191 UUL twur
HET WITTE HUIS.
Stadsnieuws
FEUILLETON
Donderdag 18 December—Tweede blad
c>a ^t'sj gevochten herasi©
„Wil je wei eens maken dat je naar boven
komtheb ik je niet gezegd dat je je bedaard
eou houden en wij anders elkaar spreken
soudea 1"
Maar de gedaante bleek zich aan die be
dreiging met te storen, want zij klom verder
met eenigs behoedzaamheid de trap af en
wierp zich in de armen van den dokter, die
naast den ouden man als aan den grond ge
nageld stond van schrik
„Mijn goede vrouw, is dat iemand doen
ontstellen 1" riep hij. „Kon je me niet zeggen
dat ze bij jou verborgen was wendde hij
rich met stijgenden toorn tot den veerschip
per, die zijn lantaarn op den grond had gezet
en met de handen in zijn broekzakken be
daard stond te kijken.
„Ik wist niet of je er belang bij had, heer
schap," klonk het antwoord.
„Het is juist om haar op te sporen, dat wij
m deze buurt ronddwalen. Is de politie er
plicht, dat gij haar hebt opgenomen
„Neen, heer, nog nietmaar je praat net
l
GEMEENTERAAD.
Ingekomen' stukken.
Ondier po ingekomen stukken was o.m.:
een verzoekschrift van die vereeniging
„Kindervoeding" 0111 een creeiet van
f 8000, tot 31 Maart 1920, waarbij in min
dering- zullen worden gebracht die bedra
gen, die zij nog aan contributiën en gif
ten mocht ontvangeh;
verzoeksclirifteji van het bestuur der
Bijzonder© Ragcrc School Velserstraat 31,
het bestuur der Christelijke Scbpol voor
Lager .Onderwijs en Uitgebreid Lager On
derwijs aan de Bakenessergracht, om aan
het plaatsvervangend hoofd, eène beloo
ning toe te kennen van f 10 per jaar
en voorts aan alle leerkrachten uit te
keeren 2 pCt. premie voor eigen pensioen
en eventueel 5 pCt. voor wediuwen en
weezenpensioen.
Om te stellen in handen van B. en
ter afdoening:
een adres van het hoofdbestuur van dlpn
Nederl. Bond van Gemeenteambtenaren,
waarin de wenschelijkheid betoogldi wordt
va.n eene extra-uitkeering va,n een maand
salaris aan alle gemeente-ambtenaren;
een schrijven van het bestuur van de
af deeling .Haarlem der Algemeeme I?»K>
Ambtenaarsvereeniging, houdende betui
ging van instemming met vorenstaand,
adres
Door den Commissaris der Koningin in
de provincie Noord-Holland zijn benoemd
tot buitengewoon gemeente-veldwachter:
G Roosma, W.. Kranenburg, M. Fieimieh
P. J. van dier Jagt, G. H. .Wedekind, A
Lahaise, M. Janse, J. G. de Wildt C.
Polder, C. van der Werff en Wl Smink.
Door B. en W. is aan M. G. Quint,
weduwe van J. H.. Zonneveld in leven
Laatstelijk gepensionneerd fitter bij de ge'-
meentelij ke duinwaterleiding een pensioen
verleend ten bedrage van f 240 's jaars,
alsmede pen aanvullingspensionen ten
bedrage van f 89 "s jaars aan M. L. van
Halst, feervol ontslagen agent van poli
tie der le klasse-rechercheur.
iof 'k 'n groote misdaad heb gedaan met die
krankzinnige vrouw te herbergen ik verdie
de daarvoor toch wel eenigen dank. Ik heb
hier gistereen 'n gedoente van dokters en-
meesters bij me in huis gehad van wat ben je
me, en ronduit gezeid, ik wil al die moeite
niet voor voor niemendal hebben. Geld, zie
je, geld moet er wezen en als ik nou de poli
tie zeg dat ze hier is, wordt ze gehaald en naa
het gekkenhuis gebracht, en dan verdien ik
er niks an, weet je Daarom heb ik maar ge
wacht of er ook familie van haar kwam opda
gen."
De lezer zal bemerkt hebben dat de onge
lukkige vrouw niemand anders was dan me
vrouw Traumbach, die, nadat zij in de rivier
was gesprongen, door den roeier van een
voorbijgaande boot gered was, welke haar
echter voor dood bij den veerschipper had ge
bracht, niet wetende wat hij met het lijk zou
beginnen. Tonie had nog leven in de drenke
linge ontdekt, en maakte zij zelden zooveel
werk om anderen van dienst te zijn, zij beza
genoeg doorzicht om te begrijpen dat al
de moeite en zorgen die zij voor de onge
lukkige ten beste mocht hebben, ruim
schoots zouden beloond worden, wanneer
de familie haar goed verbleegd bij haar£
terugvond.
Daarbij zag zij spoedig dat zij met een
Voorgesteld .wordt - dp .huur van- twee
p ere c-elen tuingrond aan de Paviljoens
laan vóór de perceelen nrs. 7 en 9 over
te schrijven ten name van Mevrouw de
.Wed. J. B. A M [WesterwoudtKliriger
en Mcj. D. A. Wubbenhorst;
Woensdag' vergaderde om half twee de
Raad der gemeente onder voorzitterschap
van wethouder Heerkens Thijsseu.
Afwezig waren de lieeren Groenendaal
en wethouder Bomans, de laatste jnet ken
nisgeving.
De heer POPPE vraagt het woord over
een persoonlijk feit. Dit feit bestaat in de
uitdrukking van rotte appelen in oen vori-
gevergadering gesproken door den lieer
Klein; z. i. in veband met liet vroeger Ka
tholiek zijn van spreker.
De heer Poppe verklaart om verschil
lende redenen uit de Kath. Kerk gegaau
te zijn: de Kath. Kerk in Nederland
is z. i. ultramontaan en ook acht hij de
Biecht immoreel. Hij is niet uit de Kerk
geworpen, maar er uit gegaan. Spr. ver
zoekt den heer Kleiu in 't vervolg zijn
vroegere Katholiciteit in den Raad er bui
ten te laten.
De hoer KLEIN zegt dat,, toen hij het
over die rotte appelen had, hij niet aan
den lieer Poppe dacht. Overigens bood de
heer Klein als hij hem mocht beleedigd
hebben, zijn verontschuldiging aan.
Naar aanleiding van de ontslagname
van den heer Nagtzaam wordt door den
Voorzitter een woord van warme waar
deering gewijd aan het scheidend raadslid
Ik weet den tolk van den gansohen
raad te zijn, wanneer ik zeg, dat deze me-
dedeeling met leedwezen is vernomen.
Weinig raadsleden hebben met zooveel
zorg zich in de gemeentezaken ingewerkt
en zich zoo zeer voorbereid voor de in
den Raad te behandelen onderwerpen als
u, mijnheer Nagtzaam. De heldere en dui
delijke uiteenzetting van zijn standpunt
dwong den gansehen Raad maar u te luis
teren; men kon het niet met u eens zijn,
men wist altijd, dat het geen losso ge
dachten waren, die gij in ons midden
wierp t, maar de vruchten van. een zefl-
standig onderzoek en een helder oordeel.
Overtuigd als we zijn dat die helder
heid van inzicht en uw werkkracht in
hooge mate ten goede zullen komen in
uw nieuwen werkkring waarvan wij nog
onlangs hoorden met hoeveel lust gij die.
aanvaard hebt, wenschen wij u gaarne
alle voldoening toe welke gij voor u zelf
moogt wenschen om de taak, welke gij
op u genomen hebt in het belang van
arme misdeelden, te volbrengen.
De heer BRUCH deelt mede, dat de sa
larissen aan de meisjesschool met 8 pet.
zijn verhoogd. Dit besluit is in de vorige
vergadering aangenomen. Nu meent de
wethouder, dat het de bedoeling van den
Raad was met ingang van 1 Januari 1920
die 8 pet. te geven.
Ue beer A. JE. C. v. Saai-loos, tijde
lijk leeraar in het boekhouden, handelsre-
kenen en handelsrecht aan de H. B. S.
met 3-jarige cursus en H. H. S. met 2-ja
rige, verzoekt eervol ontslag uit die be
trekking.
Wordt verleend.
B. en W. bieden den raad ter vast
stelling aan een le suppletolre begroeting
dienst 1919 tot een totaal bedrag van
442. 745.51.
Onder de inkomsten wordt 0. a. voorge
steld de post: directe belasting naar het
inkomen te verhoogen met 121.301.45 en
alzoo te brengen op f 121.301.45: de post
belasting op openbare vermakelijkheden
te verhoogen met f 23.000.en al zoo te
brengen op 53.000.—
Onder de uitgaven 'wordt o.a. voorge
steld de post: kosten van het bonwen en
inrichten van noodwoningen te verhoogen
met 196.640,1854.
Goedgekeurd.
Suppletoirs begrooting Stads-
Arrnen- en Ziekenhuis.
B. en W. stellen voor goed te keuren de
suppletoir© hegrooting van ontvangsten
en uitgaven wegens de huiszittende armen
en het Stads-Armen- en Ziekenhuis voor
den dienst 1919 aanwijzende in ontv. en
uitgaaf een bedrag van 49.891.50.
Goedgekeurd.
Begrooting Stads- Armen en
Ziekenhuis.
B. en W. stellbn voor de begroeting van
ontvangsten en uitgaven w©gens de huis
zittende armen en het Stads- Armen- en
Ziekenhuis te Haarlem voor den dienst
van 1920 in ontvangst en in uitgaaf slui
tende met eene som van 120.750; goed te
dame te doen had, redenen waarom zij te
meer verwachtte dat de zaak een goede
winst zou afwerpen. Toen zij bem erkte 11
dat de beide heeren, althans Eduard, be
kenden of wellicht bloedverwanten van
haar waren, liet zij den heftigen toon, waarop
zij gespreken had, varen, en zeide met be
studeerde teederheid
„Maar, mijn goede ziel, wie had dat nn
gedacht, dat we zoo spoedig en als bij
toeval uw vrienden hier zouden zien. Och,
wat doet me dat een genoegendie arme
vrouw Ik heb er om geschreid, toenzeh aar
bij me binnenbrachten, want ik dacht dat
ze dood was, en denk altijd aan de nade-
staanden, want het is wat te zeggen om
iemand die je dierbaar is op zoo'n nood
lottige wijze te moeten verliezen."
„Ja, dat hadden de kaarten je niet voor
speld," riep Eduard sarcastisch.
„Ik heb er niet aan gedacht ze te raad
plegen," antwoordde zij met haar gewoap
sluwheid„anders zouden zij het zeker
wel gedaan hebben en ik had ook gisteren
mijn handen vol met haar. Den geheelen
dag heeft zij bewusteloos gelegen, en toen
zij weer bijkwam, heeft zij mij willen slaan,
mij, die haar niets anders dan goed wide
doen. Ik heb een zindelijk ledikant voor
haar in gereedheid gebracht, waarin zij
keuren en liet subsidie uit de gemeentekas
te bepalen opeene som van 103.023.38.
Goedgekeurd.
Subsidie.
B. en W. stellen voor aan de Afdeeling
Haarlem van de Vereeniging tot Steun
aan Verwaarloosden en Gevallenen voor 't
jaar 1920 een subsidie te verleenen van
500.—; betaalbaar op de gemeentebegroo
ting dienst 1920.
Goedgekeurd.
B. en W. stellen voor het subsidie
■tan bet Centraal Comité van Drankbestrij-
dende vereenigingen te Haarlem, toege
kend bij de behandeling van de gemeente
begrooting voor 1920, groot 400.— te ver
hoogen met 350.— en alzoo te brengen
op 750.—.
Goedgekeurd.
B. en W. stellen voor aan het Plaat
selijk Comité van de R.-K. Vereeniging
tot Bestrijding der Tuberculose „Herwon
nen Levenskracht" te Haarlem voor liet
jaar 1920 een subsidie te verleenen van
0.25 per verpleegde (ingezetene van de
gemeente Haarlem) en per dag ten laste
van de gemeentebegrooting dienst 1920.
De heer PEPER zegt dat deze vereeni
ging een sectariscli karakter heeft, Daar
om is hij er tegen.
De VOORZITTER wraakt de door den
heer Peper gebruikte uitdrukking „seota
risch" karakter.
De heer KOPPEN wenseht de noodige
waarborgen; komt deze vereeniging ook
in aanmerking voor Rijkssubsidie en sub
sidie van do Prov. Staten1!
De heer KLEIN zegt, dat „Herwonnen
Levenskracht" geheel voldoet, aan de door
het Rijk gestelde eiseheu.
De heer KOPPEN zegt dat aangezien de
steun der provincie nog niet zeker is, dit
punt misschien nog aangehouden kan wor
den.
De heer v. d. KAMP zezgt, dat liet Ri.ik
geen subsidie geeft, als de Gemeente die
niet verleent.
De VOORZITTER refereert zich aan de
opmerking van den heer v. d. Kamp. Het
betreft hier bovendien ingezetenen van de
gemeente Haarlem.
De heer WOLZAK zegt, dat aangezien
hot hier ingezetenen van Haarlem betreft
liij in elk geval de subsidie zou wenschen
te verleenen.
De heer BRUCH brengt in herinnering,
dat bij het subsidieëeren van dergelijke
vereenigingen hier niet gevraagd wordt
of ook het Rijk subsidie verleent. Hier is
door den heer Koppen een nieuw element
in den Raad gebracht.
De heer PEPER zegt nog dut z. i. alles
sectariisch is, wat andere gezindten bui
tensluit.
Het voorstel wordt aangenomen met d.e
stem van'den heer Peper togen.
B. en W. stellen voor ter beschik
king van hen te stellen een bedrag van
100.betaalbaar op den post „Onvoor
ziene Uitgaven", van de begrooting 1920,
als bijdrage voor de deelneming van de
gemeente als lid van het in September
1920 te houden Eerste Nederlandische We-
genoongres.
Aangenom en.
B. en W. stellen voor den hoer L.
W. Havelaar als Directeur der gemeente
lijke duinwaterleiding en 't laboratorium
voor pathologische bacteriologie in func
tie te laten tot 31 December 1920.
Aangenomen.
Arbeiderswoningen.
Het voorstel van B. en W. betreffende
het houwen van 390 eensgezins-arbeiders-
woningen.
De heer GEBRITSZ vraagt met welk
woningtype bereiken wij het meest; en
zegt dan: door te bouwen volgens de laat
ste circulaire van den Min. v. Arbeid. Als
er woningen volgens 't plan van B. en W.
gebouwd worden, dan is het die vraag of
de bewoners dier woningen ze wel op ge-
wenschte wijze zullen bewonen. Spr. be
roept zioh op den beer Bomans die van
beter gesitueerd arbeiders sprak. Ook spr.
en de heer Peper spraken in die ichting.
De heer Slingenberg had ook die be
doeling; eveneens de heer Klein. Het
sterkst kwam een en ander bij die
stemming uit. Er zon wordien gebouwd
voor de beter gesitueerden. De raadsstuk
ken bij deze voordracht van B. en W. ma
ken echter den indruk dat geen rekening
daar mee wordt gehouden. De moening,,
die echter die raadsmeerderheid in Octo
ber heeft uitgesproken is z. i. de juiste.
Als het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen, dan is daaraan verbonden 't
wegruimen van een gelijk aantal krot
ten. Er komen dan dus geen nieuwe wo
ningen bij. Spr. wraakt het dat B.en W.
het tegengaan van het op sehuivingssys-
tcem in de hand werken. Spr. zou willen
aanbouw van gemeentewege op zoodanige
wijze, dat daardoor het aanbod zou wor-
goed kon rusten, en haar aangemaand
zich bedaard te houden, omdat de dokter
dit had aanbevolenzij is den geheelen
middag zeer kalm geweest, maar de dokter
zeide, dit kwam omdat zij uitgeput is
daarom moest zij krachtigen bouillon heb
ben en die heeft zij ook van mij gehad."
Al dien tijd had mevrouw Traumbach
hi de armen van Eduard gelegen, t.erwij'
haar oogen straalden van een inwendig ge
noegen dat zich niet laat beserhijven. De dok
ter hield haar met teederheid omvat, terwijl
de diepste weemoed en het innigste mede-
medelijden uit zijn trekken sprak.
„Hebben ze u hier goed behandeld?"
vroeg hij haar min of meer fluisterend. Zij
lichtte haar hoofd, dat op zijn boezem ge
zonken was, op, en knikte bevestigend
doch een zijdelingsche blik, welken zij schuch
ter op de waarzegster wierp, getuigde, dat zij
van dien kant eenig kwaad vreesde, wan
neer zij het tegendeel beweerde.
„Zij heeft u toch niet geslagen vroeg
Eduard met een trilling m zijn stem. Zij
schudde met haar hoofd, maar gaf daarbij
den dokter zulk een gevoeligen kneep in zijn
arm, dat hij wel had willen schreeuwen van
pijn, en zeide toen zacht
„Zoo heeft zij gedaan 1"
den verhoogd en treedt verder in een uit
voerige eritiek op het rapport van den Di
recteur- van Bouw- en Woningtoezicht
omtrent de doelmatigheid en geriefelijk
heid der voorgestelde woningen.
Spr. komt tot de conclusie Mat de me
thode van B. eu W. een minder goede is.
Spr. kan zoo zijn stem niet gevenaan
B. en W.
De heer KLEIN is tegen stander geble-
ven van liet voorstel van B. en W. Spr.
vraagt nadere inlichtingen omtrent liet
stuk grond, dat onmiddellijk grenst aan de
kerk aan de Zo niervaart. Als spr. een af
wijzing van B. en W. mocht ontvangen
dan zal hij togen stemmen.
De heer VAN OMMEREN vraagt waar
om over de geheele oppervlakte der wo
ningen geen zolders gemaakt worden. Hij
zal 2.00 niet voor het voorstel van B. en
W. kunnen stemmen.
De heer PEPER, zegt dat. de woningen
niet yersleten zullen zijn, als de huidige
maatschappelijke omstandigheden zullen
opgehouden bobben te bestaan
De heer SLINGENBERG zegt. dat. B.
en W. moeten afgaan op de toelichting
der voorstellen. Dat hebben B. en W. ge
daan. Spr. citeert den lieer Reinalda in
dit verband.
Uit het geciteerde concludeerde de heep
Slingenberg, dat de hr. Reinalda 'wenseht
dat niet gebouwd zou worden voor de be-
ter-gesitueerde arbeiders. Dit voorstel is
verdedigd in de zitting van 4 December.
1918 door den heer Reinalda. Spr. zegt
dat B. en W, dachten dat hun voorstel di&
tugemeene instemming zou hebben. Men
heeft het immers de taak van de gemeen
te geacht om voor minder-gesitueerden te
bonden.
Spr. haalt het kamerdebat van 5 Dee.
aan, waarin de heer Hermans (S. D. A.
P.) klaagde over weigering van het Rijk
om arbeiderswoningen van 10.000— te
bouwen. Maar de Minister toonde aan,
dat woningen van 10.000.— een 300 mil-
lioen zouden kosten. De minister kon geen
woningen geven boven de GÜ00.De wo
ningen van B. en V'. kosten 6500.—. Men
moet dus inzake de rijks-subsidie zeei
voorzichtig zijn»
Spr. is geen vijand van het opscliuif-s'ys-
teem, maar spr. wenseht iu tegenstelling
met den heer Gerritsz dat systeem van
onderaf te beginnen. Tot liet type komend
zegt spr. dat do beer G-erritsz bezig is
huizen te bouwen van nog minder type
dan B. en W. eu wel voor volslagen vak
arbeiders. B. en W. van Amsterdam hou
wen een aanzienlijk minder type dan B. en
W. vanHaarlem.
Spr. treedt in een technische uiteenzet
ting van de types der verschillende wo
ningbouw vereenigingen.
Concludeerende zegt spr. dat als men
dit voorstel afstemt, voor de minst gesi
tueerden niets gebouwd wordt.
B. en. W. zijn van plan om in de toe
komst met een plan vaar woningen voor
groote gezinnen te komen. Daarom keu re
men dit plan goed.
De lieer GERRITSZ tracht het door den.
heer Slingenberg aangehaalde te weer
leggen door het voorlezen van citaten
van het door den heer Reinalda gespro
kene. Verder jneènt spr. dat de prijs door
Minister Aalberse bepaald van 6000.
de bouwkosten is, in den prijs van 6500
voor de door B. en W. voorgestelde hui-
zzen zit ook de grondprijs. Spr. hoopt,
dat als de voorstellen zuilen verworpen
worden, de plannen van den lieer Dumont
zullen uitgevoerd worden.
Spr. lioopt dat de Raad de voorstellen
van B. en W. zal verwerpen en dat dan
de beste typo van woningen zullen ge
bouwd worden.
De heer KLEIN zegt, dat er vrij en
frank in de door den heer Gerritsz ge
wraakte vergadering gesproken is. Met
den heer. Gerritsz is hij het overigen»
mee eens, dat deze voordracht afgestemd
dient te woden. Is den wetli. van Openib.
Werken niets beleend van den bouw van
een school voor jongens, enz.1
De heer POPPE treedt in uitvoerige na
betrachtingen in verband met den aan do
orde zijnden woningbouw.
De heer WOLZAK dringt er op aau,
deze voorstellen van B. en W. aan te ne
men, vooral met het oog op den woning
nood. De plannen van B. en W. moeten
aangenomen worden en zoo spoedig mo
gelijk tot uitvoering gebracht worden.
Wij moeten ook rekening houden met de
gemeente-financiën. Als het Rijk niet de
bijdrage wil verleenen voor de duurdere
woningen,; dan komt dit duurdere op de
Gemeente neer.
De heer REINALDA komt op tegen de
wijze van citeeren van den heer Slingen
berg. De cijfers door den Wethouder ge
noemd, wijken z.i. af van die in de stuk
ken.
„Heb je haar geknepen, heks Zeg, wat
heb je haar gedaan Is dat de goede oppas
sing waarover jij je zoo beroemt," vroeg-
Eduard, plotseling uitbulderend.
„Heer, ik heb haar waarlijk niet gekne
pen maar toen zij weer bijkwam, gedroeg zij
zich zóó wild, dat ze niet te regeeren was,
en ik alle moeite om haar vast te houden.
De dokter zeide (hier bracht zij haar wijs
vinger aan haar Voorhoofd, daar zij het woord
niet wilde noemen) det zij dat was en ik
moet zeggen, 't had ook allen schijn. Onop
houdelijk riep zij om haar kind, dat ver
dronken is, er bijvoegende „als je mij haat
niet teruggeeft, spring 'k ze na want naast
haar wil ik begraven liggen.
Eduard gaf de waarzegster een wenk,
dat zij onvoorzichtig een al te gewaagd onder
werp had aangeroerd, iets wat spoedig daarna
bleek, toen mevrouw Traumbach harst-
stochtelijk uitriep
„Mijn kind 1 mijn Laura I tni)n eenige
Laura I waarom heb ik u verloren I
Wordt vervol;d.)
Be welgemeende, ernstige terechtwijzing van het
'Amstcwlamsclie raadslid professor Diepenhorst
aan het adres van den Voorzitter van den Raad,
om krachtiger, doelbewuster leiding aan-de dis
cussies in de vergaderingen te geven', schijnt aan
'docvemans ooren verspild.
Wet verre dat er eenige verbetering tn den
toon der debatters valt waar te nemen, en dat de
raadsleden hun aandacht meer, zoo met uitslui
tend bepalen tot zakelijke bespreking en aldoe-
ning van de aangelegenheden der Gemeente, holt
t-er, deel hunner, aan oageagggelijke straatben
gels gelijk, voort op den weg van kwaad tot
eiger.
Het zijn de Socialisten en communisten, die,
ieder voor zich, met uitsluiting van anderen,
de ..gunst en 'recommandatie" der arbeiders
trachten te krijgen, tegen elkaar blijven opbieden,
elkander verdacht en uitmaken voor alles wat
leelijk en verachtelijk is.
En Burgemeéster Teilegen weet blijkbaar geen
weg in dien Janboel.
Zijn gezag en prestige als Voorzitter en leider
Üer vergaderingen, nadert schrikbarend het nul.
punt.
De openbare tribune-bezoekers waren in den
namiddag-zitting van Maandag j.l, weer getui
gen van tooneelen die niet onderdoen voor
wijlen de beruchte Poolsche Landdagen.
De befaamde heer Kleerekoper verweet Dav'd
Wijnkoop, dat hij tot gemeenteraadslid was ge
kozen, als belooning voor zijn beschuldiging dat
Wibaut een moordenaar en een dief is.
Die zelfde heer wijdde breedvoerig uit over
'de loonen aan de „Tribune," waarover in de Peis
zooveel te doen is geweest.
Onder Voortdurend kabaal in de achtbare(?)
vergadering, riep bij Uit, dat een cci steun
pilaren van dit dagblad', die links van Wijnkoop
in den Raad 'zetelt, (bedoeld is de communist
Alexander Lisser) met een diamant van 41
karaat ter waarde van 150.000 gulden in zijn zak'
rondloopt.
De heer KLEEREKOPER», Die diaman
ten kunnen niet verkocht worden, omdat
aangaande de herkomst geen voldoende ge-
rustellende gegevens verstrekt worden en
omdat er slechts enkele juweliers zijn, die
dergelijke kostbare steenen gebruiken.
Er ontstaat in den Raad rumoer
De heer ROODVELDT (C. P.) roept her.
haaldelijk, dat de heer Kleerekoper ronduit
moet zeggen, wat hij bedoelt.
De burgemeester roept hem deswege tot
ide orde.
De heer ROODVELDT: „Ja, dat moet u
doen. Daarvoor bent u voorzitter."
De VOORZITTER dreigt, dat h ijde heer
Roodveldt uit de zaal zal laten verwijderen
als hij de orde verstoort.
De heer KLEEREKOPER. Zulk een dia
mant te koop aanbieden om aan geld te
komen voor den klassenstrijd, bcteekent zich
afgeven met de bourgeoisie.
Men bedenke bij dit alles, dat hier het 011 twc'rp-
„enieentebegrooting over 1920 aan de-orde is.
In de avondzitting van dien zelfden dag, nam
David Wijnkoop zijn revanche.
Ziellier een bloemlezing uit de behandeling
'fier gemeentebegrooting op jlien avond.
,.De heer WIJNKOOP. Wat heeft de dia
mant,, welke iemand, die 's avonds naast
mij zit, in zijn zak zou hebben, met deze
beschouwingen te maken? Ik vraag ook niet
wat Wibaut in zijn brandkast heeft, noch
wat Wibaut en Kleerekoper in hun zak heb.
ben.
Wij willen de colleges der burgerlijke
democratie doen verdringen door de Raden
van den arbeid, door de .functioneel e demo
cratie," zooals die in het Westen is opge
komen.
In Rusland met zijn Sovjets staat men
op sprekers standpunt, in Engeland is het
Radenstelsel aan het opkomen, welken naam
inen er ook aan zou willen geven.
Wij vvenschen de burgerlijke democratie
niet omdat die de revolutie tegenwerkt. En
het zijn alle burgerlijke democraten en de
sociaal-patriotten, die deze burgerlijke demo
cratie willen in stand houd'en. Het Raden
systeem is het, dat door de revolutionaire
arbeiders wordt verlangd en nagestreefd.
GeroepEansink I
De heer WIJNKOOP: Of de heer Lan-
sink Jr. het niet met ons ééns is, heeft niets
te bettekenen.
De soc.-democraten zijn altijd gauw te.
vreden.
Een stem: Lansink is geen soc.-demo-
craat.
De heer WIJNKOOP: Ik heb daarmee
niets te maken. Het is een feit dat in den
burgerlijken Gemeenteraad de leden mogen
praten!(gejoel), maar tot revolutionaire
besluiten komt men niet, men komt er niet
om te doen.
76).
Het is vooral de S. u. A. 1'. die 011s
verwijt dat wij niet in de commissies zijn
gaan. zitten. Wij doen dat niet en nemen
ook geen deel aan de wethoudersverkiezing,
omdat wij het kapitalistisch regiem, niet wil
len in stand houden en geen verantwoorde
lijkheden voor dat bestuur kunnen aanvaar
den.
Vroeger hebben ook de soc.-demoraten
geweigerd, wethoudersbenoemingen te aan
vaarden en zij zullen ons thans verwijten te
doen wat 3M destijds ook deden., dat is, geen
verantwoordelijkheid aanvaarden? Men zegt
nu dat de geheele Raad verantwoordelijkheid
'draagt, spreker ontkent dat, en wijst er
ook op dat de wet geen commissies van bij
stand kent.
De S. D. A. P. echter, die zich tot taak
stel: ons deze dingen te verwijten, heeft haar
eigen beginselen verraden
Dc heer LOOPUIT (S.-D.j: Nou is hij
thuis
De heer WIJNKOOP: Het is een onbe
schaamdheid van deze partij om zulke ver
wijten tot ons te richten
De VOORZITTER: Ik kan die uitdruk
king „onbeschaamdheid" niet toelaten.
Dc heer WIJNKOOP: Maar hedenmid
dag heeft u wel toegelaten dat iemand die_
naast mij zit op grove wijz ewerd beleedigd!
De heer POSTHUMUS (C. P.): Daar
heeft hij gelijk in.
De VOORZITTER: Ik heb hedenmiddag
geen beleedigende uitdrukking gehoord.
De heer POSTHUMUS bromt iets onver
staanbaars.
De VOORZITTER: Met u heb ik niets
te maken, meneer Posthumus!''
Wat al dit ergerlijk onderling gekijf met de
gemeentebegrooting over 1920, dus met de finan-
cieele gestes en belangen van Amsterdam uit
staande heeft?
Natuurlijk geen sikkepit.
Wij meenen waarlijk' niet te overdrijven, als
wij afgaande op het onophoudelijk getreiter en
de eeuwige scheldpartijen tusschen de Socialisten
en Communisten gewagen van een
vrij gevochten bende in den Raad der Hoofdstad.
Wijnkoop erkende dit zelf, toen hij onlangs
tot een zijner sociaal-democratische medeleden
de verzuchting slaakte: „We zouden het in de
Tweede Kamer onder Fodk wel uit ons hart
laten, om te doen wat we hier doen.
Een indirect, verdiend verwijt over de meer
dan slappe leiding van den Voorzitter!
Binnenkort is het Kerstmis.
Dan gaan èn de Amsterdamsche Raad èn de
Tweede Kamer op vacant'ie.
De heer Teilegen zou zijn vacantiedagen slech
ter kunnen benutten, dan door in die dagen van
zijn zwager, den heer Fock, Voorzitter der
Tweede Kamer, les te gaan nemen in het leiden
van rumoerige vergaderingen.
Onder de ingekomen stukken was ouder
meer een schrijven van den heer mr. J.
B. Bomans waar hij ontslag verzoekt als
regent van het Sint Elisabeth's of Groote
Gasthuis.