaking van het universitaire onderwijs het eerst de strijd zijn gericht," is een stelling, die niet zonder meer mag verworpen worden. Zoo- lnag echter dit ideaal niet bereikt is, zij ona streven gericht op aanstelling van meerdere bij zonderdere hoogleeraren aan de openbare Uni versiteiten en Hoogescholen. Een allergewichtigste taak is de vorming van toekomstige katholieke leeraren aan onze Gym nasia, H. B. S.-scholen en Handelsscholen-. Het oprichten van deze scholen is weldra niet zoo moeilijk meer. Des te moeilijker echter wordt het vinden van goede leerkrachten. Tn de negende sectie (Onderwijs), bepleit de heer Droste, praeses der R.-K. Studenten- Unie den steun der R.-K. Studentenbeweging. Vooral is die steun noodig voor het op te richten Unie-secretariaat. De heer van Alphen verzoekt voortaan een Onderwijs-Congres te houden, waaraan de onderwijsmannen kunnen deelnemen. Thans kan zoo góed als niemand hier zijn, daar het De heer Jnrgens vraagt de mogelijkheid onder het oog te zien om een commissie in het leven te roepen, die gelden verzameld voor de katholieke universiteit. In deae sectie-vergadering- vertoefde nog eenigo oogenblikken Z. D. H. de Aartsbis schop. Na de rede van dr. van Gils, sprak Monseigneur een enkel woord en zeide d!at de totstandkoming eener Roomsehe Universi teit zijn vurigste wenseh en innigste bede is. Ln de 10de seotie, waar „PERS EN LEC- TUR" aan de orde was, was pater Hyacinth Hermans de inleider. Omitrent de volkspers gaf deze spr. de volgende frisschie gedachten ten beste: De Katholieke pers van de naaste toekomst zal meer dan ooit een strijdbaar en militairis- tisch karakter moeten dragen. I verband hiermede mag wel eens ernstig overwogen worden, hoe in de toekomst door de Katohlieke pers de verderfelijke invloed kan ge broken worden van de sociaal democratische pers, met name Het Volk, dat zich meer en meer specialiseert in het bestrijden van de Katholieke Kerk en in bet kleineeren' van heit Katholieke geloof. Als wij spreken van Katholieke Volksbladen* dan bedoelen wij daarmede niet één algemeen dagblad voor de R.K. Arbeiders van Neder land, Wij willen geen standajournalistiek. Wij, wenschen ook niet een algemeen volksdagblad, maar meerdere volksbladen. De groote atractie van el'k waar volksdagblad is de locale kleur. Het locale heeft juist de meeste charmle voor de ge wone lezers. Al heben de Roferdamsdhe sociaal-democraten een zeer beduidende eigen rubriek in Heit Volk, toch gaan ze zelve in Roterdam een eigen dag blad uitgeven. Wenschelijk zijn afzonderlijke Katholieke volksdagbladen voor groote steden en gewesten. Daarvoor behoeven geen nieuwe ktanüeni te worden opgericht, maar vele van onze bestaande Katholieke dagbladen kunnen, zooals zij, nu ge redigeerd wordten, tot uitmuntende volksbladen uitgroeien. In die tiende sectie (Pers eni Leotcur) werd door pastoor Jorna te *s Kage gepleit voor een algemeen Katholiek Orgaan, omdat het zoo kostbaar is op verschillende bladen geabonneerd te zijp. De heer Smulders njas bet hier met den in leider niet eens voor wat betreft de uitgave van een aibeidersdagblad. Spr. gaf als zijn oordeel te kennen' diat zulks niet tot eenzijdigheid zou leiden. Pater Mollkenboer vindt in de Katholieke cou ranten te veel theologische artikelen. Spr. wil aan den inleider vragen of dat niet anders kan. Een apologetisdhie rubriek in een blad noemt spr.'uitstekend en verwij'st in dat verband naai de wekelijksche artikelen van „Max" in „De Maasbode". Pastoor van Sdhaik acht een specifiek arbei- dersblad niet onmogelijk en-zeker op zijn plaats Het argument dat een blad een locale kleur moet lubben, ia .voor spr. niet overtuigend; Ver der brengt spr. hulde aan de Katholieke pers voor debereidlwilligheid, waarmede zij steeds iedere goede zaak steunt en doet een beroep op hapr om de cltergé te hulp te komen ia den- fi- nancieelen nood dezer dagen. Dn P^ols dringt in krachtige woorden aan op goede saiarieeriing der Roomsehe journalis ten. Hlun taak is waarlijk zwaar en hun arbeid voor de Katholieke zaak van het grootste ge wicht. Hetgeen pastoor van Schaik over den nood der geestelijkheid heeft gezegd, herfiaalt «pr. hier nog eens in forsche taal en hij doet een beroep op alien dim te steunen en comité's te vormen, opdat de geestelijkheid zich de zorg voor het dagelijks onderhoud ziet verlicht ,Ook spr, acht een arbeidersdagblad niet onmogelijk. Prof. Aengenent deelt namens Mgr. Callier piede, dat een steunfonds behoort gevormd te worden tot versterking der locale en gewestelijke per». Reeds is een bedrag daartoe bijeen en aan spr. kunnen bijdragen worden gezondlen. De inleider beantwoordde de verschillende sprekers en deed daarbij opnieuw de bezwaren om een specifiek arbeidersdagblad op te richten, duidelijk uitkomen. ln de elfde sectie, welke in Hotel de l'Europe vergaderde, hield dr. Alph. Arienis, Pastoor te Maarssen, een fijngeestige rede over de noodza kelijkheid der DRANKBESTRIJDING in de naaste toekomst. 'a Avonds te acht uur had in Tivoli de DERDE ALGEMEENS VERGADERING. plaats. Daar sprak pastoor Hinsbergh uilt Bus- sum over Godsdienstig leven. Rede van pastoor E. van Hinsbergh over: Godsdienstig Leven. Sinds maanden hoorden en lazen wij voortdu rend van „het historisch moment", dat eerst komen zou en nu er geweest is. Een moment zoo beteekenisvol, zoo belangwekkend en albe- slissend, zoo diep ingrijpend in het lot en leven der volkeren, dat het eenvoudig wieg weergaloos moest heeten in heel de historie van het mensch- dom. Ik bedoel naturlijk het oogenblik dat ons voorbijging, toen te Versaillqp het vredesverdrag geteekend was. Had ooit een' oorlog zó» gewoed had ooit een vrede meer te herstellen? van de men aer afgevaardiigdm» die hetzij met verslagenheid, hetzij met overwinningsvreugde in het hart, het document kwamen teekenen, dat de grondwet heette voor een nieuwe wereldorde. Hing erboven de hoofden dier mannen wel een Kruis, toch a'ltijd nog de hoogste school van recht en liefde? Was daar wel vertegemvoor- didg degene, diie als zichtbaar piaatsbekleeder van den Koning des Vredies, Jezus Christus, de Vredes vorst bij citstek heeten mag? Immers neen! De 14 art. van Wilson zouden richtsnoer zijn geeweest. Zou men niiet verder zijn gekomen op de Vredesconferentie, wanneer men er de af scheidsrede en het hoogepriesterlijk gebed eens gelezen had van Jezus, toen Hij sterven ging en zijn Apostelen zijn heerlijke lessen gaf? Wat al licht en warmte; wat een diepte van onvergan kelijke wijsheid en onweerstaanbare goedheid. Dóén- kunt gij leeren, welke de ware vrede is. Ik moet u onderhouden over het godsdienstig leven als de tegenstelling van de zucht naar genot. Het godsdienstig leven geeft u den eenig waren vrede door een onafgebroken strijd. God trouw dienen zult en kunt gij niet anders dan Gods vijanden bestrijdend. Daarom herinner ik u«aan een ander histo risch moment, geen vredesconferentie, maar de bevestiging van een oorlogsverklaring, die in het aardsche paradijs reeds uitgesproken, in een onafgebroken worsteling hoor de geschiedenis van het menschdom gaat tot aan het eindgericht dier wereld. Daar staat Christus ende duivel vlak naast. Hem. Is er grootea* tegenstelling denkbaar'? Jezus, do eeuwige Zoon van God, die naar die voorspelling des Vaders in 't aardlsch Pa- radijsch gedaan, in de wereld komen zou, om den strijd tussohen goed en kwaad te be slechten, Hij, die als 't zaad der vrouw, die 't hels eb 6erpent den kop verpletten moest, in eeuwige vijandschap met den duivel en zijn zaad zou wezen, opdat öe door Hém verloste memselien het slavenjuk der zonden zouden kunnen afschudden; Hij, de heiligheid zelf, de zelfstandig heilige* die ook als mensok on zondig was in dien zin, dat Hij niet alleen nie^aoude zondigen, maar dat de zonde voor Hem onmogelijk was en tegenspraak; Hij ging zijn openbaar leven beginnen, door zijn waarheid de duisternissen dezer wereld uit eendrijven, :door zjjn genade de zwakken sterken en tot helden maken, door zijn ge boden de verdoolde menschen leiden op het pad des Hemels en al moest het een voor spel zijn van zijn strijd en overwinning zijn Hij laat toe, dat Satan op Hem toetreedt, Hem bekoort. Hij, wiens leven één strijd on afgebroken tegen den duivel wezen zou, liet toe dat hier, nu Hij zijn openbaar leven ging beginnen, dé duivel Hem kwam bekoren tot de drievoudige begeerlijkheid des vleesches en der oogen. En volkomen overwonnen zien wij den satan aftrekken, om nog eenmaal te rug te keeren, op het eind van Jezus' leven, als hij Ham komt overvallen met de ver schrikkingen van zijn, lijden en dood, als Je zus in zijne roerende troostrede zijn leerlin gen toevoegt: „Niet veel meer zal Ik met U spreken. Want de heerschar der wereld komt, en in Mij behoort hem niets." (Joan. XIV. 30). Mijne toehoorders, ik zal u geen weten schappelijke verhandeling, gaven over den Christus door, Satan bekoord; maar ik zie op het oogenblik voor mij Christus en den Sa tan. Tussohen dio twee blijft de voortduren de strijd, waarin wij betrokken moeten wor den. Hoe was 't in Jezus' dagen? Terwijl Jezus zijn afscheidsrede hield vel liefde en vrede, was het druk om het paleis van een Caiphas en een Pilatus, waar de hooge Joden en de gemeene soldaten samenrotten tegen den koning der eeuwen, die hen wachtte als een weerloos lam. Die menschen zouden de werk tuigen worden in Gods hand, om den eenigen Zoon des Vaders te zien sterven als .verlosser der wereld. Nog woedt men tegen Christus. Maar, als thans de vijanden van Christus winnen, dan zijn zij de werktuigen des duivels en de we reld, door Jezus' kostbaar bloed vrijgekocht, wordt opnieuw geknecht in Satans Slavernij. Gij hebt te kiezen, Katholieken, het licht der wereld volgen, het licht van 't licht strijdvaardig en fier. God dienend en zijn Rijk of den vorst der duisternis volgen en in diens gelederen heimelijk of openlijk wer ken voor diens rijk. Een midden is er niet; twee hoeren dienen kunt gij niet en God treft met den duivel geen vergelijk, ,.i,u Zoo onverzoenlijk als Christus en Satan zijn, zoo onverzoenlijk zullen altijd blijven de christelijke godsdienst en de ongodsdien stige wereld* waarin de duivel heerscht. Hier kamen wij aan de groote kwestie; Waar toe zijn wij op aarde? De kleine catechismus geeft net antwoord op die eerste vraag. Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor in den Hemel te komen. Ons leven hier op aarde moei dus zijn godsdienstig leven; het eeuwig leven in den Hemel volgt dan vanzelf. Spr. geeft vervolgens een eenvoudige uiteen zeting van een en ander en vervolgit dan: Arbeiders, als de duivel door het socialisme u voor komt stellen van steenen brood te maken, deukt daa aan de bolschewikidie van het 'maatschappelijk gebouw den éénen steen niet op den ander laten, maar aan de hongerende mas sa's geen brood hebben verschaft. Jonge menstihen, die in ij;delen overmoed* uw. jeugd dikwerf «igen, van dien boozen geest ver neemt, dat gij moet genieten van uw jeugd en wel eens een sprong kunt wiagen the midden eener van God vervreemde wereld, zijt gii ernstig en voorzichtig? - Rijken, die terwijl gij te veel aan de goederen dezer wereld hecht, de stem verneemt, „dit alles zal ik u geven," denkt toch om Gods wil aan de voorwaarde, die u daarbij wordt gesteld: „als gij neervalt en mij aanbidt." En zegt dan met den Christus„Er staat geschrevenGij zult den Heer uwen God aanbidden en Hem alleen die nen. Wij aanbidden en loven U, Christus, om dat Gij idoor Uw heilig Kruis de wereld hebt verlost! Zóó moet het zijn, 1 Is het zoo ook en zal 't zoo blijven? Op ééne voorwaarde, die onafwijsbaar is, dat wij* Katho lieken, toch niet mee gaan doen aan de onver zadigbare zucht naar wereldsch genot, dlie onze dagen kenmerkt i «tMfe i Spr. roept ten slotte uit: Katholieken van Ne derland, blijft paraat. Want onze vijand rust nooit en wij kennen geen vrede met hem. Wij moeten leven in een wereld, waarin wij moeten blijven strijden, zoolang ons het leven is. De dood alleen zal vrede brengen* als ons afgetobd lichaam, het werktuig onzer deugd, onder de schaduw ligit van 't kruis en het eeuwig licht is opgegaan over onze ziel, die dan in vrede rust. Die vrede van de eeuwige overwinning is wegge legd voor ieder, die met Christus heeft gestre den tot het eind. Christus blijve dus uw Koning. Hii beeracfae in uw hart. Laat dan komen* wat komen wil. Al slaat een wereldrevolutie de zuil van graniet in gruizelementen, die voor de bt. Pieter staat Wat nood! Voor ons zal Chrisius toch de Koning blijven, die overwint, regeert en heerscht in aller eeuwen eeuwigheid. Zoo moge het zijn 1 I Rede van Dr. L. Deckers over; „Godsdienstig leven". Wie onzer zoo ving spr. aan heeft, toen de rampen van den groeten oorlog de wereld teisterden, niet altijd de stille hoop gevoerd* dat, was de vrede slechts eenmaal daar, aan al die ellend spoedig een einde zon kómen! Was er een enkele, die heel voor zichtig de mogelijkheid dorst te veronder stellen, dat het oorlogswee zich nog lang zou doen gevoelen, wij noemden hem een nurka en een zwartkijker en wilden hem niet ge- looven. Al leerde do historie ons ook, dat in het verleden geen enkele oorlog de menschen be- - tea* maakte, wij hoopten zoo gaarne, dat die regel ten aanzien van dezen wereklstrijd niet zou gelden en wij wezen op de voorbeelden van waaraohtigeu heldenmoed en edele zelf opoffering, die ons bekend wei-den. De droeve werkelijkheid echter, toonde aan hoe ijdel onze hoop was. Wij moeten vaststel len, dat van een verbetering, een zedelijke opbeuring des volks wij wenschen ons hier tot ons eigen volk te bepolen geen sprake kan zijn. Een zedelijke opbeuring zagen wf niet tijdens den oorlog, zien wij thans n-of niet. En daarom, Mijne Dames en Heeren, is on der de oneen ook geen sprake van vrede» vreugde. De vrede, die kwam, is niet di« welken wij verwachten. Hij maakte een eind» aan hot wapengeweld, maar buiten de slag velden wordt de strijd met groote verbitte ring voortgezet. De vrede is gekomen, maar de mensehheid heeft niet gejuicht en geju beld,' niet herademd, zooals men dat ver wacht had na een bangen strijd van vier lan ge jaren. Hoe dit mogelijk was? Och, het is gemakkelijk te verklaren! De oorlog eindigde, maar de oorzaken, dk hem deden ontstaan, werden niet nit den weg geruimd. Ik durf spreken over de oorzaken? Ja, maar dan bedoel ik niet de gebeurtenissen door diplomaten, politici en allerlei minder of meer bevooroordeelde beoefenaars der he- demdaagscbe geschiedenis als oorzaken aan gewezen en later door anderen als zoodanig verworpen. Ik bedoel de oorzaken, door Paus Benedictus XV in zijn Encycliek van 1 No vember 1914 aangeduid, toen Hij zeide: „Doch „werkelijk, niet alleen de verwoede strijd „van dezen bloedigen oorlog heeft de volke ren zoo diep ongelukkig en ons zoo angstig „en bekommerd gemaakt. Daar is een an- „der verwoestend kwaad, dat in 't hart der „mensehelijke samenleving is binnengedron- „gen en dat allen, die er zich indenken, met „schrik vervult, wijl het den staten reeds „vele rampen heeft berokkend en nog be- „rokkenen zal en met recht voor de diepere „reden van diezen jammerlijken oorlog wordt „gehouden. Immers, van het eerste oogen- „blik af, dat de voorschriften en beginselen „een noodzakelijke voorwaarde zijn tot de „hechtheid en de rust der maatschappelijke „orde wel noodzakelijk, dat de Btaten op „hunne fundamenten gingen wankelen; eo „nu reeds is er zoo groote geestesverwarring „en zoo'n groot zedenbederf uit voortgeko- „men, dat zoo God niet tijdig tussclien- „béide komt de ondergang der in ease ho „lijke samenleving nabij schijnt te zijn." „Zoo nemen wij waar, dat tusschen de men- „schen onderling alle naastenliefde verre is, „dat het gezag van hen, die aan het hoofd „staan, geminacht wordt, diat tegen alle recht „in de versehilipnde klassen van burgers el kander bestrijden, dat de vergankelijke en „tijdelijke goederen zoo begeerig worden na gejaagd, als waren er geen andere en veel „betere goederen den menseh voorgehouden „ter verkrijging." Ziedaar, volgens den Paus, de vier feiten, die alle oorzaken omvatten van de ellende, waaronder de hedendaagsehe samenleving gebukt gaat. In het programmaboek van de zen Katholiekendag worden zij in het kort genoemd de verkeerde vrijheidsidee; de verkeerde gelijkheidsidee; de verkeerde broederschapsidee; de al te groote zucht naar aardsehe goede- .en en aardsoh genot. Dr. Deckers trad dan in een uitvoerige be schouwing dezer 4 punten, om vervolgens allen op te wekken toch uiting te geven aan Katholiek leven en Katholieke liefde. Rede van Pater D. Van dar Geest, O P., over de Katho lieke Sociale Actie Op, bladzijde 7 van ons Oificieeie Pro grammaboek lees ik: „Bij velen leefde het verlangen: om van tijd tot tijd een congres van de Katholieken uit de verschillende dio cesen en gewesten bijeen te zien, ten cindé daar gezamenlijk de nationale Katholieke be langen te bespreken en door wederzjjdsch enthousiasme elkander tot hooger begeeste ring voor het openbare Katholieke leven op te voeren."i - 18 „Welnu voleindig, waar zijt gij bevrees 'oor f iieb toch, wat ik u bidden mag, althan Jat deze zaak aanbelangt, voor mij geen ge- ^hnen," sprak de arts goedig. Laura bleef vijgen en Eduard zag haar vragend aan. Ein- zeide hij m '«Heb ik dan zoo weinig vertrouwen bij u had mij gevleid, in dit opzicht althans, eenige ri^ohartigneid van u te nogen verwachten 9 Vreesdet Lffat mijn moeder een vreeslijke misdaad hol bedreven, waarvan ik den naam niet durf hA'hen," sprak zij stamelend en bij tusschen terwijl zij zich op haar teenen ophief Ju hem deze woorden in het oor te fluisteren peesde zij dat iemand ze zou opvangen, geloof ik niet," sprak Eduard op dien Oj 0 van zekerheid welke geen twijfel overlaat zich vergist, ofschoon hij sedert der QAcht haar gevoelen begon te deelen k,dat geloof ik nietzoo iets zou immers niet kunnen gebeurd zijn zonder dat zij in de handen van den rechter ware gevallen." Wie weetin 't geheim, fluisterde zij weder met de oogen vol tranen, terwijl zij haar hand op het hart legde als zocht zij daardoor het hevig kloppen te bedwingen. „Gij moogt zoo iets niét denken van uwe goede moeder, die gij liefhebt boven ajGeloof mij, het is niets anders dan hare verbeelding, welke door een of andere gebeurtenis werd geschokt," troo- te de dokter. Intusschen waren zij, langzaam voortgewan- deld/en het witte huis genaderd, juist 't oogen blik dat de predikant door mevrouw Traumbach uitgeleide werd gedaan. Na Laura en haar cava lier vriendelijk te hebben gegroet, liep de leeraar in alle haast voorbij, volstrekt niet tevreden over zijn morgenbezoek, daar hij in de bewoonster van het witte huis nooit zulk een hardnekkige tegen standster had gevonden als hedenochtend. Zelfs herinnerde hij zich niet bij iemand ooit een der- gelijken tegenstand te hebben ondervonden. „Als die hemeldragonder door zijn langdradig gesteem iets van den ongelukkigen toestand uwer moeder kan verbeteren, staat het mij gelijk aan een wonder," sprak Eduard met een spotlach om zijn lippen. „Gij moet niet kwaad worden om hetgeen ik u zeggen zah" hernam Laura. ..maar ik steJ nog meer vertrouwen in zijn godsdienstige vertroos tingen en opbeuringen dan rn uw medicijnen wilt ge dat wel gelooven?" „Met pleiziér wj ik het gelooven, maar het klinkt anders niet heel aangenaam indien ik geen zelfvertrouwen genoeg bezat, zoudt gij mij allen moed benemen.Och, kom, dat gezeur van die heeren geestelijken, die altijd over den hemel spreken waarvan zij zeiven niets weten, is voor iemand die lijdende is vervelend. Laten wij het ons eerst aangenaam zien te maken op de plaats waar wij zijn als er een hemel bestaat, is hij er over honderd jaar nog." „Dokter mag ik u herinneren dat uw cate chismus zoowel als de mijne heeft geleerd, dat dit leven een doortocht tot een. volmaakter is, een oefenschool, begrijpt u En als wij ons daar niet goed oefenen, dat wil zeggen Ons misdragen blijft die volmaakte plaats voor ons gesloten." „En komen we in een andere waar we zullen braden," voegde de geleerde heer er zeer ironisch bij, Laura veelbeteekend aanstarende, die eens klaps gramstorig haar gelaat afwendde. De dok ter zocht het echter weer op de ernst van Laura bezweek voor den sportenden trek van zijn lip pen, terwijl zij tot zijn niet geringe voldoening met hem in een schaterlach uitbarstte. „Gij zijt onverbeterlijk," zeide zij, ik hoop dat Onze Lieve Heer 't je zoo kwalijk met zal nemen, omdat ge 't niet kwaad bedoelt. Er is anders met ons toekomstig geluk of ongeluk geen spot ten." Mevrouw Traumbach, die hen beiden zag nade ren toen zij den predikant uitliet, was blijven wachten tot de wandelaars de stoep opkwamen, en verwelkomde hen toen met een van haar aan genaamste glimlachjes, terwijl zij zeide „Nu, nu, heb ik het niet gedacht dat de dok ter weer in 't spel was het kwam mij eerst voor dat de kerk van morgen zoolang duurde, maar eAoogenblik later scheen 't mij toe dat men wel eens een wandeling kon voorhebben. Torii niet, moeder," sprak Laura, „daat be stónden volstrekt geen voornemens toe ik heb den dokter zeer toevallig bij de kerk ontmoet, en hij heeft de goedheid gehad mij naar huis te geleiden. Mogelijk hebben wij iets te langzaam geloopen, omdat we gedurig wat te spreken had den." „Nu, mijn kind, 't is niets, gij moogt ook wel wat wandelen, ik gun 't u van harte, antwoord de mevrouw Traumbach, „gij weet, ik ben wei wat lastig met altijd uw gezelschap te begeeren. „Nu ik eenmaal hier ben,' spraK Eduam, ik mijn visite maar eerst bij mevrouw Traum bach afmaken. Hoe vaart u Hoe is t van nacht gegaan Nog al goed gerust Up deze vragen volgde van de andere zijde geen spoedig antwoord. De dokter onderzocht, toen hij binnen was gekomen, haar pols, en schoon hij 't niet zeide, hij vond dien zeer gejaagd. Haar oogen stonden verwilderd, en toen de dokter de vraag hernieuwde of zij goed gerust had, was haar antwoord kortaf„neen. Eenige oogenblikken gingen zwijgend voorbij gedurende welke de jonge dokter zijn patiënte oplettend in oogenschouw nam. Hoe meer hij haar aanzag, hoe meer hij een afgetrokkenheid van geest bij haar waarnam, die de overtuiging, dat zij aan zinsverbijstering onderhevig was, bij hem bevestigde. Er gingen soms fenige minuter gvoorbij dat zij van zijn nabijnen \olstreki een kennis scheen te dragen en ha e ci re verwijderd scheen van de plaat: v Z-j zicli bevond. Wanneer bij haar eindelijk weer toe sprak, schrikte zij plotseling op, zag hem met een verwarden blik aan en verzuimde te ant woorden op de vraag welke haar gedaan was, terwijl hevige zuchten haar boezem ontsnapten. Eduard was recht tegenover haar gezeten, en boven zijn hoofd hing een klein portret van ljaar echtgenoot waarop bijwijlen, als in stille aanbid ding, haar blik bleef rusten. Eenmaal was het gebeurd dat hij, om iets van haar vroeger leven te ontdekken, uit deze beeltenis de stof vooi een gesprek wilde putten, maar de poging welks hij waagde had hem zoo berouwd, dathy voo. altijd van eene hernieuwing daarvan afzag. onderwijs woei* in vollen guug Xe. Daar .zetelden <jte rechters der wereld, te xnidden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 5