TWEEDE BLAD HET WITTE HUIS. Wat de Pers zegt BUITENLAND FEUILLETON Samenvoeging van gemeenten. De uitleveringskwestie. DINSDAG 10 FEBRUARI 1920 Sinds Ged. Staten van Noord-Brabant aan de gemeentebesturen dier provincie te ysnnaan zonden: de wenschelijkheid en öt mogelijkheid van gemeenten-samenvoe- gmg te overwegen en toe te zien, waar 0.1 boe tot samenvoeging zou kunnen wor den overgegaan, is in vele oorden van het land een beweging ontstaan, welke zich richtte cp samenvoeging van meerdere ge- meenten of gemeentedeelen tot één ge meente-geheel. Geheel nieuw is die beweging niet, .want u, nf op zien van de annexatie's, welke som rnige steden (na heel wat officieel ft- strubbel nastreefden of wetteliik toege stemd kregen herinneren wij ons, dat o.a. in de Purmer en in de Schermer jaren ge leden reeds naar één-wording is getracht, en dat éven vóór de bekendwording van het vermaan der Noórd-Brabantsche Ged. Staten de samenvoeging van de Langen- dijksche dorpen nog het onderwerp van drukke bespreking uitmaakte. NiHtemin is het een feit, dat eerst sinds korten tijd, sinds de NoonJ-Brabantsche Ged. Staten de idee in overweging gaven, het vraagstuk de algemeene aandacht is gaan trekken, zóó dat in menige groote gemeente plannen tot assumeering van zus- ter-gemcenten werden opgevat, beraamd, uitgewerkt In Purmerend ging men zelfs tot publi catie van breed uitgewerkte samenvoegings- pidiuien over. Zoodra was "dit laatste echter niet ge schied, of de voorstanders vonden... te genstanders tegenover zich gelijk het, naar wij veronderstellen, wel in elk ge val van samenvoegingspogingen zal gaan. In het Purmerendsche geval bracht de kwestie zeer heftige beroering; in alle „begeerde" buitengemeenten werden ver gaderingen belegd, waarin krachtig gepro testeerd werd tegen de annexatie-zucht van Purmerend en protest-motie's vlogen in alle richtingenjuist dezer dagen verscheen er een tegen-nota van de om Purmerend liggende gemeenten, en de toestand u u> sinds eenigen tijd zóó, dat men elkander in Purmerend en omge ving bestrijdt met een verbtte- rmg en een felheid, welke niemand tot voordeel kunnen strekken en het on gemeen belang dat men door samen voeging zou wnlen bevorderen t- slechts Jcunnen schaden. Pltnb5^uren ,wii ten zeerste en daarom achten wij een bezadigd woord thans wél van pas. Niet alleen om het huidige geval-Pur- nifrend, maar óók, tn wel voornamelijk, omdat de geschiedenis zich gelijk we ïfn?3 o ri^>PS opmerkten herhalen zal, telkens als er gepoogd zal worden tot gemeentensamenvoeging te geraken. Wij willen thans dan ook niet het ge- val-Purmerend bespreken, doch heel in 't algemeen een beschouwing wijden aan de voor- en nadeelen van dergelijke samenvoe ging. Welke beschouwing gelden kan als een meer uitvoerige, een meer volledige uiteen zetting van wat wij kort geleden onder het opschrift „Gemeen© belangen van ge meenten" schreven. Op die wijze zullen wij geen gevoelige plekken deren en ons betoog volkomen objectief kunnen houden. .Niets toch achten wij onzaliger dan op hitsing tot verbitterden strijd, d&&r, waar in vreedzaam overleg gepoogd moest wor den een groot werk zij, het ook moei zaam en met véél omzichtigheid tot stand te brengen in het algetne en belang. Vóór alles is het van belang, üat de nartijen dichter tot eikander worden ge- Vracht, dat men elkander beter en meer wei- willend gaat begrijpen, dat men kalm en rustig de voor- en nadeden van samen- 'tan wikken en wegen om na deeren:*0 rusti»e overdenking te conclu- .Wköit dat cr ccn oplossing gevonden moet worden om de grootere gemeenten welke ondanks zichzelf steeds zwaar dere lasten te dragen krijgen, het teven meer mógelijk te maken, dat zal een ieder ons toestemmen en per slot van rekening ook hilliik achten Wanneer wij spreken van voor- en na deelen van samenvoeging, dan moeten wij onderscneia maken in voor- en nadeelen. I in het algemeen en gemeenschappelijk belang, II in Het belang van iedere partij af zonderlijk. I in Hei belaïig Her natie in Het algemeen belang noemen wij' het allereerst, dat de gemeenten in staat zullen wezen haar autonoom, haar zelf-regeerend karak ter te behouden. Moeten bepaalde gemeen ten finantieel door het Rijk gesteund wor den, dan kan het niet anders, of zij boe ten een deel van hare zelfstandigheid in. En dat dient voorzeker voorkomen te worden. Verder is liet een feit, dat een groote gemeente of een één-geworden complex van gemeenten méér tot stand kan bren gen dan een kleine gemeente; vele ge meenten zullen wanneer naburige ge meenten aan Haar toegevoegd zullen zijn zich breeder kunnen ontplooien in het neiang niet alleen van de hoofdgemeente, dodi evenzeer ook in het algemeen en gemeenschappelijk belang, alle gemeen ten, die samengevoegd worden, zullen van de grooter geworden, dus voordeeliger-ex- ploiteerende gemeentebedrijven kunnen profiteeren, eendracht zal hier niet alleen macht, docH tevens ook voordeel beteeke- nen. daar niet alleen grootere dingen tot stand gebracht, dodi tevens ook beduidend goedkooper benut zullen kunnen worden. Vergeten wij ten slote ook niet de maat regelen. welke effediever dan voorliet: in het algemeen en gemeenschappelijk belang getroffen zullen kunnen worden; thans verbiedt de ééne gemeente tie loozen van privaten in slooten, terwijl een nabu rige gemeente van een dergelijk verbod niets weten wil en den maatregel zoo doende alle effed onthoudt. Een nadeel in 't algemeen vinden wij het, dat door veelvuldig toegepaste samec voeging (en daar moet het toch heen, wil men over heel de linie voordeel putten uit samenvoeging) de kleine gemeenschap als zelfstandige eenheid meer en meer zal ver dwijnen. Veel goeds en veel bekoorlijks zal daar door verloren gaan. 't Is in een klein dorp nog zoo'n kwaad leven niet! Nu weten wij wel, dat een dorp een dorp zal blijven, al wordt het wettelijk ook aan een stadsgemeente toegevoegd, doch het valt niet wegi te cijferen, dat de dorpeling na de samenvoeging ondanks zich zelf en veelal niet tot zijn voor deel meer en meer stadsmens di zal wor den; méér dan voorheen zal hij zijn oog op de stad richten, al ware 't alleen maar daarom, omdat hij komt te resserteeren on der den aldaar zetelenden Gemeenteraad, waarin méér en erger dan op het plat teland socialistische en communistische leden hun minder verede'ende speeches af steken en hun jninder-heilzame praktijken uitoefenen. De trek naar het platteland, welke de weinig-gelukkige gevolgen zou kunnen ver. minderen van den trek naar de stad, waar aan we al zoovele jaren „geleden" heb ben, zal er bovendien niet door bevor derd worden. II Brengen wij thans even de afzonder lijke voor- en nadeelen van samenvoeging voor elk der beide partijen naar voren. 't la duidelijk, welke in samenvoe- gïngsgevallen steeds de „beide parijen" zijn; éëne partij is natuurlijk de bopfd>- gemeente. welke voordeel ziet in samenvoe ging en van welke (dat is op zichzelf reeds teekenend) in den regel het initiatief tot samenvoeging zal uitgaan, andere par tij zijn de gezamenlijke buiten-gemeenten, welke geassumeerd zouden moeten worden en welke daarin nadeel zien voor ieder der kleine gemeenten afzonderlijk. Dat een samenvoeging ooit geheel con amore zou gaan, is met de hedendaag- sclie voorbeelden voor oogen niet ge makkelijk denkbaar, hoewel.... Doch daarover straks méér. Uit wat wij hierboven zeiden betreffen de de voordeelen van samenvoeging in 't algemeen valt rechtstreeks af te leiden, welk het groote voordeel van samenvoe ging voor de hoofdgemeente is: Door uitbreiding der gemeentelijke werk zaamheid zullen de lasten in de hoofdge meente lichter te dragen worden; de be- siuurskosten over de gezamenlijke gemeen xen verminderen, jaarwedden van burge meesters. secretarissen, ontvangers en amb tenaren worden uitgespaard, meerdere raad>- buizen kunnen (in onzen tijd van woningr nood!) van bestemming veranderen, kun nen voor een goed prijsje van de hand deriioudskosten. ™€t langer °n" En dewijl de ingezetenen van alle ge meenten evengoed hun aandeel'zullen op brengen in de ééne belasting-voor.alien, zuilen de ingezetenen der hoofdgemeenten er wél bij varen. Nadeelen van samenvoeging voor de hoofdgemeente hebben wij ondanks rui me overweging niet kunnen ontdekken; en dat is eigenlijk ook wel zeer goed verklaarbaar: over 't algemeen toch zitten de grootste gemeenten vooral tengevolge 110 tnMdp ^bbeolo in eon klein vaartuig den woeligen oceaan, nu eens op den der ^ui- in die diepste' wftS-wif3" neder£eworpen k* zijn graf te zuUenSemj' -Nste verklaring wist ter geven hoe hij daar kwam, eène flau we herinnering kwam bij hem op van een itempbne.uk, waarbij hij' vriend en vijland had verloren, terwijl hij alleen overgeble ven was om hun rampzaligen dood te be tratten. Nergens daagde hulp op, lillend wratten de bruisende golven om hem heen, fluitend gierde de noordenwind en wies' weldra tot orkaan. Vruchteloos waren de pogingen welke hij aanwendde om voort te komen, iedere riemslag dien hij deed, voeide hem terug naar de plaats welke hij pas verlaten had. De lucht werd al donkerder, akelig duister werd het om hem heen, eindelijk was het nacht, en altijd dobberde hij1 op en neer. Eensklaps was het of zich een magere hand uit de zee ophief, welke aan den achtersteven van het kleine- vaartuig het ro-er vasthaakte, dat er .tot nu toe aan ontbroken had. Ondanks zich zeiven werd hij genoodzaakt zijne oogen neder te slaan ©ene onbeschrijfelijke benauwdheid beklem die zijne longen, hij' hoorde zijn eigen ademhaling gaan en zijn hart kloppen of het moest barsten. Eindelijk verhelderde zijn blik, toen hij! opzag, zat Spantzer aan het roer en gluurde hem met vratige blikken aan. „Wraak, wraak wraak", kreet de man, en akelig schril was zijne stem. Met, het schuim der gramschap op zijne lippen wild© Eduard zich op hem weiden, maar de zwaarste inspanning van al zijne krach ten was er toe noodig om zich op te rich ten, en toen hem dit eindelijk gelukte, viel hij als ademloos .uitgeput neder en wist verder niet meer. wat er met hem gebeurde. Langiein tijd had hij machteloos op den bodem van de vlet gelegen, ten spel aan wind ©n golven, toen hij langzamerhand weer bijkwam. Weder ontdekte hijl Spant zer aan het roer, zijne glazige oogen gluurden hem onafgebroken aan,, en met vait 'He 'Crisistijden op de zwaarste lasten, de kleinere gemeenten zijn over 't alge meen véél lichter belast, en daar de sa menvoeging bijna uitsluitend een geldkwes tie is, kan het niet anders, of de groo tere gemeente spint er zij bij", wanneer de lusten, maar vooral ook de lasten Heeï broederlijk, of liever zusterlijk door allen te zamen gedeeld worden. Gaan wij thans de voordeelen van sa menvoeging voor de kleinere gemeenten na. De geassumeerde gemeenten Worden in Het genot gesteld van alles, wat de groo te gemeente als zoodanig biedt, dat is natuurlijk beduidend vee! méér Üian wat een kleinere gemeente op zichzelf bieden kan, nog afgezien daarvan, dat door (fi- nantieele) samenwerking de groote gemeen te nog méér zal kunnen gaan bieden dan tevoren. De kleinere gemeente krijgt dat Willen wij althans Aénnemen een betere poli tie, een betere brandweer (hoe treurig was 't voorheen niet vaak, dat een stads- brandweer een dorp sbrand éven over de grens niet mocht komen blusschen!); de kleinere gemeente krijgt een (beteren) ge zondheidsdienst. een keuringsdienst voor vleesch' en andere waren, waterleiding', gas, electriciteit, zeggingschap over marktwezen, enz. enz. Het onderwijs zal beter behartigd kun nen worden, al valt vooral te dién opzichte doch tevens ook ten opzich te van meerdere andere voordeelen op te merken, dat de groote afstanden (in de Haarlemmermeer kan men daarvan rneê- praten!) blijven bestaan en menig voor deel illusoir maken. Welke nadeelen voor de kleinere ge meente staan hier tegenover? Dat de kleinere gemeente méér zal moe ren opbrengen dan voorheen. Evenals de verlichting der lasten voor de hoofdgemeente als het voordeel moet gelden, zoo moet de verzwaring der lasten voor de kleinere gemeente als h e t nadeel worden aangemerkt, buiten hetwelk er (af gezien van de nadeelen in 't algemeen, wel ke wij hiervoor memoreerden) eigenlijk geen nadeelen te ontdekken zijn. Ziehier dan de voor- en nadeelen van samenvoeging heel objectief zoo scherp mogelijk (de grenzen tusschen a'gemeene, gemeenschappelijke en afzonderlijke voor- en nadeelen voor beide partijen waren niet overal schérp te trekken) tegenover elkaar gesteld. We weten, dat we niet volledig geweest zijn, doch volledigheid in deze uitgebrei de materie zal men van ons in zoo kort bestek niet vergen. Het bovenstaande is in ieder geval vol ledig genoeg om den lezer een „idee" van de kwestie te geven en om hem tot de formuleering van een conclusie in staat te stellen. Naar onze overtuiging kan de indruk na aandachtige beschouwing der voor- en nadeelen, en met inachtneming vooral van het algemeen belang, waarvoor steeds bij zondere belangen moeten Worden opge offerd géén andere zij» dan dièze: DAT SAMENVOEGING, VAN GE MEENTEN OVER 'T ALGEMEEN WEN- SCHELIJK TE ACHTEN IS, en dax een GOEC E, VREEDZAME O. LOSSING der kwestie ZEER W!EL MQGELiJK ge- acnt moet worden. Op dit laatste komt 't thans maar aan, en wij willen ons niet ontveinzen, dat er veel takt en welwillendheid noodig zul len wezen om de kwestie tot een dusdanige oplossing te brengen. Allereerst is noodig, dat er van 't be gin af aan gemoedelijk beraadslaagd wordt en dat niemands rechten op medezegging schap worden genegeerd. Ten tweede moet de indruk vermeden worden, als zou men de kleinere gemeen ten voor de zware lasten der eene grootere zuster willen laten ópdraaien. In dit verband is het om veel noo- delooze ontstemming te voorkomen of te doen verdwijnen van belang hier te memoreeren, dat de Minister van Binnen- landsche Zaken in een memorie van ant woord dezer dagen nog met klem de ver onderstelling heeft afgewezen, als zoude hij steun verleenen aan denkbeelden tot wijziging van de grenzen van groote ge meenten, waarbij de wensch zou voorzit ten om de financiën der gemeenten te verbeteren ten koste van het te annexeeren gebied Het doorslag-gevend argument voor gebiedsuitbreiding van groote ge meenten is volgens den Minister steeds de noodzakelijkheid, om ««zen de vereisch- te gelegenheid te verschaffen tot volledi ge ontpoci ng van haar werkzaamheid. Met dat spook a's zou de kleinere gemeente te betalen krijgen, wat de groo te gemeente misschien niet zelden roeke loos uitgaf mag derhalve niet langer schrik aangejaagd worden. De kleinere gemeenten zul,en betalen krijgen, zéker, doch men moet daar 1 aanstonds tégenover "stellen, dat zij oor „waar voor haar geld" zullen' krijgen. Men kan samenvoeging van gemeenten voor 't grootste deel als een1 eenvoudige koop-zaak beschouwen: dit geef je, dat krijg je. Het een móet ongeveer tegen' bet ander opwegen. En dat kan! Daar twijfelen wij geen oogenblik aan. c Maar om dit Hoor een ieder duidelijk te doen inzien, is hét noodigi, dat die kwes tie zonder Hartstocht, zonder verbittering, dus zonder.... vooroordeel onder de oogen wordt gezien. Maar bóven alles moet vast staan de goed-vaderlandsche wil: dat men wenscht mede te werken in Het algemeen en ge meenschappelijk belang en dat men zich dldrvoor wel eenige gewestelijke en (voor zeker) persoonlijke opoffering wil getroos ten. \Vordt zóó de kwestie beschouwd en wordt zij in dézen gteest behandeld, dan twijfelen wij niet, of zij' zal hier en elders op vreedzame wijze afgewikkeld kunnen worden, met het blijde gevolg, dat na verloop van eenigen tijd allen zich zelf van harte gelukWenschen met hun nieuwe gemeentelijke samenleving. DE DREIGENDE STAKING IN HET havenbedrijf. In het Jong-st verschenen nummer van „De Nationale" wordt een hoofdartikel gevyjrl aan het conflict iu de transport en havenbedanjven. De schrijver komt tot deze uitspraak: „Het conflict schijnt ons van dubbele beteekenisde staking is een uiting zoo wel van den revolutionnairen geest als van den strijd tusschen de beide socia listische groepen, de groep zonder baan tjes en die met baantjes. De revolutionnaire geest, die niet in de eerste plaats vraagt dat zij, die min der hebben wat meer zullen krijgen, maar dat aan allen, die meer hebben zooveel ontnomen zal worden, dat zij tot gelijk peil van alle anderen terugzinken. De oorlog, die de heelè wereld uit het spoor heeft getrokken, heeft ook die oude afgunst der maatschappelijk min der bekwamen of minder gelukkigen weer doen opleven, gelijk steeds in de dagen van geestelijke en sociale ontbin ding. Het is een revolutionnair avontuur, dat de havenarbeiders, straks onder Troel stra's leiding, staan te ondernemen. Daarom is het de plicht van allen, die een revolutie een ramp achten, mede te helpen om het avontuur te doen mie- lukken. Er moet nu gestreden worden, tot het eind. De autorititen hebben te zorgen, gereed te zijn en de burgerij moet zich opmaken ontberingen geduldig te dra gen, zoo noodig, zelf het werk van de stakers over te nemen." Men kiest niet vóór of tégen de stakers partij, maar tegen of vóór ons maatschap pelijk samenstel. Een misverstand!? Het nieeningsverfcchil tusschen Engeland en Frankrijk: de ruzie, zoo men wil is niet meer te ontkennen. Officieel wordt n.m. be kend gemaakt, dat er een „misverstand" in het spet is. Dat beteek ent in parlementaire taal nooit anders dan een verstrekkend geschil. Een Reutertehgram maakte Zaterdag van Lloyd George's veranderde zienswijze over de uitleveringslijst in dezen vorm melding, dat de Britsche lórd-kanselier Lord Birkenhead Vrijdag plotseling uit Engeland kwam en den raad der ambassadeurs meedeelde, dat Lloyd George's opvatting was gewijzigd. Echter is nadien een Reuterbericbt uit Londen gekomen, zeggend, dat de geheele quaestie maar op «n misverstand berustte. De zaak was dege, dat de Fransche en Belgische lijsten niet door Engeland waren ge zien. Er was geen quaestie van een Britsche volte-face, maar alleen maakten de Britten be zwaar tegen een lijst, die zc met hadden gezien. Niemand, die van deze vergissing natuurlijk iets gelooft. Het hoofdartikel in de „Daily Chronicle," Lloyd George's lijfblad, dat wij gis teren citeerden, zei immers genoeg! En als dat nog niet voldoende is, dan zijn er de scherpzinnigste schrijvers in de Fransche bladen van gisteren wel, die het ons zoo noodig nog duidelijker maken, dat Lloyd George onder den indruk der Engelsche publieke opime is gedraald en rüets meer van <ren ultiwcrfhgs- eisch moet hebben, nu Duitsohland dreigt te weigeren en Frankrijk in die weigering nieuwen grond wil zoeken om zijn grondgebied uit te breiden. De Parijsche correspondent van het „Hbl." seinde gisteren: Men is hier (te Park's) nog weinig gerustge steld door het communique der conferentie, zeg gende dat men eenstemmig besloten heeft de lijst der schuldigen te overhandigen. De algemeene opinie is, dat de moeilijkheden wederom begin nen zullen, en dat het meeningsversdiil tusschen de Engelsche en de Fransche regeeringen op nieuw op den voorgrond zullen treden, zoodra Duitsohland de uitlevering der schuldigen defi nitief weigeren mocht. Indien Birkenhead heeft toegegven dan k'omt dat omdat men hem ver zekerd heeft dat bet Dmtsche volk zich niet interesseert voor de quaestie, en dat de agitatie^ uitgaande van de militaristische en pan- Gei ui anti sche kringen daar geen weerklank vindt. Men voegde er bij, dat de regeering Ebert die eerst de protesten aangemoedigd heeft, thans bang geworden is voor den omvang der beweging, en daarom vergunning heeft ge- geren aan de onafhankelijke socialistische bladert tot verschijnen om de campagne van de overige pers tegen te werken. Indien inderdaad Birken head heeft toegegeven onder den invloed dezer redeneeringen, dan zijn nieuwe oneen igheden waarschijnlijk, indien het Duitsche antwoord af wijzend mocht zijn. De felste kritiek op de houding van Lloyd George geeft Pertinax in de „Echo de Paris" schrijvende: „Eind goed al goed. Maar de voortdurende veranderlijkheid van Lloyd George is onrustbarend. Wat kan hij in casu beweren? Alle clausules van de berechting van den keizer, van schuldige Duitschers enz., zijn van hem afkomstig. Waarom desavoueert hij thans zijn werk? Men beweert dat de namen der schuldigen hem niet zijn meegedeeld; welk een praatje! De waarheid is dat bij de laatste verkiezingen de patrotische cliëntele het door loopend gewenscht achtte tc roepen: „Wilhelm aan den galg'' en „de laatste cent uit Duitsche beurzen," thans maakt de patriotische diëntele zich van hem los en nu zoekt hij andere en ver andert daarom zijn programma". Pertinax be sluit met zijn meening te herhalen, dat het ver drag zeer onvoldoende is, maar dat men ten minste aan de ui tvoering zeer zorgvuldig de band moet houden en compensaties eischen, telkens ais Duitschland het niet kan of wil uitvoeren. De „Matin" spreekt thans ook de meening uit, dat het niet verstandig is de uitlevering te eischen van Hindenburg, Ludendorff, Bethmann Hollweg, omdat dit Duitschland de gelegenheid geeft de onmogelijkheid der uitlevering in te roe pen. Men had alleen moet vragen de feitelijke misdadigers, 'die gestolen, verbrand, geviokerd hebben; spreekt men in zake de uitlevering van den ex-keizer van onmogelijkheid, het is min stens even onmogelijk zich Hindenburg te laten uitleveren die te Cassel zit, als Wilhelm die te Amerongen is.'' Andere bladen vooral de socialis tische onderstrepen Lloyd George's capitulatie voor de arbeidersbeweging, die hem oogenblik- kelijk groote ongerustheid inboezemt. De inhoud der lijst» Naar vernomen wordf, is de uitieverings- liist 190 pagina's dik. Zij bevat in enkele gevalW ook het bewijsmateriaal tegen de oeschuldigóen. Zeer kort zijn de Polen. Zij schriiven achter de nïmen slechts een paar woorden, b.v. „plundering" of „moora". De tnge.schen hebben bij de marine-oiuciercn. alleen geschreven „duikbootoorlog". De franschen ziin het uitvoerigst, maar niet het vriendelijkst. Hindenburg en Ludendorff moeten uitgeleverd worGen wegens de ver nieling van Noord-Frankrijk. De Duitsche regeering heeft de geruchten ao£ niet tegengesproken, dat zij in verband met den emstigen tijd, de groaaslagen,waar op deze regeering is gebouwd, wil uituretden. (Hetgeen wel zai willen zeggen, dat natio- naal-liberalpn en conservatieven in de regee- nner worden opgenoemn. Red.) De officieele lijst verschilt bijna niet van de reeds gepubliceerde. Zoodra de identiteit is vastgesteld van de personen, wier uitleve ring wordt verlangd, wordt hun hiervan me- dedeeline gedaan. Demonstraties te wachten. Het Woiff-bureau meldt: De nationale ver gadering van Bremen protesteert diep veront waardigd tegen de uitlevering. De studentPJI van alle hoogescaoien te Munchen veklaren vastbesloten te zijn degenen, wier uitlevering wordt gevraagd, té beschermen. Deze week zal te Berliin e«i groote protesimeeting wor den gehouaen. Wolffherichten maken verder nog melding van een groote betooging der vereemging van Duitsche beroepssoldaten, van protesten van dpn Brandenburger partijdag oer Duitscn- democatische partij, van den opperpresident der provincie Brandenburg en van de Prui sische academie van wetenschappen, Dinsdag zal in den voortuin der Universiteit van Berlijn een protestvergadering worden ge houden. waaraan docenten en studenten van alle Berlijnsche hoogescholen uitgenoodigd worden deel te nemen. De vroegere groother tog van Hessen heeft in een brief aan den voorzitter van de afdeeling Hessen der Duit- een wilden ruk uit zijn vroeselijkea toe stand van machtelooe'ieiCl ^Prijzende, toen hij zich zijn kracht hergeven zag, greep hij een riem en sloeg he onwelkome ver schijning op het hoold, maar net ruwe houten voorwerp .g|eed or den man heen alsof hij geheel uit damp bestond, en nu ontdekte hij dat het zijn geest was. Lichtgrijzen wolken joegen langs de bleeke maan, die, als Zij enjteie rn^len zichtbaar werd, ©co r?f, tigo klip met haar schijnsel bestraalde, daarheen werd hij door den storm voor (gezweept. Nu was zijn doodvonnis geteekend, geen macht die hem weerhouden kon, het kleine vaartuig werd zoo aanstonds tegen het rotsgevaarte verpletterd, en hij vond zijn eraf in zee. Al nader kwam het gevaar Hoe zon hij het nog pntwijkeil- Hij wilde om hulp schreeuwen, maar het scheen hem of zijn keel werd toegeknepen, en wie zou h©m hooren op dat uitgestrekte en ko kende waterveld? Zwarte monsters hieven hun gedrochtelijke koppen uit zee op en staarden hem dof en sufferig aan. Het bloed scheen hem in de aderen te stollen. Plotseling werden zijne angstige blikken afgewend naar een zeker punt,' waar diei maan een hooge baar met haar zilvieren licht bescheen. Pi© wit gekuif de golf kwam nader en nader, en toen hij haar duidelijker onderscheiden kon, bleek het een menschejijke gedaante, nog een oogenblik en haar omtrekken werden zui verder. Nu zag hij, dat het een vrouw was, heerlijk schoon als zich een engel laat denken. Langzaam s.chreed zij voort, zij zweefde meer dan zij liep. O welk een liefelijke hemdsche blik. Welk een heer lijk schoon gelaat. Haar wezenstrekken kwamen hem zoo bekend voor. ja, hij kende haar zeker. Zij strekte hare handen over de brieschende kolken uit, de wind nam af, de zee werd stil, en de grijnzende gedrochten verdwenen in het diep. Eens klaps overzweefde zij met de snelheid der gedachte de ruimte welke haar nog van hem verwijderd hield, en nu zij, van hem verwijderd hield, en nu zij voor hem stond, zag hij dat het zijn Laura was zijne onvergetelijke Laura. Met hare albasten hand streek zij over Zijne oogleden, zoo zacht, zoo liefelijk, als ware zij van fluweel. Een gebiedende blik naar het rotsgevaarte deed het op eens verdwij nen. De zee verkreeg geheel het voorko men van een kabbelend water door lacnen de groene oevers omzoomd. De maan ver dween voor de als van goud stralende zon, welke aan de oosterkim verrees, en alles om hem heen werd kalm, liefelijk en aangenaam, toen wilde hij Laura om vatten en aan zijn hart drukken, maar ziji ontweek hem en gaf hem door een afkeu rend teeken te kennen, dat zoo iets niet mocht zijn. Nu begreep bij dat zij een rei- gocGt was ci3n hot stof ontbondon, dat zij in hoógere kringen leefde, maar ne dergedaald was om hem te troosten, en hij niet waardig was haar aan te raken. Blin kend werd haar gelaat, als sneeuw hare wit te kleederen, en door gouden wolken om geven, rees zij omhoog, loen riep hij, „Laura Laura, Laura, verlaat mij met meer, o, Iaat ik zijn waar gij verblijft". Een hevige slag °P de dein devd hem plotseling ontwaken Lharles had herhaal de keeren aangeklopt, maar geen ant woord gekregen, zoodat hij ach genood zaakt zag op krachtiger wijze van zijn aanwezen kennis te geven, en zijn laatst geklop behaalde de overwinning. „Ho© kunt ge die deur toch sluiten of zij nooit weer open moestriep hij zijn vriend toe, „dit is zeer gevaarlijk Kom gauw, het ontbijt staat gereed, ik vdrwacht u met ongeduld, het is juist acht uur geslagen en wij moeten dadelijk VWrt"" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5