TWEEDE
[BINNEN LAND'
Medische Praatjes,
Elck wat wils
De Bouw van Middenstands»
woningen.
TREKJES CXXV.
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1920
"In den strijd om het leven, „the struggle
for life", zooals de Engelschman zegt.
neemt tegenwoordig en dat veel meer dan
vroeger het zoeken, houden en profitee-
ren van een 'behagelijke woning een eerste
plaats in, naast het zwoegen om geldelijk
gewin voor 't dagel.ksch brood.
Want verrukkelijke maannachten en zil-
verdiuppelende dauwmorgens, stralende
zonneschijn en overweldigende bandjirs mo
gen den dichters een verrukking wezen, de
moeder, die met een aantal b'.errende kin
deren om zich heen zit en straks den ver
moeiden, soms door het dagelijksch werk
prikkelbaren man wacht, voelt niets voor de
poëzie van den blooten hemel, maar ver
kiest een prozaïsch dak dat niet lekt, 'bo
ven een fonkelenden sterrenhemel.
Eu toch hoevelen zagen of zien het schrik
beeld zonder woning te komen voor oogen.
Een woning is tegenwoordig een rijkdom
een woning, die bescheiden wenschen be
vredigt, eenvoudig een luxe.
De woningtelling, die pas gehouden is,
zal zeer zeker interessante, veelzeggende,
maar reeds lang vermoede cijfers leveren
over het tekort aan woningen in alle huur
prijzen. want zelfs de dure huizen worden
tegenwoordig gesplitst in kleinere om ze
voordeeliger te kunnen vei huren.
Intusschen: er wordt gebouwd, er wordt
veel gebouwd, maar nog geruimen tijd zal
het duren voordat er van eenige ruimte in
de keuze sprake kan zijn.
Met prijzenswaardiger! spoed leggen ral
var) vereenigingen, stichtingen enz. zich tpe
op den bouw van, in hoofdzaak, arbeiders
woningen. Men behoeft daarvoor maar eens
rond te zien aan d«n zelfkant van Haarlem
en de wakkere secretaris van den Nederl.
R-K. Volksbond, de.heer Klein, vertelde ons
onlangs dat hij reeds over de dertig wo-
ningbouwvereenigingen in de verschillende
afdeelingen van den Bond had opgericht.
Het is niet te ontkennen dat deze wonin
gen machtig veel bijdragen om den wo
ningnood. ook voor niet-arbeiders, tc leni
gen. Maar een vaststaand feit is ook dat
er niet in evenredige mate aan den bouw
van duurdere woonhuizen, aan woningen
voor middenstanders gewerkt wordt. E-n
toch zijn ook deze zeer noodig voor een
goede oplossing van deze sociale behoefte.
Langen tijd werd aan den bouw van
middenstandswouingen zoo goed als niets
gedaan, omdat deze woningen, evenmin als
die van een goedkoopere soort, door parti
culieren konden worden gebouwd, tenzij met
steur, van rijk en gemeente.
En in Den Haag talmde men. Op aan
vragen om steun kreeg men geen antwoord.
Het was maar immer ,-in overweging" en
het bleek wel of men de kat eens uit den
boom wilde kijken om te zien of de oplos
sing niet met den tijd van zelf zou komen.
Deze kwam intusschen niet en eindelijk
kwam ook van rijkswege den lang verwach
ten steun voor middenstandswoningfoouw.
Er is thans steun te verkrijgen, mits ook
<?egemeente in de kosten bijdraagt en het
l'jkt ons van belang hierop te wijzen om
gegadigden den weg te wijzen hoe zij in
't bezit kunnen komen van een zij 't al geen
eigen huis. dan toch van een woning, waar
zij niet het spook van htmropzegging be
hoeven te vreezen.
De aangewezen weg hiervoor is, wan
neer men geen huis van een particulier
koopt, dat verschillende aspiranfenieuwe-
buizen-bewoners, coöperatief bouwen en
zich daarvoor vereenigen in een bouwveree-
mging, vennootschap of stichting.
Maar de vraag hoe dat moet worden aan
gepakt is voor velen zoo moeilijk, dat zij
van de onderneming al maar vast afzien.
Daarom wijzen wij met genoegen op het
pas verschenen, zeer actueele en practische
boekje „Beknopte handleiding voor bestu
ren van woningbouwvereenigingen" van het
Bureau van de Katholieke Sociale Actie te
Leiden
waarin men in den vorm van vra
gen en antwoorden alle inlichtingen en
vingerwijzingen krijgt, die voor zulk een
vereeniging noodig zijn, met modellen voor
statuten, oprichtingsakte, wijze van aanvra
gen der koninklijke goedkeuring, verzoek
schriften aan gemeenteraden, huurreglemen-
teu. In; ai overeenkomsten enz.
Wie zich voorstelt het initiatief te nemen
tot de oprichting van zoo'n vereeniging,
schaffc zich dat boekje aan.
Welke steun wordt verleend aan den
bouw van middenstandswoningen?
De Regeering, ervan overtuigd, dat ook
in het tekort aan middenstandswoningen
slechts kan voorzien worden door de huur
ders dezer woningen, waarvan de bouwkos
ten {hans ook bovenmatig hoog zijn, terwijl
de inkomens niet naar evenredigheid zijn
gestegen, heeft een regeling getroffen, waar
bij de Minister van Arbeid ten 'behoeve van
den bouw van middenstandswoningen uit
's Rijks kas aan gemeenten bijdragen kan
toekennen tot ten hoogste het drievoud van
het bedrag dat voor hetzelfde doel uit de
gemeentekas wordt beschikbaar gesteld-
De bijdragen worden alleen gegeven voor
middenstandswoningen, waarvan de huur
prijs niet overschrijdt een bedrag door den
Minister van Arbeid voor iedere gemeente
vast te stellen. Men dient dus bij zijn ge
meentebestuur te informeeren of deze huur
prijs reeds is vastgesteld en zoo ja welke die
huurprijs is." Voor Haarlem mag de huur
prijs niet hooger zijn dan f 750 per jaar.
De bedragen van het Rijk en de gemeen
te te zamen voor een bepaald bouwplan mo
gen niet meer bedragen dan het verschil
tusschen de werkelijke bouwkosten en an
derhalf maal het bedrag van de kosten, die
de uitvoering van het bouwplan in 1944
zou hebben gevorderd.
Indien derhalve de bouw van een mid
denstandswoning in 1014 zon hebben ge
kost f 5000 en thans f 12000, wordt als
bijdrage gegeven f 12000f 7500 --
f 4500, waarvan het Rijk geeft f 3375 en
de gemeente f 1125.
Behalve de bijdrage, die wordt verstrekt
a fonds-perdu, behoudens recht tot terug
vordering in bijzondere gevallen, verleent de
gemeente Haarlem een voorschot voor het
restant der bouwsom, tegen een rente over
eenkomstig die, waarvoor de gemeente geld-
leeningen aangaat, dus vermoedelijk 6 pet.
De aflossing wil Haarlem bepalen op 1 pet.
per jaar, terwijl het voorschot na 15, jaar
zal moeten worden terugbetaald-
Ook aan particuliere bouwers geeft Haar
lem momenteel nog desgewenscht steun
voor den bouw van middenstandswoningen,
waarvan de bouwkosten f 12000 of minder
bedragen Onder verschillende voorwaarden
worden gelden voorgeschoten voor den tijd
van ten hoogste 10 jaar tegen een rente
vergoeding van niet lager dan 44^ pet. Het
bedrag van dit voor te schieten geld zal,
voor zoover het noodig is voor den aan
koop van grond gelijk kunnen zijn aan de
voor dien grond te betalen koopsom, en
voor zoover noodig ter bestrijding van de
bouwkosten ten hoogste60 pet. van deze
kosten. De gelden worden verstrekt onder
eerste hypothecair verband van den grond
en de daarop te stichten woningen en op
de gebruikelijke hypothecaire voorwaarden.
Voor een bedrag gelijk aan 20 pet. der to
tale bouwkosten moet meerdere zekerheid
worden gesteld. Minstens 2 pet. moet jaar
lijks worden afgelost. Het verzoek om dit
voorschot moet aan B- en W. worden ge
daan. Daarbij moeten teekeningen. beschrij
vingen en kostenbegrooting worden overge
legd. -
Dit voor wat betreft den steun aan par
ticuliere bouwers. De hulp in dezen is niet
zoo groot als de steun, die aan vereenigin
gen wordt geboden, omdat hij. die parti
culier bouwt met gelden van de gemeente,
eigenaar wordt van het gebouwde en dit vrij
kan verkoopen, terwijl het de bedoeling is
van den minister om aan de steunregeling
de voorwaarde te verbinden, dat de gemeen
te zich voor 15 jaar het recht van naasting
voorbehoudt. -
De voorwaarden, die de Minister yan
Arbeid aan de steunregeling verbindt zijn:
dat de woningen ten minste 15 jaren
voor verhuring bestemd blijven;
dat de woningen verhuurd worden alleen
aan hen. die op grond van hun inkomen als
huurders der woningen in aanmerking ko
men;
dat naasting door ere gemeente wórdt onder
worpen aan de goedkeuring van den Mi
nister; en bepalingen, die betrekking heb
ben op de verhouding tusschen gemeente
en Minister van Arbeid.
Verder heeft Haarlem het verleenen
van voorschot afhankelijk gesteld van in
hoofdzaak dezelfde voorwaarden, waarop
aan arbeiderswoningen voorschot wordt
verleend. In hoofdzaak zijn deze voorwaar
den in wat hier voorafgaat reeds neerge
legd en betreffen voorts administratieve be
palingen.
De clausule omtrent naasting luidt aldus:
de gemeente zal te allen tijde, met goedkeu
ring van Gedep. Staten, of bij weigering,
met goedkeuring van H. M. de Koningin,
het recht hebben, alle bezittingen der stich
ting met de daarop rustende Tasten en ver
plichtingen en allo schulden gezamenlijk
over te nemen, tegen eene vergoeding ten
bedrage van het geheele kapitaal, benevens
een som van f 1000 voor liquidatiekosten.
Een andere bepaling is dat de huizen ge
bouwd moeten worden binnen de gemeente
en dat zij alken in gebruik mogen gegeven
worden aan personen die achtereenvolgens
twee jaar in Haarlem wonen of daar gedu
rende dien tijd hun werkkring hebben tre~
had.
Wij hebben ons gebaseerd op de regeling
zooals die in Haarlem bestaat, niet om
dat zii als model of ideaal i3 te beschou
wen, maar om als voorbeeld te dienen. Het
is niet alleen mogelijk, maar ook gewenscht
dat in andere gemeenten, waar deze rege
lingen nog niet bestaan en toch gewenscht
zijn. aangedrongen- wordt op de totstandko
ming daarvan.
Ten slotte een practische opmerking. Het
oprichten, rechtspersoonlijkheid geven aan
een nieuwe vereeniging enz. vraagt zorg,
tijd, moeite en brengt dikwijls teleurstel
lingen.
Wanneer een groep middenstanders zich
geroepen gevoelt een complex nieuwbouw
middenstandswoningen tot stand te bren-
brengen. is het meest practische en gemak
kelijke wei dat zij zich aansluit bij een
reeds bestaande woningbouwvereeniging.
Zoo kan b.v. aan een bestaande arbeiders-
woningbouwvereeniging zonder bezwaar een
afdeeling middenstandswoningbouw verbon
den worden met afzonderlijk bestuur, archi
tect. raadgevers enz. Dat is het geval b.v.
bij de bouwvereeniging „Patrimonium" te
Haarlem en de heer Klein, voorzitter der
woningbouwvereeniging „St. Bavo" deelde
ons mede, dat hij gaarne bereid is aan een
groep middenstanders onderdak te verlee
nen in ziin vereeniging- Ze zullen er zoo
vrij zijn als een vogeltje in de lucht. Tien
vijftien personen b.v. zouden reeds vol
doende zijn. Dit laatste geldt natuurlijk
voor Haarlem.
i'NENTING.
I.
Zooal» ik u den vorigen keer beloofd heb,
zouden wjj het thans hebben over do inenting
die van een enorme beteekenis is geworden,
zoodat ieder zioh thans in deze bewerking
moet overgeven. Immers, wil het kind de school
bezoeken, dha behoort het ingeënt te zijn,
terwijl ook de volwassenen voor het beklee-
den van verschillende betrekkingen aan dea.
verplichting moeten hebben voldaan,
AVal is nu eigenlijk de Vaccinatie?
Dit is de inenting, met koepokstof, een wijze
van behandeling, die het eerst toepassing vond,
en meer bekendheid verwierf in het jaar 1796
Voor dien tijd bestreed men op, een geheel
andere wijze de zoo beruchte pokziekta n.l.
Goor het inbrengen van frxateriaal van men-
schen-pokken. Deze methode bracht tal van
gevaar met zich mede, waarvan ik u als voor
naamste slechts wil noemen, dat men, behalve
de stoffen, waar 't om ging, ook andere even
tueels ziektekiemen overbracht.
Men sprak in dien tyd ook1 niet van vac
cinatie, doch van „Inoculatie".
Op welke wijze is men nu gekomen tot
de z.g. Koepokstof, m.a.w. tot de vaccinatie?
Onder de plattelandsbevolking was het reeds
bekend, dat tijdens het heerschen der menschen»
pekken in een landstreek, ook de koeion niet
vrjj uitgingen, doch door de pokziekte wer
den aangetast.
Zij Vertoonden dan pokpuisten aan de uiers,
tóch overigens zag firen geéii bijzóndere ziekte-1
Verschijnselen en was een hoeveelheid melk,
<fie zij leverden, niet minder dan anders. De
bóeren wisten nu te -vertellen, dat het omgaat
met deze koeien eenige bescherming Bood te
gen hel krijgen van nienscheupókken, tijdens
een epidemie. De eerste boer nu, die hét éi
op waagde zijn kunsten te beproeven op het
gebied der vaccinatie was Benjamin Jesty. Deze
poging dateert uit het jaar, 1771. Zijn vrouw
en beide zoons gebruikte hij als proefkonijntjes.
Do resultaten van deze proefneming waren
schitterend d.w.z. wat de pokziekte zelve be
trof Zijn echtgenoote evenwel liep bij zijn
pogingen een allerheftigste infectie op, van
dien aard, dat men zelfs voor haar leven vrees
de. Gelukkig echter is met de amputatie vat
den arm5 de zaak nog in 't reine gekomen et
ts zij niet het slachtoffer geworden van de
zucht naar min of meer wetenschappelijk*,
proefnemingen van haar man. Hoewel dit voor
spel nu niet direct tot navolging aanspoorde,
waren er toch af en toe menschen, roekeloozen
zoo ge wilt, die 't ook eens probeerden. De
infectie was evenwel altijd de oorzaak, dat
aan alle goede voornemens den bodem werd
ingeslagen, zoodat de groote massa niets van
deze z.g.n. voorzorgsmaatregel wilde weten, hei-
geen ons niet behoeft te venvonder en.
Evenwel zou het niet meer zoo heel lang
duren of er zou verandering in de zaak komen.
De groote Eduard Jeuner, destijds arts in
B-erkeltij, was noodig om dezen grooten om
keer teweeg te bieogen.
Ofschoon een eenvoudig plattelandsmedicus,
was deze een in alle opzichten begaafd mau.
In 't begin van zijn loopbaan had hij zich
vooral óp 't gebied der hartziekten toegelegd
en heeft hierin ook naam gemaakt in zijn lijd.
De pokken, djo nogal zijn omgeving in hcoge
mate teisterden en velen, die hein lief waren,
ter grave sleepten, begonnen ïiu niet minder
zijn aandacht te trekken. Er moest iets gedaan
woiden en hij voelde, dat dit slechts door in-
icosieven arbeid te bereiken was.
Ook den genialcn Jeuner waren de verhalen
der boerenbevolking'niet ontgaan en ofschoon
da geneeskundigs wereld er in die dagen
weinig waarde aan hechtte, sloeg hij do raad
gevingen der boertjes geenszins in den wind
Mij, als man der wetenschap, ging eens na,
wat or van aan was en of hij' ook goede gron
den hiervoor kon vinden. Jeuner had na
nog een merkwaardig geval waargenomen, nj.
dat ook' onder de paardenknechts de pokken
zich voordeden, als de paarden aan deze ziekte
iedea Wanneer de eersten zich nu ook in
den koeienstal ophielden en de koeien gingen
melken, dan was !l geenszins een zeldzaamheid
uat eok' de laatsten de pokziekten kregen. Hot
was ous vrij duidelijk, dat er een verbond be
slaan moest tusschen de pokken van mensch,
koe en paard
Ruim 20 jaar heeft Jeuner uu deze aan
doening bestuaeerd en toen eerst had hij den
moed om een menschcnleven bij zijn proei
nemingen te betrekken. Het was de 9-jarige
James Piii pps, die hij op de volgende wijze
inentte; Hij maakte met een scherp voorwerp
slechU twee lichte schrammetjes op dón arm
van hel knaapje. Het materiaal, dat hij bij
deze bewerking bezigde, ontleende hij echter
cd reet aan de koe zelf. Dit is wel zeer eigen-
azroig. Jeuner had hiervoor een menseft noodig,
dia geïnfecteerd was op een of andere wijze
Rij zijn eerste proefneming met James Phipps
was nu Sa rak Nelmes, een melkmeisje, de ge
lukkige en daar deze poging van buitengewoon
groote beteekenis zou worden voor cie ge-
heele wereld, zijn de namen van beide per
sonen hierdoor vereeuwigd.
De pokstof, waarmede James ingeënt werd,
werd onttrokken aan de pokpuisten, die Sarak
aan de handen had en die zij had opgeloopen
bij h et melken van koeien, die aan de bewuste
ziekte leden
Jeuner had nu zoodanig zijn inenting ver
richt, dat infectie gelukkig geheel en al achter
wege bleef. Hij kon dus in alle opzichten
tevreden zijn. Hij wilde echter zeker zijn van
zijn zaak en ging daarom enkele maanden later
het knaapje infectecreu met materiaal, dat in
slaat waj de pokziekte teweeg te brengen. Het
ventje reageerde er center met op, zooals
Jeuner ook verwacht had. Wij zullen nu
den volgenden keer hebben te baspreken dé
groote moeilijkheden, waarmede men ndg te
kampen heeft gehad, niet alleen van den kant
van het publiek, dk>ch ook va.n do medische
wereld, die in den beginne niéts yan deze be
handeling wilde wéten ar ook het nut er n'ó.
van in zag.
HET ONTWERP-DüUETEWET" i
Op 12 Dec. jl. zond liet .Verbond van
Ned. Fabrikanten-vereenigingen aan de
leden der Tweede Kamer een request,
itmet het verzoek het ontwerp-Duurtewet
qniet aan te nemen. Thans is door het?
Verbond een adres aan de leden dier
Kamer gezonden, waarin er op gewezen
wordt, dat inmiddels het Voorlco g Ver
slag op dit ontwerp verschenen is en
adressant daarin met greote voldoening
heeft gezien, dat vele leden zich met de
zeer diep ingrijpende voorstellen der Re-
geering niet kunnen vereenigen. De Me
morie van Antwoord der Regeer;ng kan
adressant geenszins bevredigen en de ge
dachte, dat de volharding der Regeeriag
op haar z.i- gevaarlijk standpunt er toe
zou kunnen leiden, dat het onderhavige
ontwerp wet werd, vervult hem mei groo
te zorg. Adressant heeft na zijn vroeger
uitgegeven brochure „Tegen de duurte" of
tegen den woeker opnieuw gegevens ver
zameld, voornamelijk met betrekking oj>
de analoge wetgeving in het buitenland,
en biedt deze, verwerkt in een nota, den
Kamerleden titans aan, daarbij riaii
wenscli uitsprekend, dat de Kamer de
overtuiging moge vinden, dat, in het waar
achtige belang des volks het aanhangige
wetsontwerp dient te worden verworpen.
De nota bevat naast een inleiding ecu
uiteenzeting van de profiteering act in
Engeland, waaruit, naar de meening der
stellers, blijkt, dat een onjuist gebruig
der Daurtewet wel haast onvermijdelijk
is, hetgeen ook moet blijken uit bijge
voegd perscommentaar en van liet Fran-
sche stelsel, dat, naar adre s ,nt gelooft
de voorkeur verdient Loven he: Engelsehe
WIJNKOOP'S WONING BEWAAKT.
Naar de Tribune meedeelt, scaat de wo
ning van Wijnkoop te Amsterdam nacht
en dag onder bewaking- van de politic.
David .Wijnkoop mag wei dankbaar zijn
voor deze attentie. Er wordt zonneklaar
door bewezen, dat Lij niet ais den eer
ste den beste beschouwd wordt, Niet;
iedereen valt het voorrecht te. beurt, zulk
een delicate bezorgdheid voor zijn per
soon van de zijde der autoriteiten te or
dervinden, waardoor ér zelfs vour or
gedragen wordt, dat geen nachtelijk on
heil van buiten Bavii kan genaken, daai
over de lijken der „smerissen" zo oris Da
vid, wel wat oneerbiedig, de bewakers
zii net' wcontente noemt.
David geve dus voor-taan het bewijs,
niet vcor gevoelens van erkentelijkheid
omvatbaar te wezen tegenover de over
heid die „vurige kolen" op zijn achter
hoofd verzamelt.
EEN STAALTJE VAN SOCIALISTI
SCHE WAARHEIDSLIEFDE.
Met de waarheid staat het bestuur van
het soeialistisce Nederl. Vakverbond op
voet vou oor o r.
Dat bestuur zegt o.m;
„Het N. V. V zal een f 70000 per week
ncodig hebben en deze f 70.000 moet er
komen. Dit conflict (liet conflict in de
Transportbedrijven) is het eerste conflict
)in liet land, waarbij 14 a 15000 man zijn
betrokken. Het zal mogelijk gevolgd wor
den door meerdere; wanneer de georga<-
niseerde arbeiders van Nederland niet
kunnen zorgen, dat deze strijd zoolang
kan duren als noodig is om de werk
gevers tot reëel onderhandelen te bren
gen, dan zal het stellig door meerdere
worden gevolgd. Alleen als deze strijd
een schil terende manifestatie van een
heid en offervaardigheid onzer gansclie
arbeidersbeweging ten gevolge heeft, zal
het de werkgeversvereenigingen tot be
zinning brengen.
Derhalve: arbeiders, er zullen mogelijk
meerdere conflicten-volgen. Het kan voor
onzen strijd noodzakelijk zijn.
De .voorzitter zegt echter eenige da
gen later:
„Bij de oogenblikkelijke situatie en de
machtsverhoudingen in het land zou uit
breiding van de staking niets anders be-
teekenen dan de arbeidende klasse in een
Nooit van gehoond.
Juffrouw Stillens dronk aan 't raam haar
kopie ihee. Dat deed ze al dertig jaarlang
CU nimmer was er aanleiding geweest om
van die gewoonte af te wijken.
Dan las ze de krant, die altijd onder 't
eten in de bus plofte, tot ze 't voor haar
belangrijke nieuws verorberd had, en deed
hierna 'n handwerkje.
Ze was oude vrijster en erg rijk-
Alleen met een dienstbode van haar leef
tijd bewoonde ze 't groote, ouwervvetsche
huis. dat van geslacht op geslacht was over
gegaan en 'n collectie meubelen bergde,die
menig antiquair zou doen watertanden.
Die meubelen stonden misschien al
eeuw op dezelfde plaatseerstens, omdat ze
grootendeels voor juffrouw Stillens en
jhentje met geen mogelijkheid waren te
tianteeren en de juffrouw niet van vreemd
volk m huis hield; tweedens, omdat elke
verandering in huis 'n onaangename vreem-
digheids-gewaarwording bij de twee vrouws
personen teweeg bracht, die 'n knauw gaf
111 den geregelder, sleur van alle-dagen-pre-
cies-faetzelfde.
Hoewel juffrouw Stillens zich met bijna
niemand bemoeide, interesseerde ze zich toch
wel voor de dingen, die buiten haar huis
gebeurden, al bleef die belangstelling vaak
aan de oppervlakte van haar gedachten-
gang.
Ze gaf bijvoorbeeld veel wog aan liefda
dige instellingen, waarvan ze zeker wist,
dat het geld goed werd besteed. Ontelbaar
«aien de vereenigingen en organisaties van
Wr-L welke zi' met vaste periodieke bij-
.f", scande en kwam er een nieuwe bede
hulp, buna altijd gaf juffrouw Stillens
er gehoor aanmaar vooraf informeerde ze,
°f 't geen weggegooid geld was.
Haar milddadigheid raakte met de jaren
ueJ ,d /TO1 ^koid, hetgeen tengevol
ge had, dat juffrouw Stillens vaak meer dan
naar lief was in haar dagelijksche bezig
heden werd gestoord, door het bezoek van
personen van beider kunne en uiteenloopen-
de leeftijden, die een beroep deden op haar
proefondervindelijke goedgeefsheid.
In het begin stuurde ze zoo goed als geen
dezer bêzoek(st)ers onvoldaan wegdoch toen
in den loop der tijden de stroom aanvragen
aan de deur zoodanig aanwies, dat juffrouw
pnllens er werkelijk last van had, nam ze
in een kribbige bui welke oude jongejuf
frouw heeft die wel eens niet liet besluit
niet meer aan de deur te geven en zich te
bepa.en tot de traditioneele inteekeningen,
die toch al reeds talrijk waren en gestaag
vermeerderden. Dientje kreeg de permanen
te order alle vragerij aan de deur af te wij
zen. Juffrouw Stillens had dan tevens het
bewustzijn, dat er geen ongelijke bedeeling
Plaats had en, het geld' niet in verkeerde
handen kwam..en iedereen kon wel aan de
deur komen.
Alleen moest Dientje bij elk bezoek in
formeeren naar den aard van het doel,
waarvoor men vroeg. Als de juffrouw dan
bijgeval een of andere instelling ontmoette,
waaraan ze nog niet bijdroeg, werd er naar
de „echtheid" geinformeerd en na gun-
stigen uitslag kwam de nieuwe „klant"
op de lijst der „uitverkorenen".
Deze lange inleiding was noodig, om te
constaieeren, dat juffrouw Stillens, hoe goed
ze het ook bedoelde, toch niet geheel juist
keek met haar oogenschijnlijk onfeilbaar
systeem van liefdadigheid
Ze zat dus, als op alle namiddagen, voor
t raam thee te drinken en te lezen. Om de
vier of vijf regels wierp ze een blik op de
straat, ook uit gewoontewaarom wist ze
zelf niet, want de passage was er allesbe-
talve druk. 't Was 'n stille, deftige achter-
af-straat, zooals „de juffrouw" die nooit
beter had kunnen yerlangen.
Daarom keek ze ietwat vreemd op, toen 'n
eigenaardige groep haar groot raam pas
seerde.
't Waren 'n twintig a dertig meisjes, die
allen, hetzelfde, geleed waren in 'n somber
eenvoudig pakje van bruin en zwart- De
kleinen kakelden vroolijk met elkaar.... de
gezichtjes waren wat huisaohtig bleek, maar
keken toch opgewekt. Netjes twee-aan-twee
liepen de kinderen en de rij werd gesloten
door twee nonnen.
Héé, dacht juffrouw Stillens, wat zijn dat
v°or kinderen? Geen weesjes, want die klee
ding kende ze van aHe religies, 'n Kost
school? Néé, dat 2°u wel niet. Wie zouden
°at nou toch zijn?
O ia. ik vergat nog zeggen, dat de
juffrouw één gebrek bad, tenminste voor
zoover men Jiet, voor mensch als zij, 'n
gebrek wil ïioemen. Ze was akelig nieuws
gierig en als ze 't er eenmaal op gezet had,
om van iets het naadje van de kous te we
ten, dan rustte ze niet eer. voordat ze 'f
allerlaatste en allerkleinste naadje gevon
den had.
Daarom zat ze ook nu 't hoofd in rim
pels te „prakkizeeren" over die bruine, blee-
ke meisjes met de twee ernstige nonnen
Door een bijzonder toeval werd ze echter
uit den droom geholpen.
Door 't spionnetje zag ze, dat een der
meisjes zich op 'n goedkeurende wenk van
een dei zusters van het groepje verwijder
de, dat nu in vertraagd tempo voortwan-
delde.
En warempel of zoo moest zijn
't kind kwam recht op haar huis af. 'n Zacht
aarzel-geschel klonk in de gang. Juffrouw
Stillens ging zelf naar de voordeur.
„Zoo, meisje, had je 'n boodschap?"
„Nee. juffrouw, maar 'k wou u vragen,
of u asjeblieft 'n beetje water voor me had,
we zijn aan 't wandelen."
«Zeker, lieve kind, konx maar even binnen.
'n Glaasje melk is zeker ook wel goed, hè?"
„Nou. heel graag, juffrouw."
Voorzichtig, met kleine genot-teugjes,
dronk 't meisje 'r glas melk leeg, terwijl de
juffrouw de gelegenheid waarnam, haar
nieuwsgierigheid te bevredigen.
„Waar ben jij, meisje?'
„Ik juffrouw? Bij de witte zusters."
„Bij de
„De witte zusters, jade zusters van
den Goeden Herder."
Witte zusters, Goede Herder? En wat
doe ie daar?"
,,Daar word ik grootgebracht, juffrouw."
„Kunnen je ouders dat niet doen?'
„Nee, juffrouw, me moeder is dood en
vader is niet Roomsch
,,Zoozoo.en zijn daar allemaal
van zulke kinderen?"
„Nee. juffrouwof liever ja.. ei
genlijk zijn 't allemaal kinderen alleen
meisjes, ziet u waar thuis niet goed voor
gezorgd kan wordenen kinderen, die
anders den slechten weg misschien zouden
opgaan. We leeren er van alles., en als
we grooter zijn ook "naaien en werken. De
zusters zijn wat goed voor ons."
„Maar dat kost zeker veel geld, zoo'n
opvoeding?"
"„Ik weet 't niet precies, juffrouw, maar
k geloof 'n paar gulden in de week."
„Dat kan niet-"
„la, ik heb ook al dikwijls hooren vertellen
dat 't niet kan."
„Gaaa de zusters dan nooit uit bedelen
voor 't gesticht?''
,Nee, juffrouw, we moeten afwachten, of'r
giften komen van goeie menschenen in
de kerk is 'r wel 's collecte voor ons ge
sticht."
..Dus apart gaan vragen doen ze niet?"
„Ik heb 'r tenminste nooit van gehoord."
„Zoo. zookindje."
„Ik moet weer gauw weg, juffrouw
de zusters en de anderen wachten op me."
„Zeker, kindje schrok juffrouw Stil
lens uit haar gepeins „ga maar gauw,
hoor."
,Dank*u vriendelijk, juffrouw, voor 't lek
kere glaasie melk."
„Niets te danken, hoor, lieve meid."
„Dag juffrouw."
„Dag hoe heet je?"
„Marietje."
„Mooi. dag Marictje."
Ze knikten elkander vriendelijk toe en de
juffrouw bleef met de handen in haar schoot
zitten denken.
„Zeg, Dientje" vroeg ze 'n poosje la
ter aan de oude meid „heb jij wel 's ge
hoord van - vanach. hoe hieten ze
van de witte zusters?"
Witte zusters? Ja'— wacht u 's effe
d'r is hier geloof 'k zoo'n gesticht van
daar waar vroeger de groentemarkt was.
Me broer was vroeger-ook dikwijls op de
groentemarkten als ze dan 's avonds
wat over haddenwat niet verkocht was
dan brachten ze <jat geloof 'k wel 's
naar de witte zustersmeer weet ik 'r
ook niet van. Die zusters moeten dat toen
nog erg jammer gevonden hebben, dat die
groentemarkt verplaatst werdmet zoo'n
mandie groente waren ze altijd erg blij
zei me broer wel 's
„Is 'r nooit iemand aan de deur geweest
voor dat gesticht?"
„Nooit van ze leven, juffrouw,"
Den volgenden dag ging juffrouw Stil
lens er zelf op uitNa 'n uur of drie
kwam ze terug en zei aan Dientje, dat ze
„even" bij de Witte Zusters geweest was-
's Avonds kwam de notaris om haar tes
tament te wijzigen.
Iedere maand ging de juffrouw het bs-
zoek herhalen. Alleen als 't erg koud was,
werd Dientje weggestuurd. Dan kreeg ze 'a
enveloppe mee, die nogal dik aanvoelde.
H.,