TWEEDE BLAD
HET WITTE HUIS.
Wat de Pers zegt
BUITENLAND
FEUILLETON
Samenvoeging van gemeenten.
De uitleveringskwestie.
DINSDAG 10 FEBRUARI 1920
Sinds Ged. Staten van Noord-Brabant
aan de gemeentebesturen dier provincie te
ysnnaan zonden: de wenschelijkheid en
öt mogelijkheid van gemeenten-samenvoe-
gmg te overwegen en toe te zien, waar
0.1 boe tot samenvoeging zou kunnen wor
den overgegaan, is in vele oorden van het
land een beweging ontstaan, welke zich
richtte cp samenvoeging van meerdere ge-
meenten of gemeentedeelen tot één ge
meente-geheel.
Geheel nieuw is die beweging niet, .want
u, nf op zien van de annexatie's, welke som
rnige steden (na heel wat officieel ft-
strubbel nastreefden of wetteliik toege
stemd kregen herinneren wij ons, dat o.a.
in de Purmer en in de Schermer jaren ge
leden reeds naar één-wording is getracht,
en dat éven vóór de bekendwording van
het vermaan der Noórd-Brabantsche Ged.
Staten de samenvoeging van de Langen-
dijksche dorpen nog het onderwerp van
drukke bespreking uitmaakte.
NiHtemin is het een feit, dat eerst sinds
korten tijd, sinds de NoonJ-Brabantsche
Ged. Staten de idee in overweging gaven,
het vraagstuk de algemeene aandacht
is gaan trekken, zóó dat in menige groote
gemeente plannen tot assumeering van zus-
ter-gemcenten werden opgevat, beraamd,
uitgewerkt
In Purmerend ging men zelfs tot publi
catie van breed uitgewerkte samenvoegings-
pidiuien over.
Zoodra was "dit laatste echter niet ge
schied, of de voorstanders vonden... te
genstanders tegenover zich gelijk het,
naar wij veronderstellen, wel in elk ge
val van samenvoegingspogingen zal gaan.
In het Purmerendsche geval bracht de
kwestie zeer heftige beroering; in alle
„begeerde" buitengemeenten werden ver
gaderingen belegd, waarin krachtig gepro
testeerd werd tegen de annexatie-zucht van
Purmerend en protest-motie's vlogen in
alle richtingenjuist dezer dagen verscheen
er een tegen-nota van de om Purmerend
liggende gemeenten, en de toestand
u u> sinds eenigen tijd zóó, dat men
elkander in Purmerend en omge
ving bestrijdt met een verbtte-
rmg en een felheid, welke niemand
tot voordeel kunnen strekken en het on
gemeen belang dat men door samen
voeging zou wnlen bevorderen t- slechts
Jcunnen schaden.
Pltnb5^uren ,wii ten zeerste en daarom
achten wij een bezadigd woord thans wél
van pas.
Niet alleen om het huidige geval-Pur-
nifrend, maar óók, tn wel voornamelijk,
omdat de geschiedenis zich gelijk we
ïfn?3 o ri^>PS opmerkten herhalen zal,
telkens als er gepoogd zal worden tot
gemeentensamenvoeging te geraken.
Wij willen thans dan ook niet het ge-
val-Purmerend bespreken, doch heel in 't
algemeen een beschouwing wijden aan de
voor- en nadeelen van dergelijke samenvoe
ging.
Welke beschouwing gelden kan als een
meer uitvoerige, een meer volledige uiteen
zetting van wat wij kort geleden onder
het opschrift „Gemeen© belangen van ge
meenten" schreven.
Op die wijze zullen wij geen gevoelige
plekken deren en ons betoog volkomen
objectief kunnen houden.
.Niets toch achten wij onzaliger dan op
hitsing tot verbitterden strijd, d&&r, waar
in vreedzaam overleg gepoogd moest wor
den een groot werk zij, het ook moei
zaam en met véél omzichtigheid tot
stand te brengen in het algetne en
belang.
Vóór alles is het van belang, üat de
nartijen dichter tot eikander worden ge-
Vracht, dat men elkander beter en meer wei-
willend gaat begrijpen, dat men kalm en
rustig de voor- en nadeden van samen-
'tan wikken en wegen om na
deeren:*0 rusti»e overdenking te conclu-
.Wköit dat cr ccn oplossing gevonden
moet worden om de grootere gemeenten
welke ondanks zichzelf steeds zwaar
dere lasten te dragen krijgen, het teven
meer mógelijk te maken, dat zal een ieder
ons toestemmen en per slot van rekening
ook hilliik achten
Wanneer wij spreken van voor- en na
deelen van samenvoeging, dan moeten wij
onderscneia maken in voor- en nadeelen.
I in het algemeen en gemeenschappelijk
belang,
II in Het belang van iedere partij af
zonderlijk.
I in Hei belaïig Her natie in Het
algemeen belang noemen wij' het allereerst,
dat de gemeenten in staat zullen wezen
haar autonoom, haar zelf-regeerend karak
ter te behouden. Moeten bepaalde gemeen
ten finantieel door het Rijk gesteund wor
den, dan kan het niet anders, of zij boe
ten een deel van hare zelfstandigheid in.
En dat dient voorzeker voorkomen te
worden.
Verder is liet een feit, dat een groote
gemeente of een één-geworden complex
van gemeenten méér tot stand kan bren
gen dan een kleine gemeente; vele ge
meenten zullen wanneer naburige ge
meenten aan Haar toegevoegd zullen zijn
zich breeder kunnen ontplooien in het
neiang niet alleen van de hoofdgemeente,
dodi evenzeer ook in het algemeen en
gemeenschappelijk belang, alle gemeen
ten, die samengevoegd worden, zullen van
de grooter geworden, dus voordeeliger-ex-
ploiteerende gemeentebedrijven kunnen
profiteeren, eendracht zal hier niet alleen
macht, docH tevens ook voordeel beteeke-
nen. daar niet alleen grootere dingen
tot stand gebracht, dodi tevens ook
beduidend goedkooper benut zullen
kunnen worden.
Vergeten wij ten slote ook niet de maat
regelen. welke effediever dan voorliet:
in het algemeen en gemeenschappelijk
belang getroffen zullen kunnen worden;
thans verbiedt de ééne gemeente tie loozen
van privaten in slooten, terwijl een nabu
rige gemeente van een dergelijk verbod
niets weten wil en den maatregel zoo
doende alle effed onthoudt.
Een nadeel in 't algemeen vinden wij
het, dat door veelvuldig toegepaste samec
voeging (en daar moet het toch heen, wil
men over heel de linie voordeel putten uit
samenvoeging) de kleine gemeenschap als
zelfstandige eenheid meer en meer zal ver
dwijnen.
Veel goeds en veel bekoorlijks zal daar
door verloren gaan.
't Is in een klein dorp nog zoo'n kwaad
leven niet!
Nu weten wij wel, dat een dorp een
dorp zal blijven, al wordt het wettelijk
ook aan een stadsgemeente toegevoegd,
doch het valt niet wegi te cijferen, dat de
dorpeling na de samenvoeging ondanks
zich zelf en veelal niet tot zijn voor
deel meer en meer stadsmens di zal wor
den; méér dan voorheen zal hij zijn oog
op de stad richten, al ware 't alleen maar
daarom, omdat hij komt te resserteeren on
der den aldaar zetelenden Gemeenteraad,
waarin méér en erger dan op het plat
teland socialistische en communistische
leden hun minder verede'ende speeches af
steken en hun jninder-heilzame praktijken
uitoefenen.
De trek naar het platteland, welke de
weinig-gelukkige gevolgen zou kunnen ver.
minderen van den trek naar de stad, waar
aan we al zoovele jaren „geleden" heb
ben, zal er bovendien niet door bevor
derd worden.
II Brengen wij thans even de afzonder
lijke voor- en nadeelen van samenvoeging
voor elk der beide partijen naar voren.
't la duidelijk, welke in samenvoe-
gïngsgevallen steeds de „beide parijen"
zijn; éëne partij is natuurlijk de bopfd>-
gemeente. welke voordeel ziet in samenvoe
ging en van welke (dat is op zichzelf reeds
teekenend) in den regel het initiatief tot
samenvoeging zal uitgaan, andere par
tij zijn de gezamenlijke buiten-gemeenten,
welke geassumeerd zouden moeten worden
en welke daarin nadeel zien voor ieder der
kleine gemeenten afzonderlijk.
Dat een samenvoeging ooit geheel con
amore zou gaan, is met de hedendaag-
sclie voorbeelden voor oogen niet ge
makkelijk denkbaar, hoewel....
Doch daarover straks méér.
Uit wat wij hierboven zeiden betreffen
de de voordeelen van samenvoeging in
't algemeen valt rechtstreeks af te leiden,
welk het groote voordeel van samenvoe
ging voor de hoofdgemeente is:
Door uitbreiding der gemeentelijke werk
zaamheid zullen de lasten in de hoofdge
meente lichter te dragen worden; de be-
siuurskosten over de gezamenlijke gemeen
xen verminderen, jaarwedden van burge
meesters. secretarissen, ontvangers en amb
tenaren worden uitgespaard, meerdere raad>-
buizen kunnen (in onzen tijd van woningr
nood!) van bestemming veranderen, kun
nen voor een goed prijsje van de hand
deriioudskosten. ™€t langer °n"
En dewijl de ingezetenen van alle ge
meenten evengoed hun aandeel'zullen op
brengen in de ééne belasting-voor.alien,
zuilen de ingezetenen der hoofdgemeenten
er wél bij varen.
Nadeelen van samenvoeging voor de
hoofdgemeente hebben wij ondanks rui
me overweging niet kunnen ontdekken;
en dat is eigenlijk ook wel zeer goed
verklaarbaar: over 't algemeen toch zitten
de grootste gemeenten vooral tengevolge
110
tnMdp ^bbeolo in eon klein vaartuig
den woeligen oceaan, nu eens
op den der ^ui-
in die diepste' wftS-wif3" neder£eworpen
k* zijn graf te zuUenSemj'
-Nste verklaring
wist ter geven hoe hij daar kwam, eène flau
we herinnering kwam bij hem op van een
itempbne.uk, waarbij hij' vriend en vijland
had verloren, terwijl hij alleen overgeble
ven was om hun rampzaligen dood te be
tratten. Nergens daagde hulp op, lillend
wratten de bruisende golven om hem heen,
fluitend gierde de noordenwind en wies'
weldra tot orkaan.
Vruchteloos waren de pogingen welke
hij aanwendde om voort te komen, iedere
riemslag dien hij deed, voeide hem terug
naar de plaats welke hij pas verlaten had.
De lucht werd al donkerder, akelig duister
werd het om hem heen, eindelijk was het
nacht, en altijd dobberde hij1 op en neer.
Eensklaps was het of zich een magere
hand uit de zee ophief, welke aan den
achtersteven van het kleine- vaartuig het
ro-er vasthaakte, dat er .tot nu toe aan
ontbroken had. Ondanks zich zeiven werd
hij genoodzaakt zijne oogen neder te slaan
©ene onbeschrijfelijke benauwdheid beklem
die zijne longen, hij' hoorde zijn eigen
ademhaling gaan en zijn hart kloppen of
het moest barsten. Eindelijk verhelderde
zijn blik, toen hij! opzag, zat Spantzer
aan het roer en gluurde hem met vratige
blikken aan.
„Wraak, wraak wraak", kreet de man,
en akelig schril was zijne stem. Met, het
schuim der gramschap op zijne lippen
wild© Eduard zich op hem weiden, maar
de zwaarste inspanning van al zijne krach
ten was er toe noodig om zich op te rich
ten, en toen hem dit eindelijk gelukte,
viel hij als ademloos .uitgeput neder en
wist verder niet meer. wat er met hem
gebeurde.
Langiein tijd had hij machteloos op den
bodem van de vlet gelegen, ten spel aan
wind ©n golven, toen hij langzamerhand
weer bijkwam. Weder ontdekte hijl Spant
zer aan het roer, zijne glazige oogen
gluurden hem onafgebroken aan,, en met
vait 'He 'Crisistijden op de zwaarste lasten,
de kleinere gemeenten zijn over 't alge
meen véél lichter belast, en daar de sa
menvoeging bijna uitsluitend een geldkwes
tie is, kan het niet anders, of de groo
tere gemeente spint er zij bij", wanneer de
lusten, maar vooral ook de lasten Heeï
broederlijk, of liever zusterlijk door allen
te zamen gedeeld worden.
Gaan wij thans de voordeelen van sa
menvoeging voor de kleinere gemeenten
na.
De geassumeerde gemeenten Worden in
Het genot gesteld van alles, wat de groo
te gemeente als zoodanig biedt, dat is
natuurlijk beduidend vee! méér Üian wat
een kleinere gemeente op zichzelf bieden
kan, nog afgezien daarvan, dat door (fi-
nantieele) samenwerking de groote gemeen
te nog méér zal kunnen gaan bieden dan
tevoren.
De kleinere gemeente krijgt dat Willen
wij althans Aénnemen een betere poli
tie, een betere brandweer (hoe treurig was
't voorheen niet vaak, dat een stads-
brandweer een dorp sbrand éven over de
grens niet mocht komen blusschen!); de
kleinere gemeente krijgt een (beteren) ge
zondheidsdienst. een keuringsdienst voor
vleesch' en andere waren, waterleiding', gas,
electriciteit, zeggingschap over marktwezen,
enz. enz.
Het onderwijs zal beter behartigd kun
nen worden, al valt vooral te dién
opzichte doch tevens ook ten opzich
te van meerdere andere voordeelen op
te merken, dat de groote afstanden (in
de Haarlemmermeer kan men daarvan rneê-
praten!) blijven bestaan en menig voor
deel illusoir maken.
Welke nadeelen voor de kleinere ge
meente staan hier tegenover?
Dat de kleinere gemeente méér zal moe
ren opbrengen dan voorheen.
Evenals de verlichting der lasten voor
de hoofdgemeente als het voordeel moet
gelden, zoo moet de verzwaring der lasten
voor de kleinere gemeente als h e t nadeel
worden aangemerkt, buiten hetwelk er (af
gezien van de nadeelen in 't algemeen, wel
ke wij hiervoor memoreerden) eigenlijk
geen nadeelen te ontdekken zijn.
Ziehier dan de voor- en nadeelen van
samenvoeging heel objectief zoo scherp
mogelijk (de grenzen tusschen a'gemeene,
gemeenschappelijke en afzonderlijke voor-
en nadeelen voor beide partijen waren niet
overal schérp te trekken) tegenover elkaar
gesteld.
We weten, dat we niet volledig geweest
zijn, doch volledigheid in deze uitgebrei
de materie zal men van ons in zoo kort
bestek niet vergen.
Het bovenstaande is in ieder geval vol
ledig genoeg om den lezer een „idee" van
de kwestie te geven en om hem tot de
formuleering van een conclusie in staat
te stellen.
Naar onze overtuiging kan de indruk
na aandachtige beschouwing der voor- en
nadeelen, en met inachtneming vooral van
het algemeen belang, waarvoor steeds bij
zondere belangen moeten Worden opge
offerd géén andere zij» dan dièze:
DAT SAMENVOEGING, VAN GE
MEENTEN OVER 'T ALGEMEEN WEN-
SCHELIJK TE ACHTEN IS, en dax
een GOEC E, VREEDZAME O. LOSSING
der kwestie ZEER W!EL MQGELiJK ge-
acnt moet worden.
Op dit laatste komt 't thans maar aan,
en wij willen ons niet ontveinzen, dat
er veel takt en welwillendheid noodig zul
len wezen om de kwestie tot een dusdanige
oplossing te brengen.
Allereerst is noodig, dat er van 't be
gin af aan gemoedelijk beraadslaagd wordt
en dat niemands rechten op medezegging
schap worden genegeerd.
Ten tweede moet de indruk vermeden
worden, als zou men de kleinere gemeen
ten voor de zware lasten der eene grootere
zuster willen laten ópdraaien.
In dit verband is het om veel noo-
delooze ontstemming te voorkomen of te
doen verdwijnen van belang hier te
memoreeren, dat de Minister van Binnen-
landsche Zaken in een memorie van ant
woord dezer dagen nog met klem de ver
onderstelling heeft afgewezen, als zoude
hij steun verleenen aan denkbeelden tot
wijziging van de grenzen van groote ge
meenten, waarbij de wensch zou voorzit
ten om de financiën der gemeenten te
verbeteren ten koste van het te annexeeren
gebied Het doorslag-gevend argument
voor gebiedsuitbreiding van groote ge
meenten is volgens den Minister steeds
de noodzakelijkheid, om ««zen de vereisch-
te gelegenheid te verschaffen tot volledi
ge ontpoci ng van haar werkzaamheid.
Met dat spook a's zou de kleinere
gemeente te betalen krijgen, wat de groo
te gemeente misschien niet zelden roeke
loos uitgaf mag derhalve niet langer
schrik aangejaagd worden.
De kleinere gemeenten zul,en
betalen krijgen, zéker, doch men moet daar
1 aanstonds tégenover "stellen, dat zij oor
„waar voor haar geld" zullen' krijgen.
Men kan samenvoeging van gemeenten
voor 't grootste deel als een1 eenvoudige
koop-zaak beschouwen:
dit geef je, dat krijg je.
Het een móet ongeveer tegen' bet
ander opwegen.
En dat kan! Daar twijfelen wij geen
oogenblik aan. c
Maar om dit Hoor een ieder duidelijk te
doen inzien, is hét noodigi, dat die kwes
tie zonder Hartstocht, zonder verbittering,
dus zonder.... vooroordeel onder de oogen
wordt gezien.
Maar bóven alles moet vast staan de
goed-vaderlandsche wil: dat men wenscht
mede te werken in Het algemeen en ge
meenschappelijk belang en dat men zich
dldrvoor wel eenige gewestelijke en (voor
zeker) persoonlijke opoffering wil getroos
ten.
\Vordt zóó de kwestie beschouwd en
wordt zij in dézen gteest behandeld, dan
twijfelen wij niet, of zij' zal hier en elders
op vreedzame wijze afgewikkeld kunnen
worden, met het blijde gevolg, dat
na verloop van eenigen tijd allen zich
zelf van harte gelukWenschen met hun
nieuwe gemeentelijke samenleving.
DE DREIGENDE STAKING IN HET
havenbedrijf.
In het Jong-st verschenen nummer van
„De Nationale" wordt een hoofdartikel
gevyjrl aan het conflict iu de transport
en havenbedanjven. De schrijver komt tot
deze uitspraak:
„Het conflict schijnt ons van dubbele
beteekenisde staking is een uiting zoo
wel van den revolutionnairen geest als
van den strijd tusschen de beide socia
listische groepen, de groep zonder baan
tjes en die met baantjes.
De revolutionnaire geest, die niet in
de eerste plaats vraagt dat zij, die min
der hebben wat meer zullen krijgen,
maar dat aan allen, die meer hebben
zooveel ontnomen zal worden, dat zij tot
gelijk peil van alle anderen terugzinken.
De oorlog, die de heelè wereld uit het
spoor heeft getrokken, heeft ook die
oude afgunst der maatschappelijk min
der bekwamen of minder gelukkigen
weer doen opleven, gelijk steeds in de
dagen van geestelijke en sociale ontbin
ding.
Het is een revolutionnair avontuur, dat
de havenarbeiders, straks onder Troel
stra's leiding, staan te ondernemen.
Daarom is het de plicht van allen, die
een revolutie een ramp achten, mede te
helpen om het avontuur te doen mie-
lukken.
Er moet nu gestreden worden, tot het
eind. De autorititen hebben te zorgen,
gereed te zijn en de burgerij moet zich
opmaken ontberingen geduldig te dra
gen, zoo noodig, zelf het werk van de
stakers over te nemen."
Men kiest niet vóór of tégen de stakers
partij, maar tegen of vóór ons maatschap
pelijk samenstel.
Een misverstand!?
Het nieeningsverfcchil tusschen Engeland en
Frankrijk: de ruzie, zoo men wil is niet
meer te ontkennen. Officieel wordt n.m. be
kend gemaakt, dat er een „misverstand" in
het spet is. Dat beteek ent in parlementaire taal
nooit anders dan een verstrekkend geschil.
Een Reutertehgram maakte Zaterdag van
Lloyd George's veranderde zienswijze over de
uitleveringslijst in dezen vorm melding, dat de
Britsche lórd-kanselier Lord Birkenhead Vrijdag
plotseling uit Engeland kwam en den raad der
ambassadeurs meedeelde, dat Lloyd George's
opvatting was gewijzigd. Echter is nadien een
Reuterbericbt uit Londen gekomen, zeggend, dat
de geheele quaestie maar op «n misverstand
berustte. De zaak was dege, dat de Fransche en
Belgische lijsten niet door Engeland waren ge
zien. Er was geen quaestie van een Britsche
volte-face, maar alleen maakten de Britten be
zwaar tegen een lijst, die zc met hadden gezien.
Niemand, die van deze vergissing natuurlijk
iets gelooft. Het hoofdartikel in de „Daily
Chronicle," Lloyd George's lijfblad, dat wij gis
teren citeerden, zei immers genoeg!
En als dat nog niet voldoende is, dan zijn er
de scherpzinnigste schrijvers in de Fransche
bladen van gisteren wel, die het ons zoo noodig
nog duidelijker maken, dat Lloyd George onder
den indruk der Engelsche publieke opime is
gedraald en rüets meer van <ren ultiwcrfhgs-
eisch moet hebben, nu Duitsohland dreigt te
weigeren en Frankrijk in die weigering nieuwen
grond wil zoeken om zijn grondgebied uit te
breiden.
De Parijsche correspondent van het „Hbl."
seinde gisteren:
Men is hier (te Park's) nog weinig gerustge
steld door het communique der conferentie, zeg
gende dat men eenstemmig besloten heeft de lijst
der schuldigen te overhandigen. De algemeene
opinie is, dat de moeilijkheden wederom begin
nen zullen, en dat het meeningsversdiil tusschen
de Engelsche en de Fransche regeeringen op
nieuw op den voorgrond zullen treden, zoodra
Duitsohland de uitlevering der schuldigen defi
nitief weigeren mocht. Indien Birkenhead heeft
toegegven dan k'omt dat omdat men hem ver
zekerd heeft dat bet Dmtsche volk zich niet
interesseert voor de quaestie, en dat de agitatie^
uitgaande van de militaristische en pan-
Gei ui anti sche kringen daar geen weerklank
vindt. Men voegde er bij, dat de regeering
Ebert die eerst de protesten aangemoedigd
heeft, thans bang geworden is voor den omvang
der beweging, en daarom vergunning heeft ge-
geren aan de onafhankelijke socialistische bladert
tot verschijnen om de campagne van de overige
pers tegen te werken. Indien inderdaad Birken
head heeft toegegeven onder den invloed dezer
redeneeringen, dan zijn nieuwe oneen igheden
waarschijnlijk, indien het Duitsche antwoord af
wijzend mocht zijn. De felste kritiek op de
houding van Lloyd George geeft Pertinax in de
„Echo de Paris" schrijvende: „Eind goed al
goed. Maar de voortdurende veranderlijkheid van
Lloyd George is onrustbarend. Wat kan hij in
casu beweren? Alle clausules van de berechting
van den keizer, van schuldige Duitschers enz.,
zijn van hem afkomstig. Waarom desavoueert
hij thans zijn werk? Men beweert dat de namen
der schuldigen hem niet zijn meegedeeld; welk
een praatje! De waarheid is dat bij de laatste
verkiezingen de patrotische cliëntele het door
loopend gewenscht achtte tc roepen: „Wilhelm
aan den galg'' en „de laatste cent uit Duitsche
beurzen," thans maakt de patriotische diëntele
zich van hem los en nu zoekt hij andere en ver
andert daarom zijn programma". Pertinax be
sluit met zijn meening te herhalen, dat het ver
drag zeer onvoldoende is, maar dat men ten
minste aan de ui tvoering zeer zorgvuldig de band
moet houden en compensaties eischen, telkens
ais Duitschland het niet kan of wil uitvoeren.
De „Matin" spreekt thans ook de meening uit,
dat het niet verstandig is de uitlevering te
eischen van Hindenburg, Ludendorff, Bethmann
Hollweg, omdat dit Duitschland de gelegenheid
geeft de onmogelijkheid der uitlevering in te roe
pen. Men had alleen moet vragen de feitelijke
misdadigers, 'die gestolen, verbrand, geviokerd
hebben; spreekt men in zake de uitlevering van
den ex-keizer van onmogelijkheid, het is min
stens even onmogelijk zich Hindenburg te laten
uitleveren die te Cassel zit, als Wilhelm die te
Amerongen is.'' Andere bladen vooral de socialis
tische onderstrepen Lloyd George's capitulatie
voor de arbeidersbeweging, die hem oogenblik-
kelijk groote ongerustheid inboezemt.
De inhoud der lijst»
Naar vernomen wordf, is de uitieverings-
liist 190 pagina's dik. Zij bevat in enkele
gevalW ook het bewijsmateriaal tegen de
oeschuldigóen. Zeer kort zijn de Polen. Zij
schriiven achter de nïmen slechts een paar
woorden, b.v. „plundering" of „moora". De
tnge.schen hebben bij de marine-oiuciercn.
alleen geschreven „duikbootoorlog". De
franschen ziin het uitvoerigst, maar niet het
vriendelijkst. Hindenburg en Ludendorff
moeten uitgeleverd worGen wegens de ver
nieling van Noord-Frankrijk.
De Duitsche regeering heeft de geruchten
ao£ niet tegengesproken, dat zij in verband
met den emstigen tijd, de groaaslagen,waar
op deze regeering is gebouwd, wil uituretden.
(Hetgeen wel zai willen zeggen, dat natio-
naal-liberalpn en conservatieven in de regee-
nner worden opgenoemn. Red.)
De officieele lijst verschilt bijna niet van
de reeds gepubliceerde. Zoodra de identiteit
is vastgesteld van de personen, wier uitleve
ring wordt verlangd, wordt hun hiervan me-
dedeeline gedaan.
Demonstraties te wachten.
Het Woiff-bureau meldt: De nationale ver
gadering van Bremen protesteert diep veront
waardigd tegen de uitlevering. De studentPJI
van alle hoogescaoien te Munchen veklaren
vastbesloten te zijn degenen, wier uitlevering
wordt gevraagd, té beschermen. Deze week
zal te Berliin e«i groote protesimeeting wor
den gehouaen.
Wolffherichten maken verder nog melding
van een groote betooging der vereemging van
Duitsche beroepssoldaten, van protesten van
dpn Brandenburger partijdag oer Duitscn-
democatische partij, van den opperpresident
der provincie Brandenburg en van de Prui
sische academie van wetenschappen, Dinsdag
zal in den voortuin der Universiteit van
Berlijn een protestvergadering worden ge
houden. waaraan docenten en studenten van
alle Berlijnsche hoogescholen uitgenoodigd
worden deel te nemen. De vroegere groother
tog van Hessen heeft in een brief aan den
voorzitter van de afdeeling Hessen der Duit-
een wilden ruk uit zijn vroeselijkea toe
stand van machtelooe'ieiCl ^Prijzende, toen
hij zich zijn kracht hergeven zag, greep
hij een riem en sloeg he onwelkome ver
schijning op het hoold, maar net ruwe
houten voorwerp .g|eed or den man heen
alsof hij geheel uit damp bestond, en nu
ontdekte hij dat het zijn geest was.
Lichtgrijzen wolken joegen langs de
bleeke maan, die, als Zij enjteie rn^len
zichtbaar werd, ©co r?f, tigo klip met
haar schijnsel bestraalde, daarheen werd
hij door den storm voor (gezweept.
Nu was zijn doodvonnis geteekend, geen
macht die hem weerhouden kon, het kleine
vaartuig werd zoo aanstonds tegen het
rotsgevaarte verpletterd, en hij vond zijn
eraf in zee. Al nader kwam het gevaar
Hoe zon hij het nog pntwijkeil- Hij wilde
om hulp schreeuwen, maar het scheen hem
of zijn keel werd toegeknepen, en wie
zou h©m hooren op dat uitgestrekte en ko
kende waterveld? Zwarte monsters hieven
hun gedrochtelijke koppen uit zee op en
staarden hem dof en sufferig aan.
Het bloed scheen hem in de aderen te
stollen. Plotseling werden zijne angstige
blikken afgewend naar een zeker punt,'
waar diei maan een hooge baar met haar
zilvieren licht bescheen. Pi© wit gekuif
de golf kwam nader en nader, en toen hij
haar duidelijker onderscheiden kon, bleek
het een menschejijke gedaante, nog een
oogenblik en haar omtrekken werden zui
verder. Nu zag hij, dat het een vrouw
was, heerlijk schoon als zich een engel
laat denken. Langzaam s.chreed zij voort,
zij zweefde meer dan zij liep. O welk een
liefelijke hemdsche blik. Welk een heer
lijk schoon gelaat. Haar wezenstrekken
kwamen hem zoo bekend voor. ja, hij
kende haar zeker. Zij strekte hare handen
over de brieschende kolken uit, de wind
nam af, de zee werd stil, en de grijnzende
gedrochten verdwenen in het diep. Eens
klaps overzweefde zij met de snelheid
der gedachte de ruimte welke haar nog
van hem verwijderd hield, en nu zij,
van hem verwijderd hield, en nu zij voor
hem stond, zag hij dat het zijn Laura
was zijne onvergetelijke Laura. Met
hare albasten hand streek zij over Zijne
oogleden, zoo zacht, zoo liefelijk, als ware
zij van fluweel. Een gebiedende blik naar
het rotsgevaarte deed het op eens verdwij
nen. De zee verkreeg geheel het voorko
men van een kabbelend water door lacnen
de groene oevers omzoomd. De maan ver
dween voor de als van goud stralende
zon, welke aan de oosterkim verrees, en
alles om hem heen werd kalm, liefelijk
en aangenaam, toen wilde hij Laura om
vatten en aan zijn hart drukken, maar ziji
ontweek hem en gaf hem door een afkeu
rend teeken te kennen, dat zoo iets niet
mocht zijn. Nu begreep bij dat zij een rei-
gocGt was ci3n hot stof ontbondon, dat
zij in hoógere kringen leefde, maar ne
dergedaald was om hem te troosten, en hij
niet waardig was haar aan te raken. Blin
kend werd haar gelaat, als sneeuw hare wit
te kleederen, en door gouden wolken om
geven, rees zij omhoog, loen riep hij,
„Laura Laura, Laura, verlaat mij met
meer, o, Iaat ik zijn waar gij verblijft".
Een hevige slag °P de dein devd hem
plotseling ontwaken Lharles had herhaal
de keeren aangeklopt, maar geen ant
woord gekregen, zoodat hij ach genood
zaakt zag op krachtiger wijze van zijn
aanwezen kennis te geven, en zijn laatst
geklop behaalde de overwinning.
„Ho© kunt ge die deur toch sluiten
of zij nooit weer open moestriep hij
zijn vriend toe, „dit is zeer gevaarlijk
Kom gauw, het ontbijt staat gereed, ik
vdrwacht u met ongeduld, het is juist
acht uur geslagen en wij moeten dadelijk
VWrt"" (Wordt vervolgd.)