HIEIIWE MAIL Ö0IIAN1
BINNENLAND
HET WITTE HUIS.
BIJBELCURSUS.
FEUILLETON
Zaterdag 27 September Tweede Blad
ZESTIENDE ZONDAG NA PINKSTEREN.
De genezing van den waterzuchtige
Pastoor De Bijbel is het zonderlingste, het
wonderlijkste, het machtigste en het 'beste van
alle boeken. Geschreven uoor Mc-zes, den wet
geleerde, door Jozue den soldaat, door Samuel
den rechter, door Esra den bouwmeester, door-
Job den poëet, dor David den schaapnerder,
door Daniël den Eersten Minister. doorAmos
Job den poëet, door Matheus den tolbeambte
door Lucas den geneesheer, door Paulusdenge-
leerde, door Johannes den banneling en iech
wijl het uit Gods hand voortkwam, een vol
slagen en volmaakte harmonie van het middel
ste vers des Bijbeis, het achtste van den 117den
Psalm, naar beide kanten vooruit en teruggaan
de; en van den koristen tekst, het 35ste vers
van het elfde hoofdstuk van Johannes tot den
langsten tekst, het dde vers van het achtste
hooidstuk van Esther; en tóen alweder wijl
het door God geschreven werd absoluut waar
en waarachtig in de omstreeks feOÜ.ÜOO woor
den, waaruit ue ri. Schrift is saamgesteld.
Zij strekt zich niet alleen uit over het verle
den, maar ook over de toekonst. Er komt een
veerboot in voor als in het Tweede Boek van Sa
muel; en een telegraafdraad als in Joo; en een
spoortrein ais in Nahum. Zij stelt ons een ijzei-
gieter voor met name Tubelkain, een scheeps-
óouwermet name Noacir en een architect met
name Ooliab. Zij verhaalt ons hoeveel stallen
Salomon had om zijn paarden te verzorgen en
hoeveel hij betaalde voor die paarden.
Maar weinige dingen in dit veelzijdige en
kernachtige Boek wekken zoozeer onze belang
stelling op als zijn apothema's, die korte, af
geronde,zinrijke, pittige uitdrukkingen,zooals het
laatste wooru van ons te behandelen Evangelie
er een is: Wie zich verheft zal vernederd wor
den, wie zich vernedert zal verheven worden.
Secretaris: U kunt gelijk hebben en nog over
houden, pastoor, maar volgens algemeen be
schaafd gebruik wilde ik-graag vooraan begin
nen.
evangelie volgens den H. Lucas, XIVI11.
In dien tijde ais Jesus op eenen Sabbatdag in
het huis van een der voornaamste Phariseën
kwam om het maal te houden, gaven zij acht
op Hem. En zie, een waterzuchtig mensen was
daar voor hem en Jesus sprak de Schriftge
leerden en Phariseën aan en-zeide: Is het ge
oorloofd op den Sabbatdag iemand te genezen?
Doch zij zwegen. Hij nam hem dan bij de hand,
genas hem en liet hem gaan. En toen sprak Hij
tot hen en zeide: Wie is er onder u, die als zijn
ezel of os in een put viel hem. niet terstond
op den Sabbatdga daar zoude uitrekken? En
zij konden hem hierop niet antwoorden. Ook
sprak Hij tot de genoodigden een gelijkenis, daar
Hij opmerkte hoe zij de eerste plaatsen uitzoch
ten en Hij zeide tot hen: Als gij ter bruiloft ge-
noodigd zijt, ga dan niet op de eerste plaats
zitten, of er misschien niet iemand aanzienlijker
4an gij verzocht ware en degene die u en hgm
Verzocht heeft', inkomende dan tot u zoude zeg
gen: Maak plaats voor dezen, en'dan zoudt gij
met schaamte de laagste plaats moeten nemen,
Maar als gij genoodigd zijt, ga op de laagste
plaats zitten, opdat als hij die u genoodigd
heeft, komt, hij u zegge: Vriend ga hooger op.
Dit zal u eene eer zijn voor diegenen, die mede
aan tafel zitten. Want al, die zich verheft, zal
vernederd, en die zich vernedert zal verheven
worden.
Broers Er staat zoo van alles en nog wat m
dit Evangelie, een genezing en. een parabel, een
mirakel en een preek....
Jansen En het eene staat tamelijk los van het
andere, de straks geprezen harmonie is hier ver
jg moeken
Pastoor Dunkt u.... Enkele Schriftuurver
klaarders zijn met uw welnemen daar niet zoo
zeker van en geven als hun meening, dat de
gansclie bladzijde aan waterzucht gewijd is.
Peeters Het eerste deel, wel te verstaan....
Pastoor: En het tweede deel met minder. In
't eerste deel geneest de Meester de lichame
lijke waterzucht, in het tweede dient Hij van ad
vies om die van de ziel te beteren. Wat is ei
genlijk waterzucht? Door ontbinding van het
bloed hoopt zich in een of meer ledematen een
overmaat van vocht op, dat die lichaamsdeel en
pijnlijk doet opzwellen. Kan er niets van gelij
ken aard in de ziel plaats grijpen?
WillemsDat zou dan de hoovaardij moeten
zijn, de zonde van den kikvorsch. die zich wil
opblazen tot een os.
Pastoor: Precies, doch behandelen we eerst
het verhaal, vanzelf volgt dan de moraal. In
dit verhaal zien we eens te meer, dat de zoon
des mensclien is gekomen, etende en drmkenae,
gemeenzaam omgaande met allerlei slag van
menschen, het gezelschap niet schuwend van
Tollenaars, ofschoon die een slechten naam had
den noch dat van Phariseën, hoewel deze Hem
een kwaad hart toedroegen, maar beider nooai-
ging aannemend ten einde zoo mogelijk aan- bei
den goed te doen. Tijdens -het derde jaar van
zijn openbaar leven werd Jesus denkelijk te Ca-
phamaiim op een sabbatfeest door een voorna
men Phariseër genoodigd
PeetersDoor een Overste der Phariseën nog
welen
Pastoor: Maar toch geen officieele overheid,
want eigenlijke hoofden erkende de secte der
Phariseën niet. Doch zooals overal vond men
ook onder hen uitstekende geesten of goed-ge-
vulde geldkoffers, wat den bezitters 'n zekeren
voorsprong geeft. Alzoo door een notabel Phari
seër werd Jesus uitgenoodigd.
Secretaris: Wat kon dien man daartoe bewo
gen hebben?
Pastoor: Twee motieven dreven hem! waarvan
't eerste niet deugde, het andereweinig be
ter was. De jonge Leeraar was zeer gezien/ was
een bekende en veelbesproken figuur geworden
om zijn doctrine en zijn mirakelen. Dat voor
eerst en op de tweede plaats dit: de web-deer
den en oversten deden als de vogelaar, die in
stilte loert om den vogel in zijn strik te krijgen.
Zulk een strik was het hier aangerichte feest
maal. „Men nam hein waar" staat er
plat gezegd: men hield Hem in de gaten of'Hij
soms zich niet verspreken zoc of er neven doen.
1|l>*-cd hun al aanstonds geboden. Nau
welijks zat Jesus aan of „er was ceh waterzuch
tig mensch voor Hem."'
Jansen; Natuurlijk een doorgestoken kaart,
die Siumpeid was caar van te voren besteld.
Pastoor: Misschien ook had hij naar Oosfer-
sche z&de de vrijheid genomen om binnen te
gaan. Ongelukkig was het Sabbat en met op
zulk een dag om genezing te vragen had onze
nielli öc kans bclcopsn de overpriesters te°en
zich in het harnas te jagen en als Sabbat-schen-
nex vervolgd te worden. Hij deed dus wat voor
het oogen-biik het beste was, hij deed niets
maar zijn deemoedig opzien naar. festis was als
een ontroerend smeekgebed.
Jansen; Dus die zieke deed niets en ook de
Phariseën deden niets want als ik goed lees
spraken ze zelfs geen stom woord. Ik vr-aao- nu'
waar blijft de valstrik?
Pastoor: Die was er niettemin in den vorm
van dit dilemma en reeds verheugden zij zich,
dat Jesus ditmaal niet ontsnappen kón Van
tweeen een-: Hij zou den waterzuchtige genezen
oi niet genezen. In het eerste geval wachtte Hem
een aanklacht wegens schending van den wette-
lijken rustijd. In het ander geval zou men zijn
machteloosheid duchtig aan de kaak stellen,
Hoe de zaak ook liep, Jesus zou altoos de dupe
zijn.
Broers: En hoe redde Jesus zich er uit?
Pastoor: Op een lumineuze manier met name
lijk als ik het zoc eens uit amg drukken
op het onverwachts van het zondaarsbankje
naar den reclitstoel over te stappen. Het waren
ïmrtyirs „wetgeleerden", waarmee Hij te doen
had,en nu het o-ver de Sabbatrust ging,waren zij
de aangewezen personen om uit te maken of de
Wet alsdan 't genezen van een zieke verbood.
Bijna sarcastisch klinkt het nu uit Jesus' mond:
Wat denken de Hooggeeleerden van dit geval, is
het geoorloofd op den- sabbatdag te genezen
Daar zaten ze op eenmaal in hun eigen strik ge
vangen. Gaven ze een toestemmend antwoord,
wat hadden ze dan nog in te brengen, als Je
sus straks dien ongelukige, hun enfant terrible,
van zijn kwaal genas. Noemden ze het ongeoor
loofd, wat zou Jct3U3 die alles wist. uit hu par
ticuliere leven dan niet naar voren halen om
dit antwoord te ridiculiseeren. Wat deden ze" in-
tusscien. Met onze Oostelijke naburen waren ze
van meening:
Wer die Wahrheit kennet sagel sie frei
Der komt in Berlin in der Hacsvogtei.
en -kozen de wijste partij met eenstemmig den
mond te houden.
Secretaris: Hij nam hem dan bij de hand, ge
nas hem en liet hem gaan.
Pastoor: Vrij vertaald: Hij bracht hem buiten
schot, opdat de Phariseën niet op dien armen
drommel hun woede koelen zouden, want, geloof
maar, dat op dat feestmaal heel wat electrici-
teit in de lucht zat. Zoo kunnen we het ook ver
klaren, dat Jesus, cm hun boosaardigheid te
straffen, nogmaals de duimschroeven aanzete.
Secretaris: Wie is er onder u. die als zijn ezel
of os in een put viel, hem niet terstond op den
Sabbatdag daar zoude uittrekken?
Jansen;. Ik heb laatst in Artjs het kleinste
rund ter wereld gezien, niet grooter dan een fat
soenlijk geitje, maar ik dacht, dat dit iets heel
zeldzaams was.
Pastoor: Het buitengewone van het geval zit
niét in het bijzonder formaat van Oostersche
ossen of ezels, maar in den eigenaardigen bouw
van een morgenlandschen put, waar paard of
rund gemakkelijk in kon vallen en verdrinken.
Het best denkt men hier aan een vergaarbak,zon
der steenen wal of rand, waar hét regenwater
van alle kanten vrij invloeide. Men vindt er zoo
-nog vele in Palestina om in het gebrek aan
stroomend water te voorzien.
Secretaris: En op die vraag volgde weer een
veelzeggend stilzwijgen?
Pastoor: Te meer, omdat die vraag als een
mokerslag op het ellendig kaartenhuis hunner
Ra'bbijnsche Inzettingen neerkwam. Immers
hadden ze de Goddelijke^ wet verfomfaaid en
i vervalscht tot onherkenbaar wordens toe. door en moest met schade bekocht worden. In liet
tal van menschelijke voorschriften, die aan hun licht van een en ander zien we hoe de Phariseër
stompe hersens en verdroogde harten onjrezen, en zijn kornuiten voluit de les verdienden, die
den godsdieustigen Jood als een juk op de schou Jesus hun mee naar huis gaf. dat wie zich
ders drukte. Voorbeelden liggen voor het grij- verheft zal vernederd, maar wie zich vernedert
pen. Zoo verbood de Wet van God op Zaterdag zal verheven worden. MAX
te werken, waaruit de Rabbijnen het besluit
trokken: Het is niet geoorloofd op Sabbat'n zie
ken tand met azijn te bevochtigen, dat is wer
ken. Ten minste, als de azijn niet wordt door
geslikt; in dat geval is het geen werken meer,
maar drinken, wat op den sabbat niet verbo
den is.
Jansen: Bespottelijk!
Pastoor:'Volgen nog bespotteiijker dingen: De
Mozaische wet- verbood om op den dag des
Heeren een last te dragen. Bijgevolg, besloten
de Rabbijnen, is h«t aan een blinde verboden
zich van ceri stok te bedienen, dit is eën last.
Verboden aan de vrouwen om lint tc dragen,
een last, tenzij dat lint op den rok' is vastge
naaid, want dan wordt liet een kleed. Verbo
den om valsche tanden te dragen, een last
van Vrijdagavond tot Zondagmorgen hebt ge
die af tc leggenEn zoo vooft, ünd so wei
ter, et cetera: Onderhouden we de Wet Gods
nooit in den geest der Phariseën. Leggen we
er heel ons hart, onzen ganschen wil in, maar
houden we ook ons verstand er bij. Kleingees
tigheid is noch bij God noch bij Zijn Kerk ge
wild.
Secretaris: De rest van 't Evangelie geeft,
dunkt me, niet de minste moeilijkheid, 't Is een
scherpe terechtwijzing van jesus aan het adres
van zijn hoogmoedigen gastelier en diens eben-
bürtigë gasten, 't Schijnt dat bij de noodiging
tot aanzitten de genoodigden sterk naar voren
drongen om de eerste plaatsen in te nemen, en
Jesus die gelegenheid te baat nam cm hun kin
derachtige" eerzucht af te keuren.
Pastoor: Moeilijkheid van taal of stijl geeft
de korte moraalpreek van jesus niet, maar om,
wat voorviel, naar rechte waarde te schatten,
dunkt het mij geschiktde mise-en-scène van
zulk een Oostersch feestmaal even aan te ge
ven. Het huis binnenkomende treedt men het
voorhof binnen, een open plaats liefst met mar
mer. bevloerd en in het midden van een fontein
voorzien. Aan het tegenovergestelde einde ligt
de ontvangzaal. De lage, smalle ingang daar
van doet dienst als kle-erkamer, dat wil zeggen
daar ontdoet men zich van zijn schoenen. In
dien ingang, doerkah genaamd, worden de bed
den of platte- matrassen in een open kast be
waard. Uit de doerkah komt de bezoeker in de
liewan, die een of tewe voet hooger dan de in
gang ligt.
De gasten worden door den gastheer, ontvan
gen, een ieder stapt naar zijn rang en stand;
daartegen mag niet gezondigd worden. Daarna
komt een slaaf, gewoonlijk een van de geringste
gegordeld en van een handdoek voorzien om
den gast de handen, en zoo hij barrevoets ge
komen is, de voeten te wasschen. Dit wasschen
geschiedt door boven een bekken —water
uit een kan te gieten.
Een andere slaaf besprenkelt den gast met
welriekend water.
Ook in het plaatsen der gasten wordt op den
rang der bezoekers sterk gelet. De aanzienlijk
sten ontvangen een plaats op dat deel van den
divan dat recht tegenover de deur ligt. Daar
te zitten is. eervollerr dan een zetel aan een
der zijden van li'ct vertrek! Op die eervolle
plaats zit allereerst de gastheer zelf, die dus
de vooinantnsie en meest acziene gasten om
zich heen heeft. Van hief uit kunnen wij beter
verstaan de vraag van de moeder der zonen
vanZebedëus: Geef dat deze mijne zonen mo
gen zitten de een aan uw rechter en de ander
aan uw linkerhand in uw koninklijk. Bezoe
kers lager in rang dan de huisheer, gaan nooit
zitten op zulk een eervolle plaats, maar zet
ten zich aan een der zijden, tenzij zij aoor den
gastheer worden uitgenoodigd „hooger op" te
gaan. Wanneer Jesus zijn discipelen zegt, dat
zij, genoodigd zijnde, zullen gaan zitten op de
plaats, dan is daarmee bedoeld dc
plaats zoover mogelijk van den gastheer van
daan. Als n.l. iemand op een aanzienlijke
plaats zit en een die voornamer is dan hij treedt
binnen, dan eischt de ctikette dat hij opstaat
en „lager" gaat zitten, in 't ergste geval zou
de gastheer 't hem zelf verzoeken plaats te ma
ken en „met schaamte" zou hij moeten terug
trede.
De etenden zitten óf gehurkt op den grond
óf c-p den divan langs den muur eveneens ge
hurkt'. Is liet- getal der aanzittenden groot, dan
staat de tafel inidclen in het vertrek en de eten-
den zitten er in wijden kring omheen, met de
linkerknie op den grond, terwijl de rechterknie
m de hoogte is getrokken. Geduiende de Nieuw- Z(J0 Sp0ecjig- mogelijk van dit middel af:
Testamentische periode semjnt men ook in Pa- standen, in de maatschappij overbodig zijn
lestina de gewoonte aangenomen te hebben om jje grossiers b.v. en het zelfstandig ver
niet aan te zitten, maar bij den maaltijd aan
ir liggen. Alleen bij aanliggen toch is het mo
gelijk dat Maria Magdalena Jesus voeten
wascht. Dat gebruik van aanliggen was waar
schijnlijk door sommige Oosterlingen reeds
overgenomen- sedert de veroveringen van Alex
ander de Groote; het was een algemeen ge
bruik bij de Grieken en Romeinen.
Ieder in het Oosten weet nauwkeurig zijn
rang. Hooger gaan dan geoorloofd was ge
schiedde des bij defg^'jkc situatie opzettelijk
Do Middenstand en de Economische
Bedrijfsorganisatie.
Thans is verschenen het prae-advies van
prof. mr. J. A. Veraart over „De Midden
stand en de Economische Bedrijfsorganisatie"
voor liet Derde B..K. Middenstandscon.gres.
De Prae-adviseur, beoogt hierin antwoord
He geven op de vraag: wat moet de .Midden-
stand doen om zijn zelfstandig bestaan te
verzekeren wat moet hij óp de eerste plaats
deen om zich i-n liet organisatie-verband een
passende welvaart te verschaffen?
Na ds verschillende gevaren, welke den
winkelier bedreigen, te hebben opgenoemd
en aangestipt dat een deel van de verbete
ring van de positie van den mid'de-nstandjer.
winkelier afhangt van zijn individuali
teit en van de actie, welke daarop door de
si andsorganisatie wordt uitgeoefend, be
spreekt prof. Veraart de prijspolitiek van
den Middenstand, als zjjmdie nagenoeg het
lie.de program van damiddenstands-vakbe
weging. Daarbij wijst hij op ds concurren
tie" van dc consumenten en gemeentewin-
kels en adviseert meer" te vertrouwen op
de ontwikkeling van de eigen stands- en
vakorganisatie dan op de kracht van die
vlammende pro-testen.
Kot gemis aan passend bestaan van den
winkelier spruit ook voort uit twee oor
zaken n.l. gemis aan voldoenden omzet en
een te ia-ag winstpercentage. Er dringen op
zoovele markten van een bepaald artikel
te véél winkeliers; vele grossiers of fabri
kanten laten de winkeliers te weinig ver
dienen.
Het middel om het eerste euvel te be
strijden is: voldoende bedrijfsconcentratie.
Het middel tegen liet tweede euvel is een
gezond overleg met den groothandel en de
Iabrikanten der waren over beter ra-bat.
De doeltreffende toepassing van dje mid
delen is ceh ter lang nieteenvoudig. Daar-
toe is ncodig dat de organisation van de
middenstanders-winkeliers met den groothan
del of met de producenten in aanraking en
gedurig overleg komen
Wil men de beschikking krijgen over een
betekenisvol overleg, dan moet dat gaan
tusschen
de volledig georganiseerde fabri
kanten of pr< ducenten; En ik gelo-o-f niet,
dat ik te veel zeg, indien ik het begin
van zoodanige organisatie het eerst bij de
Katholieke verwacht.
Eraèr.dviseur gaat na, welke bedrijfserga-
ni. a ie ei' bij ons, Katolieken, reeds bestaat
en welke aanstaande is, en meent dat de
R.K. Central©Baad van Bedrij ven ook de
regeling van de prijspolitiek .op, haar ar
beidsterrein zal vinden.
Han. kan aan de orde komen zóó doelma
tige concentratie van den winkelstand, dat
alle ondernemingen volbe'.ast worden, en zulk
een „ra-bat" dat liet winkelbedrijf ook met
'dón kleinsten omzet, maar volbelast, nog
eon passend beslaan voor deri winkelier op
lever t
Vcrvol-geus bespreekt prof. Veraart de coo
peratie door den winkeistamd als middel tot
kostenverlaging als middel om gelijk te ko
men met de warenhuizen, de filiaalhouders
en de verbru-iksvereenigingen
Het Is mij zeer goed bekend, welk een
krachtig middel b.v. de coöperatieve inkoop-
vereeniging feitelijk reeds is, maar dat neemt
niet weg, dat ik onomwonden mijn meening
kan zeggen over de eindelijkc doelmatig
heid van liet middel, dat 'ik mij zelfs ge-
rjeedzaakt zie te waarschuwen tegen de ge
volgen, die de toepassing van d|0 coöpe-.
ratte op den duur met zich zal voeren.
En dan zij maar aanstonds vooropgesteld
dat het middel der coöperatie een wapen
van den klassenstrijd, dat dit middel den
winkelstand wel in handen kan worden ge
geven om zich tegen den aanval van an
dere klassen te verweren, maar d,at zoodra
de economische maatschappij zich voldoen
de in organische richting ontwikkeld heeft
spreekt ."de Middenstand uit, dat .bepaalde
stand moet worden gedaan.
Door de cooperatie-gedachte te omhelzen
zekeringswezen. Maar ziet de Middenstand
eek niet, dat de groSsi-ars e,n fabrikanten
uitspreken, dat de winkelstand overbodig is?
Dat zij filiaalhouders moeten plaatsen en
daarmee het publiek bereiken? Eu ziet de
.Middenstand ook niet, dat de afnemers en
in den laaisten tijd vooral de ambtenaren
en arbeiders, ook zeggen, d-at men geen mid
del stand.; winkelstand no-odig heeft en dat.
vccrzGOver zij zich de moeite van dp op
richting van coöperatieve winkels willen be-'
sparen, er maai' gemeente.winkels moeten
komen....
Tot welk een afschuwelijke ontbinding van
de economische maatschappij zou d,e coöpe-
ratie-gedaclite wel voeren, indien zij onbe
lemmerd kon voortgaanI
De middenstander-industrieel heeft ook met
gevaren te kampen zoo goed als zijn broe
der d,e middenstands .winkelier. Toch schijnen
zij beduidend minder ernstig en stellig
minder moeilijk te bestrijden, dan de geva
ren voor welke de winkelier zich geplaatst
ziet.
Prof. Veraart stelt ten slotte de volgende
conclusiën: 1
Ik wil aan mijn betoog over Middenstand
en Economische Bedrijfsorganisatie nog en
kele conclusiën toevoegen. Ik vestig er ech
ter, nadrukkelijk dp aandacht op, dat zij
slechts waarde hebben in verband met ah
hetgeen hierboven werd gezegd. Om volle
dige formuleering was het mij niet te doen;
toelichting uit liet prae.advies zeU zal men
niet kunnen missen:
lEiehier:
{.Het bestaan van den middenstand en
van den middenstander wordt nog altijd ern
stig bedreigd,
II. Voor een belangrijk gedeelte kan de
Standsorganisiaiie de gevaren weren, door
den individueelen middenstander tot een
krachtige persoonlijkheid te ontwikkelen.
III. Daarnaast heeft echter de vakorgani
satie de niet minder belangrijke taak, de
algemeene bedrij fsvoorwaiarden voor den
middenstand te verbeteren.
IV De winkelier wordt vooral bedreigd
door de prijspolitiek van warenhuizen, fili-
aalhoudende firma's, verbruiks-coöperntiën
en gemeente-winkels; daarnaast dpor een te
veel aan ondernemingen op de bestrekei
markt
V. Coöperatie door den middenstand is
een strijdmiddel om de prijzen concurroe-
rend te maken met do onder IV genoemde
lichamen, een middel dat diensten- heeft be
wezen en bewijst, maar dat den algemee-
nen bedrijfstc-estand steeds meer verslech
tert, en op den duur den middenstand zelf
met groot gevaar bedreigt
VI In verband met den organischen ive-
der.opbouw der samenleving in dezen tijd
zoeke de nn' d-dens i ander, winkeiie r nieuws
aanraking niet grossiers en fabr.kanten en
tot regeling van het debiet en tot het ver
krijgen van redelijk rabat. De werknemers*
organisation zullen daarbij kunnen helpen,
in He1- bijzonder dpor ook harerzijds de ver-
bruiks-coöperatie uit te schakelen, waai' te
genover staat, dat zij invloed bedingen op
de (middenstands)prijspolitiek.
VII. Ook deii middenstaiid-er.-industrieel
dreigt gevaar, vooral voor opdrijving dei
kosten in Verband met scherpe onderljingo
concurrentie en een te grooten overvloed
van ondernemingen in hetzelfd.e bedrjjiDooi
de moderne collectieve arbeidsovereenkomst
en regelingen met de leveranciers kan hij
zijn positie beduidend verbeteren.
VIII. De R. h. centrale naad van -Bedrij
ven, door een Neutralen en Chris tel ij ken Gen-
tTa-lcn liaad versterkt, zette zijn terrein in
de naaste Ijcjekomst uit, en uestrijke ook
het gebied der prijspolitiek. Na de solidari
teit tusselie-n werkgevers en werknemers U
hebben verwezenlijkt, bevordere hij dp soli*
verzekere aan onze Nederlandscue - nén-
leving naar, best vermogen, met de hulp ook
van de werknemersorganisatiën, prijzen, d,is
een redelijk bestaan voor alle producenten
verzekeren en dus tegenover de consumen-
menten verantwoord kunnen word,en.
DE LUCHTSCHEEPVAAKT IN DIENST
DER WETENSCHAP.
De luchtscneepvaart heelt ongetwijfeld eene
mooie toekomst, niet enkel voor wat betreft per
sonen- en goederenvervoer, maar ook zal ze de
helpende hand kunnen bieden aan de bestudee-
rilng en oplossing van een reeks van vraag
stukken-, die nog niet of voldoende zijn verklaard,
Zoo ia er nog ved wat niet is verklaard ol
opgelost in het trekken onzer vogels en vooral
weet men weinig omtrent de hoogten waarop ze
trekken. Waarnemingen door Dr. Gatkes op het
eiland' Helgoland gedaan, pleiten voor enorme
hoogten n.l. 710.000 meters, waarop de vo
gels trekken, en zdfs hooger. De lage luchtdruk
en de lage teonperatur maken een lang verblijf
in deze luchtlagen onmogelijk en daarom deze
opgaven twijfelachtig.
Eenvoudige beschouwingen en berekeningen in
deze, van de aarde uit, brengen ons evenwel
niet verder omtrent de kennis van het vraag
stuk „hoe vliegen de vogels". Men
bleef dus bij ..vermoedens". De luchtscheepvaart
even-wel, die de meteorologische verhoudingen
in de hoogere lagen der atmosfeer reeds heeft
onderzocht en opgehelderd, kon hierbij van on
schatbare waarde zijn. Wanneer de vogels in
hoogere lagen trekken en het oude vaderland op
zoeken, is het ook w-aarscbijlnlijk dat de ludht-
scheepvaarder ze dia ar kan waarnemen en be-
studeeren.
Een Duitsch ornitholoog v. Lucanus beschrijft
zijn waarneming o.a. als volgt:
20
„Ontstellen!.... Ontstellen!.... gij moet
niet ontstellenniet schrikken van uw
moeder.... gij hebt niets misdreven.... gij
moet niet lijdensprak zij met nadruk;
:oen viel haar hoofd langzaam achterover, en
ichecn alsof haar blik geheel beneveld werd.
De dokter wenkte Laura zich bedaard te houden,
ïn cenige seconden later viel de lijderes in een
Jachten slaap. Met behulp der dienstbode
legde men haar voorzichtig op een sofa neder
sn Eduard sprak troostend tot het bedroefde
meisje
„Houd u kalm en laat vooral bij haar ont
maken uw ontroering niet blijken, want van
dies wat liier gebeurd is weet zij niets. Ik wil
'Dar nog eenige oogenblikken gadeslaan, en zal
u a irna verlaten, om mijn overige visites zoo
dei mogelijk af te maken dan kom ik heden
middag nog eens terug, want ik moet zien hoe
dj zich na den genoten rust bevindt."
De bedroefde dochter nam zwijgend tege-
over Eduard plaats. Zij had eeuig borduurwerk
ter hand genomen om zich wat afleiding te bezor
gen doch spoedig zag de dokter dat haar arbeid
geheel werktuigelijk was. Haar hevige snikken
deden hem zeer. Wat had hij niet willen geven
zoo hij haar smart in vreugde mocht veranderen!
„Helaas," zuchtte hij in zich zeiven, "de weten
sch'apschap beschaamt mijn zoetste verwach
tingen!" En zijn hcofd zonk op zijn boezem
neder, onder het desef der menschelijke on
macht, welke hij des te zwaarder gevoelde, om
dat hij zich verlaten meende van zijn God.
Zonderling Was het Eduard te moede, wan
neer hij in Laura's gezelschap verkeerde altijd
scheen hij medelijden in haar blikken waar te
nemen. Dit was cok nu weer het geval toen het
meisje zich langzamerhand hersteldeen
schoon hij al geen volkomen begrip had, waar
het zijn ontstaan aan dankte, dit gevoelde hij
dat dat de aanleiding was en met den godsdienst
in betrekking stond. Nooit bevond hij zich in
haar gezelschap, of de edelste gedachten rezenc
in zijn ziel op/en zijn gevoelig hart maakte de
de heiligste voornemens voor de toekomst,
bij het aanschouwen van dat zachte galaat,
waarop een reine ziel haar weerglans verspreidt.
Was dit vroeger altijd het geval, hij ondervond
dit in nog hoogere mate, nu hij zwijgend tegen
over liet brave meisje zat, met wie hij een
gedeelte van 's levens verdrietelijkheden deelde,
en dat hij meer en meer om haar deugd en gods,
vrucht bewonderde, al bleef het hem een raadsel
hoe zij niet minder dan hij met. een helder oor
deel begaafd, de koele rede aan de veelom vatten
de eisehen van het geloof onderwerpen kon.
„Ik behoef u niet te zeggen," hernam de
dokter, nadat hij nog eenige wooi-den met het
jonge meisje gewisseld had, „dat het een zeer
noodlottige uitwerking kon hebben, wanneer
uw moeder plotseling in haar rust wordt gestoord
Sla, zonder dat de minste beweging uw tegen
woordigheid verraadt, haar aandachtig gade
ten einde ik bij mijn terugkomst moge weten
welke verschijnselen zich hebben voorgedaan.
Houd goeden nioed ik ben er zeker van zij zal
geheel verkwikt ontwaken ik hoop evenals
u dezen middag in een kalmer toestand terug
te vinden. Gegroet tot wederziens 1Neen,
neen, blijf maar stil zitten, ik zal de deur wel
uitkomen," voegde hij erbij toen Laura hem
wilde uitlaten, en kort daarna was hij vertrok
ken. Den ganschen morgen was hem onder het
gaan van den eenen patiënt naar den andere
Laura en haar ongelukkige moeder niet uit het
hoofd.
Vroeger had hij gedacht dat zij hem alleen een
dankbaar hart toedroeg en eenige achting voor
hem gevoelde om den roem, welken hij zich
in zijn uitgebreide praktijk als dokter ver
wierf, maar toen bij haar zoo aanstonds had
waargenomen, liet hem een speling op haar
gelaat geen twijfel meer over aan toegenegen
heid voor hem. Maakte hem deze ontdekking
tot den gelukkigste der stervelingen, hij scheen
zich zeiven niet meer te herkennen, want in
zijn ziel ontwaakte de lust, de niet te weerstre
ven neiging naar een deugdzaam en godsdien
stig leven, en hij vond, zooals het hem voorkwam
voortaan geen moeielijkheden meer welke hem
beletten om te gelooven. Deze uitwerking heeft
dergelijke genegenheid altijd op onze ziel wan
neer zij zuiver is. Een genegenheid, vrij van
allen hartstocht, die zich zonder eenige neven
bedoeling vestigt, veredelt en verheft, brengt-
vaak in het door ongeloof en vertwijfeling ver
dorde hart een omwenteling teweeg, welke den
voor betoogen of bewijskrachten en dikwerf
norschen en terugstootenden man onderworpen
en gedwee als een kind maakt, terwijl de engelen
in den hemel juichen- om zijn wedergeboorte
Zulk eene genegenheid, vlekkeloos rein, is on
baatzuchtig, zelfopofferend, onschuldig. Het is
die kuische genegenheid door de kerk ten volle
gewettigd^ zelfs dringend geboden, waarover
men sommige lieden nog wel eens hoort spreken,
maar welke men helaas I in onze dagen, zoo zeld
zaam meer aantreft.
Ook Laura's geest werd eenige oogenblikken
aan het treurig tooneel, dat een paar minuten
vroeger voor haar .oogen plaats vond. onttrokken
en bepaalde zich voortdurend tot het gepeinzen
op den dokter.
Gelükkig voor haar leefde zij eenige mmmen
in een andere sfeer, waar het haar vergund werd
een weinig verademing te .vinden voor de span
ning en verwarring, waarin zij verkeerde.
Had een licht gekraak haar niet in haar over
weging gestoord, zeker ware deze nog langer
voortgezet. Thans zag zij op en sloeg in gespan
nen verwachting haar blikken op de rustbank,
waarop zij een herhaling van het voorgevallene
vreesde. Het zacht geluid werd door een lichte
zucht gevolgd, zooals ons meermalen ontsnapt,
wanneer wij na een verkwikkenden nachtrust
langzaam ontwaken. De lijderes richtte zich van
de sofa op en zag met de verwondering van
iemand, die uit een zwaren droom ontwaakt, in
in het ronde. Met haar wijsvinger de oogen uit
wrijvende, als om duidelijker te kunnen zien
en zich te vergewissen waar zij was fluisterde zij
eenige onverstaandare woorden, welke door den
toon waarop zij haar ontsnapten, klaarblijkelijk
haar verwond.ring te kennen gaven. Een ge-
ruimen tijd zat zij overeind, lez g met zich te
bezinnen en toen zij eindelijk g heel tot haar
zelve kwam, deed haar vriendelijk gelaat de
bevreesde toeschouwster het gunstigste van
haar verwachten.
(Wordt vervolgd),
dei rite tc ttissciicn pi-od u c ont&ng-ro<?p en en