TWEEDE BLAD HET witte huis. buitenland taS&SÏÏÏÏt™KaX"""\dat FEUILLETON DINSDAG 17 FEBRUARI 1920 fL-Hg30^ Augustinus Josephus Gallier foor de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel BISSCHOP VAN HAARLEM aan de Geestelijkheid en de Geloovigen in ons Bisdom Zaligheid in den Heer,* De uitleveringskwestie. GEMENGDE BUITENL BERICHTEN. Griep te .W'eenen. Huisprelaat van Z.Hden Paus, A B i tent- Bisschop bij den Pauselijken Troon, In Onzen Vastenbrief van het vorige jaar, honden Wij met vreugde vaststellen, B.G., hat er onder onze Ge oovigen veel goeds wordt gedaan, en bij de korte opsomming van dat vele goede roemden. Wij erop, dat de vrij gevigheid voor allerlei liefdewerken van jaar tot jaar groeit. Dit nu is in het afgeloopen jaai schitterender dan ooit in het licht getre- len voor het nieuwe Seminarie zijn groote offergaven opgebracht, voor den nood in de Midden-Rijken van Europa steeg de collecte in Onze kerken op het leest van Onnoozelé Kinderen gehouden, tot een nimmer gehoorde loog te, en buiten die kerk- ollectcn om worden nog dooi werkgevers en werknemers reusachtige sommen bijeengebracht, zoodat Wij, nog meer dan ten vorigen jare, alle reden hebben, om Onze vreugde uit te spreken en U Onzen mnigen dank te betuigen. Maar v^n den ecnen kant blijven ondanks Uwe vrijgevigheid die nooden nog voortdurend bestaan, en van den anderen kant komt daar nu nog bij de nood m ons eigen vaderland door de buitengewone overstroomingen, zoo- Wij met slechts reden hebben om te roe- en en te danken, maar ook om U erop te ijzen, dat God blijkbaar nog meer van U brf^' ■Uaarom besloten Wij in dezen Vasten et eens een kleme beschouwing te ge en "ver de Christelijke leer aangaande de stof fe ll e goederen dezer aarde en het gebruik dat Makeii*^11' vol8ens det woord Gods, moeten Het spreekt vanzelf, dat het bezit van die goederen, weike op onrechtvaardige wijze zijn verkiegen, aan den bezitter geen enkel recht geven om ze te behouden, of naar eigen keuze er over te beschikken. Het zich verrijken b. v. hetzij dool woenet m den handel, waarbij niet zoozeer ei^en werkzaamheid als wel de nood van anderen de bron van verdiensten was, hetzij door h t onthouden van het rechtmatig loon aan den arbeider, is goed beschouwd slechts een andere vorm van diefstal, waar door men nooit het beschikkingsrecht over die goederen verkrijgen kan. Het onthouden van het rechtvaardig loon aan den arbeider wordt een wraakroepende zonde genoemu in de H. Schriftuur de H. Jacobus i "Pastei getuigt :„Zie het loon der werk- üen, "lat door U is achtergehouden, schreeuwt, en nun geschrei ïstotdeoorenvan den Heer der Heerscharen gekomen." Om dat dit nu een zoo aiseliuwelijk kwaad is, zal deze zonde wel met met bewustheid en met opzet bedreven door wie nog eenig mensche- lijk gevoel bezitmaar toch vreezen Wij, -dat ie zeilzucht wel menigen werkgever zoozeer vei blindt, dat hij, te veel denkend aan zich zeiven en aan zijne werkelijke of vermeende beboetten, en te weirug aan de werkelijke be- zdne werklieden en daardoor deze toekomt, e» z.d, m deze van alle schuld vrij te rijn.En dteve£ keerde opvatting wordt niet weinig bevor derd door de zoozeer verspreide overtuiging dat de werkheden van hun kant hunne be hoeiten opdrijven en hunne eisehen te hoog steüen, en misbruik makend van hunne krach tige orgamsatiën deze te hoog opgevoerde eisehen afdwingen. Als in zoove re dit in- deruaad het geval is, maken ook dezen zich schuldig aan het onrechtmatig verkrijgen van die aardsche goederen, en zouden zij zelf medeplichtig kunnen worden aan de zonden der werkgeversdaarom vermanen Wij beiden, eens ernstig in zich zelve te tre den en op dit punt hun geweten goed te on- hoop, onze verwach- ons nu w<i[ r*let teleurgesteld, wilt ge 't een loopje m«©r?e^en dat wij zoo eventjes „Zeker wü gnomen?" aangedaan, ,,,maar «i ^twoordde Eduard geen sprake van vergeven ,*ÏLnÏÏSd te van mijn© zijde een 'd^SSrT 6b0"d op, en zijne hand aan den heer Chanülgois reikende, zeide hij: „Ontvang, mijnheer, mijn innigen dank voor al hetgeen gij aan mijne goede vrien din hebt gedaan. De Hemel zal uwe tee- dere en belangelooze zorgen beloonen. Ho© gelukkig zou ik mij rekenen zoo ik u «enigszins kon vergelden". De dokter wild© echter niets van eenige dankbaar beid weten, maar werd door de zeer be grijpelijke vrees geplaagd dat hij thans ïijne pleegdochter spoedig zou moeten missen. Hij schudde zijn collega echter hartelijk de hand en zeide met een glim- derzoeKen, want "belden kunnen zich onrecnt- matige behoeften scheppen door al te groote genotzucht, en als wij letten op de levenswijze van zoo menigeen onder allerlei standen, dan kan bij ons geen twijfel bestaan, dat hier aan beide zijden door velen wordt gezondigd. Wat het tweede middel betreft, door Ons genoemd, om op onrechtvaardige wijze rijker te worden, den woeker in den handel, daarover in de meening zoo algemeen- verspreid, dat het nagenoeg onmogelijk is aan die mecning allen grond te ontzeggen. Toen eeuwen gele den; nog vóór Christus, na de burgeroorlogen in de Romeinschc Republiek, een rijkaard zich op zijn schatten beroemde, antwoordde hem, volgens een schrijver van dien tijd, een eenvoudig man :„Hoe kunt gij een rechtscha pen mensch zijn, gij, die thans zoo groote rijkdommen bezit, terwijl gij nauwelijks iets van uw vader geërfd hebt De eenvoudige man, die deze vraag stelde, was een heiden, en toch deed alleen reeds zijn natuurlijk rechtvaardigheidsgevoel hem twijfelen, of dat rijk-worden tijdens de nooden van den oorlog wel rechtvaardig kon worden geacht. Hoeveel te meer zal thans de Christen, die onder dezelfde omstandigheden zijn bezit op ongewone wijze vermeerderd ziet, zich zelden die vraag moeten stellen, ofschoon de christe lijke liefde verbiedt dat een ander hem die vraag voorlegt. Wij althans durven niemand in het bijzonder van dit kwaad beschuldigen, zelfs niet in het algemeen zeggen, dat er door velen onder ons wel zal gezondigd zijn door woeker, maar wel durven Wij beweren en dat doen Wij bij dezeri dat een ieder, die in deze tijden buitengewone winsten heeft gemaakt, reden heeft voor een ernstig gewe tensonderzoek op dit punt. Maar zelfs over de op geoorloofde ivijze verkregen goederen hebben wij niet de onaf hankelijke beschikking. „Meum est argentum et meum est aurum, dicit Dominus", zoo sprak de Profeet Aggaeus :„Mij is het zilver en Mij is het goud, zegt de Heer" en de Psal mist laat den Heer spreken Mij behoort het aardrijk en zijne volheid". Alle goederen dus danken wij aan God, Die ons het leven gaf uit rijke ouders, of onzen eigen arbeid heeft gezegend, zonder welken zegen wij ze nooit verkrijgen konden die goederen blijven dus altoos een gave van God, welke wij volgens Zijne verordening moeten gebruiken. De goe de God, die al Zijne kinderen liefheeft, wil voor allen zorgen, opdat allen hunne voor naamste zorg zouden besteden voor het Rijk Gods en de gerechtigheid, en daarom werpt Hij de goederen dezer wereld rechtstreeks aan de eenen toe, en door de bemiddeling van dezen aan de anderen, opdat geen enkele mis sen zou wat de Hemelsche Vader weet, dat hij noodig heeft. De rijken zijn dus minder eigenaars van goud en zilver, wat aan God blijft behooren, maar veeleer God's rentmees- sters, die daarvan natuurlijk allereerst voor zich zeiven en voor hun geazin gebrui; mogen maken, maar ze vervolgens in Zijnen naam voor alle andere stoffelijke en geestelijke behoeften moeten best3eden. Welk eene heelijke roeping, in den naam van God en in Zijne plaats Zijne gaven uit te deelenIn het Oude Verbond, waar God alles wettelijk had geregeld voor Zijn volk, en waar in Zijn plaats rechters waren aangeste.d, om, vooral de behuettigen tegen alle onrecht te beschermen, liet Hij tot die rechters door den Psalmist Asaph zeggen :„Ik sprak, goden zijt gij" en dit woord werd later door Chris tus zelf bekrachtigd, toen Hij tot de Joden zeide Staat er dan niet geschreven in uwe wet, Ik sprak, goden zijt gij en Hij voegde daaraan toe, dat de H. Schrilt met kan falen :„Non potest solvi Scriptura". Alzoo weiden die mannen, omdat zij in Gods naam en in Zijn plaats Zijn bescherming ver ieenden, goden genoemd en aldus kan, om dezelfde reden en met hetzelfde recht, op de rijken dezer wereld die godspraak worden toegepastgoden zijt gij. Inderdaad, wanneer gij uwen plicht begrijpt en vervult, vertegen woordigt gij overal, waar behoeften bestaan en worden gelenigd, Gods Voorzienigheid. „Wanneer gij uwen plicht begrijpt-en ver vult" zoo zeggen Wij, want het is met slechts 'n begeerlijke eer voor u, dat gij in Gods plaats moogt optreden, maar het is ook een strenge plicht. De Apostel Paulus leert het ons zoo uitdrukkelijk mogelijk, als Hij aan zijn leerling Timotheus schrijft :„Beveel aan de rijken dezer wereld, gaarne te geven." De Apostel en daarop maken Wij U vooral opmerkzaam zegt niet aan zijn leerling, en in hem dus aan alle priesters, die zielzorg hebben, dat zij aan rijken moeten verzoeken, liefdadig te zijn, maar dat zij het hun moeten bevelen, met andere woorden, als een plicht moeten voorhoudenhij zegt niet, dat de rijken tenslotte na lang bedelen zich eraf moe ten maken met iets te geven, maar dat zij gaarne moeten gevenen dit zal hun tenslotte gemakkelijker vallen, wanneer zij het niet slechts als een plicht beschouwen, maar als een eer, als de eer Gods vertegenwoordigers, Goden te zijn. Wij zijn wel een weinig bevreesd, B. G., dat vele priesters er tegen opzien, om desnoods zoo bevelend op te treden en den rijken lach, welke de meeste zelfvoldoening te kennen gaf. „Bet doet mij oprecht genoegen dat mijn© verwachting van de ontmoeting tus schen u beiden niet beschaamd is gewor den. Alle middelen had ik reeds be proefd om mijne patiënte te doen spreken, doch tevergeefs, het is nu gebleken dat ik gelijk had, toen ik beweerde dat een on verwachte en hevige schok haar weer tot haar zelve brengen moest". Elduard Roest-el wendde zich nu tot zijn vriend (Marles om hem zijn dank te betuigen voor de deelneming welke hij hem in de beproevingen zijns levens had betoond en de verstandige wijze waar op hij de zaken geleid had. Zijn vriend wild© hier evenmin iets van weten, maar veerde hem plagend te gemoet. „'Wij hebben dokter Koestel toch maar knaphandig om den tuin geleid." „Dat hebt ge", was het antwoord, „doch zoo wil een ieder bedrogen zijn". Laura di© in «en gemakkelijke houding een eind van d© tafel verwijderd zat, had het ge sprek in stille aandacht gehoord, zonder echter een woord mede te spreken. Een Wiank dien zij Eduard gaf, deed den jonk- man^ naar haar toesnellen. „Geleid mij, als 't u belieft, eens even naar den dot ter",. fluisterde zij hem toe. dezer wereJd dezen pilcht niet genoegzaam voorhouden; maar dan durvenWij ook vragen: maakt gij den pristers dit bevel niet si te zwaar door te weinig toeschietelijkheid Wij weten, dat er vooral onder de meest- vermogenden zijn, die het den prister euvel duiden, wanneer hij bescheiden verzoekt, vooral als hij laat blijken, dat er niet naar vermogen gegeven wordt; en dientengevolge schieten misschien beiden te kort in hun plicht, door den Apostel beiden opgelegd de priester, omdat hij bevreesd is te bevelen, en de rijke omdat hij niet genoeg en niet gaarne geeft. Daarom willen Wij niet verzwijgen, wat Asaph, na in Gods naam gezegd te hebben „goden zijt gij", er op laat volgen Vos autem sicut homines moriemini" „goden zijt gij, maar als menschen zult gij sterven En dan wordt zijn bedreiging werkelijkheid „God staat in de vergadering der goden, en in hun midden spreekt Hij over die goden recht", dat zij de eer hun toegedacht, met hebben begrepen, niet hebben gewaardeerd, en daarom hun plicht hebben verzuimd, en dat door dit plichtverzuim zooveel lichame lijke en geestelijke nood niet genoegzaam gelenigd is. i O 1 laten wij toch begrijpen, B. G., hoe de eer van uitdeelers te zijn van Gods gaven, met te duur wordt gekocht voor wat goud en zilver, dat ons bovendien toch eens voorgoed ontvalt bij den dood, en dat wij, als een nooit te verliezen winst kunnen bewaren, alleen sdoor het om te zetten in de onvergan kelijke vérdiensten van de liefdadigheid, ter eere en ter liefde Gods beoefend. En nu wij, B. G., weer den heilzamen tijd van de Vasten ingaan, mogen Wij U herinne ren aan het woord, dat de Engel Raphael sprak tot Tobias, als een aanmoediging om te volharden in de deugden, die hij steeds beoefend had :T,Gocd is gebed met vasten, en beter de aalmoes dan het opleggen van schat ten gouds". Beoefent ook Gij die deugden, die wij te vervullen hebben ten opzichte van God, van ons zeiven en van onzen evennaaste, blijft aalmoezen geven en weldadig zijn tegen over Uwe evenmenschen, en wel zooals Tobias zeide tot zijn zoon :„Hebt Gij veel, geef over vloedig, hebt gij weinig, tracht ook van het weinige bereidvaardig mede te deelen ver sterft U door de vasten- en onthoudingswet ten der H. Kerk te onderhouden, maar vooral door te strijden tegen de voortdurend meer om zich heen grijpende genotzucht en het najagen van wereldsche genoegens; blijft bidden, om daartoe de kracht van God te verkrijgen, en U zelveii door dien innigen omgang met God steeds meer te heiligen. Be gint daarmede ernstig in dezen zoozeer tot ernst stemmenden Vastentijd, maat laat het bij dat begin niet blijven, doch volhardt er mede, volhardt ten einde toe, blijft offervaar dig en gaarne geven, blijft U zeiven blijmoe dig versterven, met een onwankelbaar ver trouwen bidden tot God en niet alleen voor U zeiven, maar ook voor zoovelen, die het bidden of nooit geleerd of vergeten hebben en voor wie het gebed toch juist daarom zoo noodig is: de ongeloovigen en de zondaars; bidden voor de z o ernstige nooden van dezen tijd, die Kerk en maatschappij bedreigen, idden voor alleen aan wie gij verplichtingen hebt, voor uwe tijdelijke en geestelijke Over heden, voor onzen H. Vader den Paus, en voor onze geliefde Koningin en haar konink lijk Huis. en vergeet dan bij uw gebea ook uwe priesters en Ons niet. En zal dit Ons herderlijk schrijven, op den Zondag Quinquagesima, in alle tot Ons Bis dom behoorende kerken, alsmede in de kapel len waarover een Rector is aangesteld, op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te HAARLEM, den 9den Feb. '20. AUGUSTINUS JOSEPHUS, Bisschop van Haarlem. Op last van Z. D. Hoogwaardigheid, L. Westerwoudt, Secretaris. Daar do Vastenbrief van onzen Hoogwaardigen Bisschop slechts ten halve en ongecorrigeerd in een deel onzer vorige oplage kon worden opgenomen, plaatsen wij hem heden in zijn geheel. Frankrijk haalt bakzeil. Een zeer belangrijk bericht konden wij gisteren nog in een deel van onze oplage opnemen: „De geallieerden, aldus seinde Reuter, hebben toegestaan, dat de oorlogsmisdadigers terecht zul len staan voor Duitsche rechtbanken. Indien de opgelegde straffen onvoldoende zijn. behouden de geallieerden zich het reent voor Duitschland te doen boeten voor het niet naieven van het vredesverdrag." Ziedaar dus de gevolgen van het verwachte compromis. De verstandige staatslieden in Enge land, Amerika en Italië, zagen m, dat een vol- Hij voldeed aan haar vertangen door haar aan haar oeaue schouders op te beuren en bracht haar zoo op de p^aatö waar zij weosckte. sijii. ,-,Mijnheer Chanülgois sprak zij aange daan ©n met eenige inspanning, „ik weet niet in welke bewoordingeil u mjjn dank moet betuigen vqor al hetgeen ik bij u heb mogen genieten, zoowel als voor d© vele bemoeiingen welke ge u voor mij hebt getroost De dokter vlei baar in de rede met da woorden: „Geef u toch niet de minste moeite om ©enige fraaie woorden te kiezen wel ke uwe erkentelijkheid uitdrukken, ik houd mij hier in nnjn jlart van over. tuigd. Wat mij echter meer spijt, is, dat gij zeker reeds plannen gemaakt hebt om mij spoedig te verlaten, want nu gij ©ene moeder gaat ^terugvinden, houd ik op uw vader te zijn „Ik zal u", sprak Laura, terwijl zich hare oogen opnieuw met tranen vulden, „indien ik u dien naam voortdurend mag geven, altijd mijn vader heeten, de red der van mijn leven, de hersteller van mijn geluk, de menschlievende man,, aan wien ik alles te danken heb, zijt en blijft g© in eeuwigheid". Die dokter, was een dier lichthartige, harden bij dtn tdhevcringsésdh é'mstïgé toestan den In Daitsc&Land revolutie, regeeringscrisis en den nasleep van dien ten gevolge zou hebben en dus gaven zij te kennen van de betreffende bepaling in bet vredesverdrag niet te willen weten. Lloyd George viel te juister tijd om en liet Franarijk alleen staan. De nieuwe Fransche regeering schijnt eieren voor baar geld gekozen te hébben en zoo kwam ten slotte de bovenstaan de beslissing. Hadden wij een compromis ver wacht, dat men zóó ver zou gaan om de uitleve ring in het geheel op te geven, dat bad wel niemand verwacht. Van Fransche zijde geeft men nu aan bet aver stof gaan een zoo guiistig mogelijke uitlegging. Volgens de „Petit Parisien'' wordt in de nota aan Duitschland in zake die oorlogsmisdadigers geen vermindering aangebracht in bet aantal der schuldigen noch wordt er een onderscheid ge maakt tusschen de schuldigen. In de nota wordt alleen gezegd tegen Duitschland: Gij voert het verdrag niet, wij vestigen hierop uw aandacht. Gij hebt den wensch te kennen gegeven de mis dadigers zeli te berechten. Dat is niet ia strijd met de bepalingen van het vredesverdrag. Wij zullen aan de rechtszittingen en vervolgingen geen deel nemen. Wij zullen zien wat gij doet en we zullen wachten tot we zien wat uw resultaten zijn. In de nota wordt dus geen afstand gedaan van het recht om in de toekomst de noodige stappen te doen. De geallieerden zullen er van afzien om aan de rechtshandeling in Duitschland dee) te nemen en d. w. z. dat zc dus ook geen goedkeu ring geven aan eenig tegen de „misdadigers'" in Leipzig of elders te wijzen vonnis. Nu ja. als de eisch maar van de baan ia; dat is dc hoofdzaak! (Hedenochtend meldt Reuter uit Londen, dat de tekst van de nota is gepubliceerd. Zij is door Lloyd George onderteekend. De inhoud komt overeen met het bovenstaande reiaa6 van de „Petit Parisien.") DE TURKSCHE QUAESTIE. Volgens een draadloos bericht uit Lyon, geeft de „Temps" een overzicht van den stand van het Turksche vraagstuk. Aanvankelijk was er te Parijs eenig meeningsverscliiUtusschen Franscben en Britten, omdat de laatsten wenschen dat de beprékingen te Londen zouden plaats hebben. Ten slotte werd gesloten, dat de grondslagen voor bet vredesverdrag roet Turkije te Londen zouden worden besproken, maar dat de vergaderingen waarin de definitieve besluiten zouden moeten worden genomen te Parijs zullen plaats hebben. Bij de eerste intergeallieerde conferenties over de (ftiaestie van Konstantinopel waren de Britten er voor om de Turken uit Europa te verdrijven, terwijl de Franscben den wensch koesterden de Mohamedaansche bevolkingen in hun kolo niën niet te grieven en dus er de voorkeur aan gaven den Zieken Man ia het oude Byzantium te laten. Maar vervolger» kwam er een merk waardige keer in de meeningen der geallieerden. De Britten, die eerst eenstemmig waren in bun wensch om den Turk uit Europa te verdrijven, veranderden van meening en aanvaarden vrijwel allen het Fransche standpunt, terwijl terzelfder tijd de Franschen naar bet scheen niet meer 200- veel voor de verdediging van den Sultan gevoel den. Er schijnt nu een vriendschappelijke over eenstemming bereikt door de aanvaarding van een oplossing, die niet tot uiterste maatregelen zal leiden. ENGELAND! EN FRANKBUK. Reuter mekte, <Jat de Fransche minister-presi dent Mitlerand, vergezeld van Mar sal, minister van financiën, Loeiden per extra-trein heeft ver laten. De minister-president heeft Heb zeer voldaan verklaard over het resultaat der gehouden bespre kingen. De betrekkingen tusschen Engeland en Frankrijk kunnen niet beter zijn; er bestaat vol komen overeenstemming. De lucht is helder, er zijn geen wolken. NOORWEGEN EN DtE VOLKENBOND. De bladen te Christiania publiceeren een uit treksel van een voorstel van de Regeering van Noorwegen aan het Storthing betreffende de toe treding van Noorwegen tot den Volkenbond. Her voorstel brengt eerst de volgende bezwaren tegen toetreding naar voren: nJ. onvolledige ver wezenlijking van de reebtsgedaebte in het voiken- bondstatuuL De oorlog blijft een geoorloofd mid del van de politiek. Noorwegen zou als Hd van den Volkenbond in oorlog gewikkeld kunnen worden; In zekere gevallen onvoorwaardelijke deelneming aan economische dwangmaatregelen tegen andere staten. Toch zijn er overwegende redenen vóór toe treding. Het volkenbondstatuut overweegt zelf de mogelijkheid van verbeteringen; het geeft den leden economische en politieke voordeden. De weg, aangegeven voor het oplossen van in ternationale conflicten is een vooruitgang. Waa neer Noorwegen niet toetreedt, wordt zijne in ternationale stelling onzeker en moeilijk. Van belang is, hoe de houding van al de an dere Scandinavische staten zal zijn. Het meeste gewicht in de schaal legt het feit, dat bet vormen van volkenbond de mogelijkheid voor het af schaffen van den oorlog beduidt. Noorwegen moet mee arbeiden aan de verbete ring van de verhoudingen tusschen de volkeren. vroolijke Fransehen, die niet gaarne laten blijken dat zij aangedaan zijn, hij poogde daarom zijne ontroering zooveel mogelijk te 'verbergen. Töch had hij zijn zijden foulard noodig om een verraderlijken traan welke hem tegen zijn zin in de oogen kwam, weg te wisechen, doch zeide, om d© aandacht van het gevreesde point al te leiden. „Ik kan zeer goed bemerken dat ik oud wordt, mijn oogen gevoelen bij' het avondlicht altijd zulk een onaangename prikkeling, welk een afkeer ik ar ook van heb, ik zal mij genoodzaakt zien voortdurend een bril te dragen". Toen stond hij op, geleidde Laura naar haar stoel terug en vervolgde: „Gij zult nog niet zoo spoedig vertrek ken, wel?" Daarop greep hij hare ver stijfd© handen en zeide „Deze moet ge ook nog tot uw dienst hebben vóór gij mij verlaat". „Zou er eenig uitzicht op bestaan?" vroeg Laura met een hoopvollen blik. „.Zeker klonk zijn antwoord, „de schok dezen morgen bij u teweeggebracht zal hierop ook ten gunstigste werken. De om loop van uw bloed zal er meer geregeld door worden en uw zenuwgestel verster king ontvangen door uw herboren staat van geluk en welvaart*" r Van gewicht ll verandering van hef <35r*r' spronkeaijke verdrag, waardoor neutrale state», die anmiddel'Hjk toetreden tegenover Jater toetre dende een voordeel wordt gegeven. De houding van Amerika ie natuurlijk van be. lang, mag echter op de beslissing geen invloed hebben. De Regeering raadt daarom aan, toe te treden. DE TOESTAND VAN OOSTENRIJK Een draadloos bericht uit Lyon meldt dat de raad van gezanten onder voorzit terschap van Cam bon zich met den nood toestand van Oostenrijk heeft bezig ga- h ouden. D© reeds vroeger tot alle ge allieerde landen gerichte oproep om hun aandacht te wijden aan den tragischen toestand van Oostenrijk en op de nood zakelijkheid van dit land te hulp te ka men, zal worden herhaald. Naar uit Parijs wordt gemeld, heeft in de gisteren gehouden avondzitting van het organise., roite comité, der commisae vaa herstel, waaraan de Staa. g .retarissen Reisch en Loewenfeld deelnamen, de Ame- rikaansche gedelegeerde verklaard dat de commissie O 8 cnrijk wil helpen. Ook de Amerikaansche regeering stelt het hoog ste belang in het Uostemv s _ie probleem' en miskent den ernst van den to e ai niet. .Van de 505 miliioen dollars, dj© voor ceülraal-Europa bestemd zijn, zal het grootste gedeelte .Oostenrijk worden toe gezegd. De Eugelscne vertegenwoordiger uitte de bereidwillig van Engeland om na goedkeuring van de credieten door het Amerikaansche Congres, een bedrag te verstrekken, dat de helft zoo groot zal zijn als dat, hetwelk het Congres zal goed,- keuren. ONRUST IN IERLAND De „Prèss. Aa ociation" meldt dat Vrij- dagnaciit een trrin, die geweren vervoer de bij Dublin door een troep mannen is aangevallen. Jj©ze nadien vau te voren reeds den einwacüter dooogescnoteu. Er vielen revoiverscn0ten, drie sommen wer den gegooid. Een korporaal van net e«; corte werd gewond, 'ren gevolge van de duisternis wwt het niet mogelijk op de aanvallers te vuren, die in ue uuu.i a ontsnapten. Een ander Reutertelegram seint, dat on geveer .40 gewapende, gemaskerde man nen gisteren een politiekazerne aanvie len in de buurt van Dundalk, die door zes politieagenten was bezet. Er werden bommen geworpen. Het levennige geveent duurde drie uur, totdat eene verschrik kelijke ontploffing het geoouw vernieiue. Vier poiitie-agenten weroen onuer net puin begraven. De aanvallers staakten daarop hun aanval en namen alle ammu nitie en wapens mede. Er werden geen arrestaties gedaan. De pourieagenten zijn in een hospitaal opgenomen. AVILSON DtttEiGT ZiCH TERUG TE TREKKEN. Pertinax meldt uit Londen aan de Echo de Paris: Een onverwachte gebeurtenis: Wilson heeft het gebruik van het woord terug gekregen. Hij nceft zich er met mee te vreden gesteld, Lansing, zijn .z'.ssecre- taris, weg te zenden op een toon, die een Rus. a ae despoot nimmer bezigae te genover een minister, die zich aan de grootste joutea nad schuldig gemaakt; hij heeft zich ook gemengd in üe zaken'der conferentie van Lomien. In een nota, gericüt tot de Fransche Britecne en Italiaansche regeeringen door bemiddeling van den ambassadeur der v. 8. te Parijs, Wallace, die Zaterdagmorgen te Londen is aangekomen, verklaart net hoofd van den Amerikaanschen staat, dat hij zich t«n aanzien der Aariatischje quaes- ^tie houdt aan het standpunt, vervat in de nota, die op 9 December j.L aoor de .V. 8„ Engeland en Frankrijk tot Italië is gericht. Hij heeft de epic a ;g der Adriatische quaestie, in geno^mue nota aangegeven, vergeleken met net ontwerp van een compromis, dat Frankrijk en En geland op 20 Januari aan Euid-diavië heb ben meegedeeld, en Jiy a tot de conclusiie gekomen, dat dit ontwerp teveel van da nota verschilt. Hij voor zich houdt zidh aan don tekst van December: dat is de uiterste grens zijner com e ies. Als men met zijn staEdpunt geen rekening houdt, dreigt hij zich van de conferentie te Pa rijs terug te trekken. De firiep-epidemie neemt te Weenen een onbekenden omvang aan. Er zijn 40-000 zieken. De ziekenhuizen zijn overvol en kun nen neen zieken meer opnemen; tengevolge daarvan is het besmettingsgevaar zeer groot De bekende gynaecoloog prof. Wertheim, directeur van de vrouwen-kliniek, is aan griep overleden. Ben dankbare glimlach was haar ant woord. Zwijgend bleef hij eenige minuten naast haar staan. Alvorens naar zijne plaats terug te keeren, sprak hij „Nu weet ik ten minste hoe gij heet, TV mag mij thans zeker wel het recht van ©ai vader toeeigen en en u Laura heer ten, niet waar? Dan krijgen dat koude woord „mejuffrouw" en ook de naam van Agues welken wij u gaven, hun beslag". Niets, zal mij aangenamer rijn," was haar antwoord, „uw© pleegdochter heet voortaan zooals voor ieder haren vriendin Laura Traumbaeh." Intusschen was het gesprek aan tafel met de meeste levendigheid voortgezet, en eenige genotvolle uren werden er door gebracht vóór men zich ter rust begaf. Charles vertrok alleen en liet zijn vriend het genot der beminnelijke gastvrijheid van dokber Chantügods. Al koesterde hij in 't geheim den wensch dat hij bij hem zijn intrek mocht hebben genomen, hij wild© daar liever geene verandering in brengen te meer daar de beide collega'p naderhand ten opzichte der verdere be- handeling van Laura in een wetenschap pelijk onderhoud waren getreden, in welkf sfeer het hem zeer moeilijk viel sach te bewegen. 1 r (Wordt vervolgdj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1920 | | pagina 5