HIEIIWE MAIL Ö0IIAN1 BINNENLAND HET WITTE HUIS. BIJBELCURSUS. FEUILLETON Zaterdag 27 September Tweede Blad ZESTIENDE ZONDAG NA PINKSTEREN. De genezing van den waterzuchtige Pastoor De Bijbel is het zonderlingste, het wonderlijkste, het machtigste en het 'beste van alle boeken. Geschreven uoor Mc-zes, den wet geleerde, door Jozue den soldaat, door Samuel den rechter, door Esra den bouwmeester, door- Job den poëet, dor David den schaapnerder, door Daniël den Eersten Minister. doorAmos Job den poëet, door Matheus den tolbeambte door Lucas den geneesheer, door Paulusdenge- leerde, door Johannes den banneling en iech wijl het uit Gods hand voortkwam, een vol slagen en volmaakte harmonie van het middel ste vers des Bijbeis, het achtste van den 117den Psalm, naar beide kanten vooruit en teruggaan de; en van den koristen tekst, het 35ste vers van het elfde hoofdstuk van Johannes tot den langsten tekst, het dde vers van het achtste hooidstuk van Esther; en tóen alweder wijl het door God geschreven werd absoluut waar en waarachtig in de omstreeks feOÜ.ÜOO woor den, waaruit ue ri. Schrift is saamgesteld. Zij strekt zich niet alleen uit over het verle den, maar ook over de toekonst. Er komt een veerboot in voor als in het Tweede Boek van Sa muel; en een telegraafdraad als in Joo; en een spoortrein ais in Nahum. Zij stelt ons een ijzei- gieter voor met name Tubelkain, een scheeps- óouwermet name Noacir en een architect met name Ooliab. Zij verhaalt ons hoeveel stallen Salomon had om zijn paarden te verzorgen en hoeveel hij betaalde voor die paarden. Maar weinige dingen in dit veelzijdige en kernachtige Boek wekken zoozeer onze belang stelling op als zijn apothema's, die korte, af geronde,zinrijke, pittige uitdrukkingen,zooals het laatste wooru van ons te behandelen Evangelie er een is: Wie zich verheft zal vernederd wor den, wie zich vernedert zal verheven worden. Secretaris: U kunt gelijk hebben en nog over houden, pastoor, maar volgens algemeen be schaafd gebruik wilde ik-graag vooraan begin nen. evangelie volgens den H. Lucas, XIVI11. In dien tijde ais Jesus op eenen Sabbatdag in het huis van een der voornaamste Phariseën kwam om het maal te houden, gaven zij acht op Hem. En zie, een waterzuchtig mensen was daar voor hem en Jesus sprak de Schriftge leerden en Phariseën aan en-zeide: Is het ge oorloofd op den Sabbatdag iemand te genezen? Doch zij zwegen. Hij nam hem dan bij de hand, genas hem en liet hem gaan. En toen sprak Hij tot hen en zeide: Wie is er onder u, die als zijn ezel of os in een put viel hem. niet terstond op den Sabbatdga daar zoude uitrekken? En zij konden hem hierop niet antwoorden. Ook sprak Hij tot de genoodigden een gelijkenis, daar Hij opmerkte hoe zij de eerste plaatsen uitzoch ten en Hij zeide tot hen: Als gij ter bruiloft ge- noodigd zijt, ga dan niet op de eerste plaats zitten, of er misschien niet iemand aanzienlijker 4an gij verzocht ware en degene die u en hgm Verzocht heeft', inkomende dan tot u zoude zeg gen: Maak plaats voor dezen, en'dan zoudt gij met schaamte de laagste plaats moeten nemen, Maar als gij genoodigd zijt, ga op de laagste plaats zitten, opdat als hij die u genoodigd heeft, komt, hij u zegge: Vriend ga hooger op. Dit zal u eene eer zijn voor diegenen, die mede aan tafel zitten. Want al, die zich verheft, zal vernederd, en die zich vernedert zal verheven worden. Broers Er staat zoo van alles en nog wat m dit Evangelie, een genezing en. een parabel, een mirakel en een preek.... Jansen En het eene staat tamelijk los van het andere, de straks geprezen harmonie is hier ver jg moeken Pastoor Dunkt u.... Enkele Schriftuurver klaarders zijn met uw welnemen daar niet zoo zeker van en geven als hun meening, dat de gansclie bladzijde aan waterzucht gewijd is. Peeters Het eerste deel, wel te verstaan.... Pastoor: En het tweede deel met minder. In 't eerste deel geneest de Meester de lichame lijke waterzucht, in het tweede dient Hij van ad vies om die van de ziel te beteren. Wat is ei genlijk waterzucht? Door ontbinding van het bloed hoopt zich in een of meer ledematen een overmaat van vocht op, dat die lichaamsdeel en pijnlijk doet opzwellen. Kan er niets van gelij ken aard in de ziel plaats grijpen? WillemsDat zou dan de hoovaardij moeten zijn, de zonde van den kikvorsch. die zich wil opblazen tot een os. Pastoor: Precies, doch behandelen we eerst het verhaal, vanzelf volgt dan de moraal. In dit verhaal zien we eens te meer, dat de zoon des mensclien is gekomen, etende en drmkenae, gemeenzaam omgaande met allerlei slag van menschen, het gezelschap niet schuwend van Tollenaars, ofschoon die een slechten naam had den noch dat van Phariseën, hoewel deze Hem een kwaad hart toedroegen, maar beider nooai- ging aannemend ten einde zoo mogelijk aan- bei den goed te doen. Tijdens -het derde jaar van zijn openbaar leven werd Jesus denkelijk te Ca- phamaiim op een sabbatfeest door een voorna men Phariseër genoodigd PeetersDoor een Overste der Phariseën nog welen Pastoor: Maar toch geen officieele overheid, want eigenlijke hoofden erkende de secte der Phariseën niet. Doch zooals overal vond men ook onder hen uitstekende geesten of goed-ge- vulde geldkoffers, wat den bezitters 'n zekeren voorsprong geeft. Alzoo door een notabel Phari seër werd Jesus uitgenoodigd. Secretaris: Wat kon dien man daartoe bewo gen hebben? Pastoor: Twee motieven dreven hem! waarvan 't eerste niet deugde, het andereweinig be ter was. De jonge Leeraar was zeer gezien/ was een bekende en veelbesproken figuur geworden om zijn doctrine en zijn mirakelen. Dat voor eerst en op de tweede plaats dit: de web-deer den en oversten deden als de vogelaar, die in stilte loert om den vogel in zijn strik te krijgen. Zulk een strik was het hier aangerichte feest maal. „Men nam hein waar" staat er plat gezegd: men hield Hem in de gaten of'Hij soms zich niet verspreken zoc of er neven doen. 1|l>*-cd hun al aanstonds geboden. Nau welijks zat Jesus aan of „er was ceh waterzuch tig mensch voor Hem."' Jansen; Natuurlijk een doorgestoken kaart, die Siumpeid was caar van te voren besteld. Pastoor: Misschien ook had hij naar Oosfer- sche z&de de vrijheid genomen om binnen te gaan. Ongelukkig was het Sabbat en met op zulk een dag om genezing te vragen had onze nielli öc kans bclcopsn de overpriesters te°en zich in het harnas te jagen en als Sabbat-schen- nex vervolgd te worden. Hij deed dus wat voor het oogen-biik het beste was, hij deed niets maar zijn deemoedig opzien naar. festis was als een ontroerend smeekgebed. Jansen; Dus die zieke deed niets en ook de Phariseën deden niets want als ik goed lees spraken ze zelfs geen stom woord. Ik vr-aao- nu' waar blijft de valstrik? Pastoor: Die was er niettemin in den vorm van dit dilemma en reeds verheugden zij zich, dat Jesus ditmaal niet ontsnappen kón Van tweeen een-: Hij zou den waterzuchtige genezen oi niet genezen. In het eerste geval wachtte Hem een aanklacht wegens schending van den wette- lijken rustijd. In het ander geval zou men zijn machteloosheid duchtig aan de kaak stellen, Hoe de zaak ook liep, Jesus zou altoos de dupe zijn. Broers: En hoe redde Jesus zich er uit? Pastoor: Op een lumineuze manier met name lijk als ik het zoc eens uit amg drukken op het onverwachts van het zondaarsbankje naar den reclitstoel over te stappen. Het waren ïmrtyirs „wetgeleerden", waarmee Hij te doen had,en nu het o-ver de Sabbatrust ging,waren zij de aangewezen personen om uit te maken of de Wet alsdan 't genezen van een zieke verbood. Bijna sarcastisch klinkt het nu uit Jesus' mond: Wat denken de Hooggeeleerden van dit geval, is het geoorloofd op den- sabbatdag te genezen Daar zaten ze op eenmaal in hun eigen strik ge vangen. Gaven ze een toestemmend antwoord, wat hadden ze dan nog in te brengen, als Je sus straks dien ongelukige, hun enfant terrible, van zijn kwaal genas. Noemden ze het ongeoor loofd, wat zou Jct3U3 die alles wist. uit hu par ticuliere leven dan niet naar voren halen om dit antwoord te ridiculiseeren. Wat deden ze" in- tusscien. Met onze Oostelijke naburen waren ze van meening: Wer die Wahrheit kennet sagel sie frei Der komt in Berlin in der Hacsvogtei. en -kozen de wijste partij met eenstemmig den mond te houden. Secretaris: Hij nam hem dan bij de hand, ge nas hem en liet hem gaan. Pastoor: Vrij vertaald: Hij bracht hem buiten schot, opdat de Phariseën niet op dien armen drommel hun woede koelen zouden, want, geloof maar, dat op dat feestmaal heel wat electrici- teit in de lucht zat. Zoo kunnen we het ook ver klaren, dat Jesus, cm hun boosaardigheid te straffen, nogmaals de duimschroeven aanzete. Secretaris: Wie is er onder u. die als zijn ezel of os in een put viel, hem niet terstond op den Sabbatdag daar zoude uittrekken? Jansen;. Ik heb laatst in Artjs het kleinste rund ter wereld gezien, niet grooter dan een fat soenlijk geitje, maar ik dacht, dat dit iets heel zeldzaams was. Pastoor: Het buitengewone van het geval zit niét in het bijzonder formaat van Oostersche ossen of ezels, maar in den eigenaardigen bouw van een morgenlandschen put, waar paard of rund gemakkelijk in kon vallen en verdrinken. Het best denkt men hier aan een vergaarbak,zon der steenen wal of rand, waar hét regenwater van alle kanten vrij invloeide. Men vindt er zoo -nog vele in Palestina om in het gebrek aan stroomend water te voorzien. Secretaris: En op die vraag volgde weer een veelzeggend stilzwijgen? Pastoor: Te meer, omdat die vraag als een mokerslag op het ellendig kaartenhuis hunner Ra'bbijnsche Inzettingen neerkwam. Immers hadden ze de Goddelijke^ wet verfomfaaid en i vervalscht tot onherkenbaar wordens toe. door en moest met schade bekocht worden. In liet tal van menschelijke voorschriften, die aan hun licht van een en ander zien we hoe de Phariseër stompe hersens en verdroogde harten onjrezen, en zijn kornuiten voluit de les verdienden, die den godsdieustigen Jood als een juk op de schou Jesus hun mee naar huis gaf. dat wie zich ders drukte. Voorbeelden liggen voor het grij- verheft zal vernederd, maar wie zich vernedert pen. Zoo verbood de Wet van God op Zaterdag zal verheven worden. MAX te werken, waaruit de Rabbijnen het besluit trokken: Het is niet geoorloofd op Sabbat'n zie ken tand met azijn te bevochtigen, dat is wer ken. Ten minste, als de azijn niet wordt door geslikt; in dat geval is het geen werken meer, maar drinken, wat op den sabbat niet verbo den is. Jansen: Bespottelijk! Pastoor:'Volgen nog bespotteiijker dingen: De Mozaische wet- verbood om op den dag des Heeren een last te dragen. Bijgevolg, besloten de Rabbijnen, is h«t aan een blinde verboden zich van ceri stok te bedienen, dit is eën last. Verboden aan de vrouwen om lint tc dragen, een last, tenzij dat lint op den rok' is vastge naaid, want dan wordt liet een kleed. Verbo den om valsche tanden te dragen, een last van Vrijdagavond tot Zondagmorgen hebt ge die af tc leggenEn zoo vooft, ünd so wei ter, et cetera: Onderhouden we de Wet Gods nooit in den geest der Phariseën. Leggen we er heel ons hart, onzen ganschen wil in, maar houden we ook ons verstand er bij. Kleingees tigheid is noch bij God noch bij Zijn Kerk ge wild. Secretaris: De rest van 't Evangelie geeft, dunkt me, niet de minste moeilijkheid, 't Is een scherpe terechtwijzing van jesus aan het adres van zijn hoogmoedigen gastelier en diens eben- bürtigë gasten, 't Schijnt dat bij de noodiging tot aanzitten de genoodigden sterk naar voren drongen om de eerste plaatsen in te nemen, en Jesus die gelegenheid te baat nam cm hun kin derachtige" eerzucht af te keuren. Pastoor: Moeilijkheid van taal of stijl geeft de korte moraalpreek van jesus niet, maar om, wat voorviel, naar rechte waarde te schatten, dunkt het mij geschiktde mise-en-scène van zulk een Oostersch feestmaal even aan te ge ven. Het huis binnenkomende treedt men het voorhof binnen, een open plaats liefst met mar mer. bevloerd en in het midden van een fontein voorzien. Aan het tegenovergestelde einde ligt de ontvangzaal. De lage, smalle ingang daar van doet dienst als kle-erkamer, dat wil zeggen daar ontdoet men zich van zijn schoenen. In dien ingang, doerkah genaamd, worden de bed den of platte- matrassen in een open kast be waard. Uit de doerkah komt de bezoeker in de liewan, die een of tewe voet hooger dan de in gang ligt. De gasten worden door den gastheer, ontvan gen, een ieder stapt naar zijn rang en stand; daartegen mag niet gezondigd worden. Daarna komt een slaaf, gewoonlijk een van de geringste gegordeld en van een handdoek voorzien om den gast de handen, en zoo hij barrevoets ge komen is, de voeten te wasschen. Dit wasschen geschiedt door boven een bekken —water uit een kan te gieten. Een andere slaaf besprenkelt den gast met welriekend water. Ook in het plaatsen der gasten wordt op den rang der bezoekers sterk gelet. De aanzienlijk sten ontvangen een plaats op dat deel van den divan dat recht tegenover de deur ligt. Daar te zitten is. eervollerr dan een zetel aan een der zijden van li'ct vertrek! Op die eervolle plaats zit allereerst de gastheer zelf, die dus de vooinantnsie en meest acziene gasten om zich heen heeft. Van hief uit kunnen wij beter verstaan de vraag van de moeder der zonen vanZebedëus: Geef dat deze mijne zonen mo gen zitten de een aan uw rechter en de ander aan uw linkerhand in uw koninklijk. Bezoe kers lager in rang dan de huisheer, gaan nooit zitten op zulk een eervolle plaats, maar zet ten zich aan een der zijden, tenzij zij aoor den gastheer worden uitgenoodigd „hooger op" te gaan. Wanneer Jesus zijn discipelen zegt, dat zij, genoodigd zijnde, zullen gaan zitten op de plaats, dan is daarmee bedoeld dc plaats zoover mogelijk van den gastheer van daan. Als n.l. iemand op een aanzienlijke plaats zit en een die voornamer is dan hij treedt binnen, dan eischt de ctikette dat hij opstaat en „lager" gaat zitten, in 't ergste geval zou de gastheer 't hem zelf verzoeken plaats te ma ken en „met schaamte" zou hij moeten terug trede. De etenden zitten óf gehurkt op den grond óf c-p den divan langs den muur eveneens ge hurkt'. Is liet- getal der aanzittenden groot, dan staat de tafel inidclen in het vertrek en de eten- den zitten er in wijden kring omheen, met de linkerknie op den grond, terwijl de rechterknie m de hoogte is getrokken. Geduiende de Nieuw- Z(J0 Sp0ecjig- mogelijk van dit middel af: Testamentische periode semjnt men ook in Pa- standen, in de maatschappij overbodig zijn lestina de gewoonte aangenomen te hebben om jje grossiers b.v. en het zelfstandig ver niet aan te zitten, maar bij den maaltijd aan ir liggen. Alleen bij aanliggen toch is het mo gelijk dat Maria Magdalena Jesus voeten wascht. Dat gebruik van aanliggen was waar schijnlijk door sommige Oosterlingen reeds overgenomen- sedert de veroveringen van Alex ander de Groote; het was een algemeen ge bruik bij de Grieken en Romeinen. Ieder in het Oosten weet nauwkeurig zijn rang. Hooger gaan dan geoorloofd was ge schiedde des bij defg^'jkc situatie opzettelijk Do Middenstand en de Economische Bedrijfsorganisatie. Thans is verschenen het prae-advies van prof. mr. J. A. Veraart over „De Midden stand en de Economische Bedrijfsorganisatie" voor liet Derde B..K. Middenstandscon.gres. De Prae-adviseur, beoogt hierin antwoord He geven op de vraag: wat moet de .Midden- stand doen om zijn zelfstandig bestaan te verzekeren wat moet hij óp de eerste plaats deen om zich i-n liet organisatie-verband een passende welvaart te verschaffen? Na ds verschillende gevaren, welke den winkelier bedreigen, te hebben opgenoemd en aangestipt dat een deel van de verbete ring van de positie van den mid'de-nstandjer. winkelier afhangt van zijn individuali teit en van de actie, welke daarop door de si andsorganisatie wordt uitgeoefend, be spreekt prof. Veraart de prijspolitiek van den Middenstand, als zjjmdie nagenoeg het lie.de program van damiddenstands-vakbe weging. Daarbij wijst hij op ds concurren tie" van dc consumenten en gemeentewin- kels en adviseert meer" te vertrouwen op de ontwikkeling van de eigen stands- en vakorganisatie dan op de kracht van die vlammende pro-testen. Kot gemis aan passend bestaan van den winkelier spruit ook voort uit twee oor zaken n.l. gemis aan voldoenden omzet en een te ia-ag winstpercentage. Er dringen op zoovele markten van een bepaald artikel te véél winkeliers; vele grossiers of fabri kanten laten de winkeliers te weinig ver dienen. Het middel om het eerste euvel te be strijden is: voldoende bedrijfsconcentratie. Het middel tegen liet tweede euvel is een gezond overleg met den groothandel en de Iabrikanten der waren over beter ra-bat. De doeltreffende toepassing van dje mid delen is ceh ter lang nieteenvoudig. Daar- toe is ncodig dat de organisation van de middenstanders-winkeliers met den groothan del of met de producenten in aanraking en gedurig overleg komen Wil men de beschikking krijgen over een betekenisvol overleg, dan moet dat gaan tusschen de volledig georganiseerde fabri kanten of pr< ducenten; En ik gelo-o-f niet, dat ik te veel zeg, indien ik het begin van zoodanige organisatie het eerst bij de Katholieke verwacht. Eraèr.dviseur gaat na, welke bedrijfserga- ni. a ie ei' bij ons, Katolieken, reeds bestaat en welke aanstaande is, en meent dat de R.K. Central©Baad van Bedrij ven ook de regeling van de prijspolitiek .op, haar ar beidsterrein zal vinden. Han. kan aan de orde komen zóó doelma tige concentratie van den winkelstand, dat alle ondernemingen volbe'.ast worden, en zulk een „ra-bat" dat liet winkelbedrijf ook met 'dón kleinsten omzet, maar volbelast, nog eon passend beslaan voor deri winkelier op lever t Vcrvol-geus bespreekt prof. Veraart de coo peratie door den winkeistamd als middel tot kostenverlaging als middel om gelijk te ko men met de warenhuizen, de filiaalhouders en de verbru-iksvereenigingen Het Is mij zeer goed bekend, welk een krachtig middel b.v. de coöperatieve inkoop- vereeniging feitelijk reeds is, maar dat neemt niet weg, dat ik onomwonden mijn meening kan zeggen over de eindelijkc doelmatig heid van liet middel, dat 'ik mij zelfs ge- rjeedzaakt zie te waarschuwen tegen de ge volgen, die de toepassing van d|0 coöpe-. ratte op den duur met zich zal voeren. En dan zij maar aanstonds vooropgesteld dat het middel der coöperatie een wapen van den klassenstrijd, dat dit middel den winkelstand wel in handen kan worden ge geven om zich tegen den aanval van an dere klassen te verweren, maar d,at zoodra de economische maatschappij zich voldoen de in organische richting ontwikkeld heeft spreekt ."de Middenstand uit, dat .bepaalde stand moet worden gedaan. Door de cooperatie-gedachte te omhelzen zekeringswezen. Maar ziet de Middenstand eek niet, dat de groSsi-ars e,n fabrikanten uitspreken, dat de winkelstand overbodig is? Dat zij filiaalhouders moeten plaatsen en daarmee het publiek bereiken? Eu ziet de .Middenstand ook niet, dat de afnemers en in den laaisten tijd vooral de ambtenaren en arbeiders, ook zeggen, d-at men geen mid del stand.; winkelstand no-odig heeft en dat. vccrzGOver zij zich de moeite van dp op richting van coöperatieve winkels willen be-' sparen, er maai' gemeente.winkels moeten komen.... Tot welk een afschuwelijke ontbinding van de economische maatschappij zou d,e coöpe- ratie-gedaclite wel voeren, indien zij onbe lemmerd kon voortgaanI De middenstander-industrieel heeft ook met gevaren te kampen zoo goed als zijn broe der d,e middenstands .winkelier. Toch schijnen zij beduidend minder ernstig en stellig minder moeilijk te bestrijden, dan de geva ren voor welke de winkelier zich geplaatst ziet. Prof. Veraart stelt ten slotte de volgende conclusiën: 1 Ik wil aan mijn betoog over Middenstand en Economische Bedrijfsorganisatie nog en kele conclusiën toevoegen. Ik vestig er ech ter, nadrukkelijk dp aandacht op, dat zij slechts waarde hebben in verband met ah hetgeen hierboven werd gezegd. Om volle dige formuleering was het mij niet te doen; toelichting uit liet prae.advies zeU zal men niet kunnen missen: lEiehier: {.Het bestaan van den middenstand en van den middenstander wordt nog altijd ern stig bedreigd, II. Voor een belangrijk gedeelte kan de Standsorganisiaiie de gevaren weren, door den individueelen middenstander tot een krachtige persoonlijkheid te ontwikkelen. III. Daarnaast heeft echter de vakorgani satie de niet minder belangrijke taak, de algemeene bedrij fsvoorwaiarden voor den middenstand te verbeteren. IV De winkelier wordt vooral bedreigd door de prijspolitiek van warenhuizen, fili- aalhoudende firma's, verbruiks-coöperntiën en gemeente-winkels; daarnaast dpor een te veel aan ondernemingen op de bestrekei markt V. Coöperatie door den middenstand is een strijdmiddel om de prijzen concurroe- rend te maken met do onder IV genoemde lichamen, een middel dat diensten- heeft be wezen en bewijst, maar dat den algemee- nen bedrijfstc-estand steeds meer verslech tert, en op den duur den middenstand zelf met groot gevaar bedreigt VI In verband met den organischen ive- der.opbouw der samenleving in dezen tijd zoeke de nn' d-dens i ander, winkeiie r nieuws aanraking niet grossiers en fabr.kanten en tot regeling van het debiet en tot het ver krijgen van redelijk rabat. De werknemers* organisation zullen daarbij kunnen helpen, in He1- bijzonder dpor ook harerzijds de ver- bruiks-coöperatie uit te schakelen, waai' te genover staat, dat zij invloed bedingen op de (middenstands)prijspolitiek. VII. Ook deii middenstaiid-er.-industrieel dreigt gevaar, vooral voor opdrijving dei kosten in Verband met scherpe onderljingo concurrentie en een te grooten overvloed van ondernemingen in hetzelfd.e bedrjjiDooi de moderne collectieve arbeidsovereenkomst en regelingen met de leveranciers kan hij zijn positie beduidend verbeteren. VIII. De R. h. centrale naad van -Bedrij ven, door een Neutralen en Chris tel ij ken Gen- tTa-lcn liaad versterkt, zette zijn terrein in de naaste Ijcjekomst uit, en uestrijke ook het gebied der prijspolitiek. Na de solidari teit tusselie-n werkgevers en werknemers U hebben verwezenlijkt, bevordere hij dp soli* verzekere aan onze Nederlandscue - nén- leving naar, best vermogen, met de hulp ook van de werknemersorganisatiën, prijzen, d,is een redelijk bestaan voor alle producenten verzekeren en dus tegenover de consumen- menten verantwoord kunnen word,en. DE LUCHTSCHEEPVAAKT IN DIENST DER WETENSCHAP. De luchtscneepvaart heelt ongetwijfeld eene mooie toekomst, niet enkel voor wat betreft per sonen- en goederenvervoer, maar ook zal ze de helpende hand kunnen bieden aan de bestudee- rilng en oplossing van een reeks van vraag stukken-, die nog niet of voldoende zijn verklaard, Zoo ia er nog ved wat niet is verklaard ol opgelost in het trekken onzer vogels en vooral weet men weinig omtrent de hoogten waarop ze trekken. Waarnemingen door Dr. Gatkes op het eiland' Helgoland gedaan, pleiten voor enorme hoogten n.l. 710.000 meters, waarop de vo gels trekken, en zdfs hooger. De lage luchtdruk en de lage teonperatur maken een lang verblijf in deze luchtlagen onmogelijk en daarom deze opgaven twijfelachtig. Eenvoudige beschouwingen en berekeningen in deze, van de aarde uit, brengen ons evenwel niet verder omtrent de kennis van het vraag stuk „hoe vliegen de vogels". Men bleef dus bij ..vermoedens". De luchtscheepvaart even-wel, die de meteorologische verhoudingen in de hoogere lagen der atmosfeer reeds heeft onderzocht en opgehelderd, kon hierbij van on schatbare waarde zijn. Wanneer de vogels in hoogere lagen trekken en het oude vaderland op zoeken, is het ook w-aarscbijlnlijk dat de ludht- scheepvaarder ze dia ar kan waarnemen en be- studeeren. Een Duitsch ornitholoog v. Lucanus beschrijft zijn waarneming o.a. als volgt: 20 „Ontstellen!.... Ontstellen!.... gij moet niet ontstellenniet schrikken van uw moeder.... gij hebt niets misdreven.... gij moet niet lijdensprak zij met nadruk; :oen viel haar hoofd langzaam achterover, en ichecn alsof haar blik geheel beneveld werd. De dokter wenkte Laura zich bedaard te houden, ïn cenige seconden later viel de lijderes in een Jachten slaap. Met behulp der dienstbode legde men haar voorzichtig op een sofa neder sn Eduard sprak troostend tot het bedroefde meisje „Houd u kalm en laat vooral bij haar ont maken uw ontroering niet blijken, want van dies wat liier gebeurd is weet zij niets. Ik wil 'Dar nog eenige oogenblikken gadeslaan, en zal u a irna verlaten, om mijn overige visites zoo dei mogelijk af te maken dan kom ik heden middag nog eens terug, want ik moet zien hoe dj zich na den genoten rust bevindt." De bedroefde dochter nam zwijgend tege- over Eduard plaats. Zij had eeuig borduurwerk ter hand genomen om zich wat afleiding te bezor gen doch spoedig zag de dokter dat haar arbeid geheel werktuigelijk was. Haar hevige snikken deden hem zeer. Wat had hij niet willen geven zoo hij haar smart in vreugde mocht veranderen! „Helaas," zuchtte hij in zich zeiven, "de weten sch'apschap beschaamt mijn zoetste verwach tingen!" En zijn hcofd zonk op zijn boezem neder, onder het desef der menschelijke on macht, welke hij des te zwaarder gevoelde, om dat hij zich verlaten meende van zijn God. Zonderling Was het Eduard te moede, wan neer hij in Laura's gezelschap verkeerde altijd scheen hij medelijden in haar blikken waar te nemen. Dit was cok nu weer het geval toen het meisje zich langzamerhand hersteldeen schoon hij al geen volkomen begrip had, waar het zijn ontstaan aan dankte, dit gevoelde hij dat dat de aanleiding was en met den godsdienst in betrekking stond. Nooit bevond hij zich in haar gezelschap, of de edelste gedachten rezenc in zijn ziel op/en zijn gevoelig hart maakte de de heiligste voornemens voor de toekomst, bij het aanschouwen van dat zachte galaat, waarop een reine ziel haar weerglans verspreidt. Was dit vroeger altijd het geval, hij ondervond dit in nog hoogere mate, nu hij zwijgend tegen over liet brave meisje zat, met wie hij een gedeelte van 's levens verdrietelijkheden deelde, en dat hij meer en meer om haar deugd en gods, vrucht bewonderde, al bleef het hem een raadsel hoe zij niet minder dan hij met. een helder oor deel begaafd, de koele rede aan de veelom vatten de eisehen van het geloof onderwerpen kon. „Ik behoef u niet te zeggen," hernam de dokter, nadat hij nog eenige wooi-den met het jonge meisje gewisseld had, „dat het een zeer noodlottige uitwerking kon hebben, wanneer uw moeder plotseling in haar rust wordt gestoord Sla, zonder dat de minste beweging uw tegen woordigheid verraadt, haar aandachtig gade ten einde ik bij mijn terugkomst moge weten welke verschijnselen zich hebben voorgedaan. Houd goeden nioed ik ben er zeker van zij zal geheel verkwikt ontwaken ik hoop evenals u dezen middag in een kalmer toestand terug te vinden. Gegroet tot wederziens 1Neen, neen, blijf maar stil zitten, ik zal de deur wel uitkomen," voegde hij erbij toen Laura hem wilde uitlaten, en kort daarna was hij vertrok ken. Den ganschen morgen was hem onder het gaan van den eenen patiënt naar den andere Laura en haar ongelukkige moeder niet uit het hoofd. Vroeger had hij gedacht dat zij hem alleen een dankbaar hart toedroeg en eenige achting voor hem gevoelde om den roem, welken hij zich in zijn uitgebreide praktijk als dokter ver wierf, maar toen bij haar zoo aanstonds had waargenomen, liet hem een speling op haar gelaat geen twijfel meer over aan toegenegen heid voor hem. Maakte hem deze ontdekking tot den gelukkigste der stervelingen, hij scheen zich zeiven niet meer te herkennen, want in zijn ziel ontwaakte de lust, de niet te weerstre ven neiging naar een deugdzaam en godsdien stig leven, en hij vond, zooals het hem voorkwam voortaan geen moeielijkheden meer welke hem beletten om te gelooven. Deze uitwerking heeft dergelijke genegenheid altijd op onze ziel wan neer zij zuiver is. Een genegenheid, vrij van allen hartstocht, die zich zonder eenige neven bedoeling vestigt, veredelt en verheft, brengt- vaak in het door ongeloof en vertwijfeling ver dorde hart een omwenteling teweeg, welke den voor betoogen of bewijskrachten en dikwerf norschen en terugstootenden man onderworpen en gedwee als een kind maakt, terwijl de engelen in den hemel juichen- om zijn wedergeboorte Zulk eene genegenheid, vlekkeloos rein, is on baatzuchtig, zelfopofferend, onschuldig. Het is die kuische genegenheid door de kerk ten volle gewettigd^ zelfs dringend geboden, waarover men sommige lieden nog wel eens hoort spreken, maar welke men helaas I in onze dagen, zoo zeld zaam meer aantreft. Ook Laura's geest werd eenige oogenblikken aan het treurig tooneel, dat een paar minuten vroeger voor haar .oogen plaats vond. onttrokken en bepaalde zich voortdurend tot het gepeinzen op den dokter. Gelükkig voor haar leefde zij eenige mmmen in een andere sfeer, waar het haar vergund werd een weinig verademing te .vinden voor de span ning en verwarring, waarin zij verkeerde. Had een licht gekraak haar niet in haar over weging gestoord, zeker ware deze nog langer voortgezet. Thans zag zij op en sloeg in gespan nen verwachting haar blikken op de rustbank, waarop zij een herhaling van het voorgevallene vreesde. Het zacht geluid werd door een lichte zucht gevolgd, zooals ons meermalen ontsnapt, wanneer wij na een verkwikkenden nachtrust langzaam ontwaken. De lijderes richtte zich van de sofa op en zag met de verwondering van iemand, die uit een zwaren droom ontwaakt, in in het ronde. Met haar wijsvinger de oogen uit wrijvende, als om duidelijker te kunnen zien en zich te vergewissen waar zij was fluisterde zij eenige onverstaandare woorden, welke door den toon waarop zij haar ontsnapten, klaarblijkelijk haar verwond.ring te kennen gaven. Een ge- ruimen tijd zat zij overeind, lez g met zich te bezinnen en toen zij eindelijk g heel tot haar zelve kwam, deed haar vriendelijk gelaat de bevreesde toeschouwster het gunstigste van haar verwachten. (Wordt vervolgd), dei rite tc ttissciicn pi-od u c ont&ng-ro<?p en en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 5