TWEEDE [BINNEN LAND' Medische Praatjes, Elck wat wils De Bouw van Middenstands» woningen. TREKJES CXXV. ZATERDAG 14 FEBRUARI 1920 "In den strijd om het leven, „the struggle for life", zooals de Engelschman zegt. neemt tegenwoordig en dat veel meer dan vroeger het zoeken, houden en profitee- ren van een 'behagelijke woning een eerste plaats in, naast het zwoegen om geldelijk gewin voor 't dagel.ksch brood. Want verrukkelijke maannachten en zil- verdiuppelende dauwmorgens, stralende zonneschijn en overweldigende bandjirs mo gen den dichters een verrukking wezen, de moeder, die met een aantal b'.errende kin deren om zich heen zit en straks den ver moeiden, soms door het dagelijksch werk prikkelbaren man wacht, voelt niets voor de poëzie van den blooten hemel, maar ver kiest een prozaïsch dak dat niet lekt, 'bo ven een fonkelenden sterrenhemel. Eu toch hoevelen zagen of zien het schrik beeld zonder woning te komen voor oogen. Een woning is tegenwoordig een rijkdom een woning, die bescheiden wenschen be vredigt, eenvoudig een luxe. De woningtelling, die pas gehouden is, zal zeer zeker interessante, veelzeggende, maar reeds lang vermoede cijfers leveren over het tekort aan woningen in alle huur prijzen. want zelfs de dure huizen worden tegenwoordig gesplitst in kleinere om ze voordeeliger te kunnen vei huren. Intusschen: er wordt gebouwd, er wordt veel gebouwd, maar nog geruimen tijd zal het duren voordat er van eenige ruimte in de keuze sprake kan zijn. Met prijzenswaardiger! spoed leggen ral var) vereenigingen, stichtingen enz. zich tpe op den bouw van, in hoofdzaak, arbeiders woningen. Men behoeft daarvoor maar eens rond te zien aan d«n zelfkant van Haarlem en de wakkere secretaris van den Nederl. R-K. Volksbond, de.heer Klein, vertelde ons onlangs dat hij reeds over de dertig wo- ningbouwvereenigingen in de verschillende afdeelingen van den Bond had opgericht. Het is niet te ontkennen dat deze wonin gen machtig veel bijdragen om den wo ningnood. ook voor niet-arbeiders, tc leni gen. Maar een vaststaand feit is ook dat er niet in evenredige mate aan den bouw van duurdere woonhuizen, aan woningen voor middenstanders gewerkt wordt. E-n toch zijn ook deze zeer noodig voor een goede oplossing van deze sociale behoefte. Langen tijd werd aan den bouw van middenstandswouingen zoo goed als niets gedaan, omdat deze woningen, evenmin als die van een goedkoopere soort, door parti culieren konden worden gebouwd, tenzij met steur, van rijk en gemeente. En in Den Haag talmde men. Op aan vragen om steun kreeg men geen antwoord. Het was maar immer ,-in overweging" en het bleek wel of men de kat eens uit den boom wilde kijken om te zien of de oplos sing niet met den tijd van zelf zou komen. Deze kwam intusschen niet en eindelijk kwam ook van rijkswege den lang verwach ten steun voor middenstandswoningfoouw. Er is thans steun te verkrijgen, mits ook <?egemeente in de kosten bijdraagt en het l'jkt ons van belang hierop te wijzen om gegadigden den weg te wijzen hoe zij in 't bezit kunnen komen van een zij 't al geen eigen huis. dan toch van een woning, waar zij niet het spook van htmropzegging be hoeven te vreezen. De aangewezen weg hiervoor is, wan neer men geen huis van een particulier koopt, dat verschillende aspiranfenieuwe- buizen-bewoners, coöperatief bouwen en zich daarvoor vereenigen in een bouwveree- mging, vennootschap of stichting. Maar de vraag hoe dat moet worden aan gepakt is voor velen zoo moeilijk, dat zij van de onderneming al maar vast afzien. Daarom wijzen wij met genoegen op het pas verschenen, zeer actueele en practische boekje „Beknopte handleiding voor bestu ren van woningbouwvereenigingen" van het Bureau van de Katholieke Sociale Actie te Leiden waarin men in den vorm van vra gen en antwoorden alle inlichtingen en vingerwijzingen krijgt, die voor zulk een vereeniging noodig zijn, met modellen voor statuten, oprichtingsakte, wijze van aanvra gen der koninklijke goedkeuring, verzoek schriften aan gemeenteraden, huurreglemen- teu. In; ai overeenkomsten enz. Wie zich voorstelt het initiatief te nemen tot de oprichting van zoo'n vereeniging, schaffc zich dat boekje aan. Welke steun wordt verleend aan den bouw van middenstandswoningen? De Regeering, ervan overtuigd, dat ook in het tekort aan middenstandswoningen slechts kan voorzien worden door de huur ders dezer woningen, waarvan de bouwkos ten {hans ook bovenmatig hoog zijn, terwijl de inkomens niet naar evenredigheid zijn gestegen, heeft een regeling getroffen, waar bij de Minister van Arbeid ten 'behoeve van den bouw van middenstandswoningen uit 's Rijks kas aan gemeenten bijdragen kan toekennen tot ten hoogste het drievoud van het bedrag dat voor hetzelfde doel uit de gemeentekas wordt beschikbaar gesteld- De bijdragen worden alleen gegeven voor middenstandswoningen, waarvan de huur prijs niet overschrijdt een bedrag door den Minister van Arbeid voor iedere gemeente vast te stellen. Men dient dus bij zijn ge meentebestuur te informeeren of deze huur prijs reeds is vastgesteld en zoo ja welke die huurprijs is." Voor Haarlem mag de huur prijs niet hooger zijn dan f 750 per jaar. De bedragen van het Rijk en de gemeen te te zamen voor een bepaald bouwplan mo gen niet meer bedragen dan het verschil tusschen de werkelijke bouwkosten en an derhalf maal het bedrag van de kosten, die de uitvoering van het bouwplan in 1944 zou hebben gevorderd. Indien derhalve de bouw van een mid denstandswoning in 1014 zon hebben ge kost f 5000 en thans f 12000, wordt als bijdrage gegeven f 12000f 7500 -- f 4500, waarvan het Rijk geeft f 3375 en de gemeente f 1125. Behalve de bijdrage, die wordt verstrekt a fonds-perdu, behoudens recht tot terug vordering in bijzondere gevallen, verleent de gemeente Haarlem een voorschot voor het restant der bouwsom, tegen een rente over eenkomstig die, waarvoor de gemeente geld- leeningen aangaat, dus vermoedelijk 6 pet. De aflossing wil Haarlem bepalen op 1 pet. per jaar, terwijl het voorschot na 15, jaar zal moeten worden terugbetaald- Ook aan particuliere bouwers geeft Haar lem momenteel nog desgewenscht steun voor den bouw van middenstandswoningen, waarvan de bouwkosten f 12000 of minder bedragen Onder verschillende voorwaarden worden gelden voorgeschoten voor den tijd van ten hoogste 10 jaar tegen een rente vergoeding van niet lager dan 44^ pet. Het bedrag van dit voor te schieten geld zal, voor zoover het noodig is voor den aan koop van grond gelijk kunnen zijn aan de voor dien grond te betalen koopsom, en voor zoover noodig ter bestrijding van de bouwkosten ten hoogste60 pet. van deze kosten. De gelden worden verstrekt onder eerste hypothecair verband van den grond en de daarop te stichten woningen en op de gebruikelijke hypothecaire voorwaarden. Voor een bedrag gelijk aan 20 pet. der to tale bouwkosten moet meerdere zekerheid worden gesteld. Minstens 2 pet. moet jaar lijks worden afgelost. Het verzoek om dit voorschot moet aan B- en W. worden ge daan. Daarbij moeten teekeningen. beschrij vingen en kostenbegrooting worden overge legd. - Dit voor wat betreft den steun aan par ticuliere bouwers. De hulp in dezen is niet zoo groot als de steun, die aan vereenigin gen wordt geboden, omdat hij. die parti culier bouwt met gelden van de gemeente, eigenaar wordt van het gebouwde en dit vrij kan verkoopen, terwijl het de bedoeling is van den minister om aan de steunregeling de voorwaarde te verbinden, dat de gemeen te zich voor 15 jaar het recht van naasting voorbehoudt. - De voorwaarden, die de Minister yan Arbeid aan de steunregeling verbindt zijn: dat de woningen ten minste 15 jaren voor verhuring bestemd blijven; dat de woningen verhuurd worden alleen aan hen. die op grond van hun inkomen als huurders der woningen in aanmerking ko men; dat naasting door ere gemeente wórdt onder worpen aan de goedkeuring van den Mi nister; en bepalingen, die betrekking heb ben op de verhouding tusschen gemeente en Minister van Arbeid. Verder heeft Haarlem het verleenen van voorschot afhankelijk gesteld van in hoofdzaak dezelfde voorwaarden, waarop aan arbeiderswoningen voorschot wordt verleend. In hoofdzaak zijn deze voorwaar den in wat hier voorafgaat reeds neerge legd en betreffen voorts administratieve be palingen. De clausule omtrent naasting luidt aldus: de gemeente zal te allen tijde, met goedkeu ring van Gedep. Staten, of bij weigering, met goedkeuring van H. M. de Koningin, het recht hebben, alle bezittingen der stich ting met de daarop rustende Tasten en ver plichtingen en allo schulden gezamenlijk over te nemen, tegen eene vergoeding ten bedrage van het geheele kapitaal, benevens een som van f 1000 voor liquidatiekosten. Een andere bepaling is dat de huizen ge bouwd moeten worden binnen de gemeente en dat zij alken in gebruik mogen gegeven worden aan personen die achtereenvolgens twee jaar in Haarlem wonen of daar gedu rende dien tijd hun werkkring hebben tre~ had. Wij hebben ons gebaseerd op de regeling zooals die in Haarlem bestaat, niet om dat zii als model of ideaal i3 te beschou wen, maar om als voorbeeld te dienen. Het is niet alleen mogelijk, maar ook gewenscht dat in andere gemeenten, waar deze rege lingen nog niet bestaan en toch gewenscht zijn. aangedrongen- wordt op de totstandko ming daarvan. Ten slotte een practische opmerking. Het oprichten, rechtspersoonlijkheid geven aan een nieuwe vereeniging enz. vraagt zorg, tijd, moeite en brengt dikwijls teleurstel lingen. Wanneer een groep middenstanders zich geroepen gevoelt een complex nieuwbouw middenstandswoningen tot stand te bren- brengen. is het meest practische en gemak kelijke wei dat zij zich aansluit bij een reeds bestaande woningbouwvereeniging. Zoo kan b.v. aan een bestaande arbeiders- woningbouwvereeniging zonder bezwaar een afdeeling middenstandswoningbouw verbon den worden met afzonderlijk bestuur, archi tect. raadgevers enz. Dat is het geval b.v. bij de bouwvereeniging „Patrimonium" te Haarlem en de heer Klein, voorzitter der woningbouwvereeniging „St. Bavo" deelde ons mede, dat hij gaarne bereid is aan een groep middenstanders onderdak te verlee nen in ziin vereeniging- Ze zullen er zoo vrij zijn als een vogeltje in de lucht. Tien vijftien personen b.v. zouden reeds vol doende zijn. Dit laatste geldt natuurlijk voor Haarlem. i'NENTING. I. Zooal» ik u den vorigen keer beloofd heb, zouden wjj het thans hebben over do inenting die van een enorme beteekenis is geworden, zoodat ieder zioh thans in deze bewerking moet overgeven. Immers, wil het kind de school bezoeken, dha behoort het ingeënt te zijn, terwijl ook de volwassenen voor het beklee- den van verschillende betrekkingen aan dea. verplichting moeten hebben voldaan, AVal is nu eigenlijk de Vaccinatie? Dit is de inenting, met koepokstof, een wijze van behandeling, die het eerst toepassing vond, en meer bekendheid verwierf in het jaar 1796 Voor dien tijd bestreed men op, een geheel andere wijze de zoo beruchte pokziekta n.l. Goor het inbrengen van frxateriaal van men- schen-pokken. Deze methode bracht tal van gevaar met zich mede, waarvan ik u als voor naamste slechts wil noemen, dat men, behalve de stoffen, waar 't om ging, ook andere even tueels ziektekiemen overbracht. Men sprak in dien tyd ook1 niet van vac cinatie, doch van „Inoculatie". Op welke wijze is men nu gekomen tot de z.g. Koepokstof, m.a.w. tot de vaccinatie? Onder de plattelandsbevolking was het reeds bekend, dat tijdens het heerschen der menschen» pekken in een landstreek, ook de koeion niet vrjj uitgingen, doch door de pokziekte wer den aangetast. Zij Vertoonden dan pokpuisten aan de uiers, tóch overigens zag firen geéii bijzóndere ziekte-1 Verschijnselen en was een hoeveelheid melk, <fie zij leverden, niet minder dan anders. De bóeren wisten nu te -vertellen, dat het omgaat met deze koeien eenige bescherming Bood te gen hel krijgen van nienscheupókken, tijdens een epidemie. De eerste boer nu, die hét éi op waagde zijn kunsten te beproeven op het gebied der vaccinatie was Benjamin Jesty. Deze poging dateert uit het jaar, 1771. Zijn vrouw en beide zoons gebruikte hij als proefkonijntjes. Do resultaten van deze proefneming waren schitterend d.w.z. wat de pokziekte zelve be trof Zijn echtgenoote evenwel liep bij zijn pogingen een allerheftigste infectie op, van dien aard, dat men zelfs voor haar leven vrees de. Gelukkig echter is met de amputatie vat den arm5 de zaak nog in 't reine gekomen et ts zij niet het slachtoffer geworden van de zucht naar min of meer wetenschappelijk*, proefnemingen van haar man. Hoewel dit voor spel nu niet direct tot navolging aanspoorde, waren er toch af en toe menschen, roekeloozen zoo ge wilt, die 't ook eens probeerden. De infectie was evenwel altijd de oorzaak, dat aan alle goede voornemens den bodem werd ingeslagen, zoodat de groote massa niets van deze z.g.n. voorzorgsmaatregel wilde weten, hei- geen ons niet behoeft te venvonder en. Evenwel zou het niet meer zoo heel lang duren of er zou verandering in de zaak komen. De groote Eduard Jeuner, destijds arts in B-erkeltij, was noodig om dezen grooten om keer teweeg te bieogen. Ofschoon een eenvoudig plattelandsmedicus, was deze een in alle opzichten begaafd mau. In 't begin van zijn loopbaan had hij zich vooral óp 't gebied der hartziekten toegelegd en heeft hierin ook naam gemaakt in zijn lijd. De pokken, djo nogal zijn omgeving in hcoge mate teisterden en velen, die hein lief waren, ter grave sleepten, begonnen ïiu niet minder zijn aandacht te trekken. Er moest iets gedaan woiden en hij voelde, dat dit slechts door in- icosieven arbeid te bereiken was. Ook den genialcn Jeuner waren de verhalen der boerenbevolking'niet ontgaan en ofschoon da geneeskundigs wereld er in die dagen weinig waarde aan hechtte, sloeg hij do raad gevingen der boertjes geenszins in den wind Mij, als man der wetenschap, ging eens na, wat or van aan was en of hij' ook goede gron den hiervoor kon vinden. Jeuner had na nog een merkwaardig geval waargenomen, nj. dat ook' onder de paardenknechts de pokken zich voordeden, als de paarden aan deze ziekte iedea Wanneer de eersten zich nu ook in den koeienstal ophielden en de koeien gingen melken, dan was !l geenszins een zeldzaamheid uat eok' de laatsten de pokziekten kregen. Hot was ous vrij duidelijk, dat er een verbond be slaan moest tusschen de pokken van mensch, koe en paard Ruim 20 jaar heeft Jeuner uu deze aan doening bestuaeerd en toen eerst had hij den moed om een menschcnleven bij zijn proei nemingen te betrekken. Het was de 9-jarige James Piii pps, die hij op de volgende wijze inentte; Hij maakte met een scherp voorwerp slechU twee lichte schrammetjes op dón arm van hel knaapje. Het materiaal, dat hij bij deze bewerking bezigde, ontleende hij echter cd reet aan de koe zelf. Dit is wel zeer eigen- azroig. Jeuner had hiervoor een menseft noodig, dia geïnfecteerd was op een of andere wijze Rij zijn eerste proefneming met James Phipps was nu Sa rak Nelmes, een melkmeisje, de ge lukkige en daar deze poging van buitengewoon groote beteekenis zou worden voor cie ge- heele wereld, zijn de namen van beide per sonen hierdoor vereeuwigd. De pokstof, waarmede James ingeënt werd, werd onttrokken aan de pokpuisten, die Sarak aan de handen had en die zij had opgeloopen bij h et melken van koeien, die aan de bewuste ziekte leden Jeuner had nu zoodanig zijn inenting ver richt, dat infectie gelukkig geheel en al achter wege bleef. Hij kon dus in alle opzichten tevreden zijn. Hij wilde echter zeker zijn van zijn zaak en ging daarom enkele maanden later het knaapje infectecreu met materiaal, dat in slaat waj de pokziekte teweeg te brengen. Het ventje reageerde er center met op, zooals Jeuner ook verwacht had. Wij zullen nu den volgenden keer hebben te baspreken dé groote moeilijkheden, waarmede men ndg te kampen heeft gehad, niet alleen van den kant van het publiek, dk>ch ook va.n do medische wereld, die in den beginne niéts yan deze be handeling wilde wéten ar ook het nut er n'ó. van in zag. HET ONTWERP-DüUETEWET" i Op 12 Dec. jl. zond liet .Verbond van Ned. Fabrikanten-vereenigingen aan de leden der Tweede Kamer een request, itmet het verzoek het ontwerp-Duurtewet qniet aan te nemen. Thans is door het? Verbond een adres aan de leden dier Kamer gezonden, waarin er op gewezen wordt, dat inmiddels het Voorlco g Ver slag op dit ontwerp verschenen is en adressant daarin met greote voldoening heeft gezien, dat vele leden zich met de zeer diep ingrijpende voorstellen der Re- geering niet kunnen vereenigen. De Me morie van Antwoord der Regeer;ng kan adressant geenszins bevredigen en de ge dachte, dat de volharding der Regeeriag op haar z.i- gevaarlijk standpunt er toe zou kunnen leiden, dat het onderhavige ontwerp wet werd, vervult hem mei groo te zorg. Adressant heeft na zijn vroeger uitgegeven brochure „Tegen de duurte" of tegen den woeker opnieuw gegevens ver zameld, voornamelijk met betrekking oj> de analoge wetgeving in het buitenland, en biedt deze, verwerkt in een nota, den Kamerleden titans aan, daarbij riaii wenscli uitsprekend, dat de Kamer de overtuiging moge vinden, dat, in het waar achtige belang des volks het aanhangige wetsontwerp dient te worden verworpen. De nota bevat naast een inleiding ecu uiteenzeting van de profiteering act in Engeland, waaruit, naar de meening der stellers, blijkt, dat een onjuist gebruig der Daurtewet wel haast onvermijdelijk is, hetgeen ook moet blijken uit bijge voegd perscommentaar en van liet Fran- sche stelsel, dat, naar adre s ,nt gelooft de voorkeur verdient Loven he: Engelsehe WIJNKOOP'S WONING BEWAAKT. Naar de Tribune meedeelt, scaat de wo ning van Wijnkoop te Amsterdam nacht en dag onder bewaking- van de politic. David .Wijnkoop mag wei dankbaar zijn voor deze attentie. Er wordt zonneklaar door bewezen, dat Lij niet ais den eer ste den beste beschouwd wordt, Niet; iedereen valt het voorrecht te. beurt, zulk een delicate bezorgdheid voor zijn per soon van de zijde der autoriteiten te or dervinden, waardoor ér zelfs vour or gedragen wordt, dat geen nachtelijk on heil van buiten Bavii kan genaken, daai over de lijken der „smerissen" zo oris Da vid, wel wat oneerbiedig, de bewakers zii net' wcontente noemt. David geve dus voor-taan het bewijs, niet vcor gevoelens van erkentelijkheid omvatbaar te wezen tegenover de over heid die „vurige kolen" op zijn achter hoofd verzamelt. EEN STAALTJE VAN SOCIALISTI SCHE WAARHEIDSLIEFDE. Met de waarheid staat het bestuur van het soeialistisce Nederl. Vakverbond op voet vou oor o r. Dat bestuur zegt o.m; „Het N. V. V zal een f 70000 per week ncodig hebben en deze f 70.000 moet er komen. Dit conflict (liet conflict in de Transportbedrijven) is het eerste conflict )in liet land, waarbij 14 a 15000 man zijn betrokken. Het zal mogelijk gevolgd wor den door meerdere; wanneer de georga<- niseerde arbeiders van Nederland niet kunnen zorgen, dat deze strijd zoolang kan duren als noodig is om de werk gevers tot reëel onderhandelen te bren gen, dan zal het stellig door meerdere worden gevolgd. Alleen als deze strijd een schil terende manifestatie van een heid en offervaardigheid onzer gansclie arbeidersbeweging ten gevolge heeft, zal het de werkgeversvereenigingen tot be zinning brengen. Derhalve: arbeiders, er zullen mogelijk meerdere conflicten-volgen. Het kan voor onzen strijd noodzakelijk zijn. De .voorzitter zegt echter eenige da gen later: „Bij de oogenblikkelijke situatie en de machtsverhoudingen in het land zou uit breiding van de staking niets anders be- teekenen dan de arbeidende klasse in een Nooit van gehoond. Juffrouw Stillens dronk aan 't raam haar kopie ihee. Dat deed ze al dertig jaarlang CU nimmer was er aanleiding geweest om van die gewoonte af te wijken. Dan las ze de krant, die altijd onder 't eten in de bus plofte, tot ze 't voor haar belangrijke nieuws verorberd had, en deed hierna 'n handwerkje. Ze was oude vrijster en erg rijk- Alleen met een dienstbode van haar leef tijd bewoonde ze 't groote, ouwervvetsche huis. dat van geslacht op geslacht was over gegaan en 'n collectie meubelen bergde,die menig antiquair zou doen watertanden. Die meubelen stonden misschien al eeuw op dezelfde plaatseerstens, omdat ze grootendeels voor juffrouw Stillens en jhentje met geen mogelijkheid waren te tianteeren en de juffrouw niet van vreemd volk m huis hield; tweedens, omdat elke verandering in huis 'n onaangename vreem- digheids-gewaarwording bij de twee vrouws personen teweeg bracht, die 'n knauw gaf 111 den geregelder, sleur van alle-dagen-pre- cies-faetzelfde. Hoewel juffrouw Stillens zich met bijna niemand bemoeide, interesseerde ze zich toch wel voor de dingen, die buiten haar huis gebeurden, al bleef die belangstelling vaak aan de oppervlakte van haar gedachten- gang. Ze gaf bijvoorbeeld veel wog aan liefda dige instellingen, waarvan ze zeker wist, dat het geld goed werd besteed. Ontelbaar «aien de vereenigingen en organisaties van Wr-L welke zi' met vaste periodieke bij- .f", scande en kwam er een nieuwe bede hulp, buna altijd gaf juffrouw Stillens er gehoor aanmaar vooraf informeerde ze, °f 't geen weggegooid geld was. Haar milddadigheid raakte met de jaren ueJ ,d /TO1 ^koid, hetgeen tengevol ge had, dat juffrouw Stillens vaak meer dan naar lief was in haar dagelijksche bezig heden werd gestoord, door het bezoek van personen van beider kunne en uiteenloopen- de leeftijden, die een beroep deden op haar proefondervindelijke goedgeefsheid. In het begin stuurde ze zoo goed als geen dezer bêzoek(st)ers onvoldaan wegdoch toen in den loop der tijden de stroom aanvragen aan de deur zoodanig aanwies, dat juffrouw pnllens er werkelijk last van had, nam ze in een kribbige bui welke oude jongejuf frouw heeft die wel eens niet liet besluit niet meer aan de deur te geven en zich te bepa.en tot de traditioneele inteekeningen, die toch al reeds talrijk waren en gestaag vermeerderden. Dientje kreeg de permanen te order alle vragerij aan de deur af te wij zen. Juffrouw Stillens had dan tevens het bewustzijn, dat er geen ongelijke bedeeling Plaats had en, het geld' niet in verkeerde handen kwam..en iedereen kon wel aan de deur komen. Alleen moest Dientje bij elk bezoek in formeeren naar den aard van het doel, waarvoor men vroeg. Als de juffrouw dan bijgeval een of andere instelling ontmoette, waaraan ze nog niet bijdroeg, werd er naar de „echtheid" geinformeerd en na gun- stigen uitslag kwam de nieuwe „klant" op de lijst der „uitverkorenen". Deze lange inleiding was noodig, om te constaieeren, dat juffrouw Stillens, hoe goed ze het ook bedoelde, toch niet geheel juist keek met haar oogenschijnlijk onfeilbaar systeem van liefdadigheid Ze zat dus, als op alle namiddagen, voor t raam thee te drinken en te lezen. Om de vier of vijf regels wierp ze een blik op de straat, ook uit gewoontewaarom wist ze zelf niet, want de passage was er allesbe- talve druk. 't Was 'n stille, deftige achter- af-straat, zooals „de juffrouw" die nooit beter had kunnen yerlangen. Daarom keek ze ietwat vreemd op, toen 'n eigenaardige groep haar groot raam pas seerde. 't Waren 'n twintig a dertig meisjes, die allen, hetzelfde, geleed waren in 'n somber eenvoudig pakje van bruin en zwart- De kleinen kakelden vroolijk met elkaar.... de gezichtjes waren wat huisaohtig bleek, maar keken toch opgewekt. Netjes twee-aan-twee liepen de kinderen en de rij werd gesloten door twee nonnen. Héé, dacht juffrouw Stillens, wat zijn dat v°or kinderen? Geen weesjes, want die klee ding kende ze van aHe religies, 'n Kost school? Néé, dat 2°u wel niet. Wie zouden °at nou toch zijn? O ia. ik vergat nog zeggen, dat de juffrouw één gebrek bad, tenminste voor zoover men Jiet, voor mensch als zij, 'n gebrek wil ïioemen. Ze was akelig nieuws gierig en als ze 't er eenmaal op gezet had, om van iets het naadje van de kous te we ten, dan rustte ze niet eer. voordat ze 'f allerlaatste en allerkleinste naadje gevon den had. Daarom zat ze ook nu 't hoofd in rim pels te „prakkizeeren" over die bruine, blee- ke meisjes met de twee ernstige nonnen Door een bijzonder toeval werd ze echter uit den droom geholpen. Door 't spionnetje zag ze, dat een der meisjes zich op 'n goedkeurende wenk van een dei zusters van het groepje verwijder de, dat nu in vertraagd tempo voortwan- delde. En warempel of zoo moest zijn 't kind kwam recht op haar huis af. 'n Zacht aarzel-geschel klonk in de gang. Juffrouw Stillens ging zelf naar de voordeur. „Zoo, meisje, had je 'n boodschap?" „Nee. juffrouw, maar 'k wou u vragen, of u asjeblieft 'n beetje water voor me had, we zijn aan 't wandelen." «Zeker, lieve kind, konx maar even binnen. 'n Glaasje melk is zeker ook wel goed, hè?" „Nou. heel graag, juffrouw." Voorzichtig, met kleine genot-teugjes, dronk 't meisje 'r glas melk leeg, terwijl de juffrouw de gelegenheid waarnam, haar nieuwsgierigheid te bevredigen. „Waar ben jij, meisje?' „Ik juffrouw? Bij de witte zusters." „Bij de „De witte zusters, jade zusters van den Goeden Herder." Witte zusters, Goede Herder? En wat doe ie daar?" ,,Daar word ik grootgebracht, juffrouw." „Kunnen je ouders dat niet doen?' „Nee, juffrouw, me moeder is dood en vader is niet Roomsch ,,Zoozoo.en zijn daar allemaal van zulke kinderen?" „Nee. juffrouwof liever ja.. ei genlijk zijn 't allemaal kinderen alleen meisjes, ziet u waar thuis niet goed voor gezorgd kan wordenen kinderen, die anders den slechten weg misschien zouden opgaan. We leeren er van alles., en als we grooter zijn ook "naaien en werken. De zusters zijn wat goed voor ons." „Maar dat kost zeker veel geld, zoo'n opvoeding?" "„Ik weet 't niet precies, juffrouw, maar k geloof 'n paar gulden in de week." „Dat kan niet-" „la, ik heb ook al dikwijls hooren vertellen dat 't niet kan." „Gaaa de zusters dan nooit uit bedelen voor 't gesticht?'' ,Nee, juffrouw, we moeten afwachten, of'r giften komen van goeie menschenen in de kerk is 'r wel 's collecte voor ons ge sticht." ..Dus apart gaan vragen doen ze niet?" „Ik heb 'r tenminste nooit van gehoord." „Zoo. zookindje." „Ik moet weer gauw weg, juffrouw de zusters en de anderen wachten op me." „Zeker, kindje schrok juffrouw Stil lens uit haar gepeins „ga maar gauw, hoor." ,Dank*u vriendelijk, juffrouw, voor 't lek kere glaasie melk." „Niets te danken, hoor, lieve meid." „Dag juffrouw." „Dag hoe heet je?" „Marietje." „Mooi. dag Marictje." Ze knikten elkander vriendelijk toe en de juffrouw bleef met de handen in haar schoot zitten denken. „Zeg, Dientje" vroeg ze 'n poosje la ter aan de oude meid „heb jij wel 's ge hoord van - vanach. hoe hieten ze van de witte zusters?" Witte zusters? Ja'— wacht u 's effe d'r is hier geloof 'k zoo'n gesticht van daar waar vroeger de groentemarkt was. Me broer was vroeger-ook dikwijls op de groentemarkten als ze dan 's avonds wat over haddenwat niet verkocht was dan brachten ze <jat geloof 'k wel 's naar de witte zustersmeer weet ik 'r ook niet van. Die zusters moeten dat toen nog erg jammer gevonden hebben, dat die groentemarkt verplaatst werdmet zoo'n mandie groente waren ze altijd erg blij zei me broer wel 's „Is 'r nooit iemand aan de deur geweest voor dat gesticht?" „Nooit van ze leven, juffrouw," Den volgenden dag ging juffrouw Stil lens er zelf op uitNa 'n uur of drie kwam ze terug en zei aan Dientje, dat ze „even" bij de Witte Zusters geweest was- 's Avonds kwam de notaris om haar tes tament te wijzigen. Iedere maand ging de juffrouw het bs- zoek herhalen. Alleen als 't erg koud was, werd Dientje weggestuurd. Dan kreeg ze 'a enveloppe mee, die nogal dik aanvoelde. H.,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5