mm lum muit
BINNENLAND
Gemengd Nieuws;
HET WITTE HUIS.
FEUILLETON
Uit de Raadzaal van Yeisen.
Nederland en België
Woensdag 14 JanuariTweede blad
pleutezorr°g"revannd de1 ZV**
1
drankbestrijding.
slechte steenkolen.
NEDERLAND EN DE VOLKENBOND.
Er bestaat een typische wisselwerking
tusschen de gemeenteraden van Beverwijk
en Velsen. Het ooilege van deze laatste
gemeente bracht het zittingsunr van den
avond over naar den middag. De vroede
iniden van - Beverwijk verkozen voortaan
te vergaderen in het avonduur. De Baad
van Beverwijk leidid'e voor den eersten
keer de handeling der begrootingen in
met algemeene beschouwingen. Velsen
liet ze voor de eerste maal achterwege....
Het kwam tot onzen hersencellen als de
auditie van een wonder: Géén algemeene
beschouwingen! En dat met onverdeeld
goedvinden van de socialisten, die alomme
toch zoo fel zijn op het voorrecht eenige
uren te verbenzelen aan de ontwikkeling
op breeden voet van het urgentieprogram,
dat znlk een enorme rol speelde bij de wet-
hondersverkiezingen.
Een wonder vooral was het, waar het
voorstel om de beschouwingen nu eens
niet te houden, uit den hij de S. D. A. P.
zeker wel alleronsympathieksten hoek
kwam, van den heer Vermeulen.
Hij was immers het zwarte schaap, de
sla-dood voor de linkerzijde. Opende hij
zijn mond, dan loeide storm hem tegen.
Geen beleed iging werd hem gespaard.
Geen scheldwoord was te grof, ajs het ge
slingerd werd naar zijn gelaat.
Laat ons oprecht zijn. Toen was hü ons
sympathiek, als een gekwetste leeuw, die
door tien jakhalzen besprongen, den bree
den kop niet buigt, doch van zieh afbijt,
altijd en opnieuw. Er is kentering geko
men in de politiek van den heer Vermeu
len. Van aangevallene werd hij aanvaller.
Goed en wel. Hij chargeert echter niet
wie hem aanviel. Neen, onophoudelijk zit
hy het college van B. en W. op den nek.
Daardoor is hij er in geslaagd eerst verba
zing, toen toegevendheid jegens zich te
wekken in het kamp deT S. D. A. P. En
waarachtig, nn drzè heeren op het gezag
van zijn woord, in stede van juist daarom
het tegendeel te eischen, zieh aan zijn
denkwijze hebben aangepast, nu dringt
zieli de verdenking afin ons op, dat de ge
zworen vijanden van gisteren morgen vet
te maatjes zullen zijn en dat wij eerlang
tewCr een ™°°5 hoedje gaan spelen. Of-
gaan kruipen onder één deken.
Zulke rare zaken ziet men in onzen hek-
eentvja.
De motieven,'welke de heer Vermeulen
tot het achterwege laten van de fameuze
beschouwingen aangaf, waren het toekom
stig vertrek van onzen burgemeester, de
uiteraard geringe kennis van zaken onzes
wethouders, den heer Dunnebier, de onmo
gelijkheid om der gemeentekas iets af dan
wel toe te doen, waar deze nn eenmaal in
berooiden toestand verkeerde.
De heer Vermeulen sleepte de meerder
heid van den Baad zoover mede, dat zij
waarachtig bereid was zelfs de begrooting
„en bloe" zonder detailbehandeling goed te
keuren.
Hadde de beer Brink cs. niet gevreesd
van onverschilligheid nopens de financiën
beschuldigd te worden, voorzeker hadde
hij deze meegaandheid gesteund en er
ze]fs een voorstel van gemaakt.
Thans' wonnen de heeren Tusenius, Slui
ters en Niissen eene meerderheid voor
hun verlangen om de begrootingen der
verschillende bedrijven in details ouder de
oogen te zien en te behandelen. Te dien
einde werd besloten den leden een week
tijd te laten-voor de studie van de mooie
grijze boekjes in zakformaat, waarin het
geven en nemen van de machine, welke ge
meente heèt, zwart op wit staan neerge-
teekend.
Zoo zijn we dan aan het sluitingsuur
gekomen, zonder een letter uitgeademd te
hebben over het begin der zitting.
En toch hoe interessant was dat niet?
Men oordeele.
d/af'wczTgt^id van^ï?11 Jf hadd«D
llbm" Dalmeijer en Seïïm™ "in
teerd of deze heeren vallen bleek
de de zaal binnen, de laatste om al dade
lijk het hooge woord te nemen.
vroeg hij eene interpellatie tTmograïou-
eene moordgeschiedenis, zoo pas
m den boezem der gemeente afgespeeld.
en «gent die een ingezetene zoowat had
afgemaakt met zün bloeddorstigen sabel.
(Deze barbaarsche kwalificatie is niet van
den betrokken heer, doch van ons, die het
geheel meer van de grappige zijde opna
men). Voor dit verschrikkelijke feit
wenschte de nog niet geheel en al ont-
bleekte socialist den voorzitter te interpel
leer en. Deze, met de hand op de gemeente
wet en het reglement van orde, drukte zijn
leedwezen zeer gaarne uit over de
onmogelijkheid voor hem als voorzitter,
deze interpellatie toe te staan. De heer
Schilling mocht dus niet interpelleeren en
deed het toch, zij het dan niet in optima
forma. En hij begon kop, snor en wijsvin
ger vooruit in de richting van den voor
zitter, die er schijnbaar koud onder bleef.
Hier was een moordaanslag geschied. Een
man bijna gedood. En het hoofd der poli
tie in stede van de burgerij tegen derge
lijke aanvallen te hesehermen, hield zijn
agent de hand boven het hoofd, trof gee
nerlei maatregelen tegen dezen kanibaal,
s-chorschte hem niet, deed hem niet arres
teeren. Daarom kwam het op zijn verant
woording zoo de burgerij zich zelf be
schermde en optrad als eigen rechter. Ten
slotte riep de heetbloedige en deswege bla
kende interpellant nolens-volens het
hoofd der politie, in easn onzen onbewee-
1 ijk en voorzitter tot de orde en eisfehte
recht en wraak namens de bedreigde bur
gerij. 1
Daarmede eindigde het relletje en ging
de Voorzitter zontdpr verder'hoe of ba over
tot de orde. Een leuk heibeltje was weer
achter den rug. Wij prefareeren ons op
een tweede exemplaar. Dit verrastte ons,
toen er kwestie van was de begrootingen
zonder bespreking aan dpn kant te zetten.
De driftige Sluiters werd daar woest om.
der. Dat nooit, of nimmer 1 De Baad!
stond .toch al zoo schunnig bekend'. De
menschen zouden nu met recht gaan
vragen of het gansche co'lieg e gek was
geworden. Dat die Wethouder van Open
bare Werken van den boel geen bal af
wist was zijn eigen schulid. Had! zich
dan niet candidaat moeten laten stellen
enz. enz. Toen Dunnebier, die dozen front-
aanval toch wel wat al te kras vond, met
een knappend bescheid van zich afweer
de, hieuw de ongemakkelijke Sluiters ze
gepralend en ongekuischt toe met een ra
telend: „Je hebt je leelijk over het paard;
laten tillen, broer 1 1"'
Daarmede was het verwantschap |der
beide heeren uitgekreten en d|eden beiden,
zat van snauwen, er het zwijgen aan toe.
Wat zeer verstandig was, nadjat d,e
heer Sluiters, die de schunnigheid van
Veis en's vroedschap, pardpn van hare re
putatie, zoo royaal had geconstateerd, d.ie
schunnigheid eigenmondiig hjad gestevigd
door een onparlementarisme als hierboven
omschreven.
Er is in deze vergadering echter ook
opbouwend gewerkt. Do uithetaling der
overuren aan het politiepersoneel is de
finitief geregeld en de verordening op
de pensionneering van Wethouders is er
door gekomen, djt laatste op een zeer be
vredigende wijze, daar in den geest van
B. en W. gehandeld, werd, die een zoo
danige regeling hadiden ontworpen, dat
de heer Vermeulen, dje zoovele jaren den
Wethouderszetel gevuld heeft en eerst
sedert de jongste verkiezingen op een
doodjgewonen Raadsstoel gezeten is, in de
pensionneering betrokken wordt. Het gaf
ons weer reden tot voorucofdgefrons den
ken aan deken en hoed,, gelijk wij die aan
het begin van dezen terugblik op Baadt
zaalgevalletjes te pas brachten, dat dp
socialisten niet allen ten defaveuze van
hun ex.zwarte 6chaap stemden en daar
door geen financieel voordeel bewerkten
Niet zoo gunstig mocht ons oordeel lui
den inzake dje overuren-kwestie. Het is
schande, d,at het gelijke monniken, gelijke
kappen door de zich noemende dienaren
der leuze vrijheid» gelijkheid en broeder
schap zoo schromelijk veronachtzaamd
werd en de veldwachters geen cent vöor
eventueele en zeker gemaakte overuren
toegedacht kregen.
Die uren zijn onmogelijk vast te. stellen.
A la bon heure. Men maakte zich dan los
van het voorstel terzake betaling van
overuren en beloone bloots gedaan over
werk in den vorm eener uniforme grati
ficatie. Dat de Katholieke leden Nijssen
en Hand-graaf, rechtstreeks gesteund door
Wethouder Dunnebier, de billijkheid dezer
opvatting niet aan het verstand der link-
sche leden konden brengen, pleit wel niet
voor dezer beginselzuiverheid en doet ons
vermoeden, dat de sympathie der socialis
ten niet onverdeeld uitgaat naar alle loon
werkers zonder onderscheid, doch slechts
naar bepaalde categorieën dezer. Wat wij
niet bevorderlijk kunnen achten voor den
bloei hunner theorieën.
DE VROUWEN ZIJN NIET WELKOM»
Er komt toch zoo zachtjesaan overal
meer actie om onze vrouwen politiek te
ontwikkelen en ze in de Kath. kiesver-
eenigingen te organiseeren.
In de Anti-Bevolutionïtaire partij schijnt
het zoo vlot niet te gaan, niettegenstaan
de van huis uit deze partij heeft geijverd
voor „huiS'Bianski e srech t", waarbij vrou
wen, die aan het hoofd van een gezin
staan, stellig niet zouden geweerd zijn-
Volgens de A.-B. „De BotterdlamnierP
althans wordt nu. eens pertinent gewei
gerd, om vrouwen als lid op te nemen,
dan weer wijzigt men zijn statuten zóó dat
zij geen bestuursfuncties kannen uitoefe
nen en uit enkele plaatsen ontving het
blad zelfs bericht dat de broederen op de
vergadering waar de vrouwen aanwezig
waren, zóó zwaar gingen rooken, dat het
voor de vrouwen niet om uit te houden
was.
Het Anti-Bevolntionnaire orgaan komt
met kracht tegen deze onhebbelijkheden
op en eischt van zijn partijgenooten, dat
ze dit mokkend verzet tegen het politieke
recht der vrouw zullen staken, daar het
onnoemelijk veel schade zou doen aan
ons christelijk volksleven.
Dat zonden wij ook denken en daarom
is het gelukkig dat onze katholieke man
nen zoo iets niet op hun geweten hebben.
Naar „Het Centrum" verneemt, heeft
de Federatie van R.-K. Diocesane bonden
tot bevordering der christelijke matigheid
en tot bestrijding van het alcoholisme be
sloten, dit jaar geen Nationale Blauwe
Maand te organseeren.
DE LAATSTE KLASSICUS.
In het „Hbld." wijdt de hoefijzer-corres
pondent, onder bovenstaanden titel, een
bespreking aan het feit, dat de heer Loeff
van de openbaarheid der Tweede Kamer,
naar de beslotenheid van den Raad van
State is overgegaan.
Na te hebben gewezen op het verschil
tusschen het gehalte van sprekers als de
heer Loeff en de tegenwoordige Tweede
Kamer, een verschil dat waarlijk niet in
't voordeel dier Kamer uitvalt» vervolgt
de schrijver:
„De heer Loeff was een van de zeer-wei-
nige, eigenlijk de eenige, geheel zuivere
overgebleven vertegenwoordiger van de
oude parlementaire oratorie, van de klas
sieke school. Hij had, niet alleen op juri
disch, maar ook op politiek gebied, vaste
overtuigingen en scherp omlijnde theoreti
sche begrippen, die hem dienden niet
slechts in 't algemeen, maar ook als con
crete instrumenten ter behandeling van
zeer verschillende quaesties. Hij was een-
dogmatieus in den besten zin van het
woord, wist zeer wel onderscheid te ma-
keu tusschen staatkunde als wetenschap en
staatkunde als kunst en kon dan ook op
zijn tijd concessies doen aan de practijk,
maar hield steeds zijn theoretische begin
selen in het oog; de kunst bleef hij hem
gegrond op wetenschap.
Een redevoering van den heer Loeff
was dan ook, hoe luttel uiterlijke beko
ring ze had, een aesthetisch genot voor
fijnproevers van den gedaehtenbouw zoo
als bijvoorbeeld de wiskunde haar stille
aesthetiek heeft in de harmonie van liaar
constructies en haar wetten.
Doeh deze Kamer, die eigenlijk meer
een verirg-enwoortl ifrïnpr van Ty&lanj&cn
dan van beginselen is, kon voor betoogen,
die van vaste beginselen uitgaan, niet
veel meer voelen. En de zin voor fijne,
subtiele onderschei-dingen is haar evenmin
eigen als die voor de aesthetiek van een
geserveerd, redekunsfig'-arcbitectui-aal voJ_
komen gaaf betoog. Deze Kamer is dichter
bij de minder ontwikkelde volksklassen ge
komen dan de vroegere. En in zekeren zin
is dat goed. Maar in zooverre als ze daar
door vanzelf ook. een zekere vergroving
heeft ondergaan, zoowel in het peil van
haar denken als in den vorm van haar
uitingen, is ze achteruitgegaan in waarde.
Menschen van het slag des heeren Loeff
zijn er niet meer op hun plaats.
De laatste parlementaire klassicus is
met hem heen heengegaan."
Het „Hbld." schrijft:
„In den laaleteH Wj komt, het nog al
eens voor, dat een *'rCl2 11 iet verder kan,
bij gebrek aan. Slechte kolen, ver-
tellen dfe spoor®ensehen u. wonder,
wanneer de kolen nB Duitschland voor 25
pet. uit steeuen hlPen te ^bestaan en on
gesorteerd, „ongewassenen worden afge
leverd. De spoorwegnmatschappijen kun
nen het dus ook niet nelpen, wanneer zij
een reiziger wel ed'® niet of veel te laat
ter plaatse brengen.
DE NOOD TE WEENEN.
De A mors foor tschc Seneesheeren heb
ben zich bereid verkleed om de Oesten-
rijksche kinderen, welke in Amersfoort
worden opgenomen, kosteloos te behande
len.
REGELING RECHTSTOESTANDEN
VAN AMBTENAREN.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend tot regeling van den rechts
toestand v. ambtenaren. Krachtens art. 1
tzal ambtenaar zijn in den zin der wet hij,
die is aangesteld in openbaren dienst om
hier te lande werkzaam te zijn. Personen
werkzaam bij diensten en bedrijven, beheerd-
door of vanwege het openbare gezag, wor
den voor de toepassing van deze wet ge
acht in openbaren dienst te zijn. Geen amb
tenaar in den zin der wet is hij, met wien
een burgerrechtelijke arbeidsovereenkomst is
gesloten.
Wef: 's niet van toepassing op: a. mi
nisters; b. leden van den Raad van State;
c. krachtens grondwet of wet voor hun le
ven aangestelde ambtenaren: d. militairen
als zoodanig.
UITVOER TOEGESTAAN.
Met ingang van 15 dezer is de uitvoer
toegestaan van lutegarene, jutedoek en ju
tezakken.
UITVOER van MANUFACTUREN.
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken te Dldenzaal heeft, van |djen minisj
ter van L. N. en jj 0p een vj-a&g bericht
ontvangen, dat het hem vooralsnog niet
gewensent voorkomt, het uitvoerverbod
van manufacturen 0p te heffen.
Ook kon de minister geen aanleiding
vinden, om te bevorderen, dat «te N.U.M
heffing van 1 pCt. verlaagd wordt", in
verband met het feit, d,at de N.U.M. met
minder heffing dan l pot. genoegen
neemt, indien haar dpor belanghebbenden
wordt aangetoond» tfat deze heffing te
hoog is.
STOPGEZET
Naar pit Zevenaar wordt gemeld is de
staking in Duitschland nu van dien aard,
dat inderdaad de uitvoer van steenkolen
naar Nederland officieel voor onbepaal-
den tijd is stopgezet.
DE UITLEVERING VAN DEN EX-
KEIZER.
Er loopen weer allerlei geruchten om
trent die uitlevering, welke wij niet kun
nen controleeren en dus slechts onder
groote reserve kunnen aanvaarden. Zoo
meldt Daily News, dat de gealLieerden al
vorens Nederland de nota aan te bieden,
waarin de uitlevering van d(en gewezen
keizer wordt gevraagd» zij in onderIian-
ling Zullen treden met de Nederlandsclie
regeering, teneinde zich te verzekeren
van haar houding.
En uit Parijs meldt Holl. Nbl.
Het verzoek van de geallieerden aan
Nederland, met betrekking tot de uitle
vering van den keizer is aanstaande.
De NederlandiSche regeering zal vol
gens het Hol!. Nb. den keizer doen
begrijpen dat liet beter voor hem is, Ne
derland vrijwillig te verlaten.
ONTSLAG INGETROKKEN.
Aan de Hembrug zal naar wij verne
men, voor een 400 werklieden het aan
gezegde entslag worden ingetrokken, zoo
dat daar dan een 200 man ontslagen wor
den.
Bij de Tweede' Kamer is thans het ont
werp van .wet ingediend houdende voorbe
houd der bevoegdheid, tot toetreding van
het Volk-enboridverdrajT
EEN WOORD VAN ERKENTELIJKHEID
In de „Nation Beige"' een aunexionis-
tisch "blad zooals men weet, schrijft Char
les Bernard een artikel over het rapport
betreffende den aan Belgische vluchtelin
gen in Nederland verleenden onderstand
en steun.
Na enkele cijfers te hebben gegeven en
gewezen te hebben op het karakter der
Nederlanders, die door de Belgen niet be
grepen werden, dje minder uit bereke
ning dan wel uit temperament neutraal
bleven en met ivien geen overeenstem
ming mogelijk is, dan alleen op zaken-
gebied, brengt Bernard hulde aan de
menschlievendheid» waarmee het groote
deel djer Nederlanders de Belgen heeft
geholpen. Er waren cr, die ons, Belgen
vroegen: waarom hebt gij ze (de Buit-
sclièrs) niet doorgelaten, maar d|e vele
andere leefden mee met ons lijden.
Op het cogenbük dat onze regeering
de toewijding der p'nilantropische Neder
landers gaat beloonen, is het vooral aan
de laats ten dat wij onze dankbaarheid
betoenen. .Wij zijn gelukkig hun te kun
nen danken.
Het is de eerste maal <\at dergelijke
woorden in de „Nation Beige" geschre
ven worden.
DE RAMP VAN DE OVING LU.
Men schrijft ons van Urk dd. n Jan.:
Hedenavond ongeveer ten ure, arriveerde
in de haven te Urk schipper L. Baker van Urlj
en bracht aldaar aan Klazina de Ronde en
Johannis Lampe, welke door hem gered zijn van
het motorschip Oving III, van de N.V. Oving
te Rotterdam.
Genoemde L. Bakker deelde onder meer het
volgende mede:
lk zou met mijn motorvaaru ig bedoeld
motorschip Oving III begeleiden van Urk naar
Amsterdam en wij gingen daartoe Vrijdag in
zee en kwamen door den storm overvallen in
de lijn richting EdamHoorn aan, toen het
den schipper Jannus Stooker langer onmogelijk
was het schip meester te blijven en we besloten
dus te ankeren Eers^ging alles tamelijk goed en
zouden de nachtrust doorbrengen, ieder in zijn
eigen vaartuig. Toen ik echter boven op het dek
kwam, zag ik dat de Oving lil zich van mijn
schip verwijderde, zoodat ik veronderstelde, dat
het anker van Stooker niet „hield", hetgeen dan
ook bleek waar te zijn. Wij brachten toen een
tweede anker uit', waarna het schip vast lag.
Vanmorgen zouden we verder zeilen, doch de
schipper zag er geen kans toe met zijn schip.
Er kW-am hoe langer hoe meer wind, en het schip
had een lek in het vooronder, dat met een
waterdicht schot was afgescheiden van het
overige deel van het schip, waarop de pompen
werkten, zoodat het voorschip hoe langer hoe
dieper zonk. lk raadde den schipper aan zijn
schip te verlaten en nam al vast, blijkbaar tegen
haar wil, de vrouw van den schipper mede in de
boot en ook den halfbroeder van den schipper,
die z-g- voor plezier mee was, en bracht ze in
mijn vaartuig. Daarna ging ik onmiddellijk terug
om den schipper en den knecht te halen, doch
kort daarop zagen we liet vaartuig Oving 111
met den mast op het water en was er van den
achtergebleven' schipper en knecht niets meer te
zien, evenmin als van het schip.
Toen de vrouw het schip verliet, zeide schip,
per Stooker tot zijn vrouw: „Nu, gedag vrouw,
waarschijnlijk zien wij elkander niet weer."
De verongelukte schipper Jannus Stooker was
slechts 25 jaar oud.
Zijn echtgenoote Klasina dc Ronde en ge
noemde Jan Lampe, worden liefderijk verzorgd,
door genoemden schipper L. Bakker, J:e van
zijn eigen gevaar maar geen woord rept, doch
gezien zijn gehavende kieeding, heeft hij .11 dien
storm alles getrotseerd, om het leven van zjn
evenmensch te redden. Had de schipper geli or
gegeven aan de dringende uitnoodiging om ook
in de boot te stappen, dan hadden hij cn zijn
knecht, den 18-jarigen Cornelis Nederveen van
Delfshaven, Rotterdam zeer zeker ook nog be
houden kunnen worden.
Schip en lading (spoorstaven)waren verze
kerd.
STIJGING VAN DE MAAS
Uit Maastricht wordt Heme id:
Nauwelijks zijn de bewoners van de Maas-
oeverd»orp-en bekomen van de cverstrooming
die hen geteisterd heeft, of dezelfde ramp in
no# erooter afmeting heeft hen weer ge
troffen. Zaterdagmorgen te 8 uur wees de
peilschaal aan de Maasbrug 1.66 M. en na
ruim twee maal 24 uur. dus gisfermi-ddag
te 12 uur. was de stand 4.17 M., terwijl
de hoogste stand in December 4.05 M. was
geweest. De vreeselij'ke sfonm en de aan
houdende regens hebben de Maas tot een
woesien stroom gemaakt. Het water klotst
en beukt tegen de pijlers van de Maasbrug
en sleurt in zijn woeste vaart alles mee,
wat in den weg komt. Het wafer is met zulk
een snelheid koenen opzetten dat de men
schen ternauwernood tijd gehad hebban om
hun vee. hun have en goed naar te boven
verdieping in veiligheid te brengen, 't Is al
les water zoo ver het oog reikt. In Wijk en
op St. Pieter staan de kelders vol water.
Het Stadspark is voor een groot gedeelte
oversücomd. Wast het water nog, dan is
het park niet meer te bereiken: want Jeker
en Maas zafn don één pan den ingar.g. In
hel Park zelf heeft de storm ook huisge
houden Een prachtige boom is angs een
der stammen gespleten en ligt dwars op het
grasperk. Schilden van huizen, dakpannen
en ruiten hebben het in de stad moeten
ontgelden.
DE RIJN WAST WEER
Naar wij uit Arnhem vernemen vertoont
de Rijn weer een kraebtigen was. Gistermor
gen steeg het water 33 cM.; de stand was
11.39 pl. N. A. P. Voor de Betuwe betee-
kent dit weer een angstigen tijd.
EEN STAKEN DEWETHO' UMR.
De communistfeche wethouder J. dje
Boer heeft in den Raad van Wormer-
veer geweld dtat hij gaat staken. Fjj
eischt meer „loon'" ofschoon op de be
grooting voor den loopenden dienst 2y»
zooveel is uitgetrokken voor jaarwedde
aan ^wethouders als op die van het vo
rig jaar.
83
„Neen, naar alle gedachten is zij verdron-
r jammer, zij was niet mooi, maar had
*00 n hef gezichtje,en we hebben 'tal dadelijk
lemaal gezeid, «lat ze in 't geheel niet bij
&en Paltzer hoorde."
tiirl'liebt dien ellendeling in uw verhaal al-
Jd Paltzer genoemd, maar als het dezelfde
«dien ik vermoed, dan heet hij Spant-
r» t. ans onder dien naam heb ik hem Iee-
n kennen."
i*. ®enheer, dat komt er weinig op an; of
'k h k k*et» 't is en blijft 'n schurk,
af „pi medelijden met ie, dat je van je liefste
ge^a °m«i bint..Hoe is dat in zen werk
matig ^mvredigde daarop 's mansrecht-
°Iusta<r,,inieuw&ierië^"d en deed hem een
^man h8 verllaal van het gebeurde. D„ oud-
h*dat .mmtde hem met verwondering aan, en
,van alle kracht beroofde stukje
m de palm van zijn hand gespuwd
en 't toornig op de werf gesmeten had, als'had
hij er zeker iemand mede in zijn oogen willen
gooien, riep hij met 'n vuistslag op het kip
penhok
„Zoo kreupel en oud as 'k bin, menheer, wou
ik dat 'k dien kerel nog ereis onder handen
kreeg, ik verzeker je, dat ik zou 'em opknap
pen.
„Ik geloof het wel," zeide Eduard, maar
dat zou het verlies wat ik geleden heb, niet
vergoeden."
Neen, dat 's waar," sprak de andere, ik wou
dat ik je je meisje weerom kon bezorgen."
Beiden namen gedurende eenige minuten
een treurig zwijgen in acht. Toen de grijze
legger eindelijk uit zijn droomerij ontwaakte,
vroeg hij Eduard om zijn a«lres, dat deze hem
verschafte.
„Nou zqu ik je graag wat te eten of te «hin
ken willen geven," riep hij zich spijtig een
slag op de knie gevende, maar* 'k niks aan
boord.
Als 't volk afgemonsterd is, halen ze alles
weg, en as de legger dan wat hebben wil, dan
mot ie 't maar koopen. Een glaasje ouwe
Schiedammer heb ik, geloof ik, nog wel
kan ik je daar mee dienen
Meer om den ouden goedhartigen zeeman
niet te weigeren, dan wel uit behoefte maakte
Eduard van het aangebodene gebruik. IJs
brand haalde een kruik, die half gevuld was
met jenever, uit het logies en verwijderde
zich weder om na een Paar seconden met een
tinnen kroesje te voorschijn te komen, waarop
hij den dokter lachend vroeg
Je bent ommers niet vies van me, menheer?
Kijk," vervolgde hij, z°nder het antwoord
af te wachten, daar heb je dekroes waar de
matrozen driemaal 'n oorlam uit
krijgen. Dat 's 'n naedicijn voor derlui as ze
dat niet meer lusten, dan kan je der van opan
dat ze ziek binnen en dan gaan ze meestal
kapot ook."
Onderwijl had hij 't tinnen voorwerp met
het zoo hoog geroemde vocht gevüld, en
reikte het, na 't even aan zijn lippen te heb
ben gebracht, den dokter toe, die er een
zeer matig gebruik van maakte. De grijze
zeerob zag hem met kluchtige verwondering
aan en vroeg hem of hij met wel was. Eduard
stelde hem gerust door de mededeeling dat hij
in blakenden welstand verkeerde, waarop de
andere zeide
„Neen, dan mot je 'em doodslaan
De dokter schudde met een zekeren afkeer
het hoofd. Dit had ten gevolge dat de zeeman
hem de kroes met verontwaardiging afnam en
hem de proef leverde hoever hij het in «ie
kunst van doodslaan" had gebracht.
Neen, neen, ik moet niet veel van dat goedje
hebben," sprak de dokter, het vliegt mij te
veel naar het hoofd. Voor lieden die veel in de
open lucht werken en gestadig in nat en koud
weer zijn, zooals de matrozen, kan 'n enkel
borreltje geen kwaad en net zooals je daar
aanstonds zeide, wanneer zij hun oorlam niet
meer lusten, kan je er van op aan dat.ze ziek
zijn, dat heb ik zelf dikwijls ondervonden.
Heb je dan ook gevaren, menheer vroeg
de oude, niet zonder bevreemding
'k Heb twee reizen as scheepsdokter naar
Java gedaan," was-_het antwoord.
„Hè, vertel me dat nou eerst," riep IJs
brand óp den toon van verwijt, en vervolgde
Zie je, dat wil 'k 't ook wel gelooven, dat jc
niet erg voor de jenever bent, want de meeste
van die geleerde heeren hebben den, oorlog
verklaard aan de sterke drank. Nou mot ik je
ook zeggen, dat 'k er 'n hekel an heb as ie
mand 'em «Ironken drinkt. Zie je, dokter, ik
kan men natje en droogje heel goed an, en 'k
doe met de beste mee, maar dronken bin ik
niet «likkels geweest. Je mot 'n matroos nou
ook niet al te streng beoordeelen. Zie je, a.->
'k an- of afgemonsterd had, kwam er wel er-
eis 'n spaantje te veul in, en ik had ook soms
wel 'n nacht plezier, 't Was dan wel niet alles
recht bij me in de haakmaar onze Lieve
Heer zal met 'n zeeman, hoop ik, wel wat toe
gevendheid gebruiken, want anders ziet 't er
slecht met ons uit."
Eduard zeide dat het wel los zou loopen, en
maakte zich gereed om te vertrekken.
Nou, menheer," riep de zeeman, toen de
dokter hem zijn hand toestak welke hij ste
vig drukte, 't doet me plezier dat we zoo aar
dig met mekaar gekletst hebben 'k lioop dat
je&nog ereis gauw weerom komt, en doe je
dat niet, dan zoek ik, as De Albatros in lading
leit, je wel te Marrelhoef 'op, want we motten
die zaak met dat gouwe ding uit de wereld
maken. Ik heb eigenlijk het land om die
moeder Tonie weer op te zoekendat wijf
vertelt zulke rare dingen Zou je denken dat
ze met den duivel omgaat
Wel haal, je zulke grappen met in je hoofd
antwoordde de liberale geneesheer.... Met
den duivel omgaan tWie denkt er m on
zen tijd nog aan den duivel
Ta jullie geleerde heeren gelooven met
veul, zie je, dat 's 't ongeluk,'' sprak IJsbrand
met iets twijfelachtigs in zijn blik, t welk
duidelijk bewees dat zijn angst nog niet ge
weken was.
Dat wijf is je te leep af en mij er bij, wil je
't 'gelooven sprak Eduard ik heb genoeg
van haar gehoord om te weten dat het een
bedriegster is." J