Kill liilL Ctillll
STADSNIEUWS
WITTE HUIS.
Defensie.
BIJBELCURSUS.
.^FEUILLETON
Zaterdag 4 October Derde tblarï-
i.
Oorlog is niet onder alle omstandigheden on
geoorloofd. Daaruit volgt dat ook het oorlogs
instrument, het leger, reden van bestaan kan
hebben. Niettemin wordt te vaak het leger mis
bruikt en de laatste groote oorlog stond in een
oorlogsongereehtigheid waarbij de volkeren zijn
opgegaan of liever ondergegaan in de legers.
Het leger verdedigde niet meer 's lands zaak of
's lands bestaan, daar het land zwoegde van
oud tot jong om het leger in stand t$ houden,
om een legerzaak. Het had en heeft er veel van
dat de natiën zijn opgeofferd ter wille van de
legers.
Onafhankelijkheid en recht zijn hooge goede
ren. Maar onder het mom van gevaar voor deze
goederen heeft een kalme wereld èn de onaf
hankelijkheid èn het recht verloren, terwijl der-
zelver verdediging een reeks andere hooge goe
deren vernietigde op moreel, religieus, financieel
economisch, wetenschappelijk, kunstzinnig en
algemeen cultuurgebied, waarvoor vele natiën
vele eeuwen moeizaam gezwoegd hebben.
Niemand zal ontkennen, dat het recht van
den staat om belastingen t;e heffen, beperkt
is, n.l. door doel en taak van den Staat zelf.
Maar veel nauwer begrensd is de Defensie-
Plicht van een natie. De rechtsgrond van
een weermacht is de bedreiging van vijanden
'-■oowel binnen als buiten do grenzen. De
staat heeft niet alleen het recht om zich te
gen onrecht teweer te stellen, hij moet daar
toe ook het middel hebben. De gewapende
macht is dus noodig: politie tegen binnen-
landsche vijanden, het leger tegen vijanden
van buiten. Maar dit doel stelt ook tegelijk
de maat vast. De militaire macht is geen
eigen-doel, maar slechts een middel om het
geheel te behouden. Het staatsgezag mag
slechts zóó ver persoonlijke- en vermogen.s-
of fers van de burgers eischen als de rechts
bescherming vordert.
Juist omdat de militaire lasten zoo zwaar
en drukkend zijn, moeten zij slechts op voor
zichtige en sparende wijze doorgevoerd wor
den. Daarom is het systeem van li e t
staande leger, sinds de 17de eeuw opge
komen, slechts te billijken, voor zoover het
door de tijdsomstandigheden een treurige
ucodzaak, een noodzakelijk kwaad geworden
is. Europa dankt zijn staande legers aan de
veroveringszucht van eerzuchtige heer-
schers. Een veel minder drukkend stelsel is
de algemeene volksweerbaarheid, die, daargela
ten een zeer korte jaarlijksche oefentijd, de wa-
pendragende manschap slechts in oorlogstijd te
wapen roept. Zulk systeem past geenszins voor
?en Staat, die op veroveringen uit is, maar is
'Mdcende onder normale omstandigheden voor
ie verdediging van het land.
Wanneer reeds liet stelsel van een staand le-
«?er slechts door de noodzakelijkheid' gerecht
vaardigd is, dan gelat dit nog veel meer van
net systeem „staad leger" in verband, met den
algemeene# persoonlijken dienstplicht, welke in
bijna alle Staten bestaat. Deze algemeene dienst
plicht rukt alle weerbare jonge mannen ged'u-
ïende eemgen tijd (een jaar of jaren) uit hun
gekozen levensberoep en uit hunne huisgezin
nen, om hen ill kazernes op te bergen en tot
het oorlogS'handwerk af te richten. De schade,
die deze algemeene dienstplicht aan de jifiste
beioepskeuze en de opleiding in eenmaal geko
zen beroep toebrengt, is veel grooter dan men
meent. Daaitij willen wij van de zedelijke ge-
v?lgen van het kazerneleven maar heeiemaal
niet pralen.
peze algemeene dienstplicht hand aan hand
"jet het staand leger voert tot het z.g. militai-
risme, dat het zwaartepunt van het staatkim-
'g leven in de voortdurende toerusting tot den
.orlog verlegt en voor dit doel de beste krach-
1 der natie ten offer brengt. Die dienstplicht
voert tot een altijd verder gaande centralisatie,
die alle draden van het maatschappelijk leven in
regeeringshanden zoekt te vereenigen. Eindelijk
y.ljjit dat stelsel de belastingen tot een ondrage-
e "oogte op. Reeds nu (statistisch jaarboek
V,an Duiische Rijk 1909, blz. 307) beloopen
e militaire budgetten van de Europeesche sta
ten veie miilliarden.
Voor geheel Europa beloopen de militaire
budgetten circa 6 milliard mark jaarlijks, en zij
stijgen van jaar op jaar. Dat zijn otihoudbare
toestanden
En na den oorlog zouden wij de onhoud
bare toestanden voortzetten, jaar op jaar, af
wachtend ons lot hetwelk ons geworden moet
uit handen van enikele machtswellustelingen
buitenslands? Alsof het land van Hugo Gro-
tius geen eigen rechtsbegrip en nation'aal
plichtsbesef meer had en geen vertrouwen in de
volkenrechtelijke verhoudingen
En onze lijfspreuk zou als van ouds zijn:
Si vis pacem para belhim? Zij die den oorlog
willen moeten wederom een ouden, bewapenden
vrede'' bereiden. Heeft Nederland nog een mee-
ning? Is Holland nog souverein? Wij hebben
onzen eigen wil en eigen vertrouwen in het recht
en al hebben wij het recht ook het recht te wan
trouwen, veel meer wantrouwen wij het militai
risme of crypto-militairisme. Die zullen ons
niet hebben! Mr. BO MAN'S.
Het wordt hier tijd om den lezer in te lich
en oyer een geheimpje dat hij weten moet, vóór
'j zijn critiek over mij uitwerpt. Al het voor-
log fe 's neei'gcschreven vóór den werddoor-
ten te weten in het jaar 1911 door den groo-
'mholieken moraalphilosoof Victor Cathrein
bid» in zijn boek Moralphilosophie, He deel,
en660.
ZEVENTIENDE ZONDAG NA
PINKSTEREN.
Het voornaamste gebod.
Evangelie volgens den H. Mattheus XXII
3446.
In dien tijde kwamen de Phariseën bij Jesus
en een van hen, zijnde een leeraar der Wet,
ondervroeg Hem om Idem te beproeven Mees
ter, welk is het grootste gebod in de Wet
Jezus zeide hem Gij zult den Heer uwen God
beminnen uit geheel uW hart, uit geheel uwe
ziel, en uit geheel uw verstand. Dit is het groot
ste en het eerste gebod. En het tweede aan dit
gelijk is Gij zult uwen naaste beminnen gelijk
u zei ven. Van deze twee geboden hangt de ge-
heele Wet cn de Profeten af. Daar nu de Pha
riseën bijeen waren, ondervroeg Jesus hen en
zeide Wat dunkt u van den Christus Wiens
Zoon is Hij Zij antwoordden Hem De Zoon
van David. Hij zeide hun Hoe noemt David
Hem in den geest dan Heer, zeggendeDe
Heei heeft tot mijnen Heer gezegd Zit aan
mijn rechterhand, totdat ik Uwe vijanden
stelle tot een voetbank uwer voeten. Indien
David Hem dan Heer noemt, hoe is Hij zijn
zoon En niemand kon Hem een woord ant-
woorden, noch heeft iemand Hem van dien
dag af meer durven ondervragen.
SecretarisIk ben zoo vrij 0111 aanstonds na
de lezing met de bekentenis op de vlakte te
komen, dat de zaak mij nog niet glashelder is.
Ik begrijp niet best hoe de Kerk voor haar
Zondagsevangeliën passages uitgekozen heeft,
die voor vakgeleerden misschien gesneden
brood zijn, maar voor gewone huis- of tuinmen-
schen Syriaks lijken. Men zou een geboren Pha-
risecr moeten zijn om zin en verband te snappen.
PastoorGeen enkel ander boek ter wereld
bevat zooveel gezonden zin als de Bijbel, maar
er zijn vele dingen in, die opheldering en toe
lichting vereischen. Misschien veronderstelt de
Kerk wel, dat die huis- of tuinlui bijvak
geleerden hun licht ontsteken zullen, zooals
wij hebben uitgevonden. Alles hangt af van de
wijze waarop ge tot dit groote oude boek komt.
Ge kunt met uw hand het gevest van een
zwaard aanvatten of het scherpe lemmet. Ge
kunt op de mysteriën van den Bijbel den regel
van vermenigvuldiging of van aftrekking toe
passen. Er zijn dingen in zwaar om te verstaan,
maar weet ge wat een eenvoudig landman eens
tot een ongeloovige zeiDe verborgenheden
van den Bijbel hinderen mij volstrekt niet. Ik
lees den Bijbel zooals ik visch eet. Wanneer
ik visch eet en ik kom aan een graat, dan slik
ik die graat niet in, maar ik leg haar op zijde.
Wanneer ik bij het lezen van de H. Schrift op
iets stuit, dat mij onbegrijpelijk voorkomt, dan
zeg ik dat is een graat en dan leg ik dat op
zijde. En naar dit voorbeeld willen we nu eens
zien V/at we in dit Evangelie voor graten vin-
^Dit is het laatste twistgesprek van Jesus
met de Phariseën. Het geviel op Dinsdag van
de Goede Week, twee dagen alzoo na den in-
drukwekkenden intocht onzes Heeren binnen
Jerusalem. Reeds was besloten tot Zijn val,
maar, gezien Zijn groeiende populariteit, durf
den de Oversten der Joden Jesus niet openlijk
in het aangezicht weerstaan. Vandaar nieuwe
strikken om Hem tot ccnig onvoorzichtig ant
woord te verlokken, dat de gemoederen zou
voorbereiden op Zijn veroordeeling.
PeetersEn dat gebeurde in Jerusalem, dc
stad, die Hij niet levend meer verlaten zou
PastoorPrecies, onderwijl Hij in de tempel
galerijen leerde en predikte, werd Hij achter
eenvolgens door niet mindej dan vier deputa
ties geïnterviewd. De eersten waren zendelingen
hoord hf'btnIledrinwaaI ge meer van ge-
JansenDe Hooge Raad der Joden, clio
onder presidium van den Hoogepriester over
de zuiverheid des Geloofs had te waken en uit
een en zeventig leden bestond, deels Joodsche
priesters, Levieten en notabele leeken.
Pastoor Zij kwamen met de vraag „in wiens
naam Hij sprak en handelde. Daarna een stoet
Herodianen, partijgangers van Hcrodes, die
Heih interpelleerden „of men ja dan neen de
Romeinsche belasting te betalen had." Ver
volgens een commissie uit de Saduceën
Peeters Wat zijn dat voor snuiters
PastoorZij haö3en hun haam van een zeke
ren Sadoc, een discipel van Antigonus Sochaeus,
die omstreeks twee honderd vier en tachtig
jaren vóór Christus leefde. Zij liggen onde
zware afkeuring van de schrijvers van hun eigen
volk, als menschen van een platten, loszinnigen
levenswandel, waartoe trouwens hun beginse
len ook leidden. Van alle Joodsche secten waren
zij het geringst in aantal, maar meestal personen
van aanzien en rang. Zij ontkenden de opstan
ding. Er is geen toekomende staat, zeiden zij,
geen leven na dit leven. Als het lichaam sterft,
wordt ook de ziel vernietigd. Er is geen straf of
loon in de andere wereld, geen toekomend
oordeel, geen hemel en geen hel. Zij beweerden,
dat er buiten God geen geest was en wilden
van geen goddelijke ingeving der profeten we
ten, noch van eenigerlei Openbaring, behalve
hetgeen door God zelf op den berg Sinai ge
sproken was. Ze stelden Jesus de bizarre vraag
ter oplossing „van de zeven broeders, die met
één vrouw getrouwd waren". (Matt. 22-23).
Deze alle werden door den Wijzen Leeraar
weerlegd en tot zwijgen gebracht. Maar het
was wel de are der verzoekingDaar verschijnen
de Phariseën weer op het tooneel, hopend te
slagen, waar allen gefaald hebben om uit Jesus'
mond een woord los te krijgen, dat later tegen
Hem kon worden ingebracht. „Meester, sprak
een van hen, welk is het grootste gebod in de Wet
SecretarisEven stoppen, eerste graat
Dat zei die Wetgeleerde om Hem te beproeven,
niet Maar me dunkt, de vraag was simple
comme bonjour, zonder haken of oogen. Een
kind kan de wasch doen
Pastoor: Zeg dat niet, het was een strik
vraag tot in de fijnste bizonderheden over
legd, een pijl met weerhaken, die moest zitten
blijven, waar hij ook trof. De Joodsche Wet,
weet ge, bestond uit tal van voorschriften van
Godswege opgelegd maar ook uit een menigte
menschelijke inzettingen, die de Phariseën er
aan hadden toegevoegd.
BroersMet betrekking tot de Sabbatsrust
hebben we verleden week daar al staaltjes van
gezien.
PastoorWeet ge aan hoeveel geboden de
Synagoge in Jesus' tijd de hand hield Zij be
reikten het respectabele cijfer van zeshonderd
dertienDriehonderd vijf en zestig ver
boden om gelijken tred te houden met de dagen
van het jaar en twee honderd acht en veertig
geboden om parallel te gaan met het aantal
ledematen van het menschelijk lichaam.
JansenGroote apostel, dat is een doolhof
om in te verdwalen
Pastoor En juist oin in dien dwaaltuin den
weg niet bijster te worden, zocht men naar een
centraal punt, waarnaar men zich richten kon
vandaar de kwestie welke onder al die geboden
is de eerste, de voornaamste
Broers Kijk, juist de kwestie, die de wet
geleerde aan Jesus stelde
PastoorAan Jesus 'stelde in de hoop, dat
Zijn decisie zou indruischen tegen wat op dit stuk
de meening der Phariseën was.
Jansen: En die opinie was....?
PastoorNatuurlijk zochten ze het ook hier
weer in het uiterlijke en gaven aan de ceremo-
nieele voorschriften den voorrang boven de
zedewetet. Een ceremonie was in hun oog van
meer belang dan een goed werk
Willems En wat achtten ze van die ceremo-
nicel-wot wel 't voornaamste
PastoorDaaromtrent was verschil van ge
voelen. Sommigen vonden dat de wet der be
snijdenis het grootste gebod was, anderen de
wet, die den Sabbat regelde, weer anderen de
wet op de offeranden, al naar zij zei ven daarin
profijt vonden. wilden zij eens weten wat
Jezus hiervan dacht, hopend het volk tegen Hem
in het harnas te jagen, mdien zijn antwoord
niet strookte met het algemeen heerschend ge
voelen. Immers, zoo Hij het eene gebod ver
hief zouden zij het zoo voorstellen alsof Hij daar
door de andere geboden minachtte en verkleinde.
Jansen Dus al wederom een dilemma.
Pastoor Niets vaster. Van tweeën een. Jesus
zou antwoorden of zwijgen. Indien Hij er het
zwijgen toe deed.
Secretaris Had men een prachtig voorwend
sel dat Hij de Wet met kende en dat Hij voortaan
had te luisteren in plaats van te leeren.
Pastoor En indien Hij een decisie gaf
SecretarisHadden ze in elk geval vat op
Hem. Gaf hij aan de besnijdenis de voor
keur, dan zouden ze Hem de argumenten voor
den Sabbatsdienst voor dc voeten werpen pre
fereerde Hij den Sabbatsdienst, dan moest Hij
doorgaan voor een verachter van de besnijdenis.
Hoe Hij zich keeren of wenden zou, altijd was Hij
er gloeiend bij.
Jansen Dat hadden ze knap achter mekaar
gekregen
PastoorNiet waai doch hun doortrapte
arglistigheid maakte een treurig figuur bij den
schitterenden eenvoud,^ waarmee Jesus dien
valstrik losknoopte. Het Woord nemend, begon
Hij den tekst zelf van de Wet op te zeggen
Secretaris Gij zult den I leer uw God
Pastoor Neem hier he ver de woorden van
Sint Marcus (XII 30), c'le aan Jesus' uitspraak
de volle maat geeftHoor 0 Israel De Heer uw
God is de ware God En SV zult den Heer mv God
liefhebben uit geheel uw hartu uit geheel uw ziel,,
uit geheel verstand en al uw krachten dat is het
grootste en eerste gebod
In die paar enkele woorden was alles gezegd.
Jesus had geantwoord, had hun bescheid gegeven
in deze belangrijke kwestie. Van de ritueel
wetten had Hij geen woord gerept, waarmee
de beschuldiging viel, dat Hij aan de een boven
de andere de voorkeur gaf. Hij schonk aan den
innerlijken dienst, die van de zieke, den voorrang
boven de uitwendigen eeredienst, wat elk gezond
menschenverstand had te juichen. Als eerste
gebod gaf Hij datgene aan, wat Gods eigen hand
als eerste op de Wetstafelen schreef, waardoor
de goddelijke wet mijlen ver boven alle anderen
werd hooggehouden. Er bleef den Phariseën
wederom niets anders over dan een beschamende
aftocht.
Jansen Maar ik laat ze niet gaan juist op het
oogenblik dat de moeilijkheden, die U graten
noemt, voorden dag komen. En ook Jezus liet ze
niet gaan vooraleer hun aftocht in een vlucht
ontaardde. Dit zijn de uiterlijke feiten, die ik
snap, maar nu de innerlijke kernU heeft
het woord, Pastoor.
Pastoor Jesus, die op al hun kwesties geant
woord had, wilde nu op zijn beurt de ondervra
gers aan de kaak stellen. In den Messias, waar zij
den mond van vol hadden, zagen zij niets anders
en beters dan enkel een mensch. Jezus laat hen
nu zelf getuigen, dat zij het mis hebben, IVat
denkt ge van den Christus, vroeg Hij, wiens Zoon
is Hij Met andere woordenGe verwacht oen
Messias, een Christus en beschikt alzoo over de
middelen om Hem te erkennen. Welnu van wien
stamt Hij af
Secretaris: Van David, was het eenstemmig
antwoord.
Pastoor Naaf het woord der profeten van Da
vid, die ook bij de joden voor een geïnspireerd
schrijver gold, wat wil zeggen
Secretaris Dat God-hem ingaf wat hij te
schrijven had, zoodat dwaling buitengesloten
bleef.
Pastoor En dit zoo zijnde hebben we om iets
te weten van den komenden Christus, David zijn
stamhouder të ondervragen. Wat nu heeft die
van Hem gezegd Hoe noemt hij Hem
Secretaris Zijnen Heer.
PastoorKon hij, sprekend over zijn eigen
afstammeling, Hem dus als louter mensch
taxeeren? Neen toch, te immer wijl hij denzelfden
naam van Heer tegelijk aan God den Vader en
aan den Messias zijn eigen nazaat gaf Is dat niet
aan beide dezelfde Godheid toekennen Lees
nu 't van Christus in zijn geheeel.
Pastoor Zijn zitten wijst op rust en heer
schappij, zijn ziiten aan Gods rechterhand duidt
de hoogste eer en souvereine macht aan, Zijn
vijanden onderwerpende tot ze als een voet
bank voor zijn voet zijn, zooals men in het
Oosten met gevangen koningen deed.
Secretaris Er was geen andere consequentie
mogelijk dan dat de Messias.waarlijk God
was.
Pasoor En onze Heer verklaarde van zich
zelf, dat Hij de Messias was, bijgevolg procla
meerde Hij zichzelf als God. Maar de Phari
seën zagen dit niet en wilden het niet inzien,
waaruit blijkt, dat het Geloof, niet steeds de
vrucht van redeneering is. Maar wat deze ge
leerde Rabbi's toen niet beantwoorden konden,
dat verstaat, God zij geloofd, thans de eenvout
digste Christen. Zooals het eerste woord, heeft
onze secretaris ook het laatsteHoe luid
de oplossing
Secretaris Christus als God is Davids Heer,
Christus als mensch is Davids Zoon.
MAX.
De luchtvaart en het luchtverkeer.
Donderdagavond werd in dien schouwburg Jans
weg een popu-l ai r-wetenschap-pel ijke voordracht
gehouden ever de luchtvaart en- het luchtver
keer. Aangekondigd was dat luitenant Hofstee,
oud-secretaris van de Eüta, zou spreken, doch
daar hij verhinderd' was, had zijn collega lui
tenant Lioni zijn taak overgenomen.
De spreker begon, zooals bij lezingen over
vliegen nog steedis gebruikelijk is, bij den clas-
sieken Icarus, wiens vleugels afvielen toen hij
dicht bij de zen kwam, omdat de was door d'e
hitte smort, enz., enz., waarna spr. zich verder
bepaalde tot noemen der namen van de beroem
de voorgangers der hedéndaagsche vliegers, en
kwam zoodoende reeds spoedig tot zijn eigen
lijk onderwerp, de vliegtuigen.
Uitvoerig demonstreerde spr. hierna de één-
en tweedekkers, besprak hun samenstelling, de
wijze waarop zij 'bestuurd worden en de instru
menten die op een vliegtocht wordien meegeno
men. Ook werden d'e motoren besproken en de
voor- en nadeelen van enkele soorten in het
kort medegedeeld.
Op een aangename manier hield luitenant Li
oni verder zijn gehoor bezig over de opleiding
van den vliegenier, 4?ie veel moeilijker is dan
over het algemeen gedacht wordt.. In Neder
land mag de leerling na 20 lesuren voor het
eerst alleen vliegen, hetwelk een groot moment
in het vliegersleven is. Gaat dan alles goed. dan
mag men vliegen voor het internationaal bre
vet, daarna voor het militair brevet, enz.
Na hierover verteld te hebben, wat voor een
gehoor van leeken geschikt was, behandelde
spr. terloops enkele fgbrieken hier te lande en
vond daarbij gelegenheid den Nederiandschen
vliegenier Fokker te huldigen, die, omdat de
regeering hier te lande zijn vliegtuig niet wilde
aanvaarden, noodgedwongen naar Duitschland
moest gaan, gelijk ook Koolhoven en Wijnmaien
hun heil in het buitenland moesten zoeken. Fok-
ker's vliegtuig is thans een der beste merken
en de geallieerden hebben tijdens den oorlog
veel moeite gedaa om een zijner toestellen in
handen te krijgen.
Thans vertélde luitenant Lioni interessante
bijzonderheden over verschillende soorten vlieg
tuigen, zooals jachtvliegtuigen, verkenningstoe
stellen, bombardementsvliegtuigen, infanterie-
vliegtuigen, die laag vliegen, doch zeer snel, om
dén aanval voor te bereiden, en artillerieVliegtui-
gen, die artilleristen meevoerden om de stellin
gen achter het front te verkennen.
- Vervolgens handelde spr. over het fotografee-
ren uit de vliegtuigen, waarover hij eveneens be
langwekkende medcdeelingen deed.
Het tweede gedeelte zijner causerie wijdde lui
tenant Lioni aan het vliegtuig in dienst van
vredeswerken gesteld. Voorloopig is dit de lucht
post. Deze dienst kon in het begin nuttig werk
leveren, indien maar gezorgd wordt voor goe
de landingsterreinen.
In Haarlem bestaan deze en wanneer Haarlem
op zijn qui vive is, kan het Amsterdam den loef
afsteken, want daar ontbreken de goede terrei
nen. Wat den duur d!er bestelling aangaat gal
spr. eenige cijfers.
De postverbinding Amsterdam—Londen zou
duren 2 uur 40 minuten, die op Parijs 3 uur,
op Lissabon 14 uur, op Petersburg 13 uren en
op Batavia 6 dagen. De diensten zouden moe
ten worden onderhouden door watervliegtuigen,
omdat het gébruik van uitsluitend andere toe
stellen niet' zonder gevaren genoemd kan wor-
C'C\a de pauze werden verschillende lichtbeel
den vertoond, die betrekking hadden pp het on
derwerp, waarna de gelegenheid opengesteld,
werd tot het stellen van vragen.
De zaal was goed bezet, vooral waren veel
scholieren aanwezig, die dan ook een leerzamen
avond hebben medegemaakt.
Doopsgezind Zangkooi* !S94»59IS
Men schrijft ons:
Den 9den« October .herdenkt het Doopsgezin
de zangkoor zijn 25-jarig bestaan.
In den snellen tijd, waarin wij leven, is dat
eene gebeurtenis voor een zangkoor, die niet on
gemerkt mag voorbijgaan. Daartoe volge hier
eene beknopte geschiedenis van dit gezelschap.
Den 9den October 1894 herdacht wijlen de
heer H. J. Overbeek, hoofd der Eerste Doops
gezinde school op het Groot Heiligland, den
dag zijner 40-jarige ambtsvervulling.
Eene groote schare oud-leerlingen had zich,
ondfer leiding van onzen, thans zoo bekenden,
dirigent en criticus Jan de Nobel, vereenigd,om
den jubilaris' eenige liederen toe te zingen.
Die liederen werden zoo enthousiast en met
zooveel voordracht gezongen en de jongeman,
die er voor stondi, zwaaide met zooveel zeker
heid den dirigeerstok, dat er al aanstonds stem
men opgingen, het gelegenheidskoor in 6tand
te houden, en het dén naam te geven van
„Doopsgezind Zangkoor."
Dat de heer de Nobel directeur' werd, sprak
van zelf en men mag gerust zeggen, dat onder
zijne leiding het koor zijne schoonste triomfen
vierde. Door zijn beschaafd en zuiver zingen
nam het eene waqrdige plaats in onder de
overige Haarlemsche gemengde koren.
Hét eerste bestuur bestond o.a. uit de hee
ren J. Kuijver, voorzitter; Ed. A. van Bilder-
beek, secretaris en C. van Ciitert, pemningraees-
Veel wisseling is er in de muzikale leiding
va het zanggezelschap niet geweest. Toen de
heer Jan de Nobel door drukke werkzaamhe
den genoodzaakt was te bedanken, nam de heer
H. Lindeboom zijne taak over. Ook deze maakte
zeer veel werk van de uitvoeringen, die het koor-
placht te geven,. Wijl deze directeur met in
Haarlem woonde en die omstandigheid ten
laatste voor beide partijen belemmeringen met
zich medebracht, bedankte de heer L. na eenige
jaren, en nu heeft de vereendging sindls 1 Ja
nuari van dit jaar onzen stadgenoot den heer K.
H. Kerkhoff als directeur.
Dit schijnt een zeer gelukkige keus te zijn ge
weest, want de laatste verrichtingen van het
koor werden door de bladen met groote waar-
dleering besproken. Steunen de leden door ge
trouwe opkomst hunnen dirigent, dan kan liet
koor zijn goeden naam handhaven en met vol
doening op zijn 2'5-jarigen levensweg terug
zien. en
Het wakkere bestuur bestaat thans uit de hee
ren Dr. P. W. Peerboom, voorzitter; W. A. de
Tello, secretaris en H. van Bockhooven, pen
ningmeester.
'?r KtaT- Cen van d'c Heden die de kaarten
zlch niet .!l'"i,on °mdat zij in sommige kringen
den sejjjj':et spel kunnen onttrekken zonder
was datgenca" onbeleefdheid op zich te laden,
jager te hoernpas men gewoon is een anecdoten-
een aantal niet o'^11 ^?rgastte het gezelschap op
gen daarvan blevcj1,',; fe kwinkslagen. De gevol-
z'ch bijna onafgebroken1"1 een luid gelach deed
nigen speler, die anUer°orcn cn ontnam aan
!ja;,dè ter harte nam, de allen ernst de
',7 om zich met eeVc van zijn i' z?° hoog noo-
ge notaris had daarom wel"VnsakP te W
iie"t? lk van den burgemeester
rich m,Pt den rUo naar hera gekeerd zat'
ta[ehic amn ng 0mwmdde. Aan het tWeedé
V;,s 3 iel 1 ieiSeierde men zteh dan'ook bij uitstek
die de nfi-n,C 0cT liet spel dan met den notaris'
van den altijd ern-
Vrtend ,vntö ,a< er' ofschoon deze zijn intieme
icei1 te trotseeren, en niet ophield,
de lachspieren, bijzonder die van het vrouwelijk
gedeelte, op de aangenaamste wijze te kittelen.
Deelden de meesten der gasten in die opgewekte
vroolijkheid, aan het derde tafeltje heerschte
een doodsche stilte en of het kwam omdat de
ontvanger een hartstochtelijk speler was, of door
dien de statige wederhelft van den notaris en
het aardige nichtje van den burgemeester met
den heer Spantzer, Eduai'ds vriend, te weinig
bekend waren, men hoorde daar alleen het ram
melen der fiches en een zacht gemompel als deze
of gene der quadrilleerenden aanvroeg om te
spelen. De heer Spantzer kon zich niet rang
schikken onder de gelukkigen, die, wanneer
zij als vreemdeling in zekere kringen binnen
treden, dadelijk een gunstigen indruk maken
hij had iets stijfs, iets stroefs, cn zijn manieren
waren alles behalve aangenaam. Hij behoorde
tot de niet zeer welkome heeren, die ons bij hun
komst een belangrijk gesprek doen staken, zon
der dat wij eigenlijk weten waarom. Zijn ver
schijnen, en men merkte dit reeds bij de eerste
kennismaking' met hem op, bracht altijd een
wanklank in den aangenomen conversatie-toon.
Beschaving, wellevendheid kon men hem in
geenen deele ontzeggen, maar niemand ook niet
wanneer men hem nader leerde kennen, be
geerde op den duur zijn vriendschap, en daarom
verwonderde zich een ieder dien avond, dat hij
Roestels vriend was. '1 geloovcn dat de on
aangename indruk welken hij teweegbracht niet
alleen voorkwam uit zijp stijve gedwongen hou
ding, neen, er bestond iets anders waarom wij
•den man gaarne zouden ontwijken, en dit waren
zijn grijze oogen en de terugstootende trekken in
zijn gelaat. Niemand kon die koude glazige oogen
aanzien, zonder zijn blikken af te wenden, en de
bewegingen van den onverschilligste en stout
moedigste in den lande werden onbestemd en
verward wanneer hij die met de zijne wisselde.
Had de een of andere lieer hem bij schemer
donker op een eenzamen weg ontmoet met de
vraag „hoe laat het was dan zou waarschijn
lijk zijn tong dubbel geslagen hebben en hij,
zonder antwoord te geven, met knikkende knieën
en zoo snel mogelijk voortgegaan zijn, tusschen-
beidc nog eens omziende of de onaangename
verschijning hem ook volgde. Had men hem op
reis ontmoet, hetzij in de trekschuit of in de
diligence, men zou er niet toe gekomen zijn
een gesprek met hem aan te vangen en toonde
hij, door het woord tot u te richten, die begeerte
van zijn kant, gij zoudt volstrekt geen lust
gevoelen u verder met hem te onderhouden,
nadat gij hem, beleefdheidshalve, zijn eerste vra
gen beantwoord had. Onmogelijk zoudt gij hem
aanzien voor iemand die gaarne zijn natuurge
noot een dienst bewiist. Menschlievendheid, me-
dedoogen, bereidwilligheid konden gewis vol
gens ieders beschouwing niet in zijn boezem
huizen althans niet wanneer men aanneemt dat
de oogen de spiegels der ziel zijn. Die glazige
oogen dwaalden altijd onbestemd in het ronde,
als hadden zij gedurende hun gansch bestaan
naar iets gezocht wat zij nooit hadden gevonden.
Zij maakten den indruk of zij altijd in een graf
hadden gekeken, en het zou ons verwondering
hebben gebaard, zoo wij hoorden dat er ooit
een enkele traan aan was ontvloeid. Er was iets
lijkachtigs in zijn wezen en iets weifelachtigs
in zijn bewegingenmen dacht, wanneer men
den moed had hem een tijdlang aan te zien,
niet aan een brein, waarin de misdaad wezen
en vorm kreeg, maar aan den ongelukkige, die
onder een zwaar vergrijp gebukt gaat en zich
inbeeldt, dat een ieder dit op zijn gelaat kan
lezen. De naam van den toerist, waaronder hij
zich zeiven had voorgesteld, was ook al met
geschikt om vertrouwen in te boezemen. W aar
woonde de man Waar hield hij zich meestal
op Had hij geld Of zoo hij het met had,,
door welken arbeid verschafte hij t zich
Ziedaar de vragen, welke men gaarne eens aan
dokter Roestel had gedaan, maar waartoe ge
durende dezen avond de gelegenheid ontbrak.
Gehuwd kon de man niet zijn, dacht men al
gemeendie koude, glazige oogen spraken im
mers van een ziel, waarin de liefde niet kon
wonen. Vriendschap, dat was al erg genoeg, en
meer en meer steeg de verwondering der gasten
wanneer zij aan dokter Roestel dachten eh aan
de betrekking, waarin hij tegenover den onwel-
komen vreemdeling stond.
Mijnheer Spantzer, wiens onheilspellende blik
onophoudelijk rondzwierf, toonde echter een on
weerstaanbare neiging om de gastvrouw gade te
slaan, die aan het tweede tafeltje na hem geze
ten, alleen het genoegen had de onaangenamen
bezoeker op zijn rug te zien. Een paar malen
was het gebeurd, dat zij bij toeval zijn oogoj>-
slag waarnam, en dan volgde er een zenuwach
tige rilling, die de kaarten in haar handen deden
scliudden, en zonder dat zij er zich evewel re
kenschap van wist te geven, haar oogen neder-
slaan. De achterwaartsche bewegingen van den
austeloozen vreemdeling, om haar in het oog
te houden, vermenigvuldigden zich echter meer
en meer, zoodat de ontvanger hem eindelijk
vroeg:
„Mijnheer, zoudt u ook meer genoegen vinden
aan de partij van mejuffrouw Laura te zitten
Dan zullen wij van partners verwisselen?"
De vreemdeling zag den vrager een geruimen.
fijd met zijn lijkachtige oogen aan, en langzaam
zijn kaarten opnemende, zeide hij met een scher
pe stem: m
- LWordt vervolgd)*
In. Huitschland alleen werden in het ihar
1909 voor het onderhoud van -het leger en. de
marine 821.000.000 Mark uitgegeven.
SecretarisHoe noemt David Hem in den
geest dan Heer, zeggendeDc Keer heeft gezegd
tot mijnen HeerZit aan mijn rechterhand,
totdat ik uwe vijanden stelle lot een voetbank uwer
voeten. Indien David Hem dan Heer noemt, hoe
is Hij dan zijn Zoon
IIW Mill I I I .V -. .n W wrp