raw MUL. Gemengd Nieuws HET WITTE HUIS. Kroniek van de Week. Kerk en School INGEZONDEN Medische Praatjes, Vragenbus -ELliLLETON KORTE BERICHTEN. Zaterdag 27 December Derde blad Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. - TYPHUS III. Kool', was met zijn oiitdekking, die reeds zooveel licht verschaft had in de duisternis neg geenszins tevreden. Hij be paalde zich .11.1. niet alleen tot de men seden, dfo nog' lijdende waren aan typhus, doch 'breidde zijn onderzoek ook uit over degenen, die deze ziekte hadden clooi- gemaakt en oegeiischijniijk wederom vol komen gezond waren, Tot zijn groote verbazing' trof hij "bij velen van hen nog' typhusbacillen aan in do urine en faeces gedurende ccnige we ken tot maanden. Na dezen termijn' bemerkte, hu, dat in het gres van de gevallen deze verdwenen. J fonkelo gevallen echter bleven de ty phusbacillen echter aanwezig in de ge noemde v.itscheidingspro due t en gedurende het, geheele verdere leven. Deze vondst nu was een buitengemeen gewichtige. Deze menscheif werden door hem bestempeld met den naam van „ba- cillendragers(diaagsters)". Gelukkig komen zij- nu niet zeer veel vuldig' voor, doch toch altijd in zooda nige frequentie dat wij allerminst dezen factor hebben te verwaarloozen. Deze per sonen, overigens geheel gezond en flink en tot alle werk in slaat, zijn bijna de diepst beklag ons w a ar d i geildie ik ken. Overal waar zij zich bewegen, laten zij hun spoor achter in den vorm van lijders of lij-uaresseu aan typhus. Slechts een paar voorheelden wil ik aanhalen om u hiervan een denkbeeld te geven. Ecu sergeant in het leger had typhus doorgemaakt en was, voorzoover men wist, geheel genezen. Na eenigen tijd kwamen er telkens ty- phusgevallen voor op zijn afd-eeling. Toe valligerwijze werd hij verplaatst naar 'n ander garnizoen en toen aldaar ook wel dra deze ziekte uitbrak, kwam men op het denkbeeld wellicht te doen te liebbèn met .een bacillendrager, daar er overigens geen enkele oorzaak te vinden was.5 Hoe zou ik ons keukenmêTsfë Mary, die verblijf hield in Amerika, kramen verge ten! Zij maakte, zooals wegens haar be roep begrijpelijk is, tal van slachtoffers en bijna ieder, die van haar kookkunst genoot, werd aangetast door de typhus. Het spreekt van zelf, dat men op tal van manieren getracht heeft deze men schen van hun fataliteit af te helpen, na dat zij doorgaans heel wat slachtoffers gemaakt hadden. Men weet nu n.l. dat de typhusbacillen gaarne zich ophouden in de galblaas van den mensch en zoo is het begrijpelijk, dat een van de belangrijkste pogingen om hulp te bieden is geweest het operatief verwij- «leien van dit orgaan. Dé resultaten nu fcijn zce:r poover geweest. Helaas! Men heeft het echter hierbij niet gela ten en er zijn ook tal van antiseptica aan de beurt gekomen, ja bijna geen middel, zou ik haast zeggen, is onbeproefd gela ten. Men meent nu aanvankelijk succes te hebben en een goed geneesmiddel gevon den te hebben in de urotropine, doeh bij nader onderzoek bleek ook deze stof on- gelukkigerwijae niet te geven datgene, .wat men er van verwachtte. Ik behoef u niet te zeggen dat deze menschen vaak werden aangesproken voor schadevergoeding en menig ptroees dien aangaande is gevoerd. Ik zal échter sparen de ellende die 'deze personen vaak- hebben door te ma ken, wetende, dat zij de schuld zijn van de ernstige ziekte, die hen, die hun vaak het dierbaarste zijn, bedreigt, ja soms ten grave sleept. Wat hebh-en wij nu te doen? Zie daar nog een open, doch niettemin zeer belangrijke en open vraag. IVelen hebben hierover hun hoofd al gebroken. Men heeft nu al voorgesteld o. a. deze nienschen uit do maatschappij te verban nen en ze b.y. op te bergen op een afge legen eiland. Het behoeft wel geen verdere uitlegging en verklaring, dat wij hij de toepassing van. een dergelijken maatregel ofschoon buitengemeen radicaal, op tal van bezwaren en groote moeilijkheden stuiten, zoowel individueel als wat betreft hun aantal. In Amerika schat men n.l. hun aantal op ongeveer 25.000. Ook hier fc lande is men aan 't cijferen geweest, doch in dit opzicht ontbreken ons nog betrouwbare gegevens, zoodat de ze hier liever achterwege blijven. Wij zien dus, dat wij, wat betreft de bacillendiragcrs(draagsters) nog voor een zeer moeilijk vraagstuk staan. Wij zullen hopen, dat spoedig een afdoend middel^ ook deze mensehen zal, verlossen van hun' fataliteit. Zoo heb lk u dan thans in deze enkele keeren een kijkje trachten te geven in de ze in alle opzichten zoo interessante ziek te en hebben wij gezien, dat wij met tal van moeilijkheden te kampen hebben ge had en wij, niettegenstaande wij ruim schoots tevreden mogen zijn, nog niet ge heel "en al ons einddoel hebben bereikt. Toch is thans een ieder in staat, niet machinaal, doch met verstand van zaken *op te treden en dientengevolge bij te dra gen tot do beperking dezer ziekte en wan- neer een ieder onzer zooveel mogelijk de verschillende bronnen van infectie tracht te vermijden, dan twijfel ik er geenszins aan, dat door onze eendrachtige samen werking de tyhns binnen betrekkelijk kor ten tijd tot 'een dér zeldzaamste ziekten zal bekooren. MEDICUS. WEEST ZUINIG MET GAS. De vooruitzichten betreffende onze kolen- voorziening zijn nog steeds zorgwekkend. In verband daarmee is de uiterste zuinigheid' plicht van iederen Nederlander. We geven daarom nog eens enkele wenken ter bezuiniging, a. Verlichting. Trek zooveel mogelijk alle leden van het gezin en alle bezigheden in een enkel vertrek samen. Geen afzonderlijk lichtverbruik dus in studeer- of andere speciale vertrekken. 2. Gebruik bij kronen met meer dan één licht slechts één pit. 3. Vervang zoo mogelijk de gewone branders tijdelijk door branders van geringere lichtsterkte en geringer gasverbruik of - 4. Open brapderkranen slechts zoover, dat juist voldoende licht verkregen wordt en open de kraan alleenlijk geheel voor meer licht ver- eischend' werk of voor lèctuur. Bij kousjes voor staand gloeilicht kan men het licht bij halfgeopende kraan veel verbeteren door twee of drie van de vier gaatje» voor lucht toevoer onderaan den brander, met een stukje hechtpleister dicht te plakken. Men kan ter bezuiniging van een gewonen staanden brander tijdelijk een soort lilliputbran- der maken. Daartoe neemt men aan een haakpen het kousje voorzichtig van den brander, kort het magnesiastaafje tot op 2/3 van de vroegere lengte in en plaatst het kousje er weer voorzich-» tig op. Het onderste gedeelte van het kousje plukt men voorzichtig af, tot de onderkant on geveer gelijk komt met den bovenrand! van dien brander. Men regelt kraan en luchttoevoer gaatjes vervolgens zoodanig dat het geheele kousje gloeit en geen vlam daarboven uitbrandt. Hangend licht kan men op halve kracht laten branden door de regeldoes (met het schroefje boven aan den brander) nauwer te stellen. Ook hier wordt de vlam beter iwanneer men de lucht toevoer in den gasstroom minder maak't door de luchtgaatjes nagenoeg 'geheel te sluiten (met den daarvoor aan den brander aanwezigen sluit- ring). 5. Verricht alle bezigheden, die goed' of veel licht vergen, bij daglicht. 6. Gebruik geen gang- of vestibuleverlich- -ting. 7. Doof alle dag- of aansteekvlammen. b. Verwarming! 1. Geef gascomforen niet zooveel gastoevoer, dat de vlam om ketel of pan heenspeelt. De bodem van het vaatwerk moet hoogstens voor drievierde gedeelte door de gasvlam worden be streken. 2. Vul ketels met water niet voller dan voor het doel, waartoe het kokende water zal dienen, bepaald noodig is en doof de gasvlam direct nadat'het water kookt (stoomende ketels veroor zaken warmte- en gasverliea!) 3. Pannen met spijzen en ketels met water, .waarvan de inhoud moet doorkoken of aan den kook blijven, vereischen slechts een zéér kleine vlam. Het geeft niets om de volle vlam, nadat eenmaal het koken verkregen is, onverminderd te gebruiken. De spijzen zijn er niet eerder om gaar, als ge driemaal meer gas verbruikt dan noodig is. 4. Pannen met spijzen, welke op gas aan de kook zijn gebracht, kunnen in een hooi. of kran- .tenkist aan de kook worden1 gehouden. De spij zen worden daarin dan gaar en blijven warm. 5.' Laat gaskachels niet langer dan bepaald ïoodig is om de kamer op temperatuur te bren gen op vollen toevoer branden. Ge houdt de ver- cregen temperatuur ook na tempering van de branders. 6. Kook water op 'die huislcachel en gebruik die ook voor het bereiden van spijzen, die zich 'daartoe leenen. 7. Kook op de lamp, zoo daartoe gelegenheid is door over den rand van den ballon een trifje of triangel aan te brengen. 8. Wanneer men één enkel stuk heeft te strijken plaats dan uw ijzer boven op" de lamp op den triangel, 't wordt even goed heet, alleen moet het iets langer op staan. 9. Maak 's morgens heet water voor kopjes te wasschen door uw gekookte melk' aanstonds in een schoon bakje met water te plaatsen, im mers door de afkoeling van de pan met kokende nelk zal het water na ongeveer 10 minuten een zoodanige temperatuur hebben gekregen, dat daarmede heel geschikt de vaten van de ontbijt tafel kunnen worden omgewasschen. HUIZEN VAN GESTAMPTE AAKDE De „Bouwwereld" vraagt aandacht voor het idee van den Engelschen architect, Clough Williams Ellis, om woningen te bou wen van gestampte aarde prisé de terre. Dit materiaal werd reeds in de oudste tijden gebruikt. Plinius vermeld parietes formaceae, muren van gestampte aarde, die de streng ste koude en de grootste hitte weerstonden. In Spanje vindt men nog de wachttorens van dit materiaal, die door Hannibal werden opgericht. In Mexico en in Arizona bestaan dergelijke gebouwen, die 4000 jaar oud moe ten zijn. Een huis van prisé wordt opgetrokken van gewone zuivere aarde, die men stampt tus- schen houten schotten, welke 30 a 45 centi meter van elkander staan. Deze muren wor den van buiten en van binnen gepleisterd. De heer Clough Williams-Ellis stond den verslaggever van een dagblad te woord, welk interview wij hier laten volgen. „Hoe lang kan zulk een huis duren „Eeuwen lang." „Wanneer kan men het huis betrekken „Als het in den zomer gebouwd wordt, zoodra het klaar is." „Moet er een spouw in de muren gemaakt worden „Neen." „Moeten de schoorsteenen van baksteen geipaakt worden?" „Ja." „Hoe lang moet de aarde gestampt wor den „Tot die zoo hard is als steen." „Zal het houtwerk, in deze muren aange bracht, niet gaan rotten?" „Hiervoor bestaat niet het minste gevaar." „Hoe belet men het .optrekken van vocht in de muren „Door een isoleerende laag." „Kan men het bepleisteren op de gewone wijze doen „Ja." „Moet men kozijnen gebruiken „Het is wel gewenscht, doch niet bepaald noodig, daar men de ramen en deuren ook aan dagstukken kan afhangen." „Kan men alle soorten van aarde gebrui ken „Neen, zuivere leem en zuiver zand zijn ongeschikt. Steenen mogen wel in de aarde voorkomen, mits zij niet grooter zijn dan een duivenei. Alle plantaardige deelen, die zou den kunnen rdtten, moeten echter verwijderd worden." „Moet men een bindmiddel gebruiken?" „Neen, zelfs geen water." „Wat zullen de kosten der muren voor een huis met zes kamers zijn „Ongeveer 20 pond sterling, buiten de iso latie." „Heeft u een patent genomen?" „Neen, Want de werkwijze is te eenvoudig om gepatenteerd te kunnen worden. Zij wordt in Frankrijk en Spanje altijd nog toegepast „Heeft men geoefend werkvolk noodig?" „Neen, iedere timmerman kan de s hotten maken en stellen, terwijl het stampen der aarde een heel eenvoudig werk is. „Hoe lang diuurt hef, om de muren voor een huis met zee kamera te' maken 1" „Ik heb dit te Newlanid met twee man in één maand gedaan. Maar als men meer werkvolk neemt, kan het wel in een week gebeuren." sprong, E. van der Meer, E. Vermeulen A. Meyer, G. Bu-sch en R. Lijding en de wijding van liet H. Diaconaat aan de Eerw. Praters A. Grul en B Teppema De band van broederschap, welke sin|ds lang tusschea de naar, Suriname en Cu racao missioneerende Nederlandjsche Or den van de Redemptoristen en de Do minicanen bestond is door jd^it bisschop pelijk bezoek niet weinig versterkt. Mgr. Th. van Roosmalen! ■Men meldt uit Huissen aan de „Msb.": Maandag 22 December heeft ZL D, H. Mgr. Th. van Roosmalen, Apost, Vicaris van Suriname In gezelschap van zijn se cretaris den 2. Eer w. Pater Verheggen een bezoek gebracht aan het Moederhuis van de Nederlantdschë Dominicanen. Daags te voren .werd do prelaat plechtig aan dp poort der kloosterkerk ontvangen, waar na de begroeting door dpn HooigEerw. Pro vinciaal R. D. van Breda plaats vond. De Provinciaal legde er den na|dyuk op, dat dit dporluchtig bezoek door Ide Ne- derlandsche Dominicanen d,aarom zoo op prijs gesteld werd, wijl het hun gelegen heid gaf, hun dank te uiten voor fte gast vrijheid, .welke de missionarissen van Cu racao geregeld in de Surinaamscke Missie mogen ontvangen. Nadat Mgr. Zondag avond in de kloosterkerk een pontificaal Lof gecelebreerd had, djende hij Maan dagmorgen twee Mindere Orjdpn toe aan de Eerw. Fraters A. Koenen, A. Oor- NOG EENS HELDINNEN GEVRAAGD. De opi'oep, dien ik het vorig jaar de eer had tot het Katholieke publiek te richten, is niet zonder weerklank gebleven. Ver scheidene jonge dochters- hebben hem be antwoord met een edelmoedig: „Hier zijn wij" Al konden ook allen niet worden aan genomen, die zich aanboden, omda: zij, bui ten haar schuld, niet aan alle vereischten voldeden, er bleek toch uit die bereidvaar digheid, dat er edelmoedigheid schuilde in die harten, die bereid waren zich geheel en al op te offeren voor de ongelukkigsten on der de ongelukkigen. Is de noodstand nu eenigszins weggeno men Jammer genoeg, nog niet. Want met de toenemende krankzinnigheid, neemt ook de behoefte aan religieuse verpleegsters toe en met die behoefte houdt noch de toevoer uit het Belgische Moederhuis, noch het getal van nieuwe Nederlandsche verpleegsters ge lijken tred. Bestaat er werkelijk behoefte aan religi euse verpleegsters Kunnen niet evengoed leekenverpleegsters haar onschatbare dien stan aan de ongelukkigen, die van het ge bruik des verstands beroofd zijn bewijzen Ongetwijfeld, daar zijn ook in den leckcn- Aerpleegsters-stand uitmuntende krachten, 't Zou een onbillijkheid zijn zulks niet ruiter lijk te erkennen. Maar eerstens is ook het getal der leekenverpleegsters bij lange na niet geëvenredigd aan de behoeften en twee- dens wordt voor geld cn tijdelijk loon'niet de toewijding verkregen, die het zoo moeilijke liefdewerk der krankzinnigenverpleging^ 111 zoo hooge mate vordert. En hiermede wn ik niets afdingen op die verpleegsters, die bij een hooge opvatting harer taak, een plichtsbe trachting en een geduld aan den dag moet leggen waarvoor men eerbied hebben moet. Maar dezulke zijn zeldzaam, omdat dik wijls het vrouwelijk medelijden op den duur niet bestand blijkt tegen de moeilijkheden, aan den dienst verbonden. Vandaar ook die onstandvastigheid en voortdurende wisselin gen bij het leeken-personeel, waar toch voor al doorgezette, blijvende toewijding van zoo groot belang is. Daarom juist zijn religieusen zoo uitnemend geschikt voor die moeilijke bediening. Zij zijn doorbeloften aan haar H. Staat en door gehoorzaamheid aan haar heilige taak gebonden, niet voor een jaar of een bepaalden termijn, maar voor geheel haar leven, totdat de ouderdom haar neer drukt en zij afdalen in 't graf, beladen met de verdiensten van een verborgen, misschien niet gewaardeerd leven, doorgebracht in den dienst van menschen, die het verstand niet hebben om dankbaar te zijn. Ongewaardeerd 1 Ja, dat is vaak het leven dier religieuzen. Maar men moet jarenlang haar aan den arbeid gezien hebben, overdag des nachts vooral, men moet van nabij, niet op een afstand gezien hebben, hoeveel held haftige diensten de naastenliefde weet in te geven en te onderhoudenom voor die held haftige verpleegsters vervuld te worden van bewondering. Dit schrijven is dan ook een uiting dier bewondering, die wel is waar door de nede rige religieuzen niet gezocht of begeerd wordt maar die ik haar gaarne toch als 'n tol van rechtvaardige hulde breng. Men hoort het wel eens zeggen, als een jonge dochter zich aan de verpleging van krankzinnigen wijden wil: „Wat haalt ge toch in uw hoofd Naar de krankzinnigen Waar denkt ge aan Och 't is niet zoo zeer gebrek aan waardeering als wel on bekendheid met den toestand, die zoo doet spreken. Laat maar eens iemand in de eigen familie getroffen worden door de ontzettende ramp, dat iemand het verstand verliest (een ramp' waarvoor de Hemel u behoede), waar zoekt men dan in Katholieke huisgezinnen het liefst een toevlucht Bij de opofferende toewijding der liefdezuster aan geen andere hand zou men de dierbaren willen toevertrou wen. Maar dan moeten er ook religieuzen zijn dan moeten zij er in v o 1 d o e n daa n t a 1 zijn dan moeten de r ij e n der geval lenen op 't veldvan eer aange, v u 1 d. dan moeten er roepingen komen voor het heldhaftige liefdewerk der krankzinnigen verpleging 1 Waar blijf gij dan, edelmoedige zielen, die hunkert naar iets grootsch, iets edels en heldhaftigs Bij de ongelukkigsten wacht u een taak, die gij misschien zoekt ver van Nederland, bij melaatsclien, bij hei denen en zwarten. Steek die hand uit en zij vindt een edele taak, die al wordt ze door de menschen mischien niet ge waardeerd, zooals zij het verdient, des te meer gewaardeerd wordt door Hem, Wiens beeld ook in deze ongelukken leeft. Inlichtingen verstrekt gaarne C. J. ZWIJSEN, rector. „Coudewater" Rosmalen, Dec. 1919 Vr. Als ik een werkster tweemaal per week een d ag neem, b.v. 's Maandags cn 'Vrijdags, ben ik c!an verplicht haar te verzekeren in den Arbeidsraad? Antw. De werkster is in dat geval ver- zekeringsplicikig en u meet de premie betalen. Vr. Ben ik verplicht een werkster en een knecht een Nieuwjaarsfooi te geven? Antw. Als het niet bij het loon be paald is, niet, doch u loopt dp kans dat te breken met een gewoonte aanzien als een 1 ra u rap legging. Vr. 1. Ik ben weduwe en krijg f2.50 steun van het gemeentelijk armbestuur van een dorp om Haarlem. Nu wil ik mij als kamerbewoonster vestigen in Haarlem, krijg ik dan qok steun van het armbe stuur der gcm. Haarlem? 2. .Ook krijg ik nu van het R. K. arm bestuur elke .week f 0.25 en ccn brood, kom ik in Haarlem daarvcor ook in aan merking? Antw. 1. Volgens de wet moet do ge meende, die nu voor u zorgt, voor u blijven zorgen. Het kan echter niet zoo gaan, zooals u zich dat voorstelt. Als er intusschen gegronde reden zijn, kti u er wel eens over gaan praten. 2. Ook een R. K. parochiaal armbestuu: zal er niet, aan om zeer geldigen reden, dVernemen, veronderstellen wij. 1. lvrucht- en warmk prjjs\ r..ag. In den vorigen winter is ceti prijs van duizend' gulden uitgeloofd voor plannen en vindingen" van tcchnischen of organisatorischen aard, die' na afloop van dezen winter zullen blijken he.' meest hebben bijgedragen om tegemoet te komen* aan de behoefte van ons land gedurende hel tijdvak 1 September1 Mei 1919, van kracht en warmte of die de economische voortbrenging of aanwending hiervan gedurende gemeld tijd vak hebben bevorderd. Naar aanleiding van liet eenstemmig advies der jury (de heeren J. G. Bellaar Spruyt, L. A. du Croo, J. deKayser, dr. W. Lulofs en'C. G. Vattier Kraane) heeft de commissie ad hoe be sloten aan den heer mr. dr. W. F. J. Frowein te 's-Grdvenhage, directeur der Rijkskolcndistri- butie, den prijs van 1000 toe te kennen. Maastricht iu gcldelijken nood, 1 De ,,Limb. Koerier" schrijft, dat de gemeen te Maastricht in geldelijke cxg*lvyenheid ver keert. De voor den gelijkniatige-i loop der dien sten benoodigde gelden zijn op het oogenblik moeilijk of niet te verkrijgen. Pogingen, door het gemeentebestuur aangewend, om, in het financieel voordeel der gemeente, kasgelden bui. ten de banken om op te nemen, faalden; en deze pogingen hebben de bankierskripgen uit den aard der zaak niet toeschietelijker gemaakt. Tegen i Januari moet er geld in de gemeen tekas zijn, cn.... het is er niet. Misschien zou Maastricht genoodzaakt worden een beroep op de hulp der Regeering te doen, om haar door het verleenen van een Rijksvuorsclïot, tot het geregeld gaande houden van haar administratie in staat te stellen. Nog voortdurend komen er iederen dag ontvluchte Duitsche krijgsgevangenen uit de- kampen in Frankrijk over onze grenzen^ In de afgelooperi week bedroeg het aantal, dat te Oost burg -werd aangebracht, pl.m. 30. In een wagen van de Amsterdamsche tram had enkele dagen geleden, een typisch voorval letje plaas. Een dame, getroffen door de mooie steenen in den ring van een werkvrouw, ont dekte bij aandachtiger bezichtiging, dat het de kostbare ring was, die haar precies een jaar geleden was ontstolen. liet portret van haar zoon zat nog in den ring als op 't oogenblik van het vermissen. Daar de draagster niet op het verzoek van de dame of haar man in teruggave wilde toe stemmen, werd de politie in de zaak gemengd. Te Sittard is weer een kachel uit elkaar gesprongen en Dinsdag ontdekte daar een arbei der een dynamietpatroon in de kolen. Een mijn werker vond een rolletje gelatine-dynamiet in papier gewikkeld in de. kolen voor huiselijk ge bruik. Het is hoog tijd, dat strenger toezicht worden gehouden op het omgaan met springstof fen in de mijnen. 80) Eduard deed zijn vriend uitgeleide, nadat deze ook van zijn moeder afscheid genomen en haar bedankt had voor al hare bemoeiingen liem het leven sfcduxencle 7iin verbijt te Marrelhoe, „o lijk te maken en den burgemeester en al de andere vrienden vaarwel gezegd hebbende, verliet hij eene plaats waar hij, mocht het dan ook onder zekere treurige omstandighe den zijn geweest, toch zeer veel genoeglijke uren had gesleten, en hij het dierbaarst wat hij op aarde bezat, achterliet. Eduard ging een halven dag reizens met hem mede en reikte hem eindelijk na een har telijk goede reis de hand, om zich naar Am sterdam te begeven en opnieuw zijn naspo ringen omtrentLaura aan de werf Het Rond hout voort te zetten, terwijl hij van zijn ouden vriend de belofte afdwong spoedig uit den vreemde iets van zich te laten hooren en hem voortdurend omtrent zijn waren toestand van ivf °P- hoogte te houden. Met dle aangename leegte en onbeschrijfba- ren weemoed in zijn boezemwelke wij allen gevoelen, wanneer wij eenige dagen van genot hebben gesleten en de vrienden die ons zoo dierbaar zijn geworden moeten, verlaten, om onze alledaagsche werkzaamheden weder te hervatten,zette Charles zijne reis naar Hellevoetsluis voort, waar dien dag een stoom schip gereed lag dat hem naar Ilhvre zou ver voeren en eerst toen hij zich. in volle zee bevond, schonk de bedrijvigheid aan boord van het schip hem eenige afleidingen en scheen de frissche noorderoostenwind de onaangename denkbeelden, welke zijn brein bezwangerden, te verdrijven terwijl hij zich mstig op een gemakkelijke sofa nedervlij- de en vol hoop de toekomst te gemoet staarde Eduard kwam den avond van denzelfden dag in Neerlands hoofdstad aanhij begaf zich vroegtijdig te bed, om van zijne ver moeienissen uit terusten den anderen morgen met lust zijn nieuwe werkzaamheden aan te kunnen vangen. Sedert de laatste dagen had zijn hart hem onophoudelijk tot dezen nieuwen tocht aange dreven, want had hij de hoop reeds voorgoed opgegeven Laura ooit weer levend te ontmoe ten, eenige bijzonderheden omtrent de wijze waarop zij gestorven was, dacht hij, zouden zijn smart eenigszins kunnen verlichten, en, ofschoon hij altijd door het treurig gevoel, dat haar gemis veroorzaakte, zou blijven lij den, hem door den tijd verzoenen met ene gebeurtenis, die toch niet meer te verhelpen viel. Hij had aan Laura's moeder, toen hij met Charles vertrok, mets gerept van het voor nemen waarmede hij zich op reis begaf, en de goede vrouw wist niet anders dan dit geschied de om zijn vriend een eind weegs te vergezel len toch fluisterde zij hem eenige treurige woorden in het oor, welke den dokter bewezen dat zij het zoo smartelijk geleden verlies nog niet te boven was gekomen, terwijl, de hoop, welke zij nog altijd scheen te voeden, dat het Eduard mocht gelukken hare dochter terug te vinden, haar gelaat met een glans van te vredenheid en genoegdoening overtoog. De dokter wilde haar die hoop, welke gunstig op haar gestel werkte, niet ontnemen en voed de haar dus mèer dan hij haar onderdrukte. Met den meesten aandrang vermaande hij zijn hervonden patiënte zich rustig te houden en zich vooral, gedurende zijn afwezigheid, niet te verzetten tegen de maatregelen, welke hare verpleegster met het oog op rust en ge mak voor haar zou nemenen mevrouw Traumbach had hem beloofd zijn raadgevin gen ten stipste te zullen opvolgen. Zij gedroeg zich tegenover den dokter als ware er niets gebeurd, antwoordde met ongewone duide lijkheid en gaf blijken van een helderheid des geestes welke iedere gedachte aan krankzin nigheid uitsloot. Niettegenstaande zij in het veerhuis bij die onverwachte ontmoeting bewijzen van een treurige geestverwarring had gegeven en haar gestel zeker zeer geschokt was, kwam zij zoo spoedig weer bij, dat de geheele toestand van de lijderes, zoowel de geestelijke als de li chamelijke, den dokter met vcrwondcimg vervulde en hij daarom moest wanhopen aan haar volkomen herstel, omdat hij tegen zekere niet te ontsluieren raadselen geen me dicijnen kan aanwenden en haar genezing zoo niet van het toeval dan ten mmste van buiten af werkende invloeden afhankelijk moest stellen. Eéne zaak was echter zeker mocht een voorval in haar vroeger leven de vreeselijke zenuwkwaal, waaraan zij voort durend leed, veroorzaakt hebben, het ver lies van haar eenige dochter, dat op zulk een geheimzinnige wijze plaats had gevonden, had die kwaal onrustbarend verergerd, ja haar herstel in de toekomst zoo niet onmoge lijk, dan toch zeer onzeker gemaakt. Dat de dokter op zijn reis naar Amsterdam toen hij zich alleen bevond, door verschillende onaangename gedachten werd beziggehouden behoeft geen vermelding doch met hoeveel zorg hij ook voor mevrouw Traumbach was vervuld, welk eene schitterende zegepraal het voor hem zou zijn zoo zij onder' zijne b e handeling volkomen herstelde, afdoende bes richten omtrent haar dochter in tc win en, vva het onderwerp waarmede zijn geest zich thans voortdurend bezighield, cn met welgevallen begroette hij den morgen, toen hij in zijn liotel ontwaakte en zich na het ontbijt op weg begaf om met zijne opsporingen een be gin te maken. De weg, welke hij moest utleggen, voerde hem door het drukste gedeelte der volkrijke stad, en ofschoon de winkels in dien lijd nog niet door zulk een schitterende pracht als de tegenwoordige uitmuntten, er was genoeg voorhanden wat zijn blikken aantrok en waar de wandelaar gaarne een poos bij wilde verwijlen om er eens kennis mede te maken. In zijn hotel had de kelner hem de richting aangewezen welke hij nemen moest. Na zeker een uur onderweg te zijn geweest, naderde hij de Zstraat, aan het einde waarvan de bedoelde werf gelegen is. lle-t nieuwe schijnt ons altijd aan te trekken dit was ook met Eduard in het middengedeelte der stad het gevalal wat echter op de zeevaart eenige betrekking had, was hem overbekend, daar hij immers als scheepsarts twee reizen had ge daan, uit welken tijd hij zich nog zeer veel ongcaangenaams heri n nerde (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1919 | | pagina 7