TWEEDE BLAD
HET witte huis.
buitenland
taS&SÏÏÏÏt™KaX"""\dat
FEUILLETON
DINSDAG 17 FEBRUARI 1920
fL-Hg30^
Augustinus Josephus Gallier
foor de genade Gods en de gunst van den
Apostolischen Stoel
BISSCHOP VAN HAARLEM
aan de Geestelijkheid en de
Geloovigen in ons Bisdom
Zaligheid in den Heer,*
De uitleveringskwestie.
GEMENGDE BUITENL BERICHTEN.
Griep te .W'eenen.
Huisprelaat van Z.Hden Paus, A B i tent-
Bisschop bij den Pauselijken Troon,
In Onzen Vastenbrief van het vorige jaar,
honden Wij met vreugde vaststellen, B.G.,
hat er onder onze Ge oovigen veel goeds wordt
gedaan, en bij de korte opsomming van dat
vele goede roemden. Wij erop, dat de vrij
gevigheid voor allerlei liefdewerken van jaar
tot jaar groeit. Dit nu is in het afgeloopen
jaai schitterender dan ooit in het licht getre-
len voor het nieuwe Seminarie zijn groote
offergaven opgebracht, voor den nood in de
Midden-Rijken van Europa steeg de collecte
in Onze kerken op het leest van Onnoozelé
Kinderen gehouden, tot een nimmer gehoorde
loog te, en buiten die kerk- ollectcn om
worden nog dooi werkgevers en werknemers
reusachtige sommen bijeengebracht, zoodat
Wij, nog meer dan ten vorigen jare, alle reden
hebben, om Onze vreugde uit te spreken en
U Onzen mnigen dank te betuigen.
Maar v^n den ecnen kant blijven ondanks
Uwe vrijgevigheid die nooden nog voortdurend
bestaan, en van den anderen kant komt daar
nu nog bij de nood m ons eigen vaderland
door de buitengewone overstroomingen, zoo-
Wij met slechts reden hebben om te roe-
en en te danken, maar ook om U erop te
ijzen, dat God blijkbaar nog meer van U
brf^' ■Uaarom besloten Wij in dezen Vasten
et eens een kleme beschouwing te ge en
"ver de Christelijke leer aangaande de stof fe
ll e goederen dezer aarde en het gebruik dat
Makeii*^11' vol8ens det woord Gods, moeten
Het spreekt vanzelf, dat het bezit van die
goederen, weike op onrechtvaardige wijze zijn
verkiegen, aan den bezitter geen enkel recht
geven om ze te behouden, of naar eigen keuze
er over te beschikken. Het zich verrijken b. v.
hetzij dool woenet m den handel, waarbij niet
zoozeer ei^en werkzaamheid als wel de nood
van anderen de bron van verdiensten was,
hetzij door h t onthouden van het rechtmatig
loon aan den arbeider, is goed beschouwd
slechts een andere vorm van diefstal, waar
door men nooit het beschikkingsrecht over
die goederen verkrijgen kan.
Het onthouden van het rechtvaardig loon aan
den arbeider wordt een wraakroepende zonde
genoemu in de H. Schriftuur de H. Jacobus
i "Pastei getuigt :„Zie het loon der werk-
üen, "lat door U is achtergehouden,
schreeuwt, en nun geschrei ïstotdeoorenvan
den Heer der Heerscharen gekomen." Om
dat dit nu een zoo aiseliuwelijk kwaad is, zal
deze zonde wel met met bewustheid en met
opzet bedreven door wie nog eenig mensche-
lijk gevoel bezitmaar toch vreezen Wij, -dat
ie zeilzucht wel menigen werkgever zoozeer
vei blindt, dat hij, te veel denkend aan zich
zeiven en aan zijne werkelijke of vermeende
beboetten, en te weirug aan de werkelijke be-
zdne werklieden en daardoor deze
toekomt, e» z.d,
m deze van alle schuld vrij te rijn.En dteve£
keerde opvatting wordt niet weinig bevor
derd door de zoozeer verspreide overtuiging
dat de werkheden van hun kant hunne be
hoeiten opdrijven en hunne eisehen te hoog
steüen, en misbruik makend van hunne krach
tige orgamsatiën deze te hoog opgevoerde
eisehen afdwingen. Als in zoove re dit in-
deruaad het geval is, maken ook dezen zich
schuldig aan het onrechtmatig verkrijgen
van die aardsche goederen, en zouden zij
zelf medeplichtig kunnen worden aan de
zonden der werkgeversdaarom vermanen
Wij beiden, eens ernstig in zich zelve te tre
den en op dit punt hun geweten goed te on-
hoop, onze verwach-
ons nu w<i[ r*let teleurgesteld, wilt ge 't
een loopje m«©r?e^en dat wij zoo eventjes
„Zeker wü gnomen?"
aangedaan, ,,,maar «i ^twoordde Eduard
geen sprake van vergeven ,*ÏLnÏÏSd
te van mijn© zijde een 'd^SSrT
6b0"d op, en zijne hand aan
den heer Chanülgois reikende, zeide hij:
„Ontvang, mijnheer, mijn innigen dank
voor al hetgeen gij aan mijne goede vrien
din hebt gedaan. De Hemel zal uwe tee-
dere en belangelooze zorgen beloonen.
Ho© gelukkig zou ik mij rekenen zoo ik
u «enigszins kon vergelden". De dokter
wild© echter niets van eenige dankbaar
beid weten, maar werd door de zeer be
grijpelijke vrees geplaagd dat hij thans
ïijne pleegdochter spoedig zou moeten
missen. Hij schudde zijn collega echter
hartelijk de hand en zeide met een glim-
derzoeKen, want "belden kunnen zich onrecnt-
matige behoeften scheppen door al te groote
genotzucht, en als wij letten op de levenswijze
van zoo menigeen onder allerlei standen, dan
kan bij ons geen twijfel bestaan, dat hier aan
beide zijden door velen wordt gezondigd.
Wat het tweede middel betreft, door Ons
genoemd, om op onrechtvaardige wijze rijker
te worden, den woeker in den handel, daarover
in de meening zoo algemeen- verspreid, dat
het nagenoeg onmogelijk is aan die mecning
allen grond te ontzeggen. Toen eeuwen gele
den; nog vóór Christus, na de burgeroorlogen
in de Romeinschc Republiek, een rijkaard
zich op zijn schatten beroemde, antwoordde
hem, volgens een schrijver van dien tijd, een
eenvoudig man :„Hoe kunt gij een rechtscha
pen mensch zijn, gij, die thans zoo groote
rijkdommen bezit, terwijl gij nauwelijks iets
van uw vader geërfd hebt De eenvoudige
man, die deze vraag stelde, was een heiden,
en toch deed alleen reeds zijn natuurlijk
rechtvaardigheidsgevoel hem twijfelen, of
dat rijk-worden tijdens de nooden van den
oorlog wel rechtvaardig kon worden geacht.
Hoeveel te meer zal thans de Christen, die
onder dezelfde omstandigheden zijn bezit op
ongewone wijze vermeerderd ziet, zich zelden
die vraag moeten stellen, ofschoon de christe
lijke liefde verbiedt dat een ander hem die
vraag voorlegt. Wij althans durven niemand
in het bijzonder van dit kwaad beschuldigen,
zelfs niet in het algemeen zeggen, dat er
door velen onder ons wel zal gezondigd zijn
door woeker, maar wel durven Wij beweren
en dat doen Wij bij dezeri dat een ieder,
die in deze tijden buitengewone winsten heeft
gemaakt, reden heeft voor een ernstig gewe
tensonderzoek op dit punt.
Maar zelfs over de op geoorloofde ivijze
verkregen goederen hebben wij niet de onaf
hankelijke beschikking. „Meum est argentum
et meum est aurum, dicit Dominus", zoo
sprak de Profeet Aggaeus :„Mij is het zilver
en Mij is het goud, zegt de Heer" en de Psal
mist laat den Heer spreken Mij behoort het
aardrijk en zijne volheid". Alle goederen dus
danken wij aan God, Die ons het leven gaf
uit rijke ouders, of onzen eigen arbeid heeft
gezegend, zonder welken zegen wij ze nooit
verkrijgen konden die goederen blijven dus
altoos een gave van God, welke wij volgens
Zijne verordening moeten gebruiken. De goe
de God, die al Zijne kinderen liefheeft, wil
voor allen zorgen, opdat allen hunne voor
naamste zorg zouden besteden voor het Rijk
Gods en de gerechtigheid, en daarom werpt
Hij de goederen dezer wereld rechtstreeks aan
de eenen toe, en door de bemiddeling van
dezen aan de anderen, opdat geen enkele mis
sen zou wat de Hemelsche Vader weet, dat
hij noodig heeft. De rijken zijn dus minder
eigenaars van goud en zilver, wat aan God
blijft behooren, maar veeleer God's rentmees-
sters, die daarvan natuurlijk allereerst voor
zich zeiven en voor hun geazin gebrui; mogen
maken, maar ze vervolgens in Zijnen naam
voor alle andere stoffelijke en geestelijke
behoeften moeten best3eden.
Welk eene heelijke roeping, in den naam
van God en in Zijne plaats Zijne gaven uit te
deelenIn het Oude Verbond, waar God alles
wettelijk had geregeld voor Zijn volk, en waar
in Zijn plaats rechters waren aangeste.d, om,
vooral de behuettigen tegen alle onrecht te
beschermen, liet Hij tot die rechters door den
Psalmist Asaph zeggen :„Ik sprak, goden
zijt gij" en dit woord werd later door Chris
tus zelf bekrachtigd, toen Hij tot de Joden
zeide Staat er dan niet geschreven in uwe
wet, Ik sprak, goden zijt gij
en Hij voegde daaraan toe, dat de H. Schrilt
met kan falen :„Non potest solvi Scriptura".
Alzoo weiden die mannen, omdat zij in Gods
naam en in Zijn plaats Zijn bescherming ver
ieenden, goden genoemd en aldus kan, om
dezelfde reden en met hetzelfde recht, op de
rijken dezer wereld die godspraak worden
toegepastgoden zijt gij. Inderdaad, wanneer
gij uwen plicht begrijpt en vervult, vertegen
woordigt gij overal, waar behoeften bestaan
en worden gelenigd, Gods Voorzienigheid.
„Wanneer gij uwen plicht begrijpt-en ver
vult" zoo zeggen Wij, want het is met
slechts 'n begeerlijke eer voor u, dat gij in
Gods plaats moogt optreden, maar het is ook
een strenge plicht. De Apostel Paulus leert
het ons zoo uitdrukkelijk mogelijk, als Hij
aan zijn leerling Timotheus schrijft :„Beveel
aan de rijken dezer wereld, gaarne te geven."
De Apostel en daarop maken Wij U vooral
opmerkzaam zegt niet aan zijn leerling,
en in hem dus aan alle priesters, die zielzorg
hebben, dat zij aan rijken moeten verzoeken,
liefdadig te zijn, maar dat zij het hun moeten
bevelen, met andere woorden, als een plicht
moeten voorhoudenhij zegt niet, dat de
rijken tenslotte na lang bedelen zich eraf moe
ten maken met iets te geven, maar dat zij
gaarne moeten gevenen dit zal hun tenslotte
gemakkelijker vallen, wanneer zij het niet
slechts als een plicht beschouwen, maar als
een eer, als de eer Gods vertegenwoordigers,
Goden te zijn.
Wij zijn wel een weinig bevreesd, B. G., dat
vele priesters er tegen opzien, om desnoods
zoo bevelend op te treden en den rijken
lach, welke de meeste zelfvoldoening te
kennen gaf.
„Bet doet mij oprecht genoegen dat
mijn© verwachting van de ontmoeting tus
schen u beiden niet beschaamd is gewor
den. Alle middelen had ik reeds be
proefd om mijne patiënte te doen spreken,
doch tevergeefs, het is nu gebleken dat ik
gelijk had, toen ik beweerde dat een on
verwachte en hevige schok haar weer
tot haar zelve brengen moest".
Elduard Roest-el wendde zich nu tot
zijn vriend (Marles om hem zijn dank te
betuigen voor de deelneming welke hij
hem in de beproevingen zijns levens
had betoond en de verstandige wijze waar
op hij de zaken geleid had. Zijn vriend
wild© hier evenmin iets van weten, maar
veerde hem plagend te gemoet.
„'Wij hebben dokter Koestel toch maar
knaphandig om den tuin geleid."
„Dat hebt ge", was het antwoord, „doch
zoo wil een ieder bedrogen zijn". Laura
di© in «en gemakkelijke houding een eind
van d© tafel verwijderd zat, had het ge
sprek in stille aandacht gehoord, zonder
echter een woord mede te spreken. Een
Wiank dien zij Eduard gaf, deed den jonk-
man^ naar haar toesnellen. „Geleid mij,
als 't u belieft, eens even naar den dot
ter",. fluisterde zij hem toe.
dezer wereJd dezen pilcht niet genoegzaam
voorhouden; maar dan durvenWij ook vragen:
maakt gij den pristers dit bevel niet si te
zwaar door te weinig toeschietelijkheid
Wij weten, dat er vooral onder de meest-
vermogenden zijn, die het den prister euvel
duiden, wanneer hij bescheiden verzoekt,
vooral als hij laat blijken, dat er niet naar
vermogen gegeven wordt; en dientengevolge
schieten misschien beiden te kort in hun
plicht, door den Apostel beiden opgelegd de
priester, omdat hij bevreesd is te bevelen, en
de rijke omdat hij niet genoeg en niet gaarne
geeft. Daarom willen Wij niet verzwijgen, wat
Asaph, na in Gods naam gezegd te hebben
„goden zijt gij", er op laat volgen Vos
autem sicut homines moriemini" „goden zijt
gij, maar als menschen zult gij sterven En
dan wordt zijn bedreiging werkelijkheid
„God staat in de vergadering der goden,
en in hun midden spreekt Hij over die goden
recht", dat zij de eer hun toegedacht, met
hebben begrepen, niet hebben gewaardeerd,
en daarom hun plicht hebben verzuimd, en
dat door dit plichtverzuim zooveel lichame
lijke en geestelijke nood niet genoegzaam
gelenigd is. i
O 1 laten wij toch begrijpen, B. G., hoe de
eer van uitdeelers te zijn van Gods gaven, met
te duur wordt gekocht voor wat goud en
zilver, dat ons bovendien toch eens voorgoed
ontvalt bij den dood, en dat wij, als een
nooit te verliezen winst kunnen bewaren,
alleen sdoor het om te zetten in de onvergan
kelijke vérdiensten van de liefdadigheid, ter
eere en ter liefde Gods beoefend.
En nu wij, B. G., weer den heilzamen tijd
van de Vasten ingaan, mogen Wij U herinne
ren aan het woord, dat de Engel Raphael
sprak tot Tobias, als een aanmoediging om
te volharden in de deugden, die hij steeds
beoefend had :T,Gocd is gebed met vasten, en
beter de aalmoes dan het opleggen van schat
ten gouds". Beoefent ook Gij die deugden,
die wij te vervullen hebben ten opzichte van
God, van ons zeiven en van onzen evennaaste,
blijft aalmoezen geven en weldadig zijn tegen
over Uwe evenmenschen, en wel zooals Tobias
zeide tot zijn zoon :„Hebt Gij veel, geef over
vloedig, hebt gij weinig, tracht ook van het
weinige bereidvaardig mede te deelen ver
sterft U door de vasten- en onthoudingswet
ten der H. Kerk te onderhouden, maar vooral
door te strijden tegen de voortdurend meer
om zich heen grijpende genotzucht en het
najagen van wereldsche genoegens; blijft
bidden, om daartoe de kracht van God te
verkrijgen, en U zelveii door dien innigen
omgang met God steeds meer te heiligen. Be
gint daarmede ernstig in dezen zoozeer tot
ernst stemmenden Vastentijd, maat laat het
bij dat begin niet blijven, doch volhardt er
mede, volhardt ten einde toe, blijft offervaar
dig en gaarne geven, blijft U zeiven blijmoe
dig versterven, met een onwankelbaar ver
trouwen bidden tot God en niet alleen voor
U zeiven, maar ook voor zoovelen, die het
bidden of nooit geleerd of vergeten hebben
en voor wie het gebed toch juist daarom zoo
noodig is: de ongeloovigen en de zondaars;
bidden voor de z o ernstige nooden van dezen
tijd, die Kerk en maatschappij bedreigen,
idden voor alleen aan wie gij verplichtingen
hebt, voor uwe tijdelijke en geestelijke Over
heden, voor onzen H. Vader den Paus, en
voor onze geliefde Koningin en haar konink
lijk Huis. en vergeet dan bij uw gebea ook
uwe priesters en Ons niet.
En zal dit Ons herderlijk schrijven, op den
Zondag Quinquagesima, in alle tot Ons Bis
dom behoorende kerken, alsmede in de kapel
len waarover een Rector is aangesteld, op de
gebruikelijke wijze worden voorgelezen.
Gegeven te HAARLEM, den 9den Feb. '20.
AUGUSTINUS JOSEPHUS,
Bisschop van Haarlem.
Op last van Z. D. Hoogwaardigheid,
L. Westerwoudt, Secretaris.
Daar do Vastenbrief van onzen
Hoogwaardigen Bisschop slechts ten halve
en ongecorrigeerd in een deel onzer vorige
oplage kon worden opgenomen, plaatsen
wij hem heden in zijn geheel.
Frankrijk haalt bakzeil.
Een zeer belangrijk bericht konden wij gisteren
nog in een deel van onze oplage opnemen:
„De geallieerden, aldus seinde Reuter, hebben
toegestaan, dat de oorlogsmisdadigers terecht zul
len staan voor Duitsche rechtbanken. Indien de
opgelegde straffen onvoldoende zijn. behouden de
geallieerden zich het reent voor Duitschland te
doen boeten voor het niet naieven van het
vredesverdrag."
Ziedaar dus de gevolgen van het verwachte
compromis. De verstandige staatslieden in Enge
land, Amerika en Italië, zagen m, dat een vol-
Hij voldeed aan haar vertangen door
haar aan haar oeaue schouders op te
beuren en bracht haar zoo op de p^aatö
waar zij weosckte. sijii.
,-,Mijnheer Chanülgois sprak zij aange
daan ©n met eenige inspanning, „ik weet
niet in welke bewoordingeil u mjjn
dank moet betuigen vqor al hetgeen ik
bij u heb mogen genieten, zoowel als
voor d© vele bemoeiingen welke ge u
voor mij hebt getroost
De dokter vlei baar in de rede met da
woorden:
„Geef u toch niet de minste moeite
om ©enige fraaie woorden te kiezen wel
ke uwe erkentelijkheid uitdrukken, ik
houd mij hier in nnjn jlart van over.
tuigd. Wat mij echter meer spijt, is,
dat gij zeker reeds plannen gemaakt hebt
om mij spoedig te verlaten, want nu gij
©ene moeder gaat ^terugvinden, houd ik
op uw vader te zijn
„Ik zal u", sprak Laura, terwijl zich
hare oogen opnieuw met tranen vulden,
„indien ik u dien naam voortdurend mag
geven, altijd mijn vader heeten, de red
der van mijn leven, de hersteller van
mijn geluk, de menschlievende man,, aan
wien ik alles te danken heb, zijt en blijft
g© in eeuwigheid".
Die dokter, was een dier lichthartige,
harden bij dtn tdhevcringsésdh é'mstïgé toestan
den In Daitsc&Land revolutie, regeeringscrisis
en den nasleep van dien ten gevolge zou hebben
en dus gaven zij te kennen van de betreffende
bepaling in bet vredesverdrag niet te willen
weten. Lloyd George viel te juister tijd om en
liet Franarijk alleen staan. De nieuwe Fransche
regeering schijnt eieren voor baar geld gekozen
te hébben en zoo kwam ten slotte de bovenstaan
de beslissing. Hadden wij een compromis ver
wacht, dat men zóó ver zou gaan om de uitleve
ring in het geheel op te geven, dat bad wel
niemand verwacht.
Van Fransche zijde geeft men nu aan bet aver
stof gaan een zoo guiistig mogelijke uitlegging.
Volgens de „Petit Parisien'' wordt in de nota
aan Duitschland in zake die oorlogsmisdadigers
geen vermindering aangebracht in bet aantal der
schuldigen noch wordt er een onderscheid ge
maakt tusschen de schuldigen. In de nota wordt
alleen gezegd tegen Duitschland: Gij voert het
verdrag niet, wij vestigen hierop uw aandacht.
Gij hebt den wensch te kennen gegeven de mis
dadigers zeli te berechten. Dat is niet ia strijd
met de bepalingen van het vredesverdrag. Wij
zullen aan de rechtszittingen en vervolgingen
geen deel nemen. Wij zullen zien wat gij doet en
we zullen wachten tot we zien wat uw resultaten
zijn.
In de nota wordt dus geen afstand gedaan van
het recht om in de toekomst de noodige stappen
te doen. De geallieerden zullen er van afzien om
aan de rechtshandeling in Duitschland dee) te
nemen en d. w. z. dat zc dus ook geen goedkeu
ring geven aan eenig tegen de „misdadigers'" in
Leipzig of elders te wijzen vonnis.
Nu ja. als de eisch maar van de baan ia; dat
is dc hoofdzaak!
(Hedenochtend meldt Reuter uit Londen,
dat de tekst van de nota is gepubliceerd. Zij is
door Lloyd George onderteekend. De inhoud
komt overeen met het bovenstaande reiaa6 van
de „Petit Parisien.")
DE TURKSCHE QUAESTIE.
Volgens een draadloos bericht uit Lyon, geeft
de „Temps" een overzicht van den stand van het
Turksche vraagstuk. Aanvankelijk was er te
Parijs eenig meeningsverscliiUtusschen Franscben
en Britten, omdat de laatsten wenschen dat de
beprékingen te Londen zouden plaats hebben. Ten
slotte werd gesloten, dat de grondslagen voor bet
vredesverdrag roet Turkije te Londen zouden
worden besproken, maar dat de vergaderingen
waarin de definitieve besluiten zouden moeten
worden genomen te Parijs zullen plaats hebben.
Bij de eerste intergeallieerde conferenties over
de (ftiaestie van Konstantinopel waren de Britten
er voor om de Turken uit Europa te verdrijven,
terwijl de Franscben den wensch koesterden
de Mohamedaansche bevolkingen in hun kolo
niën niet te grieven en dus er de voorkeur aan
gaven den Zieken Man ia het oude Byzantium
te laten. Maar vervolger» kwam er een merk
waardige keer in de meeningen der geallieerden.
De Britten, die eerst eenstemmig waren in bun
wensch om den Turk uit Europa te verdrijven,
veranderden van meening en aanvaarden vrijwel
allen het Fransche standpunt, terwijl terzelfder
tijd de Franschen naar bet scheen niet meer 200-
veel voor de verdediging van den Sultan gevoel
den. Er schijnt nu een vriendschappelijke over
eenstemming bereikt door de aanvaarding van
een oplossing, die niet tot uiterste maatregelen
zal leiden.
ENGELAND! EN FRANKBUK.
Reuter mekte, <Jat de Fransche minister-presi
dent Mitlerand, vergezeld van Mar sal, minister
van financiën, Loeiden per extra-trein heeft ver
laten.
De minister-president heeft Heb zeer voldaan
verklaard over het resultaat der gehouden bespre
kingen. De betrekkingen tusschen Engeland en
Frankrijk kunnen niet beter zijn; er bestaat vol
komen overeenstemming. De lucht is helder, er
zijn geen wolken.
NOORWEGEN EN DtE VOLKENBOND.
De bladen te Christiania publiceeren een uit
treksel van een voorstel van de Regeering van
Noorwegen aan het Storthing betreffende de toe
treding van Noorwegen tot den Volkenbond.
Her voorstel brengt eerst de volgende bezwaren
tegen toetreding naar voren: nJ. onvolledige ver
wezenlijking van de reebtsgedaebte in het voiken-
bondstatuuL De oorlog blijft een geoorloofd mid
del van de politiek. Noorwegen zou als Hd van
den Volkenbond in oorlog gewikkeld kunnen
worden; In zekere gevallen onvoorwaardelijke
deelneming aan economische dwangmaatregelen
tegen andere staten.
Toch zijn er overwegende redenen vóór toe
treding. Het volkenbondstatuut overweegt zelf
de mogelijkheid van verbeteringen; het geeft
den leden economische en politieke voordeden.
De weg, aangegeven voor het oplossen van in
ternationale conflicten is een vooruitgang. Waa
neer Noorwegen niet toetreedt, wordt zijne in
ternationale stelling onzeker en moeilijk.
Van belang is, hoe de houding van al de an
dere Scandinavische staten zal zijn. Het meeste
gewicht in de schaal legt het feit, dat bet vormen
van volkenbond de mogelijkheid voor het af
schaffen van den oorlog beduidt.
Noorwegen moet mee arbeiden aan de verbete
ring van de verhoudingen tusschen de volkeren.
vroolijke Fransehen, die niet gaarne laten
blijken dat zij aangedaan zijn, hij poogde
daarom zijne ontroering zooveel mogelijk
te 'verbergen. Töch had hij zijn zijden
foulard noodig om een verraderlijken traan
welke hem tegen zijn zin in de oogen
kwam, weg te wisechen, doch zeide, om
d© aandacht van het gevreesde point al
te leiden.
„Ik kan zeer goed bemerken dat ik
oud wordt, mijn oogen gevoelen bij' het
avondlicht altijd zulk een onaangename
prikkeling, welk een afkeer ik ar ook
van heb, ik zal mij genoodzaakt zien
voortdurend een bril te dragen". Toen
stond hij op, geleidde Laura naar haar
stoel terug en vervolgde:
„Gij zult nog niet zoo spoedig vertrek
ken, wel?" Daarop greep hij hare ver
stijfd© handen en zeide
„Deze moet ge ook nog tot uw dienst
hebben vóór gij mij verlaat".
„Zou er eenig uitzicht op bestaan?"
vroeg Laura met een hoopvollen blik.
„.Zeker klonk zijn antwoord, „de schok
dezen morgen bij u teweeggebracht zal
hierop ook ten gunstigste werken. De om
loop van uw bloed zal er meer geregeld
door worden en uw zenuwgestel verster
king ontvangen door uw herboren staat
van geluk en welvaart*"
r Van gewicht ll verandering van hef <35r*r'
spronkeaijke verdrag, waardoor neutrale state»,
die anmiddel'Hjk toetreden tegenover Jater toetre
dende een voordeel wordt gegeven.
De houding van Amerika ie natuurlijk van be.
lang, mag echter op de beslissing geen invloed
hebben. De Regeering raadt daarom aan, toe te
treden.
DE TOESTAND VAN OOSTENRIJK
Een draadloos bericht uit Lyon meldt
dat de raad van gezanten onder voorzit
terschap van Cam bon zich met den nood
toestand van Oostenrijk heeft bezig ga-
h ouden. D© reeds vroeger tot alle ge
allieerde landen gerichte oproep om hun
aandacht te wijden aan den tragischen
toestand van Oostenrijk en op de nood
zakelijkheid van dit land te hulp te ka
men, zal worden herhaald.
Naar uit Parijs wordt gemeld, heeft in
de gisteren gehouden avondzitting van het
organise., roite comité, der commisae vaa
herstel, waaraan de Staa. g .retarissen
Reisch en Loewenfeld deelnamen, de Ame-
rikaansche gedelegeerde verklaard dat de
commissie O 8 cnrijk wil helpen. Ook de
Amerikaansche regeering stelt het hoog
ste belang in het Uostemv s _ie probleem'
en miskent den ernst van den to e ai
niet. .Van de 505 miliioen dollars, dj© voor
ceülraal-Europa bestemd zijn, zal het
grootste gedeelte .Oostenrijk worden toe
gezegd. De Eugelscne vertegenwoordiger
uitte de bereidwillig van Engeland om na
goedkeuring van de credieten door het
Amerikaansche Congres, een bedrag te
verstrekken, dat de helft zoo groot zal
zijn als dat, hetwelk het Congres zal goed,-
keuren.
ONRUST IN IERLAND
De „Prèss. Aa ociation" meldt dat Vrij-
dagnaciit een trrin, die geweren vervoer
de bij Dublin door een troep mannen
is aangevallen. Jj©ze nadien vau te voren
reeds den einwacüter dooogescnoteu. Er
vielen revoiverscn0ten, drie sommen wer
den gegooid. Een korporaal van net e«;
corte werd gewond, 'ren gevolge van de
duisternis wwt het niet mogelijk op de
aanvallers te vuren, die in ue uuu.i a
ontsnapten.
Een ander Reutertelegram seint, dat on
geveer .40 gewapende, gemaskerde man
nen gisteren een politiekazerne aanvie
len in de buurt van Dundalk, die door
zes politieagenten was bezet. Er werden
bommen geworpen. Het levennige geveent
duurde drie uur, totdat eene verschrik
kelijke ontploffing het geoouw vernieiue.
Vier poiitie-agenten weroen onuer net
puin begraven. De aanvallers staakten
daarop hun aanval en namen alle ammu
nitie en wapens mede. Er werden geen
arrestaties gedaan. De pourieagenten zijn
in een hospitaal opgenomen.
AVILSON DtttEiGT ZiCH TERUG TE
TREKKEN.
Pertinax meldt uit Londen aan de Echo
de Paris:
Een onverwachte gebeurtenis: Wilson
heeft het gebruik van het woord terug
gekregen. Hij nceft zich er met mee te
vreden gesteld, Lansing, zijn .z'.ssecre-
taris, weg te zenden op een toon, die
een Rus. a ae despoot nimmer bezigae te
genover een minister, die zich aan de
grootste joutea nad schuldig gemaakt; hij
heeft zich ook gemengd in üe zaken'der
conferentie van Lomien.
In een nota, gericüt tot de Fransche
Britecne en Italiaansche regeeringen door
bemiddeling van den ambassadeur der v.
8. te Parijs, Wallace, die Zaterdagmorgen
te Londen is aangekomen, verklaart net
hoofd van den Amerikaanschen staat, dat
hij zich t«n aanzien der Aariatischje quaes-
^tie houdt aan het standpunt, vervat in
de nota, die op 9 December j.L aoor
de .V. 8„ Engeland en Frankrijk tot Italië
is gericht. Hij heeft de epic a ;g der
Adriatische quaestie, in geno^mue nota
aangegeven, vergeleken met net ontwerp
van een compromis, dat Frankrijk en En
geland op 20 Januari aan Euid-diavië heb
ben meegedeeld, en Jiy a tot de conclusiie
gekomen, dat dit ontwerp teveel van da
nota verschilt. Hij voor zich houdt zidh
aan don tekst van December: dat is de
uiterste grens zijner com e ies. Als men
met zijn staEdpunt geen rekening houdt,
dreigt hij zich van de conferentie te Pa
rijs terug te trekken.
De firiep-epidemie neemt te Weenen een
onbekenden omvang aan. Er zijn 40-000
zieken. De ziekenhuizen zijn overvol en kun
nen neen zieken meer opnemen; tengevolge
daarvan is het besmettingsgevaar zeer groot
De bekende gynaecoloog prof. Wertheim,
directeur van de vrouwen-kliniek, is aan
griep overleden.
Ben dankbare glimlach was haar ant
woord. Zwijgend bleef hij eenige minuten
naast haar staan. Alvorens naar zijne plaats
terug te keeren, sprak hij
„Nu weet ik ten minste hoe gij heet,
TV mag mij thans zeker wel het recht
van ©ai vader toeeigen en en u Laura heer
ten, niet waar? Dan krijgen dat koude
woord „mejuffrouw" en ook de naam van
Agues welken wij u gaven, hun beslag".
Niets, zal mij aangenamer rijn," was
haar antwoord, „uw© pleegdochter heet
voortaan zooals voor ieder haren vriendin
Laura Traumbaeh."
Intusschen was het gesprek aan tafel
met de meeste levendigheid voortgezet,
en eenige genotvolle uren werden er door
gebracht vóór men zich ter rust begaf.
Charles vertrok alleen en liet zijn vriend
het genot der beminnelijke gastvrijheid
van dokber Chantügods. Al koesterde hij
in 't geheim den wensch dat hij bij hem
zijn intrek mocht hebben genomen, hij
wild© daar liever geene verandering in
brengen te meer daar de beide collega'p
naderhand ten opzichte der verdere be-
handeling van Laura in een wetenschap
pelijk onderhoud waren getreden, in welkf
sfeer het hem zeer moeilijk viel sach te
bewegen. 1 r
(Wordt vervolgdj