Kill liilL Ctillll STADSNIEUWS WITTE HUIS. Defensie. BIJBELCURSUS. .^FEUILLETON Zaterdag 4 October Derde tblarï- i. Oorlog is niet onder alle omstandigheden on geoorloofd. Daaruit volgt dat ook het oorlogs instrument, het leger, reden van bestaan kan hebben. Niettemin wordt te vaak het leger mis bruikt en de laatste groote oorlog stond in een oorlogsongereehtigheid waarbij de volkeren zijn opgegaan of liever ondergegaan in de legers. Het leger verdedigde niet meer 's lands zaak of 's lands bestaan, daar het land zwoegde van oud tot jong om het leger in stand t$ houden, om een legerzaak. Het had en heeft er veel van dat de natiën zijn opgeofferd ter wille van de legers. Onafhankelijkheid en recht zijn hooge goede ren. Maar onder het mom van gevaar voor deze goederen heeft een kalme wereld èn de onaf hankelijkheid èn het recht verloren, terwijl der- zelver verdediging een reeks andere hooge goe deren vernietigde op moreel, religieus, financieel economisch, wetenschappelijk, kunstzinnig en algemeen cultuurgebied, waarvoor vele natiën vele eeuwen moeizaam gezwoegd hebben. Niemand zal ontkennen, dat het recht van den staat om belastingen t;e heffen, beperkt is, n.l. door doel en taak van den Staat zelf. Maar veel nauwer begrensd is de Defensie- Plicht van een natie. De rechtsgrond van een weermacht is de bedreiging van vijanden '-■oowel binnen als buiten do grenzen. De staat heeft niet alleen het recht om zich te gen onrecht teweer te stellen, hij moet daar toe ook het middel hebben. De gewapende macht is dus noodig: politie tegen binnen- landsche vijanden, het leger tegen vijanden van buiten. Maar dit doel stelt ook tegelijk de maat vast. De militaire macht is geen eigen-doel, maar slechts een middel om het geheel te behouden. Het staatsgezag mag slechts zóó ver persoonlijke- en vermogen.s- of fers van de burgers eischen als de rechts bescherming vordert. Juist omdat de militaire lasten zoo zwaar en drukkend zijn, moeten zij slechts op voor zichtige en sparende wijze doorgevoerd wor den. Daarom is het systeem van li e t staande leger, sinds de 17de eeuw opge komen, slechts te billijken, voor zoover het door de tijdsomstandigheden een treurige ucodzaak, een noodzakelijk kwaad geworden is. Europa dankt zijn staande legers aan de veroveringszucht van eerzuchtige heer- schers. Een veel minder drukkend stelsel is de algemeene volksweerbaarheid, die, daargela ten een zeer korte jaarlijksche oefentijd, de wa- pendragende manschap slechts in oorlogstijd te wapen roept. Zulk systeem past geenszins voor ?en Staat, die op veroveringen uit is, maar is 'Mdcende onder normale omstandigheden voor ie verdediging van het land. Wanneer reeds liet stelsel van een staand le- «?er slechts door de noodzakelijkheid' gerecht vaardigd is, dan gelat dit nog veel meer van net systeem „staad leger" in verband, met den algemeene# persoonlijken dienstplicht, welke in bijna alle Staten bestaat. Deze algemeene dienst plicht rukt alle weerbare jonge mannen ged'u- ïende eemgen tijd (een jaar of jaren) uit hun gekozen levensberoep en uit hunne huisgezin nen, om hen ill kazernes op te bergen en tot het oorlogS'handwerk af te richten. De schade, die deze algemeene dienstplicht aan de jifiste beioepskeuze en de opleiding in eenmaal geko zen beroep toebrengt, is veel grooter dan men meent. Daaitij willen wij van de zedelijke ge- v?lgen van het kazerneleven maar heeiemaal niet pralen. peze algemeene dienstplicht hand aan hand "jet het staand leger voert tot het z.g. militai- risme, dat het zwaartepunt van het staatkim- 'g leven in de voortdurende toerusting tot den .orlog verlegt en voor dit doel de beste krach- 1 der natie ten offer brengt. Die dienstplicht voert tot een altijd verder gaande centralisatie, die alle draden van het maatschappelijk leven in regeeringshanden zoekt te vereenigen. Eindelijk y.ljjit dat stelsel de belastingen tot een ondrage- e "oogte op. Reeds nu (statistisch jaarboek V,an Duiische Rijk 1909, blz. 307) beloopen e militaire budgetten van de Europeesche sta ten veie miilliarden. Voor geheel Europa beloopen de militaire budgetten circa 6 milliard mark jaarlijks, en zij stijgen van jaar op jaar. Dat zijn otihoudbare toestanden En na den oorlog zouden wij de onhoud bare toestanden voortzetten, jaar op jaar, af wachtend ons lot hetwelk ons geworden moet uit handen van enikele machtswellustelingen buitenslands? Alsof het land van Hugo Gro- tius geen eigen rechtsbegrip en nation'aal plichtsbesef meer had en geen vertrouwen in de volkenrechtelijke verhoudingen En onze lijfspreuk zou als van ouds zijn: Si vis pacem para belhim? Zij die den oorlog willen moeten wederom een ouden, bewapenden vrede'' bereiden. Heeft Nederland nog een mee- ning? Is Holland nog souverein? Wij hebben onzen eigen wil en eigen vertrouwen in het recht en al hebben wij het recht ook het recht te wan trouwen, veel meer wantrouwen wij het militai risme of crypto-militairisme. Die zullen ons niet hebben! Mr. BO MAN'S. Het wordt hier tijd om den lezer in te lich en oyer een geheimpje dat hij weten moet, vóór 'j zijn critiek over mij uitwerpt. Al het voor- log fe 's neei'gcschreven vóór den werddoor- ten te weten in het jaar 1911 door den groo- 'mholieken moraalphilosoof Victor Cathrein bid» in zijn boek Moralphilosophie, He deel, en660. ZEVENTIENDE ZONDAG NA PINKSTEREN. Het voornaamste gebod. Evangelie volgens den H. Mattheus XXII 3446. In dien tijde kwamen de Phariseën bij Jesus en een van hen, zijnde een leeraar der Wet, ondervroeg Hem om Idem te beproeven Mees ter, welk is het grootste gebod in de Wet Jezus zeide hem Gij zult den Heer uwen God beminnen uit geheel uW hart, uit geheel uwe ziel, en uit geheel uw verstand. Dit is het groot ste en het eerste gebod. En het tweede aan dit gelijk is Gij zult uwen naaste beminnen gelijk u zei ven. Van deze twee geboden hangt de ge- heele Wet cn de Profeten af. Daar nu de Pha riseën bijeen waren, ondervroeg Jesus hen en zeide Wat dunkt u van den Christus Wiens Zoon is Hij Zij antwoordden Hem De Zoon van David. Hij zeide hun Hoe noemt David Hem in den geest dan Heer, zeggendeDe Heei heeft tot mijnen Heer gezegd Zit aan mijn rechterhand, totdat ik Uwe vijanden stelle tot een voetbank uwer voeten. Indien David Hem dan Heer noemt, hoe is Hij zijn zoon En niemand kon Hem een woord ant- woorden, noch heeft iemand Hem van dien dag af meer durven ondervragen. SecretarisIk ben zoo vrij 0111 aanstonds na de lezing met de bekentenis op de vlakte te komen, dat de zaak mij nog niet glashelder is. Ik begrijp niet best hoe de Kerk voor haar Zondagsevangeliën passages uitgekozen heeft, die voor vakgeleerden misschien gesneden brood zijn, maar voor gewone huis- of tuinmen- schen Syriaks lijken. Men zou een geboren Pha- risecr moeten zijn om zin en verband te snappen. PastoorGeen enkel ander boek ter wereld bevat zooveel gezonden zin als de Bijbel, maar er zijn vele dingen in, die opheldering en toe lichting vereischen. Misschien veronderstelt de Kerk wel, dat die huis- of tuinlui bijvak geleerden hun licht ontsteken zullen, zooals wij hebben uitgevonden. Alles hangt af van de wijze waarop ge tot dit groote oude boek komt. Ge kunt met uw hand het gevest van een zwaard aanvatten of het scherpe lemmet. Ge kunt op de mysteriën van den Bijbel den regel van vermenigvuldiging of van aftrekking toe passen. Er zijn dingen in zwaar om te verstaan, maar weet ge wat een eenvoudig landman eens tot een ongeloovige zeiDe verborgenheden van den Bijbel hinderen mij volstrekt niet. Ik lees den Bijbel zooals ik visch eet. Wanneer ik visch eet en ik kom aan een graat, dan slik ik die graat niet in, maar ik leg haar op zijde. Wanneer ik bij het lezen van de H. Schrift op iets stuit, dat mij onbegrijpelijk voorkomt, dan zeg ik dat is een graat en dan leg ik dat op zijde. En naar dit voorbeeld willen we nu eens zien V/at we in dit Evangelie voor graten vin- ^Dit is het laatste twistgesprek van Jesus met de Phariseën. Het geviel op Dinsdag van de Goede Week, twee dagen alzoo na den in- drukwekkenden intocht onzes Heeren binnen Jerusalem. Reeds was besloten tot Zijn val, maar, gezien Zijn groeiende populariteit, durf den de Oversten der Joden Jesus niet openlijk in het aangezicht weerstaan. Vandaar nieuwe strikken om Hem tot ccnig onvoorzichtig ant woord te verlokken, dat de gemoederen zou voorbereiden op Zijn veroordeeling. PeetersEn dat gebeurde in Jerusalem, dc stad, die Hij niet levend meer verlaten zou PastoorPrecies, onderwijl Hij in de tempel galerijen leerde en predikte, werd Hij achter eenvolgens door niet mindej dan vier deputa ties geïnterviewd. De eersten waren zendelingen hoord hf'btnIledrinwaaI ge meer van ge- JansenDe Hooge Raad der Joden, clio onder presidium van den Hoogepriester over de zuiverheid des Geloofs had te waken en uit een en zeventig leden bestond, deels Joodsche priesters, Levieten en notabele leeken. Pastoor Zij kwamen met de vraag „in wiens naam Hij sprak en handelde. Daarna een stoet Herodianen, partijgangers van Hcrodes, die Heih interpelleerden „of men ja dan neen de Romeinsche belasting te betalen had." Ver volgens een commissie uit de Saduceën Peeters Wat zijn dat voor snuiters PastoorZij haö3en hun haam van een zeke ren Sadoc, een discipel van Antigonus Sochaeus, die omstreeks twee honderd vier en tachtig jaren vóór Christus leefde. Zij liggen onde zware afkeuring van de schrijvers van hun eigen volk, als menschen van een platten, loszinnigen levenswandel, waartoe trouwens hun beginse len ook leidden. Van alle Joodsche secten waren zij het geringst in aantal, maar meestal personen van aanzien en rang. Zij ontkenden de opstan ding. Er is geen toekomende staat, zeiden zij, geen leven na dit leven. Als het lichaam sterft, wordt ook de ziel vernietigd. Er is geen straf of loon in de andere wereld, geen toekomend oordeel, geen hemel en geen hel. Zij beweerden, dat er buiten God geen geest was en wilden van geen goddelijke ingeving der profeten we ten, noch van eenigerlei Openbaring, behalve hetgeen door God zelf op den berg Sinai ge sproken was. Ze stelden Jesus de bizarre vraag ter oplossing „van de zeven broeders, die met één vrouw getrouwd waren". (Matt. 22-23). Deze alle werden door den Wijzen Leeraar weerlegd en tot zwijgen gebracht. Maar het was wel de are der verzoekingDaar verschijnen de Phariseën weer op het tooneel, hopend te slagen, waar allen gefaald hebben om uit Jesus' mond een woord los te krijgen, dat later tegen Hem kon worden ingebracht. „Meester, sprak een van hen, welk is het grootste gebod in de Wet SecretarisEven stoppen, eerste graat Dat zei die Wetgeleerde om Hem te beproeven, niet Maar me dunkt, de vraag was simple comme bonjour, zonder haken of oogen. Een kind kan de wasch doen Pastoor: Zeg dat niet, het was een strik vraag tot in de fijnste bizonderheden over legd, een pijl met weerhaken, die moest zitten blijven, waar hij ook trof. De Joodsche Wet, weet ge, bestond uit tal van voorschriften van Godswege opgelegd maar ook uit een menigte menschelijke inzettingen, die de Phariseën er aan hadden toegevoegd. BroersMet betrekking tot de Sabbatsrust hebben we verleden week daar al staaltjes van gezien. PastoorWeet ge aan hoeveel geboden de Synagoge in Jesus' tijd de hand hield Zij be reikten het respectabele cijfer van zeshonderd dertienDriehonderd vijf en zestig ver boden om gelijken tred te houden met de dagen van het jaar en twee honderd acht en veertig geboden om parallel te gaan met het aantal ledematen van het menschelijk lichaam. JansenGroote apostel, dat is een doolhof om in te verdwalen Pastoor En juist oin in dien dwaaltuin den weg niet bijster te worden, zocht men naar een centraal punt, waarnaar men zich richten kon vandaar de kwestie welke onder al die geboden is de eerste, de voornaamste Broers Kijk, juist de kwestie, die de wet geleerde aan Jesus stelde PastoorAan Jesus 'stelde in de hoop, dat Zijn decisie zou indruischen tegen wat op dit stuk de meening der Phariseën was. Jansen: En die opinie was....? PastoorNatuurlijk zochten ze het ook hier weer in het uiterlijke en gaven aan de ceremo- nieele voorschriften den voorrang boven de zedewetet. Een ceremonie was in hun oog van meer belang dan een goed werk Willems En wat achtten ze van die ceremo- nicel-wot wel 't voornaamste PastoorDaaromtrent was verschil van ge voelen. Sommigen vonden dat de wet der be snijdenis het grootste gebod was, anderen de wet, die den Sabbat regelde, weer anderen de wet op de offeranden, al naar zij zei ven daarin profijt vonden. wilden zij eens weten wat Jezus hiervan dacht, hopend het volk tegen Hem in het harnas te jagen, mdien zijn antwoord niet strookte met het algemeen heerschend ge voelen. Immers, zoo Hij het eene gebod ver hief zouden zij het zoo voorstellen alsof Hij daar door de andere geboden minachtte en verkleinde. Jansen Dus al wederom een dilemma. Pastoor Niets vaster. Van tweeën een. Jesus zou antwoorden of zwijgen. Indien Hij er het zwijgen toe deed. Secretaris Had men een prachtig voorwend sel dat Hij de Wet met kende en dat Hij voortaan had te luisteren in plaats van te leeren. Pastoor En indien Hij een decisie gaf SecretarisHadden ze in elk geval vat op Hem. Gaf hij aan de besnijdenis de voor keur, dan zouden ze Hem de argumenten voor den Sabbatsdienst voor dc voeten werpen pre fereerde Hij den Sabbatsdienst, dan moest Hij doorgaan voor een verachter van de besnijdenis. Hoe Hij zich keeren of wenden zou, altijd was Hij er gloeiend bij. Jansen Dat hadden ze knap achter mekaar gekregen PastoorNiet waai doch hun doortrapte arglistigheid maakte een treurig figuur bij den schitterenden eenvoud,^ waarmee Jesus dien valstrik losknoopte. Het Woord nemend, begon Hij den tekst zelf van de Wet op te zeggen Secretaris Gij zult den I leer uw God Pastoor Neem hier he ver de woorden van Sint Marcus (XII 30), c'le aan Jesus' uitspraak de volle maat geeftHoor 0 Israel De Heer uw God is de ware God En SV zult den Heer mv God liefhebben uit geheel uw hartu uit geheel uw ziel,, uit geheel verstand en al uw krachten dat is het grootste en eerste gebod In die paar enkele woorden was alles gezegd. Jesus had geantwoord, had hun bescheid gegeven in deze belangrijke kwestie. Van de ritueel wetten had Hij geen woord gerept, waarmee de beschuldiging viel, dat Hij aan de een boven de andere de voorkeur gaf. Hij schonk aan den innerlijken dienst, die van de zieke, den voorrang boven de uitwendigen eeredienst, wat elk gezond menschenverstand had te juichen. Als eerste gebod gaf Hij datgene aan, wat Gods eigen hand als eerste op de Wetstafelen schreef, waardoor de goddelijke wet mijlen ver boven alle anderen werd hooggehouden. Er bleef den Phariseën wederom niets anders over dan een beschamende aftocht. Jansen Maar ik laat ze niet gaan juist op het oogenblik dat de moeilijkheden, die U graten noemt, voorden dag komen. En ook Jezus liet ze niet gaan vooraleer hun aftocht in een vlucht ontaardde. Dit zijn de uiterlijke feiten, die ik snap, maar nu de innerlijke kernU heeft het woord, Pastoor. Pastoor Jesus, die op al hun kwesties geant woord had, wilde nu op zijn beurt de ondervra gers aan de kaak stellen. In den Messias, waar zij den mond van vol hadden, zagen zij niets anders en beters dan enkel een mensch. Jezus laat hen nu zelf getuigen, dat zij het mis hebben, IVat denkt ge van den Christus, vroeg Hij, wiens Zoon is Hij Met andere woordenGe verwacht oen Messias, een Christus en beschikt alzoo over de middelen om Hem te erkennen. Welnu van wien stamt Hij af Secretaris: Van David, was het eenstemmig antwoord. Pastoor Naaf het woord der profeten van Da vid, die ook bij de joden voor een geïnspireerd schrijver gold, wat wil zeggen Secretaris Dat God-hem ingaf wat hij te schrijven had, zoodat dwaling buitengesloten bleef. Pastoor En dit zoo zijnde hebben we om iets te weten van den komenden Christus, David zijn stamhouder të ondervragen. Wat nu heeft die van Hem gezegd Hoe noemt hij Hem Secretaris Zijnen Heer. PastoorKon hij, sprekend over zijn eigen afstammeling, Hem dus als louter mensch taxeeren? Neen toch, te immer wijl hij denzelfden naam van Heer tegelijk aan God den Vader en aan den Messias zijn eigen nazaat gaf Is dat niet aan beide dezelfde Godheid toekennen Lees nu 't van Christus in zijn geheeel. Pastoor Zijn zitten wijst op rust en heer schappij, zijn ziiten aan Gods rechterhand duidt de hoogste eer en souvereine macht aan, Zijn vijanden onderwerpende tot ze als een voet bank voor zijn voet zijn, zooals men in het Oosten met gevangen koningen deed. Secretaris Er was geen andere consequentie mogelijk dan dat de Messias.waarlijk God was. Pasoor En onze Heer verklaarde van zich zelf, dat Hij de Messias was, bijgevolg procla meerde Hij zichzelf als God. Maar de Phari seën zagen dit niet en wilden het niet inzien, waaruit blijkt, dat het Geloof, niet steeds de vrucht van redeneering is. Maar wat deze ge leerde Rabbi's toen niet beantwoorden konden, dat verstaat, God zij geloofd, thans de eenvout digste Christen. Zooals het eerste woord, heeft onze secretaris ook het laatsteHoe luid de oplossing Secretaris Christus als God is Davids Heer, Christus als mensch is Davids Zoon. MAX. De luchtvaart en het luchtverkeer. Donderdagavond werd in dien schouwburg Jans weg een popu-l ai r-wetenschap-pel ijke voordracht gehouden ever de luchtvaart en- het luchtver keer. Aangekondigd was dat luitenant Hofstee, oud-secretaris van de Eüta, zou spreken, doch daar hij verhinderd' was, had zijn collega lui tenant Lioni zijn taak overgenomen. De spreker begon, zooals bij lezingen over vliegen nog steedis gebruikelijk is, bij den clas- sieken Icarus, wiens vleugels afvielen toen hij dicht bij de zen kwam, omdat de was door d'e hitte smort, enz., enz., waarna spr. zich verder bepaalde tot noemen der namen van de beroem de voorgangers der hedéndaagsche vliegers, en kwam zoodoende reeds spoedig tot zijn eigen lijk onderwerp, de vliegtuigen. Uitvoerig demonstreerde spr. hierna de één- en tweedekkers, besprak hun samenstelling, de wijze waarop zij 'bestuurd worden en de instru menten die op een vliegtocht wordien meegeno men. Ook werden d'e motoren besproken en de voor- en nadeelen van enkele soorten in het kort medegedeeld. Op een aangename manier hield luitenant Li oni verder zijn gehoor bezig over de opleiding van den vliegenier, 4?ie veel moeilijker is dan over het algemeen gedacht wordt.. In Neder land mag de leerling na 20 lesuren voor het eerst alleen vliegen, hetwelk een groot moment in het vliegersleven is. Gaat dan alles goed. dan mag men vliegen voor het internationaal bre vet, daarna voor het militair brevet, enz. Na hierover verteld te hebben, wat voor een gehoor van leeken geschikt was, behandelde spr. terloops enkele fgbrieken hier te lande en vond daarbij gelegenheid den Nederiandschen vliegenier Fokker te huldigen, die, omdat de regeering hier te lande zijn vliegtuig niet wilde aanvaarden, noodgedwongen naar Duitschland moest gaan, gelijk ook Koolhoven en Wijnmaien hun heil in het buitenland moesten zoeken. Fok- ker's vliegtuig is thans een der beste merken en de geallieerden hebben tijdens den oorlog veel moeite gedaa om een zijner toestellen in handen te krijgen. Thans vertélde luitenant Lioni interessante bijzonderheden over verschillende soorten vlieg tuigen, zooals jachtvliegtuigen, verkenningstoe stellen, bombardementsvliegtuigen, infanterie- vliegtuigen, die laag vliegen, doch zeer snel, om dén aanval voor te bereiden, en artillerieVliegtui- gen, die artilleristen meevoerden om de stellin gen achter het front te verkennen. - Vervolgens handelde spr. over het fotografee- ren uit de vliegtuigen, waarover hij eveneens be langwekkende medcdeelingen deed. Het tweede gedeelte zijner causerie wijdde lui tenant Lioni aan het vliegtuig in dienst van vredeswerken gesteld. Voorloopig is dit de lucht post. Deze dienst kon in het begin nuttig werk leveren, indien maar gezorgd wordt voor goe de landingsterreinen. In Haarlem bestaan deze en wanneer Haarlem op zijn qui vive is, kan het Amsterdam den loef afsteken, want daar ontbreken de goede terrei nen. Wat den duur d!er bestelling aangaat gal spr. eenige cijfers. De postverbinding Amsterdam—Londen zou duren 2 uur 40 minuten, die op Parijs 3 uur, op Lissabon 14 uur, op Petersburg 13 uren en op Batavia 6 dagen. De diensten zouden moe ten worden onderhouden door watervliegtuigen, omdat het gébruik van uitsluitend andere toe stellen niet' zonder gevaren genoemd kan wor- C'C\a de pauze werden verschillende lichtbeel den vertoond, die betrekking hadden pp het on derwerp, waarna de gelegenheid opengesteld, werd tot het stellen van vragen. De zaal was goed bezet, vooral waren veel scholieren aanwezig, die dan ook een leerzamen avond hebben medegemaakt. Doopsgezind Zangkooi* !S94»59IS Men schrijft ons: Den 9den« October .herdenkt het Doopsgezin de zangkoor zijn 25-jarig bestaan. In den snellen tijd, waarin wij leven, is dat eene gebeurtenis voor een zangkoor, die niet on gemerkt mag voorbijgaan. Daartoe volge hier eene beknopte geschiedenis van dit gezelschap. Den 9den October 1894 herdacht wijlen de heer H. J. Overbeek, hoofd der Eerste Doops gezinde school op het Groot Heiligland, den dag zijner 40-jarige ambtsvervulling. Eene groote schare oud-leerlingen had zich, ondfer leiding van onzen, thans zoo bekenden, dirigent en criticus Jan de Nobel, vereenigd,om den jubilaris' eenige liederen toe te zingen. Die liederen werden zoo enthousiast en met zooveel voordracht gezongen en de jongeman, die er voor stondi, zwaaide met zooveel zeker heid den dirigeerstok, dat er al aanstonds stem men opgingen, het gelegenheidskoor in 6tand te houden, en het dén naam te geven van „Doopsgezind Zangkoor." Dat de heer de Nobel directeur' werd, sprak van zelf en men mag gerust zeggen, dat onder zijne leiding het koor zijne schoonste triomfen vierde. Door zijn beschaafd en zuiver zingen nam het eene waqrdige plaats in onder de overige Haarlemsche gemengde koren. Hét eerste bestuur bestond o.a. uit de hee ren J. Kuijver, voorzitter; Ed. A. van Bilder- beek, secretaris en C. van Ciitert, pemningraees- Veel wisseling is er in de muzikale leiding va het zanggezelschap niet geweest. Toen de heer Jan de Nobel door drukke werkzaamhe den genoodzaakt was te bedanken, nam de heer H. Lindeboom zijne taak over. Ook deze maakte zeer veel werk van de uitvoeringen, die het koor- placht te geven,. Wijl deze directeur met in Haarlem woonde en die omstandigheid ten laatste voor beide partijen belemmeringen met zich medebracht, bedankte de heer L. na eenige jaren, en nu heeft de vereendging sindls 1 Ja nuari van dit jaar onzen stadgenoot den heer K. H. Kerkhoff als directeur. Dit schijnt een zeer gelukkige keus te zijn ge weest, want de laatste verrichtingen van het koor werden door de bladen met groote waar- dleering besproken. Steunen de leden door ge trouwe opkomst hunnen dirigent, dan kan liet koor zijn goeden naam handhaven en met vol doening op zijn 2'5-jarigen levensweg terug zien. en Het wakkere bestuur bestaat thans uit de hee ren Dr. P. W. Peerboom, voorzitter; W. A. de Tello, secretaris en H. van Bockhooven, pen ningmeester. '?r KtaT- Cen van d'c Heden die de kaarten zlch niet .!l'"i,on °mdat zij in sommige kringen den sejjjj':et spel kunnen onttrekken zonder was datgenca" onbeleefdheid op zich te laden, jager te hoernpas men gewoon is een anecdoten- een aantal niet o'^11 ^?rgastte het gezelschap op gen daarvan blevcj1,',; fe kwinkslagen. De gevol- z'ch bijna onafgebroken1"1 een luid gelach deed nigen speler, die anUer°orcn cn ontnam aan !ja;,dè ter harte nam, de allen ernst de ',7 om zich met eeVc van zijn i' z?° hoog noo- ge notaris had daarom wel"VnsakP te W iie"t? lk van den burgemeester rich m,Pt den rUo naar hera gekeerd zat' ta[ehic amn ng 0mwmdde. Aan het tWeedé V;,s 3 iel 1 ieiSeierde men zteh dan'ook bij uitstek die de nfi-n,C 0cT liet spel dan met den notaris' van den altijd ern- Vrtend ,vntö ,a< er' ofschoon deze zijn intieme icei1 te trotseeren, en niet ophield, de lachspieren, bijzonder die van het vrouwelijk gedeelte, op de aangenaamste wijze te kittelen. Deelden de meesten der gasten in die opgewekte vroolijkheid, aan het derde tafeltje heerschte een doodsche stilte en of het kwam omdat de ontvanger een hartstochtelijk speler was, of door dien de statige wederhelft van den notaris en het aardige nichtje van den burgemeester met den heer Spantzer, Eduai'ds vriend, te weinig bekend waren, men hoorde daar alleen het ram melen der fiches en een zacht gemompel als deze of gene der quadrilleerenden aanvroeg om te spelen. De heer Spantzer kon zich niet rang schikken onder de gelukkigen, die, wanneer zij als vreemdeling in zekere kringen binnen treden, dadelijk een gunstigen indruk maken hij had iets stijfs, iets stroefs, cn zijn manieren waren alles behalve aangenaam. Hij behoorde tot de niet zeer welkome heeren, die ons bij hun komst een belangrijk gesprek doen staken, zon der dat wij eigenlijk weten waarom. Zijn ver schijnen, en men merkte dit reeds bij de eerste kennismaking' met hem op, bracht altijd een wanklank in den aangenomen conversatie-toon. Beschaving, wellevendheid kon men hem in geenen deele ontzeggen, maar niemand ook niet wanneer men hem nader leerde kennen, be geerde op den duur zijn vriendschap, en daarom verwonderde zich een ieder dien avond, dat hij Roestels vriend was. '1 geloovcn dat de on aangename indruk welken hij teweegbracht niet alleen voorkwam uit zijp stijve gedwongen hou ding, neen, er bestond iets anders waarom wij •den man gaarne zouden ontwijken, en dit waren zijn grijze oogen en de terugstootende trekken in zijn gelaat. Niemand kon die koude glazige oogen aanzien, zonder zijn blikken af te wenden, en de bewegingen van den onverschilligste en stout moedigste in den lande werden onbestemd en verward wanneer hij die met de zijne wisselde. Had de een of andere lieer hem bij schemer donker op een eenzamen weg ontmoet met de vraag „hoe laat het was dan zou waarschijn lijk zijn tong dubbel geslagen hebben en hij, zonder antwoord te geven, met knikkende knieën en zoo snel mogelijk voortgegaan zijn, tusschen- beidc nog eens omziende of de onaangename verschijning hem ook volgde. Had men hem op reis ontmoet, hetzij in de trekschuit of in de diligence, men zou er niet toe gekomen zijn een gesprek met hem aan te vangen en toonde hij, door het woord tot u te richten, die begeerte van zijn kant, gij zoudt volstrekt geen lust gevoelen u verder met hem te onderhouden, nadat gij hem, beleefdheidshalve, zijn eerste vra gen beantwoord had. Onmogelijk zoudt gij hem aanzien voor iemand die gaarne zijn natuurge noot een dienst bewiist. Menschlievendheid, me- dedoogen, bereidwilligheid konden gewis vol gens ieders beschouwing niet in zijn boezem huizen althans niet wanneer men aanneemt dat de oogen de spiegels der ziel zijn. Die glazige oogen dwaalden altijd onbestemd in het ronde, als hadden zij gedurende hun gansch bestaan naar iets gezocht wat zij nooit hadden gevonden. Zij maakten den indruk of zij altijd in een graf hadden gekeken, en het zou ons verwondering hebben gebaard, zoo wij hoorden dat er ooit een enkele traan aan was ontvloeid. Er was iets lijkachtigs in zijn wezen en iets weifelachtigs in zijn bewegingenmen dacht, wanneer men den moed had hem een tijdlang aan te zien, niet aan een brein, waarin de misdaad wezen en vorm kreeg, maar aan den ongelukkige, die onder een zwaar vergrijp gebukt gaat en zich inbeeldt, dat een ieder dit op zijn gelaat kan lezen. De naam van den toerist, waaronder hij zich zeiven had voorgesteld, was ook al met geschikt om vertrouwen in te boezemen. W aar woonde de man Waar hield hij zich meestal op Had hij geld Of zoo hij het met had,, door welken arbeid verschafte hij t zich Ziedaar de vragen, welke men gaarne eens aan dokter Roestel had gedaan, maar waartoe ge durende dezen avond de gelegenheid ontbrak. Gehuwd kon de man niet zijn, dacht men al gemeendie koude, glazige oogen spraken im mers van een ziel, waarin de liefde niet kon wonen. Vriendschap, dat was al erg genoeg, en meer en meer steeg de verwondering der gasten wanneer zij aan dokter Roestel dachten eh aan de betrekking, waarin hij tegenover den onwel- komen vreemdeling stond. Mijnheer Spantzer, wiens onheilspellende blik onophoudelijk rondzwierf, toonde echter een on weerstaanbare neiging om de gastvrouw gade te slaan, die aan het tweede tafeltje na hem geze ten, alleen het genoegen had de onaangenamen bezoeker op zijn rug te zien. Een paar malen was het gebeurd, dat zij bij toeval zijn oogoj>- slag waarnam, en dan volgde er een zenuwach tige rilling, die de kaarten in haar handen deden scliudden, en zonder dat zij er zich evewel re kenschap van wist te geven, haar oogen neder- slaan. De achterwaartsche bewegingen van den austeloozen vreemdeling, om haar in het oog te houden, vermenigvuldigden zich echter meer en meer, zoodat de ontvanger hem eindelijk vroeg: „Mijnheer, zoudt u ook meer genoegen vinden aan de partij van mejuffrouw Laura te zitten Dan zullen wij van partners verwisselen?" De vreemdeling zag den vrager een geruimen. fijd met zijn lijkachtige oogen aan, en langzaam zijn kaarten opnemende, zeide hij met een scher pe stem: m - LWordt vervolgd)* In. Huitschland alleen werden in het ihar 1909 voor het onderhoud van -het leger en. de marine 821.000.000 Mark uitgegeven. SecretarisHoe noemt David Hem in den geest dan Heer, zeggendeDc Keer heeft gezegd tot mijnen HeerZit aan mijn rechterhand, totdat ik uwe vijanden stelle lot een voetbank uwer voeten. Indien David Hem dan Heer noemt, hoe is Hij dan zijn Zoon IIW Mill I I I .V -. .n W wrp

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 9