LHNSffltieiiPtifzieÉg binnenland SCHOL, Kerk en School Orde en Arbeid STADSNIEUWS WW Wegens het feest van Allerheiligen op Zaterdag 1 November, worden HH. Adver teerders beleefd verzocht de advertentiën, be stemd voor het Zaterdagnummer, op te willen geven voor de courant welke Mpijdag ans, verschijnt en de advertentiën aaiterfijk Don* «3ea*da|§ in te zenden. DE ADMINISTRATIE. Nederland en België INGEZONDEN eerste blad Erasmus en üe Hervorming. IQEiBERDAG 30 OCTOBER Ï9J9 42ste JAARGANG No. 10086 DE ABÖKKEKEM8PR0S BEDRAAGT VCOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f2,60; PER WEEK 20 CENT. FRANCO PER POST PER KWARTAAL t2,93 Bli VOORUITBETALING BUREAU: KASSAULAAH 49, HAARLEM - TELEFOON 1426 EN 2741 - TELEFOON AFBEEUNG „DRUKKERIJ" No. 1743 ADVERTENTIEN 25 CENTS PER REGEL. BIJ CONTRACT BELANK RIJKE KORTING Dit numrrwf beslaat uit 2 bladen De Directeur van het Gemeentelijk Levens- miodelenbureau te Haarlem brengt ter kennis, dat verkrijgbaar wordt gesteld: op Vrijdag 31 October 1919, van 10 uur v.m. v.m. tot 1 uur n.m. per persoon een pond Sciioi a 20 oent per pona Op vertoon van V1 S€HKAART No. 8001—12000 in de Gom. Vischhal. 3147 De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. i. De „Haagsche Post", het weekblad voor de 'betere standen," is sinds jaar en dag in de tveer om aan die standen karrevrachten vol kennis en ontwikkeling op de meest uiteenloo- Pende gebieoen bij te brengen. Zoo troffen we in het jongste nummer, van het weekblad „zonder parti pris, vooroordeel en stokpaardjes" een doorwrochte studie aan over den haa3. Daarin worden we in kennis gesteld met wonderbare feiten zooals deze: dat de .hazen reeds vroeg de aandacht door hun vele eigen aardigheden hebben getrokken; dat in Groen land de haas wit van kleur is en minder vrees achtig dan bij ons; dat de hazen met half ge opende oogen slapen enz. Allemaal wetens waardigheden, waarvan de Redactie der uiter mate didactisch aangelegde „Haagsche Post" waarschijnlijk onderstelt, dat zij aan de „be tere standen'' even onbekend zijn, als de steliing van Pythagoras aan de negerstammen van Mid den-Ainka. Van den haas naar Erasmus, il n'y'aqu'un pas. Althans voor de „Haagsche Post." Vermoe delijk, omdat deze geleerde, een hazenhart in 't lijf met zich omdroeg. Echter, daarover bewaart het bloemzoete orgaan, wijselijk een diep zwij gen. Andera zou de aardigheid om over hem te schrijven, voor het blad er af wezen. .Als sjaaltjes van Erasmiaanseh nieuws, waar 'n de lezers der „Haagsche Post" zich kunnen ^eriu&tigm, verdienen o.a. vermelding: de me- dedeeling, dat de reeks van Erasmus' werken 120CO kolommen druks beslaat; dat die werken hem een voorlooper van de Hervorming deden worden; dat hem „van Rome uit" den kardi naalshoed werd aangeboden, dien hij weigerde, omdat hij „vrij" wilde blijven, dat „men" ver haalt van een priester die Erasmus zóó vijandig gezind was, dat hij een in zijn gang opge hangen portret van den geleerde nooit voorbij ging zonder er op te spuwen, en meer aardig heden van hetzelfde allooi. Men ziet liet, een door en door degelijke en doorwrochte verhandeling over den beroemden Rotterdammer, zoowel „den beteren standen' ais den aan het „Hollandsch Weekblad onder kiding van S. F. van Os" verbonden geschied kundige, die haar ten papiere bracht, alleszins waardig. „Niet licht zoo eindigt de geleerde schrij ver zijn artikel over Erasmus zal men in de Wereldlitteratuur een tweeden geleerde kunnen aanwijzen, die in de korte spanne tijds aan een menscii ten leven gegund, zulk een uitgebreid arbeidsveld heeft bewerkt en dat met zóóveel vrucht. Dat die man, van het allergrootste be lang voor den tijd die na hem kwam, een Hol lander was; dat zijn vernuft de wereld heeft voorgelicht, wij Hollanders moeten het waardee- ren en wij moeten er troisch op zijn. Veel deden vvii niet om dit te toonen. Het beeldje dat Rot terdam niet siert (want het is te klein, al is liet bekoorlijk van lijn) vertegenwoordigt slechts een miniem gedeelte van de dankbaarheid die Jfollaad en de wereld aan den grooten Rotter- anut,ei. verschuldigd zijn." f,„ dan nog Je verstaan wordt gege ten. uat Desiderius Erasmus zich ook in den strijd tegen Luther gemengd en de „gebreken" der R. K. Kerk afgekeurd heeft, dan kan het niet anders of de Katholieke lezers der „Haag sche Post," ze zijn, jammer genoeg, bij hon derden te tellen die al het daarin te berde gebrachte als orakeltaal slikten,, moeten wel tot de conclusie komen, dat ook de Kerk tegenover Erasmus in waardeering te kort geschoten en dus in gebreke gebleven is. De vermelding, zonder nadere toelichting, dat hij óók tegen, Luther scihreef, kan slechts strek ken om meerdere verwarring te stichten in hef brein der Katholieken, omtrent Erasmus' hou ding tegenover de Hervorming. Daarom dunkt ons, dat het zijn nut kan heb ben, die houding beknopt en duidelijk in 't licht te stellen. In 't begin der 16e eeuw leefde een man, wiens naam de geheele toenmalige geleerde wereld vervulde; die als om strijd gevierd werd door pausen, keizers en koningendie geregelde briefwisseling onderhield met Europa's gekroon de hoofdenHendrik VIII, Karei V. Frans I, Maximiliaan van Saksen; die, welke stad in Duitschland hij ook bezocht, als een overwin naar door de bevolking werd ingehaald; die onder zijn vurige bewonderaars mannen, mooht tellen, van de meest uiteenloopende geestes-in- richting en levensbeschouwing, mannen als de Pausen Julius II en Leo X, de Humanisten 1) Thomas Morus, Bemibo, Sadoletus, Melanch- ton, Ulrich van Hutten; wien men in brieven 'kwistig de roemrijke titels schonk van: den Koning der Fraaie Letteren. Duitschland's stra lende zon, verdediger der Theologie, zonder dat de wolken van wierook hem toegewaaid, den nijd van tijdgenooten, geleerden als hij, ver mochten op te wekken. Want er was slechts één Erasmus, wien al die lof ten volle toekwam. En wèl mocht hij de Koning der Fraaie Lette ren genoemd worden, hij, die ze uit den langen doodslaap liad gewekt; wèl mocht men tot hem opzien, als tot Duitschland's stralende zon, tot hem, die gedurende dertig jaren, dat zelfde Duitschland door de stralen van zijn genie ver licht had. Geen schitterende geest werd ooit op grootsoher wijze gehuldigd, en zoo de roem een doodelijke uitwerking kon hebben op den man waarop hij nederdaalt, dan ware Erasinus be zweken onder den last dier lauweren die zijn hoofd omkrimgdén, onder de liederen, die men niet ophield hem ter eer te zingen, onder de loftuitingen der wijsgeeren; de vleitaal der vor sten, het gejuich der menigte. Van 1500 tot 1518 is het leven van den Rot terdammer, één zegetocht, een kunstenaarsleven, zorgeloos en, onafhankelijk, zich beurtelings vermeiend in de stille studiecel, in vorstelijke paleizen, in werkplaatsen van geniale beeld houwers en schilders. Allen betwisten elkander het bezit van Erasmus, want zijn glorie straalt af op zijn gelukkige vrienden. „Erasmus vergod delijkt alles wat hij aanraakt," zoo driikt Tho mas Morus zich hyperbolisch uit. Benijdens waardige geest,wiens zoete rust ongestoord zou voortduren tot aan het optreden van Luther. Dan schijnt de wijsgeer en latinist zijn roem te overleven, de wereld weerklinkt niet meer van zijn naam, zijn gloriekroon verwelkt, een monnik heeft hem onttroond. Op Erasmus had de 16e eeuw haar onver- valschten stempel gedrukt. Wanneer hij meer door schittering dan diepte, als wijsgeer en, let terkundige op den voorgrond treedt en al spoe dig de bewondering wekt van hen. wier naam klank heeft in de beoefening der Wetenschap pen, dan heerschen in de toenmalige leerscho len, de monniken met hun leermeester Aristo- teles als schutspatroon. Een omwenteling in het rijk der gedachte was noodig om hen van liet voetstuk waarop zij stonden, te verdringen. Erasmus was een der eersten die dit vraagstuk ondernam. Hij hanteerde met zeldzame behendigheid het meesral doodend wapen van den spot. Die spot werkte aanstekelijk op bewonderaars en geest verwanten en hij trok de lachers aan zijn zijde. Vnn dien tijd dagteekent die 'betreurenswaardige polemiek door pamfletten en strijdschriften te gen Franciscanen, Dominicanen, Carmelieten en Bedelmonniken, eenpolemiek, waarin scheld en smaadwoorden scheringg en inslag vormden, waarin de laster vooral niet bleef buiten geslo ten. Van dien tijd werd den volke verkondigd, dat er een mensdienras bestond!, waaruit al de dwaasheden voortsproten, die in Europa wer den begaan. In een monnik zoo heette het waren tegelijkertijd domheid1 en aanmatiging, bijgeloof en vooroordeel, geveinsdheid en hui chelarij belichaamd 1) Beoefenaars der kunsten en wetenschappen in heidenschen geest, in 't bijzonder der oude klassieke talen (Latijn en Grieksch) die zij bo venmate bewonderden en ten koste van de Christelijke kunst en levensbeschouwing der Middeneeuwen; in de toenmalige maatschappij (2e helft der 15e en begin der 16e eeuw) trachtten in te voeren» Wanneer men ooit het spoor der zeven hoofdzonden zou bijster raken, aldus beweer den de Humanisten, dan waren deze allen on der den monnikskap schuil gegaan. En Eras mus was het, die een halve eeuw lang, Euro pa in de gelegenheid stelde, om uit zijn overrijk tuighuis, punt- en sneldichten, geestigheden en lachwekkende voorstellingen, die hij als wapen tuig tegen de monnikenorden slingerde, naar welgevallen te putten. De aangevallenen, niet gewoon aan deze wijze van strijrivoeren, waren niet gelukkig in hun verdediging. Het lachen was hun verbo den. Zij streden in navolging hunner leermees ters Aristoteles, Duns Scotus, Petrus Lombar- dus, en het bleef bij navolging, want het ge nie der groote meesters ontbrak. Lucianus en Aristophanes, de vertrouwelingen van Erasmus waren hun onbekend. En toen zii eindelijk, noodgedrongen, zich van de wapenen hunner tegenstanders bedienden, had Erasmus die wa pens neergelegd. Een gespierder vuist dan de zijde omklemde en zaaide ze thans, een geduch- ter vijand dan hiji had zijn plaats in 't strijdperk ingenomen. Een, vijand; gesproten uit het ras dier gesmade monniken; monnik als zij, maar die die klassieke schrijvers niet noodig had om den scherpen loog van zijn sarcasme op de hoofden zijner tegenstanders uit te storten; ia wiens bijtenden spot, hartstochtelijke toorn fel oplaaide, en wiens helaas te welsprekend woord, den inoui'kkenorden dieper wonden zou slaan, dan het vlijmend-scherpe stylet van den Rotterdammer ooit vermocht. DERDIE R.-K. MlDDEiVSTANDSCONGRES. Gistermorgen om half 11 werd het Don- gres heroperiid. Door den voorzitter werd het welkom toegesproken aan de heeren Ingen- hout en Dr, Voerman en den rijksnijvemeid- consulent, Beegoman. Ook richtte hij een bijzonder woord van welkom tot Dr. H. pot:Is en kap. Hack. aalmoezenier van den arbeid in het bisdom Breda. Onmiddellijk word hierna het woord ver leend aan den prae-adviseur Prof. Veraart, te toelichting van zijn prae-adviets: „De middenstand en de bedrijfsorganisatie". Aan zijn prae-advies, dat wij reedis in ons blad gaven, voegde prof. Veraart slechts weinig toe, omdat hij niet op de debatten wilde vooruit loopen. Daarop ontspon zich een levendig debat; waaraan ook de heer Duyn uit Haarlem deel nam, die bet geheele prae-advies m liet be lang van den grossier en niet van den Mid denstand of den kleinen winkelier beschouw de. Aan te dringen op rabat e.d. achtte spr. voor den middenstand doodelijik. Hij zou weusclien, dat Prol'. Veraart eenvoudig zxm moe-advies terugnam. Was gisteren reeds een telegram van dank ingekomen van Z. D. H. Mgr. den Aartsbis schop, thans werd voorlezing gedaan van pon telegram van H- M. de Koningin. Daaroo werd besloten het adres te steunen voor'een missive aan Minister De Vries, ver zoekende terugname van het wetsvoorstel tot invoering der vermogensbelasting. Als spreker trad daarna op de heer N. T?. s afgevaardigde der R.-K. Staatspar- lj Ï3£K Mgr. Nolens naar Washing ton ki en de boeren Kolkman en Arts ver hinderd waren, f^ejen dat spr. hier tege^^is is. De Midden standers - aldus d® heer Fleskens - moeten een crisistijdperk «hamaken. Ontlek komt van alle zijden en er »1 nogveel cntiek uit- geoefend worden* &1 A ie^ alleen maar m verband met de duurte, die zoo goed als al gemeen aan don Middenstand wordt gewe ten. En nu moge het zl-'n- zegt spr., dat er onder de middenstanders zun. die te veel winst gemaakt hebben, die de winstmarge, wat ruim hebben genomen maar dan stel ik daarbij de vraag: Is de middenstand de eeni- go stand, waar gewoekerd is geworden? Is alleen bij den middenstand de winstmar ge te ruim geweest! En dan vraag ik, aü°t sJ'-: Mag aan den middenstand verweten worden dat hij de oor zaak is van de duurte» Het verleden heeft bewezen, wat de orga nisatie vermogen ook de toekomst zal er zijn om aan te toonen, dat uw organisatie onder leiding van zijn krachtigen voorzitter zal waar maken, dat do middenstand en zeker de R.-K. Middenstand, een waardige plaats in de maatschappij mag ®11 moet innemen. Daarom zou ik wi"eij aldus om- digd» spr.: pakt de zaken goed aan, blijft voortgaan op den weg, dien gij zijt ingesla gen tot eere van uw stand, tot eere van on ze maatschappij, tot eere van onze kerk, tot eere van God bovenal. D'ö belangstelling doi Ivatiiolicko partij wordt u bü deze toegezegd. Nadat het applnus °P ('eze toespraak was bedaard, ging Prof. Veraart naar het spreek gestoelte om de verschillende debaters te be antwoorden. Alsnu ving prof. Veraart zijn betoog aan. De heer Van Hout had met zooveel woorden gezegd aldus spreker maak een winke lier tot een kranig koopman, dan redt hij zich wel. Spr. moet er evenwel op wijzen, dat het vraagstuk twee kanten heeft, n.l. voor den individueelen winkelier en den in- dividueelen industrieel en voor de algemeen economische positie. Overdrijft men aan een een van beide kanten, dan is men van den realistischen weg. Tracht men alleen het groepsegoisme te verdrijven, dan krijgt men de achterlijkheid der techniek, terwijl men van den anderen kant de gevaren niet ziet. waaraan men is blootgesteld. Die gevaren, zegt spr., groeien met den dag en ieder oogenblik, dat niet in gegrepen wordt, is verloren. Als spr. hoort, hoe de middenstanders er over spreken, om den grossierssband te doen verdwijnen, dan noemt hij dit klassenstrijd. Hij behandelt dan de positie van den gros sier en toont door enkele voorbeelden uit de praktijk aan, dat de grossiersstand niet te missen is. De taak van den grossier is z.i. een zeer be langrijke. Om principieele redenen verklaart hij zich ook legen de Handdskamer te Rotterdam. Wanneer men zegt, dat hij als staind gerust kan veiflwijnen, dan moet men er zich van be wust zijn dat men zulks evengoed van de klasse van den middenstand' zou kunnen zeggen. Ten slotte zegt spr. zijn conclusies gerust aan de vergadering te durven voorleggen en hij zal er trotsch op zijn, wanneer zij worden aan genomen. Aanvaardt, zegt spr. het principe van over leg, dan zult gij een zet op he schaakbord hebben gedaan, waarop de andere partij nog jaren zal moeten peinzen. Bij de hierop volgende replieken van Dr. van Beurden en den heer Van Hout. stelde de heer Veraart voor, om een studiecommissie te be noemen, bestaande uit Dr. van Beurden, M. van Hout en hem zelf, en op een volgende vergade ring of congres het punt opnieuw aan de orde te stellen. Aldus werd besloten. Prof. Veraart verliet hierna de zaal. Nog werd door den heer Frencken de volgen de motie voorgesteld: De R. K. Middenstand in vergadering op het derde Middenstandscongres te Breda bijeen over tuigd van de noodzakelijkheid dat het R.K. onderwijs de beschikking krijge over meer R.K. leerkrachten met bevoegdheid tot het neven van Middelbaar onderwijs, spreekt de wenschelijk- heid uit, dat de vereeniging R. K. Studiefoe- langen door den R. K. Mirftienstad sterk worde gesteund en verzoekt aan het federatiebestuur deze zaak bij de aangesloten bonden krachtig te willen bevorderen. t De motie werd aangenomen. Met den Ohristelijken groet werd de verga dering door den voorzitter gesloten. Des namiddags om half vier jhad in de Kathe drale kerk een Pontificaal Lof plaats dat werd opgedragen door Z.D.H. Mgr. P. Hopmans, Bisschop van Breda, geassisteerd door de Ka nunniken de Hoogeerw. heeren Gchrauwen en Dr. Couwenbergh. Door kap. J. C. Oomen wend tijdens dit Lof een feestpredikatie gehouden. Na het Lof sprak Mgr. Hopmans de congres sisten toe en sprak den wensch uit, dat de ge voerde besprekingen goede vruchten voor de toekomst zouden opleveren. De algemeene voorzitter de heer W. Fransen sprak vervolgens nog een kort dankwoord tot Monseigneur en sloot daarmee op officieel® wij ze liet 3de R.K. Middensiandscongres. Een stout stukje. 7 Pater NicoJaus Blum t Staking der electriciens. In den stand der staking van electriciens te Amsterdam is bijna geen verandering ge komen. Bij een achttal patroons, die de eischen der werknemers Irebben inspewilligrd, is het werk hervat. 1 O-JARIG BESTAAN VAN HET R.K. VAKBUREAU. Voor den inhoud dezer rukriek stelt di Redactie zich niet aansprakelijk. LICHT! LICHTt Geachte Redaotia- Voot e.011 bescheiden plaatsje in uw veel gelezen blad bij voorbaat mijn hartclijken dan!:. Ditmaal niet uit bet „Donkere Zuiden", maar uit bet donkere Noorden, namedijk uit Z i 1 k, dat donker is met betrekking tot het niet-verlicht-worden en Noordelijk licht van zijn „moederlijke" gemeente Noordwjjkerhout Ik wil n.l. langen dezen weg een vrien delijk verzoek richten tot ons geacht ge meentebestuur namens vele belanghebbendten overtuigd als ik ben, dat het moederhart daardoor getroffen wordt en dit in daden zal uiten. Wat is het geval? Terwijl de kom van hert dorp zich baadt in een zee van eloctrisch licht, zitten wij, arme Zilkenar^n, in volsla gen duisternis. Geen enkele gloeiende spij ker laat staan een petrol eumlarktaarn, ver licht hier onze paden, alleen flikkert in de verte het zachte gaslicht van Hillegom» als wilde dit ons harden in ons tergend geduld, 't Is dan ook geen wonder, dat wij hier allen zoo veel voelen voor „Madame la Lnne", het vriendelijk maantje, dat alleen zich ons lot bij wijlen aantrekt. We hebben nu twee Zilkenaren In den Raad! Wie van beiden versohaft ons licht? We zijn tevreden met een stuik of zes, ze ven potroloumlantaarns, nogal bescheiden nietwaar? Kan er dan ook eens, bijv. tege lijk met het plaatsen der lantaarnpalen, ge keken worden naar een klein eindlje weg (pl.m. 200 M.), dat niet tot den Polder be hoort en d n s niet onderhonden wordt, wel licht komt dit dan ook in orde en wij zijn den koning te rijk en betalen met nog meer pleizier onze belastingpenningen dan we tot heden gedaan hebben. JR. J. J. HEIKMAN, Zilk bij Hillegom. .Heemskerk. 26 Oct. 1919. Mijnheer 'de Redacteur, Verleen mij een plaatsje in uw blad; voor onderstaand stuk, Bii voorbaat mijn dank. In het verslag van de vergadering van 10 October in uw blad geplaatst 17 Oetober, van de afd. Heemskerk van den Ned. R.-K. Bond van Dienstplichtigen „St. Joris" te Utrecht, is een en ander niet juist weergegeven. Zoo gelezen, maakt het den indruk, of de spre ker, do heer Knape, ons aangespoord had in de vergadering, om voor den Vrijwillige Landstorm te bedanken, wat natuurlijk voor dezen propagandist voor den Vrijwillige Landstorm niet verwacht kan worden. De zaak is echter deze. Er waren ontevredten mannen in de vergadering, omdat de steun nog maar steeds uitbleef. Dezen wilden be danken voor „St. Joris" en voor den laml- storm. Door den spr. werd er juist op ge wezen, dat men aldus ban delende het tegen deel bereikte van hetgeen men wenschitc. Daarom drong hij aan op eenheid; organisa tie, solidariteit en steun van het wettig ge zag. Weldra had men zulks begrepen en droeg de vergadering het bestuur op, verdere stap pen voor do vergoedingen te doen. Simultaanseance J. W. van Dartelen.^ Dinsdagavond j.l. gaf de heer J. W. van Dartelen, te Velserooxd eeno eimultaansé- anee voor de Da.m- en Schaakclub „Velscr- oord", waaraan door 14 spelers werd deelge nomen. Hiervan won de simnltaanspeler 12 par tijen, terwijl hij er twee verloor tegen de heeren P. v. d. Bos en B. P. M. Wortman. Na afloop sloten zich vele spelers bij ge noemde veTeeniging aan. zooda.t dezo scanco schitterend geslaagd is, RLEMSCHE COURANT tl Valt bijna geen onaerweij» te bedenken, Of de geleerae Redactie, drukt er een artikel over at in haar van zelfgenoegzaamheid blo zende kolommen, en presenteert het in haar fijne Haagsche keuken toebereide geestesvoedsel, met beminnelijk ui.noodigend gebaar aan de honge rige gasten, die zich wekelijks om het tafeltje „Welbereid" van het mondaine blad verdringen. Hiji I i.'j .1 IHPM».- L.J~ -2 Door den heer Kajan, vertegenwoordiger van den Christel ijken Middenstandsbond, werd dank gebracht nameris dien Bond voor de uitnioodiging en gezegd dat de actie der Ka tholieiken ook de volle belangstelling heeft der Christelijke georganiseerden. Spr. eindigt met den weniosh, dat de vruchten van dit con gres niet alleen ten goede komen aan den R.-K. Middenstandsbond, maar aan de mid denstanders in het algemeen en het gansehe vaderland. Men schrijft aan de „Standaard'. Op het Stadhuis te Maastricht kwam iemand met een verhuisbiljet uit Visé. Als provincie stond daarop vermeld„Lim bourg Cedé". Het stuk was officieel onderteekend. Naar het blad' verneemt, is dit prachtexemplaar van een verhuisbiljet opgezonden aan den Minister van Buitenlaudsche Zaken. In het missiehuis te Steyl bij Tegelen ^overleed gisteren de Hoogeerw. pater Nicolaus Blum, su perior generaal en eerste opvolger van pater Ar nold Janssen, stichter der Congregatie van het Goddelijk Woord. Hij was geboren den 4en Maart 1857, werd priester gewijd' in 1883, was procurator- generaal van 1891 tot 1909 en superior-generaal van af 5 November 1909. Rijzewijk, die mede zitting hebben in het bestuur van het Vakbureau. Voorts waren aanwezig Dr. Jac. v. Ginneken, leider van het zielkundig bureau van deze instelling en prof. van Aken. Na opening door den voorzitter van het Vakbu reau, den heer J. van Rijzewijk, sprak Minister Ruys de Beerenbrouck een rede uit, waarin hij o.a, zeide, dat de Regeering op het R.K. Vakbureau re- k'enie. Zoo zult gij aldus de Minister -door uw; vakorganisaties onder leiding van uwe vakbureaux direct bevorderen de lotsverbetering van al uw me de arbeiders, indirect de christelijke beginselen laten doordringen n het leven onzer maatschappij, een steun zijn voor de orde en den bloei onzer samen leving voor ons vadbrland en onze geëerbiedigd Koningin. Een daverende ovatie volgde op de rede van den Minister. Staande werd door al de aanwezigen he slotwoord gezongen. Van Minister Aalberse was een telegram van ver hindering en gelukwensch ingekomen. De heer Engels, lid der Tweede Kamer, sprak daarop de feestrede uit. Bij het sluiten de vergadering zeide de voorzit ter, dat, wat er ook! mocht gebeuren, bet Vakbu reau de Regeering zal steunen in haar moeilijke taak. Gisteren werd bij gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het R.K. Vakbureau te Utrecht door. het Bestuur receptie gehouden. Tal van gemeente lijk'e autoriteiten en Katholieke voormannen ook hel centraal bestuur van den R.K. Volksbond m het Bisdom Haarlem was vertegenwoordigd - kwamen het Bestuur complimenteeren. Des avonj had een druk bezochte feestvergadermgplaats m het gebouw voor K. en W. Ze werd om bugewoonc door den minister van bmnenandsche zaken Jhr. m Ch Ruys de Beerenbrouck, den minister van wa terstaat Z. Exc. König, den minister van financien mr. S. de Vries, de Kamerleden dr. Dekkers, Henr Hermans, Baron A. van Wijnbergen en A.Engels benevens de Kamerleden Kuiper, Haazevoet en v TV -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 1