Gemengd Nieuws.
Koningstraat 48-54
Zaterdagmorgen 9 uur begint de;
VAM:
De prijzen zijn uiterst laag gesteld,
DOET TTW VOORDEEL.
Ziet de etalages in beide afdeelingen.
Kunst en Kennis
KORTE BERICHTEN.
EXCHISIANA
Men schrijft ons uit Enkhuizen:
Oude lieden te Enkhuizén heugt het nog,
dat de zoutziederij, welke daar eenmaal
een belangrijke tak van volksbestaan vormde,
flog door een zoutkeet vertegenwoordigd
was. Eenmaal echter was een geheele rij
van die keeten in volle werking en de naam
Keetenpoort, die men nog geeft aan de plaat0
waar eenfaal de stad van den Zuiderdijk af
te betreden was. herinnert eveneens aan de
zoutfabricage. Genoemde poort is sinds
lang geslecht, doch de aanwezigheid *an
eenig oud metselwerk geeft nog duidelijk aam
waar ze gestaan heeft. Dit is zeker dus wel
het stadsgedeelte, dat na den teruggang der
stad. waardoor een groot aantal huizen ver
vielen en geslecht werden, zicih in oinzen tijd
het minst hersteld heeft, want behalve het
gebouw woor de dakloozen vindt men daar
geen enkele woning meer.
Dat eenmaal de zoutziederij Lu vollen
bloei was. kan ons niet verwonderen van een
plaats, welker hoofdbron van bestaan de
groote visscherij was,zooals men deze ter
onderscheiding van de walvischvaart (kleine
visscherij) noemde-
Ook getuigt daarvan het stadswapen van
Enkhuizen, dat drie gekroonde haringen
vertoont, elk met een zilveren ster boven den
rugvin. Het laat zich begrijpen, d'at voor
het kaken der visch massa's zout Inoodig
waren. Ook vinden we in de kroniek dezer
plaats verordeningen, die op de zoutziederij
betrekking hebben, o.a. die vain 26 Decem
ber 1531. regelend den accijns op het zout
en het voorschrift dat alleen beëedigde me
ters het met de groote maat zouden mooen
uitmeten.
Het ruwe zout werd ook toen reeds uit
Bretagne betrokken evenals het zeezout uit
Spanje. Het eeste zal waarschijnlijk steen-
zout geweest zijn, daar Hadrianus Junius er
van zegt. dat het ruw en donkerkleurig was,
zoodat het de groote ketels n zeewater opge
lost en zoo gezoden werd- Ook spreekt hij
van de hoogst eigenaardige zoutmakerij. die
vooral in Zeeland inheemsch was, het sei
nen (sel zout en bernen of barden bran
den.
Dit bestond in het uitgraven van met
zoutdeelen verzadigd veen, d'at in vele oin-
zer zeekleigebieden onder de kleilaag voor
komt en dat men darg of derrie noemt. Door
deze dargbonken te drogen en daarna te
verbranden verkreeg men asch, zelkasch ge
noemd, waaruit men later wedter het zout
wist te halda-
Of deze wijze van zoutbereiding ook in
ons noorderkwartier inheemsch is geweest,
meldt de kroniek van Brandt eigenlijk niet,
daar hii dit gedeelte citeert uit de gedenk-
schrifteia van Junius. Onmogelijk is het echter
niet, daar ook onder de Westfriesche klei op
de meeste plaatsen een dikke veenlaag voor
komt. Het laat zich ook begrijpen, hoe zulk
een veenlaag, tweemaal per etmaal door den
vloed' hesp odd en tweemaal bij ebbe door de
zonnewarmte gedroogd, in haar poreuse
massa zooveel zoutdeelen gaat bevatten, dat
het uithalen daarvan een lodnende arbeid
kon worden- Zooals we reeds zeiden, Zee
land was hiertoe het gebied bij uitnemendheid
en Zierikzee en de thans verdwenen (gezon-
kdn) stad Reimerswaal (in het verdronken
land van Zuid-Beveland) waren de middel
punten dezer industrie. Men had daar zelfs
een appart gilde van deze werklieden, he/
gilde der pannemaninen.
Hoe loonend deze arbeid ook mocht ge
weest zijn en hoe yoordeelig dan ook, daar
men de grondstof in eigen bodem voadr ze
was niettemiin schadelijk voor de positie van
het land tën opzichte van de zee. Immers
door het uitsteken van grond werd de bodem-
gesteldheid lager en dus het gevaar voor
overstroomingen vergroot. Terecht verbood
dan ook Keizer Karei V het sdbenen en wel
in hetzelfde jaar reeds, dat hij het bestuur
over de NederlandSche gewesten aanvaardde,
t. w- 1515.
Voegen we er nu nog bij, dat thans nog
in Zeeland groote hoopen zelkasch voorko
men. die als mgststof gebezigd worden en
welke stof voorheen ook dienst deed bij de
glasfabricage te Leerdam, dan kunnen we
van dit zoutpraatje afstappen, om ons-voor
ditmaal nog met een andere wtdaswaardig
heid bezig te houden.
Reeds wezen wij er op, dat de tijd van
Karei V gekenmerkt was door vele oorlogen
Deze vorst heeft gedurende zijn 40-jarige
regeering rust noch duur gekénd. Nu eens
was het de krijg die hij te voeren had tegen
de Protestantsohe rijksvorsten in Duitschland
die in den Schmalkaldischen bond vereemigd
zich teweer stelden tegen Kard's streven,
oin de hervorming te weren, dan weer moest
hij het Christenrijk verdedigen tégdn de aan
vallen der Turken, die in hun fanatisme Eu
ropa bedreigden met het geweldadig invoeren
van dén Islam; een ander maal voerde hij
in persoon expeditie's aan tegen de roofsta
ten op Afrika's noordkust, die den handel op
de Middellandsche Zee bijlna onmogelijk
maakten, maar bovenal was 't de op het Kei
zerschap ialoersche Frans I, Koning van
Frankrijk met wien de Keizer niet minder
dan vier hevige oorlogen te voeren had. Geen
wonder was het dus, dat de steeds oproerige
en vermetele Karei van Gelre over wien we
reeds spraken, van de gelegehheid gébruik
maakte om de Hollanden en Utrecht telkens
weer te verontrusten. Op deze wijze is het te
verklaren, dat deze zich zoo lang kon staan
de houden teg#>n den machtigen Habsburger,
ih wiens gebied de zon nooit onderging.
Bovendien werden de Gelderschen zoo zeer
gesteund door den vijandigen Franschen
vorst, dat men faun landje wel een voorpos-
fenstelling van Frankrijk noemen kon.
Zoo had, Karei van Gelder in 1537 we
der een aanslag beraamd op Holland en
liet op de toenmaals belangrijke haven
stad Enkhuizen liet oog vallen, omdat hjjj
na deze plaats vermeesterd, te hebben,
gemakkelijk een vrijwel onbeschermd ge
bied kon binnenrukken, om het n var har
telust te kunnen plunderen cm- brand-;
schatten. Hij meende deze vesting te kun
nen verrassen en koos daartoe de maand
Juni uit, omdat hij alsdan verwachten
kon, d.at d.e meeste mannén op zee zou
den zijn, zoodat hij eenmaal in de stad
weinig tegenstand zou ontmoeten.
Hij liet te Harderwijk een vijftal smak-
schepon uitrusten en bemande ze met on
geveer 700 krijgslieden. Twee daarvan na
derden bij nacht Enkhuizen ter plaatse,
welke pion nog den Gelderschen hoek
noemt. Zij hadden echter, niet op de ebbe
gerekend, zagen zich genoodzaakt het an
ker uit te brengen en konden dus niet
naar hun aanvankelijk plan cn uiddeliijk
tegen de stad opereeren, omdat ze (daar
bij gerekend hadden op idje duisternis van
den naclit. Toen het nu begon t© dagen
kwam een burger, Erik in de J&ok ge
naamd. op. de vest en zag beide sche
pen.
Daar in deze rumoerige tijden spoedig
wantrouwen opkwam, ging hij er. heen
en vroeg aan d,e bemanning mar. de la
ding. Het antwoord was „mout". Op zijn
nadere vraag, voor wien deze bestemd
was, werd geantwoord ,voor Jan Groot
Alb.-zoon. Deze was oud-burgemeester, van
Enkhuizen .en toevallig was de ondervrar
ger met diens dochter gehuwd. Hij be
gaf zich ijlings naar diens huis en toen
hij daar. hoorde, dat zijn sebponvadier geen
mout .wachtende wa<s, besloot hij tereclijt
dat heth ier. een Geldersche list gold.
Hij maakte dus alarm en .weldra trok
een groote menigte volks gewapend naar
de schepen.
De Gelderschen aldus hun opzet ver
ijdeld ziende en beducht voor. oen strijd
met deze volksmenigte, kozen weer zee
en ;wel met zulk een haast, dat ze zich
geen tijd gunden de ankers te windien.
Ze zagen zich genoopt, hun ankers te
kappen, die later door de Enkhuizera|
werden opgevischt en tot gedachtenis
aan dj/t heugljjk feit opgehangen aan den
Engelschen toren. Nog heden ten dage
ziet ïnen ze prijken aan den welbeken
den Drommedaris, het bouwwerk,, dat
ieder, bekend is, die ooit Enkhuizen be
zocht of zelfs maar. voorbijvoer, d,aar het
vlak aan den ingang van do haven staat
als een nog aolied en machtig getuige,
van vervlogen eeuwen.
Een tweetal opschriften bij de ankers ge-
yoegd. legt nog getuigende af van hét voor
val uit 1537. Het eerste is een tijdtiiéht <x:
chronicum van Hadrianus Junius van Hoorn
en luidt:
enChVsa M Insldlls taCitls sVb noCte
1 si Lent I
obrVere adnlXa est geLrICa perf Ida.
waarvan de eveneens als chronicum behan
delde vertaling is: de geLders ontroV soChf
enkhYIsens strlldbre waLLen
bil naQht Met haere List Van bVlten t'
oVerVaLLera.
Door Mr. Cloet-ing, pensionaris der stad,
werd daar nog bijgevoegd
Anchora quarn cernis ferro praecisa bipenni
Artes testantur, perfide Gelre, tuas.
hetwelk beteekent: Dees' ankers afgekapt
toen d'aenslag was gemist-
Getuigen, Geldersman, uw trouweloose list.
Aanrijding door een (rein.
Een vriendelijke kapitein.
- Woensdag werd te Leiden een rijwiel-
cüet tn arrest gesteld op het politiebureau.
te hebben stukgeslagen,
heeft hn met de stukken daarvan de tra-
ontvluchi l'Wet€n k verbreiken en is
-- Nadat het corps wielrijders den om
trek is gaan afzoeken, slaagde men en! 1
oen man weder te arresteeren.
w/~i li10!, caf<-;. oDe Kersenboomgaard" te
Westerblokker is Woensdag geheel afge
brand- Men vermoedt brandstichting.
De politie te Nijmegen heeft aange.
houden en proces-verbaal opgemaakt tegen
conducteur van de gemeentelijke electri-
sclie tram aldaar, die zich heeft schuldig
gemaakt aaü vervalsching van 'n groot aan
tal afrekenstaten, waardoor hij zich f 400
onrechtmatig wist toe te eigenen, ten nadeele
van het trambedrijf. De man had vele dienst
jaren,
In de Béneden-Sas bij Roosendaal is
een roeiboot waarin schipper Touwen met
zijn vrouw en zekere Aan raat gezeten waren
bij het uitgooien van het anker, gekanteld.'
Alle drie geraakten te water. Aanraat ver
dronk, vrouw Touwen werd bewusteloos,
doch de levensgeesten werden weder opge
wekt. Aanraat was gehuwd en laat drie kin-
der^n onverzorgd achter-
Te Vlaardingen is de bedrijfsdaas Van
der Vaart oud 46 jaar. werkzaam bij de
M a t en-install a t ie van een ladder gevallen;,
>ewusteloos opgenomen en aan de gevolgen
overleden. Hij laat een vrouw met 4 kinde
ren na.
Wegens den moord op den veenarbei
der H. Taibak, wiens lijk uit 't kanaal te Em-
mér-Compaseum opgehaald, meerdere blij
ken valn geweldpleging vertoonde, is aange-
ïoudpn zékere H. F. B., een arbeider aldaar,
bij wien Tabak den avond te voren thuis was
geweest. De man is in voorarrest gesteld, op
grond van bezwarende omstandigheden.
Uit den Rijn bij Panueden is opge
vischt het lijk van een onbekenden, man.
Uit de kleederen iis opgemaakt, dat het het
lijk van een Belgischen soldaat is. Hij
droeg een ring met de letters L. C. Hét
lijk verkeerde in zoo'n verreigaanden staat
van datbinding dat het onmiddellijk ter
aarde besteld moest worden.
Gisteren staakten te Hengelo (O.) de
timmerlieden, werkzaam bij den bouw der
gemeentelijke houten noodwoningen. Ze ver-'
dienen 90 cent en eisdhen en gulden per
uur.
Te Vlissingen zijn door de Nederland
sdie stoomloodsboot nummer 5 aangebracht
vijf opvarenden valn de Oostender vischsüoep
J. 181, die bij Schouiweribank in zinkenden
toestand werd aangetroffen en die verloren
ié.
andere redenen dan ziekten of gebreken onge
schikt is verklaard voor de verdere waarneming
van zijn betrekking, waartegenover vervallen is
het recht op uitgesteld pensioen bij ont
slag, niet op eigen verzoek, doch niet bij
wijze van straf. Voorts is het recht op wedu
wen- en weezenpensioen ook geschapen voor die
vrouwen, welke met den betrokkene zijn gehuwd
tusschen zijn 6oe en 65e jaar, en voor de kin
deren uit dat huwelijk.
óe. De PENSIOENSPROCEDURE is zoo
veel mogelijk vereenvoudigd door de beslissing
over alle oncierdeelen van het pensioenrecht te
leggen in handen van een gereorganiseerden Pen.
sioenraad, van welks beslissingen beroep open
staat op den Centralen Raad van Beroep en On-
gcvallenzaken.
er-
A
Woensdagmiddag is door den trein, welke 4.20
uur van Apeldoorn 11. Dieren vertrekt, bij den
overweg van den eersten Wormschen Weg en de
Kayersbeek een wagen, waarin, behalve de voer
man, zich nog twee inzittenden bevonden, aan
gereden. De wagen werd geheel verbrijzeld, dooh
de voerman en de beide inzittenden brachten er
het leven af, hoewel een hunner zoo zwaar was
gewond', dat hij in het ziekenhuis moest worden
opgenomen. Het paard bleef ongedeerd.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag, om
streeks 12 uur, kwam bericht van den vuur
toren te Huisduinen, nabij Den Helder, dat in
de richting van het Wesgat eenlichtsein was op
gemerkt. De reddingboot der Noord- en Zuid-
Hol'landsche Reddingmaatschappij werd aan
stonds in gereedheid gebracht ten einde hulp te
bieden. Wegens het ruwe weer en het nachtelijk
uur kostte het den schipper dier boot, den heer
C. Bot, zeer veel moeite de noodige mannen
bijeen te krijgen. Ten slotte gelukte het en de
reddingboot voer omstreeks één uur met een be
manning, bestaande uit J. Riedeman, P. de
Jong, F. Kwast, A. Jonkman, A. Arend, J. Veen.
stra, M. van 't Hert, IC. Gieling, J. van Dok, A.
Sieuwertsera en C. Bot, schipper.
Op de plaats aangekomen vanwaar de licht
seinen waren opgemerkt, vond men daar in het
Westgat een boot, de. „Mannheim" die bereids
achter haar anker lag, in vlot water.
Langszij komend, was de eerste begroeting van
den gezagvoerder dat hij niet» met de mannen
van de reddingsboot wilde te maken hebben.
Niemand hunner liet hij aan boord toe, zelfs
mocht geen lijn worden vastgemaakt, en ten
slotte liepen dè nog op de brug staande opvaren
den allen weg, de reddingboot en haar beman
ning aan haar lot overlatend.
Er zat dus voor de menschen niets anders op
dan weder huiswaarts te gaan.
De gezagvoerder, die een loods had gevraagd
weigerde ook dezen te ontvangen, toen hij bij 't
aanbreken van den morgen lcwam opdagen.
De buitengewoon hondsche ontvangst, die
deze kapitein den mannen vau de redding^
boot, dief niet meer dan voldeden aan eens doof,
hem zelf gedaan verzoek, bereidde is frappant
en maghier wel eens vermeld) worden.
Gelukkig komt een dergelijke behandeling
zelden 'voor.
J. H
GRUNDEMANN
GROOTE OPRUIMING
Dames-, Heeren- en Kinderkleeding